Amsterdam, 13 Juni 1895. Van de Wereldtentoonstelling. XL Al draag ik der Nederlandsche in dustrie een goed hart toe, ik heb vandaag moeten toegeven, dat ons „Faiënce de Delft" al is het nog zoo zeer gezocht, in schoonheid het on derspit moet delven voor het kunst- aardewerk, vervaardigd in de fabriek van den hter Clement Massier te Golle Juan (Al pes Maritimes). Er zit in die kunst iets eigenaar digs, iets wat niet onder woorden te brengen isals men b.v. ter plaatse geëtaleerde piëdestal ziet met bijbe- hoorende bloemvaas, dan houdt "men het eer voor brons dan voor aarde werk, het is smaakvol, élégant in éen woord fransch. Niet ver vandaar ontwaart men een soort Panopticum in 't klein, inzendiDg van Hubert de Vauture fils te Parijs, fabricanten van uniformen, die monsters van hunne waren tentoon stellen, gedragen door militairen van was vervaardigd. Een der inzendingen, die het meest de aandacht trekken is die van „de Chambre Syndicale de la Confection et de la Couture" te Parijs, aie U de kleederdrachten toont uit de ver schillende tijdperken als Henri IV, Moyen-Age, enz. O. a. is er een „reine Margot" bij vervaardigd door den beroemden Worth 7 Rue de la Paix, de minia tuur-handschoenen zijn van de firma Jumeau, de poppen van G. Marcault, de ameublementjes van de firma Jans sen Co te Parijs; het geheel is zoo als bekend aangekocht voor de voor werpen loterij. Twee prachtige bont-exposities zijn die van Pavel Michailovitch Grun- wald te St. Petersburg en van Ré vil- Ion fières te Parijs, die alle soorten voorwerpen vervaardigen van alle mo gelijke dierhuiden. In de receptie-salon van het fran- sch<- Comité en in een nevensalon staan de producten van de piano- fabriek Pleyel Wolff Co. te Parijs, welke instrumenten zich onderschei den door hunne volle heldere tonen; deze expositie behoort met nog eenige andere tot de „Collectivité des fac teurs d'instruments de musique fran cais". Totgroote ontsteltenis van de om- Btanders steeg onder luid gegil der betrokken echtgenooten onlangs de ballon-captif van kapitein Denys van het terrein op, in welks mand ook „yours truly" zich bevond, zonder evenwel eene echtgenoote achter te laten. Een paar honderd meters hoog voelde hij zich zoo vrij alB een vo geltje (de vergelijking gaat mank) in de lucht; een heerlijk vergezicht ge niet men hier van uit den hooge, zelfs ziet men de duinrij die Noord- Holland omzoomt en de zeeën die haar kusten bespoelen. Vlak onder u bemerkt ge een klein stipje, wat is dat O ja, de grrrrrroote 1 tentoonstelling en daaromheen de stad, waarin zoovelen wonen, die aan die tentoonstelling dezen zomer hun brood danken, waarin zoovelen wo nen die der Tentoonstelling een kwaad hart toedragen, vaak omdat zij geen plaatsje konden krijgen in eene der commissiën. Toen B. A. B. weder aan het touwtje naar bene den was getrokken, verwijlde hij nog eenige oogenblikken binnen de omheining teneinde de wederopstij- ging bij te wonen en te genieten van de vreugde, die de achtergebleven vrouwen ondervonden, toen hunne echtvrienden hun als uit den hemel waren teruggegeven. Toen de geketen de reus weder zijn reis naar hooger sfe ren aanvaardde steeg iemand mede op, die deze reis zeer tegen den wil zijner wederhelft ondernam, welke weder helft hem trachtte te weerhouden met de waarschuwing„Willem, pas toch op. Morrege mot de dokter weer kommel" Willem echter luisterde niet naar dit argument en ondernam de gevaarlijke reis, hetwelk door zijne echtvriendin eerst werd bemerkt toen de ballon reeds weder aan het dalen was, daar zij zich verplicht achtte eerst aan een harer vriendin nen mede te deeien, hoe het kwam dat Willem „zoo'n zwakke konster- tutie had." Toen zij den man harer keuze weer veilig terug had, wist zij hem niet beter te begroeten, dan met den uitroep „Beroerling!" Er is op een tentoonstelling zoo'n gemêleerd publiek B. A. B. Studentenfeesten te Leiden. Het programma voor defeestweek, 1722 Juni, te Leiden, ter gelegen heid van het 320-jarig bestaan der Leidsche Hoogeschool, bevat het