NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DEN DOOD VOOR OOGEN.
Zaterdag 25 Mei 1895.
No. 3648
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
Arrondissements-Rechtbank
FEUILLETON
i2e tia-irga i
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37jj.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 1*3=» Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
ohm agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. FEEBEBOOE
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE dk CoJOHN F. JONES, Succ., Pary$ 31 bis Faubourg Montmartre.
Hij dit Nummer is gevoegd
het Oemeenteraadsvesalag van
22 Mei 1895.
Eet Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten
Een Kermisvermaak. Haarl. Halle
tjes CGXXX1X. Binnen- en Buiten-
landsche berichten. Varia. Ad-
Haarlem24 Mei 1895.
Tot president van Haarlemsch Ge
mengd Koor is benoemd de beer J.
J. Francken, hoofd der openbare
kostelooze school lett. F alhier.
Bij gelegenheid van hare algemeene
jaarvergadering, op Woensdag 22 dezer
in het Nutsgebouw, had het Bestuur
van de Vereeniging tegen het mis
handelen van dieren den heer Dr.
P. G. Buekers uitgenoodigd voor le
den en genoodigden eene voordracht
te honden.
Sprekers rede kwam hierop neer:
Lichamelijk bestaat er geen verschil
tusechen den mensch en de hoogere
dieren. Dat verschil ligt in de spraak.
Dieren kunnen geen afgetrokken be
grippen aan elkander meedeelen. Daar
om is de mensch de meerdere van
elk dier en dit geelt de houding aan,
die hij tegenover dieren moet aan
nemen. Noblesse oblige. Het instinkt,
een complex van gewoonten, die oor
spronkelijk verstandelijke en verstan
dige handelingen waren,is veranderlijk.
Vooral het ingrijpen van den mensch
kan zulke veranderingen doen ont
staan. Daarom zijn de huisdieren wat
de menschen van hen gemaakt hebben
en missen wij het recht om ons te
beklagen over wat wij zelf hebben
gemaakt.
Ter toepassing van deze waarheid
een korte natuurlijke historie van de
kat als huisdier. Vooral op geschied
kundige gronden wordt aangetoond,
dat niet de Europeesche wilde kat,
maar de Nubische gele kat de stam
vader van dit huisdier is.
,,.;De verspreiding over heel de be
schaafde wereld ging uit van Egypte
eerst naar het Oosten later naar het
Noorden.
Talrijke voorbeelden worden aan
gehaald als bewijs dat de kat vaak
verkeerd beoordeeld wordt en !dat
door verstandige en liefderijke behan
deling tal van goede eigenschappen
tet ontwikkeling gebracht en verkeerde
neigingen uitgeroeid kunnen worden.
Dat op vroegere, groote vereering in
Noord-Europa, zoowel als in Egypte
een zoo groote antipathie volgde,wordt
verklaard, gedeeltelijk door den in
vloed der jagers, die, geholpen door
de jachtwet, zoovele nuttige dieren
als schadelijk doen beschouwen, ge
deeltelijk door den invloed van het
christendom. Voor de eerste predikers
daarvan was alle dieren vereering een
gruwel. Wat men wilde bestrijden werd
in verband gebracht met hekserij en
met den duivel. Vandaar zooveel bij
geloof omtrent katten zooals dat
uitkomtin vele spreekwoorden, waarin
de kat meestal in een ongunstig
licht staat.
Spreker hield een opwekking om
bij den omgang met huisdieren nooit
uit het oog te verliezen, dat hunne
tekortkomingen eigenlijk de onze zijn
en dat wij Blechts dan toegenegenheid,
trouw en gehoorzaamheid van dieren
kunnen verlangen als wij die door
liefderijke en verstandige behandeling
en opvoeding verdiend hebben.
Dr. Buekers eindigde met eene
dankbetuiging aan het bestuur voor
de geschonken gelegenheid, om de
schoone roeping der vereeniging te
bevorderen en aan het auditorium
voor zijn aandacht.
Vooraf was door den Secretaris, den
heer A. Beernink, in de ledenvergade
ring verslag uitgebracht over het af-
geloopen jaar.
