Yoor onze Yensiers.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang
Zaterdag 8 Juni 1895.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
J. C. PKERKBOOM.
BINNENLAND,
FEUILLETON
Wedderburns Testament.
e
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOBN F. JONESSucc., Park's 31 bi* Faubourg Montmartro:
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door liet gebeele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X-=3=, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiem.
PEEREBOOMo
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten:
Madagascar. Haart. Halletjes CCXL.
Binnen- en Buitenlandsche berich
ten. Varia. Advertentiën.
BIJLJfETTKM voor Veilingesii c.**
Attiïfoestfedfimgen, voor Fee$$eI|Jk«
heden, Concoursen efle s*a» men
ter Stoomdrukkerij var dit Blad
tot hoogst billijken pi*.js laten
drukken.
Wieuwste Lettersoorten. Spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
In de étalage voor de vensters van
het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd
I)e aankomst van den trein der
pelgrims te Lourdes.
De onderdompeling in de heilige
bron te Lourdes.
Officieel plan van de Wereldten
toonstelling van het jaar 1900 te
Parijn
De nieuwe gebouwen van de uni
versiteit te Rijssel. (8 alb.)
1. Het instituut der wiskundige
wetenschappen.
2. Het instituut der natuurkundige
wetenschappen.
3. Inwendige van de groote natuur
kundige ontleedkamer.
4. He', institnt de physique.
5. Faculteit der rechten en der let
teren.
6. Het chemisch instituut.
7. Chemisch laboratorium.
8. Faculteit der medicijnen en der
pharmacie.
Het bloemenfeest in het bosch van
Boulogne.
Het zomerseizoen te Londen.
De groote historische optocht van
het koninklijk engelsche 3e regiment
huzaren.
De expeditie van Madagascar (3
platen.)
1. Aankomst van een prauw te
Majunga.
2. Weg van Majunga naar Tanana
rive dwars door de palmboomen.
3. Het aanwerven van een Harni-
dieh's ruiter aan de kazerne te Diar-
bekir.
Reis van den minister van land
bouw in Tunis (2 atb.)
1. De wagon van den minister in
gevaar bij het derailleeren te Bir-el-
Bafaïed.
2. M. Gadaud het ordeteeken aan
den kaid der Souassi's overhandigende.
Valkenjacht in Afghanistan.
De installatie van den Maharaja van
Mysore.
Een moderne Orpheus.
Mevrouw Sarah Bernhardt in Sar-
dou's „Gismonda,"
Het Coach rij den weder in eere.
Het engelsche oorlogsschip Terrible.
Het marktplein van „Oud-Holland."
op Zaterdag 11 Mei 1895. {Eigen
Haard
Politieke platen en portretten.
STADSNIEUWS,
Haarlem7 Juni 1895.
Na verkregen machtiging van Ge
deputeerde Staten is op 4 dezer door
Burgemeester en Wethouders voor het
Brongebouw de vergunning voor den
kleinhandel in sterken drank verleend.
De volgende overwegingen hebben tot
het besluit geleid
„dat het hier geldt een bizonder
geval, geheel passende in het kader
der gevallen, waarvoor bij de behan
deling der wet van 28 Juni 1881
{Stbl. No. 97) in de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, door aanneming
van een amendement van het lid, den
heer van Gennep, in art. 2 dier wet
is opgenomen de bepaling, dat ver
gunningen boven het vastgestelde
maximum in bi zond ere gevallen na
machtiging van Gedeputeerde Staten,
kunnen worden verleend
„dat toch volgens verklaring van
de adressanten bij gebreke van ver
gunning voor den kleinhandel in
sterken drank, niet alleen een behoor
lijke en rente? evende exploitatie van
het Brongebonw onmogelijk is, maar
ook de levensvatbaarheid van de ge-
heele onderneming „het stichten van
een Staalbad te Haarlem, ernstig be
dreigd wordt."
Naar wij vernemen heeft de heer
dr. E. van der Yen eervol ontslag ge
vraagd als directeur der Burger
avondschool alhier.
