Sport en Wedstrijden.
Letteren en Knnst.
Rechtszaken.
oiitiek Overzicht.
GemengdNieuws.
heeft den toestand ver-
eroerte
ergerd.
Mgr. Snickers, f
Dinsdagmorgen, is mgr. P. M. Snic
kers, sedert 23 April 1883 aartsbis
schop van Utrecht, in den ouderdom
van 78 jaren overleden.
Mgr. P. M. Snickers werd den Hen
April 1816 te Rotterdam geboren. Op
25jarigen leeftijd werd hij tot priester
gewijd (27 Maart 1841), 31 Juli 1877
tot Bisschop van Haarlem benoemd
en 3 April 1833 tot Aartsbisschop.
De overledene voerde ook de titels
yan Huisprelaat en assistent-Bisschop
bij de Pauselijke Kroon. Voorts
bezat hij het Commandeurskruis der
orde van den Ned. Leeuw en het
Ridder-grootkruis van het H. Graf
Het plan bestaat een nieuwe maat
schappij te vestLen onder den naam
„Koningin Wilhelmina-Zeebad", tot
doel hebbende de exploitatie van een
hotel met bouwterreinen te Loos
duinen. Het hotel zal bevatten 50
kamerB en aan alle eischen, door het
moderne comfort gesteld, voldoen.
Zoo zal niet slechts het gel
etablissement, maar ook de daarvoor
gelegen strandvlakte electrisch worden
verlicht. Men beoogt de stichting
van een deftig, rustig Kuuroord, maar
dat toch, indien een der drie con
cessie-aanvragen, voor een spoorweg
ScheveningenHoek van Holland,
verwezenlijkt wordt op 5 alO minu
ten stoomens van Scheveningen zal
verwijderd zijn.
Ernstige brand te Amsterdam
De brand die zooals gemeld is
Maandagnacht in de hoofstad heeft
gewoed, heeft niet vier maar vijf
slachtoffers gemaakt. Niemand is ech
ter vermist.
In de Polanenstraat perceel 45,
een van die nieuwere huizen waar
tal van gezinnen woning vinden, is
de brand ontstaan.
Het huis stond gedeeltelijk leeg.
Beneden woonde P. van Braak; op
de eerste verdieping het gezin van
Roelfstra, man, vrouw en kind. De
man is werkzaam op de gasfabriek
en bevond zich niet thuis toen de
Drand bemerkt werd; de achterwo
ning stond leeg.
Op de tweede verdieping woonde
vóór de weduwe Ketelaar, geboren
Aaltje Bosman en zestig jaar oud.
Zij had drie kinderen, Jansje 23
jaar oud, Wiepke 16 jaar oud en
eindelijk Grietje 24 jaar oud, die
reeds weduwe was van Jan de Jong.
Ook deze had twee kinderen Maria
Anna, die drie jaar en Janna Aleida
die bijna anderhalf jaar oud was.
Achter woonde het gezin van Geis,
bestaande uit man, vrouw en kind,
terwijl eindelijk de derde verdieping
door Van der Enst bewoond werd;
ook daar was het achterhuis onbe
woond.
De brand is ontstaan op de eerste
verdieping waar vrouw Roelfstra
woondedoor welke oorzaak zal wel
niet bekend worden. Tegen een uur
of drie werd zij wakker en eag dat
de helft van haar bedgordijn in brand
stond en de a? koof vol rook was. Zij
pakte haar kinderen en snelde om hulp
roepend de trap af en naar de over
buren. Daar vertelde zij later, dat ze
altijd een brandende lamp in het
alkoof heeft hangenmisschien is
dit lampje gesprongen of heeft door
een andere oorzaak het bedgordijn
vlam gevat.
De bewoners der bovenverdiepingen
wisten zich nog bijtijds te redden of
over het dak of door brandgangen en
zoo door perceel 47 naar de straat.
In genoemd perceel wist men
echter te verzekeren dat er niemand
door dat huis ontvlucht was.
