van den natten zanger gold was geen
raadsel. Het betrol der jarige Konin
gin-Regentes, wie heel Nederland
Btellig een lang en gelukkig leven
toewen8cht. En er was iets dat trol
in dit huldebetoon van dien nachte
lijken wandelaar, die haar heel in
zijn eentje, liet „leven" er was iets
spontaans in, iets wat ik bijv. mis
in de feestviering der Residentie. Die
is me veel te veelprecies - zooals
het - 't - vorig - jaar - was
(om eens en der aaneengeregen kan
dij klonktje - uitdrukkingen van de
nieuwere letterkunde te gebruiken.)
't -Programma is altijd hetzelfde
Klokluiden, vlaggen, parade in het
Malieveldéendaagsche kermis in het
Voorhout, openbare muziekuitvoerin
gen des daags en des avonds, illumi
natie in het Bosch en van de open-
bate gebouwen en een hoogst enkel
magazijn. Zoolang ik me herinner
zijn de feestverlichtingen van open
bare gebouwen precies eender geble
ven vlammende E's. die door vlam-
venvlammende E's, die door vlam
mende W.'s worden vervangen als
de Koningin verjaart. Wat een con
servatisme I
Sedert ik een kind was en de
Hemel weet dat dit al een heeletijd
geleden is blonken er
aan de boomen van het Bosch, bij
gelegenheid der nationale feestdagen
en stond er een „groot stuk" op den
grooten Boschvijver. Van eenige „toe
passelijkheid" was daarbij nooit iets
te merkeneen jaar koos men zelfs
den Eiffeltoren tot model. Dit jaar
stond er weer iets, dat de voorgevel
kon beduiden van een Moorsch pa
leis, doch even goed voor een geïllu
mineerde Duitsche laube (prieel) kon
doorgaan ik heb in het publiek
zelfs de gissing hooren wagen, dat
het ding een draak moest voorstellen.
Nu, drakerig was het zeker. En maar
half aan, want wel was de wind niet
sterk, doch nu en dan viel er een
buitje, dat ons eenig begrip gaf van
de wolkbreuken, waarover d?zer da
gen de Amerikaansche bladen vol zijn.
En dat is een eigenaardigheid van
vetpotjes, dat ze niet tegen regen
bestand zijn. Waaaom niet eens een
electrische illuminatie, die nóch uit
waaien nóch uitregenen kan Waarom
niet eens iets nieuws, iets oorspron
kelijks voor de honderden guldens die
het gemeentebestuur voor dit doel
beschikbaar stelt Niemand schijnt te
begrijpen quHl nousfaut du nouvesaxi
in den tijd waarin wij leven.
Toch wèl de kermisklanten. Op
de geïmproviseerde kermis in het
Voorhout zag ik toch eenige „spelle
tjes" geïnstalleerd, die mij tamelijk
suspect toeschenen, van die onschul
dige spelletjes waarbij met dobbelstee-
nen geworpen wordt om geld of om
een prijs dien de ondernemer weer
terug koopt, want „om geld mag het
niet, weet u". En dat onder het wa
kend oog van politie-agenten, die
lachend toekeken, aangetast door de
algemeene vroolijkheid. Een oogenblik
heb ik me verbeeld, dat hazardspel
bij de wet verboden was maar dat
zal een vergissing zijn. Bovendien
bij algemeene vroolijkheid moet men
geen kniesoor zijn. Ik zag een hande
laar in sigaren, die bij elke acht voor
een dubbeltje een waarde van
zestien cent, menechen, dus puik
puik aan hem die 't verlangde een
borrel schonk, gratis,uit een dikbuikige
jeneverflesch. Wat eenvroolijke
toepassing van drankwet-ontduiking
Vroolijk was de feestviering, dat
moet ik zeggen, al wordt ook telken-
opnieuw gevoeld het gemis van goede
volksliederen, al spelen „Daisy Bell"
en de „Schone Bertha" een hoofdrol
in den straatzang. Maar had de Re
gentes getuige kunnen zijn van de
feestviering, het zou haar stellig wist
hebben mishaagd, dat alle gejuich en
gejoel zich ten slotte toch oplostte in
een: „Oranje Boven 1 Leve Willemienl"
Zoo juist sprak ik van hazardspelen
op het kermisterrein en het oogluikend
toelaten daarvan door de politie. Dit
maal verdient zij daarvoor lof, want
zij meet althans niet met twee maten.
