KffltoorMwerta
DE FAMILIE KING.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang
Vrijdag 29 Maart 1895.
No. 3601
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
J. C.
STADSNIEUW 8.
FEUILLETON
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37j.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X-dt, Haarlem. Telefoonnummer 123.
van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantier*.
Directeur-Uitgever J. C. PEEBEBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONKSSuce.Pary» 31 bi* Faubourg Mcntmartre.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed-
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur-Uitgever
Haarlem, 28 Maart 1895.
Door de vereeniging „St. Joseph,"
„Eensgezindheid" en „Patrimonium"
alhier, was de vereeniging van indus-
trieëlen en kooplieden, betreffende
bouwkunde en aanverwante vakken
alhier uitgenoodigd tot bijwoning eener
vergadering ter bespreking van de
quaestie „Loon en Arbeidsduur."
Met algemeene stemmen nam ge
melde vereeniging de volgende motie
aan
„De Vereeniging besluit als hare
„overtuiging aan de werkliedenver-
„eeniging mede te deelen, dat zij met
„het oog op den algemeenen maat-
„schappelijken toestand, geen vrijheid
„vindt, op dit oogenblik met het
„voorstel tot loonsverhooging mede
„te gaan.
„Zij heeft daartegen te meer be-
„zwaar, zoolang door den Gemeente
raad geene beslissing is genomen in-
„zake het adres van den Arbeidsraad,
„betreffende bepalingen van mini-
„roumloon en maximumarbeidstijd.
„Zij wenscht alzoo, zich in deze alle
„vrijheid van handelen voorbehouden
de, die beslissing af te wachten, al
vorens eenige verandering in den
„bestaanden toestand te brengen."
Opera.
De „Vereenigde artisten der Ned.
Opera-vereeniging" traden Dinsdag in
onzen Schouwburg op met twee wer
ken die stormenderhand, over heel
de beschaatde wereld, de harten
veroverden van onze hedendaagsche
operabezoekers^ en wier enorm succès
zich uitbreidde nagenoeg met dezelfde
negentiend'eeuwsche snelheid als
waarmede ze werden gecomponeerd.
Ik bedoel natuurlijk de „Cavalleria"
en „Paljas".
Uit het standpunt der Vereenigde
Artisten beschouwd kan men deze
keuze niet ongelukkig noemenhet
publiek was in vrij aanzienlijk getal
opgekomen en toonde zich over 't ge
heel met de opvoering niet weinig
ingenomen.
Nu, wat mij betreft kan ik niet van
„onvermengd" genot spreken noch
met betrekking tot de werken zelf als
tot de vertolking daarvan.... en het
allerminst ben ik in extase over het
denkbeeld, beide succès-etukken op
éen avond voor het voetlicht te bren
gen.
Des Guten zu viel! Na al wat
Paljas aan liefde, ontrouw, ijverzucht,
wanhoop, haat en wraak geeft te
verwerken, is mijn begeerte naar een
tweede portie van dezelfde gerechten
uiterst gering.
Maar dit als iets geheel per
soonlijks ter zijde latende, maak
ik gaarne melding van wat mij bij
deze voorstelling prijzens waan lig voor
kwam.
Op de eerste plaats verdient ge
noemd te worden de heer Leij sen, die
zich als Canio in Paljas en als Tur-
riddu in Cavalleria van zeer gunstige
zijde deed kennen. In zang als in
actie toonde hij zich een talentvol en
ernstig kunstenaar en met wat hij in
beide opziohten gaf maakte bij be
paald indruk.
Een begaafd zanger is ook de heer
Dons, zooals hij in Paljas gelegenheid
had te toonen. Zijn „Proloog" behoort
tot de goede oogenblikken van den
avond.
De heer Hoeck beschikt over een
kerngezond en niet onwelluidend,
hoewel eenigszins droog orgaan. Hij
gaf een goeden Sylvio en |een nog
beter Aljio.
Van de dames valt na deze eerste
kennismaking niet veel goeds te zeg
gen. Mej. Ph. Vermeeren die on
tegenzeggelijk het eerst verdient in
aanmerking te komen heeft stern-
middelen genoeg om veeleischende
partgen als Nedda en Santuzza vol
komen tot haar recht te brengen.
