loer onze Yensters.
DE FAMILIE KING.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
J. C. FSEB1S0QH.
Woensdag 10 April 1895.
12e Jaargang
No. 3611
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
FEUILLET ON
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ,, Paryt 31 bi* Faubourg Montmartrr.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X-3=, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onxe agenten en door alle boekhandelaren en courantier».
N< ta's, Rekeningen, Wissels, Qni-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed-
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur- Uitgever
In de étalage voor de vensters van
het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd
Keizer Wilhelm en Von Bismarck.
Het nieuwe stoomjacht van den
Khedive.
Gezicht op Simonoseki.
Japansch soldaat zijn gezin vaarwel
•zeggende.
Slede- en schaatsenrijden in Egypte.
Verslagen Cbineezen vluchtend voor
den vijand.
De ontworpen spoorweg op den
Jungfrau in 2 afb.
Poort van een tartaarsch paleis in
fde Krim.
De Begrafenis van den ex-Khedive
I Ismail.
Bismarck ontvangt leden van den
Rijksdag en van den Landdag.
Huwelijk van een officier in Britsch-
Indië.
Het maken van olijfolie in Zuid-
I Italië.
Luciiersfabricage in Frankrijk (5
I afbeeldingen).
I President Faure te Sathonay.
Ramp te Lobith (2 af b.) Uit Eigen
I Haard.
Marker Bruiloft op het ijs (3 afb.)
In het Veen. (Uit\Eigen Haardf)
Slatin pacha's vlucht uit Omdur-
I man.
Een Avontuurlijke Rit.
Politieke Platen en Portretten.
Haarlem9 April 1895.
Door den burgemeester dezer ge-
meente zijn bevorderd tot agenten
van politie der eerste klasse
A. M. Verkerk, M. L. van Halst,
I J. J. Sanders en D. Wesselintr, thans
agenten van politie der tweede klasse
|-alsmede tot agenten van politie der
tweede klasseJ. Jansen, J. W. Misset,
P. E. Kamp, J. C. van der Zeeuw, A.
H. Hagedoorn, C. van Eijk, E. N. Sel-
horst en H. W. van Zomeren, thans
agenten van politie der derde klasse.
Ter terechtzitting der Arr. Recht
bank alhier van den 9en April 1895,
is door den heer J. van Noppen,
makelaar in roerende goederen te
Zandvoort, den eed als zoodanig
afgelegd.
Voor de betrekking van bewaarder
van het Raadhuis alhier, hebben zich
ruim 70 sollicitanten aangemeld.
Olficieele kennisgevingen.
Door B. en W. van deze gemeente
is vergunning verleend aan J. H.
Muller, tot oprichting van een rook-
hok en een fornuis in de bestaande
slachterij in perceel Lange Annastraat
28d, en aan G. H. Japikse tot uit
breiding van eene bakkerij, door
bijplaatsing van een oven in het
perceel aan de Schachelstraat No. 11.
Tot directeur van het zangkoor van
den R. K. Volksbond afd. Hsarlem
is, in de plaats van den heer W.
Wiegant, die bedankt heeft, benoemd
de heer N. H. Andriessen, alhier.
Zooals bekend is heeft de heer J.
M. Kerkhoff, lid van spuit 10, zich
bij den brand, die den 16den Febr.
jl. gewoed heeft in het huis van den
heer H. J. van Deurzen Jr. in de
Zijlstraat, zeer verdienstelijk gedra
gen. Uit erkentelijkheid voor de hulp
door hem aan zijne familieleden ge
boden, heeft de heer Van Deurzen
den heer Kerkhoff Maandag ten ge
schenke gezonden een zilveren lepel
en vork met inscriptie, welk blijk
van waardeering zooals te begrijpen
is door den heer Kerkhoff hoog wordt
geschat.
De heer J. A. Lijcklama gaf Zaterdag
in de groote zaal van „Felix Favore"
eene openbare les met zijn dansleer-
lingen tot sluiting van dit seizoen.
In het bijzonder trok de aandacht
een tambourijnendans uitgevoerd
door acht leerlingen in Tyroolsch
costuum, 4 dames en 4 heeren.