O. m. wordt in het verslag gewezen
op het adres aan Prov. Staten inzake
de trekhonden, dat weliswaar niet
met succes bekroond werd, maar toch
de aandacht hier en elders op de zaak
heeft gevestigd. Terwijl geklaagd
wordt over de weinige ernst, waarmee
in Prov. Staten de zaak is behandeld,
brengt het verslag hulde aan de
houding van den afgevaardigde Jhr.
Mr. Boreel van Hogelanden in deze.
Pogingen worden door de vereeni-
gingen aangewend om dooi de politie
aangebrachte honden op betere wijze
te doen ombrengen, dan thans ge
schiedt. Dank zij den steun van de
onderwijzers bloeit de jongelieden-
afdeeling. Aan de politie werd 5 maal
de premie uitgereikt voor het doen
van eene bekeuring wegens dieren
mishandeling, die door veroordeeling
werd gevolgd. In het Bestuur heerscht
een opgewekt leven.
Herkozen werden de Bestuursleden
de heeren A. van der Voort Azn. en
Mr. C. Joh. Prins.
De Voorz. de heer Remmers, die
de vergadering met een woord van
inleiding ,had geopend, zeide den heer
Buekers na diens toespraak dank voor
zijn boeiende rede, waarmede de vrij
talrijke aanwezigen door applaus in
stemden.
In het St. Elisabeths- of Groote
Gasthuis alhier, wordt door ^e aan
het gesticht verbonden geneesheeren
voor de pleegzusters een cursus gege
ven ter opleiding voor het examen
voor ziekenverpleging.
Een vereischte om tot dit examen
te worden toegelaten is o. a. een drie
jarige werkzaamheid in genoemde
inrichting.
Na afgenomen examen overeen
komstig de Statuten van den Ned.
Bond voor Ziekenverpleging is in het
afgeloopen hall jaar het diploma als
Ziekenverpleegster uitgereikt aan de
zus:era L. en M. Tepe. W. BergmaD,
C. C. J. Saaibach en Joh. M. Gootgen.
School voor Kunstnijverheid.
Wegens de groote toename welke
het aantal leerlingen van de verschil
lende afdeelingen der school voor
kunstnijverheid heeft ondergaan is
uitbreiding der schoollokalen eene
dringende behoef, e gewordendaar
echter hierin slechts na verloop van
tijd zal kunnen worden voorzien,
moesten, om aan de eiechen van het
practisch onderwijs van die afdeelin
gen waaraan het meeste behoefte be
staat tegemoet te komen, maatregelen
genomen worden.
De commissie was derhalve genood
zaakt den cursus voor het kunstnaald-
werk waaraan voor het oogenblik
minder behoefte bestaat voorloopig op
te heffen en zullen deze lessen na
de vacantie niet worden hervat.
Daarentegen worden de klassen
voer decoratieschilderen, boetseeren
en Houtsnijden aanzienlijk uitge
breid.
Daar ZEx. de minister van B. Z.
met den referendaris der afdeeling
Kunsten en Wetenschappen, Jhr. Mr.
Victor de Stuers, eenigen tijd geleden
de school met een bezoek hebben
vereerd en hunne tevredenheid over
het onderwijs hebben betuigd koes
tert de commissie de hoop dat weldra
toestemming voor een nieuwen aan
bouw zal verkregen worden en zal
alsdan het onderwijs in zijnen ge-
heelen omvang kunnen worden her
vat.
Het Leger des Heils alhier hield
Donderdag een openlucht meeting in
den tuin van Mej. Koenen, alhier.
Een muziekkorps was daartoe uit
Amsterdam .gekomen, dat van het
station werd gehaald, waarna men in
optocht door de stad naar de plaats
van bijeenkomst ging. In de meeting,
die door ongeveer 300 personen be
zocht was, voerden het woord stai-
kapt. van Rossum, kapt. Palmen van
Amsterdam en kapt. van Brussel van
hier. Te vijf uur eindigde de bijeen
komst.
Aan het comité ter bevordering
van de belangen der Haarlemsche
paardenmarkten is vergunning ver
leend tot het houden van eene ver
loting van paarden, rijtuigen en an
dere voorwerpen bij gelegenheid van
de in Juli 1895 alhier te houden
paardenmarkt.
Het getal loten mag zijn 25,000 en
de prijs per lot fl.
De invrijheidstelling
van Geel.
