M1PLAKBILJETTEN. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Woensdag 26 Juni 1895, No. 3674 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIÈN: J. C. PEEREBOOM. STADSNIEUWS. BINNENLAND, FEUILLETON. Wedder burns Testament. i'2a .!aa HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door bet geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 1-4L, Haarlem. Telnfoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantien. Directeur-Uitgever J. C. PEEBEBOOtt Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ.Paryt 31bu Faubourg Jdontmartre, EliiJPETTEW voor Veilingen ©w Aanbestedingen, voor FeesteiyCi» -beden, Concoiarsen etc na» mes» ter (Stoomdrukkerij vut dit ffiiad (lot hoogst billijken pu Haten drukken. Aieuwste lettersoorten, öpoc dige «ticvering. De Directeur Uitgever Haarlem25 Juni 1895. Naar men verneemt is door den heer T. Figee ontslag genomen als lid van den gemeenteraad. Bij het te Wageningen gehouden eindexamen van den voorbereidenden cursus voor het boschwezen VCII zijn gesl' agd de heeren J. J. Duyfjes en J. Ch. van Schouwenburg alhier. Provinciaal Bestuur. Ged. Staten adviseeren gunstig op requesten voor een vernieuwd sub sidie aan de gemeente Edam voor hare te eken school, aan het pare vac- cinogène te Amsterdam, aan de tim- mergezellenvereeniging „Concordia in ter Nob" voor hare vak teek enschool; verhooging der subsidie aan deze laat ste wordt afgewezen. Voor vijf jaar wordt opnieuw een elage v; n f300.'sjaars aan me vrouw wed. dr. P. Scheltema voorge steld, doch ongunstig geadviseerd op een adres van de Alkmaareche Huis- houd- en Industrieschool om sub- ddie. Verpleging van krankzinnigen Wegens gebrek aan plaats in het gesticht Meerenberg stellen Ged. Sta ten aan Prov. Staten voor, een over eenkomst aan te gaan met het ge licht „C« udewater" te Rosmalen, dat 100 plaatsen voor behoeitige krank zinnigen ter beschikking stelt van de provincie Noordholland f270 per patient, d. i. de kostende prijs van de verpleging van een patient 3e klasse te Meerenberg, benevens f5 voor entréegeld. Bovendien wordt de voor waarde gesteld, dat de provincie voor elke plaats, die zij niet gebruikt f 12,50 per kwartaal betalen zal. De overeenkomst zou worden aangegaan voor 15 achtereenvolgende jaren, aan vangende 1 Januari 1896. De bij den afloop der overeenkomst voor rekening der provincie aanwezige verpleegden blijven in het gesticht tot hun over lijden of ontslag als hersteld, tegen betaling van het alsdan geldend t arief. Een poging van Ged. Staten bij de Regeering om het maximum aantal verpleegden met 50 verhoogd te krij gen, waartoe de ruimte gelegenheid aanbiedt, had geen succes. Kunstnij verheid. Aan het verslag over 1894 van de School en het Museum van Kunst nijverheid ontleenenwij het volgende: Aan 1023 aanvragen om boeken uit verschillende plaatsen van ons land werd voldaanvijfmaal werden verzamelingen van plaatwerken voor lezingen afgestaan en speciale ten toonstellingen van plaatwerken aan gevraagd en gehouden door vereeni- gingen in zeven steden van ons land. Niet minder dan 29 periodieke ten toonstellingen werden in den loop van 1894 gehouden. Teekenvoorbeel den werden geleverd aan zes scholen. Het Museum werd door 10763 perso nen bezocht. Wat de School voor kunstnijver heid betreft, deze werd in 'tafgeloo- pen schooljaar bezocht door 221 leer lingen. Van de mannelijke leerlingen der dagklasse zijn er tien, éen graveur, twee beeldhouwers, twee décoratie- schilderp, twee teekenaars voor