HEBIHS3BIS&SST
door J. A. L.
Ik herinner mij een klein wel
varend dorpbekend door zijn
bloemen, en ik herinner mij een
achoonen lentedag. Vroolyk scheen het
zonnetje op het jonge lentegroen,
vroolyk klonk het vogelengezang in
de takken van het geboomte, ja het
soheen alsof de menschen opgeruim
der waren dan gewoonlijk, alsof zy
de zorgen des levens minder telden,
alsof alles sprak van leven, van ge
nieten, van zonneschijn en lentegeur.
Ik herinner mij eene villa in dat
dorp, liefelijk aan den straatweg ge
legen en omgeven door een grooten
tuin, voorzien van statige boomen,
knnstig aangelegde perken, slinge
rende paden en banken die tot een
zitje schenen uit te noodigen.
Achter in dien tuin was e n tennis
baan gemaakt en eenige jongelieden
waren op dien lentedag geheol in hun
spel verdiept.
Nu aan de eene dan aan de andere
zijde van het net, werd do balgedu
rig behendig opgevangen en terugge
dreven en wanneer een der speelsters
of spelers den bal plotseling in het
vierkant der tegenpartij wierp, klonk
er een vroolijk gejuich.
Op de veranda zaten de ouderen
van dagen kalm een glas wijn te
drinken en rustig toe te zien. Ook
zy genoten, want gindsche jongelie
den deden oude herinneringen by hen
ontwaken en ze brachten hun een
glimlach op de lippen.
En het was alsuf die lichte sport-
blouses, die opgeslagen witte hemds
mouwen, die vroolyk toeziende ouders,
of die allen daar behoorden, om met
die villa, dien zonneschijn, dat jonge
groen een geheel te vormen van
vreugde en opgeruimdheid, van lente
en van leven.
Ja, het was werkelijk lente om en
in hen, overal zonneschyo, overal
groen en vogelengezang en ik
ik vervolgde mijn weg, jaloersoh op
dio gelukkige menschen, die in die
liefgelegen villa aan den straatweg
woondeD.
Vijf maanden zijn voorbijgegaan,
inplaats van April hebben wij Sep
tember, inplaats van Lente is het
Herfst geworden, toen mijne zaken
my in datzelfde dorp en langs die
zelfde villa brachten.
En weder bescheen de zon het
aardrijk, en weder hoorde men overal
vogelengezang, maar thans waren
tuin en veranda ledig en slap hing
het tennisnet aan de stokken. De
jalous'ën wa-en al'e nedergelaten en
geen mensen was zichtbaar.
En plotseling bevond ik mijzelf in een
der kamers dier villa, en ik zag een ledi
kant waarop een jonge man van nau
welijks 20 ja ar lag uitgestrekt Gesloten
waren zyne oogen, bleek was zijn ge
laatskleur en verstijfd waren zijne lede
maten. De dood, die onverbiddelijke
dood, had dat jeugdige leven afge
sneden, had hom weggerukt uit het
midden van allen die hem zoo lief
hadden.
De dood had niet gevraagd of hij
die vroolijke villa verlaten wilde, of
hij al genoeg van dit leven gezien
had, of hij zyne droomen al uilge-
droomd had, of de illusies die hij van
het leven koesterde al vervuld of te
niet gedaan warenonverbiddelijk
kwam de dood en nam.
En aan het voeteneinde zat een
zwaar gebouwd SOjarig man, met ge-
HAAIlLEiM HALLETJES.
E«- latcrdagayondpraatje.
CCLIII.
Terwijl de haast waarmee we leven
al grooter en groter wordt, terwijl
de snelste bliksemtrein nog niet be
antwoordt aan ons ongeduld zoodat
er in Engeland al barddraveryen
worden gehouden tusschen sneltrei
nen onderling, terwijl de concurrentie
in zaken de menschen van dezen tyd
al sneller voortjaa t, sommigen naar
hun wis verderf terwijl dat alles
gebeurt zeggen twee Rijksinstellingen,
dio opgericht zijn speciaal ter bevor
dering van een vlug verkeer, zoo nu
en dan: „hoor eens, jullie gaat me
veel te gauw. ik kan dat niet bijhou
den en gaan als vermoeide hard-
loopers eens een kwartiertje „in 't
gras zitten uitrusten. Ich komme nacb,"
zooa's da Duitschers zeggen, wanneer
zo in de kneip niet gauw genoeg
bescheid kunnen doen.