Donderdagavond zou P. Verhorst
uit Amsterdam in het Volksgebouw
te '8jfc uur voor opperlieden de vraag
bespreken„Is het niet nuttig en
noodig dat alle opperlieden zich gaan
vereenigen?" Weinig publiek was op
gekomen. Tegen 9 uur deelde de
voorzitter daarom mede, dat wegens
geringe opkomst geene openbare ver
gadering zou worden gehouden, maar
eene huishoudelijke, waarin men zou
trachten ook hier eene opperlieden-
vereeniging te stichten.
Hedenmiddag werd in het Koloniaal
Museum alhier gehouden de jaar
lij ksche algemeene vergadering van
de Nederlandsche afdeeling der Neder-
landech-Indische Maatschappij van
Nijverheid en landbouw.
Uit het jaarverslag bleek dat de
afdeeling in 1894 29 begunstigers en
42 leden telde tegenover 30 begun
stigers en 46 leden in 1893 en dat
de kas met een batig saldo van
f 2699.60 sloot.
De benoeming van den heer P. J,
van Houten van Den Haag tot be
stuurslid werd bekrachtigd.
Hierna hield de heer A. H. Berk
hout eene belangwekkende voordracht
over „De wildhoutbosschen op Java
in verband met de caoutchouc-
cultuur."
Spreker begon met er op te wijzen
dat de Ned. Ind. Regeering op Java
naast de 600.000 H. A. djati (teak)
bosch ongeveer 2 millioen H. A.
wildhoutbosch bezit, waarvan t?n
naastenbij de helft in stand gehou
den moet worden in belang van de
irrigatie. Die wildhoutbosschen le
veren thans nagenoeg niets op en
wordt er uit vrees van kosten te ma
ken weinig of niets gedaan om verdere
dévastatie tegen te gaan.
Het aanwezige houtgewas bezit
niet zooals met djati het geval is op
stronk eene hooge waarde maar is
integendeel in den regel geheel waar
deloos.
In West-Indië, waar de bosschen
zooveel dichter bij de débouchéplaat-
sen gelegen zijn, worden door de
regeering concessie's uitgegeven, waar
bij de houders het recht verkrijgen
de aanwezige boomen te vellen tegen
eene betaling van 10 cent de H. A.
Het is daarom ge wen scht naar ver
betering te streven door het teelen van
boschproducten, die in een klein
volumen eene hooge waarde bezitten.
Op die producten zullen de kosten
van een lastig transport naar rato
minder drukken. Behalve evenwel het
bezitten van eene hooge waarde, is
het noodig, dat de te produceeren
waren voor vele doeleinden gebezigd
kunnen worden, zoodat men de markt
er niet gemakkelijk van overvoert,
zooals met de kina is geschiedde.
Spreker vestigde vervolgens de aan
dacht op caoutchouc en de getah-
pertja, twee grondstoffen, die in 't
dagelijksch leven gemeenlijk met el
kaar verward worden. Ze zijn echter
gemakkelijk van elkaar te onder
scheiden, doordat caoutchouc elastisch
is (van daar ook de naam gomelas
tiek) en getah pertja niet.
Getah-pertja wordt het meest ge
bruikt voor de omkleeding der onder
zeesche telegraafkabels en voor het
isoleer en van telephoonleidingen ter
wijl men caoutchouc voor tal van
doeleinden bezigt.
Ongeprepareerd maakt men ertee-
keningen mede schoon, met KV/
zwavel innig vermengd (gevulcani-
seerd) vervaardigt men er biljardban-
den, pakking enz. van, terwijl met
2030% zwavel verbonden het den
naam van éboniet voert en alsdan een
zeer gewild surrogaat voor hoorn le
vert. Caoutchouc en getah pertja zijn
geen stoffen van animale maar wel
van botanische origine. Beide stoffen
worden verkregen door het indikken
van het melksap, dat bij verwondin
gen uit meerdere tropische boomen
vloeit.
Ook in Midden Europa treft men
gewassen aan,die caoutchouc bevatten
b.v. de paardenbloem. Alleen de boo
men tusschen de keerkringen leveren
voldoende product om de kosten van
het oogsten behoorlijk te vergoeden.