Immers op het Kurhaus en op Seinpost
te Scheveningen kunnen de Haarlem
mers, die onze badplaats wenschen te
bezoeken, de petits jeux geïnstalleerd
zien, spelen die als „behendigheids
spel" worden aangeduid, doch waarbij
behendigheid absoluut is uitgesloten,
echte hazardspelen, al wordt deinzet
ook niet hooger dan een gulden op
gevoerd en alle berustend op het
stelsel van de roulette, dat ergste van
alle hazardspelen. Ik zag dezer dagen
een jonge dame die zeven gulden won
in een spel dat drie seconden duurt.
Zij wilde het geld niet aannemen van
den croupier, ze schaamde zich zoovéél
geld te wmnen. Vragehad ze zich niet
moeten schamen te spelen? Men zal
mij zeggen, dat er ook nog een Club
de Scheveningue is, niet voor het pu
bliek toegankelijk, doch enkel voor
geïatroduceerden die le sac hebben.
Ik weet het en de politie weet het
ook maar wij zwijgen er liever van.
Of ik dan zoo puriteinsch ben?
Heusoh niet. Ik heb alleen een tame
lijk groot gevoel van eerbied voorde
wet. Maar ik kan best de zon in het
water zien schijnen en heel vroolijk
wezen, als ik wil. Een volgend maal
vertel ik u iets van sport-plannen,
tram-plannen, tentoonstellingB-curiosa
enz. enz., als er tenminste niets
beters is.
H. A. GANUS Jr.
glanspunt van den avond en niet
minder succes had het optreden van
den beer mr. Petz, die, door den di
recteur gedresseerd, ongelooflijke toe
ren uitvoert op het ongezadelde
paardachter ons hoorden wij zeggen
door een paar dames „hij is om te
zoenen"(zeker werd mr. Petz be
doeld).
Deze en de overige artisten en de
clowns maken het circus tot het be3t
dat wij ooit zagen en kunnen wij
dan ook ieder, die Amsterdam be
zoekt, ten zeerste aanraden eens een
avond in den circus door te brengen
men zal zich dezen gang niet be
klagen.
B. A. B.
Wereldtentoonstelling.
De tentoonstelling werd Zondag be
zocht door ruim 14000 betalende be
zoekers.
Naschrift. Er loopen gruchten, dat
freule Tinne niet jdoor de Touaregs
vermoord, doch nog in leven zou zijn.
Freule Tinne was, zooals men weet,
een Haagsche joffer van groote uit-
middelpuntigheid en van veel fortuin.
Zij heeft een tijdlang te Gibraltar
gewoond, met haar moeder, en z.il
ongeveer 30 jaren eud zijn geweest,
misschien ouder, toen zij haar Afrika-
reis ondernam. Dat moet ongeveer
in 1868 of '69 zijn geweest. Een harer
eigenaardigheden was het dragen van
het mannelijk costuum.
G. Jr.
De gewone audientiën van de mi
nisters van justitie en oorlog zullen
resp. op Dinsdag 6 Augustus en
Donderdag 8 Augustus aanstaande
niet plaats hebben.
Uit Amsterdam.
Cirous Alb. Schumann
Daartoe gracelijkuitgenoodigd, woon
den wij gisterenavond de „buitenge
wone parade gala leestvoorstelling" bij
van bovengenoemd circus in het nieuwe
circusgebouw van de maatschappij
„Arena" aan de Ruysdaelkade.