Woensdagmorgen bad een Bever-
wijker bekende my iet> te berichten.
Er was haast 'uy, dus komt hij op 't
lumineuse denkbeeld den brief te
expedieeren met den trein, vreezende
dat hij te laat zou zijn wanneer hy
eerst aan 't postkantoor te land kwam.
Goed, de train neemt den brief op
en stoomt met veel p eha naar Vel-
sen, vandaar naar S«ndpoort, van
daar naar Haarlem met een snelheid
per uur van hoeveel kilomeiers
is hot cok weer? Enfin, de briefj
arriveert te 3 uur en 19 min. spoor-
tijd aan 't postkantoor te Haarlem.
En wat denkt de lezer nu wel, dat
er verder met dien hrief gebeurt?"
Natuurlijk wordt hij een halfuurtje
later besteld.
„Pardon, 'Plykt er niet naar. Die
brief was nog nooit op reis geweest.
hij was vermoeid en zag er spierwit)
uit. Toen de besteller, die de brieven
sorteerde, hem in handen kreeg, riep
hij uit„och, och, wat ziet die brief
er b eek en ontdaan uit, de arme
stumper kan zóo niet beateld worden
hy moot eerst maar een poos rust
nemen."
Met nam hij den brief in zyn mede-
bogen hoofd zat hij daar, en zag
neer op zijnen zoon.
En hij dacht aan al de plannen
die hy gemaakt had, hoe zijn zoon
hem op zou volgen in zijno zaken,
hoe zijn zoon den naam der firma
zou doen sohittoren in de wereld,
hoe zijn zoon, als hijzelf straks het
werk neder zou leggeD, met vaste
hand de teugel-? over zou nemen, en
hoe hij op den avond zijnB levens
met vreugde zou zien hoe 2/7'nwerk,
hoe zijne plannen door zijn zoon zou
worden voortgezet en zouden worden
ten uitvoer gebraoht.
Een thans was dat alles voorbij,
al zyn hoop was in rook opgegaan,
al zijne plannen waren den bodem
ingeslagen, daar lag zijn zo >n stijl
en koudeen nameloos wee maakte
zioh van hem meester en zyn lichaam
schudde van onderdrukte snikken.
Weder was ik op den straatweg,
weder keek ik op naar de villa, weder
hoorde ik het vogelengezang en ge
voelde ik de warme zonnestralen,
dooh thans hinderde my do feest
vierende natuur en onwillekeurig
dacht ik aan de woorden van Car
men Sylva: „O zonnelicht, besohijn
toch de treurenden niet, voor ben
liegt uw helle schijn, die lust en
leven genoemd wordt. Zoo stralend
hebt gij ook gisteren geschenen, en
toch is het nacht geworden, eeuwige
nacht in dat hart, dat de zon zco
lief had en het geluk en de liefde!"
en medelijden vervulde mij met
de menschen die in die lief gelegen
villa aan den straatweg woonden.
BINNENLAND,
De diamantbewerkers te
Amsterdam.
Om éen uur Vrijdagmiddag ver
zamelden de diamantbewerkers zich
op het Amstelveld te Amsterdam, om
weer, zooals vorige dagen gebeurd
was, door de stad te gaan trekken.
Bijna allen, die in den stoet mee
liepen en dat waren er zeer veel,
hadden om lioed of pet, op de borst,
op de mouw, op de geopende para
pluie, aan den wandelstok een strook
geel papier, waarop woorden als
„Wij eisoben bondsfabrieken", of „De
fabriokshoudera verklaarden den oor
log", of „wij brengen dan strijd ten
einde", of „Leve de A. N. D. B.", of
„zij die recht hebben wijken niet" enz.
En a s de stoet dan kwam langs
de woning van een fabriekshouder
die had toegestemd in den eisch, dan
werd er een gejuioh aangeheven en
kwam men langs de woning van een
fabrikant die niet had toegegeven,
dan floot men en weerklonk de lucht
ran een oorverdoovend lawaai.
Het mooisto was wel dat van enkele
patroons de helft der betoogers juich
ten en de andere helft floten en gilden.
