Vervolg Stadsnieuws.
VARIA.
Burgerlijks Stand
atocrcïïsartbsrishtsn.,
^HOshfldsn Hetrafejsn in rkiieriïai;
Dit besluit staat in verband met
een proces, dat dezer dagen te Aken
is behandeld en waaruit is gebleken,
dat de behandeling der zieken in deze
inrichting veel te wenschen liet.
De teeBtelijke open:Dg van het
N oor d-OoBtzeekanaal.
Bij de feestelijkheden ter ©pening
van het Noord-Oostzeekanaal zal men
ook de arbeiders niet vergeten, voor
zoover zij nog bij de voltooiing der
kanaalwerken gebezigd worden. Op
eenige plaatsen langs den oever wor
den zij in de meest daartoe geschikte
barakken feestelijk onthaald, zij kun
nen dan tevens de Hohenzollern en
het smaldeel dat het keizerlijke
jacht door het kanaal volgt, zien
voorbijtrekken. Ook beambten der ka
naalcommissie en aannemers nemen
aan deze werkliedenfeesten deel.
De kanaalcommissie heeft den bouw
meester van het kanaal, geh. regee-
ringsraad Bansch, ter gedachtenis een
fraai zilveren model van den vuurtoren
bij Holtenau aangeboden.
Prins Bismarck heeft, zooals te ver
wachten was, voor de uitnoodiging
van denHamburgechen Senaat,om aan
de feesten deel te nemen, met het oog
op zijn gezondheidstoestand beleefde
lijk bedankt.
Op last des Keizers zullen de vlag-
geschepen van alle vreemde eskaders
die in de Kieler Bocht bijeenkomen,
gedurende de feestdagen telephonisch
en telegraphisch verbonden worden
met het vasteland, sommige zelfs met
de hoofdplaats van hun land. Dr. von
Stephan heeft persoonlijk toezicht ge
houden op de hiervoor getroffen
schikkingen. De draden alléén kosten
ten naastenbij 250,000 Mk.
De Post verht-alt van een bedenke
lijke ontdekking onlangs gedaan met
betrekking tot de houding van cho-
lerabacillen tegenover eieren. Men
heeft opgemerkt, dat de bacillen door
de schaal in het ei kunnen dringen,
zich daar vermenigvuldigen en bui
tengemeen virulent worden. Ook kun
nen de bacillen door de schaal naar
buiten komen en op de schalen van
rauwe eieren blijven zij 4 of 5 dagen
in leven. Eerst nadat de eieren twee
minuten gekookt hebben, mag men
aannemen, dat de bacillen aaarin ge
dood zijn.
Een verspreiding der gevreesde ziek
te door het gebruik van rauwe eieren
en door de schalen daarvan is dus
zeer wel mogelijk.
Het Duitsche pantserschip Kaiser
heeft den 25en Mei in de Roode
Zee hulp verleend aan het Fransche
transportschip Comorindat troepen
naar Madagascar overbrengt, en ge
seind had buiten staat te zijn tot
manoeuvreeren. Een machinist van
de Kaiser ging aan boord van de Co
morin en werkte mede bij het her
stellen van het gebrek aan de machine.
Vervolgens werd het Fransche oor*
logsschip door het Duitsche op sleep
touw genomen en over een korten
afstund gesleept, daar de Comorin
waterdruk op haar schroef noodig
had, ten einde de slechts voorloopige
herstelde machine weder aan den gang
te brengen. De Comorin seinde daarna
haren dank en stoomde naar Mada
gascar door.
Raadselachtig schrift.
De Deli Ct. meldt:
Er komen van tijd tot tijd in ons
blad wel eens klachten voor over
langzame en onoordeelkundige expe
ditie van brieven, die wij dan onder
de rubriek „Postzonden" vermelden.
Het is daarom niet meer dan billijk
ook eens een staaltje van groote vin
dingrijkheid van heeren postbeambten
te vermelden
Te Medan kwam onlangs een brief
uit Bindjey aan, met het adres
Aan den Heer Kelim te zen hakoen
Byrinmoen
Deenlin
waaruit door den betrokken ambte
naar werd opgemaakt, dat de brief
bestemd was voor den Heer Klink te
Kenangkong bij RimboenDelihetgeen
juist bleek te zijn.
