Toor roze ïeisters. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. J De opstand te Cuba (3 afb.) i I. Een gevecht tusschen de palm- I boomen. 13e Jaargang Woenudf.g 24 Juli 1895. No. 3698 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,371. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoon nummer 122. ADVERTENTIEN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote létters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door ome agenten en door alle boekhandelaren en courantier». Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAOBE dt CoJOMN J. JONES, Sue*., Pa rift 31bi» Faubourg Montmarire. In de étalage voor de vensters van het Bnrean van dit Blad zijn de na volgende afbeeldingen gelegd DameBwielrijd8lere. k De Amerikaansche Cornellclub door de Engelechen verslagen. (Henley-Re- gatta. Vlootmanoeuvres van de Engelsche en Italiaaneche vloot te Portsmouth. Reuzenwiel te Earl-Court. De italiaansche vulkanen. (4 afb.) I. De krater. IL De gids een takkebosch vlam doen vattende aan een der wanden van den vulkaan. III. Eieren gekookt door de warmte van den krater, IV. De krater in werking. De uitbarsting van den Vesuvius (2 afb.) I. De nieuwe krater te Abrio del Cavallo. II. Het stroomen der lava over den weg. f De italiaansche vloot te Portsmouth (feestbanket1. I II. De spoorwegbrug teCaneyaan- gevallen door de opstandelingen. III. Een suikerplantage te Manza- nillo geplunderd door de opstande lingen. Madagaskar (2 afb.) I. Een veldhospitaal te Ankaboka. II. Een waarnemingspost te Anka boka. In Tunis. De putten te Bir- Bou- Raïa. De inspectie voor koningin Victo ria te Aldershot. Salterellodans in de baai van Na pels. Een jager verrast, gj Een duiker aan het werk. Gevecht tusschen een stier en een beer (Zondagsblad). De uitreiking van de ridderkruisen der Militaire Willemsorde op bet Malieveld 6 Juli 1895 (Eigen Haard). Politieke Platen en Portretten. STADSNIEUWS Haarlem23 Juli 1895. De majoor W. Badon Ghijben, eerst aanwezend iDgenieur te Gorincbem, wordt in gelijke betrekking overge plaatst naar Haarlem. In de afgeloopen week slaa- de voor het Notarieel Staatsexamen voor het eerste gedeelte, de heer G. J. M. Stolk, alhier. Van onzen stadgenoot, den beken den schrijver H. Th. Chappuis zal een oorspronkelijk boek getiteld „Monsieur Paljas" het licht zien bij den uitgever J. Valkhoff, te Amers foort. De Sluis te Spaarudam Verbreeding van de sluis te Spaarn- dam is een wensch geweest die al dateert van 25 jaar her. Een kwart eeuw dus beett men de noodzakelijk heid gevoeld, om aan grootere sche pen dan de sluis doorliet, den toeg. ng tot het Spaarne te verschaffen. Het besluit van den gemeenteraad van gisteren haeft, na tal van onderhan delingen en besprekingen, de zaak gebracht in een nieuw stadium dat naar men voor den bloei van Haar lem hopen mag, de laatste phase voor de totstandkoming der zaak zal zijn geweest. De vraag rijst in hoeverre de bloei van Haarlem met een grootere sluis te Spaarndam kan gemoeid zijn. Tot beantwoording daarvan wijzen wij op de oevers van bet Noorder- en Zuï- der Buiten spaarne, waar uitgestrekte terreinen liggen, die uitnemend ge schikt zouden zijn voor den bouw van fabrieken, wanneer slechts groote vaartuigen die konden berei ken. Dit nu juist is bet geval niet. Voor de zeer lange en breede vaar tuigen die in dezen tijd gebouwd worden (men vervaardigt reeds Rijn aken van tachtig meter) is de sluis veel te klein en de bestaande labrie- ken zijn dan ook dikwijls genood zaakt, vóór de sluis te laten lossen en de goederen naar hunne fabrieken te laten vervoeren per vlet, een methode van transport die den industrieel dub bel nadeel berokkent, omdat ze geld kost en