Vervolg Stadsnieuws. VARIA. Burgerlijks Stand atocrcïïsartbsrishtsn., ^HOshfldsn Hetrafejsn in rkiieriïai; Dit besluit staat in verband met een proces, dat dezer dagen te Aken is behandeld en waaruit is gebleken, dat de behandeling der zieken in deze inrichting veel te wenschen liet. De teeBtelijke open:Dg van het N oor d-OoBtzeekanaal. Bij de feestelijkheden ter ©pening van het Noord-Oostzeekanaal zal men ook de arbeiders niet vergeten, voor zoover zij nog bij de voltooiing der kanaalwerken gebezigd worden. Op eenige plaatsen langs den oever wor den zij in de meest daartoe geschikte barakken feestelijk onthaald, zij kun nen dan tevens de Hohenzollern en het smaldeel dat het keizerlijke jacht door het kanaal volgt, zien voorbijtrekken. Ook beambten der ka naalcommissie en aannemers nemen aan deze werkliedenfeesten deel. De kanaalcommissie heeft den bouw meester van het kanaal, geh. regee- ringsraad Bansch, ter gedachtenis een fraai zilveren model van den vuurtoren bij Holtenau aangeboden. Prins Bismarck heeft, zooals te ver wachten was, voor de uitnoodiging van denHamburgechen Senaat,om aan de feesten deel te nemen, met het oog op zijn gezondheidstoestand beleefde lijk bedankt. Op last des Keizers zullen de vlag- geschepen van alle vreemde eskaders die in de Kieler Bocht bijeenkomen, gedurende de feestdagen telephonisch en telegraphisch verbonden worden met het vasteland, sommige zelfs met de hoofdplaats van hun land. Dr. von Stephan heeft persoonlijk toezicht ge houden op de hiervoor getroffen schikkingen. De draden alléén kosten ten naastenbij 250,000 Mk. De Post verht-alt van een bedenke lijke ontdekking onlangs gedaan met betrekking tot de houding van cho- lerabacillen tegenover eieren. Men heeft opgemerkt, dat de bacillen door de schaal in het ei kunnen dringen, zich daar vermenigvuldigen en bui tengemeen virulent worden. Ook kun nen de bacillen door de schaal naar buiten komen en op de schalen van rauwe eieren blijven zij 4 of 5 dagen in leven. Eerst nadat de eieren twee minuten gekookt hebben, mag men aannemen, dat de bacillen aaarin ge dood zijn. Een verspreiding der gevreesde ziek te door het gebruik van rauwe eieren en door de schalen daarvan is dus zeer wel mogelijk. Het Duitsche pantserschip Kaiser heeft den 25en Mei in de Roode Zee hulp verleend aan het Fransche transportschip Comorindat troepen naar Madagascar overbrengt, en ge seind had buiten staat te zijn tot manoeuvreeren. Een machinist van de Kaiser ging aan boord van de Co morin en werkte mede bij het her stellen van het gebrek aan de machine. Vervolgens werd het Fransche oor* logsschip door het Duitsche op sleep touw genomen en over een korten afstund gesleept, daar de Comorin waterdruk op haar schroef noodig had, ten einde de slechts voorloopige herstelde machine weder aan den gang te brengen. De Comorin seinde daarna haren dank en stoomde naar Mada gascar door. Raadselachtig schrift. De Deli Ct. meldt: Er komen van tijd tot tijd in ons blad wel eens klachten voor over langzame en onoordeelkundige expe ditie van brieven, die wij dan onder de rubriek „Postzonden" vermelden. Het is daarom niet meer dan billijk ook eens een staaltje van groote vin dingrijkheid van heeren postbeambten te vermelden Te Medan kwam onlangs een brief uit Bindjey aan, met het adres Aan den Heer Kelim te zen hakoen Byrinmoen Deenlin waaruit door den betrokken ambte naar werd opgemaakt, dat