NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Ie Jaargaug ZaterJag 29 Juni 1895, No. 3677 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. FEUILLETON Wedderburns Testament. AARLEMTS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1>20. Franco door bet gebeele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 3L^1=9 Haarlem. Telefoonnamiiier 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantieri. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOUL Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale dë Publicité Etrangère G. L. DAUBE dt Co., JOON F. JONES, Smcc., Pari/t 3\bi* Favbourg Montmartre: Bijvoegsel van het blad dat r dag avond verschijnt, zal bevatten HalfblanJcs-heer. Haarlemmer f.etjes CCXLII. Binnen- <n mlandsche berichten. Varia. rtenti'èn. Haarlem28 Juni 1895. Kon. Beslj is de medaille, we verdiensten ten opzichte van 's verzamelingen van wetenschap ;unst, in zilver toegekend a^,n den H. W. Groll, alhier, ter zake van ;ian het Herbarium bij de rijks- ersiteit te Leiden ten geschenke eboden Iraaie verzameling van 86 ellen van Indische planten. luit.-k oionel A. P. Klercq. van reg. inf. te Bergen op Zoom, optreden als voorzitter der com- belast met het afnemen van ndexamen aan de militaire school leerlingen van het oudste stu- aar der militaire school vertrok- Donderdag, onder geleide van kapitein B. W. Mensing, naar cht, tot het bezichtigen van en- nabij die plaats gelegen forten ndere versterkingen. Koloniaal museum. het Koloniaal museum te Haar- zuilen gedurende eenigen tijd )ongesteld zijn 78 fotografiën van ihten in Atjeh en van de bevolking Deze fotografiën werden in der aan het museum aangeboden door iraal K. van der Heyden. verband met cte toenemende be- king en het grooter aantal inge stion, die om eene of andere a.an- ^enheid zich op het Raadhuis >en te vervoegen, is heden in nik gesteld in de vestibule eene enaamde portiersloge, waarin de gaarder aanwezig is, om, zoo noo- belanghebbenden in te lichten, r zij wezen moeten. De ingang door kleine deur naast de klok en die sfc de hooge trap zijn vervallen, pat de toegang uitsluitend is door Ideur van den gevel, waarin het d „Justitia" is geplaatst. |onderaagmiddag te vier uur werd den architect J. H. Welsenaar, er aanbesteed let bouwen van 15 burger wonin- op een terrein gelegen aan de mhertstraat en Brouwerskade al en schreef op drieërlei wijze in a. jens bestekb. volgens 1 M. lan- c. volgens zonder verandah. Braakenburg a. f68200, b. f65700; Beccari a. f 68820, b. f 66000, c. f 74820 Giebels en Van Servellen a. f66285, b. f 64085, c. f72785 Van Es a. f 67658; b. f69588, c. 165766; Van Zanten a. f69160, b. 167031, c. f75300; Rei- nierse a. f 67593, b. f69793, c. f65993 De Jong a. f 69990, b. f 72900, c. f 66600, Verkoren a. f64337, b. f66893,c.f61687; Zuithof a. f 67100, b. f73300, c. f64800. Ambachtsschool. Heden Vrijdag te 2 uur werd de j aarlij ksche ledenvergadering gehou den van de Ambachtsschool te Haar lem. Aan het door den secretaris, den heer G. L. van Lennep, uitgebrachte jaarverslag ontleenen wij het vol- Met het derde jaarlij ksche verslag kan het bestuur der Ambachtsschool inet voldoening vermelden, dat de al- gemeene stand van zaken de school betreffende bevredigend is. De verschillende subsidiëeerende lichamen hebben van hunne bijzon dere sympathie doen blijken door de subsidiën te verhoogen en het mag verwachten, dat Haarlem's ingezete nen evenmin achter zullen blijven de Ambachtsschool financieel en moreel te steunen. De rekening over het jaar 1894 is goedgekeurd door Z. E. den Minister van Binnenl. Zaken bij missive van 4 April 1895. Deze rekening sloot eigenlijk met een batig saldo van f 1378,91 welk saldo echter is overgeschreven op re