tijd. Aanvankelijk was het plan groot- scher dan thans. Men wilde de sluis zoo inrichten, dat ook groote zee schepen met belangrijken diepgang de sluis zouden kunnen passeeren, doch thans is dit tot meer beschei den vormen teruggebracht. De Minis ter was dan ook niet geneigd, de sub sidie van f 105.000 voor het groote plan gevraagd, in de Kamer te steu nen en daar van de provincie Noord- Holland geenerlei medewerking te verwachten was, zouden aldus de kos ten geheel moeten worden gedragen door de gemeente en door den grootsten belanghebbende bij de zaak en dit vond het Gemeentebestuur al te kostbaar. Die grootste belanghebbende is de werf Cc-nrad. Men herinnert zich nog, hoe indertijd de aanbieding van den heer P. Goedkoop, dir<cteur dezer fabriek, om in de kosten een som van f 10.000 bij te dragen, met applaus in den Raad werd begroet. Voor de Werf Conrad zou dan ook de ver- breeding en verlenging van de sluis van het grootste belang zijn. Niet alleen ontvangt zij meermalen be stellingen op vaartuigen, die zij we gens de onvoldoende al metingen van de sluis aan den Kinderdijk moest laten bouwen, maar naast deze winst derving komen nog de groote bezwa ren waarmee zij te kampen had bij het afleveren van vaartuigen op de werf zelve gebouwd. Meermalen is het gebeurd dat zij, met toestemming van bet waterschap Rijnland, door het aanbrengen van hoofden en deu ren, tijdelijk zelve de sluis verlengen moest, om dan nog wanneer de vaar tuigen het struikelblok gepasseerd waren, aan gene zijde van de sluis de laatste band daaraan te laten leggen, daar anders de vaartuigen toch nog te breed ouden zijn geweest. Intusschen heeft de Werf Conrad het bij de som van f 10.000 niet ge laten zij heeft, en het strekt baar tot eer, zich bereid verklaard haren financicelen steun belangrijk te ver- grooten. Komt dus ue zaak tot stand, dan zullen de kosten gedragen wor den door het Rijk, de Gemeente en de Werf Conrad gezamenlijk, terwijl naar vroeger is overeengekomen, het waterschap Rijnland het onderhoud op zich nemen zal. En wanneer dan en waarom ion het niet mettertijd belangrijke fabrieken aan de Spaarne-oevers ver rijzen, ten bate van de welvaart van deze gemeente, dan zal de som die Haarlem aan de Spaarndamecbe sluis zal hebben bijgedragen, hooge rente alwerpen. Misschien zal men nog wat geduld moeten hebben voor de zaak besloten en beklonken is, maar waar men 25 jaar gewacht beeft, is er voor enkele maanden nog wel wat geduld overgebleven. Onze Haarlemsche Liedertafele. In ons bericht onder hetzelfde op schrift als dit in het vorige nummer komt, tengevolge van een misverstand door onnauwkeurige inlichting, een onjuistheid voor ten aanzien van het inhalen der liedertafel Haarlems Zanggenot. De bedoeling van het comité is en wij vermelden dit met genoegen om de beide liedertafels, zoowel Zang en Vriendschap als Zanggenot Woens dagavond feestelijk in te halen. Wat deze ontvangst zelve betreft, kunnen wij nog het volgende melden In den stoet zullen de? avonds deelnemen de vereenigingen „J. J. Cremer", „Haarlemsch Gemengd Koor" en „Proza en Poëzie." Het stationsplein en de Begijne- Btraat zullen door politie worden af gezet. De route dien de optocht ne men zal, wordt hedenavond bepaald. Bebalve de bovengemelde vereeni gingen die aan den stoet deelnemen, worden door leden van het comité Toonkunst, Bach en de afd. Haarlem van den Volksbond vertegenwoordigd. Crescendo zal de feestvierende zus terverenigingen in de Vereeniging complimenteeren. Het concours fe Luik, Van een van de teruggekeerde leden der Koninkl. Liedertafel „Zang en Vriendschap vernemen wij nog het navolgende over het concours van Zondag „Des namiddags te half vier zouden we