NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jatirgaag Vrijdag 28 Juni 1895. No. 3676 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. Arrondissements-Rechtbank FEUILLETON Wedderburns Testament. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 14:. Haarlem. Telefoonnummer 122. van 1-5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onxe agenten en door alle boekhandelaren en courantiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE dt Co., JOHN F. JONES, Snee., Parys 31 bit Faubourg Montmarfro Haar em, 27 Juni 1895. Vrijdagavond vergadert de Neutrale Kiesvereeniging „Burgerplicht", ter bespreking van den a. s. verkiezing voor leden? van de gemeenteraad en tot benoeming van een vice-president. Boottocht van gpuit 10. Woensdagmorgen om 8% uur verga derden de leden van spuit 10 aan de 'Kaasmarkt om vandaar uit eenen tocht met de boot naar Leiden te ondernemen langs de Crucquis en door het Braeemermeer. Zij hadden het dit jaar dubbel en dwars ver diend door de vele branden, die zij dezen winter hadden gebluscht. De stemming was zoo vroolijk mogelijk sn werd geen enkelen keer verstoord. In Leiden aangekomen zijnde, stoom den zij door naar de Vink, eene uit spanning niet ver van Leiden. Daar stapten zij uit, waar de heer L. een kiebje van de tochtgenooten maakte. Daar werden eenige wedstrij den gehouden, die niet alleen door de leden van spuit 10 bijgewoond werden, maar ook door een bruilofts partij, die ook toevallig aan de Vink afgestapt was. Natuurlijk waren de leden van spuit 10 dadelijk de beste maatjes met hen en het ging dan ook maar van patertje langs den kant en toen het oogenblik van scheiden daar was had het bestuur eene moeielijke taak, want het beviel den jongelui van de 10 daar nog zoo goed. Van daaruit ging men terug naar Leiden met de boot om daar het diner te gebruiken in hotel Liond'Or. Om 7% uur werd de terugtocht aanvaard en om 11 uur waren de brandweer mannen weer in hunne oude woon plaats terug. Deze dag behoort weer tot het ver leden, maar toch kan ik niet nalaten een woord van dank te brengen aan het bestuur van de vereeniging Spuit 10 en aan den kaptein, daar door hunne zorgen de dag zoo uitstekend geslaagd is, ook aan den heer Van S. want „Orde moet er wezen". D. Een eigenaardigen aanblik leverde Woensdagavond de groote zaal in „Felix Favore". Slechts een der bal lon-lichten het dichtst bij het too- neel brandend en daardoor een eigenaardig licht verspreidend over de zaal vol leege stoelen. Op het podium de heer Jacob Koton, de ont vluchte balling uit Siberië, sprekend jn een eigenaardig, om niet te zeggen I eel ijk duitsch en in een eigenaardi gen stijl, tot zijn gehoor, dat de voorste twee rijen stoelen gedeeltelijk had bezet, over zijne lotgevallen gedurende zijn vijf en twintigjarige ballingschap in Siberië. Onder dat gehoor, hetwelk het bescheiden cijfer van tien helaas niet had kunnen bereiken, ressorteer den nog wel twee verslaggevers en drie politiemannen. De lotgevallen van den heer Ko ton, dezen avond door hem behan deld, hebben wij reeds in het kort beschreven in het nummer van 26 dezer. Men heeft kunnen lezen dat hij tot viermaal toe heeft getracht, waarbij drie keer te vergeefs, uit Si berië te ontvluchten, bij welke pogin gen natuurlijk groote hinderpalen waren uit den weg te ruimen, wel een bewijs voor 's mans energie. Dat hij zich Woensdagavond ook niet zoo spoedig liet ontmoedigen bleek wel hieruit, dat hij ondanks de bedroe vende opkomst, toch voor het kleine getal aanwezigen optrad. Vrijdagavond zal de heer Koton nogmaals eene voordracht houden in „Felix Favore". Wie hem gaat hooren zal zijne komst zeker niet betreuren. De spreker is eene sympathieke persoonlijkheid en hetgeen hij weet mede te deelen over