ging*, een buitengewoon philharmo-
nisch concert worden gegeven door
liet orkest van de groote opera te
Milaan onder directie van den heer
Maestro Guitano Cimini. Het orkest
bestaat uit 62 man.
Hedenmiddag omstreeks 24 uur
liep een 10 jarigen knaap, Johannes
Maanakker geheeten, op den Zijl
singel alhier, en voelde een onweer-
Btaanbaren lust eens op een zand-
wagen te springen, die daar juist
voorbijreed. Hij sprong evenwel mis
en viel van den wagen, zoodat het
wiel over hem heenging en hij eene
hoofdwonde kreeg, die zijne over
brenging naar het gasthuis noodig
maakte. Zijn toestand is zeer bevre
digend.
Hedenmorgen is per extra-trein het
garnizoen (infanterie) alhier vertrok
ken naar het legerkamp te Laren.
Museum van Kunst nijverheid.
De tentoonstelling van textiele kunst
die op het Museum van Kunstnijver
heid alhier gehouden wordt zal na
aanstaanden Zondag gesloten zijn, be
langstellenden die de bijeengebrachte
verzameling, welke door vele zeer
schoone werken uitmunt, nog wen-
schen te bezichtigen, dienen deze
week van de nog bestaande gelegen
heid gebruik te maken.
De Postduiven Vereeniging „de
Snel vlieger" hield Zondag baar 2e jaar-
lij ksche wedvlucht van Assen. Te
8.20 .in vrijheid gesteld, was de aan
komst met Z.W. wind als volgt
le prijs H. E. Jung 11.32.18
2e A. F. H. Harms 11.34.41
3e H. E. Jung 11.35.39
4e J. G. Schippers 11.36.8
5e H. E. Jung 11.38.33
Bij den len prijs was toegevoegd 1
bronzen medaille en bij den 2en prijs
1 diploma beide, van het Min. v.
Oorlog.
Zitting van den gemeenteraad
te Heemstede,
op Dinsdag 27 Aug. des avonds
te 7LÓ uur.
Dinsdagavond te 7ü uur vergaderde
de raad der gemeente Heemstede,
onder voorzitterschap van den heer
Van Lennep. Aanwezig alle leden,
behalve de heer Milatz.
In de eerste plaats worden door
eene commissie, bestaande uit de
heeren Teding van Berkhout, Prey de
en Ro zen, de geloofsbrieven der
nieuw gekozen leden van den Raad
nagezien. Zij adviseeren tot .toelating
der heeren A. v. d. Horst, H. H.
Hoeker en H. van Wickevoort Crom-
melin, welke leden in de volgende zit
ting zullen worden verwelkomd.
Hierna doet de Voorzitter eenige
mededeelingen omtrent het plan tot
het maken van een steiger en los
plaats aan de ringvaart. Hy legt eene
schetsteekening over, gemaakt door
den heer De Baat, opzichter van den
Haarlemmermeerpolder, van een hou
ten steiger, in den geest als ook aldaar
een steiger was gebouwd. Volgens
dit plak zal de steiger bijna 1 Meter
vooruit springen in het water en 50
e.M. van den kant. De oude schoei-'
ing zal gedeeltelijk kunnen worden
gebruikt. De kosten van dit plan zijn
met het salaris van den opzichter
geraamd op pL m. 1650.
Wordt besloten op voorstel van
den voorzitter, den steiger te doen aan
besteden en B. en W. te machtigen,
wanneer de kosten niet meer bedra
gen dan de raming, het werk te
gunnen.
Vervolgens brengt de heer Teding
van Berkhout rapport uit, omtrent
de suppleioire begrooting van ont
vangsten en uitgaven over 1895. Hij
had de rekening accoord bevonden en
adviseerde haar aldus vast te stellen.
Op deze begrooting komen de vol-
nde posten voor
Voor het vergrooten der school en
den aanleg van het riool f10835,
waarvan het Rijk 25 pCt. vergoedt.
