opcenten behouden, dan komt men
tot een stijging van 80 op 143.
Wilde men daarentegen het aantal
opcenten niet hooger stellen dan
thans, dan zou, gerekend naar de ko
hieren van 1893 91, ongedekt blijven
een som van f558,000. Tot dekking
hiervan zou een verhooging der in
komstenbelasting met SA pet. noodig
zijn.
De kokelaar Bamberg.
Bamberg, de oolijke kokelaar, lag
Dinsdagavond overhoop met Oud-
Hollands magistraat op de tentoon
stelling te Amsterdam. Sinds maand
en dag placht deze waardige poorter
de boeren en buitenlui aan te lokken
met luidklinkende slagen op een ko
peren bekken, tam-tam genoemd. Dit
verdroot evenwel zijn buurlui, die
eensdeels hunne klanten achter des
oolijken kokelaars deur zagen ver
dwijnen, anderdeels hunne nering za
gen verloopen, daar de bezoekers der
taveernen het voortdurend bewerken
der tam-tam bij uitstek vervelend
begonnen te vinden. Reeds eenmaal
was de overheid in het gevsl gemoeid
Men was toen overeen gekomen, dat
de kokelaar electrisch licht voor en
een menschenhoofd boven zijn deur
zou krijgen, maar dat hij zijn tam
tam dan voorgoed zou opbergen. Het
licht kwam en eveneens het men
schenhoofd; maar de kokelaar tam-
tarnde voort uit den treure. Hem werd
aangezegd, dat dit onvoegzaam lawaai
een einde moest nemen, wilde hij
niet dat zijne deur van overheidswege
gesloten zou worden.
Dinsdagavond nu legden beide par
tgen het er op aan om tot eene be
slissing te geraken. De kokelaar had
óch gewapend met een misthoorn en
met een raadsman, den rechtsgeleerde
Lioni, compagnon van den stadsad
vocaat. En de overheid had de hulp
ingeroepen van een der heeren van
het uitvoerend comité, den heer de Vos.
Omstreeks 9 uur had men de pop
pen aan het dansen. De rechtsgeleerde
raadsman adviseerde den kokelaar op
den misthoorn te doen blazm, het
welk geschiedde. Onmiddellijk daarop
sommeerde het comité lid den koke
laar, dit geraas te doen ophouden.
Daarop volgde eene onderhandeling
tusschen den rechtsgeleerden raads
man des koke'aars en den heer de Vos.
Het resultaat dezer onderhandeling
was, dat het publiek werd aange
zegd, het verblijf des kokelaars op
Btaanden voet te verlaten. Aan dit
bevel werd kracht bijgezet door de
tegenwoordigheid van ettelijke barsche
hellebaardiers. Op advies van den
rechtsgeleerden raadsman werd niet
het geringste verzet gepleegd, maar
bleef de kokelaar alleen weigeren den
sleutel zijner deur af te staan. Daar
mede eindigde het voorval het ten
toonstellingscomité zal door den koke
laar in rechten worden aangesproken.
Tot juist verstand van de ziak
dient nog vermeld te worden, dat de
ingang tot des kokelaars tent tevens
als ingang tot den lusthof van buur
man Fisselthaler dient; dat beide
poertere gelijke rechten op dien toe
gang kunnen doen gelden en dat de
oolijke kokelaar naar het schijnt dien
ingang geheel voor eigen rekening
nam, althans juist daar ter plaatse
op de tam-tam liet slaan.
havenconcessie, de volgende motie
voorgesteld
„De Gemeenteraad van 'sGraven-
hage, overtuigd van de noodzakelijk
heid eener veilige ligplaats voor d e
Scheveningsche vloot;
„gezien de noodlottige gevolgen van
den Deceinbervloed, waarbij op zoo
treurige wijze aan het licht kwam, dat
spoedige voorziening dringend noo
dig is
irwegende dat de haringvi i-
scherij als nationale industrie ook
van bet uiterste belang is voor het
Rijk;
„noodigt B. en W. uit, onder
aanbieding van een belangrijk sub
sidie en verdere medewerking zich
te wenden tot H. M. de Koningin-
Weduwe-Regentes van het Konink
rijk, opdat verkregen worde een op
lossing tot keering van de ernstige
gevolgen, die uit een sociaal en ge
meentelij k oogpunt verbonden zij n aan
de vernietiging van Scheveningen als
visschersplaats".
