BINNENLAND. paar bierhuizen ;n een speelgoedwin kel, ziedaar alles. Deze Passage is het Mausoleum van Zandvoort niemand wil er meer in I Maar waartoe ons verdiept in een terugblik naar de dagen van luister die zijn voorbijgegaan. Wat Zandvoort nog altijd heelt en nog lang bezitten zal, dat is zijn gunstige ligging, zijn prachtig strand. Mijnheer de baron die o zoo'n klein kwaaltje, maar o zoo'n groote behoefte heeft aan mon dain vermaak, komt er niet meer: ge kunt hem met de barones en de freules te Spa, Scheveningen of Os- tende vinden. En jonker Van Zu-? tot Zoo is ook niet weer teruggekomen, maar buiten hem zijn er nog honder den, die een heerlijken teug zeewind komen halen in hunne van het steedsche stof doortrokken longenen die te gast gaan aan den welvoor- zienen disch van lucht en zon, al is er dan ook geen philharmonisch zelistandig de Nederlandsche rechten, orkest, waarnaar ze in een muffe zaal kunnen gaan luisteren. Ik sprak daar van een Orkest en zou waarlijk verzuimen te gewagen van Ulrichs Beiersche Kapel, die nu en dan op 't strand een uitvoering geeft en Pinksteren twee 's avonds in de Passage wat blaasmuziek ten beste gaf, waar sommigen vroolijk op rond dansten. Dat was voor de cafés en hotels een goede dag, die Pinkster twee. De straten waren vol met rijtuigen en boerenspulletjes en op 't strand dwaalde een bonte menigte, die voor den Pinkster de zee eens kwam zien. Nu is het op het strand weer kalmp jes en stil. Van de weinige gasten zitten er in badstoelen en wandelen anderen den zeekant langs tot ze er genoeg van krijgen. Hoog op 't strand staat een vischschuit, die nolens vo- lens daar moet blijven, omdat er geen mannen zijn die haar willen bevaren. Verreweg het grootste ge deelte van de Zandvoortsche vis- schers laat zich liever te Katwijk, Noordwijk of Vlaardingen aanmon steren en van Zandvoort uit gaan maar zeven vaartuigen meer, elk met hunne bemanning van zeven perso nen. Veel visch komt er dan ook niet aan en wat er komt, wordt eerst aan de hotels gepresenteerd en de rest in Haarlem verkocht. De ogés van particulieren kunnen dan ook niet gemakkelijk aan visch komen. Zoo warmt die het dichtst bij 'tvuur zit, zich niet altijd het meest met Nederlandsche krachten, hand-, haven en vond zij het beter geen Europeesch optreden uit te lokken. Met deze verklaring nam de inter- pellant en ook de Kamer genoegen. Zij deden daar, dunbt mij, wel aan. We zullen nu hebben at te wachten of de Sultan van Marokko, die in zijn eigen land niet veel te vertellen heeft, het voor ons noodig zal maken de tanden te laten zien. Mocht het noodig zijn, dan zal de Nederlandsche Leeuw stellig niet alleen brullen, maar bijten ook. Van het voortgezet debat over de motie-Tijdeman tot invoering van staatsexploitatie dt-r telefonie neb ik weinig meer te zeggen, omdat we slechts replieken te hooren kregen, die uitteraard geen nieuwe gezichts punten opleverden. De voorsteller der motie was min der gelukkig dan de heer Bastert, die een andere motie voorstelde, nl. om de Kamer de wenschelijkheid te doen uitspreken van wettelijke rege ling van den telefoondienst. De moti-Tijdeman toch werd ver worpen met 4*2 tegen 89 stemmen, die van den heer Bastert- aangenomen met 77 tegen 4 stemmen. Een debat is aangevangen over de conclusie op het adres van een drietal gep. Ind. hoofdofficieren die meenen benadeeld te zijn, door een Kon. Besl. waarbij bepaald is, dat zij die in ge breke zijn gebleven tijdig aangilte te doen van hun huwelijk en tijdig de premie te storten die hun weduwen en weezen aanspraak geelt op onder steuning uit het militair pensioen fonds in Indie, daartoe alsnog binnen zekeren termijn gelegenheid zulien hebben. Dit besluit is het gevolg van een in het pensioenfonds ingeslopen misbru.k, waardoor toch pensioen werd uitgekeerd ook als de aangifte en de storting van de extra-premie (bij huwelijk) was verzuimd waardoor het fonds langzamerhand op de fiesch ging. De Comm. van Bapp. scheen iets te voelen