kening van het fonds tot uitbreiding van het gebouw en den inventaris, voor restitutie van voorgeschoten gelden tot dekking van het te kort op den dienst van 1893. De begrooting voor 1895 voor in komsten en uitgaven geraamd op een bedrag van f14950.werd goedge keurd door Z. E. den Minister van Binnenl. Zaken bij missive van 23 November 1894. Het Rijk verleende voor den dienst 1895 eene subsidie van f7000. terwijl de Provincie uitzicht gal voor de jaren 1894, '95 en '96 een subsidie van f 2000.te geven, mits de gemeente Haarlem die jaren eene subsidie van f3500.zou bijdragen. Dit laatste is tot stand gekomen, zoodat het bestuur zich in de ver hooging van drie subsidiën mag ver beugen De heer P. van Erkel nam om redenen van gezondheid zijn ontslag als directeur en in zijn plaats is be noemd de heer J. Temme, te Am sterdam. Op 31 December 1894 bedroeg het aantal leerlingen 68, verdeeld als volgt le 2e 3eleerj. Tot. Timmeren 8 6 3 17 Meubelmaken 2 2 3 7 Smeden (vuur en bankw.) 10 8 11 29 Huisschilderen 4 6 5 15 daarvan wonen 8 buiten de gemeente Haarlem. Gedurende den cursus verlieten eenige leerlingen, om verschillende redenen de school, terwijl in April der tien eervol ontslagen werden. Zij ontvingen heden een diploma en bovendien werden aan de timmerlieden en den meubelmaker het door hen gebruikte stel gereedschap en aan de smeden en huisschilders eenige voor werpen, die zij bij de uitoefening van hun vak moeten gebruiken, uitge reikt, bovendien kregen zij de door hen gebruikte passerdoos ten ge schenke. De voorz. hield daarbij eene toe- De timmerlieden, de meubelmaker en de huisschilders vonden allen on middellijk eene goede plaatsing bij bazen; met de smeden giug dit echter minder vlug. Het plan bestaat, met het oog op gemakkelijker plaatsing vinden voor vertrekkende leerlingen in het vervolg de cursus niet met ulto. April, maar wat vroeger b. v. 15 Maart te doen eindigen. Voor particulieren wordt niet ge werkt, wel voor bazen, tegen vergoe ding van den marktprijs, na aftrek van een zeker percentage voor winst derving, doch alleen als het uit te voeren werkstuk in het leerplan te pas komt, aangezien op den voor grond blijft staan, dat het aan te nemen werkstuk in de eerste plaats een „leerstuk" moet zijn. Als bestuurslid werd herkozen de heer H. J. Geijl JCzn. Tot leden der financieele Commissie voor 1895/96 werden gekozen dehee- ren A. Ritsema, M. W. Savrij en J. C. Peereboom. Den llden Juli zal een boottocbje worden gehouden met de leerlingen der 2 hoogste klassen en de 13 die het diploma ontvingen, om de tentoon stelling te bezoeken. Het aantal leer lingen is met 42 toegenomen en be draagt thans 86. Na sluiting der vergadering bezich tigden de aanwezigen de werkstukken der leerlingen. voortdurend wangedrag; met briefjes van ontslag uit den dienst verwijderd. De toestand van Johannes Kwast in het St. Elizabetsh Gasthuis alhier verpleegd wordende, was hedenmorgen zeer bedenkelijk. Heden, Vrijdagmorgen, zijn weder twee soldaten van het 4e Regiment Infanterie alhier in garnizoen, wegens Groote protestmeeting. Donderdagavond werd in „Felix Favore" de openbare protestvergade ring gehouden, die wij in een onzer vorige nummers hebben aangekondigd. De zaal was stampvol. De voorzitter, de heer Sprengere, de vergadering openende, deelde mede, dat Woensdag avond van den heer P. Nolting be richt was gekomen, dat hij dezen avond verhinderd was hier op te tre den. In zijne plaats zou optreden de heer S. de Vries Czn., voorzitter der afd. „Patrimonium" te Zaandam. Hierna werd den heer F. Domela Nieuwenhuis het woord gegeven, die er aan herinnerende dat het niet de le maal was dat de behandeling van maximum arbeid en minimum loon in den Haarlemscben gemeenteraad was behandeld, de