Jammer dat heel haar optreden wordt
ontsierd door een ongemotiveerde
en dus hinderlijke bewegelijkheid
een onrust die het haar onmogelijk
schijnt te maken ook maar het on
beduidendste phrasetje voor te dragen
zonder daarbij minstens eens van
plaats te veranderen, of een enkelen
toon te zingen, vrij van dat inderdaad
deerniswekkend en op den duur on
hebbelijk vibrato.
De dames de Vies en Verbruggen,
die alleen in de Cavalleria hadden
op te treden, gaven respectievelijk een
dragelijke Lola en een verdienstelijke
Lucia
De koren waren op enkele plaat
sen te prijzen, maar meestal verre
van volmaakt. Het mannenkoor is
weinig nobel van klank en het geheel
leed herhaaldelijk door detonatie en
gebrek aan voldoende eenheid.
Van het orkest daarentegen mag in
gunstiger zin worden gesproken. Het
ontwikkelde doorgaans een fraaien
klank en ook wat eenheid en nuancee
ring betreft gaf het alleszins reden tot
tevredenheid.
De leiding bleek bij den heer A.
Peers in bekwame hand ie zijn.
PHILIP LCCTS.
Vanwege het Ministerie van Wa
terstaat, Handel en Nijverheid, werd
heden aan het gebouw van het Pro
vinciaal Bestuur alhier aanbesteed
lo. Het verdiepen van eenige ge
deelten van het Noord-Hollandsch
kanaal.
Raming f16000.
Van de 4 hiervoor ingekomen bil
jetten was dat van J. Goedkoop Dz.
te Amsterdam hef laagst voor f13213.
2o. Het maken en leveren van 130
betonblokken vooi de zeebrekers van
de havenhoofden te IJmuiden, be-
hoorende tot de werken van het
Noordzeekanaal.
Raming f 10000.
Hiervoor kwamen 8 ins chrij vin ge-
biljetten in, waarvan dat van G. D.
van Doorn te Amsterdam het laagst
voor de som van f8885.
Woensdagnamiddag, te laat voor
ons vorig Nr.," werd aanbesteed door
d«n architect C. L. M. Robbers, het
bouwen van twee huizen aan de
Oostvest.
Van de 7 inschrijvers was de laagste
F. Oudejans voor f4416.
De Papa van Daisy Bell.
„Wanneer tien jaar geleden iemand
gezegd had, dat er heden in het deftige
Haarlem een wielerblijspel zou wor
den opgevoerd en dat honderden men-
schen uit de hoogste standen daar
naar zouden komen kijken, dan zou
men dien iemand, althans in gedach
ten, naar „Meerenberg" hebben gedi
rigeerd."
Het was een der „officials" van den
Nederl. Wielrijdersbond, die ons deze
opmerking maakte en hij had gelijk.
Het wiel (viets, pneu, véio, hoe wilt
ge het noemen?) neemt in de haar-
lemsche maatschappij een plaats van
beteekenis in. Van den slagersknecht
af, die op een rammelenden solid uw
vleesch aan huis brengt, tot aan al
lerlei deftige en hooggeplaatste per
sonen toe, die op een allernieuwst
model pleziertoertjes gaan maken.
Vergissen we ons niet zeer, dan is
ook het hoofd van deze gemeente
wielrijder en ZEA. zat dan ook in
avondtoilet op de voorste rij van 't
balcon en amuseerde zich blijkbaar
kostelijk.
Maar wij moeten het over „de
Papa van Daisy Bell" en niet over
den vader der haarlemsche burgerij
hebben. In korte woorden bestaat de
intrige van het blijspel hierin dat het
Kamerlid Mr. Bell voornemens is een
wetsontwerp in te dienen waarbij het
wielrijden verboden wordt.
Bij het vernemen van dit gevaar
sidderen alle wielrijders op hunne
zadels en het Hoofdbestuur vaardigt
een zijner leden af, om den geduchten
tegenstander zoo mogelijk tot andere
gedachten te brengen. Deze, Van
Peddelen, vindt een bondgenoot in
de bevallige Daisy, die seb warmt voor
alle wielrijders en wier ideaal is altijd
wielrijdeneen denkbeeld, dat zelfs
den verwoedsten traplustige draaierig
maken zou.
Door listig overleg weten de twee
papa Bell te overtuigen dat hij ziek
is en moet gaan wielrijden voor zijn
gezondheid. Conclusiehet barre
wetsontwerp blijft in portefeuille en
Van Peddelen verovert Daisy's hartje.
