DE FAMILIE KING. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jaargnsg Woensdag 17 April 1895. No. 3616 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: J. C. PEEREBOOM. STADSNIEUWS. FEUILLETON „Ik weet het werkelijk niet duizend pond ongeveer, denk ik; dat was al het geld, dat ik bij mij had." HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122. van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onxe agenten en door alle boekhandelaren en courantiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEBEBOOI, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangèrt G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuec., Parye 31 bi» Faubourg Montmartro: Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui- tantiën, Brievenhoofden, Memoranda alle overige Drukwerken, die op kantoren voorkomenworden ter Stoomdrukkerij van dit blad goed- billijk en vlug gedrukt. De Directeur-Uitgever, Haarlem16 April 1895 Een inzender, de weigering van B. en W. om vergunning voor het Bron- ;ebouw uit een ander oogpunt wil- "e bezien, wijst er op dat een logementhouder aan zijn logés wel, maar aan zijn daggasten niet mag lappen. Wij maken hiervan melding, omdat iet de gelegenheid geelt, om te wijzen op de onjuistheid van liet bij velen bestaand denkbeeld, dat het Brongebouw een hótel zou zijn. Dit nu is het geval niet. Men kan in het jebouw een concert hooren, een cou- ■ant lezen, een partij biljarten, maar men kan er niet logeeren. Ware dit wel het geval, dan mocht aan de badgasten sterken drank worden geschonken en zou de grootste grief tegen het besluit van B. en W. vervallen zijn. Begrafenis Strengers. Willem Strengers was een bekende figuur in Haarlem. De geboren Haar lemmers kenden hem zeker en velen van de „geïmporteerden" daarbij. Minstens wist men dat hij een gepen sioneerd indisch soldaat was en het kruis der dapperen droeg, de Militaire Willemsorde. Strengers was daar dan ook trotsch op en wanneer er een hoogtij was, een koninklijke verjaar- een bezoek der koninginnen, dan tooide bij zich met zijn eereteeken, maakte een praatje met iedereen die daarvoor neiging aan den dag legde en vertelde hem van de manier, waarop dat kruis gekregen had, in 1869 bij Paeoema Palembang. Heden (Dinsdagmorgen) is Willem Strengers naar zijne laatste rustplaats agen. Voor den lijkwagen ging een tamboer, dan het vuurpeloton onder bevel van den sergeant Bouman, daarna het muziekkorps der d.d. schutterij alhiervier korpoiaals gin gen naast den lijkwagen, daarachter nfanterie, gevolgd door den garni- aoenskommandant majoor Chappuis met zijn adjudant, de kapiteins Van Do veren en Van den Heuvel Rijnders. Bij het dragen van de lijkbaar op de R. K. begraafplaats, waar de ter aarde bestelling zou geschieden, gaf het vuurpeloton een salvo boven de kist. Daarna werd deze in de kapel gedragen en had de gebruikelijke in zegening plaats door den Zeer Eerw. heer Klompé, directeur van de R. K. militaire vereeniging. Nadat bij het graf de gebeden wa ren uitgesproken trad de majoor Chappuis naar voren en gedacht in gespierde taal den oud-strijder, dien Koning Willem III het Ridderkruis der M. O. 4e kl. had geschonken. Spreker gedacht den overledene te vens als braaf en trouw man en vader. De gep. luit. kol. van het O. I. leger C. J. M. de Wilde zeide als oud officier van dat leger den eersten spreker voor zijn woord van hulde hartelijk dank. Hiermede was de plechtigheid af- geloopen. Een zeer talrijke menigte was op de been, maar de politie hand haafde flink de orde, hoewel zij natuur lijk niet beletten kon, dat jongens die aan de poort werden afgewezen, langs omwegen op de begraafplaats wisten te komen. Boven het graf werd nog een salvo en daarna individueel vuur gegeven. De vereeniging „Voor Koning en Vaderland" heeft