Op drie onderscheidene tijdstippen
in de maanden Maart en April 11.,
werden op de binnenplaats der straf
gevangenis te Rotterdam onder de
cel, waarin L. Geel een hem door de
rechtbank alhier opgelegde strat on
derging, briefjes gevonden, geadres
seerd aan Frans Rosier en geteekend
„L. Geel." In die briefjes werden feiten
medegedeeld, die onomstootelijk sche
nen aan te duiden, dat Geel en Ro
sier zich hadden schuldig gemaakt
aan den gruwelijken moord op 26
Februari 1892 op twee oude vrouwen
ta Haarlem gepleegd.
Hoewel in die op stukjes grauw
papier geschreven briefjes bijzonder
heden werden vermeld, die oogen-
schijnlijk alleen aan. Geel bekend kon
den zijn en die hem dus, buiten de
onderteekening, als schrijver aanwe
zen, rees toch dadelijk twijfel of de
bedoelde briefjes wel inderdaad, gelijk
men in de gevangenis te Rotterdam
stellig meende, van Geel afkomstig
waren.
Daaromtrent werd een onderzoek
ingesteld; daar de straf, die Geel
onderging, intusschen op 21 April
ten einde liep en het niet geraden
werd geóórdeeld hem in vrijheid te
stellen, waar zoo ernstige bezwaren
tegen hem waren gerezen, werd door
de rechtbank alhier tegen hem een
bevel van gevangenneming verleend.
.Sedert heeft de gevoerde instructie
omstandigheden aan het licht ge
bracht, die zóo stellig schijnen aan
te duiden, dat een ander de schrijver
is der gevonden briefjes, dat de offi
cier van Justitie geen termen heeft
gevonden de verlenging van het be
vel tot gevangenhouding te vragen.
Geel is dientengevolge Dinsdag in
vrijheid gesteld.
Welke beweegredenen de gevangene,
die verdacht wordt de briefjes te
hebben geschreven, kan gehad hebben,,
om met misbruiking van Geel's naam
dezen op zoo verraderlijke wijze te
bezwaren en hoe hij tot de weten
schap gekomen is van de in de brief
jes vermelde bijzonderheden, ligt
vooralsnog geheel in het duister.
Door de politie alhier is proces
verbaal opgemaakt tegen drie bier
huishouders, A. v. W., wonende Brou
wersvaart, C. H. H. M., wonende
Zuid Polderstraat en J. L. Z. wonende
van Marumstraat, terzake het ver-
koopen van sterken drank in het
klein zonder de daartoe vereischte
vergunning.
Zitting van Vrijdag 24 Mei.
Heden werd in de zitting der ar-
rondiss.-rechtbank voortgezet de zaak
tegen Jacob en Jan Stevens, beschul
digd van op 10 April 1895 eenige te
veld staande narcissen te Aalsmeer
te hebben weggenomen.
De ambtenaar van het O. M. vroeg
voor beiden 3 maanden gevangenis
straf. De verdediger, Mr. R. J. Ben
jamins van Amsterdam pleitte voor
den len beklaagde de bescherming
der rechtbank en voor den 2de vrij
spraak.
Uitspraak over 8 dagen.
Hierna stond terecht J. F. Fran
sen, oud 19 jaar, wonende te Scho
ten, beschuldigd van op 2 Mei
1895 onf vreemd te hebben ten na-
deele van zijn zwager H. Ter Horst,
bierbottelaar, alhier een muntbiljet
van f10 en eenig ander geld tot een
gezamenlijk bedrag van ruim f18.
Beklaagde had bij vonnis van de ar
rondissementsrechtbank alhier van
22 Maart 1894, rt-eds eene gevange
nisstraf van 6 maanden ondergaan.
8 getuigen traden in deze zaak op.
Beklaagde bekende allesw
De ambtenaar van het O. M. in
aanmerking genomen hebbende, dat
er nog geen vijf jaren waren verloo-
pen sinds beklaagde gevangenisstiaf
had ondergaan wegens verduistering,
eischte 1 jaar gevangenisstraf voor
hem>
Uitspraak over 8 dagen.
Heden stonden de beide personen
terecht, die in dienst zijn geweest bij
den heer W. Stolp, ijzer handelaar
alhier en dezen een groot aantal voor
werpen uit den winkel en het maga
zijn hebben ontstolen.