de brief bestemd was voor den Heer Klink te Kenangkong bij RimboenDelihetgeen juist bleek te zijn. Voor zoo iets neemt men onwille keurig zijn hoed afl De ontvanger van den brief roept nu echter de hulp van alle scherp- denkende menschen in voor 't ont cijferen van den inhoud, want hij begrijpt er niets van. De onderteeke naar van het epistel, hem bekend, schrijft n.l. Bindeij 7 Men 1895 ik Deenl un meen Dan ikn rnu kan koan Wan men asran is hir gen koon moen neenten haanlen anlen iknen- kenneen gaan nan Zaakoendam Vren Zen u gen goen Van meen gen Din Zeki noen. Bon nen Voln gen Den Zin. iroen Te Madrid is een stierengevecht ge- even, waarvan de opbrengst zal strek ken ten bate van de nabestaanden van de slachtoffers der Reine Regente. Het feest was druk bezocht en het gevecht was voor het publiek in hooge mate belangwekkend, omdat een der matadores zwaar gewond werd. Een mijnbrand. De mijnbrand in de mijn „Segen Gottes" te Antonienhiitte in Boven- Silezië is 's morgens te 10 uur ont staan, door ontplofliing van mijngas, nadat een der schotten, die gevaar lijke, met mijngas, bezwangerde ruim ten van de galerijen afscheiden, ge barsten was. Het is echter aan verreweg de meesten van de 600 man die in de mijn werkten gelukt, nog in tijds de oppervlakte te bereiken; veertig werden er bewusteloos boven ge bracht, daarvan zijn 8 mijnwerkers en 2 voerlieden gestorvennog eenige personen worden vermist, zij zullen waarschijnlijk verloren zijn. Graaf Henckel v. Donnersmarck, aan wien de mijn toebehoort, leidt zelf de red dingswerkzaamheden. Een agent van Lloyd te St. Brieux (Bretagne) meldt, dat het Britsche schip „Why Not" bestemd naar Jer sey met een lading voeder en een aantal passagiers op zee in brand is geraakt. De bemanning zou net schip verlaten hebben met achterlating van de passagiers en is te Erquy geland. Kolonie voor krankzinnigen. „Cornhill's Magazine" voor Juni bevat een opstel over de aloude in richting voor krankzinnigen te GheeJ, een stadje dat in niets van andere Ylaamsche steden te onderscheiden is. Er wordt een uiterst eenvoudig stelsel van verpleging gevolgd, waar van het kenmerk is, dat den verpleeg den de grootst mogelijke vrijheid wordt verleend dat men tot hen spreekt en hen behandelt, alsof zij bij zinnen waren. De koionie die bij de 50 Km. in omtrek meet, i3 in een zestal distrie ten verdeeld, eik onder toezicht van een geneesheer. Krankzinnigen van de zelfde soort worden zouveel mogelijk bij elkaar gebracht; er worden overi gens alleen rustige en volkomen on schadelijke krankzinnigen opgenomen. Zij worden verzorgd door de zoogen. „Nourriciers", die, wanneer een nieu we lijder komt, hem verwelkomen, alsof hij een hunner naaste bloedver wanten was en een feestje voor hem geven. Hij krijgt de eereplaats en wordt lid van het gezin, waarmede hij zijne maaltijden gebruikt, in den tuin werkt, enz. Vooral zorgt men er voor, hem geregeld aan het werk te houden, want naarmate hij harder werkt, wordt hij in de meeBte gevallen rustiger en redelijker. De verpleegde wordt bewaakt zon der dat hij het weet. Hij mag de her bergen inloopen en een glas bier be stellen, maar als hij een tweede glas vraagt, komt de waard hem, met veel strijkages verklaren, dat hij geen drup pel meer in huis heeft, goed genoeg voor zulk een aanzienlijken gast. Hij kan aan 't station een spoorkaartje nemen maar vindt dan altijd, dab er geen enkele plaats