Op de tweede verdieping echter
g men geen kans om zich te red
den. De overburen, door het bellen
van vrouw Roelfstra gewekt, zagen
de twee meisjes Ketelaar met haar
moeder voor de ramen komen» De
vlammen sloegen nog niet uit, doch
de rook moet zwaar geweest zijn. Er
werd geroepen en geschreeuwd om
naar boven te gaan, doch blikbaar
kon dit niet meer.
De zestienjarige Wiepke waagde van
de tweede verdieping den sprong naar
beneden. Zij kwetste zich daarbij zwaar
en werd bij de overburen in perceel
44 gedragen. Daar werd ze in een
leuningstoel gezet; zij kon zich van
de pijn niet bewegen en werd later
naar het gasthuis vervoerd.
Heden was haar toestand vrij
Haar zuster, die vier en twintig is.
was mank en heeft daardoor waar-
sohijnlijk den sprong niet durven wa
gen. Ook de andere bewoonsters kon
den niet wegkomen. Helaas, op de
tweede verdieping vielen vijf slacht
offers.
Intu8schen was natuurlijk de brand
weer gearlarmeerd. De bewoner van
het perceel in de 2e Spaarndammer-
straat, waar zich een brandschel be
vond, was echter niet thuis en er
liep toen iemand naar de post aan
de Haarlemmerpoort.
Met groote macht rukte de brand
weer uit; twee stoomspuiten en een
aantal slangen op kranen gaven wa
ter. De brand was echter in omvang
zoo toegenomen dat het vrij lang
duurde eer hij geblusoht was en eer
de brandweer haar droevige onder
zoekingen kon aanvangen.
Gezien van uit perceel 47 blijkt
het dat het perceel 45 geheel is uit
gebrand op het huis na door Braak
bewoond. Ook de zolder van no. 47
heeft veel geleden.
Daar woonde het gezin van Bakker,
man, vrouw en vijf kinderen. De
man was nachtwaker op een der
grachten en kwam juist thuis toen
de brand in het huis er naast woedde.
Hij wekte haastig vrouw en kinde
ren en deze konden zich redden, an
ders waren ook hier misschien door
de rook slachtoffers gevallen.
Neeltje Bakker snelde met twee
kinderen op den arm naar boven,
doch zag zich door den rook den weg
door de brandgang afgesloten. Zij
sloeg echter noch snel jhet raampje
stuk van de branddeur voor 45 en
schoof den grendel weg. Toen liep
ze met de kinderen de trap af. Bij
het stukslaan van de ruit verwondde
zij zich aan de hand.
Indien dit verhaal geheel juist is
dan blijkt het dat geen personen uit
het brandende huis door de brandgang
naar 47 zijn ontsnapt. Doch hieruit
blijkt ook weer hoe weinig men aan
brandgangen heeft. Aan beide zijden
was de deur gegrendeld en zij kon
eerst worden geopend na het stuk slaan
van de ruit.
Toen de brand gebluscht was begon
de brandweer haar gevaarlijken tocht
om te zoeken naar de lijkenmen wist
toch dat er meneehen bij waren omge
komen. Een brandladder werd op de
tweede verdieping gelegd om over het
zwakke plafond van voor naar achter
te kunnen komen.
Alles lag vol puin, stukken hout,
steen enz. van de iLgestorte boven
woningen, zoodat het zoeken zeer
moeilijk ging. Het eerste lijk werd
gevonden voor de kachelhet was
dat der oude weduwe. Door het vuur
was het vreeselijk mismaakteen
gedeelte van den arm was totaal
In de achterkamer werden de drie
overige lijken gevonden. Het puin
lag daar tot halve manshoogte en er
moest met veel omzichtigheid gegraven
worden om de lijken te vinden. Door
het neerploffende puin waren zij haast
onherkenbaarhet geheele lichaampje
van een der beide kinderen was ver
pletterd. Het jongste kindje werd in de
bedstee gevonden.