Voor zoo iets neemt men onwille
keurig zijn hoed afl
De ontvanger van den brief roept
nu echter de hulp van alle scherp-
denkende menschen in voor 't ont
cijferen van den inhoud, want hij
begrijpt er niets van. De onderteeke
naar van het epistel, hem bekend,
schrijft n.l.
Bindeij 7 Men 1895
ik Deenl un meen Dan ikn rnu kan
koan Wan men asran is hir gen koon
moen neenten haanlen anlen iknen-
kenneen gaan nan Zaakoendam Vren
Zen u gen goen Van meen gen Din
Zeki noen.
Bon
nen Voln gen Den Zin.
iroen
Te Madrid is een stierengevecht ge-
even, waarvan de opbrengst zal strek
ken ten bate van de nabestaanden
van de slachtoffers der Reine Regente.
Het feest was druk bezocht en het
gevecht was voor het publiek in
hooge mate belangwekkend, omdat
een der matadores zwaar gewond
werd.
Een mijnbrand.
De mijnbrand in de mijn „Segen
Gottes" te Antonienhiitte in Boven-
Silezië is 's morgens te 10 uur ont
staan, door ontplofliing van mijngas,
nadat een der schotten, die gevaar
lijke, met mijngas, bezwangerde ruim
ten van de galerijen afscheiden, ge
barsten was. Het is echter aan verreweg
de meesten van de 600 man die in
de mijn werkten gelukt, nog in tijds
de oppervlakte te bereiken; veertig
werden er bewusteloos boven ge
bracht, daarvan zijn 8 mijnwerkers
en 2 voerlieden gestorvennog eenige
personen worden vermist, zij zullen
waarschijnlijk verloren zijn. Graaf
Henckel v. Donnersmarck, aan wien
de mijn toebehoort, leidt zelf de red
dingswerkzaamheden.
Een agent van Lloyd te St. Brieux
(Bretagne) meldt, dat het Britsche
schip „Why Not" bestemd naar Jer
sey met een lading voeder en een
aantal passagiers op zee in brand is
geraakt. De bemanning zou net schip
verlaten hebben met achterlating
van de passagiers en is te Erquy
geland.
Kolonie voor krankzinnigen.
„Cornhill's Magazine" voor Juni
bevat een opstel over de aloude in
richting voor krankzinnigen te GheeJ,
een stadje dat in niets van andere
Ylaamsche steden te onderscheiden
is. Er wordt een uiterst eenvoudig
stelsel van verpleging gevolgd, waar
van het kenmerk is, dat den verpleeg
den de grootst mogelijke vrijheid wordt
verleend dat men tot hen spreekt en
hen behandelt, alsof zij bij zinnen
waren. De koionie die bij de 50 Km.
in omtrek meet, i3 in een zestal distrie
ten verdeeld, eik onder toezicht van
een geneesheer. Krankzinnigen van de
zelfde soort worden zouveel mogelijk
bij elkaar gebracht; er worden overi
gens alleen rustige en volkomen on
schadelijke krankzinnigen opgenomen.
Zij worden verzorgd door de zoogen.
„Nourriciers", die, wanneer een nieu
we lijder komt, hem verwelkomen,
alsof hij een hunner naaste bloedver
wanten was en een feestje voor hem
geven. Hij krijgt de eereplaats en wordt
lid van het gezin, waarmede hij zijne
maaltijden gebruikt, in den tuin werkt,
enz. Vooral zorgt men er voor, hem
geregeld aan het werk te houden,
want naarmate hij harder werkt, wordt
hij in de meeBte gevallen rustiger en
redelijker.
De verpleegde wordt bewaakt zon
der dat hij het weet. Hij mag de her
bergen inloopen en een glas bier be
stellen, maar als hij een tweede glas
vraagt, komt de waard hem, met veel
strijkages verklaren, dat hij geen drup
pel meer in huis heeft, goed genoeg
voor zulk een aanzienlijken gast. Hij
kan aan 't station een spoorkaartje
nemen maar vindt dan altijd, dab
er geen enkele plaats meer is inden
trein.
Alle inwoners van het dorp zijn in
het geheim en doen hun beBt de on-
gelukkigen in den waan te laten dat
zij zoo vrij zijn als hunne medemen-
schen.