meer is inden trein. Alle inwoners van het dorp zijn in het geheim en doen hun beBt de on- gelukkigen in den waan te laten dat zij zoo vrij zijn als hunne medemen- schen. Hoewel er bijna 2000 krankzinnigen te Gheel zijn, gebeurt het zeer zelden dat geweld gepleegd wordt, wat des te merkwaardiger is, omdat bijna allen messen op zak hebben en met zeisen en bijlen omgaan. De meeste verpleegden schijnen volkomen normaal. Eerst als men eenige dagen met hen doorbrengt, bemerkt men zekere eigenaardighe den. Bijna zonder uitzondering hebben deze lieden meer gevoel van eigen wichtigheid dan gezonde mannen en vrouwen. Zelfs de zachtste en beschei- denste hunner beschouwen tegen spraak als een persoonlijke beleedi- ging. Dit is misschien zeer natuurlijk, daar velen vast overtuigd zijn zeer aanzienlijke en machtige personages te wezen, die niemand in het werke lijk leven zou wagen tegen te spreaen. Nooit woonden zooveel vermaarde personen koningen, generaals, staatslieden, millionaire bij elkaar als in het kleine Btadje Gheel. Men kan een bedaard, verstandig uitziend man op de kalmste manier ter wereld hoo- ren vertellen, hoe hij den slag van Waterloo won, Italië bevrijdde, Bis marck bij den neus nam. Een lijder geloofde vast, dat hij de maan was en kon nooit bewogen worden, uit huis te gaan vóór zonsondergang, enz. Sommige verpleegden zijn van tijd tot tijd zeer zwaarmoedig, maar de meeste zijn niet alleen tevreden met hun lot maar zelfs vroolijk en opgeruimd. Bezoek aan een goudmijn. Hierover lezen wij in eene particu liere correspondentie uit Johannes burg aan het Hbld. het volgende: „Ik ben hier in verscheidene goud mijnen geweest, en mij dunkt zoo dat de lezer mij die ervaring benijdt. „Een goudmijn 1" zegt hij, „wat moet het aardig zijn zoo rond te wandelen in onderaardsche gam en, waar het rosse licht van walmende toortsen op duizend plaatsen het edele metaal aan de rotsen doet glinsteren en ion kelen, en waar het houweel met eiken slag nieuwe schatten bloot legt Mijn waarde, het leven is een ge stadig proces van ontnuchtering. De werkelijkheid staat steeds ten achter bij de verwachting, en in de hoop ligt per slot van rekening meer genot dan in de verwezenlijking, in het verlangen meer dan in de bevre diging. En met goudmijnen is het evenals met andere dingen. De voor stelling die men er van heelt bestaat voornamelijk uit vage visioenen die, tijdens de kinderjaren door bonte prentenboeken verwekt, half onbewust in het volwassen brein voortleven kom naar Johonnesberg, ga een mijn in, en gij zult minstens één illusie armer naar boven komen. En dergelijke tocht is evenmin lastig als gevaarlijk. Gij kleedt u in het oudste pak dat gij bij u hebt en gaat met uw geleider in een der ijzeren karretjes zitten die, door stalen kabels over rails met een helling vaa ca. 40 graden omhooggetrokken, het losgeslagen erts naar boven brengen. Gij hebt slechts op te passen dat gij uw hoofd niet boven het ding uit steekt, en dan gaat het roeide diepte in. Na ongeveer een minuut schiet gij voorbij een verlichte gang de eerste level en dan nog een en nog één bij de vierde staat gij stil en stapt gij uit. Gij ziet een lage hal elec- trisch verlicht in de meeste mijnen met rails, karretjes, halfnaakte negers en blanke opzichters, en gij hoort het doffe geraas van voorbij schietende karretjes in de schacht, de dreunende slagen van houweelen en het gedruppel van