Het behoeft wel geen vermelding;
dat met groote deelneming het berichi
door de omstanders werd vernomen.
In een gasthuismand werden drie lij
ken naar het schouwlokaal in de
Oudebrugsteeg vervoerd. Desmorgens
vroeg werden de twee andere lijken
gevonden.
De namen der slachtoffers zijn
Grieije Ketelaar, weduwe Jan de
Jong, met hare dochtertjes, oud ruim
3 jaar en anderhalf jaar, Maria Anna
en Janna Aleida; Aaltje Bosman,
wed. Andries Ketelaar, moeder van
eerstgenoemde enhare dochter Jansje
Ketelaar, oud 23 jaar.
Wed. De Jonge te Amsterdam in den
nacht van 30 op 31 December, is
deswege vrijgesproken, doch ver
oordeeld wegens eenvoudige mishan
deling van genoemden Brants, tot 1
maand gevangenisstraf.
De op Dinsdag bepaalde pleidooien
zake de vordering van den Am
sterdammer Plörke tegen den burge
meester van 's-Gravenhage konden
niet doorgaan wegens ongesteldheid
van mr. Biederlack, die in deze zaak
voor den eischer zou optreden.
De rechtbank heeft nu den 26en
November e. k. den eerst volgenden
beschikbaren pleitdag voor de
mondelingen toelichting der zaak
aangewezen, voor het geval partijen
niet van pleidooi atzien, wat ook
mogelijk is.
Een cavalerist te 's Gravenhage, een
19-jarige vrijwilliger, kreeg Vrijdag jl.
van zijn paard een slag tegen den
onderbuik. Zwaar inwendig gekneusd
werd de jonkman naar het militair
hospitaal vervoerd, waar hij Maandag
overleed.
Een achtriems-Outrigger.
De studenten-roeivereeniging „Ne-
reus" te Amsterdam krijgt een nieu
we achtriems-outrigger. De oude
garde, die zich weer aan het oefenen
is, zal uitkomen op de Henley Re
gatta, den bekenden jaadijkschen
roei wedstrijd op de Theems. Het be
stuur van „Nereus" heeft ingeschre
ven voor het nummer „Thames
Challenge Cup." 'tig voor de eerste
maal dat een Nederlandsche ploeg
uitkomen in dezen belangrijken
wedstrijd. De „Nereus"-ploeg is als
voigt samengesteldA. K. v. Leeuwen
(slag), J. C. E* Mohr, J. G. C.Blaisse,
G. H. Mulder, T. v. d. Veen, L. C.
M. Steger, J. A. M. van Dijk en A.
Sogers (boeg.)
Toen de lantaarn was aangebracht,
zag de brandmeester achter de kachel
een voet uit het puin stekenhet was
het tweede lijk.
Donderdagnamiddag had te Utrecht
op het sportterrein de aangekondigde
voetbalwedstrijd plaats tusschen de
„Maidstone-lbotball-club" uit Londen
en een „Nederlandsch Studenten
elftal."
De Engelschen overwonnen met 1
tegen 0 goals.
Een nieuw historisch werk van Dr.
Jan ten Brink zal als feuilleton op
genomen worden in de Amsterdammer
Weekblad voor Nederland. De titel zal
zijn: AugU8tin Robespierre, eene no-
velleuit het tijdvak der Terreur.
Voor de Amsterdamsche rechtbank
kwam Dinsdag in behandeling de reeds
meermalen wegens ongesteldheid van
den verdediger mr. D. Simons ver
daagde zaak tegen H.A. Rodenhof, oud
64 jaar, voormalig marktmeester te
Amsterdam.