bij een op Paschen gehouden wedstrijd te 's Gravenhage een 3den korpsprijs geweer behaald. De deelnemers daaraan, de leden Teekens, Boeree en Wesselingh, had den zich evenwel nog slechts sinds korten tijd geoefend. Een 2den personeelen prijs degen behaalde de heer Van den Eiji.de, die naar men ons zeide, zeer mooi werkte. De Fotografische Kunstbeschou wing der Haarlemsche Amateur Fo tografenclub is thans definitief vast gesteld op Donderdag 25 April e. k. Zij noodigt fotografen uit, daarin mede te werken en te dien einde hunne inzending voor 20 dezer aan den Secretaris (Anegang 44) te doen toe komen. Voor inzendingen van Ama teurs zijn een Zilveren en een Bronzen medaille uitgeloofd. De jury is samen gesteld uit twee Amateur- en één Beroepsfotograaf. Door de tooneelclub „Multatulii" is het batig saldo der liefdadigheids voorstelling na het wegnemen der bezwaren, aan de weduwe Beekhuis afgedragen. 40-jarig bestaan der Haarlemsche jongelings vereeniging. Des namiddags te 2 uur op den eersten Paaschdag werd ter viering van bovenstaand feest eene bijeen komst in „Felix Favore" gehouden, die geopend werd met het zingen van een lied door een aantal kinderen der Zondagsschool van bovengenoemde vereeniging. Daarna sprak de heer J. van der Wateren Mzn. een woord van welkom aan bestuur en leden der jongelingavereeniging. Hij ver haalde hetgeen zooal op de jongelings- vereeniging werd gedaan en hoe zij bloeide; hoe ook de Zondagsschool, die toen zij voor 5 jaren opgericht werd, 20 leerlingen telde en thans 400. Voorts bracht de spr. den voor zitter, den heer W. ten Boom, dank voor zijn optreden en stelde hem ten voorbeeld voor anderen. Ten laatste bood hij namens de Zondagsschool den voorzitter een klok aan, om die in het lokaal der vereeniging op te Aan den avond van den eersten Paaschdag had in het lokaal der jongelmgsyereeniging eene gecombi neerde vergadering plaats met leden der Geref. Jongelingsvereeniging. De zaal met vlaggedoek en groen ver sierd, bood een vroolijken aanblik. Nadat de vergadering met het zin gen van een lied geopend was, wer den de leden van de andere Jonge lingsvereeniging onder het zingen yan het „Bondslied" ontvangen. De voorzitter sprak hen eenige woorden toe, waarin hij er op wees, dat beide vereenigingen eenzelfde doel beoogen, De president der Geref. Jongelings vereeniging dankte voor die woorden en uitte zijne wenschen voor het welzijn en den bloei der vereeniging. Thans gaf men het woord aan den heer J. Mulder, lid der Geref. Jon gelingsvereeniging, die voordroeg een stuk van prof. W. G. Brill, getiteld „Het Wilhelmus van Nassouwe," waarin werd beschreven wat dat lied was, hoe het ontstaan was en eene beschrijving er van. De volgende spr., de heer J. Visser, sprak eenige woorcien over de geheel onthouding. Hij deelde het hooid- beginsel der geheelonthouding mede, uit een christelijk oogpunt beschouwd. Een uitvoerig en levendig debat volgde hierop. Op den 2en Paaschdag des mor gens van 1012 uur werd er weder om in „Felix Favore" eene vergade ring gehouden, waarop ook algevaar digden van andere vereenigingen tegenwoordig waren. Afgevaardigden hadden gezonden Den Helder, Bloe- mendaal, Heemstede, Alkmaar, Zaan dam en Leiden. Enkele dezer afge vaardigden spraken de feestvierende afdeeling eenige woorden toe. Op deze vergadering hield o. a. de heer Van der Miesen, zendeling-kweekeling te Utrecht een referaat over „de Zen ding". Voorts brachten de secretaris en de penningmeester verslag uit, waaruit bleek dat de vereeniging 70 leden en de knapenvereeniging 40 leden telde en dat er een batigsaldo van f 148.58 in kas was. De avondvergadering op den 2den Paaschdag werd door Ds. Veen ge opend, die het woord gaf aan den feestredenaar Ds. Barger, pred. te Amsterdam. De feestredenaar zeide ln