De behandeling dezer motie
tot een volgende vergadering uitge
steld.
^^Gemeenteraad te 'a-Gra-
venhage.
In de Dinsdag gehouden zitting
van den gemeenteraad van 's Gra-
venhage is door den heer Krap, met
eene breede toelichting, ontleend aan
zijn rede in het Kon. Instituut van
Ingenieurs en aan het rapport der
jongste Haven-Commissie in het be
lang van het welslagen der nieuwe
Werkstaking.
Aan de sigarenfabriek der firma
Van Huil Sjhuhmacher te Am
sterdam hebben 200 werklieden het
werk nedergelegd. Deze werkstaking,
oorspronkelijk uitgelokt door het ont
slag van éen gezel op wiens ijver aan
merkingen werden gemaakt, wordt
thans voortgezet met de bedoeling
het personeel, met het oog op slap
pen tijd verminderd te krijgen, zoodat
niet alle gez dien enkele weken buiten
werk zullen ziju. Buitendien hebben
de stakers den eisch gesteld, dat ont
slag van den bovenbedoelden werk
man aan de goedkeuring eener com
missie uit hun midden zal worden
onderworpen.
Zeeroovers.
Naar aanleiding van de overrom
peling der Terschelliuger sleepboot
Adsistent, door de visschers van Pae-
sum en Moddergat kan nog het vol
uit goede bron geput, worden
gemeld. Het is genomen ui; het re
laas zelf door een der opvarenden
van De Adsistent van het gebeurde
opgemaakt.
Op Dinsdag 16 Juli lag genoemde
sleepboot ten anker aan het Noor-
uerst-.and van Schiermonnikoog ir
de binnengeui voor het badhuis, toen
de gezagvoerder 'snamiidags om
streeks 2 uur bericht ontving dat de
op Zondag 14 Juli jl. in de buiten
gronden gestrande Noorsche schoe
ner Talisman drijvende was en naar
binnen dreef. Direct werd nu op De
Adsistent stoom gemaakt, en op ge
noemden schoener aangestuurd, die
gevonden werd in he. vaarwater.
Drie man der equipage der sleepboot
werden op de Tilisman overgezet,
die geheel verlaten was, en met ge
broken roer dreef. De sleeptros werd
nu vastgemaakt, waarna met zeer
veel moeite naar binnen werd ge
werkt. Dicht onder het strand van
Schiermonnikoog gekomen brak de
sleeptros, waarna zoo spoedig moge
lijk eene andere werd vastgemaakt.
Daar het intusschen was begonnen
te ebben, geraakte men aan den grond,
en moest gestopt worden om het
vloedgetij at te wachten. Terwijl de
Adsistent aldus tot werkeloosheid was
gedoemd, naderden vier sterk be mande
aken van Paesum en omringden de
sleepboot. Men begon van uit de aan
vallende schepen een bombardement
met blokken, stukken hout en ledige
flesschen, terwijl men do equipage
met scheepshalen trachtte te wou
den. Met eeu bijl werd in de sleep
boot gehakt, tatdat men van ver
schillende zijden aanboord kwam der
deepboot en dj slechts uit vijf man
bastaande equipage aangreep, den
kapitein ea machinist omsingelde,
met messen dreigende den kapitein
over boord te werpen, en allen te zul
len vermoorden, indien de schoener
niet werd vlot gesleept van bet strand
en naar de bank voor Paesum werd
gebracht. Ia die hachelijke oogen-
ïlikken werd door de overheid van
Schiermonnikoeg geen schij u zelfs
van hulp verleend, hoewel men aan
het strand alles wel kon zien en hoo-
ren. De sleepboot bleet door de Pae
sumer woestelingen (o arme visjchers
van Paesum en Moddergat Ij bewaakt,
terwijl de sloep door hen was weg
gevoerd, om alle kans van vluchten
weg te nemen, terwijl ook de drie
man, die op den schoener waren
overgezet, gevangen werden gehouden.