water. Uw weg wijzer neemt een paar kaarsen uit een gesloten kast, en wanneer gij die ontstoken hebt, zijt gij gereed voor uwe wandeling, 1200 voet onder den grond. In het begin ziet gij uiterst weinig bij het licht uwer twee kaar sen, die slechts juist voldoende zijn om de duisternis zichtbaar te maken maar wanneer uw oog aan het sche merdonker gewoon is geraakt gaat het beter. Van goud ziet gij nergens een spoor, zelfs niet wanneer het erts bijzonder rij k is en zes of zeven ounces per ton geeft; gewoonlijk echter houdt het slechts éen ounce of minder en wan neer gij iets glinsterends ontwaart, is het gewoonlijk een pyriet, of misschien wat water dat langzaam door de rotsen sijpelt. Spoedig toont uw gids u de banketzoomen die door het graniet loopen zij bestaan uit een conglome raat van kiezels en een soort cement die hard is geworden en wisselen in breedte af van ongeveer 20 centimeter tot h a 2 meters. Het goud zit ge woonlijk rondom de kiezels en is uiterst fijn verdeeld, hetgeen zijn onzichtbaar heid verklaart en hoe dunner de aderen hoe rijker. Er zijn in hoofdzaak drie goud- houdende lagen. De voornaamste is het betrekkelijk arme main reef, dat gemiddeld shchts 6 w. per ton houdt, en derhalve eerst thans kan worden bewerkt, dank zij der veel verbeterde methode. Dichtbij loopt de main reef leader, een dunne maar rijke ader die, slechts zelden maar dan een paar voet van het main reef is verwijderd, en verder is er op een afstand van 16 50 meters het south reef, eveneens dun en rijk, dat uit drie of vier vaak in elkander loopen- de stringers bestaat. Deze riffen nu worden door de mijnwerkers gevolgd. Zij loopen met een helling van circa 35 graden de diepte in en zijn, zoo als ik reeds in mijn vorig schrijven zeide, bijzonder bestendig van aard. De arbeiders die het erts loswerken zijn allen zwarte, forsehe kerels, die de 3 en den kost. die zij per maand verdienen, volop waard zijn. Zij vol gen het erts in nauwe, hellende gan gen, waar zij indemeestonmogelgke houdingen hun gaten drillen. Deze worden met dynamiet gevuld, en twee maal per dag vinden ie ontploffingen plaats die het geheele onderaardsche terrein met een vervaarlijk gedreun en gerommel vervullen. Het losgelaten erts wordt dan klein gehakt en na van de waardelooze rots te zijn afge zonderd, naar boven gebracht. De zelfde werkzaam heden vinden op de verschillende verdiepingen te gelijk plaats, en deze verdiepingen zijn met elkander verbonden door de schacht die de richting van het reef volgt; het laatste wordt zoodoende geleidelijk uitgemergeld. Boven, bij den ingang der mijn, bevindt zich een groote inrichting. Het erts wordt eerst in stampers fijngemalen, en loopt in den vorm van pap over kwikzilver platen die ongeveer 50 pCt. van het goud vast houden. De rest vormt de zoogen. tai lings die, vroeger waardeloos, thans door middel van concentratie en het cyanide procédé verder worden be werkt, en ruim 60 pCt. van het goud dat 2ij bevatten prijsgeven, zoodat alles bij elkander genomen ruim 80 pCt. van het goud in het erts wordt genomenmen hoopt dit percentage eerlang op 90 95 pCt. te verhoogen. In den vorm van amalgama wordt het goud naar de raffinaderij ge bracht, en van daar worden de zware baren eiken Donderdag naar de ban ken vervoerd die zich met de trans- portatie en den verkoop te Londen be lasten. Het geheel maakt meer den in druk van een groote fabriek dan van