memorie van toe lichting betreffende deze zaak van den burgemeester besprak. Spr. meende, dat de heer Boreel voor een burge meester al bijzonder veel gevorderd was. Ook het debat in den gemeente raad werd uitvoerig besproken. Voorts drong spr. op krachtige organisatie aan, mededeelende, dat men zelfs met een 8 urigen arbeidsdag niet te vreden zou zijn; dat was men eerst, wanneer de gemeenschap leefde van den opbrengst van den arbeid. Dat is bet groote doel, daarvoor moest ook het middel van maximum arbeid en minimum loon dienen. Met een drin gend verzoek om op den ingeslagen weg voort te gaan, zich steeds meer te organiseeren en te protesteeren tegen de afstemming van het bekende voorstel, opdat de burgemeester, zich door het proletariaat zou gesteund voe len, eindigde spr. zijne rede. Nu sprak de heer S. de Vries Czn. enkele woorden. Spr. deelde o. a. mede wat de ge meenteraad van Zaandam had gedaan, toen daar ook een adre3 over maxi mum arbeid en minimum loon van Prof. Drucker was behandeld; besprak enkele bezwaren, die de „conservatieve heeren" tegen maximum loon en minimum arbeid hadden ingebracht en hoe „Patrimonium" daaromtrent dacht. „Patrimonium" had in haar sociaal program daaraan een artikel gewijd, waarin zij de wenschelijkheid had uitgesproken, dat van overheids wege bepalingen betreffende maximum arbeid en minimum loon werden in gevoerd. Ten laatste zeide spr. het te betreuren, dat de Haarlemsche ge meenteraad niet het voorstel had aangenomen, waardoor a. tenminste in den toestand der gemeentearbei ders eenige verbetering zou zijn aan gebracht, b. den particulieren een uitmuntend voorbeeld zou zijn gege ven, c. iets gedaan zou zijn tot het verbeteren der maatschappelijke toe standen, die dringend verbetering be hoeven. Mededeeling werd gedaan, dat een brief was ontvangen van het bestuur van de afd. Haarlem van den Meu- belmakersbond, die hare instemming met deze vergadering had te kennen gegeven en gelegenheid tot debat gegeven, waarvan niemand gebruik maakte. Vervolgens las men eene motie voor, die voorat in eene bestuursver gadering opgesteld en van den vol genden inhoud was De groote openbare vergadering gehouden den 27en Juni 1895 in de groote zaal van Felix Favore, ge hoord de inleiding en de daarop gevolgde debatten over het voorstel door den particulieren arbeidsraad bij den gemeenteraad alhier ingediend om in bestekken van gemeentewerken op te nemen bepalingen, betreffende arbeidsuur en loon der arbeiders; besluit alle pogingen in het werk te stellen om de arbeiders te organiseeren om zelf te arbeiden aan de verwezen lijking hunner eischen." De heer Modo stelde op deze motie een amendement voor, waarvan de strekking was te zorgen dat men andere leden in den gemeenteraad kreeg in de plaats van hen die thans tegen het bekende voorstel hadden Een levendig debat ontspon zich thans. De heer Jac. Post steunde het amendement Modo. Men moest voor die mannen in den raad, die weinig rechtsgevoel bezitten, anderen kiezen. De heer Hofland drong op krachtige organisatie aan, daar men thans nog geen algemeen kiesrecht had. Men moest niet op den steun van den gemeenteraad rekenen, maar op eigen krachten. Een ander spreker, de Groot, achtte de motie van het bestuur voor allen aannemelijk, voor hen, die heil van eigen krachten wachten en voor hen, die liever staatsmacht hebben. Nog vele anderen spraken enkele oogen- blikken. Ten slotte ging men tot stemming met handen opsteken over. De meerderheid was voor de bestuurs- motie, zoodat die is aangenomen; slechts een tiental was voor het amen dement Modo. Nac.r het engelsch van THOMAS COBB. HOOFDSTUK XH. Over kapitein Burton. Wanneer dit zich herhaalt," zeide hij, daar Evelyn te zeer de war was om de