Een van deze drie liep zelfs gevaar
door een messteek in de borst te wor
den getroffen wat| evenwel (hoe, is
nog niet opgehelderd) werd verhin
derd.
Den volgenden dag moest de sleep
boot, door overmacht gedwongen, den
schoener bij doorkomenden vloei af-
sleepen, waarna den kapitein door
deze nieuwmodische rooverbende werd
den schoener naar Paesum op
het droge te sleepen. Toen werd aan
„De Adsistent" de vrijheid terugge
geven, die onmiddellijk naar Schier
monnikoog terug8toomde.
Naar wij nog nader vernemen zijn
de namen der belhamels bekend. Men
verwacht dan ook dat deze soort van
zeeschuimers hun gerechte straf niet
zul en ontgaan.
De oorziak der woele van de vis
iters moet gezocht worden in het
leit, dat zij den schosner, waarvan
z'j dbemanning gerei, en een ge
deelte der lading geborgen hidden,
niei in andere handen wilden zien
overgaan. Zij beschuldigden den kapi
tein der sleepboot d it hij de kettin
gen waaraan de sehoener heette vast
te liggen, gekipt had, en dat deze
daarom vlot was geworden. Dit is
evenwel niet waar, en er zijn getui
gen op Schiermonnikoog, waaronder
de kustwacht, die bevestigen, dat de
scb jener verlaten ronddreef, toen De
Adsistent hem naderde, en dat door
den Adsistent geen ketting is ge
kapt geworden.
aan stukkea op naam. Nu moet bij
de terugkomst van den heer Van
Wotki nog uitgemaakt worden, of
uit de op eeu bed uitgespreid gevon
den 17 ledige étuis, herkomstig uit
eeu spiegelkastje aan mevrouw toe-
behoorende, de bijouterieën zijn ont
vreemd of wel dat mevrouw deze bij
haar vertrok heeft medegenomen.
Breekwerktuigen of iets dergelijks
heeft de politie niet gevonden. Zil
veren voorwerpen in huis aanwezig
zijn onaangeroerd gebleven, zoo ook
eenige muntspecie.
Da vermoedelijke daders zijn twee
mannen van 30 ft öOjarigen leeftijd,
als heer gekleed, met hoed en demi-
saison. Zij zijn met eenige overhaas
ting te werk gegaan en hebben som
mige vertrekken, in het sousterrein
niet bezocht.
meer gaf ,dan het verschuldigde rij-
geld van vijf pond. Da grootste som,
welke ooit aan een jockey gegeven
is, ontving J. Daley, toen hij het
oaard Hermit, van mr. H. Chaplin,
;er overwinning voerde. De eigenaar
van het paard gaf hem 8000 pond,
en van andere zijde ontving hij 1000
pond, samen 4000 pond of 48 duizend
gulden
Hij had 2minuut gereden 111
Te Budel is, bij het omspitten van
land, door den landbouwer J. H. eeD
ijzeren pot met gouden munten ge
vonden. De meeste dateeren uii de
159 eeuw en zijn onder da» regeering
van Arnoud van Gelder geslagen; ook
zijn er Saksische munten bij.
Te Winschoten is afgebrand het
huis van den opperwachtmeester der
artillerie A. E. W., die daarna gear
resteerd is. Hij moet reeds bekend
hebben den brand tj hebben gesticht.
Onweer te Rotterdam.