rwsische toestan den in Siberië, vooral waar het betreft de beschrijvingen van de wijze van escorteeren van bannelingen en van het stelsel van den z. g. vrijen dwang arbeid in Siberië, is wel in staat om de toehoorders te boeien. Men ga den heer Koton dus Vrijdagavond eens hooren. Zitting van Donderdag 27 Juni. Voor de rechtbank werd heden morgen eene hoewel niet zeer belang rijke, dan toch hoogst eigenaardige zaak behandeld. C. J. van Heijtveld, oud 38 jaar, alhier wonende, was gedagvaard ter zake van aan den avond van den len Juni jl. aan den openbaren weg op de Riviervischmarkt, tegen den aldaar wonenden winkelier den heer L. Zwart- ser de beleedi ende woorden „dief en afzetter" te hebben gebezigd. Op verzoek van den ambtenaar van het O. M. las de griffier een schrif telijk beklag voor door den heer L. Zwarteer aan den heer Mr. Joh. P. van Outeren gezonden, waarin genoemde heer o. m, zeide „dat de politie willoos of krachteloos was, om aan het schan daal op den len Juni een einde te maken.'" Hierna ving het getuigenverhoor aan. De heer L. Zwarteer zelf werd het eerst gehoord, die alles uitvoerig mededeelde, wat op den len Juni bij hem was geschiedt. Bekl. was bij hem komen aanschellen, waarop hij ge opend had en zij den winkel was binnengetreden,hem een gescheurd pak latende zien, zeggende„Is dat een pak". Get. had gezegd daar het voor hem sabbath was„Kom van avond, dan kan ik met je praten." Op de vraag van den president, of get. op den sabbath ook niet eene overeenkomst mocht sluiten, gaf hij een ontken nend antwoord. Ook dat was handel drijven. Bekl. was op straat gegaan, waarop een oploop ontstond. Ook get. was hierna op straat ge gaan, om de politie te gaan halen. Toen de vrouw hem echter wilde ver gezellen vervulde hij dit voornemen niet. Zij schold hem toen uit voor „dief*' en „afzetter." Mej. van Heijtveld kreeg thans het woord. Een stroom van woorden vloeide uit haren mond. Zij had niet „dief" gezegd, wel „afzetterij," want afzetterij was het een pak te verkoo- pen dat haar f20 had gekost en dat er thans zoo gescheurd uitzag. Te zeven uur was zij in den winkel ge weest en twee uren had zij heen en weer geloopen, zoodat ze eerst te 9 uur thuis was. De 2e getuige, F. L. de Vries, ver klaarde niet het woord „dief," maar wel dat van „afzetter" gehoord te hebben. Mej. de Vries eveneens. Getuigen E. Swart en S. M. Mok daarentegen zeiden de beide woorden „dief" en „afzetter" gehoord te heb ben. Thans vroeg de beklaagde, waar om er aileen geloofsgenooten van Z. waren gehoord. De voorzitter antwoordde haar, dat ze dat aan den officier moest vragen. Bekl. was tamelijk brutaal en ging voort, „Zwartser heeft ook mij belee- digd, ook dat kon Mok gehoord heb ben." Mok, daaromtrent door den presi dent ondervraagd zijnde, gaf ten ant woord, dat hij daarvan niets gehoord had. Thans kwam de ambtenaar van het O. M. aan het woord. Z. E. Gestr. wees er o.a. op, hoe in een hier ter stede verschijnend dag blad ook zelfs was geklaagd over het optreden van mej. van Heijtveld. Zooals de lezers kunnen weten, be doelde de ambtenaar van het O. M. een ingezonden stuk in ons nummer van Woensdag 5 Juni. Hij meende dat het gedrag van beklaagde hoogst onbetamelijk, ongeschikt en strafbaar was. Zwartser had gezegd, kom na negen uur terug. Waarom was bekl. toen niet teruggekomen? Het was om Z. te beleedigen. Beklaagde had gevraagd, waarom alleen geloofsgenooten van Z. als ge tuigen waren opgeroepenomdat hun getuigenis voldoende was. Beleediging was strafbaar, volgens art. 266 wetboek van strafrecht, daarbij kon eene geldboete of gevangenisstraf worden toepast. In dit geval was ech ter gevangenisstraf noodzakelijk. De eisch was 14 dagen gevangenisstraf. Uitspraak 11 Juli. Te Beverwij k werden ter