voor de bezwaren der adressanten, die een aardige duit te betalen hebben (rente op rente gere kend), doch de heer Rutgers en de Minister van Koloniën hebben reeds de voorgestelde conclusie bestreden. Donderdag 11 uur voortzetting. G. Jr. 450 K.g. wegen, zal het eereteeken worden vervaardigd, bestemd om te worden uitgereikt aan hen, die aan de L jmbok-expeditie hebben deelge nomen. Nog dertig op den vijand veroverde kanonnen en kanonnetjes blijven in het arsenaal liggen. Reeds is beslist dat deze verdeeld zullen worden tusschen het museum te Ba tavia en de musea in Nederland, doch ia welke verhouding en wanneer zij zullen worden opgezonden, is nog niet bekend. Parlementaire praatjes. De Nederlandsche Pers is er in de zitting der Tweede Kamer van heden (Woensdag) als een goudhaantje af gekomen. Zij kreeg eerst een compli ment van den Min. Roëll voor hare activiteit, daar zij nog eerder de aan randing van den schoener Anna op de Marokkaansche kust te zijner kennis bracht dan de officieele be richtgever. En ten tweede bleek het, dat de officieele lezing, door den Min. gegeven, zeer weinig afweek van het geen door den heer mr. E. Smidt, die over het gebeurde interpelleerde, was medegedeeld omtrent den zeeroof, ontleend aan de berichten der bladen. De eerste der vragen van den heer Smidt of de mededeeling der feiten juist was of wat er anders was gebeurd, was hiermede reeds beantwoord. De Min. voegde er. in aansluiting aan de berichten der bladen, aan toe, dat het gebeurde als zeeroof was te qua- lificeeren, dat het reeds het derde feit van dien aard in éen jaar was. dat de daders bekend waren, dat in dit geval stellig schadeloosstelling kon worden gevorderd. De tweede vraag beantwoordend, die nL wat de Reg. voor stappen had gedaan en welke resultaten wa ren verkregen deelde de Min. mede, dat onze consul-generaal, de Duitsche gezant te Gibraltar, uit naam vau den Nederlandschen Staat tuchtiging der daders had verzocht, met reserve van het recht op scha deloosstelling, en dat de Marokkaan sche regeering reeds stappen had gedaan tot opsporing van de daders. Men moest nu evenwel eenigen tijd laten aan het onderzoek. In elk geval zou de Reg., zonder zich over haar toekomstplannen te willen uitlaten. Generaal Vetter in Amsterdam. Heden kwam generaal Vetter in Amsterdam aan. De geheele stad had een feestelijk aanzien, in verschillende winkels was te midden van groenen vlaggedoek het portret van generaal Vetter uitgestald. Te elf uur was reeds eene aanzienlijke menechenmassa op den Dam en het Damrak op de been. Te half één gingen een aantal sol daten, die de Lombok-expeditie heb ben meegemaakt in landauers van het Passantenhuis naar den Centraal station, onder leiding van den com missaris van afmonstering, kapt. Wijnmalen, lid van het Comité. De socialisten maakten inmiddels druk propaganda. Reens en anderen deelden aan jongens fluitjes uit, om generaal Vetter, wanneer hij voorbij kwam, uit te fluiten. Een hunner hoorden wij zeggen„jongens, „moor denaar" roepen, als hij voorbij komt." Te ongeveer kwart voor tweeën kwam de generaal aan het Centraal Station aan met een extra trein uit Den Haag. Het muziekkorps van het 7e regiment infanterie, daar opgesteld, speeide het Volkslied en een luid gejuich weerklonk. Hedenmiddag was er diner, waaraan generaal Vetter en andere officieren aanzaten ten huize van Mr. N. P. van den Berg. De Lomboksoldaten hielden in het Panopticum een broederlijken maaltijd. Hedenavond gaan de Lom boksoldaten naar de Wereldtentoon stelling en vertrekken van daar te kwart over negenen naar den Amstel, waar te 10 uur een schitterend vuur werk zal worden gegeven. Naar de Loc. meldt, zullen zeven van de op Lombok op den vijand ver overde bronzen kanonnen naar Ne derland worden verzonden. Deze zending geschiedt ingevolge een opdracht van den minister van koloniën. Uit deze kanonnen, die te zamen Maatschappij tot nut van 't Algemeen Woen-dag werd de 109de algemeene vergadering van deze