een goudmijnen in ruil voor de illusie omtrent goudmijnen, die men in den schoot der aarde prijsgeeft, krijgt men in de reusachtige etablis sementen dat zeer hooge denkbeeld van volmaaktheid en den omvang der industrie, waarover ik reeds in mijn laatste correspondentie sprak. Heden viert Mej. Maria Elisabeth de Klerk wed. Joh. Strijbos, oudste bewoonster op het Frans Loenen hofje haar negentigsten verjaardag in hes genot van eene vrij goede gezondheid, zoo dat zij een paar malen in de week hare kinderen kan bezoeken. Haar woning was aardig versierd en zij werd met de andere oudjes feestelijk onthaald. Gisteren (Woensdagmiddag) is door de afdeeling „Haarlem" van den Bond van Ned. Onderwijzers eene propa- gandavergadering gehouden. Na eene zakelijke inleiding van den heer L. van den Have, secretaris van genoemde afdeeling, is opgericht eene nieuwe afdeeling, genaamd Lisse en Omstreken tellende aanvankelijk tien leden. Koning George III van Engeland was zeer stipt en verlangde van an deren dezelfde stiptheid. LordHarke, die omtrent deze deugd met den ko ning wedijverde, had op zekeren dag een audiëntie bij den vorst te Windsor en kwam eenige seconden te laat, want juist toen hij in de antichambre kwam, sloeg de klok twaalf'. Woedend dat hij een kwart minuut te laat was gekomen, hief de lord zijn stok op en sloeg het glas van de klok stuk. De koning maikte den lord er op merkzaam op, dat hij zich een weinig verlaat had, waarop de lord zich zoo goed mogelijk trachtte te veront schuldigen. Bij de volgende audiëntie riep de koning toen hij de Kamer binnen kwam „Maar Harke, ge hebt mijn klok stUK geslagen„Vergeef mij, Majesteit," antwoordde Harke, „maar zij sloeg het eerst." De koning lachte hartelijk en ver gaf den lord zijn vernielzucht. Een streng echtgenoot Mevrouw staat 's avonds kant en klaar om naar haar „dameskransje" te gaan. Waar ga je heen, lieve? vraagt haar heer en meester, die toch gaarne zijn gezag eens wil laten geiden. Waarheen ik verkies, luidt het antwoord. En hoe iaat denk je thuis te komen Zoo laat 't mij goeddunkt! Best, maar kom dan, als ik je verzoeken mag, geen minuut later. Commissariaat m Politie te Haarlem. De voorwerpen zijn dagelijksbehalve Zon- en feestdagen, van 11 tot 1 uur voor de eigenaars te,/vug te bekomen Twee armbanden. Een halsband. Een zakje bloembollen. Twee scheer messen. Twee stoffers. Een mesje. Een pakje chocolade. Een wandelstokje. Eene pet. Een schaartje. Eenige kin derzakken. Een kinderschoentje. Eene portemonnaie met eenig geld. Een oorring met een bel. Een knipmes. Eene dop van een wiel. Eene ceintuur. Een pakje met geknipt goed. Een pakje met twee mouwen. Een ge wicht. Eene kip. Een gouden oorbel. Een brief. Een paternoster. Een trom meltje. Eene broche. Een kussensloop. Een kruiwagentje. Een horloge. Een lorgnet. Een vingerhoed. Een notitie boekje. Eenige sleutels. Govonden in de opgehaalde vuil- nisstoffen, een kinderoorbel (goud) met blauw onderstuk. Twee zilveren theelepeltjes en vier luchtpompen voor pneumatiekrijwielen;terug te bekomen aan het bureau van den Hoofd-Op- zichter der Gemeente-Reiniging, Har- menjansweg. Ondertrouwd: 13 Juni. H.v. Kampen en A. J. v. d. Heijden. P. J. Kuijken en M. v. Bergen. Getrouwd: 13 Juni.J.J.F.M. Vollaerts en J. M. Sarei. D.Bergwerf en T. de Ridder. P v. Duuren en C. Koning. Bevallen: 11 Juni. C. Paesv. d. Linden d. J. J. v. d. Lande Meijer 2 d. 12. S. G. RasehKol z. A. MeijerBac d. 13. A. J. Frisv. Alderwerelt z. Overleden: 12 Juni. P. Hille 79 j. Drossestr. C. Ch. v. d. Niepoort 76 j. St. Bolwerk. FAMILIEBERICHTEN. Getrouwd: 10 Juni. H. Surin- gar, wedr. van M. J. van Mansvelt en A. C. Engels wed. van J. F. Sehei- tes Elzer, Leeuwarden. 