i2e Jaargang
Woensdag 19 Juni 1895.
No. 3668
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
J. C. PEEREBOOI,
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON
Wedder burns Testament.
AARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37|.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat JL^=9 Haarlem. Telefoonnummer 122.
vai\ 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onxe agenten en door alle boekhandelaren en courantier».
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOH
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale dê Publicité Etrangère G. L. DAUBE dt Co., JOHN F. JONESS%tcc., Pargt 3\bi» Faubourg Montmartre.
N ta's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
alle overige Drukwerken, die op
cantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad
)illijk en vlug gedrukt.
De Directeur- Uitgever
Haarlem, 18 Juni 1895.
De Leidsche studentenroeivereeni-
;ing „Njord" zal, naar wij vernomen
lebben, tengevolge van de Lustrum-
eesten te Leiden Zondag a. s. geen
leel nemen aan den roeiwedstrijd
loor de roei- en zeilvereeniging „Het
paarne" alhier uitgeschreven.
Hedenmorgen is ten kantore der
iccijnzen alhier in beslag genomen
:en valsche rijksdaalder, voerende de
leeltenis van Koning Willem III en
iet jaartal 1871.
Hij is zeer bedriegelijk nagemaakt
m moeielijk van andere te onderschei-
ien. Om deze reden zij men bizonder
ip zijne hoede.
Bij vonnis van de Arrondissements
lechtbank alhier, dd. 18 Juni 1895
in staat van faillissement verklaard
Tacob de Geus, broodbakker en koop-
nan te Haarlemmermeer (Lisser-
iroek), met ingang van 13 Juni 1895.
Reehter-Commissaris Jhr. Mr. A.
van Lintelo de Geer, curator Mr.
G. von Reeken, procureur en ad
vocaat te Haarlem.
Meereriberg.
Aan het verslag van het Gesticht
Meerenberg over 1894 ontleenen wij
aet navolgende:
Uit een financieel oogpunt was
1894 een voordeelig jaar.
Het nadeelig slot der rekening van
len dienst van 1892 ad f4645.29H
serd aangezuiverd, terwijl een ver'
moedelijk batig saldo over den dienst
fan 1894 ad 127.000 aanwezig is.
Daartegenover staat evenwel, dat
de jaarlijks terugkeerende uitgaven
steeds stijgende zijn.
Aan de aanvraag tot plaatsing van
patiënten uit de gemeenten in Noord-
Holland, met uitzondering van Am
sterdam, kon geregeld worden vol
daan. Slechts een enkele maal onder'
vond de opneming eenige vertraging
omdat op het oogenblik der aan
vrage juist alle plaatsen bezet waren.
Wegens de bestaande overbevol
king in het Wilhelmina-Gasthuis te
Amsterdam werd voortdurend plaat
sing aangevraagd.
In den loop van het jaar konden
slechts 33 mannen en 35 vrouwen
uit die inrichting in de 5e klasse
worden opgenomen, tegen 26 man
nen en 28 vrouwen in het jaar 1893.
Ten einde in de bestaande behoefte
te voorzien werden naar het Genees
kundig Gesticht voor krankzinnigen
„Coudewater" te Rosmalen 10 mannen
en 2 vrouwen overgeplaatst.
Daarentegen werden van uit het
Christelijk Gesticht voor krankzinni
gen „Bloemendaal" te Loosduinen 10
mannen en 2 vrouwen opgenomen.
Het verplegend en dienstdoend per
soneel bestond op 31 December uit:
Mannen. Vrouwen.
Ter verpleging 56 123
Huis- en keuken
dienst
Werklieden en
arbeiders
18
58
20
132 149
Het aantal opgenomen lijders was
dit jaar belangrijk grooter dan in
1893. In 1894 [werden 238 verpleeg
den opgenomen, zijnde 127 mannen
en 111 vrouwen, tegen 204 verpleeg
den en wel 92 mannen en 112 vrou
wen in het voorafgaande jaar.
De geneeslijkheid der opgenomenen
is als volgt:
Mannen. Vrouwen.
Gunstig 23 49
Twijfelachtig 11 25
Ongunstig 93 37
127
111
De procentsverhouding van de ver
beterd ontslagenen, zijnde 5 mannen
en 10 vrouwen te zamea 15 personen,
bedroeg 3.9 pCt. voor de mannen en
9 pCt. voor de vrouwen, gemiddeld
6.3 pCt.