Waar wij Amsterdammers tot nu
toe geloofden het toppunt van paar-
dendressuur in onze stid te hebben
gezien in het overbekende circus
Carré, gaat men met een zekeren
schroom naar dezen nieuwen circus,
waarvan men hier, reeds toen de
eerste bouwplannen bekend werden,
zeide dat het geen succes zou hebben.
En men zou dit inderdaad, met het
oog op den afgelegen plaats waarop
het is gebouwd toegeven wanneer niet
Alb.Schurmann het gebouw in exploi
tatie had genomen.
Carré acht men, als men dezen
dressuur gezien heeft, niet meer on
overtrefbaar, want al is het gebouw
niet zoo fraai, het ballet niet zoo
schitterend als bij Carré, de paarden-
dressuur van Schumann is nog niet
dagewesen.
Het nummer waarin de directeur
verschillende raspaarden hunne toe
ren doet uitvoeren is voorzeker het
Een hoed voor ©au Burg©
meester.
Uit Oud Hollandts Nieuwstyding he.
„Zoo de loopmaaren waarheit zeg
den, gaat onsen edel achtbaaren eer
sten Burghemeester groot van het
plan een prys uit te loven voor den-
ghenen, dewelcke Z E.A. een passelyck
hoofddeksel weet te verschaffen. Mas
kers van nieumaaren doch, hebben
aanstoot genoomen, aan den 6troo-
hoet van Z.E.A. alsoock aen het
hoofddeksel genaamd „gibus". Over
mits een pet te democratisch is voor zoo
een achtbaer Hooft; een wolle muts
te warm in deese daageneen fez
niet strookend is met Oud-Hollandse
zeeden, een deuk hoetje te swierigh
is, aenmerckende den leeftijd van Z.
E.A. en de Burgervader om gekende
reedenen liever niet ongedekt ver-
schynt, is Z.E.A. nu ten einde raadt
en heeft besloten als bovenvermeld.
„Dan rayns dunkens is het ver.
keert dat onse Borghemeester dit
eenen vreemden in handen stelt;
adieu dan achtbaarheitadieu dan
ontzach. Want men leeft dan op ge-
naade van den geenen, die men mees
ter maakt. Moght onse Burgervader
niet by sgn voornemen stand hou
den dan ie het niet onwaerschynlyck
dat de een of ander maaker van
nieumaaren, eerlang iets uyt broe
den sal, dat Z. E: A. monden sal."
Er is op Oud-Hollandt een ijselijk
misdrijf gepleegd, zooals uit onder
staand bericht van O. HN. blijkt
Gisteren avondt hebben eenighe
raasende raabauwen sig soo snood een
stuk onderwonden als hier te vooren
in onse goede Stadt nog niet is ge
schied: en hebben het zeegel daer
mede de Regeeringhe der Stadt het
huys van den uyt gebannen Simon
Witgeest verzeegelt had, moetwilligh
verbrooken; daer voor sy corperele
straffe merit9eren. De daaders zijn
Intercommunale telephoon
In het intercommunale telephoon-
verkeer met verschillende gemeenten
zullen weldra verbeteringen .worden
aangebracht door de nieuwe telephoon-
lijnRotterdam—Utrecht—Amsterdam,
die weldra voltooid zal zijn. De nieuwe
lij a zal via Nieuwerkerk Rotterdam
bereiken, langs welke richting ook de
andere bestaande lijnen verplaatst
zullen worden.
De lijn Rotterdam—Utreoht zal in
een groote behoefte voorzien, daar
thans ^esprekken van Rotterdam en
Dordrecht met Utrecht, Amersfoort,
Groningen, Arnhem, Nijmegen, altijd
via Amsterdam moeten geschieden,
terwijl de lijnen, die Amsterdam met
Rotterdam en Den Haag verbinden,
bijna voortdurend in gebruik zijn.
Deze lijnen worden derhalve van veel
gesprekken ontheven,waardoor de
geabonneerden kans hebben veel spoe
diger aansluiting te verkrijgen.