Uit de akte van beschuldiging
blijkt, dat beklaagde van 1 Januari
tot 2 Juli 1894 zich heelt schuldig
gemaakt aan het viermalen valsche
lijk niet of te laag boeken van de
door hem in zijne hoedanigheid als
marktmeester ontvangen geiden, en
het vervaardigen van valsche maand
staten over de maanden Januari,
April en Juni. Volgens de maand
staten werden door beklaagde geboekt
bedragen van f 152.10, f63.70, f672.55,
en f 858.49 waar hij ontving f 159-50,
f64.60, f675.65 en f 866.99een
verschil dus van 17.50 dat bekl. zich
moet hebben toegeëigend. Voorts
zou hij f 147.27 niet geboekt heb
ben.
Zoowel voor den rechter van in
structie als Dinsdag voor de rechtbank
bleef beklaagde bij zyn beweren, dat
verschil niet ten eigen bate, maar als
fooien te hebben uitgegeven, ten einde
gemakkelijker en beter controle over
de aanvoeren te kunnen houden. Zijn
voorgangers deden eveneens zoo. Die
fooien boekte hij niet, wel wetende
dat die niet erkend zouden worden.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat
het fooienstelsel op de fruitmarkt
reeds lang heeft bestaan. Hansen,
Rodenhofs opvolger, verklaarde het
geven van fooien voor een noodzake
lijk kwaad.
Het Openbaar Ministerie eischte3
maanden gevangenisstraf.
Mr. D. Simons pleitte ontslag van
rechtsvervolging. De uitspraak is be
paald op 16 dezer.
In het weekblad Sta Pal! deelt
luitenant Clockener Brousson een en
ander omtrent zijn bekenden liederen
bundel mede.
Hij zegt o. m. dat in éen maand,
behalve 8000 ex. bij het leger, nog
5000 ex. in verschillende plaatsen
bij het volk verspreid zijn en dat de
heer Van Erp, kapelmeester van het
4e regiment infanterie, bezig is om
ten behoeve van de militaire- en
schutterij - muziekkorpsen, alsmede
voor harmoniegezelschappen, de me-
lodiën te arrangeeren, en dat er nog
voor 31 Aug. een nationaal marsch-
boek in den handel verschijnt.
H. J. Diessel, beschuldigd van
openlijke geweldpleging in vereeni-
ging met anderen op den bakkersgezel
J. P. Brants in de fabriek van de
P
In de Belgische Kamer werd Dins
dag het debat voortgezet over de re
geling van het kiesrecht voor de ge
meenteraden.
De heer de Burlet stelde voor he
den de discussies over deze kieswet
te sluiten, om de afgevaardigden in
de gelegenheid te stellen kennis te
nemen van de amendementen, bij dit
wetsontwerp ingediend.
Vooraf had dejsocialist Defuisseaux
eene rede gehouden, waarin hij na
mens de sociaal-democraten de ver
klaring aflegde, dat de aigemeene
raad der werklieden-partij, in overleg
met de socialistische leden der Ka
mer, heeft besloten, dat er geen reden
bestaat, om nu eene aigemeene werk
staking uit te lokken. Voorloopig
zullen de socialistische leiders zien er
toe bepalen eene aigemeene bewegi
te organiseeren ten gunste van het
algemeen stemrecht.
Met het oog op deze beslissing van
den werklieden-raad uitte de heer De
fuisseaux de verwachting, dat de re
geering haar plannen betredende de
regeling van het kiesrecht voor de ge
meenteraden zal laten varen en zich
tot eene schikking genegen zal be-
toonen.
Over de ontvangst van den voorzitter
en den 2den vice-voorzitter van den
Duitschen Rij ksdag, von Buol en Spahn
bij keizer Wilhelm, vertelt de Germa-
dat de heeren kort voor het be
gin van den feestmaaltijd door den
rijkskanselier jaan den keizer werden
voorgesteld. De keizer begroette hen
zeer minzaam en zeide vriendelijk, te
hopen dat de Rijksdag onder hunne
leiding krachtig werkzaam zou zijn.
Het voorstellen en het gesprek duurde
een paar minuten.