waarheid te verzwijgen, „dan liggen gevolgen voor de hand. Nog zulk een aanval zou de laatste men zijn. Wanneer u wenscht dat uwe moeder blijft leven, moet zij beschermd worden. Ik spreek zoo duidelijk mo- jk; het is noodzakelijk. Wanneer de bezoeken van dien a mevrouw Gordon zoo geducht aandoen, dan moet u ze koste wat het wil beletten. Laat uwe moeder hem niet er onder de oogen krijgen." loe moest zij zijne bezoeken beletten Wat kon zij doen hem te beletten weer te komen. Deze vragen richtte zij haaldelijk tot zichzelve nadat de dokter vertrokken was. was een moedig meisje bereid om alles te doen wat in fe macht was en vast besloten om alles te doen wat eene herhaling van dit ongeval zou voorkomen. Zij wilde slechts weten wat het beste middel was. Plotseling stond zij op en drukte hare handen tegen hare oogen als om hare tranen met geweld tegen te houden. „Ik zal hem opzoeken," zeide zij half overluid. „Wie hij ook moge zijn, ik zal tot hem gaan. Ik zal hem smeeken ons met rust te laten. Ik scheen eenigen invloed op hem te hebben. Ik ga hem opzoeken hem bewegen Castlebridge te verlaten." Intusschen had Sprowle geseind te zullen komen en Totton bleef laat op zijn kantoor om op hem te wachten. Te zes ure trad hij binnen een flink gebouwde man, met een rond gladgeschoren gelaat, uitgezonderd eenige haren onder zijn onderkin. Hoewel van middelbaren leeftijd en middelbare lengte had Sprowle nog de houding van iemand, die onder dienst is geweest. Zijn zwarte pandjas was over zijne borst los geknoopt, zijne korte dikke beenen waren gehuld in een grijzen pantalon. Hoewel zijn gelaat opgezet, zijn neus bij den wor tel gebroken was en scheef stond, en zijne lippen dik waren vergoedden zijne kleine, heldere oogen zijne minder fraaie gelaatstrekken. Toen hij het kantoor binnentrad scheen hij met een blik Totton en alles wat het vertrek verder bevatte te hebben opgenomen. „Herinnert u zich het zaakje dat wij vroeger al eens met elkaar hebben gehad mijnheer Sprowle?" zeide Totton toen de detective plaats had genomen op den cliëntenstoel en zijn hoogen hoed tusschen zijne voeten neergelegd. „In September '83 mijnheer," antwoordde Sprowle, zoo snel mogelijk de woorden uitsprekende. „Juist. Welnu,' ik heb iets anders voor u," en hij deed hem het verhaal over Wedderburns testament. „In werke lijkheid," besloot hij, „heeft er nog geen opeisching plaats gehad. Indirect is er reeds veel gedaan om de erfenis te be machtigen. Forsyth heeft zich door de zoogenaamde Clara Smith eheel laten inpalmen en heeft mij gelast om de na latenschap onmiddellijk aan haar over te dragen. In overeen stemming met de bepalingen van het testament zijn reeds verscheidene van Wedderburns geldbeleggingen verkocht; een groote som gelds verscheidene duizenden ligt gedepo neerd in de bank. Niets belet Forsyth om deze som te over handigen wanneer hij maar wil aan den eersten den besten eischer, die hem bevalt. Ongelukkigerwijze bevalt deze vrouw hem maar al te goed. Er schijnt geen twijfel te bestaan dat William Smith in 1871 overleden zou zijn in Orlers hotel. Niettemin volgt daaruit volstrekt niet dat de man, die Jessamine Villa bewoont, werkelijk Orler is. Ik wantrouw Hendry en om te beginnen zou ik gaarne willen, dat u de quitantiën, waarover ik gesproken heb, naamt en zijne na sporingen weer van het begin af herhaalt." Sprowle nam de quitantiën, beloofde geen tijd verloren te laten gaan en vertrok. „Nu heb ik alles gedaan wat ik kon," zeide Totton toen hij huiswaarts keerde. „Wanneer het een bedriegerij is, dan is Sprowle de man om die aan het licht te brengen. Ia dat niet het geval, dan moet Forsyth zich maar op zijne manier als een dwaas aanstellen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1