Het begin zijner rede dat hij hier gaarne optrad; hij ging voort met der vergadering te herinneren aan de aangename dagen, die hij hier inder tijd als directeur der vereeniging had doorgebracht, waarna hij een woord van gelukwensch aan het Bestuur uitsprak. Daarop zeide zijn Wel Eerw. heden avond een oud kerklied te zullen spreken, dat men vindt in Gez. 5 vs. 14. Wat het beteekende verklaar de de geachte sprekerook wat het Paaschleest beduidt. Voorts verhaalde hij hoe de jongelingen, zij het op verschillende wijze, alleen Óen Heer dienen. Hij wekte allen op een leven te leiden in de liefde Gods geworteld en wees op den strijd des levens. Met een wensch voor de vereeniging ein digde Ds. Barger zijne toespraak. Ds. Veen dankte den spreker voor het schoone woord. Daarna trad op Ds. Moeton, zooals zijn Wel Eerw. zeide, als^tolk der Jonged. Ver. „Tabitha" omdat het in Chr. kringen niet gebruikelijk was, dat de vrouw het woord voerde. De jongelingsvereeniging, de jongedoch- tersvereening en de Zondagsschool, dus ging de spr. voort, vormen een drievoudig snoer. De jongedochters- vereeniging overhandigde daarop de jongelingsvereeniging een vaandel, door een lid van laatstgenoemde ver eeniging ontworpen, waarop het vol gende stond 18551895 Haarlem sche Jongelingsvereeniging Pred. 12 la" met witte letters op zwarten grond. Nu zong de jongedoohtersvereeniging een lied. Ten laatste sprak Ds. Moe- ton nog eenige oogenblikken. Hij drukte allen op het hart het vaandel vast, rein, en hoog te houden en verklaarde wat dat beteekende. De vergadering was opgeluisterd door het zingen van eenige liederen door de zangver. „Haarl. Chr. Man nenkoor." Des avonds te 9 uur hield men nogmaals en thans voor den laatsten keer eene bijeenkomst, alleen voor leden en genoodigden toegankelijk. Naar men ons mededeelt, zal met Mei a. s. bij den heer Jac. Post, alhier een Christelijk historisch weekblad verschijnen, onder den naam „Nieuwe Spaarnebode." Het blad zal optreden tegen ongeloof, revolutie en socialisme. Men verzoekt ons te melden dat de vergunning verleend voor het hou den van de tooneelvoorstelling alhier op den eersten Paaschdag in het begin dezer maand geheel onwillekeurig is gegeven en aan een misverstand behoort te worden toegeschreven. Gelijk toch bekend is, werd door het hoofd der gemeente op dergelijke feestdagen nimmer het geven van tooneelvoorstellingen, cpncerten cn dergelijke toegestaan en bestaat ook inderdaad het voornemen in geenen deele, van dien regel af te wijken. Onze Paaschdagen. Men schrijft ons Voor menschen die geloof hechten aan de weervoorspellingen van pro fessor Falb moeten het moeielijke dagen zijn geweest. Hij had met zulk een zekerheid voorspeld, dat van 9t ot 13 April er een paar droge dagen zouden zijn, dat dan de temperatuur dalen en er sneeuw komen zou. En ziet, de sneeuw is weggebleven, professor Falb heeft haar niet uit haar verblijfplaats voor den dag kunnen kommandeeren. Nu ja, zegt men misschien, maar de beste kan zich vergissen en hij heeft het dan toch dikwijls maar netjes geraden. Maar, geachte lezer, wat dunkt u dan van de voorspelling van dezen zelfden weerkenner over 14 tot 17 April „Weer regen," zegt Falb, „het weer wordt iets warmer." Leükere warme Zondagen hebben we gehad, niet Zoo, om in 't gras te gaan liggen in je hemdsmouwen of eens te gaan zwemmen in de Hout vaart 1 En wat heeft het geregend op de twee Paaschdagen. O, professor, professor, wat is het menschelijk weten toch onbeduidend. Toen ik op 2den Paaschmorgen op mijn rijwiel zat, dacht ik: „Falpie krijgt toch gelijk, ik voel een spat 1" Maar neen hoor, daar kwam de wind tusschenbeide en joeg de ^regenwolken voor zich uit alsof hij het erop gezet had, om Falb zijn zin niet te geven. Naar het engelsch van P. L. Mc. DEKMOTT 