Hoewel er bijna 2000 krankzinnigen
te Gheel zijn, gebeurt het zeer zelden
dat geweld gepleegd wordt, wat des
te merkwaardiger is, omdat bijna allen
messen op zak hebben en met zeisen
en bijlen omgaan.
De meeste verpleegden schijnen
volkomen normaal. Eerst als men
eenige dagen met hen doorbrengt,
bemerkt men zekere eigenaardighe
den.
Bijna zonder uitzondering hebben
deze lieden meer gevoel van eigen
wichtigheid dan gezonde mannen en
vrouwen. Zelfs de zachtste en beschei-
denste hunner beschouwen tegen
spraak als een persoonlijke beleedi-
ging.
Dit is misschien zeer natuurlijk,
daar velen vast overtuigd zijn zeer
aanzienlijke en machtige personages
te wezen, die niemand in het werke
lijk leven zou wagen tegen te spreaen.
Nooit woonden zooveel vermaarde
personen koningen, generaals,
staatslieden, millionaire bij elkaar als
in het kleine Btadje Gheel. Men kan
een bedaard, verstandig uitziend man
op de kalmste manier ter wereld hoo-
ren vertellen, hoe hij den slag van
Waterloo won, Italië bevrijdde, Bis
marck bij den neus nam. Een lijder
geloofde vast, dat hij de maan was
en kon nooit bewogen worden, uit
huis te gaan vóór zonsondergang,
enz. Sommige verpleegden zijn van
tijd tot tijd zeer zwaarmoedig, maar
de meeste zijn niet alleen tevreden
met hun lot maar zelfs vroolijk en
opgeruimd.
Bezoek aan een goudmijn.
Hierover lezen wij in eene particu
liere correspondentie uit Johannes
burg aan het Hbld. het volgende:
„Ik ben hier in verscheidene goud
mijnen geweest, en mij dunkt zoo dat
de lezer mij die ervaring benijdt.
„Een goudmijn 1" zegt hij, „wat moet
het aardig zijn zoo rond te wandelen
in onderaardsche gam en, waar het
rosse licht van walmende toortsen op
duizend plaatsen het edele metaal
aan de rotsen doet glinsteren en ion
kelen, en waar het houweel met
eiken slag nieuwe schatten bloot
legt
Mijn waarde, het leven is een ge
stadig proces van ontnuchtering.
De werkelijkheid staat steeds ten
achter bij de verwachting, en in de
hoop ligt per slot van rekening meer
genot dan in de verwezenlijking, in
het verlangen meer dan in de bevre
diging. En met goudmijnen is het
evenals met andere dingen. De voor
stelling die men er van heelt bestaat
voornamelijk uit vage visioenen die,
tijdens de kinderjaren door bonte
prentenboeken verwekt, half onbewust
in het volwassen brein voortleven
kom naar Johonnesberg, ga een mijn
in, en gij zult minstens één illusie
armer naar boven komen.
En dergelijke tocht is evenmin
lastig als gevaarlijk. Gij kleedt u in
het oudste pak dat gij bij u hebt en
gaat met uw geleider in een der
ijzeren karretjes zitten die, door stalen
kabels over rails met een helling vaa
ca. 40 graden omhooggetrokken, het
losgeslagen erts naar boven brengen.
Gij hebt slechts op te passen dat gij
uw hoofd niet boven het ding uit
steekt, en dan gaat het roeide diepte
in. Na ongeveer een minuut schiet gij
voorbij een verlichte gang de eerste
level en dan nog een en nog één
bij de vierde staat gij stil en stapt
gij uit. Gij ziet een lage hal elec-
trisch verlicht in de meeste mijnen
met rails, karretjes, halfnaakte
negers en blanke opzichters, en gij
hoort het doffe geraas van voorbij
schietende karretjes in de schacht,
de dreunende slagen van houweelen
en het gedruppel van water. Uw weg
wijzer neemt een paar kaarsen uit
een gesloten kast, en wanneer gij die
ontstoken hebt, zijt gij gereed voor
uwe wandeling, 1200 voet onder den
grond. In het begin ziet gij uiterst
weinig bij het licht uwer twee kaar
sen, die slechts juist voldoende zijn
om de duisternis zichtbaar te maken
maar wanneer uw oog aan het sche
merdonker gewoon is geraakt gaat
het beter.