vol- Naar wij vernemen, is er sprake van dat de heer Gladstone, op zijne terugreis van Kiel, Rotterdam z aandoen en de stad bezichtigen. N. R. Ct. Gemeenteraad van Le den. In de Donderdag gehouden gemeen- tera.' dszitting te Leiden was aan de orde een nader voorstel van B. en W. betreffende de voorwaarden, te ver binden aan het verleenen van een provinciaal subsidie voor de op- en inrichting van een krankzinnigen gesticht. De strekking van dit voorstel be oogde te doen uitkomen, dat aan de bepaling omtrent de opneming van patiënten in bedoelde instelling van buiten de provincie met goedkeuring van de Gedeputeerde Staten, slechts in dien zin moest worden opgenomen, dat voor de opneming van iederen patient van buiten de provincie niet de voorafgaande goedkeuring van Ge deputeerde Staten zou worden ver- eischt, maar slechts dat de opneming van zoodanige patiënten onder toe zicht van gemeld college behoort te staan ten einde te voorkomen, dat patiënten uit Zuid-Holland wegens plaatsgebrek zouden moeten worden Maandag 17 Juni. Plechtige inha ling van de reünisten van het station verwelaoming door den praeses van het Leidsche Studentencorps. Recep tie en concert op „Minerva". Dinsdag 18 Juni. Gecostumeerde optocht voorstellende den intocht van prins Maurits binnen Bergen-op-Zoom den 3den Oct. 1622. Matinée en con cert op het feestterrein. Woensdag 19 Juni. Receptie van prins Maurits op het feestterrein. Matinée. Café-chantant in de sociëteit Minerva". Donderdag 20 Juni. Matinée musi- cale te geven op het feestterrein door „Njord". Vauxhall en bal op het feestterrein te geven door de eocie- teit „Minerva". Vrijdag 21 Juni. Matinée musicale op het feestterrein, te geven door het „Comité du Salut Public". Kermesse d'été en bal-champêtre te geven op „Zomerzorg" door het gezelschap „Doctrina". Zaterdag 22 Juni. Matinée musicale in de sociëteit Minerva. Vauxhall en bal op het feestterrein te geven door de vereenigingen „Sempre Crescendo" en „Pro Patria". Desertic. De gevallen van desertie onder de soldaten van het J algemeen depot van discipline te Vlissingen nemen toe. Woensdagavond om halfacht ont vluchtten een 16 tal, ditmaal na voor af aan de achterzyde van de kazerne de schutting te hebben verbroken. Patrouilles, die onmiddellijk werden uitgezonden, konden na veel moeite slechts 5 hunner arresteeren en naar de kazerne terugbrengen, waarbij een korporaal het met de burgerij te kwaad kreeg en genoodzaakt was zijn sabel te trekken; aan weerskanten vielen nog al klappen. Door den commandant werden dien avond alle officieren opgeroepen, ver moedelijk om te beraadslagen wat te doen, vooral omdat ook ernstige on geregeldheden in de kazerne hadden ffaats gehad en men voor eene her- ïaling vreesde. Een groot aantal burgers, vooral bewoners van huizen gelegen nabij de kazerne, die bij den ingang van de kazerne stonden om te zien en te hooren wat er gebeuren zou, lieten zich zeer ongunstig over de houdin; van den commandant uit. Toen hij naar de kazerne ging, werd hij door het publiek uitgejouwd. De vermiste bomschuit. Ten aanzien van de bomschuit Scheveningen 137 „Arie en Daniël' wordt ter geruststelling medegedeeld dat andere schuiten van dezelfde reeders, nieuwe tonnen als deklading meevoerden, zoodat onzekerheid be staat of de ronddrijvende goederen, door vi8schers op zee opgemerkt, wel afkomstig zijn van schuit No. 137. Te gevoegder plaatse is volgens het U. D. niets bekend van het verhaal van de Mepp. Ctbetreffende de ver missing van de honderden wagenla dingen steenkool. Rechtszaken. Beleediging van de Regentes Zooals bekend, hebben Gedeputeerde Staten zich bereid verklaard, aan de Prov. Staten voor te stellen, der ge meente Leiden toe le kennen een subsidie in de kosten van op- en inrichting van een krankzinnigenge sticht op het buitengoed „Endegeest" onder Oegstgeest, tot de helft van het vereischte bedrag tot een maximum van f215,000. Na uitvoerige beraadslagingen, waar aan deel namen de heeren Zillessen, De Goeje, Pera, Siegenbeek van Heu- kelom en de voorzitter, mr. F. Was, werd het gewijzigd voorstel van burg. en weth. in .