Hersteld en [verbeterd ontslagen
werden 391 mannen en [52 vrouwen
te zamen 91 of procentsgewijs uitge
drukt 30.7 pCt. mannen en 46.8 pCt.
vrouwen, gemiddeld 38.2 pCt.
Als gewoonlijk worden uitvoeriger
mededeelingen gedaan over den toe
stand der patiënten, over sommiger
pogingen tot ontvluchting en tot zelf
moord. Door het nauwlettend toezicht
konden al deze pogingen worden ver
ijdeld op eene na, die van een 40jarig
man die in den waan verkeerde een
der grootste dokters te zijn.
Daar de patiënt indertijd een hotel
in brand had gestoken, in den waan
aldus wereldberoemd te zullen worden
en bij meermalen had verklaard, dat
het hem leed deed. dat die brand
geen grooter uitbreiding bad gekre
gen, daar hij dan nog beroemder zou
zijn geworden, is het mogelijk dat de
patiënt zelfmoord pleegde, om zoo
doende over zich te laten spreken.
In 1894 werden verpleegd 1540 pa-
tienten en wel 769 mannen en 771
vrouwen.
Geschikt om geregeld te werken
werden geacht 360 mannen en 470
vrouwen, geschikt om nu en dan te
werken 125 mannen en 110 vrouwen.
Voor allen arbeid ongeschikt waren
284 mannen en 191 vrouwen.
Te Hillegom heeft de heer B., over
vallen door een zenuwtoeval, het tafel
kleed weggetrokken, waardoor de
brandende petroleumlamp omviel en
een begin van brand ontstond; ge
noemde heer kreeg daardoor zulke
hevige brandwonden dat men voor zijn
leven vreest.
De politie te Sloten heeft aange
houden wegens diefstal en gevanke
lijk naar Amsterdam overgebracht
twee personen aldaar thuis behoo-
rende en die bedelende de omstreken
doortrokken.
Bij Kon. besluit is mr. K. W. P.
F. baron Gericke van Her wijnen, Hr.
Ms. minister-resident, met den per
soonlijken titel van buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister te
Madrid, als zoodanig benoemd bij de
hoven van Zweden en Noorwegen en
Denemarken, terwijl jhr. mr. W. M.
van Weede, Hr. Ms. zaakgelastigde
met den persoonlijken titel van mi-
nister-resident bij het hof van Ru-
menië, bevorderd is tot minister-re
sident, met den persoonlijken titel
van buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister, en als zoodanig
overgeplaatst na ir Madrid.
Men verzekert dat deze week het
ontwerp-Kieswet de Tweede Kamer
zal bereiken.
Door Ged. Staten van Limburg is
aan Provinciale Staten voorgesteld
eene belasting in te voeren op rij
wielen, tot een bedrag van 15.per
rijwiel.
De kolonel der genie L. J. H. GijB-
berti Hodenpiji zal, naar men ver
neemt, eerstdaags bevorderd worden
tot generaal-majoor, en is bestemd
om den luit. generaal J. H. Krom
hout, die zijn pensioen heeft aange
vraagd, als inspecteur der genie te
vervangen. In verband hiermee, wordt
ook de kolonel J. F. N. baron Schim-
melpenninck van der Oye, thans op
nonactiviteit, als lid der Eerste Ka
mer, tot generaal bevorderd.
(N. R. Ct.)
De tentoonstelling te Amsterdam
werd Zondag bezocht door 12,400 be
talende bezoekers.
Wielerbaan te Amsterdam.
Ter gelegenheid van de feestelijke
opening der wielerbaan op het ten
toonstellingsterrein te Amsterdam,
welke zooals gemeld is morgen,Woens
dagavond, zal plaats hebben, treedt
dien avond op de „Australian troupe",
een gezelschap kunstwielrijders.
Wereldtentoonstell ng.
Eenige Leidsche studenten, die aan
de maskerade deelnemen zullen in de
vdgende week de tentoonstelling te
Amsterdam bezoeken.
De hoofdpersoon van de Leidsche
Maskerade zal met een gevolg van
ongeveer 50 personen naar Oud-Hol
land komen op Woensdag 26 Juni.