Van goud ziet gij nergens een spoor,
zelfs niet wanneer het erts bijzonder
rij k is en zes of zeven ounces per ton
geeft; gewoonlijk echter houdt het
slechts éen ounce of minder en wan
neer gij iets glinsterends ontwaart, is
het gewoonlijk een pyriet, of misschien
wat water dat langzaam door de rotsen
sijpelt. Spoedig toont uw gids u de
banketzoomen die door het graniet
loopen zij bestaan uit een conglome
raat van kiezels en een soort cement
die hard is geworden en wisselen in
breedte af van ongeveer 20 centimeter
tot h a 2 meters. Het goud zit ge
woonlijk rondom de kiezels en is uiterst
fijn verdeeld, hetgeen zijn onzichtbaar
heid verklaart en hoe dunner de
aderen hoe rijker.
Er zijn in hoofdzaak drie goud-
houdende lagen. De voornaamste
is het betrekkelijk arme main reef,
dat gemiddeld shchts 6 w. per ton
houdt, en derhalve eerst thans kan
worden bewerkt, dank zij der veel
verbeterde methode. Dichtbij loopt de
main reef leader, een dunne maar
rijke ader die, slechts zelden maar
dan een paar voet van het main reef
is verwijderd, en verder is er op een
afstand van 16 50 meters het south
reef, eveneens dun en rijk, dat uit
drie of vier vaak in elkander loopen-
de stringers bestaat. Deze riffen nu
worden door de mijnwerkers gevolgd.
Zij loopen met een helling van circa
35 graden de diepte in en zijn, zoo
als ik reeds in mijn vorig schrijven
zeide, bijzonder bestendig van aard.
De arbeiders die het erts loswerken
zijn allen zwarte, forsehe kerels, die
de 3 en den kost. die zij per maand
verdienen, volop waard zijn. Zij vol
gen het erts in nauwe, hellende gan
gen, waar zij indemeestonmogelgke
houdingen hun gaten drillen. Deze
worden met dynamiet gevuld, en twee
maal per dag vinden ie ontploffingen
plaats die het geheele onderaardsche
terrein met een vervaarlijk gedreun
en gerommel vervullen. Het losgelaten
erts wordt dan klein gehakt en na
van de waardelooze rots te zijn afge
zonderd, naar boven gebracht. De
zelfde werkzaam heden vinden op de
verschillende verdiepingen te gelijk
plaats, en deze verdiepingen zijn met
elkander verbonden door de schacht
die de richting van het reef volgt;
het laatste wordt zoodoende geleidelijk
uitgemergeld.
Boven, bij den ingang der mijn,
bevindt zich een groote inrichting.
Het erts wordt eerst in stampers
fijngemalen, en loopt in den vorm
van pap over kwikzilver platen die
ongeveer 50 pCt. van het goud vast
houden. De rest vormt de zoogen. tai
lings die, vroeger waardeloos, thans
door middel van concentratie en het
cyanide procédé verder worden be
werkt, en ruim 60 pCt. van het goud
dat 2ij bevatten prijsgeven, zoodat
alles bij elkander genomen ruim 80
pCt. van het goud in het erts wordt
genomenmen hoopt dit percentage
eerlang op 90 95 pCt. te verhoogen.
In den vorm van amalgama wordt
het goud naar de raffinaderij ge
bracht, en van daar worden de zware
baren eiken Donderdag naar de ban
ken vervoerd die zich met de trans-
portatie en den verkoop te Londen be
lasten. Het geheel maakt meer den in
druk van een groote fabriek dan van
een goudmijnen in ruil voor de
illusie omtrent goudmijnen, die men
in den schoot der aarde prijsgeeft,
krijgt men in de reusachtige etablis
sementen dat zeer hooge denkbeeld
van volmaaktheid en den omvang
der industrie, waarover ik reeds in
mijn laatste correspondentie sprak.
Heden viert Mej. Maria Elisabeth
de Klerk wed. Joh. Strijbos, oudste
bewoonster op het Frans Loenen hofje
haar negentigsten verjaardag in hes
genot van eene vrij goede gezondheid,
zoo dat zij een paar malen in de week
hare kinderen kan bezoeken. Haar
woning was aardig versierd en zij
werd met de andere oudjes feestelijk
onthaald.