inschr ij ving in het paarden-stamboek aangeboden 13 paarden, waarvan 8 werden aan genomen en 5 Aan den conducteur der artillerie D. Blok te Haarlemmerliede, werd heden de gouden medaille en f 50 uitgereikt voor 36-jarigen militairen dienst. De twaalfde of laatste deur van de nieuwe groote schutsluis te IJmuiden, is Woensdag met goed gevolg inge- hangende bokken, die daarbij dienst deden, waren met de vaderlandsche driekleur versierdde machinerieën voor de electrische beweging zijn ge steld, zoodat welhaast de officieele proef genomen zal worden. Velddag van het Leger des Heils. II. Nadat wij gisteren ons verslag had den geschreven, hadden wij, voordat het gemeenschappelijk déjeuner begon, nog even den tijd een kijkje op het terrein te nemen. De beschrijving van wat daar zooal te zien was, dat met het Leger in verband staat, volgt hieronder Eerst zagen wij een tent, waarin in de reddingshuizen gemaakte goederen tentoongesteld waren, die ook ver kocht konden worden zakdoeken met insigne van het Leger, gehaakte en geborduurde kleedingstukken enz. Zulk een geborduurde zakdoek kostte slechts 35 ets. Velen zullen er wel licht een als eene gedachtenis aan aezen 3en velddag mede hebben ge nomen. Dan eene woning, waarin officieren van het barmhartigheidswerk vertoe ven. Vervolgens de woning van een dronkaard, geheel volgens de werke lijkheid afgebeeld. Het behangsel hing gescheurd langs den wand, een oude jeneverflesch en eene kruik stonden op de tafel, en een kapotte stoel maakte het ameublement vol tallig. Bepaald |was deze woning ty pisch. Verder was ook de afdeeling van het maatschappelijk werk hoogst eigenaardig. Daar was een schoenma ker in zijne werkplaats, schoenen zittende te lappen, eene witwerkers- werkplaats met de voortbrengselen daar vervaardigd, een vertrek bevat tende manden oud papier, een waarin bosjes hout werden vervaardigd, een eetzaal met een kok en zijne gereed schappen, terwijl langs de boomen bus sen hingen, met het opschrift: „Helpt ons maatschappelijk werk." Achter deze afdeeling lazen wij „Verbeter den mensch, dan verbetert gij de maatschappij." Eindelijk zagen wij nog eene afdee ling, waarboven stond „Handel. Alle winsten komen ten bate van Gods werk." Daar kon men de „de wijde wereld", het bekende boek van gene raal Booth en verder alle op het ge bied van het Leger betrekking heb bende brochures, be evens enkele kleedingstukken van heilsoldaten koo- pen. Thans brak het oogenblik van het dejeuner aan. Het was een recht gezellige maal tijd de deelname was zelfs zoo groot, dat de pers zich een oogenblik op het gras in de overdekte tent moest neer- vleien wat echter aan de gezellig heid geen afbreuk deed, ja die eer ver hoogde. Te 12 30 had een algemeene bid stond plaats, in verschillende briga des. Het is bij het Leger gewoonte, wanneer eenige heilsoldaten bijeen zijn, op dat tijdstip samen te bidden. Zoo ook hier De volgende twee bijeenkomsten hadden van 1—2 uur plaats. 1. Demonstratie van het Maatschap pelijk-, Beddings- en Barmhartigheids- werk op platform B, geleid door Ma joor Govaars. 2. Demonstratie van het Handels- Departement op platform C, geleid door Stafkapitein van Rossum. Wij woonden geen van deze bij, maar eene andereHet groote muziek- en zangfeest. De muziekkorpsen Den Haag I, Amsterdam I, Utrecht, Dordrecht, Goes en Ierseke, benevens de zangko ren van den Haag I, Amsterdam I en Utrecht hadden zich in het midden der tribune, die 500 personen bevat ten kon, en door dakloozen vervaar digd was, opgesteld. Aan den rechter kant namen de kinderen, (jonge strij ders) leden van den Liefdebond, met hunne banieren en vlaggetjes plaats, aan den linkerkant vrouwelijke ka- detten en vrouwelijke officieren. Toen allen goed en wel gezeten waren, kwam