Overreden.
In het Lago Westeinde nabij de
Loosduinsche brug to 's Gravenhage
werd Vrijdagochtend een ongeveer
70-jarige man, de in de buuri alge
meen bekende petroleumventer, die
steeds onder luid be geklingel met
zijn karretje door de straten trok door
een zwaar beladen wagen van de
gasfabriek komende van de brug
overreden.
De wielen gingen den man over
het hoofd, zoodat de dood byna on
middellijk volgde.
De politie bracht het lijk naar de
algemeene begraafplaats over.
Kort na den moord te Osch, in
1893 gepleegd op den wachtmeester
lijdende banden en legde hem zachtjes
in een iets, dat de brief voor een
houten kribbe hield, maar dat naar
ik vermoed een afdeeling van een
loketkast is geweest.
„Deze man," zoo dacht de brief,
„begrijpt e rst eens goed, wat een
wtlopgevoeden brief toekomt. Hier
doet men niet mee aan dat overdre
ven rennen van sporen en andere
zenuwachtige instellingen, het bevalt
mij hier best 1"
Het was helder dag toen de brief
in het postkantoor was gearriveerd
en eerst toen het donker was kwam
er een andere besteller, die hem uit
het loket nam en aan een derde gaf
om hem aan zijo adres te bes ellen.
„Hoe lang zou ik wel gerust hebben
dacht de brief, die het besef van tijd
en uur was kwijt geraakt, daar hij
een recht genoeglijken dut had ge
daan Nauwelijks had hij dat gezegd
of hij hoorde de klok van de Groote
Kerk zeven uur slaan. „Kijk, kijk,"
zei hij, „lat is dus een „hazeslaapje
van ruim drie uur geweest" en '.oen
de bostelier hem precies kwartier
over zeven in myn brievenbus deed,
zei tij niet zonder eenig leedvermaak
tot een courant, die naasth em kwam
neervallen
„Waarde makker, ik zie aan je
s.empel, dat je ook met den trein
gereisd hebt. Ik weet niet hoe jij er
over denkt, maar ik heb aan dat
onzinnige geviieg een heel huis vol
broertjes dood. Gelukkig begrijpen
ze 't in het haarlemsche postkantoor
beter. Daar heb ik drie uur lang zoo
heerlijk geslapen, dat ik me gevoel
alsof ik een andere brief ben ge
worden."
Ik geloof dat bij nog meer wou
zeggen, maar op dat oogenblik nam
ik hem uit de bus en scheurde zijn
heele huid open, aan welke operatie
hij als brief natuurlijk onmiddellijk
sneuvelde.
Dit heele verhaal komt hierop neer,
dat een brief die te ongeveer half
vier aan 't postkantoor was gearri
veerd, eerst te kwartier over zeven
a.n zijn adres (geen kwartier van 't
kantoor af) is bezorgd. Toen ik een
briefje sohreef om h'erover ophelde-j
ring te vragen, kreeg ik heel leuk
een mondelinge boodsohap terug, dat
der marechaussee Hoekman, weid
door zijne wapenbroeders besloten
een blijvend gedenkteeken op zijn
graf te plaatsen.
In tegenwoordigheid van de offioie-
ren dier divisie en van deputaties uit
de districten, ieder bestaande uit 1
waohtm°esler, 1 brigadier en 1 mare
chaussee, zal dat gedenkteeken den
lOen dezer op het graf van Hoekman
geplaatst worden.
Woensdag zou te Booholt de be
grafenis plaats hebben van H. Bau-
haus, die by het smokkelen van een
paar koeien Zondagnacht door een
Pruiaischen ambtenaar doodgeschoten
werd. De begrafenis heeft echter niet
plaats gehad, daar op last der jus
titie te Munster eene opera'ie van het
lijk plaats zal hebben, aangezien de
dokter die de lijkschouwing heeft ge
daan, beweert dat B. na het schot nog
minstens 2 unr geleefd heeft, waarvan
de betrokken ambtenaar zioh had
moeten overtuigen, opdat, als de man
werkelyk nog leefde, de noodige
maatrege'en had kunnen genomen
worden.
Leger en Vloot.