kunst- industriëele doeleinden en drie litho- grafen in betrekking gegaan en zijn in hunne maatschappelijke positie zeer goed geslaagd. Slechts aan éen dezer leerlingen, de graveur en stem pelsnijder J. Badenhuyzen, kon het einddiploma der school worden toe gekend, daar deze leerling den vol- ledigen cursus had doorloopen. De drie lithografen wier voorberei dende cursus slechts twee jaar duurt hebben plaatsing gevonden op de fa briek der firma Emrik Binger al hier. Deze leerlingen vervolgen verdqr hunne studiën op den avondcursus en bekwamen zich op de werkplaats in de praktijk. Gedurende de groote vacantie wer den de mannelijke leerlingen van de twee laatste studiejaren op werkplaat sen ondergebracht, alwaar ze met volle tevredenheid van de patroons praktisch werkzaam waren. Voor de minder gevorderden werd de gelegen heid opengesteld gedurende zes weken op de ambachtsschool de handgrepen van het ambacht hunner keuze te leeren en het materiaal te bewerken. Beide maatregelen hebben tot nog toe zeer voldaan omdat de leerlingen daardoor steeds voeling met de prak tijk houden. Twee vrouwelijke leerlingen hebben het examen voor de acte fraaie hand werken, éen voor de acte lager tee kenen en éen het toelatingsexamen voor de Rijks-Normaalschool voor teekenonderwijzers met gunstig gevolg afgelegd. Gedurende de tien jaren dat thans de dagcursus définitief gevestigd is, zijn reeds tal van leerlingen in het praktische lqven getreden en hebben bijna allen zeer goede en lucratieve betrekkingen gekregen een groot ge deelte werd door bemiddeling van den directeur der school geplaatst en wer den tot nog toe slechts enkele teleur stellingen ondervonden, die voorna melijk aan de leerlingen zei ven moes ten worden toegeschreven. De be moeiingen om met bestuurs van werk plaatsen en verdere beoefenaars van het kunstambacht in betrekking te komen, worden dan ook steeds uitge breid, waardoor men voortdurend met de praktijk in verbinding blijft. Een Bannsling in Siberië. Woensdagavond te 8 uur zal in „Felix Favore" alhier optreden de Pool Jacob Koton, die 25 jaar in Si- ber doorbracht en over wien wij reeds vroeger een en ander meldden. Aan een versl ig van zijn optreden uit het Kolni ch Tageblatt ontleenen wij het navolgendeJacob Koton, in 1844 te Lavkowa in Litthauen gebo ren, vereenigde zich als 19-jarig stu dent met andere pooleche studenten, om zijn vaderland van de russische heerschappij te bevrijden. Door een kogel in een gevecht gewond, bleef hij op het slagveld liggen en werd daar door de Russen gevangen geno men na de genezing van zijn wond werd hij te Wilna door den krijgsraad tot levenslange verbanning naar Si berië veroordeeld. Den löden Mei 1864 werd hij met eenige honderde andere politieke misdadigers naar Siberië gebracht en daar in het strengste van den winter, November, ondergebracht in het dorp Helowka. Na twee jaar deed hij een eerste poging om te ont vluchten, maar bracht het niet verder dan Tomsk, waar hij door de politie gevat en naar het dorp Kamüte, in het goevernement Irkoetsk, gezonden werd. Van daaiuit trachtte Koton ten twteden male door de vlucht zich aan de russische tirannie te onttrekken, maar werd in Moskou weer gevat en onder militair geleide naar Wercho- lensk verbannen. Hier woonde hij 4 jaar en bespaarde met zwaren arbeid 1500 roebels. Bij een derde poging tot ontvluchting kwam hij tot Grodno en was juist op het punt de russische grens over te gaan in Duitschland, toen hij door grensbeambten gegrepen en aan het gerecht