Ontzettend weer heeft Dinsdag in
de vroegte boven Rotterdam ge-
heerscht. Het vuur was niet van de
lucht en korte ritelende dondersla
gen volgden bijna zonder tusschen-
poozen op elkander. Daarbij viel de
regen in stro imen neder, nu en dan
afgewisseld door hevige hagelbuien.
Doordien de riolen den grooten toe
voer van water niet kondea verzwel
gen, liepen zij hier en daar over, zoo
dat ver schillende kelders blank kwa
men te staan. De bliksem sloeg in
een der ac it watermolens aan den
Boezem, waardo »r deze gehsel in de
asch werd gelegd.
Inbraak te Rotterdam.
Maandagnacht is te R itterdam een
brutale inbraak gepleegd bij den sta
tionschef, den heer Wotki, die met
ziju gezin tij lelijk de stad uit was.
Da buitendeur ward geforceerd, de
brandkast leeggeplunderd en alles
van waarde meiegenomen. Een bak
kersjongen vond Dinsdagochtend de
deur openstaan en waarschuw Ie de
politie. De heer Wotki werd natuur-
telegraphisch van den roof in kennis
gesteld.
Met zekerheid kan reeds vermeld
worden dat de reëele waarde der
stolen geldswaardige papieren circa
f33,000 bedraagt, waaronder f8000
aan Engelsehe, Portugeosche, Rassi-
3che,Oo3tearijk3che, Belgische en Hol-
laadsche effecten en,ongeveer f 2-5,000
Sport en Wedstrijden
Salaris van een jockey.
Hoe groot de mogelijkheid is om
als j >ckey zich een vermogen te ver-
zamelea, kan men opmaken uit het
feit, dat een jockey, die eenig succes
heelt gehad, in den tijd van twaalf
jaar 100,000 pond sterliQg (1,200,000
gulden) heeft bespaard. Salarissen,
rijgeld en geschenken zijn de drie
bronnen, waaruit het vermogen van
den jockey samenvloeit. De laagste
inkomaten worden getrokken uit de
rij gelden, doch zelfs deze loopen
men op tot bedragen, welke de ja
loezie van menigen kleinen koop
man of ambtenaar kunnen opwek
ken.
Voor eiken wedren, waarin de joc
key het winnende paard rijdt, ont
vangt hij vijf pond, rijdt hij een
niet-winnend paard dan ontvangt hij
drie pond; en wanneer hij in een
Trial rijdt, geniet hij twee pond. Er
zijn veel jockey's, wier namen zelfs
bij het publiek onbekend zijn, en die
meer dan 1000 pond verdienen, ai-
leen door het rijden in een trial.
Wat de rij gelden bij de rennen be
treft, werden in een jaar aan negen
der meest bekende jockey's de vol
gende sommen uitbetaaldT. Loate3
3015 pond, M. Cannon 2334 pond.
W. Bradford 2016 pond, G. Barret
1897 pond, F. Allhopp 1694 pond, F.
Finlay 1685 pond, S. Cnandley 1237
pond, J. Watts 1171 pond, F. Rickaby
1015 pond.
Het grootste deel van hun inko
men krijgen de jockey's echter door
geschenken, die zij vooral bij over
winningen in groo te wedrennen ont
vangen. Door de betaling van het
salaris krijgt de eigenaar van een
paard het eerst aanspraak op de dien
sten van den jockey, doch het komt
ook in Engeland voor, dat salaris
wordt betaald om nummer twee of
drie te kunnen zijn, die aanspraak
op den jockey kan maken. De bedra
gen, welke hiervoor worden betaald,
verschillen buitengewoon veel
woonlijk is het bedrag van het salaris
minstens tweemaal dat der rij gelden
of meer.
Ook de geschenken, welke een joc
key ontvangt, zijn zeer verschillend
zeker is het dat een jockey den eige
naar van een winnend paard met
groote oogen zou aanzien, wanneer
deze hem na de overwinning niet
Letteren en Kunst.