Aanstaanden Maandag, den7n dezer,
zal door den generaal-maj ;or Door
man, waarnemend gouverneur der
residentie, de Militaire "Willemsorde
worden uitgereikt aan den le luite
nant van het O.-I. leger J. G. van
den Belt, thans gedetacheerd aan de
hoogere krijgsschool te 's Gravenhage.
De troepen van het garnizoen zullen
daartoe te 12 uur in het Malieveld
zijn opgesteld De in de residentie
aanwezige ridders der M. W. O.
worden uitgenoodigd de plechtigheid
bij te wonen.
De troepen zullen worden gecom
mandeerd door den kolonoljhr. Laman
Trip, commandant van het regiment
grenadiers en jagers.
Sport en Wedstrijden.
Iaternation&Ie Atliletisoho
wedstrijden.
Op de Wereldtentoonstelling te
Amsterdam zullen Zondag 6 October
ten 1 ure internationale athletische
wedstrijden op het middenterrein der
wielerbaan gehouden worden.
Deze wedstrijden worden gegeven
door de Amsterdamsche Alhletische
Club.
Maandag zijn de inschrijvingen
gesloten en deze hebben alle ver
wachtingen overtroffen. In het geheel
zijn er 109 inschrijvingen, waaronder
uit Engeland en België, een getal,
dat tot dusverre in Nederland nog
niet is bereikt.
Bovendien komen alle beste Hol-
landsche loopers op het programma
voorbelangrijke nummers zijn dus
ongetwijfeld le wachten.
&EMENGD NIEUWS.
Een zeer merkwaardig geval heeft
zioh te Brighton voorgedaan. Een
vrouw die aan het strand zat voelde
„iets breken" in haar hoofd en kon
zich sedert dit oogenblik niets meer
herinneren. Zij kon haar naam niet
opgeven, is ha-r adres vergeten, weet
niet meer of ze gehuwd is: haar
vroeger leven is totaal uit haar ge
heugen weggevaagd. De vrouw is in
het werkuuis opgenomen. Noohhare
kleeding, noch eenig papier geeft ook
maar de geringste aanwijzing omtrent
haar identiteit.
er te drie uur een bestelling is en
daarna niet voor half zeven. Ik wil
het graag gelooven, maar mij dunkt
dat het dan toch tijd wordt eens een
bestelling daartu-schen te voegen.
Het is toch wezenlijk wel wat ai te
mal, dat een brief meer dan 3 uur
aan het postkantoor blijft liggen in
een gemeente als Haarlem. Zulko
dingen zyn in een dorp te verwach
ten, maar voor een stad van zestig
duizend zielen staan ze toch wel wat
mM
Met de Zondagsrust-bewegingenis
het hier weer glad uit. Dat spijt my
altyd, want het is over 't algemeen
zoo onnoodig, dat de menschen op
Zondag moeten werken. Natuurlijk
enkelen uitgezonderd, 't I3 nog altijd
een onopgel st vraagstuk hoe men
een uitstapje zou kunnen maken,
wanneer ixaohinisten en spjorweg-
ef tramconducteurs niet werkten en
dat vraagstuk zal wel onopgelost
blijven tot den dag, waarop het ver
nuft zoover zal zijn gegaan, dat trei
nen automatisch vertrekken, stoppen,
seinen geven en het publiek automa
tisch gedwongen wordt de verschul
digde vracht te betalen Datge'ukkige
tijdstip zullen naar ik vrees de lezer
en ik niet beleven.
Maar wat de Zondag^ust belrefr,
ik geloof niet dat er tegen een ander
vak dat bezwaar kan worden gemaakt.
Waarom ter wereld moe'en de baibier
en de sigarenhandelaar op Zondag
vo r ons klaar staan Laten de men
schen met baarden en de rookors
zich op Zaterdagavond van het over
tollige ontdoen ea van het noodige
voorzien. De sigarenhandelaar is er
welbeschouwd nog het slechtst aan
toe, want terwijl de barbier meestal
te twaalf of een uur uitscheidt, is hij
den heelen dag in 't touw en wan
neer hij gee 1 bediende heeft, is hij
eigenlijk nooit vrij en mag tevergeefs
snakken naar 't genot, om een van zijn
vele sigaren ia de vrije natuur op te
rooken, inplaats van er voortdurend
aan anderen te verkoopen.