-temming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens werden goedgekeurd de rekeningen van de stedelijke gasfa briek over 1894; de exploitatie-reke ning in ontvangst op f365,496,25)4 in uitgaaf op f 362,022,9954batig saldo f3473,27die van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds in ontvangst op f40,530,56, in uitgaaf opf33,535,66^, batig saldo f6994,g9!£, beide saldo's in de eerstvolgende rekening te ver antwoorden. De in de gemeentekas te storten winst over 1894 bedraagt f63,578.33. Een der werklieden, wien gedurende acht dagen aan de weverij der Leid sche katoenmaatschappij te Leiden het bezoek was ontzegd, trachtte niet temin Donderdagnamiddag, door zijne kameraads daarin bijgestaan, toch den arbeid te hervatten. Door de di rectie werd toen de werkplaats ge sloten en niemand daarin toegelaten, Eenige agenten zorgden voor het „rondloopen" in de omgeving der fa briek wanordelijkheden kwamen niet voor. De gewone jaarlij ksche kersemarkt te Nijmegen is weder begonnen. De aanvoer was tot heden zeer wei nig eveneens de vraag. Door de aan houdende droogte is de vrucht slecht gezet. Twee woestelingen. Te Uithuizermeeden traden dezer lagen twee beschonken personen de woning van den koster der Ger. Kerk, Smit, binnen, waarin zich op dat oogenblik behalve de ziekelijke koster en een koopman, nog twee vrouwen be vonden. De bewoners, op dat bezoek niet zeer gesteld, trachtten door een zoet praatje de lieden weer buiten te krijgendit wilde evenwel niet ge- lukaen, en zonder dat hiertoe door de bewoners eenige aanleiding geven werd, beproefde een der man nen Smit met een schop te slaan. Doordat Smit op hem toesprong mislukte dit echter. De ander bracht de dochter des huizes verwondingen met een mes toe en ook de bedaagde nuismoeder ontving een geweldigen slag op de borst. Door het noodgeschrei der vrouwen kwam inmiddels hulp opdagen en gelukte het eindelijk om den indrin gers het mes en de schop afhandig te maken. Later mocht het aan de inmiddels ontboden politie met behulp der bur gerij gelukken de rustverstoorders gevangen te nemen, waarbij de een zich een woedend dier te weer stelde. Een van hen slaagde erin om de deur der torencel, waarin hij be waard werd, open te breken en ie ontvluchten, doch hij werd later door de marechaussee wederom in Uit huizen gevat. Nadat de mannen hun roes hadden uitgeslapen en van een en anaer proces-ver baal was opge maakt, zijn zij weder op vrije voeten gesteld. Donderdag heeft voor de 4e kamer der arr.-rechtbank te Amsterdam te rechtgestaan Johannes Jacobus van den Bergh, geboren te 'a Gravenhage oud 38 jaar, zonder beroep, wonende te Amsterdam, ter zake dat hij in den avond van den 24sten April 1895 te Amsterdam in ot nabij de LeiJsche- straat ter hoogte van de Heerengracht op den openbaren weg opzettelijk met het oogmerk de Koningin-Weduwe Regentes, te beleedigen, onmiddellijk voordat, terwijl en oogenblikkelijk na dat de rijtuigen waarin H. M. en haar gevolg waren gezeten, voorbijreden, ten aanhoore eener groote menigte her- haaldelijk voor H. M. beleedigende uitdrukkingen heeft gebezigd. Als eerste getuige werd gehoord de deurwaarder bij de rechtbank Van d8r Duis, die o.m. mededeelde, dat, toen bekl. na het uiten der geïncri mineerde woorden werd gearresteerd, hij zich in 't geheel niet daartegen verzettehij werd zeer bleek en ging „ais een lammetje" mee. De politie-ambtenaren, die beklaag de heoben gearresteerd, verklaren zeiven den beklaagde geen beleedi gende uitdrukkingen te hebben hoo ren bezigenintegendeel, toen hij tusschen de agenten liep, begon hij het „Wien Neerlandsch bloed" te zin gen. Hij gaf op Jansen te heeten. Get. Justman Jacob, kapper en hofleverancier te 's-Gravenhag.