12. J. W. Hanrat'n en J. H. Pasteur, Deuti- chem. R. van Veen en J. E. Oppe- dijk, Groningen. J. C. N. Logher en A. G. van der Laan, Scheveningen. J. C. de Kok en A. P. A. van der Ende, Clingendaal. P. J. Beek, wedr. van M. C. Steenmeijer, en J. C. Hoef- lelman, Amsterdam. Bevallen: 11 Juni. A. M. C. Verhoeffbaronesse Du Tour z., Wijk bij Duurstede. E. M. S. Kruijer Sijmons d., Noordwijk. S. J. Noor- duijuDe Chuiepié d., Amsterdam. M. P. BokJuchter z., Nieuwediep. 12. C. StibbeWeinberg d., Den Haag. C. C. BiegelaarVan Middel koop d., Den Haag. Overleden: 9 Juni. J.D.Cas termans 60 j., Charleroi. Wed. L. W. RoyenHoltkuipen 73 j., Den Haag. 10. A. L. Sprenger jm., 45j., Arnhem. Wed. C. Sp renrijk—Van Groningen 82 j., Amsterdam, E. P. M. Bonrier jd., 20 j., Nieuwer-Amstel. 11. Wed. A. M. KempeTersteeg 68 j., Den Haag. Wed. C. J. M. JansenSnij ders 71 j., Den Haag. Het stoomschip Lawoe van Rot terdam naar Java vertrok 12 Juni van Southampton. Het stoomschipPrmses Amalia ver trok 12 Jun. van Batavia naar Am sterdam. Het stoomschip Prins Hendrik, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 11 Juni te Genua. Het stoomschip Prins Willem III, van West-Indië naar Amsterdam, vertrok 11 Juni, des nachts 12 uur, van Havre. Het stoomschip Prins Frederik fien- drik vertrok 11 Juni van Paramaribo naar Amsterdam. Het stoomschip Prins Willem II arriveerde 9 Juni van Amsterdam te Parimarïbo. Het stoomschip Obdam. van de N. A. S. M., arriveerde 11 Juni van Rotterdam te Newyork. Het stoomschip Veendam, van de N. A. S. M.. vertrok 2 Juni van Rot terdam naar Newyork. Het stoomschip Amsterdamvan de N. A. S. M., van Newyork naar Rotterdam, passeerde 12 Juni, des avonds 6 uur, Beachyhead. Het stoomschip Werkendamvan de N. A. S. M., van New-York naar Amsterdam, arriveerde 12 Juni, aldaar. Aan Geabonneerde», op dit Blad en hunne huisgenooten, worden aan hei Bu reau Kleine Houtstraat 14, op mo-ideivn- ge aanvrage de adressen medegedeeld waar deze betrekkingen zijn ie bevragen. Abonnés buiten Haarlem ontvangen in lichting tegen toezending van postzegel. 1. Drogistbediende g; m. vak bek. en bespraakt. 2. Gerout'n. reiziger voor engroszaak huishond, ait. en ijzerwaren aanv. sal f 1000. 8. Net jongm. P. G. ter bediening van sta- tiousbuffet 3e klaise. 4. Bekwaam opzichter bekend met terreh*- werkz.hed. voor 5 ib S maand, terstond. 5. Iemand bekend met adm. en eng. taal op assnr.kant. sal. naar geschikth. 6. Jongm. ving kunn. rek. en goede band schrijv. voorl. sal. f 300 op fabr.kant. MARK TNIEUWS- Petroleumbericht van P. G. C. Calkoen, Makelaars, Amst., 8 Juni De amerik. Petroleum-uoteeriugen waren sedert ons laatste bericht, vol gens Reuters telegr.: New-York 7,75, 7,75, 7,75, 7,75, 7,75, 7,65 ct. p.gall. Philadelphia 7,70, 7,70, 7,70, 7,70, 7,70, 7,60 ct. per gall. Ruwe olie 151, 151, 149, 147, 149, 146 e. p. v. De noteeringen zijn, te ontvangen aan de Amsterdamsche Petroleum haven AmerikaanscbeDisponibel 19,75, Levering Maart f0,,Decemb. f0, Mei/Juni f0,Juli/Aug. f9,75. Russische: Disponibel f0,Bntr. f0,los inEntr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 3