Aan deze les ging vooraf het op
voeren van het blijspel„De Zwarte
kunst of een avond vol verschrikkin
gen," welk blijspel menigeen een gul
len lach afdwong.
Verder gaf het programma nog aan
een tableau en eenige voordrachten,
die mede zeer voldeden.
Vooruitgang.
Maandagavond vergaderde de kies
vereeniging Vooruitgang opnieuw ter
voortzetting van de discussie over en
beslissing van de vraag, of de ver
eeniging zich bij de Liberale Unie zal
aansluiten.
De voorsteller en inleider, Mr. H.
Ph. de Kan ter, voegde aan zijne in
leiding van de vorige vergadering nog
een aperpu toe van de statuten der
L. U., waaruit blijkt dat er geenerlei
dwang op de aangesloten vereenigin-
gen wordt uitgeoefend en dat de
bijdrage is 10 Cts per lid als maxi
mum.
De heer Dr. J. Timmer vroeg aan
den inleider of hij verwacht dat de
L. U. naderhand zal geven eene
detailleering der vraagpunten, ver
meld in de circulaire en welke dan
de band zal zijn die tusechen de L. U.
en de aangesloten vereenigingen
bestaat.
De heer de Kanter antwoordde, dat
uit de circulaire blijkt dat men door
toetreding nog volstrekt niet blijk
geeft te zijn voor het programma in
zijn geheel. Spreker stelt zich dat
zoo voorde vereenigingen zenden
later afgevaardigden, men besluit al
de punten te behouden, dan wei
sommige te schrappen. Hiervan bren
gen de afgevaardigden rapport uit in
hunne vereeniging en wordt hun
voor de vergadering waarin een defi
nitief en gedetailleerd programma
zal worden opgemaakt, een imperatief
mandaat meegegeven. Men kan dan
altijd nog zoo men wil uit de L. U.
treden.
De heer W. L. Schram vraagt, of
de aangesloten kiesvereenigingen hun
reglement aan de goedkeuring der
L. U. moeten onderwerpen.
De heer de Kanter zegt daarvan
niets gelezen te hebbende voorz. de
heer F. Lieftinckdat daar geen spra
ke van is.
De heer Timmer gelooft toch, dat
van de L. U. een belangrijke binden
de kracht jegens de kiesvereeniging
zal uitgaan.
Spreker constateert dit naar aanlei
ding van den laatsten volzin van den
heer de Kanter, dat wie niet mee wil
gaan met het programma, dan maar
moest uittreden.
De Voorz. noemt dit een schoone
apologie. Als de Uniè geen Unie was,
had ze geen reden van bestaan. Zij
zal eens een eind maken aan de vrij
buiterij op politiek terrein. Het groote
ongeluk der liberale opinie is, zooals
Vissering het eens in de Kamer uit
drukte, geweest: „een ieder stuurt
zijns weegs". Maar dan raakt een
vloot uit elkaar. Valt een besluit in
de L. U. eens anders uit dan wij
dachten of wenschten, dan moeten
wij onze eigen opinie eens opofferen.
Tot dusver tuinierde elk naar zijn
eigen opvatting: de een plantte re
seda, waar veel geur, veel snuf aan
was; de ander pootte aaidappelen
goed voor volksvoeding, een derde
plantte een kerseboompje. Men moet
een deel zijner opinie eens kunnen
opofferen, omdat men alleen niet
alles kan en omdat men niet altijd
gelijk heeft. Revolteeren de daden
der L. U. ons zóo, dat ons politiek
geweten geheel in opstand komt, dan
kunnen we altijd nog uittreden.
Spreker {deelt nog mede, dat 40
kiesvereenigingen in ons land zich in
beginsel voor de circulaire der L. V.
hebben verklaard, dat 9 de aansluiting
met het oog op het nog niet aanhan
gig zijn der kieswet, prematuur achten,
dat 4 zich nog niet willen uitlaten,
en dat de overige nog geen antwoord
hebben gegeven.
Nadat nog de heer de Kanter had
doen opmerken, dat de heer Van
Karnebeek, in weerwil van zijne be
zwaren tegen Piersons belastingwetten
daarvoor gestemd heeft omdat zij een
desideratum waren van de liberale
partij, waartoe hij toen behoorde,
werd het voorstel dat de vereeniging
zich bij de Liberale Unie zal aan
sluiten in stemming gebracht en
aangenomen met 28 tegen 2 stemmen,
die van de heeren J. J. Sneltjes en
Reuther.