Toen de Keizerflaan tafel een „hoch"
op Bismarck uitbracht, waren na
tuurlijk ter sluiks aller blikken op
von Buol en Spahn gevestigd, die
beiden luid in de hoera's instemden
en hun glazen tot den bodem ledig-
jden.
Het door de Nat. Zeit. verspreide
bericht dat de keizer den voorzitter
zijn spijt zou hebben te kennen ge
geven, dat zij om zoo bedroevende
reden den Rijksdag bij dit feest
vertegenwoordigden, mist allen grond.
Volgens de „Politique colonial e"
zou de heer Legraud als fransch ge
zant te 's Gravenhage worden vervan
gen door den heer Bihourd, fransch
gezant te Lissabon.
De linkerzijde van het noorsche
Storthing heeft te Christiania verga
derd om te beraadslagen over Miche-
Iets voorstel tot het vormen van een
overgangsministerie. Met aigemeene
stemmen werd het voorstel verwor
pen. De grondslag er van was de
strijdvraag (de consulaats-quaestie
tusschen Zweden en Noorwegen) voor
het oogenblik te laten rusten en de
begrootingsposten voor consulaten en
diplomatieke vertegen woordigingen
evenals in 1892 toe te staan.
Denzelfden avond nog werd dit be
sluit den koning medegedeeld, die
hedenavond naar Stockholm vertrekt.
Uit Konstantinopel verneemt de
Daily News dat de engelsche gezant
den sultan heeft weten te overtuigen,
dat het bestuur in Armenië te wen-
schen overlaat. In verband hiermee
zou de Porte nu in Armenië hervor
mingen willen invoeren volgens een
plan, dat den gezanten der groote
mogendheden reeds moet zijn voor-
legd.
De Armenische Vereeniging te Lon
den bereidt voor den 7en Mei eene
groote betooging in Exeter Hall voor.
Aan Gladstone is het voorzitterschap
aangeboden.
Eene dépêche van den Goeverneur
te Habana van Maandag meldt dat
in vijf provinciën van Cuba rust
heerscht. De opstand is beperkt tot
de provincie Santiago, wier kusten
scherp worden bewaakt.
Bismareks verjaardag-
Op versohillende plaatsen in Oosten
rijk is de tachtigste verjaardag vanBie-
marek Maandag gevierd, maar niet
overal zonder stoornis. Te Weenen was
een commers van 3000 personen. Te
Troppau werd een feestvergadering
ontbonden omdat er telegrammen
van instemming werden voorgelezen,
hetgeen verboden waB. Te Rins tracht
ten werklieden het feest te storen
door het zingen van het Oostenrijk-
sehe volkslied en het geroep „Weg
met Bismarck I"
In de nabijheid van den vuurtoren
van Messina zijn twee Engelsche
schepen in aanvaring gekomen. De
Brinkbum kon zwaar beschadigd
de haven van Messina bereiken. De
Alvah, een .schip van 1442 tons ge
laden met graan uit Odessa en een
bemanning van 28 koppen, zonk
ziekte aangetast?"
„Tweemaal," zeide de dokter. „Ik heb hem bij beide ge
legenheden zelf gezien. Aan niets kon worden bespeurd, dat
er nog leven in hem was. Die kwaal is een zeer bizondere
en ongewone. In den tijd van mijnheer Geoffrey werd het
nieuwe mausoleum gebouwd, en alle lijkkisten werden er in
overgebracht, die uit het familiegraf konden worden ver
plaatst. Het lijk van Rowan zal na het onderzoek naar den
Hall worden overgebracht."
Verscheidene minuten dacht Francis Gray na over deze
zonderlinge geschiedenis, en ofschoon het verhaal der Kings
van Yewle wellicht minder indruk op hem maakte dan op
den dokter en den bottelier, die van hunne jeugd af in deze
omgeving hadden geleefd, het verwonderde hem niet langer,
dat laatstgenoemde geen geloof hechtte aan den dood van
zijn meester. De hoop kwam inderdaad zelfs bij hem op, dat
Stokes mogelijk gelijk kon hebben.