Het «tuk is vervaardigd door J. F.
en de hoofdrol (Bell) wordt vervuld
door den heer Jan Feith, een over
eenkomst van voorletters die te den
ken geeft. Dat vonden blijkbaar zij
die hun hulde kwamen brengen voor
zijn spel ook, want zij overhandigden
hem meteen kransen die hij wel aan
J. F. zou willen overbrengen.
Eerst kwam de heer K. A. L. Blok
van Laer als voorzitter der Haarlem
sche Velocipèdeclub, toen de heer
Mr. L. C. Kronenberg namens de
Kunstclub, beide met kransen en een
toespraak en eindelijk de heer P. E.
H. Bodel Bienfait als voorzitter van
Weldadigheid naar Vermogen om
dank te zeggen voor de netto ontvangst,
die aan deze vereeniging zal worden
afgedragen.
En dat zal een niet onbeduidend
sommetje wezen, want het publiek
was even talrijk als enthousiast.
Terecht want in het stukje dat
voor dilettantenwerk lang niet slecht
in eikaar zit, komen tal van leuke
zetten voor, die vooral wielrijdersooren
aangenaam treffen. Het spel was los
en vrijmoedig.
De heer Feith, Mej. Sophie Bos
(Daisy) en Spoor Pennewip) spanden
de kroon, maar ook de overigen waren
verdienstelijk. Costumes en arrange
menten waren te loven.
Mej. Bos ontving een bouquet. Aan
het einde dankte de Voorz. der ver
eeniging Amsterdams Wielrijders-
bondslokaal, van wie de vertooning
uitging, het publiek voor de belang
stelling.
Ohs is verzocht te vermelden, dat de
firma Gemund alhier de meubelen
en de firma Augustinus Witte veen
de rijwielen belangeloos ter beschik
king stelden.
De timmerliedenbeweging.
Nogmaals hielden de timmerlieden
Woensdagavond eene vergadering in
„Fèlix Fa vore". De Voorzitter, die de
vergadering opende herinnerde er aan,
dat verschillende patroons de hoogere
loonstandaard genegen waren en dat
in de vergadering van Industrieelen
en Kooplieden besloten was, de zaak
niet eerder ter hand te nemen, voor
het besluit van den gemeenteraad be
kend was.
Daarna verkreeg de heer Hogenbrink
van Amsterdam het woord, die eene
lange, fiink in elkaar gezette rede
hield. Hij begon met te zeggen, dat
er over ons land vele cirkels waren.
In den buitenstea cirkel, waar de
prchtige huizen zijn, wonen de kapita
listen en de grondeigenaren. In den
2en cirkel de pachters; in den 3en
cirkel de patroons. Dieper in 't land
wonen de arbeiders. Vervolgens schil
derde hij afv hoe de grondeigenaar
den dag doorbrengt, en hoe ook de
arbeider dat doet. De laat3te moet
den geheelen dag werken, zoodat hij
geen tijd overhoudt om die aan zijn
huisgezin te besteden.
Alle timmerlieden moesten mede
werken tot verkrijging van een bete
ren toestand. In de vakvereenigingen
wordt gewerkt om een beteren loon
standaard en een verkorten arbeids
dag te verkrijgen. Sommige patroons
vinden den eisch van 23 cent te hoog.
Spr. legde uit, dat die eisch niet te
hoog was. Hij zeide h ede kapita
listen de arbeiders noemen en bracht
eenige woorden in herinnering door
den anti-rev. Jhr. Mr. A. F. de Sa-
vornin Lohman in de 2de Kamer bij
de behandeling der motie-Gerritsen
gezegd.
De arbeider moet korter werken, dan
heeft hij meer tijd om zich te ont
wikkelen en zich beter te kleeden.
Ia andere landen heeft men reeds
lang een korteren arbeidsdag, maar
Holland komt altijd achteraan. Steeds
moet men trachten korter te werken.
Spreker eindigde met eene opwek
king tot solidariteit en tot aanslui
ting bij het Alg. Ned. Timm. Verb,
uit 16000 arbeiders bestaande, welke
Bond wederom bij het arbeiders-secre
tariaat is aangesloten.
Na veel gedachten wisseling, werd
besloten dat Maandag 1 April aan
Naar het engeleeh
van P. L. Mc. DERMOTT
4)
HOOFDSTUK H.
In de pastorie.