Afgevaardigden zullen worden be
noemd. in de volgende vergadering
wanneer de verkiezing voor Prov.
Staten ter sprake komt.
Bij de rondvraag bracht de heer
Schram het feit ter sprake, dat de
tegenwoordige statuten der vereeni
ging den werkman (in 't algemeen den
niet-kiezer) niet veroorloven mee te
stemmen over candidaturen en vraagt
of niet een wijziging van dat artikel
in 't vooruitzicht kan worden gesteld.
Nu zijn ze in de vereeniging slechts
figuranten.
De heer de Kanter ondersteunde
dit denkbeeld, de heer Mr. A. A. van
der Mersch deed opmerken, dat hij
de zaak ter sprake heeft gebracht
omdat hij bij de behandeling van
sociale quaesties zoo gaarne de stem
van knappe werklieden zou willen
hooren.
De heer Liejtinck meende, dat men
al te fiingevoelig kan zijn. De werk
man (eigenlijk een ongelukkig woord,
want werklieden zijn we allen) blij
ven weg van deze vereeniging omdat
hun de zaken niet interesseeren of
uit een praedispositie van wantrou
wen, waartoe vroeger wel eenige aan
leiding kan zijn geweest.
Ook de heer Mr. L. G. Kronenberg
wees er op, dat de werklieden hoe
wel de contributie voor hen slechts
25 cents is, niet gekomen zijn en nu
nog niet komen. De heer A. P. van
de Water betoogde, dat de werklie
den in deze vereeniging niet thuis
hooren. Hun advies moge, nu ja, iets
waard zijn, maar velen in deze veree
niging weten van de sociale quaes
ties veel meer dan zij. Van de werk
lieden leert spreker niets en dat dwe
pen met de werklieden heeft de liberale
partij altijd veel kwaad gedaan. Wil
de werkman als hoorder komen, best,
maar men moet niet meer rechten
gaan geven aan een man, die nog
niet eens stem heeft.
De Voorz. merkt op, datmenschen
die in een andere strooming leven,
dikwijls dingen kunnen zeggen die
anderen niet weten of althans niet zoo
helder inzien. Wat zal de werkman
er thans aan hebben, zijn stem in
de kiesvereeniging uit te brengen, als
hij dat toch niet mag doen in de
stembus? Dat hij voor zijn kwartje
hier niet komt, vind ik van hem
onverstandig en voor ons jammer.
Nadat de heer Schram nog gezegd
heeft dat werklieden nooit vrij over
hun tijd kunnen beschikken, zegt de
Voorz. toe dat het Bestuur de vraag
zal overwegen en sluit de vergadering.
Weldadigheids Voorstelling.
Maandagavond had onder leiding
van den heer J. A. van der Boom,
gymnastiek-leeraar hier ter stede, in
den Schouwburg eene openbare gym
nastiek-uitvoering plaats van leerlin
gen der Rijks h erschool, der Rijks
kweekschool voor onderwijzers en van
nog een paar scholen hier ter stede,
terwijl de opbrengst van deze uitvoe
ring kwam ten bate der kas van
„Weldadigheid naar Vermogen."
Zonder in bijzonderheden te treden
over de uitvoering der verschillende
nummers van het afwisselend pro
gramma, kunnen wij er van verklaren
dat ze netjes en correct werden uit
gevoerd en getuigenis gaven van de
flinke leiding van den heer van der
Boom.
Aan het slot van deze uitvoering
deelde de leider mede, dat een bedrag
van 'f150 aan „Weldadigheid naar
Vermogen" is afgedragen. Tevens uitte
hij een woord van dank voor den
weiwillenden steun hem verleend.
In eene advertentie, geplaatst in
het vorig nummer, is aangekondigd
de opening op heden van een winkel
Naar hei cngetsch
van P. L. Mc. DERMOTT
12)
HOOFDSTUK IV.
De nieuwe meester.