Als ik het gedaan kon krijgen zou
ik hier een „Vereeniging tot bevor
dering van Zondagsrust" willen stioh-
ten, al valt het niet te loochenen dat
de menschen tegenwoordig veel lie-
Uit Parije.
Mad. de Rute, redactrice der Ma-
tinéea espagnolesbewoont het fraaie
hotel op den boulevard Poissonnière,
waarin vroeger de Nouvelle Revue
van mad. Adam gevestigd was. Een
harer salons is speciaal ingericht
als bewaarplaats voor een prachtige
verzameling juwee'en en k.-stbare
steenen. Een fomme de chambre houdt
daarover toezioht eu de juwelier Al-
bert Satis was met het schoenmaken en
onderhoud belast.
Eenige dagen geleden ontving de
politie een anoniemen brief, waarin
Satis beschuldigd werd een groote
hoeveelheid der steenen, waarvoor
bem de zorg was toevertrouwd, ge
stolen te hebben. Zyn zuster, Marie
Satis, droeg 0. a. een kostbaren arm
band uit die juweelen vervaardigd.
De politie deed onderzoek, keek
Satis' easier judiciaire na, vond
daarop tal van ve-oordeeli' gen wegens
diefstal en misdrijven en begaf zioh
naar zijn woning, waar zij inderdaad
in de kamer van Marie Satis, even
eens te kwader faam bekend, tal van
ringen, oorbellen, colliers en steenen
vond, welke aan mad. Rute toebe
hoorden. De zuster werd gearresteerd,,
de broeder kwam 's avonds uit Lon
den terug, vond zijn winkel gesloten
en plakte er zelf een biliet a*n met
de woorden: Gesloten wegens over
lijden. Toen ging hij verschillende
vrienden en vriendinnen opzoeken en
overal kwam de politie juist even
nadat hij weer vertrokken was Ein
delijk gaf hij zichzelf gevangen. Hy
ontkent alle schuld en beweert de
steenen alleen door valsohe te hebben
vervangen, omdat bij de andere
sohoon moest maken. Wat er bij hem
gevonden is, vertegenwoordigt een
waarde van fr. 133.000.
Zonderling in dezoscabreuse zaak
is, dat de bestolene mad. de Rute
hardnekkig weigerde een aanklacht
in te dienen en daartoe eerst op her
haald aandringen van de politie is
overgegaan. Op den avond dat Albert
Satis en zijn zuster Marie naar het
huis van bewaring waren overge
bracht, is zij nair Spanje vertrok
ken, naar zij zegt om al de lasten
welke het proees meebrengt te ont-
vluohten.
Mad. de Rute is een kind van
den Engeischman Wyse en van diens
vrouw, de dochter van Lucien
Bonaparte. De kinderen noemden
zich BonaparteWyse. Haar broe
der, een ingenieur, is na het Pana
maschandaal door de regeering naar
Amer'ka gezonden om daar een
technisch onderzoek in te stellen. Zij
zelve is gehuwd geweest mot den
I aliaanschen staatsman Ratazzi, daar
na met een Spaansch edelman, de
Rute, lid van de Cortos, thans over
leden. Zij is in de journalistieke en
artistieke kringen te Parij3 een zeer
bekende en besproken persoonlykheid
en imiteert gaarne mad. Adam.
Het volgende vermakelyke staaltje
deelen wij mede als een bewijs dat
zij niet al te exclusiefte werk gaat in
de keuze der gasten, dia op de re
ceptiedagen haar salons bevolken. In
de laagste der prachtige kamera stond
gewoonlijk een buffet en wie daar
meer dan eens gebruik van maakte,
kon in de onmiddellijke nabijheid
gedurende den heelen avond twee
keurig uitgedoste heeren in druk
gesprek zien staan: „mais oui,mon
sieur le baron" „dites-donc, eher
marquis Deze beide gedistin
geerde edellieden warei daar echter
door de gastvrouw neergezet om een
oogje te houdea op hot buffelzilvt-ï.