Martinus Molengraaf, 26 jaar oud,
stal 2 handzagen, klinkbouten, zeep
bakje en een petroleumkande an
dere Wilhelmus Anten, 36 jaar, be
machtigde 2 soldeei bouten, acht
scharen, zes hakmessen, twee kope
ren gewichten,twintig kurkentrekkers,
vier bijlen, 2 bellen, eenige hang
sloten, vier passers, twaalf poken,
Naar het engelsch
van
RICHARD HENRY SAVAGE.
6)
HOOFDSTUK I.
De mijn te La Hagua.
Een openlijke aanval was te gevaarlijk.
„Kon ik hier maar een of twee vertrouwbare mannen
krijgen," dacht Seymour. Helaas
Binnen een aistand van twee honderd mijlen was geen
eerlijke vreemdeling te vinden.
„Ik zal over dag moeten rusten, des nachts waken, en
verder nu en dan in het zadel een oog sluiten. Kan ik het
op die wijze tien dagen uithouden
Seymour gevoelde zich zeer somber gestemd. De aanwezig
heid van eenige eenvoudige, goede bewoners van Arinal zou
waarschijnlijk het plegen van openlijk geweld in deze plaats
voorkomen.
De vadsige Hope had er niet op tegen een rust van ander-
halven dag te nemen. Kalm at Seymour mee in den kring
van vuile mestizos en dronk slechts water uit den aarden kruik,
die gemeenschappelijk werd gebruikt. Hope was bevreesd
voor eene daad van openlijke vijandschap, die Seymour er
toe zou kunnen brengen zich onder de ambtelijke bescher
ming van den alcalde te stellen en bewaarde dus een voor
zichtig stilzwijgen. Seymour ging de goederen na, die in het
magazijn waren achtergebleven, waarbij ook behoorden de
noodlottige met ijzer beslagen kisten. Alle kisten met goe
deren waren ongeopend gebleven om benadering van het douane
kantoor te voorkomen. Met eenige dollars had men dit weten
te bewerken.
„Wij zullen meer muilezels voor die goederen noodig heb
ben," zeide Hope toen de eerste namiddag overging in de
gevaarlijke duisternis van den avond.
„Het is goed," zeide Seymour, „schaf ze u maar aan!"
„Maar wij moeten geld hebben," opperde Hope.
Seymour, wiens platte zadeltassehen nog slechts zeven en
veertig mexikaansche zilveren dollars bevatte, zeide op scher
pen toon „Goed Ik zal je te Truxillo betalen I" Daar had
hij zijne wissels.
Hope was verbaasd. Seymour keek met een glimlach naar
de rookwolkjes, die nit zijn pijp opstegen.
Hope en de alcalde raadpleegden met elkaar, beiden nieuws
gierig om te weten wat het einde zou zijn. Zelfs een bewoner
van Honduras kan uit trots getrouw zijn terwijl hij in dienst
is van een vreemdeling. „Wanneer ik twee of drie fatsoen
lijke muilezeldrijvers hier kan krijgen, dan kunnen zij den
wensch koesteren Truxillo, de stad aan zee, te zien en er mij
aangespoord door eene belooning, veilig heenleiden," was ten
slotte de overweging van den Amerikaan. Seymour sprong
uit zijn hangmat en begaf zich naar buiten in de bran
dende zon.
Hij hield zijn blik gevestigd op den onvertrouwbaren
alcalde en den schavuit en zorgde er voor, dat geen van
beiden hem te dicht naderde. Hij wachtte totdat Hope na
een onderhoud van ongeveer twintig minuten te hebben ge
had alleen te voorschijn trad.
„Ik kon de goederen met een halve dagreis naar Olan-
chito laten vervoeren en ik heb een brief van den alcalde
voor versche muilezels aan de Rancho te Chorrera, tusschen
deze plaals en Olanchito gelegen," zeide hij. „De muilezels
van den alcalde moeten van Chorrera terugkeeren."
„Dus morgen leggen wij slechts een halve dagreis af?"
liet Seymour er op volgen.
„Juist!" zeide Hope.
„Dat keur ik niet goed!" merkte Seymour met beslistheid
op. „Ik ga hier niet vandaan."
„Mij goedzeide Hope, „dan neem ik mijn eigen muil
ezel en ga alleen verder."
Zij scheidden van elkaar zonder verder een woord te spre
ken. Seymour keerde somber gestemd in huis terug, waar
het nu donker was geworden.
Wordt vervolgd.)