De meeste caoutehouc is afkomstig
uit het bekken der Amazone, maar
ook Azië en Afrika leveren aanzien
lijke hoeveelheden op.Spreker schetste
de wijze van aftappen in verschillende
landen.
Ook de bewerking werd besproken
en deze het auditorium met behulp
van monsters duidelijk gemaakt.
Talrijke tabellen verduidelijkten den
loop der prijzen en de productiviteit
der verschillende boomsoorten.
Als slotsom werd de wenschelijk-
heid betoogd, dat de Ind. Regeering
moge voortgaan met het nemen van
proeven, waarvan de aanvankelijke
resultaten de meening wettigen, dat
de caoutchouc-cultuur den lande ruime
winsten bezorgen zal. Zoolang er nog
geen zekerheid bestaat omtrent de
kosten van het extraheeren van ge-
tahpertja uit de bladeren der ver
schillende Sapotaceën, is het geraden
voorzichtig te zijn met het uitbreiden
dezer plantsoenen, daar de aanleg vrij
kostbaar en de opbrengst relatief ge
ring is in verhouding tot die van den
Oost-Ind. gomelastiek boom.
Vervolgens bezichtigde men 't mu
seum.
Des namiddags te 6 uur werd een
gemeenschappelijk diner gehouden in
het hotel H. Scholten.
Donderdag morgen ontstond on
verwachts brand in eene schuur van
den landbouwer J. van Baren in
den Grooten Ypolder te Sloterdijk.
Ofschoon de brandspuit spoedig te
plaatse was, kon zij toch niet ver
hinderen, dat twee schuren geheel
in asch werden gelegd, en het zich
daarin bevindende hooi en stroo een
prooi der vlammen is geworden.
Het woonhuis is behouden gebleven.
De geheel e uitslag der Aanbesteding
gehouden te Hillegom den 4en Juni
1895 betreffende het bouwen vaneen
dokterswoning aldaar, is als volgt:
J. J. Guldemond, Hillegom f12000.
S. B. Peyra Haarlem 11800.
P. P. Nente Hillegom 10920.
C. Bos Haarlemmermeer „11850.
J. S. Velthuizen Haarlem 11790.
J. A. Kaub Halfweg 10275.
P. van Duuren Haarlem 10240.
J. M. Scheepert Amsterdam 11154.
W. N. Schroder Oegstgeest 11145.
J. Goozen Hillegom 10880.
L. Noussil Bussum „10790.
H. van 't Wout Haarlem 10500.
L. van Rossen Maassluis 10478.
J. van Wageningen Haarlem 10300.
J. van den Boogaard 10250.
J. C. Vendeloo Velsen 9130.
aan wien het werk is gegund.
Tot lid van het bestuur van den
Noorder-IJpolder is gekozen de heer
Mr. N. G. Cnoop Koopmans alhier,
in de vacature van wijlen Dr. D. de
Haan.
Beroepen te Hillegom da. Kruijff,
te Maassluis.
Op plechtige wijze is Donderdag
avond te Sloten (N.-H.) de eerste
steen gelegd voor een Kerkgebouw
voor de „Vrije gemeente" aldaar.
{Zie vervolg Stadsnieuws de pag
Parlementaire praatjes.
Uit een verzuim kan nooit een
recht worden geboren zeide de
Minister van Koloniën in de zitting
van heden (Donderdag.) Het was
naar aanleiding van de conclusie der
comm. van Rapp. inzake het adres
der gep. Indische officieren, waarvan
ik gisteren sprak. En de Kamer,
blijkbaar van hetzelfde gevoelen, als
de Min., verwiep de conclusie waarin
van een aan de adressanten toege
bracht nadeel werd gewaagd en liet
het bij een eenvoudige dankbetui
ging aan den minister voor de door
hem verleende inlichtingen.
Het voorstel van den voorzitter en
der centrale commissie, om de wet
op het personeel den 18;n dezer in
de afdeelingen te onderzoeken, lokte
Naar het engelsch
van
THOMAS COBB.
HOOFDSTUK I.
Dick Forsyth.
„Ik dacht wel, dat ik je hier zou vinden Eva," zeide Dick
en naderde den pereboom, waarop zij zat tusschen twee ver
takkingen, met har? voeten even boven -het gras.