16) HOOFDSTUK VL Vertrouwen. „Neen; een hall uur voor mijne komst wasje weggebracht. Hoeveel heb je verloren Het was toch zoo erg niet, was Richard Kings overden king. Het was zeker niet aangenaam om duizend pond op een avond te verliezen, maar het had wel meer kunnen zijn. Wanneer hij niet zooveel geld op dat paard had verloren zou hij het met kalmte hebben gedragen. Met het geld van Agnes King zou hij dat moeten betalen, maar hij zou wat het huwelijk betreit tot haaet aandringen, en zij zou er nooit iets van te weten komen. Saverley's volgende woorden deden hem zoo ontstellen, dat hij eene zittende houding in bed aannam. „Het speet mij zeer te moeten vernemen King, dat je veei meer dan duizend pond hebt verloren. Je hebt hen met cheques betaald." Richard King was nu nuchter en begon er zich iets van te herinneren. Hij herinnerde zich cheques te hebben getee- kend en verzocht Saverley hem zijne jas te overhandigen, in den borstzak waarvan zijn chequeboek zich bevond. Met anastigen blik bekeek hij de papierenstrooken en stond ver plet over de ontdekking hoeveel hij wel in die weinige uren had verloren. Hij had vier cheques geteekend twee voor Duloc, een voor een zekeren kapitein Briggs en een voor een zekeren J. S. Lance. De beide laatsten herinnerde hij zich niet meer, maar het totaal bedrag van zijne verliezen, met inbegrip van de duizend pond, die hij bij zich had gehad, bedroeg acht duizend drie honderd en vijftig pond. Hij deelde Saverley dit bedrag mede, die een langgerekt fluiten liet hooren. „Dat is wel wat erg mijn jongen, met het geld datje op „Influenza" hebt verloren. Nu je kunt het betalen en het zal je een goede les zijn. Ik weet wel van menschen, die drie- tot vijfmaal zooveel voor hunne ervaring betaalden. Het spijt me in ieder geval zeer." Verscheidene minuten lang bleef Richard King met zijn hoofd op het kussen liggen, terwijl hij zijne hand voor zijne oogen hield. Agnes Kings geld was nu op uitzondering van een paar honderd pond na verdwenen. Hij zelf had niets. Twee drie maanden geleden waB het vooruitzicht op eene jaarlijksche rente van vierduizend een vooruitzicht op weelde en overvloed, maar hoe gering scheen dit bedrag hem nu toe Met het oog op de veranderingen, die hij van plan was op den Hall aan te brengen en nog andere plannen, die hij had beraamd in het vooruitzicht Agnes Kings fortuin in zijn bezit te krijgen, achtte hij het bezit van een flink bedrag aan gereed geld dringend noodig. In ieder geval was het landgoed geheel onbelast en hij kon er eene hypotheek op nemen. „Heb je op het oogenblik nog iets wat je bindt Saverley vroeg hij weldra. „Ga anders met mij mee en blijf eenigen tijd logeeren Het is daar nog al eentonig, maar ik heb een goed biljart, en je kunt je er best amuseeren." Majoor Saverley had geen dringende bezigheden en boven dien waren er een paar goede redenen om zich over de uit- noodiging te verheugen, waarvan een was, dat hij slecht bij kas was. Hij toonde toch eenige aarzeling. „Je moet weten Saverley, dat ik je dankbaar zou zijn voor je gezelschap totdat ik de gevolgen van dit alles te boven ben gekomen. Ik heb daar niemand." „Nu, dan ga ik mee King,,' zeide Saverley. „Wees nu een man en neem een bad en een ontbijt; in dien tusschentijd laat ik mij naar mijne kamers rijden om mijn valies te halen." „Wij zullen dan onmiddellijk na je terugkomst vertrek ken; wil je meteen bij mijn bankier een cheque aanbieden, het ligt toch op je weg. Ik heb op het oogenblik geen cent." Majoor Saverley stak de cheque, die Richard King had ingevuld en geteekend, bij zich en ging heen. Ongeveer an derhalf uur later keerde hij terug en vond King in de koffie kamer, waar deze, na te hebben ontbeten, een krant zat te lezen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1