*, door den verdediger van bekl., mr. W. A. Paap, decharge gedagvaard, ver klaart den beklaagde lang te hebben gekend. Bekl. is uit eene familie af komstig waarin erfelijk krankzinnig heid voorkomt. Van anti-royalistische gevoelens in de familie is get. niets bekend integendeel, zij stond bekend als zeer gehecht aan het Huis van Oranje. Bekl. heeft zelfs eens de koningin het leven gered toen haar paard op hol was gegaan. Nog een andere getuige bevestigt deze mededeelingen. De beklaagde, ondervraagd, zegt zich niet meer te herinneren wat hij heeft gedaan. „Als -ik inderdaad heb gedaan wat mij wordt ten laste ge legd, moet ik dat hebben gedaan in een vlaag van krankzinnigheid. Ik ben altijd koningsgezind geweest De president mr. Wichers Hoeth valt bekl. in de rede en maakt hem izaam, dat hij in het buiten land bekend stond als socialist en anarchist en dat in België een man daat tot zijne inhechtenisneming is uitgevaardigdmaar bekl. beweert daarvan niets te weten. Het O. M., waargenomen door mr. Regout, aannemende, dat bekl.zich aan het hem ten laste gelegde heeft schul dig gemaakt, wil gaarne gelooven, dat in bekl.'s familie vroeger krankzinnig heid is voorgekomen, maar zijn vader en moeder waren normaal en ook van hemzelven is niets bekend, wat op geestesstoring wijst. Dat hij zich door hem gepleegde strafbaar feit niet zou herinneren, acht Z. E. A. onaannemelijk. Dit feit is zóo ernstig, dat een zware straf beklaagde moet worJea opge legd. ZEA. eischt daarom tegen bekl. eene gevangenisstraf van twee jaren en zes maanden. Mr. W. A. Paap, als verdediger van bekl. optredende, begon met zijne verbazing uit te spreken over den exorbitanten eisch van het O. M. D't bekl. als socialist of anarchist is gesignaleerd, bewijst op zichzelf' niets. Bekl. -aldus deelt pl. mee heeft een ongelukkigen levensloop gehad. Dat iemands ouders normaal zijn, sluit niet uit „dat wist Mozes al," zegt pl. dat hij erfelijk belast kan zijn. Het is juist een kenmerk van hereditaire belastheid, dat zij vaak een geslacht overspringt. Overgaande tot de vraag, of het wettig bewijs is geleverd, vraagt pl.,. of eerste getuige, op wiens aanwijzing^ bekl. is gearresteerd, zich ook kan^ hebben vergist. Maar als 't ten laste gelegde is gebeurd, dan is 't meent, pl., een misdrijfje van zeer geringen omvang. Resumeerende zegt pl., dat wij hier' hebben te doen met een abnormaal persoon, die zich misschien eenige dwaze woorden heeft laten ontvallen, waarvan hij zich later niets meer wist te herinneren. Pl. dringt er ten slotte op aan, dat de rechtbank aan dit feit, geen gewicht bijlegge, die het niet bezit,* door het als majesteitsschennis te str tffen. Na re- en dupliek werd de uitspraak] bepaald op heden over 8 dagen. Diefstal van effecten. Het Haagsche Gerechtshof heeft Donderdag in de zaak van den gepens. kapitein jvan het O. I. le. er Van V. (diefstal van effecten) overwogen, dat, met het oog op het onbesproken ver leden van den beklaagde, de hem door de rechtbank opgelegde straf van 4 jaar te zwaar is en mitsdien die straf ver minderd tot 2 jaren. Ten aanzien van de verdediging dat hier verduistering en geen diefstal zou zijn gepleegd, overwoog het Holo. a., aangenomen dat bekl.'s schoonmoeder geen recht meer had op inwoning bij beklaagde toen deze zich de effecten toeëigende en dat de brandkist en het daarin geborgen kistje, waarin de effecten waren, aan beklaagde toebe hoorden, (van welk een en ander echter niets is gebleken) volgt uit de om standigheden dat de brandkist en het bedoelde kistje geBloten en de sleutele in het bezit der schoonmoeder waren, dat de inhoud door deze niet ter be schikking van bekl. gesteld noch hem toevertrouwd was. Hij had mitsdien, de effecten er uit verwijderd, deze in den zin der strafwet geenszins andere dan door misdrijf onder zich. tracht te vertellen wat ik gedaan heb, dan zal het wel tot middernacht duren." „Vertel toch in 's hemelsnaam dadelijk de hoofdzaak Will. Laat de bizon derheden maar achterwege." „Je hebt gelijk," zeide Hendry; „maar vergeet niet, dat ik nu alleen de feiten zal vertellen en later de bewijzen zal leveren. Om te beginnen heb ik de geboorteacte van het meisje gevonden; zij is ingeschreven in het St Pancras kerspel en Clara