zingen, maar het werd zes uur. In weerwil van dit wachten werd er zeer gelukkig gezongen we voelden dat het „ging." De directeur was kalm als altijd. Maar hij had het na afloop zóo warm dat hij bijkans wegdreef. Geen wonder, want het publiek in het Conservatoire waar we zongen, was zoo enthousiast als ik het maar zelden zag. Nog vóór het uit was applaudisseerden ze al dat het da verde en de voorzitter van het comité, Gustave Kleijer, wethouder van Gent, sprak ons toe en verzocht den directeur om 'e avonds behalve het verplichte koor, ook nog Germinal van Riga eens te zingeD.De passage voor vier basstem men, gezorgen in het verplichte koor, door Zalsman, Oostenbroek, Antonis- sen en Frans Loots,was een succes voor het prachtige geluid van Zalsman, aan wien de anderen wijselijk dan ook maar de leiding hadden gelaten. 's-Avonds kregen we nog een speciale felicitatie van de juiy en de heer Robert een bronzen herinneringsme daille, een onderscheiding die geen der andere directeuren te beurt viel. Onze prijs is een verguld zilveren medaille met 600 francs en de eerepnjs een groot broDzen beeld voorstellende David voor Saul. Wan neer de concourszangers bij de fees telijke ontvangst voltallig zijn, zullen we denkelijk de twee nummers van Luik in de zaal van de Vereeniging voor het publiek zingen. De eerste prijs ie toegekend met algemeene, de eereprijs met 24 van de de 27 stemmen." Ten gevolge van de feestelijke ont vangst van „Zang en Vriendschap" en „Haarlems Zanggenot" wordt het concert in den Hout door het Stede lijk Muziekkorps niet Woensdagavond maar Vrijdagavond gegeven. Toen het bekend was geworden dat jongstleden Vrijdag onder Haarlem- merliede en Spaarnwoude eene dooa was gevonden met een kinderlijkje er in, begaven de heeren mr. v. Outeren, substituut-officier van justitie alhier, en jhr. W. P. Teding van Berkhout, burgemeester dier gemeente, zich naar het Liewegje aldaar ten einde een onderzoek in te stellen. Het bleek dat de doos gevonden was in een boecbje langs het Liewegje en grenzende aan rietgewas etaande in de Liede. In de doos bevond zich het lijkje van een voldragen kind van het vrouwelijk geslachthet lijkje verkeerde in staat van ontbinding. Het kindje is vermoedelijk onder dan veertien dagen en jonger dan vier weken geweest. De doos was ge vonden door den landbouwer Piet Kraay. De doos ie 49 centimeter lang, 12 centimeter hoog en 17 centimeter breed en is gemaakt van geel stroo- cartonpapier. Vermoedelijk is die doos een deel van een grootere doos. Met wit krijt staat op het deksel geschre ven „Best." De letter „O" of anders het cijfor „0" was np een der laugA zijden eveneens met wit krijt aange bracht. Op eene der korte zijden be vindt zich een strook wit papier waarop staat: „Laag zijde 1505". Touw was om de vier verschillende zijden vastgeknoopt. Het kinderlijkje was gekleed in een versleten linnen hemdje, waaraan ter hoogte van de hals een kantje gebor duurd of genaaid is. Over het lijkje lag een vierkante linnen doek en op het lijkje en rondom het lijkje be vonden zich witte en roode rozen en rozeknoppen welke nog lang niet ver dord zijn. Ook aan de doos was niet te be speuren dat zij al reeds lang in het voorzegd boschje had gestaan. Op de linnen doek lagen twee conranten, de nummers van het „Nituws van den Dag" van 18 en 23 januari 1895. Op het nummer van 18 Januari 1895 staat een stempel „Algemeene Spoor- wegboekhandel, Zwolle" te lezen. Het lijkje meet 51 cM. De Officier van Justitie alhier verzoek dringend om inlichtingen en bericht. Te Zuid-Schalkwijk (bij Haarlem) is een koe gestorven aan miltvuur, het rund behoorende aan den vee houder A. Vink is verbrand. FEUILLE'I ON YV edderburns