Men meldt uit Koog a/d Zaan:
Vroolijk zat men Zaterdagavond bij
den heer O. aan den feestdischvijf
en dertig jaar was het geleden, dat de
thans zoo uitgebreide en bloeiende
zaak werd begonnen en dat de heer
en mevr. O. door den band des hu
welijks werden vereenigd. Plotseling
begint het gas te dansen en wordt
de kamer in Egyptische duisternis
schuld. Men begrijpt dat de oorzaak
moet worden gezocht bij den gasme
ter er is te weinig water in. Gewa
pend met eene brandende kaars be
geeft de heer O. zich naar de boeken
kast, waar de gasmeter wordt gevon
den; een schroefje wordt afgedraaid,
een breede gasstroom komt in aan
raking met de vlam der kaars en in
het volgende oogenblik hebben ook
reeds de boeken vlam gevat, en
„brand, brand 1" klinkt het angstig
door de straten. In de eerste ontstel
tenis wordt vergeten de kraan af te
sluiten; spoedig daarop is dit niet
meer mogelijk. De brandspuit komt
aanrukkende straat wordt opge
broken, om de gaspijp door te snij hen,
men komt met graszoden, zand, oude
kleedingstukken aandragen, om de
vlammen te smoren. Het laatste mid
del is gelukkig afdoend; spoedig is
men den brand meester en keert de
vroegere rust terug. De feestvreugde
was evenwel verdwenen.
D© gearresteerd© burge
meester,
Men schrijft aan de Veend. Cl. uit
de Pekela's
De arrestatie van den burgemeester
Dik en de omstandigheden, die er
aanleiding toe hebben gegeven, zijn
nog stheda het onderwerp van aller
gesprekken.
Hoe meer er alzoo aan den dag
komt, des te raadselachtiger wordt
het, hoe een man als Dik zijn eigene
zaken zóo kon beheeren.
Wat kan toch de werkelijke oor
zaak zijn van den tegenwoordigen
toestand?
Corporatiën en particulieren hebben
zich te beklagen over den financiee-
len val van den eens zoo gevierden
man.
Wij willen den man nog niets ver
wijten we zullen wachten, wat het
onderzoek van den rechter aan't licht
brengt.
Heden is Dik failliet verklaard en
daarmee is een groot deel van den
onzekeren toestand in reiner water
gebracht.
Maar de gevolgen zijn voor den ge
failleerde, die schier alleen van open
bare betrekkingen moest bestaan,
grooter dan voor den koopman, die
enkel van zijn zaak leeft. Deze tracht
zich er door te worstelen, en gelukt,
het, dan begint hij opnieuw.
Vrijdagavond trof de politie in de
Van der Takstraat te Rotterdam aan
een jongentje van 7 jaar, dat liep te
schreien. Het kind was met zijne
grootmoeder uit Amsterdam her
waarts gekomen om zijne moeder, die
in het ziekenhuis te Rotterdam ver
pleegd wordt en wier toestand be
denkelijk is, te bezoeken. De groot
moeder was echter eenige oogenblik-
ken te voren in zwaar beschonken
toestand door een politieagent op de
straat gevonden en naar het bureau
aan de Nassaukade gebracht. Naar
dat bureau werd nu ook het kind ge
leid en daar werd het liefdevol op
genomen. Des avonds werden groot
moeder en kleinkind naar de Amster-
damsche nachtboot gebracht, om naar
Amsterdam terug te keeren. Tot het
vertrek der boot bleef de politie zich
met het toezicht op de grootmoeder
belasten.
In de zaak van de Talisman wordt
naar een berichtgever van de N. R.
Ct. verneemt, door de justitie een
scherp onderzoek ingesteld.
Het geldt zooals men weet, een
geval van strandvonderij, waarbij vis-
schers van Paesens en Moddergat
met messen in de hand en tusschen
de tanden op woeste wijze den
kapitein en de bemanning van de
sleepboot bedreigden, die, naar hun
meening onrechtmatig, het vastge-
varen vaartuig wilden bergen.