Voor het verbouwen der onderwijzers
woning f740. Voor het aanbouwen
van het brandspuithuisje f340. Voor
het aankoopen van schoolameuble-
ment f1485. Voor de rioleering en
bestrating van de Meester Lottelaan
f800. Voor den steiger aan de ring
vaart f650. Voor onvoorziene uitga
ven f583,75. De begrooting bedraagt
due f 15508,75.
Op voorstel van den Voorzitter wordt
besloten B. en W. te machtigen eene
geldleening van f 12800 te sluiten,
tegen eene rente van 3jf pCt., met de
bepaling van minstens f 400 per jaar
te zullen aflossen, de eerste aflossing
in 1896.
Ook wordt rapport uitgebracht over
de gemeenterekening van 1894, die
de commissie eveneens had accoord
bevonden. De ontvangsten bedroegen
f27847,33 en de uitgaven f26778,17,
zoodat de rekening sluit met een batig
saldo van f 1069,16. De rekening van
het burgerlijk armbestuur over 1894,
sluitende met een nadeelig saldo van
f 702,9714wordt alsmede goedgekeurd,
waarvan het burgerlijk armbestuur
onder dank voor de bewezen diensten
mededeeling zal worden gedaan.
Thans wordt eene rioolquaestie be
handeld. De voorzitter doet mededee
ling, dat de riool van de school ook
door het publiek kan worden ge
bruikt en dat reeds eenige ingezetenen
om aansluiting hadden gevraagd,
natuurlijk tegen vergoeding. De meer
derheid van B. en W. was van oordeel
dat het beter zou zijn jaarlijks eene
zekere bijdrage te doen betalen dan
eene vrij groote som in eens.
Des Voorzitters persoonlijke opinie
daarentegen was anders. Hij achtte
het wenschelijker eene som in eens
te doen betalen, dan kon men een
contract maken en bij eene jaar lij k-
sche betaling moest men daarentegen
een heffingsverordening maken. Alvo
rens zulk een ontwerpverordening op
te stellen, vernam de voorzitter gaarne
eerst het oordeel van den Raad over
deze quaestie. Hij stelt thans daarom
voor te bepalen, dat in het riool
geene faecaliën zouden mogen worden
afgevoerd, dat de aansluiting op eigen
kosten zou moeten worden aangelegd
en bestaan uit een soliede aarden
buis, voor ieder perceel eene afzon
derlijke aansluiting, en bij overtreding
hiervan afsnijding der aansluiting en
verbeurdverklaring der gelden.
Jhr. Van Merle-a zegt, dat het beter
zou zijn de aansluiting van gemeen
tewege op kosten van den eigenaar te
doen plaats hebben.
De Voorzitter wijst er op, dat dit
voor den particulier duurder zou uit
komen, dan wanneer het door hen
onder toezicht van gemeentewege ge
schiedde. Na eenig debat wordt hierop
gestemd over de vraag of de Bom in
eens of jaarlijks zou moeten worden
betaald. Daar de stemmen staakten,
wordt besloten dit punt tot de vol
gende vergadering aan te houden.
Vervolgens is een baggerquaestie
aan de orde.
v. d. Linde, die zooals men weet,
tot 1 Nov. het uitbaggeren der vaar
ten en het ledigen der vuilnisbakken
had aangenomen, wilde gaarne dit
weder aannemen, doch tegen hooge-
ren prijs, f 200 voor de vuilnisbakken
was, volgens zijne meenig te la tg,
daar de gemeente zich uitbreidde
en de vuilnis minder waard was. Hij
wilde voor het ledigen der vuilnis
bakken f25 meer ontvangen, zoodat
hij dan totaal ontving f 450 en
voorts het aannemen voor den tijd
van 5 jaren. d. i. van 1 Nov. 1895 tot
Oct 1890.
De heer J. v. d. Berg Jr. is tegen het
aannemen voor 5 jaar. Hy meent, dat
men bij eene jaarlijksche aanneming
beter van goed werk verzekerd is.