Daar dit afschuwelijke werk steeds werd voortgezet, be
gonnen zelts de personen, die er voor werden gebruikt, hoe
mild zij ook betaald werden, te mopperen en hun werkge
ver onmiskenbare blijken te geven, dat zij er langzamerhand
den lust toe verloren. Toen hij dit bemerkte, beproefde hij
een middel, dat des avonds in de dorpsherberg werd be
sproken met een overvloed van commentaren der landbewo
ners, die Richard King niet gaarne zou hebben aangehoord.
Hij verschafte den mannen sterken drank, en het trok de
aandacht, dat hij dikwijls hetzellde vocht ook voor zich ge
bruikte. Ten slotte loofde hij eene flinke belooning uit voor
den eerste, die het lijk van Rowan King vond.
„Het geeft niets," zeide de woordvoerder der werklieden
op een Zaterdagavond nadat zij hun loon hadden ontvan
gen. „Ik voor mij mijnheer King, zal het werk Maandag niet
meer voorzetten."
De anderen kondigden eenstemmig hetzelfde besluit aan.
„Zeer goed gaat maar heen," antwoordde Richard King,
„ik kan wel anderen vinden."
Zij gingen heen en na een bad te hebben genomen en zich
te hebben verkleed, wat zijn uiterlijk zeer ten goede kwam,
wandelde Richard King naar de pastorie.
Francis Gray was nu in Londen en had zich gehaast Yewle
te verlaten toen hij bemerkte, dat deze nieuwe meester zon
der veel omslag zijn verblijf op het landgoed had genomen;
King was nu een dagelijksche bezoeker op de pastorie. Hij
bevond zich wel wat in verlegenheid ten opzichte van den
predikant, wien hij met het oog op zijne verwachtingen,
eenigen tijd geleden de predikantsplaats had aangeboden,
maar daarentegen begreep hij, dat de verplichting over de
vervulling zijner beloite bevorderlijk zou zijn aan zijn voor
nemen om Agnes Kings hand te verwerven. Waarheen kon
den zij beter hun toevlucht nemen dan naar den Hall.
Hij was dien avond slecht gehumeurd, tengevolge van het
gedrag der werklieden, en het kostte hem eenige moeite
om een opgewekt gelaat te toonen bij zijne komst op de
pastorie. Ondanks al zijne scherpzinnigheid en al de moeite,
die hij aanwendde om zich in dat huis zoo aangenaam mo
gelijk voor te doen, wist hij niet, dat de dames de taak, die
hij zich had meenen te moeten stellen, verafschuwden. Hij
was er nog niet lang of hij zinspeelde er op.
Mevrouw King had de kamer verlaten en met een gewich
tig gelaat wendde hij zich tot Agnes en zeide:
„Opnieuw een week voorbij zonder resultaat. Ik sta er
langzamerhand verbijsterd van Agnes. En de werklieden
hebben zoo waarlijk vanavond geweigerd het werk Maandag
te hervatten."
Eene uitdrukking van afschuw vertoonde zich een oogen-
blik op het gelaat van het meisje. Zij weifelde alvorens te
spreken. „Mijnheer King," zeide zij, „gaat het nu niet wat te
ver? Het is afschuwelijk om zoo dag in dag uit te graven
en dreggen. Het geheim zal den een ot anderen dag wel wor
den opgehelderd, en wat zal het bevatten? Niets dan het
eenvoudige, droevige feit, dat oom Rowan dood is; en dat
weten wij reeds!"
„Ja, wij weten het, wij weten het I" gaf hij haastig ten
antwoord; „maar je kunt niet begrijpen wat er al afhangt
van van het vinden van het lijk behalve nog, dat wij
het eene christelijke begrafenis kunnen geven."
NeenGode zij dankhet arme meisje wist hét niet en
droomde het evenmin.
„Zoudt u dat afschuwelijke onderzoek willen staken om
mij aan u te verplichten?" smeekte zij wanhopig want
zij had er veel over nagedacht, hoe dit verzoek in te kleeden
en was er steeds voor teruggedeinsd.
„Om jou aan mij te verplichten Agnes?" antwoordde hg
met zachte stem. „O ja zeker zeker I"
„Laat het dan staken?"
Zij werd rood tot achter hare ooren, maar was vastbeslo
ten om niet^ te aarzelen alvorens zij zijne beloite had. Hij