maatschappij geopend. De voorzitter, de heer mr. R. van de Werk, hield een inleidin s- rede. Na voorlezing van het jaarverslag kwamen in behandeling de voorstel len van het Hoofdbestuur, ter verdere uitvoering en vernieuwing van vroe ger genomen besluiten. I. In de eerste pJaata kwam onder deze rubriek in aanmerking het be sluit der algemeene vergadering van 1892 ,dat door of vanwege het hoofd bestuur een onderzoek worde inge steld naar de werking van het leer lingwezen in die staten van Europa, welke, naar het oordeel van het hoofdbestuur, daarvoor in aanmer king komen, meer bepaaldelijk die, wa^r dit ontwerp wettelijk geregeld." Het Hoofdbestuur stelt derhalve aan de algemeene vergadering voor. te oesiuiten: „dat, ter verdere uitvoering van net besluit van 1892, zooeven ge noemd gedurende het dienstjaar 189596, te zijner beschikking worde gesteld een som van f800." Bij acclamatie werd het voors.ei goedgekeurd. Hierna kwam aan de orde punt II. Het Hoofdbestuur stelt voor, dat de algemeene vergadering be sluite „ouder de voorwaarden, zooals die in 1888 zijn vastgesteld, doch nu ge wijzigd in diea zin, dat door de de partementen voor elke voordracht f5 worde gestort in de algemeene kas, gedurende het dienstjaar 189596, een bedrag van f 3000 ter beschikking van het hoofdbestuur te stellen voor het doen houden van voordrachten, over onderwerpen, welke in verband staan met het streven der Maat schappij." Da rbij komt in behandeling een •orstel van het departement Purme rend zijnde punt XII. Het departement Purmerend stelt voor, dat de algemeene vergadering besluite „1. aan het hoofdbestuur op te dra gen. zooveel mogelijk te zorgen dat in kleine, noodlijdende departemen ten ten platten lande, die zulkB mochten verlangen, kostelooze voor drachten zullen worden gehouden, over onderwerpen welke in verband staan met het streven der Maatschap pij; „2. voor dit doel een voldoend be drag op de begrooting van het hoofd bestuur uit te trekken;" Met 460 tegen 403 stemmen werd aangenomen een amendement van de afd. Tiel geen f3000 maar f2250 toe te staan. Tevens werd aangenomen een amevïdement van de afd. Dieren om de bijdrage vast te stellen op 25 cent per lid, maximum 10 gulden. Het aldus gewijzigde voorstel werd goedgekeurd. Verder werden goedgekeurd eenige subsidiën voor plaatselijke volksban ken (f 500), het schoolfonds (f 1000) voor de propaganda ter bestrijding der werkloosheid (f2000), voor de or ganisatie van tijdelijke cursussen in koken en andere huishoudelijke bezig heden tot onderricht van huisvrouwen en toekomstige huisvrouwen uit de kleine burgerij en den werkmansstand (f1000). Al deze subsidiën over 1895 -96. Verder werd aangenomen om ge durende de volgende drie jaren op de jaarlij ksche begrooting uit te trekken eene som van f1000, ten einde het hoofdbestuur in staat te stellen, daar uit subsidiën toe te kennen aanver- een'gingen, die onder voldoende waarborgen te zijner beoordeeling 't zij voor eene provincie, Jt zij voor enkele provinciën te zaaien, het uit besteden van schipperskinderen, op dat deze geregeld de school kunnen bezoeken, geldelijk steunen. Ook werd goedgekeurd het volgende voorstel van het hoofdbestuur. 1. „uit te geven een Nederlandsen volksliederenboek in 4000 ex. 2. iit liederenboek, tegen den prijs van 11.verkrijgbaar te stellen in den boekhandel en, zoo mogelijk, tegen f0.80 voor de leden der Maat schappij 3. „tot dat doei op de begrooting uit te trekken een bedrag van f 2000 4. „de overige kosten der uitgave, welke geraamd zijn op f1500, te be strijden uit rentelooze voorschotten, die, afzonderlijk beheerd, bij wijze van uiti ting, zulien afgelost worden, wanneer en naar gelang de uitkom sten van de exploitatie van het lie derenboek dit zullen toelaten." Ten slotte werden nog eenige rege lingen betreffende de ;salarissen der ambtenaren aangenomen, waarna de vergadering tot heden werd verdaagd Congres voer vakonderwijs. Woensdag werd te Amsterdam het congres voortgezet.Allereerst