In het Ederveen bij Venendaal is
een dienstmeisje door een feilen blik-
sem8traal van het gezicht beroofd.
Een gevaarlijk amuBement.
Zaterdagechtend kwam te Winters-
terswijk met den trein uit Duitsch-
land een persoon K. aan, die zich
onderweg reeds den tijd verdreven
had door wat met een revolver, dien
hij bij zich droeg, te schieten. Aan
het statin te W. nu ging hij daarmee
door en schoot den daar aanwezigen
maréchaussée door de hand, zoodat
deze herig bloedde. Men heeft natuur
lijk den onvoorzichtigen en gevaar
lijken schutter het wapen afgenomen
en hem in verzekerde bewaring ge
bracht, om hem voor zijn roekeloos
heid te doen terechtstaan.
Sport en Wedstrijden.
Op de wielerbaan achter het Rijks
museum zijn Zaterdagavond wedstrij
den voor Belgische beroepsrijders ge
houden, waarvoor de beste Belgische
rijders waren uitgenoodigd. Het pro
gramma werd geopend met een wed
strijd voor amateurs, over een afstand
van 3000 M. Winner werd Langeveld
5 min. 13*5 sec.; den tweeden
prijs won Witteveen, den derden
Beisenherz.
In het tweede nummer, een kamp
tussohen den Luikschen rijder Pro tin I
en de Brusselaars Hautvast en Bor-
risowsky op een twee wieier, behield j
het tandempaar de overhand in 3 min. j
37» sec.
In het derde nummer werden door j
Protin gereden Eng. mijl, flying
start, in 26 sec.idem standingstart, j
in 30Vs sec.K Eng. mijl, flyingstart,
in 1 min. 37» sec.1 Eng. mijl,
standingstart, in 2 min. 7 sec.1
kilometer in 1 min. 7 sec. )dit record
was echter dat van Eden ten achter);
2 K. M. in 2 min 477s sec.3 K. M.
in 4 min. 144/s sec.4 K. M. in 5 min.
38s/s sec. en 5 K. M. in 7 min. 37»
Het tandempaar Hautvast en Borri-
sowsky reed voorts Eng. mijl in
307» sec.
De Belg J. Fischer verbeterde het 1
uurrecord van Witteveen (38,298) met
2013 Meter.
Witteveen zelf leende zichjtot gang
maker.
Wedrennen te Bussum.
Van de Zondag te Bas sum gehou
den wedrennen is de uitslag als
volgt
I. Ruiterprijs. Recordharddraverij
onder den man. Afstand 1600 M.
voor paarden met een record van
1.58 en slechter.
Voor iedere recordsaeconde tot en
met 1.50, 12 Meter meer, beter 1.50
13 Meter meer.
1. „Bles", eig. A. de Ridder, te
IJpolder, in 3 min. 11 sec.; 2. „Ma-
jick", eig. J. A. v. d. Berg, Haarlem,
zonnestralen te doen binnenstroomen of ze af te sluiten; eene,
groote sofa, bekleed en met kussens voorzien, gaf evenals
een met rood leder bekleeden fauteuil, gelegenheid om hier
overdag rust te nemen; eene waschtafel, waarvan de wasch-
kom van massief zilver bleek te zijn, was op vernuftige
wijze aan den wand bevestigd; verder bevonden er zich alle
denkbare nuttige artikelen en op een klein tafeltje naast
mijn bed stonden een kristallen karaf, half gevuld met
gelen wijn, een doos cigaretten en'eenige syphons spuitwater
ten mijnen behoeve neergezet.
Wat de beschildering der hut betreft zag ik alleen dat
deze in lichtblauw met zilver was aangebracht, terwijl een
fries van kostbaar oostersch werk, blijkbaar] van metaal,
den indruk van weelde, dien het geheel gaf, nog verhoogde.