„Hoe gaat het vandaag met mijnheer Wedderburn, Dick
vroeg zij, terwijl hij een zijner handen nit de zakken van zijn
licht zomerjasje te voorschijn haalde en haar die toestak.
„Slecht," gaf hij ten antwoord. „Hoewel het verwondert
mij niet. Deze week heeft Totton voortdurend in- en uitge-
loopen. Brodrick heeft hem alles wat op arbeid of zaken
geleek verboden, maar je weet hoe mijnheer Wedderburn is.
Ik kan mij waarlijk niet be-rijpen wat Totton met hem te
maken heeft. Vanavond z l ik het echter wel hooren. Wij
eten een half uur vroeger om daarna ruim tijd beschikbaar
te hebben."
Hij schoof zijn pet achterover, waardoor het donkere haar,
dat achteloos in krullen over zijn voorhoofd hing, zichtbaar
werd. Zijn knap gelaat toonde groote verlegenheid, terwijl
hij zijn gladgeschoren bovenlip tusschen zijne tanden nam
en met den hak van zijn rechterschoen in het gras van
mevrouw Gordons tuin stond te draaien.
„Wat ik zeggen wilde Eva," voegde hij er bij en keek
plotseling op, „herinner je je welken dag wij vandaag
hebben
„Den eersten Juni Dickden dag, waarop je in Castle-
bridge kwaamt."
„Elf jaar geleden," gaf hij ten antwoord, „een jaar eerder
dan jij en je moeder. Ik verloor mijne moeder op dien dag
Eva en mijn vader ook.
Toen hij deze woorden sprak opende hij een medaillon,
dat aan zijne horlogeketting hing, en van hare zitplaats
vooroverbuigende nam Evelyn Gordon het in hare handen.
Terwijl haar blik was gevestigd op de portretten een van
een blonden man met blonden baard, en van een ook blonde
maar slanke vrouw wendde Dick den zijne niet van haar ge
laat af. Dit whb wel een blik waard; het was juist geen opvallend
schoon gelaat, daarvoor waren de trekken te onregelmatig,
maar het teekende zachtheid en vertrouwen, met groote, don
kerblauwe oogen, een korte bovenlip en een laag vierkant voor
hoofd, gedeeltelijk verborgen onder haar lichtbruin haar, waar
op de zon speelde, schijnende door de frissche groene bladeren.
„Het is vóór de ziekte van mijne moeder gemaakt," zeide
hij en voegde er toen bij, na een oogenblik met zijn hand
op de hare te hebben gerust: „Er is toch geen slecht nieuws
van Will Eva?"
„Neen, wij hebben de laatste maanden niets van Will ge
hoord. Waarom vraag je dat?"
„Je hebt geschreid."
Zij bracht hare handen met eene vlugge beweging voor
haar gelaat, maar toen zij ze weer daarvoor wegnam, waren
de sporen van nieuwe tranen achtergebleven. Terwijl zij
Dicks groote, forsche gestalte als in een nevel voor zich zag,
kwam een gevoel van rust en zekerheid bij haar op en iets
van een glimlach speelde om hare lippen.
„De beheerder van mijne moeders bezitting is dood," zeide
zij en werd weer ernstig; „hij heeft zichzelf van kant ge
maakt. Gisteren...."
„Je wilt toch niet zeggen dat dat zijne zaken in de
war zijn, Eva?"
„Ja, zoo erg mogelijk," vervolgde zij. „Alles is weg Dick,
alles. Wij moeten Castlebridge verlaten."
„Ja, maar je weet, dat je moeder nog al neiging heeft
alles van den donkersten kant te beschouwen Eva," zeide
hij, niet op zijn gemak tengevolge van hare tranen.
„Er is gee., lichtzijde," gaf zij ten antwoord. „Behalve de
eenige honderden ponden door haar bespaard, bezit moeder
geen cent in de wereld. Wij weten inderdaad niet wat te
doen. Ik denk wel, dat alles in orde zal komen maar ik zou
gaarne willen weten hoe."
„Ik denk Eva, dat ik het wel weet," gaf hij ten antwoord,
en onmiddellijk werd zij vuurrood.