overgeleverd werd. Als straf werd hij nu naar Tarbo- gotaj verbannen, waar hij opnieuw ging sparen om later nogmaals de vlucht te nemen. Eindelijk, met een vermogen van 4000 roebels die hij door den verkoop van zijn jachtbuit gedurende 17 jaar had bespaard, nam hij ten vierden male ae vlucht en ditmaal met succes". Hoewel hij nu Rusland achter den rug had, waren zijne avonturen nog niet ten einde. Overal werd hij be moeilijkt, nu en dan elders over de grenzen gezet. Naar hij ons zeide, had hij nog pas in Duitschland eenige weken achter slot gezeten, omdat hij zich eenige krasse uitdrukkingen over de russische regeering had veroor loofd. Donderdag a.s. zal alhier eene groote protestmeeting in „Felix Favore" worden gehouden, uitgeschreven door een elftal vereenigingen, tegen het besluit van den Haarlemschen gemeen teraad inzake de adressen betreffende arbeidsduur en minimumloon. Als sprekers zullen optreden de heeren P. Nolting en F. Domela Nieuwen huijs. Bij de politie te Haarlemmermeer is weder aangifte gedaan, dat bij nog meer landbouwers aldaar in den Sloterweg, de staarten der paarden in de weide zijn afgesneden. Een tweede dader is mede gevat en reeds in handen der politie. Kieswet. Het ontwerp-Kieswet is Maandag bij de Tweede Kamer ingekomen. Atjeh. Na het ontvangen van het alarmee- rende Reuter-telegram van verleden Zaterdag, heeft de N. R. Ct. aan haar correspondent te Batavia telegrafisch nadere inlichtingen over den toestand in Atjeh verzocht. In antwoord daarop ontving zij on der dagteekening van Maandag het volgende telegram: Vertrouwbare berichten zijn moeie- lijk te verkrijgen. Volgens officieele tijdingen beschoot de vijand de buitenste forten met granaten. Het alarm, dat het „Bataviaasch Handelsblad" maakt,wordt als buiten sporig beschouwd. Intusschen wantrouwen velen toekoe Djohan. Men zegt dat het leger in Atjeh zeer verzwakt (enfeebled) is. Generaal Deykerhoff weigerde ver sterkingen. Uit dit telegram blijkt, dat de a- larmeerende berichten of beschouwin gen, door een blad te Batavia gepu bliceerd en waarvan „Reuter" zich wellicht tot tolk gemaakt heeft, al daar voor zeer overdreven gehouden worden, en dat generaal Deykerhoff, onze legeraanvoerder in Atjeh, in elk geval geen versterkingen noodig acht. In verband met de mededeeling in den aanvang van het telegram, dat vertrouwbare berichten moeielijk te verkrijgen zijn, zal men ongetwijfeld goed doen ten aanzien van niet-offi- cieele berichten eenige reserve in acht te nemen. Maandag werd te 's Gravenhage on der leiding van den algemeenen voor zitter, den heer L. Zeiler, de 16e jaarvergadering gehouden van de ver eeniging van gepensionneerde onder officieren en minderen. De vereeniging zond een adres van hulde en dank aan den Minister van Oorlog voor de aan de Vereeniging in den persoon van den voorzitter te beurt gevallen onderscheiding door de benoeming tot broeder van den Ned. Leeuw. Aan den Minister is te vens het lidmaatschap van verdienste aangeboden. De Minister verklaarde aan de deputatie, dat hij met trots de onderscheiding aanvaardde en be loofde zijn voortdurenden krachtigen steun. Aan de Kon in innen werd een te legram, houdende betuigiDg van eerbiedige hulde en trouw, gezonden, met heilbede voor Goddelijke bescher ming. Uit de mededeeling bleek, dat de Vereeniging zich ook van andere zijden in voortdurende belangstelling mag verheugen en in bloeienden toe stand verkeert. Een woord van hulde werd gebracht aan de nagedachtenis van den over leden aartsbisschop