Deze weelde hier zoowel als in het muziekzaaltjeen in de salon
ten toon gespreid deed mijne verbeelding werken. Wie, vroeg
ik, bezat een dergelijk jacht hoe kwam het, dat zijn woonplaats
geen naam had en tien duizend mijlen van Southampton
lag verwijderd? Wat was het geheim, waarin ik zulk eene
eigenaardige rol speelde wie was Adam Monk, en waarom
voerde hij het bevel over het jacht en had hij mij met zich
genomen? Nu de morgen mijn brein had verhelderd, ont
dekte ik, dat ik bezig was in gedachten een dagboek te schre
ven en de woorden over den eersten dag zijn mij steeds in
mijn geheugen gebleven. Had ik een potlood onder mijn be
reik gehad, dan zou ik mijne lotgevallen als volgt hebben
neergeschreven
„Ik, Ir win Trevena, dokter, gisteren, den lOden Maart
1892 nog in praktijk te Londen, ben heden gevangen op het
jacht „De Zweryer" en ga naar ik weet niet welke haven,
waar ik we-t niet welke geldkoning over zijne bevolking
heerscht. Hedennacht ben ik, als door tooverij, uitWelbeck
Street naar dit schip gegaan; zonderlinge tafereelen vertoon
den zich voor mijn oog; zonderlinge verhalen werden mij
gedaan in een salon, waarvan weinige bezitters van jachten
de weerga zullen hebben gezien; met praal en pracht werd
ik ontvangen; de tonen der muziek streelden mijne ooren;
een maaltijd, een koning waardig, werd opgedisoht. En
daarna toonde men mij de beeltenis van eene vrouw, die
dieper indruk op mij heeft gemaakt dan ooit het geval was.
Heden...."
Maar bij dit woord „heden" eindigde het ongeschreven
dagboek; de deur van mijne hut werd geopend, en een hof
meester trad binnen. Hij droeg een blad, dat dampende
koffie en breed in allerlei vorm bevatte, en toen hij het
naast mijn bel neerzette, wenschte hij mij goedenmorgen.
„Zal ik den barbier laten komen mijnheer?" vroeg hij.
„Zeer gaan r^ide ik. „Is uw meester al bij de hand?"
„Mijnheer Munk is nu op het promenade-dek," antwoordde
hij. „Hij verwacht u."
De man was]onbeweeglijk, zeer beleefd, maar toch niet mede
deelzaam. De hoop, dat ik van hem eenige bizonderheden
zou vernemei! over den eigenaar van het jacht, was oogen-
blikkelijk vervlneren, en ik sloeg hem gade toen hïj een ge
deelte van den vloer in mijne hut opliehtte en een badkuip
van glinstere» taal zichtbaar werd. Terwijl hij bezig was
deze te vullen, trad een indische barbier de kamer binnen
en deze schoor mij metj wonderbare behendigheid. Nadat
beiden waren verdwenen, kleedde ik mij met eenige
haast aan.
Toen ik geheel gereed was opende ik de deur van mijn
hut en trad op dek. Het was helder weer en er woei een
fri8ch briesje. Ik zag nu het geheele jacht voor de eerste
maal en was een en al verbazing. Van het stormdek, dat ik
besteeg, zag ik neer op een prachtig schip van minstens
vijftien honderd ton inhoud en het schouwspel bracht mij
in verrukking. Voorzien met drie masten, twee schoorsteen
pijpen, wit en koperkleurig, een smetteloos dek; kaapstan
ders, wielen en metaalwerk, alles glinsterend als goud inde
zon; weelderige stoelen overal op het wandeldek; de paneelen
van teakhout, en overal gekleurd glas; eene bemanning, ge
kleed in het reinste wit; overal kleinejkajuiten, kostbare
kleeden voor de voeten en witte zonnetenten geen jacht
bestond er zoo prachtig als de „Zwerver" en zal er ook nooit
bestaan.
Terwijl ik in gedachten verzonken op het promenade-dek
stond, sloegen de golven Bchuimend tegen den romp van
het jacht en dompelde |het zijn voorsteven in het sehuim,
seherp het zilte vocht doorklievend.
Wordt vervolgd.)