Nadat in 't midden is gebracht,
dat sommige vaarten niet voldoende
worden uitgebaggerd, wordt besloten,
dat de Voorzitter dit zal onderzoeken
en men dan de zaak in de volgende
vergadering zal behandelen.
Ten laatste wordt de kermisquaestie
behandeld.
De voorzitter leest voor een adres
van J. Ebbera en anderen, van 30
handteekeningen voorzien, waarin te
kennen wordt gegeven, dat sinds het
afschaffen der kermis op 3 Dec. 1880
de inkomsten der neringdoenden zijn
verminderd en daardoor de draag
kracht der gemeente niet is bevorderd,
waarom adressanten om wederinvoe
ring der kermis vragen. Nadat hy dit
adres heeft voorgelezen,voerde de voor
zitter hierover het woord. Hij begon
met te zeggen, dat de aanlei Jing tot het
afschaffen der kermis was geweest
het aanleggen der stoomtram, waar
door het kerkplein niet genoeg ruimte
meer opleverde, maar dat de eigen
lijke oorzaak was, de toenemende
onzedelijkheid gedurende de kermis.
B. en W. meenen op het request
afwijzend te moeten beschikken, ging
hij voort en besprak daarna da vragen
„Wat is kermis en waartoe dient zij
Vroeger was de kermis, zeide spr.,
een plaats, waar men iets koopen
kon, wat men anders- niet kon krij
gen en tevens eene plaats van uit
spanning. Tegenwoordig echter met
de snelle middelen van communicatie
is de kermis misplaatst. Adressanten
beweren wel, dat door het afschaffen
der kermis de inkomsten der nering
doenden zijn verminderd, doch geven
daarvoor geen bewijs. Spr. meende
dat juist de gemeente sinds 1880 in
bloei was toegenomen daar in den
laatsten tijd niemand failliet was
gegaan. Hij betwijfelt of door herstel
voordeel zou ontstaan; alleen tappers
en misschien ook sigarenwinkels zou
den goede zaken maken.
De kruideniers echter zouden later
van het herstel der kermis berouw
hebbeo, daar op die plaats vele pen
ningen zouden worden verteerd en
dit dus den koophandel niet tot
meeederen bloei zou strekken. Van
Haarlemsche ingezetenen wint spr.
het, dat het in de eerste week na de
kermis altijd slap in zaken is. Ook
hadden vele ingezetenen der gemeente
hem gezegd dat het hun spijten zou
too de kermis weder ingesteld werd.
„Misschien heb ik te veel gezegd,
misschien was het niet noodig u
aldus te overtuigen van het niet
wenschelijke van herstel der kermis,
doch ronduit ben ik voor mijne mee
ning uitgekomen." Aldus eindigde
de voorzitter.;
Luid applaus volgde en met alge-
meene stemmen werd besloten afwij
zend te beschikken, nadat nog de
heer Teding van Berkhout had be
toogd dat „de kermis een bron van
zedeloosheid en armoede is en de ge
meente verplicht is dit tegen te gaan."
Hierna werd de vergadering ge
sloten.
BINNENLAND,
Men meldt uit 's Gravenhage
Een groot {gedeelte van de officie
ren en de manschappen der veldar
tillerie droegen Dinsdagochtend op
eene oefening het lage astracan-kol-
bakje, voorzien van een peervormige
oranje-cocarde, waaronder twee ge
kruiste kanonnen, dat bestemd is de
zware chako te vervangen.
Op een afstand gaf dit nieuwe
hoofddeksel den troep het aanzien
van eene Russische legerafdeeling.
De veld-escadrons van het 3e reg.
huzaren te 's-Gravenhage zijn Dins
dag met 4 verschillende treinen naar
Zeist vervoerd.
Te 6 uur des ochtends vertrok de
le trein met den staf en de muziek,
de overige transporten volgden te
10,22 en 12,26 naar de leger
plaats, in de omstreken waarvan de
cavalerie tot 10 Sept. veldoeleningen
zal houden.