werdgoed- gekeurd het tweede deel van punt 7 (zie vorig nummer). Hierna kwam aan de orde Vraag 8. Waar moet de grens trokken worden tusschen het onder wijs en de opleiding voor het gewone en voor het kunstambacht? „Het is wenschelijk, dat het on der wijs en de opleiding voor het ge wone en het kunstambacht met het gewone ambacht beginne en het eene uit het andere voortvloeie." De conclusie werd aangenomen. Vraag 9. Welke is de meest ge- wenschte wettelijke regeling van het vakonderwijs voor toekomstige werk lieden in Nederland? Hoe kan daarbij o. a. rekening worden gehouden met de verschillende behoeften en de draagkracht van groote en kieine gemeenten? Deze vraag is behandeld in verband tot vraag 13 en de daar voorgestelde conclusiën gelden dus tevens als ant woord op vraag 9. Dit punt werd dus behandeld bij punt 13. Vraag 10. Zijn de bezwaren van de steeds toenemende verdeeling van ar beid in de fabrieksnijverheid voor den toekomstigen werkman door be tere vakopleiding te beperken? Hoe dient in het algemeen de vak opleiding voor de fabriek te zijn? 1°. In het algemeen kan de oplei ding van leerlingen voor groot-indus trie alleen geschieden in de fabriek. 2°. De leerlingen moeten aangeno men worden door de patroons zelf, en hun vak leeren onder toezicht van bekwame en geschikte werklie den. 3". De ijver van den leerling moet geprikkeld worden door eene geleide lijke stijging van zijn loon, in ver band met zijne stijgende productivi teit. De leermeester moet zoo mogelijk werken in gemeenschap met zijne leerlingen en een rechtmatig deel verkrijgen in de opbrengst van hun gezamenlijken arbeid. De werktijd voor den leerling zij zoo kort mogelijk en zijn loon voldoende. 4°. De opleiding van de leerlingen moet aangevuld worden door herha- lings- en voortgezet onderwijs op dag scholen en vakonderwijs op avond scholen. De eerste alinea in stemming ge bracht, werd aangenomen (met een amendement Kerdijk om te lezen „practische opleiding"). Al. 2 werd aangenomen. Al. 3 werd aangenomen echter met een amendement van den heerBeyl- lonse om uit de derde alinea de bepaling omtrent de loondeeling te doen vervallen. Alinea 4. werd aangenomen met een amendement van den heer Kerdijk om herhalingsonder wijs hieruit te doen vervallen. Vraag 11.] Op welke wijze moeten tentoonstellingen en wedstrijden van leerlingen worden ingericht om tevens aan de veredeling van het ambacht ten goede te komen? Deze vraag is niet behandeld en geene aanleiding tot eene be paalde conclusie. Vraag 12. In hoeverre kan het af leggen van proeven van bekwaamheid strekken tot veredeling van het am bacht? Het congres spreekt de wenschelijk heid uit, dat de aangevangen poging tot veredeling van het ambacht door proeven van bekwaamheid worde voortgezet en uitgebreid tot alle am bachten, die in ons land van betee- kenis en daarvoor vatbaar zijn; dat hiervoor gelegenheid worde verschaft in alle voorname centra van hand- werksnijverheid in ons land dat daarvoor de hulp worde ver kregen 1°. van alle vereenigingen, die zich de bevordering der hand werksnij ver heid ten doel stellen, inclusief de instellingen van vakopleiding en vak* onderwijs. 2°. van Rijks-, Provinciale en Ge meentelijke bestaren laatstgenoemde, omdat het alge meen belang is, dat die aangevangen poging worde voortgezet, opdat om trent de werking van het afleggen dezer proeven van bekwaamheid vol doende ervaring worde verkregen. Het eerstgenoemde amendement werd aangenomen. De gansche conclusie werd met geringe wijziging aangenomen. Vraag 13. Het leerlingwezen de rol van het particulier initiatief en van den wetgever. I. Eene wettelijke regeling van het leerlingstelsel is niet wenschelijk, zoo lang door de ervaring niet is aan getoond a. dat de vakopleiding bij patroons eene goede opleiding kan zijn b. hoe dit stelsel zal moeten worden geregeld om de meest mogelijke waar borgen te hebben, dat de vakopleiding volkomen tot haar recht komt. II. Leeroontracten, schriftelijk sloten