de kolonel met mevrouw Oliphant aan. Mevrouw Oliphant 17. Naar het engelsch van THOMAS COBB. HOOFDSTUK XI. Totton handelt op eigen verantwoordelijkheid. „Dan wil ik er op wedden," zeide Hendry lachend, „dat je dien ouden Totton tot haast zult aans-poren, zooals nog nooit het geval met hem is geweest. Wanneer je naar zijn kantoor gaat, loop ik zoover met je mee." Zij namen voor het kantoor afscheid en Dick trad het particuliere vertrek van Totton binnen. „Zoo Forsythzeide Totton en stond voor zijne schrijf tafel op, met een gelaat zoo frisch en gezond ale ooit, „was het Hendry's stem, die ik daar hoorde?" „Ja, hij gaat juist naar Londen. Ik kwam u spreken over het testament. Het wordt dunkt mij zoo langzamerhand tijd, dat deze zaak wordt geregeld." „Zooals je weet Forsyth, hangt dat niet van ons af. Neem sen stoel," zeide hij en wreef zijne handpalmen tegen elkaar terwijl Dick plaats nam in den cliënten-stoel naast de schrijftafel. „Maar toen mijnheer Wedderburn mij tot zijn executeur benoemde," gaf Dick ten antwoord, „was het zijn wensch, dat ik zijn laatBten wil zou uitvoeren. Hij wilde, dat ik de erfenis aan zijne nicht zou overdragen zoodra ik haar opge spoord had." „Juist," zeide Totton. „Daarom behoorde ik geene bezwaren te maken." „Je hebt ze niet gemaakt." „Evenmin heb ik de nalatenschap overgedragen." „Je hebt alles gedaan wat je tot dusverre hadt kunnen doen," zeide Totton met opgetrokken mondhoeken. „Je hebt Orler op de hoogte gebracht van de omstandigheden en nu blijft hem nog over de identiteit van de jonge dame te be wijzen." „Wie kan haar aanzien en er nog aan twijfelen?" vroeg Dick en leunde voorover in zijn stoel. „Wanneer oplichters er altijd als oplichters uitzagen, dan zouden er geen bedriegerijen meer plaats hebben Forsyth." „Wij zouden tijd kunnen uitwinnen," zeide Dick en stond ongeduldig op, „wanneer ik u mededeel dat ik met miss Smith ben verloofd." „Goede hemel I het is toch niet waar," zeide Totton en word plotseling zeer ernstig. „Wel, wel, wat heb je je zelf misleid. Ga zitten Forsyth. Dat ziet er ernetig uit zeer ernstig. En wat heeft Orler er van gezegd?" „Hij heeft voorwaardelijk zijne toestemming gegeven en de bepaling gemaakt, dat do nalatenschap op misB Smith8 eigen naam moet worden overgeschreven. Hoe eerder het geld in haar bezit is en de schikkingen zijn getroffen, des te beter," vervolgde Dick onetnimig. „Er ie reede tijd genoeg verloren gegaan. U zult het mij niet kwalijk nemen mijnheer Totton, dat ik openhartig Bpreek, maar ik wilde weten of u bereid zijt onmiddellijk de zaak ter hand te nemen. Ik zou zeer gaarne willen, dat u de verschillende schikkingen op u naamt, maar in ieder geval moet met de uitvoering onmid dellijk een begin worden gemaakt." „En wanneer de werkzaamheden zijn afgeloopen en de overdracht heeft plaats gehad zonder een enkel onderzoek dan zal natuurlijk het huwelijk onmiddellijk worden geslo ten?" vroeg Totton zacht. „Dadelijk nadat alle wettelijke schikkingen zijn afgeloopen." „De zaak iB dns, dat je de overdracht wenscht te bespoe digen in het vooruitzicht op deze belooning?" „Ik breng slechts de laatste wenschen van mijnheer Wed derburn ten uitvoer," zeide Dick. „Natuurlijk zal ik ook voor mijn eigen geluk zorgen. Dat zou mijnheer Wedderburn ook gewenscht hebben. Ik had, het ie waar, eerder moeten han delen. Maar wanneer u mij verzekert de zaak in handen te willen nemen dan vertrouw ik, dat u geen tijd verloren znit laten gaan." „En wanneer ik je die verzekering niet geef," antwoordde Totton vroolijk, „dan ga je je elders vervoegen. Dat is in ieder geval openhartig genoeg. Welnu," voegde hjj er bij na een oogenblik te hebben nagedacht, „ik ben bereid om de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1