Gisteren (Woensdagmiddag) is door
de afdeeling „Haarlem" van den Bond
van Ned. Onderwijzers eene propa-
gandavergadering gehouden.
Na eene zakelijke inleiding van den
heer L. van den Have, secretaris van
genoemde afdeeling, is opgericht eene
nieuwe afdeeling, genaamd Lisse en
Omstreken tellende aanvankelijk tien
leden.
Koning George III van Engeland
was zeer stipt en verlangde van an
deren dezelfde stiptheid. LordHarke,
die omtrent deze deugd met den ko
ning wedijverde, had op zekeren dag
een audiëntie bij den vorst te Windsor
en kwam eenige seconden te laat,
want juist toen hij in de antichambre
kwam, sloeg de klok twaalf'. Woedend
dat hij een kwart minuut te laat
was gekomen, hief de lord zijn stok
op en sloeg het glas van de klok
stuk.
De koning maikte den lord er op
merkzaam op, dat hij zich een weinig
verlaat had, waarop de lord zich zoo
goed mogelijk trachtte te veront
schuldigen.
Bij de volgende audiëntie riep de
koning toen hij de Kamer binnen
kwam „Maar Harke, ge hebt mijn
klok stUK geslagen„Vergeef mij,
Majesteit," antwoordde Harke, „maar
zij sloeg het eerst."
De koning lachte hartelijk en ver
gaf den lord zijn vernielzucht.
Een streng echtgenoot
Mevrouw staat 's avonds kant en
klaar om naar haar „dameskransje"
te gaan.
Waar ga je heen, lieve? vraagt
haar heer en meester, die toch gaarne
zijn gezag eens wil laten geiden.
Waarheen ik verkies, luidt het
antwoord.
En hoe iaat denk je thuis te
komen
Zoo laat 't mij goeddunkt!
Best, maar kom dan, als ik je
verzoeken mag, geen minuut later.
Commissariaat m Politie te Haarlem.
De voorwerpen zijn dagelijksbehalve
Zon- en feestdagen, van 11 tot 1 uur
voor de eigenaars te,/vug te bekomen
Twee armbanden. Een halsband.
Een zakje bloembollen. Twee scheer
messen. Twee stoffers. Een mesje. Een
pakje chocolade. Een wandelstokje.
Eene pet. Een schaartje. Eenige kin
derzakken. Een kinderschoentje. Eene
portemonnaie met eenig geld. Een
oorring met een bel. Een knipmes.
Eene dop van een wiel. Eene ceintuur.
Een pakje met geknipt goed. Een
pakje met twee mouwen. Een ge
wicht. Eene kip. Een gouden oorbel.
Een brief. Een paternoster. Een trom
meltje. Eene broche. Een kussensloop.
Een kruiwagentje. Een horloge. Een
lorgnet. Een vingerhoed. Een notitie
boekje. Eenige sleutels.
Govonden in de opgehaalde vuil-
nisstoffen, een kinderoorbel (goud)
met blauw onderstuk. Twee zilveren
theelepeltjes en vier luchtpompen voor
pneumatiekrijwielen;terug te bekomen
aan het bureau van den Hoofd-Op-
zichter der Gemeente-Reiniging, Har-
menjansweg.
Ondertrouwd: 13 Juni. H.v.
Kampen en A. J. v. d. Heijden. P.
J. Kuijken en M. v. Bergen.
Getrouwd: 13 Juni.J.J.F.M.
Vollaerts en J. M. Sarei. D.Bergwerf
en T. de Ridder. P v. Duuren en C.
Koning.
Bevallen: 11 Juni. C. Paesv.
d. Linden d. J. J. v. d. Lande
Meijer 2 d. 12. S. G. RasehKol z.
A. MeijerBac d. 13. A. J. Frisv.
Alderwerelt z.
Overleden: 12 Juni. P. Hille
79 j. Drossestr. C. Ch. v. d. Niepoort
76 j. St. Bolwerk.
FAMILIEBERICHTEN.
Getrouwd: 10 Juni. H. Surin-
gar, wedr. van M. J. van Mansvelt
en A. C. Engels wed. van J. F. Sehei-
tes Elzer, Leeuwarden. 12. J. W.