Binnen weinige dagen wordt de
heer Palestrino verwacht, een zeer
bekend advokaat uit Turijn, om het
toezicht te houden bij de uitstalling
van een uiterst belangrijke inzending
van de Kamer van Koophandel in
zijne woonplaats. Deze verzameling,
welk nu voor het eerst zal worden
vertoond, omvat voornamelijk voort
brengselen op het gebied der textiele
kunst, üuweelen en zijden stoffen,
enz.
In Oud-Holland zal op het Markt
plein een houten stellage worden op
gericht, waar kluchtspelen uit de 17e
eeuw worden opgevoerd, onder leiding
van den heer van Kuyk. Voor de eer
ste opvoering op Woensdagmiddag is
gekozenJan Klaesz of gewaende
dienstmaagd, van Thomas Asselijn.
De rolverdeeling is de volgende:
Lijntje, de meid, Mej. Koning; Di-
wertje Gerbrants en Jan Jaspersz.,
vader en moeder van Saartje Jans,
Mevr. WeBterhovenDe Heer en de
heer Wagemans Saartje Jans, vrijster
van Jan Klaesz, mej* J. UdeTjerk
Hendriksz en Stoffel Thijsz, de heeren
Hermans en Grader; Martijntje, een
besteedster, mevr. Kamphuyzen Jan
Klaesz, vrijer van Saartje de heer
RuijsReinier Adriaensz, een kwa
ker, de heer M. van Nieuwland; Grietje
Pieters en Marretje Jacobs twee ge-
bueren, mevr. M. v. Westerhoven en
mej. G. Mulder.
Een nieuwigheid is de lift, waar
mede men, voor een dubbeltje per
persoon, in den linker toren van het
hoofdgebouw kan opstijgen. De heeren
Jan Hamer en Co. hebben hier een
hydraulische lift gemaakt en brengen
tegelijkertijd in den anderen toren een
electrische in gereedheid, welke ook
spoedig in werking zal komen.
Zij, die liever niet zoo hoog stijgen,
kunnen reeds aan de eerste verdie
ping afstijgen en een kijkje nemen in
den hoogen koepel, waar allerlei ver
rassingen zijn. Vooreerst een echo,
als sprekend bewijs van de goede
acoustiek in het gewelf, waardoor een
concert zeer goed zal voldoen. Dan
heeft men aan den voorkant een heer
lijk zitje met een gezicht over het
geheele terrein en aan de overzijde een
kijkje in de Italiaansche afdeeling.
Het panorama daarboven in den
toren, ter hoogte van ruim 38 meter,
is bijzonder fraai, aantrekkelijker nog
dan op den olifant, omdat het over
zicht van de tentoonstelling hier nog
aardiger is. Men kan b.v. in Oud-
Holland neerzien. De groote kerk van
Haarlem is duidelijk te onderschei
den.
De lift, die zeer gemakkelijk loopt
en natuurlijk volkomen ongevaarlijk
is, vervoert vijf personen tegelijk.
Onder de voorname personen, die
de tentoonstelling zullen bezoeken,
behoort, naar gemeld wordt, ook ko
ning Milan van Servië, die in de
volgende maand wordt verwacht
Land bou wtent oon stelling.
Het blijkt dat de van 24 tot 28
Juli a. s. te Arnhem te houden Land
bouwtentoonstelling schitterend zal
zijn. Uit de mededeelingen door de
secretarissen van de verschillende
commiesiën verstrekt, valt met zeker
heid te voorspellen, dat nog nimmer
eene zoo groote verzameling prachtige
paarden, rundvee en landbouwwerk
tuigen tegelijk te zien zal zijn geweest.
De vrees van sommigen, dat de
inzenders zouden worden afgeschrikt
door de bepaling dat het vee drie
dagen en de paarden vier dagen, op
de Tentoonstelling moeten staan,
blijkt geheel ongegrond te zijn geweest.
Uit Friesland zijn prachtige inschrij
vingen gekomen, en ook de andere
provinciën lieten zich bij paarden en
rundvee niet onbetuigd. De collectie
landbouwwerktuigen zal eenig zijn.
Door de massa inzendingen en de
groote zorgen, die vereischt worden
voor zeer goede stalling en voeding
der waardevolle 'Heren, voorden de
kosten zeer aanzienlijk. De commissie
heeft echter, terecht, begrepen, dat
daarop niet bezuinigd mag worden.