genoemd, naar hare moeder. Datum 3 April 1862. Hare ouders verlieten St. Pancras Boscombe Place, geen aristocratische buurt in 1864. Het huis is in andere handen overgegaan, maar mijn gids zijn de quitantiën. De quitantie gedateerd 24 Juni 1864, heeft tot adres Marlborough Square, Hastings. Dit huis wordt bewoond door mies Goo ding. In 1864 was zij een meisje van veertien jaar; vierjaar eleden verloor zij hare moeder. Mevrouw Gooding had der- g jaar in datzelfde huis gewoond. Mies Gooding herinnerde zich nog de familie Smith; zij had goede redenen om zich hunner te herinneren. Bij hen bevond zich een soort goe- vernante, juffrouw van gezelschap of iets van dien aard. Nu moet ik u zeggen, dat miss Gooding weinig bizonders wist; zelfs niet van welk geBlacht het kind was...." „Wij wiBten dat reeds voor je het onderzoek bent begon nen," riep Dick uit; „bovendien heb je de acte." „Juist; die zal ik je wel eens geven. Alles wat miss Goo ding zich herinnert, ip, dat het kind nog nauwelijks kon staan. Haar moeder had er haar veel van verteld, maar me vrouw Gooding had meer belangstelling gekoesterd voor de moeder van het kind. Mevrouw Smith stierf daar in huis in Juli 1864. Ik zal je een copie toonen van de overlijdings- acte, en ik heb haar graf gezien." „Maar wij weten dat mevrouw Smith de quitantiën tot 1871 heeft onderteekend," riep Dick uit en keek verbijsterd voor zich. „Vervalecht Dick, alle. Wanneer zij gestorven is en daar aan valt niet te twijfelen, dan kan zij daarna toch niet meer hare handteekening zetten, hè? Welnu, onmiddellijk naden dood van mevrouw Smith gingen haar echtgenoot, het kind en (volgens miss Gooding, die het weer van hare moeder had) de goevernante gelijk weg. De volgende quitantiën, door Smith vervalecht, zijn gedateerd van Eastbourne. Ik ben naar Eastbourne gegaan. In het huis hebben verschil lende menschen gewoond; geen enkele aanwijzing. Op de zelfde wijze voorgelicht begaf ik mij naar St. Cyprian's Place te St. Leonarde; dat huis was echter ook in andere handen overgegaan, en verder is er geen enkel spoor meer te volgen." „Dus je wilt zeggen,dat wij niet wijzer zijn dan in het begin riep Dick uit, en verborg zijne teleurstelling niet. „Je hebt elk spoor van Clara van het meisje, Clara te Hastings in 1864 verloren „Voor het oogenblik ja, beste vriend. Toch zijn wjj iets wijzer geworden. Wij weten, dat de moeder dood is. Wij kunnen al onze aandacht vestigen op het kind. Ook had je kunnen vertellen, dat er verschillende kinderen waren; nu weten wij dat er slechts een was. Het onderzoek is in veel nauwer grenzen beperkt Tusschen jou en de erfenis van den ouden Wedderburn staat ééne persoon, een meisje van on geveer twee jaar. Je treft het ongelukkig mijn jongen." Allerlei gedachten doorkruisten Dicks brein. Niemand kon vuriger verlangen zijn plicht in deze zaak te doen dan hij den laatsten wensch van Wedderburn naar den letter en geest te vervullen. Maar wanneer dat meisje twintig jaar geleden was gestorven, was het zijne schuld niet. Het was hem onmogelijk zich een oogenblik niet door eene hoopvolle gedachte te laten meeslepen. Na van Hendry de twee akten te hebben ontvangen een van het overlijden van mevrouw Smith, de andere de geboorteakte harer dochter en ze woord voor woord te hebben gelezen, ging hij de quitantiën onderzoeken. Een nauwkeurig onderzoek bracht eenige af wijkingen aan het licht in de onderteekening van die welke vóór en na Juli 1864 waren onderteekend. Will gaf hij nog een som gelds voor verdere onkosten en bracht hem halver wege Meadow Bank waar hij den nacht zou doorbrengen en Dick hield de quitantiën, die hij den volgenden morgen naar Totton bracht. Groot was de verontwaardiging van den pro cureur op Smith. „Ik heb altijd wel gedacht, dat hij een schavuit was," riep hij uit; „er zijn er velen in de wereld. De quaestie is, waarom zette deze schavuit zijne vervalschingen niet voort na Maart 1871 "„Misschien is hij gestorven," opperde Dick. Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2