Het leest van Richard Hol.
Ter gelegenheid van de herdenking
van zijn 70sten ver;aardag was het
Dinsdag voor den toonkunstenaar een
onvergetelijke dag door de vele huldi
gingen hem gebracht.
Van de ovaties die den heer Hol
op dezen dag toestroomden, was die
van de muziekvereeniging „Crescendo"
zeker de eerste. Te half 7 uur was deze
reeds aan de woning van den jubila
ris om hem een aubade te brengen
en wekte hem daar alles nog in
rust was met het „Ave verum
corpus" van Mozart, waarop zij liet
volgen het koraal „Jezus mijn toever
laat".
De heer F. Toornstra, voorzitter van
de vereeniging, bood hem vervolgens
met een toepasselijk woord een lauwer
krans aan.
Men enkele hartelijke woorden
dankte de heer Hol voor deze hulde.
In het gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen te Utrecht was des
middags eeu talrijke schare bijeenge
komen om den heer Hol te huldigen.
De buste door Odé van den kunste
naar vervaardigd, is nog niet gereed,
daarentegen wel het prachtalbum,
waarin onder meer de namen voorko
men van de Regentes en de Groot
hertogin van Saksen-Weimar. Wegens
uitlandigheid door ongesteldheid van
den voorzitter van het comité, mr.
Gerlings, werd de officieele rede uit
gesproken door generaal Kool, vice-
voorzitter van Toonkunst te 'sGra-
venhage, die een eenvouligen krans
overhandigde. Namens H. M. de Re
gentes bood de heer Kool ten slotte den
neer Hol de ridderorde van Jen Ne-
derlandschen Leeuw aan. Nog vele
kransen en toespraken volgden daarop.
Onder de belangstellenden zag men
tal van bekende musici, zooals de
heeren Hugo Noltheuius, Zweers,
Frans Caenen, Hutscheuruyfcer, De
Lange, inej. Catharine van Renues,
Veerman, Wagenaar, enz. De heer Nol-
thenius bood het feestnummer van zijn
weekblad aan.
Door een aantal executanten werd
uitgevoerd Mendelssohn's „Fe3tge-
sang an die Künstler" en voorts
„Erklarung", „De rots in zee" en
„Hymne aan den vrede" van Hol
zeil.
Van hei Weekblad voor Muziek is
tot huldiging van Richard Hol een
feestnummer in het licht gegeven. De
redacteur, Hugo Noltheniu<, opent
het met een artikel van hartelijke
waardejring voor den kunstenaar,
gevolgd door een uitvoerige levens
schets van den jubilaris. Het verder
gedeelte van het nummer wordt in
beslag 'genomen door „een krans" van
huldebetuigingen van tal van Neier-
landsche kunstenaars: FransCoenen,
Me3schaert, Viotta, Heinze, A ver kamp,
Van Milligen, Dan. de Lange, Max
v. d. Sandt, Zweers, Cath. v. Renne3,
enz. Esn portret van Hol is bij het
nummer gevoegd.
Het maandblad Het Orgel geeft
een biographie (door S. Brons) en
portret van den70-jarigen kunstenaar.
folitiek Overzicüt.
De tegenstanders van hec nieuwe
schoolwet-ontwerp in België gaan
voort door betoogingen hunne
mij vraagt zal ik tot je komen en trachten je een gelukkig
tehuis te verschaften."
Dick drukte zijne lippen op de hare en Evelyns oogen
vulden zich met tranen, hoewel zij óch gelukkiger gevoelde
dan zij ooit geweest was. Beiden waren voldaan. Dicks liefde
voor Evelyn verschilde hemelsbreed van zijne hartstocht
voor Clarahet verleden lag achter hen, de toekomst voor
hen; zoo er jaren moesten verloopen alvorens het huwelijk
hen voor goed zou vereenigen, zij waren bereid om geduldig
te wachten.