Het regiment grenadiers en jagers
gaat Maandag a.s. naar het Kamp
van Zeist.
Bij de toebereidselen voor het uit
rukken van de escadrons cavalerie,
kreeg de huzaar B. een geweldigen
slag van zijn paard tegen het hoofd.
Hy stortte bewusteloos met een bloe
dende wonde nabij den slaap neder
en moe3t, tot bewustzijn gebracht,
naar het garnizoenshospitaal worden
vervoerd.
Tentoonstelling te Zaandam.
Het voornemen bestaat om in Juli
of Aug. van het volgend jaar te
Zaandam op de Burcht een tentoon
stelling te houden van landbouw en
Zaanlandsche nijverheid, waarvoor
reeds verscheidene inzendingen zijn
toegezegd- De tentoonstelling zal even
wel eerst dan doorgaan, wanneer een
voldoend waarborgfonds is bijeenge
bracht. Van de regelingscommissie
heeft de heer mr. H. J. C. van Tie
nen, burgemeester van Zaandam, het
eerevoorzitterschap aanvaard; als le
den van het eere-comité hebben zit
ting genomen de heeren: P. B. J.
Ferf te Haarlem, C. Corver van Wes-
sem, P. Latonsteijn en C. Mats te
Zaandam F. Th. Roeters van Lennep,
burgemeester van Koog aan de Zaan
P. K. P. J. van Sloten, burgemeester
van Zaandijk; jhr. H. F. Schuurbe-
que Boeye, burgemeester van Wor-
merveer; mr. J. Walig, burgemeester
van KrommenieW. F. W. Steen
berg, burgemeester van Westzaan, en
G. A. Swart, burgemeester van Oost-
zaan, terwijlj 23 andere heeren de
verdere commissie vormen.
Hbld
IJ muidon.
Dinsdag heeft men een officieuse
proef genomen met het bewegen van
enkele deuren aan de nieuwe groote
sluis aldaar; de officieele beproeving
zal plaats hebben op 10 Sept. e.k.
Het aantal buitengewone opzichters
van den Waterstaat, die dienst doen
bij de werken aan de Visschershaven
wordt weer vermeerderd, doordat met
1 Sept. e.k. de heer J. de Ringhvan
Schellingwoude naar IJmuiden over
geplaatst wordt.
De stoomtram van Alkmaar reed
Dinsdagmorgen, in de onmiddellijke
nabijheid van Purmerend door een
koppel van 50 schapen, toebehoorende
aan den heer Martinus van Dort te
Bsemster. De machinist remde met
alle kracht, doch kon niet voorko
men dat een 20 tal verpletterd wer
den en de goederenwagen ontspoorde.
De onach tzaamheid van den drijver,
waardoor de schapen zich op het
uitsluitend voor de tram bestemde
baanvak bevonden, is van dit onge
val de schuld.
oliefabriek van de firma Ter Borgh
in brand, benevens de belendende
knechtenwoningen. r
Steeds verder breidden de vlammen
zich uit, zoodat ook de heerenbehui-
zing, behoorende bij den oliemolen
en nog bewoond door mevr. de wed.
Yan Calcer, de nieuwe koopmansbe
huizing van R. Ruding, verder de
huizen van gebr. Alfsing, Scholtens
en Deen, en ook de heeren behuizing
van Maathuis, bij den houtzaagmolen,
afbrandden.
Later geraakte ook de achterbe
huizing van het hotel Roelfsema in
brand. De boerenbehuizing van de
wed. Boerma werd bijna geheel een
prooi der vlammen.
Tal van huisgezinnen zijn van dak
en inboedel beroofd. Voorzoover wij
hoorden, waren allen verzekerd. Ver
schillende Maatschappijen hebben
groote schadeposten.