tusschen den werkbaas of den leermeester (de school) en den vader de moeder of den voogd van den leerling, door dezen laatste med. onderteekend, zijn in het belang der vakopleiding van den aanstaanden werkman. III. Commissiën ontstaan uit het particulier initiatief (in den geest der Drentsche Vereeniging), zich ten taak stellende het aanmoedigen, ontwik kelen, regelen en controleeren van het leerlingstelsel verdienen aanbeveling, als eerste schrede op het in Nederland tamelijk onontgonnen gebied van het contractueele leerlingwezen. Zoolang de resultaten van dit par ticulier initiatief nog niet voor beoor deeling vatbaar zijn, onthoude de Staat zich van regeling dezer materie, Het congres noodigt de Nederland sche Vak-en Nijverheids ver eeaigingen uit, zich omtrent het tot stand brengen van zulke commissiën ten spoedigste te verstaan. IV. Het congres spreekt ten slotte als zijne meening uit, dat de oprich ting van vakscho'en voor jongens et meisjes door particulieren en vat overheidswege dient te worden be vorderd. De eerste littera verviel met het oog op hetgeen Dinsdag was aangenomen, Litt. II werd aangenomen evenali Litt. III met de volgende amende menten: amend.-Heldt, weg te later de woorden „in den geest der Drent sche Vereeniging" en amend.-Boers ma, de bijvoeging van: „Het geeft it overweging daarbij zooveel mogelijs steun te zoeken bij besturen van am bachtsscholen. Hierna werd het congres, dezen dag ook door den minister S. van Hou ten bijgewoond, door den Voorzittei Eene protest-meeting. Woensdagavond werd te Amsterdam in Plancius, onder leiding van Her mans, een meeting gehouden, tel einde te proteste9ren tegen de ovatie, heden te brengen aan generaal Vetter door het strooibiljet den Balineezen- slachter, door den voorzitter genoemd den man, „die zich verdienstelijk maakte tegenover den geldzak." Reens sprak over het „domme ide* van vaderlandsliefde" en meende, da deze meeting niet door de socialisten maar in de eerste plaats door 4 mannen van den Vredebond ha< moeten zijn uitgeschreven. „En waar was dat?" Met de grootste omzichtigheid werd in het antwoord medegedeeld, dat hij het niet precieB wist. „Wanneer gaat de winkel open? Ik heb honger!" zeide Seymour. „Over een uur," antwoordde de man, diedeassis- tent-alcalde bleek te zijn. „Senor Americanozeide hij hoffelijk, „het spijt mij, dat ik u slechts een glas aguadiente kan aanbieden." De half uitgehongerde man nam het glas aan, vulde het tot den rand en dronk het leeg zonder zelfs het scherpe vocht te proeven, dat door zijne aderen scheen te vloeien en hem nienw leven gaf. „Over een half uur wordt de estanco geopend; u kunt dan alles krijgen wat u wenscht te gebruiken." Langzaam keerde de gastvrije ambtenaar zich om en zocht zijne slaapplaats weer op. „Gered 1" r,ep Seymour. Hij stak het plein over en be reikte de deur van de kleine herberg, en door er geruimen tijd op te kloppen deed hij den ontstelden eigenaar uit zijn rust opstaan. Na eene haastige verklaring werd een goed maal voor hem gereed gemaakt. Hard gekookte eieren, brood en wat vleesch, den vorigen dag gekookt, werd gelijk met aguadiente gretig verorberd. Met een blik vol spanning hield Seymour de deur van de woning des paters in het oog. Om zes uur begaf de zwartgerokte inlandscbe priester zich naar de sacristie der kerk en gevolgd door een slaperigen misdienaar, las hij een korte mis ten aanhoore van eenige slaperige, inlandscbe vrouwen en onzen dankbaren zwerver. Deze wachtte totdat de goede priester door de kleine zijdeur zich naar zijn huis begaf, waarna hij hem haastig volgde, de half gesloten deur openduwde en zich voor den verbaasden geestelijke in ruwen stoel neerwierp onder den uitroep„Eindelijk veilig Goddank I" In totale uitputting zonk zijn afgemat hoefd op zijn borst. „Jezus MariaPanchitariep de goede oude priestei „Help mij den vreemden Amerikaan naar bed brengenR is door moeraskoorts aangetast." EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2