Testament. Naar het engelseh van THOMAS COBB. HOOFDSTUK XXIII. Shadley. „Dus u hebt gemerkt, dat ik n de waarheid heb verteld," zeide Orler, „en ook dat u zonder mij geen enkelen stap kunt doen. Ik heb het papier...." „Hebt u het bij u?" vroeg Totton op scherpen toon en Dicks oogen glinsterden. „Zie ik er als een onnoozelen gek uit antwoordde Orler met zijne duimen in de armsgaten van zijn vest. „Neen, mijnheer, het ligt veilig achter slot en grendel. Maar ik ken het van buiten. U hebt niets anders te doen dan mij een cheque voor 500 te geven, en zoodra ik daarop het geld heb ontvangen, weet u alles." „Mijnheer Orler," zeide Totton en verhief zich recht cp zijn stoel, „u bent goed met de wereld bekend." „Dat zal waar zijn." „Nu ik ook. Ik heb u voor vandaag gekend," vervolgde hij, en Orler knipoogde tegen Dick over zijn hoofd heen. „Zoudt u kunnen verwachten, dat ik u het geld gaf vóór ik den inhoud van het papier kende, dat zeer goed waardeloos kan zijn? Geef mij het papier, en als het werkelijk waarde heeft, dan beloof ik u u te beloonen. Openhartig ver klaar ik u, dat ik n liever in hechtenis liet nemen...." „Daarmee zoudt u geen jury overtuigen, mijnheer Totton. Niettemiu ben ik u dankbaar." „In ieder geval geef ik geen cent vóórdat het document in mijn bezit is. Het is hier eene quaestie van wederzijdsch vertrouwen. Mij dunkt dat u meer reden heelt om mij te vertrouwen dan ik u." Orler stond op en knoopte zijn jas dicht. „Ik wensch er niet verder over te spreken," zeide hij en nam zijn hoed van de schrijftafel; „ik heb hier afgedaan. Het zal u berouwen wanneer het te laat is. Ik heb u gezegd wat ik te zeggen had, en daarmee is het uit." „Maar ik nog niet," riep Dick uit en liep Totton voorbij; zijn lang opgekropte toorn kwam eindelijk tot eene uitbar sting. Zonder acht te slaan op Dick plaatste Orler zijn hand op de deurknop. Hij had deze juist omgedraaid en Dick stond vlak achter hem, toen de deur van buiten werd ge opend. Orler deinsde met een vloek achteruit, en stootte tegen Dick, die de beide mannen op deo drempel verbaasd aan staarde de grootste met een zwarte jas met panden, een hoogen hoe.1 en donkeren pantalon, de andere in een grof kamgaren pak gekleed. „Het spijt mij, dat ik u stoor," zeide de grootste, kort en scherp. „Ik ben inspecteur Parker van de afdeeling tot nasporing van misdaden." Onder het spreken stak hij zijne rechterhand in een der pandzakken. Orler keek haastig om zich heen, greep een stoel en hief dien dreigend boven zijn hoofd. Dick greep echter zijne armen vast, drukte die tegen zijne zijde en met een luiden slag viel de stoel op den grond. Een oogenblik schitterde iets in Parkers handen en het volgende oogenblik waren Orler de handboeien omgelegd. „Het zou jammer zijn Shadley als je drukte maaktet. Je hadt verstandiger moeten zijn een oude kennis zooals jij," zeide de inspecteur, een slank gebouwd man met een scherp gelaat en kort roodachtig kroeshaar, een flinken knevel en bakkebaarden. „Waar is het voor?" vroeg zijn slachtoffer norsch. „Weer hetzelfde. Je weet wel waarvoor. Het spijt mij mijn heer, dat wij in nw kantoor zulk een drukte hebben ge maakt," voegde de inspecteur er bij, terwijl hij zich tot Tot ton wendde en den stoel opraapte. „Ik hoop, dat hij u op geen andere wijze nog heeft geschaad." Totion legde het liniaal neer, dat hij in de opgewonden- beid van het oogenblik had gegrepen, waarna hij Parker voorging naar het kantoor, die door Dick gevolgd werd; Par kers ondergeschikte, een stevig gebouwd man met een gladde bovenlip en borsteligen, zwarten baard, bleef bij Totton. „Waarvan wordt die man beschuldigd?" vroeg Totton,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1