„Dokter Hayle," vroeg hij ten laatste, „houdt u het voor
mogelijk, dat dat Rowan King werkelijk nog kan leven
De dokter aarzelde maar gaf na ongeveer een minuut ten
antwoord„Wanneer een ander die vraag tot mij richtte
Frank, dan zou ik er niet op antwoorden. Ik weet echter,
dat ik jou kan vertrouwen; den ouden Stokes zon ik niet
vertrouwen. Rowan King is dood en ik zie op tegen het
onderzoek van morgen om hetgeen het stellig zal aan-
toonen."
„Aantoonen wat?" riep Gray uit, met een vage vrees
iets verschrikkelijks te hooren.
„Dat Rowan King vermoord is. Ik ontdekte iets op zijn don
ker vest wat Stokes met zijne slechte oogen niet kon zien.
De Hemel behoede ons en ik ben van meening, dat de
oude man een geheim op het hart heeft, dat hem evenzeer
drukt als de dood van zijn meester."
Dit was na deze woorden ook het geval met Gray. Hij
dacht aan den uitroep dien morgen door mevrouw King ge
uit: „Niet vermoord? O Goddank!" Hij was diep ontroerd
en niet in Btaat het eerste oogenblik te spreken.
„Ib het mogelijk," vroeg hij, „dat Stokes werkelijk gelooft,
dat zijn meester nog leeft?"
„Wie zal dat zeggen? Tracht hem niet tegen te spreken
of hem aan het weifelen te brengen; dat zou eene verkeerde
uitwerking kunnen hebben."
Dokter Hayle verliet Yewle en Francis Gray was alleen
met zijne gedachten. Het waren angstige en pijnlijke ge
dachten. Dat Rowan King vermoord zou zijn was een vreese-
Ijjk denkbeeld; maar het afschuwwekkende ervan zou half
zoo groot zijn geweest wanneer Gray de zekerheid had ge
had, dat de ongelukkige Charles King, de vader van Agnes,
den vorigen nacht niet op Yewle was geweest. Ook Richard
King moest van Charles Kings terugkeer gehoord hebben.
Het vurig verlangen om moeder en dochter hoop en trooBt
te schenken alvorens het onderzoek de vreeselijke waarheid
aan het licht zou brengen, was voor Francis Gray eene
groote kwelling, maar hij wilde de pastorie niet bezoeken
alvorens de zekerheid te hebben, dat Rowan Kings broeder
op Yewle niet was gezien. Het zon een gevaarlek onderzoek
zijn, maar hij besloot om te ontdekken wat Stokes geheim
hield, en binnen een half uur wist hij het.
HOOFDSTUK IV.
Een verrassende ontdekking.
Het geheim, dat naar de dokter veronderstelde den ouden
bottelier drukte, lag hem zoo zwaar op het hart, dat het
Francis Gray weinig moeite kostte hem te bewegen zich van
dien last te bevrijden door het hem te openbaren. Het was
een slag voor den jongen man, waarvan Stokes de hevig
heid niet besefte.
„Ik was vannacht bezig te sluiten mijnheer Gray," zeide
hij, „even nadat de klok twaalf uur had geslagen en ik deed
de voordeur open om eens naar het weer te gaan zien vóór
ik my naar bed begaf. Nauwelijks had ik een stap buiten
de deur gedaan of ik zag een man, hoewel het tamelijk don
ker was en mijne oogen niet al te best zijn, haastig langs
het struikgewas aan den linkerkant loopen. Daar mij dat
verdacht voorkwam, achtte ik het mijn plicht om eens te
gaan zien, en ik wist, dat als er hulp noodig was, mijn
meester dicht bij ds hand zou zijn, daar de tuindeur open
was. Ik liep dus langs den graszoom en trad hem onver
hoeds op zij U kunt zich mijne verbazing voorstellen mijn
heer Gray, toen ik ontdekte, dat het mijnheer Charles was."
Wordt vervolgd