Het was duister in de kamer maar Evelyn sprak er niet
van om het licht aan te steken.
„Wat zal je moeder zeggen wanneer zij hoort, dat je een
armen drommel, die geen cent bezit, je hand hebt beloofd
vroeg Diek weldra.
„Niet iets verschrikkelijks Dick; doet zij het wel, dan
meent zij het niet."
„Ik denk, dat ik het weL kan raden," antwoordde hij en
lachte. „Mevrouw Gordon zal zeggen dat zij het niet gelooft."
Dicks lach stierf weg, toen hij hare stem bij de deur
hoorde
„En wat zal mevrouw Gordon zeggen niet te gelooven,
Richard?",
HOOFDSTUK XXIV. Q
In Londen.
Het was twee uur toen inspecteur Parker en Totton Bank-
Road, Regent's Park, hadden bereikt. Orler (of Shadley) was
naar Scotland Yard vervoerd en gedurende den rit naar St.
John's Wood had Totton aan den inspecteur medegedeeld,
waarom hij dat document zoo gaarne wilde inzien en in vei
ligheid brengen. Het huis, dat jaren geleden wit was geverfd,
waB voorzien met eene kleine, groene verandah voor de lage
vensters, en was voor het gezicht bijna verborgen door een
hoogen muur, met een groene houten poort.
„Hier zal het zijn," zeicïe Parker, en ontsloot kalm de
poort met een van Orler's sleutels en ging den ander voor
door den zeer verwaarloosden tuin. Nadat zij de nauwe gang
waren binnengetreden, weer na Orlers sleutels te hebben ge
bruikt, begaven zij zieh in eene kamer aan de rechterhand
een klein, karig gemeubileerd vertrek, bevattende eene
sofa, tafel, een paar stoelen en een kast, die er niet bij
scheen te hooren.
Met een asehgrauw gelaat, hare lippen zelfs geheel wit,
heur haar in wanorde, stond Clara van de sofa op en deed
een boek dicht met gelen omslag.
„Ik ben inspecteur van politie," zeide Parker, terwijl Totton
zich minder op zijn gemak gevoelde dan hij ooit meende
dat het geval was geweest. „Shadley is zeker nw echtgenoot?''
„J-ja," stamelde zij, leunde met hare handen op de tafel
en sloeg een blik op Totton.
„Dan is uw man in hechtenis onder besehuldiging van het
in omloop breugen van valsch geld."
„Goede hemel 1"riep zij uit, „dat is alles Hendry's werk."
Toen zij deze woorden sprak was Parker reeds bezig een
der Jaden van de kast open te trekken, en hij nam er twee
zwart leeren tasschen uit, waarvan een een electrische bat
terij, de ander een aantal valsche halve kronen bevatte,
nieuw vervaardigd.
„Hoe kunt n de aanwezigheid hiervan verklaren vroeg
de inspecteur.
„Die die zijn hier gebracht," stamelde zij en zonk neer
op een stoel, terwijl hij een lichtgeel gekleurd schort, dat
naast de kast op een stoel lag, omhoog hield.
„Is dit van u vroeg Parker en Clara antwoordde be
vestigend.
Hij doorzocht de zakken en vond versoheidene valsche
geldstukken, alle afzonderlijk in een papier gewikkeld.
„Wij moeten u ook in zekere bewaring nemen," zeide hij
op scherpen toon en Totton veegde zich het voorhoofd af,
terwijl hij zichzelf mijlen ver wenschte, mits hij het doel
van zijne reis had bereikt.
„Ik ik wist niet, dat ze daarin waren," antwoordde
Clara, sloeg beide handen voor haar gelaat en barstte in
tranen uit.
Inspecteur Parker opende de twee bovenste, kleinere laden
en na ze te hebben doorzocht, haalde hij een wit, dik cou
vert te voorschijn, waarvan het zegel verbroken was.
Wordt vervolgd