De Zutfeasche Maatschappij „de
Nederlanden" had verschillende in
boedels, benevens het hotel „Roelf
sema" verzekerd, de stoomoliemolen
met de daarbij behoorende gebouwen
waren bij beurspolis verzekerd, huis
en inboedel van R. Ruding bij De
Jong Co. en verschillende huizen
en andere inboedels bij diverse Maat
schappijen.
De schade is zeer groot.
Dinsdagavond vijf uur was de brand
weer nog steeds in de weer. De wind
was toen gelukkig gaan liggen, zoodat
't grootste gevaarte geweken was.
Jeugdige overtreder*.
Aan de leden der Ned. Juristen-
Vereeniging is de toelichting gezonden,
welke jhr. mr. Rethaan Macaré heeft
gevoegd bij de conclmsiën, door hem
voorgesteld op de vraag, welke Zater
dag e. k. in de vergadering te 's Bosch
zal worden behandeld„Is wijziging
en aanvulling van onze wetgeving
noodig met betrekking tot het over
treden van de stra'wet door jeugdige
personenen in welken zin
Die toelichting, welke bijna 100
bladzijden beslaat, eindigt de schrijver
met de volgende samenvatting zijner
denkbeelden
„Op het gebied der kinderbestraf
fing zijn bij ons ingrijpende hervor
mingen noodighervormingen die ten
doel moeten hebben de tucht onder
het jonge geslacht te verbeteren door
versterking der ouderlijke macht, der
schooltucht en van het politietoezicht.
Deze drie elementen van orde moeten
in beteekenis verhoogd worden, niet
door de toevlucht te nemen tot ruw
geweld of tot roede en stok. maar
door voor de jeugd passender straffen
in het leven te roepen en tegelijker
tijd ernstig te waken tegen het mis
bruik dat van de ouderlijke macht
bij wijlen wordt gemaakt.
„Eerst wanneer de ouderlij ke macht,
de schooltucht en het politie-toezicht
te kort schieten, trede de rechterlijke
macht tusschen beiden, doch dan
snel en krachtig en zoolang van op-
voeiing heil te verwachten is, liefet
met straffen, die een opvedead en
veredelend doch geen nederbuigend
en onteerend karakter hebben.
„Een vrije Staat kweekt rrannen,
geen den nek krommende slaven."
Brand te Hoogezaud.
Gisteren woedde te Hoogezand een
hevige brand, die verscheidene huizen
in de asch legde.
Des morgens ongeveer halftwaaif
brak er brand uit in den windhout-
zaagmolen van de firma Maashuis,
Door den feilen zuidwesten wind sloeg
de vlam al spoedig op de belendende
houtschuren over. In een oogwenk
stend alles in lichte laaie. In minder
dan geen tijd stond ook de stoom-
Een strafkolonie.
Met het doel de kosten van on
derhoud van gevangenen te verminde
ren en een meer afschrikkende straf
in te voeren voor individuen als
moordenaars van den wachtmeester
Hoekman te Osch, die, in vrijheid,
een gevaar blijven opleveren voor de
gemeenschap en op grond daarvan,
nu de doodstraf is afgeschaft, levens
lang worden gedetineerd, oppert De
Avondpost het reeds meermalen ver
kondigde denkbeeld een Nederland-
sche strafkolonie te stichten.
steeg opnieuw maar met flauwe helling en hij was vrij
breed. Dit laatste pad volgden wij over ongeveer honderd
meter, maar hier bevonden wij ons niet alleen. Plotseling
riep een schildwacht ons aanop alle toppen en plateaux
vertoonden zich gewapende mannen. Ik sloeg hen van bene
den gade bij iedere kromming zag ik weer anderen. Eene
verklaring over hunne aanwezigheid was onnoodig, want
nauwelijks hadden wij den gevaarlijken weg achter ons of de
de gevangenis van het Zonne-eiland lag met al zijne ellende
voor mij.
HOOFDSTUK XV.
Het dal der gevangenen.