Of hij haar reeds liefhad, dan wel of hij daarheen pas op
weg was, kon Agnee zelf niet ontdekken, maar zeker is het
dat hij naar Yewlekwam meer voorde dochter, dan voor de
moeder. Minstens eens per week legde hij te paard de twaalf
mijlen naar de pastorie af. Agnes bezat evenwel de eigen
aardige terughoudendheid van haars vaders familie'en liet
dus niets doorschemeren van wat zij begreep of vermoedde.
Dit viel haar trouwens niet zoo heel moeilijk, omdat het
gebeurde met haar vader bijkans al hare gedachten in be
slag nam. De verschrikkelijke beschuldiging die zijn naam
met schande had bedekt, had al de vroolijkheid uit het
leven van het meisje weggenomen en deed haar een bestaan
leiden, in welks roerselen zelfs hare moedei niet instaat was
om door te dringen. Francis Gray beminde haar met al zijn
hart en was gedurende eenige jaren bijna haar dagelijksche
makker geweest, maar wanneer hij zich ernstig afvroeg hoe
zij over hem dacht, kon hij zich niet met het minste bewijs
van iets meer dan vriendschap harerzijds troosten. Was haar
vaders ongeluk niet voorgevallen, dan zou de toestand on
getwijfeld anders zijn geweest.
Richarb King stond plotseling op om heen te gaan en
Gray week achter de struiken terug, om hem te laten voor
bijgaan. Opeens keerde de jonge man zich schielijk om; daar
hij in zijn nabijheid beweging meende te hooren. Hij zag
evenwel niets en toen Richard King voorbij was gegaan,
wachtte Gray nog een oogenblik en belde toen aan de pas
torie. Gray was een bevoorrecht bezoeker en had verlof zon
der verdere formaliteiten de huiskamer binnen te gaan. Hij
was altijd welkom en mevrouw King stak hem dan ook
vriendelijk de hand toe, terwijl Agnee nauwelijks hare oogen
opsloeg en met een lichten hoofdknik met haar naaiwerk
voortging.
„Richark is juist heengegaan," zeide mevrouw King. „Ik
wenschte wel, dat hij wat dichterbij woonde en het is zoo
vriendelijk van hem, dat hij zoo vaak den langen weg aflegt
alleen om ons te bezoeken. Hij doet mij in zoovele opzichten
aan mijn echtgenoot denken."
„Richards gelijkenis met mijnheer King is inderdaad zeer
merkwaardig," zeide Gray droogjes.
„Wij houden veel van hem, Agnes en ik," ging mevrouw
King voort, maar hare dochter stond plotseling op, gaf haar
een kus en zeide„Goedennacht, mama, ik heb wat hoofd
pijn, goeden avond, Frank."
„Ga je al heen vroeg Gray een weinig teleurgesteld. Dit
bracht hem in de onmogelijkheid om hedenavond te zeggen
wat hij had willen zeggen. Zij antwoordde eenvoudig met
„ja" zonder het hoofd naar hem om te keeren en verliet
daarop de kamer.
„Het is geen hoofdpijn," merkte mevrouw King zachtjes
op. „Ik weet dat we u kunnen vertrouwen Frank, alsof je
mijn zoon waart en haar broeder (bij de laatste woorden
schoof Frank onrustig op zijn stoel) „en ik zal je zeggen wat
er hedenavond gebeurd is. Richard heeft mijn toestemming
gevraagd voor zijn huwelijk met Agnes, in weerwil van
wat er gebeurd is."J
Gray was een oogenblik buiten staat om te spreken en
vroeg daarna ademloos„Heeft hij Agnes gevraagd
„Neen, maar ik geloof dat zq er iets van gemerkt heeft.
Meisjes gevoelen altijd wanneer zulke dingen ophanden zijn.
Agnes zal hem ongetwijfeld er dankbaar voor zijn en het is
ook niet zoozeer voor haar, als wel voor mijn zwager Rowan
dat ik vrees. Hij zal er wellicht tegen zijn."
„Dat is hij stellig," antwoordde Gray overtuigd. „Nooit
zal hij in dat huwelijk toestemmen, 't Is waar, ik zou bijkans
vergeten dat ik hier kom met een boodschap voor u."
„Een boodschap?"
„Ja. Ik moest u mededeelen, welke schikkingen hij heeft
gemaakt voor den tijd als mijnheer "King weer.... weer terug
komt, dat zal over een jaar ongeveer wezen. Hij meent, dat
u van zijn plan op de hoogte moet zijn. Mijnheer Rowan