Hanrat'n en J. H. Pasteur, Deuti-
chem. R. van Veen en J. E. Oppe-
dijk, Groningen. J. C. N. Logher en
A. G. van der Laan, Scheveningen.
J. C. de Kok en A. P. A. van der
Ende, Clingendaal. P. J. Beek, wedr.
van M. C. Steenmeijer, en J. C. Hoef-
lelman, Amsterdam.
Bevallen: 11 Juni. A. M. C.
Verhoeffbaronesse Du Tour z., Wijk
bij Duurstede. E. M. S. Kruijer
Sijmons d., Noordwijk. S. J. Noor-
duijuDe Chuiepié d., Amsterdam.
M. P. BokJuchter z., Nieuwediep.
12. C. StibbeWeinberg d., Den
Haag. C. C. BiegelaarVan Middel
koop d., Den Haag.
Overleden: 9 Juni. J.D.Cas
termans 60 j., Charleroi. Wed. L. W.
RoyenHoltkuipen 73 j., Den Haag.
10. A. L. Sprenger jm., 45j., Arnhem.
Wed. C. Sp renrijk—Van Groningen
82 j., Amsterdam, E. P. M. Bonrier
jd., 20 j., Nieuwer-Amstel. 11. Wed.
A. M. KempeTersteeg 68 j., Den
Haag. Wed. C. J. M. JansenSnij
ders 71 j., Den Haag.
Het stoomschip Lawoe van Rot
terdam naar Java vertrok 12 Juni
van Southampton.
Het stoomschipPrmses Amalia ver
trok 12 Jun. van Batavia naar Am
sterdam.
Het stoomschip Prins Hendrik, van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde
11 Juni te Genua.
Het stoomschip Prins Willem III,
van West-Indië naar Amsterdam,
vertrok 11 Juni, des nachts 12 uur,
van Havre.
Het stoomschip Prins Frederik fien-
drik vertrok 11 Juni van Paramaribo
naar Amsterdam.
Het stoomschip Prins Willem II
arriveerde 9 Juni van Amsterdam te
Parimarïbo.
Het stoomschip Obdam. van de N.
A. S. M., arriveerde 11 Juni van
Rotterdam te Newyork.
Het stoomschip Veendam, van de N.
A. S. M.. vertrok 2 Juni van Rot
terdam naar Newyork.
Het stoomschip Amsterdamvan
de N. A. S. M., van Newyork naar
Rotterdam, passeerde 12 Juni, des
avonds 6 uur, Beachyhead.
Het stoomschip Werkendamvan
de N. A. S. M., van New-York naar
Amsterdam, arriveerde 12 Juni, aldaar.
Aan Geabonneerde», op dit Blad en
hunne huisgenooten, worden aan hei Bu
reau Kleine Houtstraat 14, op mo-ideivn-
ge aanvrage de adressen medegedeeld
waar deze betrekkingen zijn ie bevragen.
Abonnés buiten Haarlem ontvangen in
lichting tegen toezending van postzegel.
1. Drogistbediende g; m. vak bek. en bespraakt.
2. Gerout'n. reiziger voor engroszaak huishond,
ait. en ijzerwaren aanv. sal f 1000.
8. Net jongm. P. G. ter bediening van sta-
tiousbuffet 3e klaise.
4. Bekwaam opzichter bekend met terreh*-
werkz.hed. voor 5 ib S maand, terstond.
5. Iemand bekend met adm. en eng. taal op
assnr.kant. sal. naar geschikth.
6. Jongm. ving kunn. rek. en goede band
schrijv. voorl. sal. f 300 op fabr.kant.
MARK TNIEUWS-
Petroleumbericht van P. G. C.
Calkoen, Makelaars, Amst., 8 Juni
De amerik. Petroleum-uoteeriugen
waren sedert ons laatste bericht, vol
gens Reuters telegr.: New-York 7,75,
7,75, 7,75, 7,75, 7,75, 7,65 ct. p.gall.
Philadelphia 7,70, 7,70, 7,70, 7,70,
7,70, 7,60 ct. per gall. Ruwe olie 151,
151, 149, 147, 149, 146 e. p. v.
De noteeringen zijn, te ontvangen
aan de Amsterdamsche Petroleum
haven
AmerikaanscbeDisponibel 19,75,
Levering Maart f0,,Decemb. f0,
Mei/Juni f0,Juli/Aug. f9,75.
Russische: Disponibel f0,Bntr.
f0,los inEntr.