De gevangenen bevonden zich in een diepe kom tusschen
de heuvels in een ravijn, omringd door de harde rots
wanden. Het was alsof de natuur deze spleet had gegraven
tusschen de bergen terwille van de veiligheid der eilandbe
woners. Aan drie kanten verhieven zich de steile onbeklim
bare rotswanden; aan de vierde zijde bevond zich voor den
muur een groote afgrond, waar een woeste stroom door
liep. En in dezen val dit heete, kale amphithreater van
steen bevonden zich zestig mannen, afgesloten van fris-
sche licht, van het leven en van alle menschelijke hoop.
Terwijl de zon hare gloeiende stralen naar beneden wierp
zag ik hen liggen in verschillende houdingen sommigen
uitgestrekt op den grond of slapende, anderen met opgetrok.
ken knieën of neergehurkt, aan dieren gelijk, anderen weer
liepen in de vallei ep en neer als verscheurende dieren in
hunne kooi. De meesten waren in lompen gehuld en eenigen
zelfs bijna naakt, en nooit hoop ik meer dergelijke gelaats
trekken te zien als ik zag yan hen die opwaarts keken.
Men had er menschen van allerlei leeftijd; oude mannen
met een gelaat, dat u aan een vampier deed denkenjonge
mannen verbrand door de zo-; verminkten die pij nlyk
voortstrompelden zwakken, wien het moeite kostte zich
van steen tot steen voort te slepen. Ik zag blinden struike
len over den rotsigen bodem; ik zag menschelijke wezens,
wier gelaat byna verborgen was achter den verwilderden,
overvloedigea haardos, die tot op de schouders reiktenik
hoorde kreten van wanhoop en van woede en zag de ramp
zaligen onder elkaar vechten alsof hun toestand nog niet ellendig
genoeg was. En toen dit schouwspel van ellende en droef
heid duidelijker werd voor mijn blik, scheen het mij toe
alsof mijne reis over de bergen mij van een land van
menschelykheid en licht naar de poorten der hel had ge
bracht.
Iets van deze gedachte moet merkbaar zijn geweest op
mijn gelaat, want toen wij eenigen tijd de gevangenenen
hadden gadegeslagen, begon Adam eene verontschuldiging te
maken.
„Nu dekter," zeide hij, „hoe vindt u dat?"
„Ik vind het een schouwspelzeide ik, „wat een mensch
met eenig gevoel niet gaarne ziet. En," vervolgde, „ik vind
er iets onmenschelijks in."
Toen ik dit zeide vestigde Adam een doordringenden blik
op mij. Hi] aarzelde geen oogenblik met het uitspreken der
verdediging.
„Dat ben ik niet met u eens," zeide hij haastig. „Die
mannen zijn sleehts misdadigers, dieven en sluipmoorde
naars. Wij arbeiden niet voor de duisternis maar voor het
licht. Stellen wij die gevangenen in vrijheid dan valt allee,
wat wy in die vijf jaar hebben opgebouwd, in duigen. Dien
mannen heeft men een leven vrij en onbezorgd aangebo
den. Zij verwierpen dat terwille van een misdadig bestaan.
Wij van onzen kant verdedigen ons zeiven tegen hen zooale
ge ziet, en zoo hier van medelijden geen sprake is, dan
komt dat omdat aller belang op het spel staat. En laat ik
u zeggen dokter, dat als een van die mannen de zee kon
bereiken, wij binnen eene maand oorlogsschepen in onze ha
ven zouden hebben."
Hij had duidelijk genoeg gesproken, maar Lincoln sprak
nog na hem.
„Ja," zeide hij, „mij dunkt, dat wij hier boven een kruit
magazijn leven, en wij moeten onze oogen goed open hou
den. Niet dat de menschen hier in minder goede omstan
digheden verkeeren dan de mijnwerkers, zooals u weldra
zult zien. U moet weten dat zij volgens mijn oordeel veel
te goed gevoed worden want voor de helft zijn ze niets beter
dan sluipmoordenaars en de andere helft is niet veel meer
waard."
Wordt vervolgd