Naar het engelsch
van
THOMAS COBB.
HOOFDSTUK VI.
Van Londen naar Castlebridge.
Hij kon niet zien oi haar voorhoofd hoog of laag was,
maar de wenkbrauwen waren gewelfd en gitzwart terwijl de
weelderige krullen, die zich onder haar coquet hoedje ver
toonden, ook donker waren.
,Wie ter wereld is die man?" vroeg Dick tot zichzelf.
„Haar vader hij ziet er niet uit als haar vader, hoewel
hij oud genoeg iB. Haar echtgenoot, dat is meer waar
schijnlijk."
Reeds maakte dit denkbeeld een onaangenamen indruk op
hem. Hij had nog geen kwartier in de nabijheid van die
vrouw vertoefd, binnen twee uur zou hij haar waarschijnlijk
voor altijd verlaten, en toch was de gedachte hem onaange
naam, dat zulk eene schoonheid de vrouw van dien man was.
„Neem mij niet kwalijk mijnheer," zeide deze en haalde
een reusachtige sigaar uit zijn vestzak te voorschijn, „stop
pen wij nog voor Castlebridge
„Te CaBtlebridge en dan niet voor Bathington."
„Zoo, wij moeten te Castlebridge uitstappen. Hebt u er
ook bezwaar tegen?" vroeg hij en wees met een waslucifer
op zijn sigaar.
„Ik volstrekt niet."
„Jij hebt er toch immers ook niets tegen zeide de man
en wendde zich tot zijne gezellin. Wanneer de jonge dame
er iets tegen had mijnheer, wat zou ik dan moeten doen?
Ik zou haar even herinneren aan de bepalingen van de
maatschappij en haar vragen wat die aankondiging doet.
Eene lastige vraag hè Clara Hij lachte luid, wierp zijn
lucifer het raampje uit en vleide zieh gemakkelijk in zijn
hoekje neer. Deze naam trok onmiddellijk Dicks aandacht.
Natuurlijk waren er verscheidene Clara's op de wereld, maar
vervuld als Dicks gedachten waren over eene Clara, schrikte
het noemen van die naam hem op.
„Kent u misschien Castlebridge?" vroeg de man na een
paar onbeteekenende opmerkingen.
„Ik woon daar."
„Dan kunt u mij wellicht inliehten. Ik ben juist uit Parijs
teruggekeerd geruimen tijd ben ik niet in Engeland ge
weest. Castlebridge moet een aardige, kalme plaats zijn, naar
ik hoor."
„Zeker is zij dat," antwoordde Dick en wendde zijn blik
weer zijwaarts.
„Ik houd van een kalm stadje; aan het leven buiten geef
ik de voorkeur. Ik zou wel eens willen weten of u mij ook
kunt vertellen, waar ik zou kunnen rondzien vergeef mij
de vrijmoedigheid naar een optrekje, een klein, gezellig,
gemeubeld huis."
Juffrouw Shambler was gewoon Jessamine Villa iederen
zomer te verhuren en verlangend om den naam van Clara
te leeren kennen en verheugd eene gelegenheid te hebben
haar weer te zien, gaf Dick eene geestdriftvolle beschrijving
van het huis, alsof hij het verhuren moest.
„Wanneer n het goed vindt," besloot hij, „zal ik den koet
sier aan het station mededeelen, waarheen hij u moet bren
gen;" en toen de trein te Castlebridge stilhield, begeleidde
hij zijne nieuwe kennissen naar het stationsplein.
„Ik heb niet het genoegen uw naam te kennen," zeide de
man, terwijl Clara op het punt stond in een rijtuig te
stappen.
„Mijn naam is Forsyth."
„Mijnheer Forsyth, mag ik u dan voorstellen aan mise
Smith miss Clara Smith. Wanneer wij bnren worden, is
het maar goed ook, dat wij op vriendschappelijken voet met
elkaar staan."
Miss Smith boog zich over den hond en het was Dick
aangenaam, dat zij hem niet aanzag. Hij voelde hoe het
bloed hem naar de wangen Bteeg en stond daar, met zijn
hoed in zijne hand, te zeer verbaasd om een woord te kunnen
spreken. Gelukkig keerde haar metgezel ook zijn rug naar
hem toe terwijl hij naast haar plaats nam.
„Mijn naam is Orler Edmund Orler," zeide hij en stak