van Utrecht, Mgr. Snickers, die steeds groote belangstel ling toonde. De aftredende bestuursleden Bik Naar het engelsch THOMAS COBB. 15) HOOFDSTUK IX. Het beaoek aan „The Cedars „Wat zegt de oude Totton er vaD 7" was Wills eerste Traag. „O Totton dringt er op aan om geheel in den vorm te werk te gaan...." „Natuurlijk; dat is met het oog op de kosten. De oude Wedderburn heeft daaraan gedacht; hij kende Totton, daarom heeft hij jou tot zijn executeur benoemd. Het verbaast mij, dat je die zaak al niet reeds lang hebt geregeld." „Ik vermeen dat ik het ook reeds had moeten doen," stemde Dick toe, „maar ik wil Totton liever niet tot zooveel spoed aanzetten en bovendien is het toch ook maar een gril van Orler. Er is geen enkele begrijpelijke beweegreden te vinden waarom hij geen zaakgelastigde zou kunnen ge bruiken." „Wanneer Wedderburn mij zijn geld had nagelaten (ware dit maar het geval geweest I) dan zou je toch zeker niet ver wacht hebben,datik een zaakgelastigde in den arm zou nemen?" „Niemand zou ook je identiteit betwisten." „Ik had niet uit je begrepen, dat je de identiteit van miss Smith betwisttet," antwoordde Hendry, vleide zich achter over in zijn stoel en strekte zijne lange beenen uit, terwijl hij Dick scherp aankeek. „Ik betwist ze niet." „Je bent mij le onbegrijpelijk beste vriend," zeide Hendry. „Ik geef het op. Het is gelukkig eene zaak geheel buiten mij om, maar ik meende dat Wedderburn je nog bizonder gewaarschuwd had tegen de handelingen van den ouden Totton en je had gezegd op je eigen verantwoording te han delen. Een prachtig denkbeeld I waarom trouw je niet met het meisje en behoud de erienis voor jou Je hebt gezegd, dat zij goed voor den dag kau komen." „Goed voor den dag komen I" riep Diok uit en gaf eene geestdriitige beschrijving van Clara's bekoorlijkheden, zooals men zich licht kan voorstellen. Later op den dag ging hij met Hendry den tuin in en stelde hem voor. „Aangenaam kennis te maken, mijnheer Ik heb den naam van uw vriend niet goed verstaan mijnheer Forsyth." „Hendry William Hendry." „Het is mij zeer aangenaam mijnheer een vriend van mijnheer Forsyth te ontmoeten. Kom ons vanavond eens opzoeken met mijnheer Hendry, Forsyth. Wij zijn maar een voudige menschen en n moet met een eenvoudige ontvangst tevreden zijn. Laat ons zeggen ten acht ure." HOOFDSTUK X. Na het concert. „Mijnheer Hendry," zeide Orler dien avond, „het zal maar beter zijn dat u naar het concert gaat in mijne plaats. U kunt mijn toegangskaart met genoegen krijgen. Ik laat mij niet gaarne in eene warme, bedompte zaal opsluiten al ware het om Sims Reevers in eigen persoon te hooren." „Maar u hebt beloofd om te gaan," riep Clara nit en ver toonde een teleurgesteld gelaat, terwijl zij zich van Diok tot Orler wendde. „Ik ben bang, dat ik niet zal kunnen gaan," antwoordde Hendry. „Vrijdag moet ik vertrekken en om u de waarheid te zeggen heb ik te Castlebridge slechts de kleeren die ik nu aan heb." „Dan weet ik nog wat anders mijnheer Hendry," riep Orler uit. „U en ik zullen den avond thuis gezellig door brengen, terwijl deze twee jongelui naar het concert gaan. Dan kannen wij na hun terugkeer gezamenlijk sonpeeren." Niet zonder eenige tegenwerpingen van Clara werd deze schikking ten slotte vastgesteld en vooral Dick betreurde het niet, dat Orler hen niet zou vergezellen. Toen hij den volgenden avond even voor acht nnr de zit* kamer binnentrad, trof hij daar alleen Clara aan, die op hem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1