Want niet al de gasten waren van
ver een paar dozijn vereenigingen
zouden willen begraven, dan er een
helpen oprichten. Er zijn er veel, dat
g6ef ik toe en meer dan een die
e'genlijk zonder schade voor de
menschheid wel gemist zou kunnen
worden. Als er evenwel éen zaak is
die door een vereeniging moet wor
den behartigd, dan is het wel de
Zondagsrust. Ze is een van die onder
werpen, waarop gehamerd moet wor
den, nog eens weer on altijd weer
tot vervelens toe. Er moet over
worden geschreven, over worden
gesprokeD, welgezinden tot meedoen
„gelijmd," onverschilligen vuur'inge
blazen en vreesachtigen moed bijge
bracht. Waarom, zoo vraag ik, gaat
dat niet uit van de belanghebbenden
zeiven Laat door hen een zoodanige
vereeniging zoo niet oprichten, dan
tooh uitlokken, ze behoeven, als
ze niet willen, er niet eens zitting in
te hebben. Wanneer zoo'n commissie
die het begin van een vereeniging
moet zijn, de hand flink aan het werk
slaat, dan kan er wat totstand komen,
maar met m .ppereu tusschen de mu
ren komen we niet verder.
Ik sprak daar van barbiers. Bij
een kapper te Haarlem werd op Zon
dag de bediende door een klant bs-
klaagd, omdat hij niet vrijaf had.
„En verdienden we er nog maar
wat mee," zei het jonge mensch,
„mrar dat ook niet. Eigenlijk moesten
we voor den Zondag nog meer ver
dienen dan in de week."
„Waarom dat?" vroeg de klant.
„Je doet toch hetzelfde werkl"
„Ja, maar we hebben op Zondag
veel meer noodig."
Als dat niet fin de siècle is
We hebben meer noodig, ergo we
moeien meer verdienen! De strijd
kreet van dez^n tyd. Vroeger rede
neerde men juist andersom en zei
„we verdienen zooveel en richten
daar onze behoeften naar in."
Enfin, dat doet de hm voor
uitgang. Alleen om één reden zou ik
hot kunnen toejuichen dat een bar
bier des Zondags zijn klanten meer
liet betalen dan in de week on wel
omdat de klant er voor zou danken
zich ook in overdraoh'elijken zin door
zyn barbier te laten soheren en om
die reden Zaterdags komen zou. Dan
dien aard dat zij er bezwaar tegen
zouden hebben gehad om een druiven-
Bohaar of een dessertvork in hun zak
te laten glijden. Dat was ten minste
wel eens voorgekomen 1
De Fransche consul te Damaskus
werd dezer dagen door een Turk-
schen straatjongen met vuil gegooid.
Toen zijn Turksche bediende den jon
gen wilde pakken, kwamen eemge
mannen aanlcopen en trokken party
voor den jongen. De codsuI kreeg
zelfs een vuistslag. De wali heeft zich
bij den oonsul verontgobuldigd en 15
mannen laten arresteeren.
De langdurige droogte heeft een
twist veroorzaakt tu; schendeFransche
departementen Bouches-du Rhone en
Vaucluse. De Durance geeft haar water
af aan 25 kanalen, die in beide de
partementen zijn aangelegd ter ver
betering van de besproe ing van den
bodem. Ten einde de dorstende vel
den van water te voorzien hebben
de landbouwvereenigingen in beide
departementen ieder voor zich werken
doen uitvooren, dio den buurman
allen watertoevoer ontnamen. Van in
den stroom geworpen boomstammen
kwam het tot stevige dijken en slechts
de tusschenkomst der overheden heeft
bloedige gevechten voorkomen. De
strijd wordt nu echter voortgezet
do^r de beide prefecten. Die van do
Bouche8-du-RhÖne heeft bevolen in
geval van nood enkele dyken des
noods met geweld weg te breken,
die van Vauoluse daarentegen heeft
op de bedreigde punten gewapende
mannen op wacht geplaatst om zijn
buurmau de uitvoering van zijn voor
nemen te beletten. Aan de verdere
ontwikkeling van doze anarchistische
toestanden is een einde gemaakt door
een telegraphisch bevel van het mi-
nisterio om den status quo te hand
haven totdat een commissie van inge
nieurs uit beide departementen in
deze zaak uitspraakgedaan zal hebben.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat in
de plaats van graaf Von Rantzau,
die zich zooals bekend is, voorloopig
uit den diplomati ken dienst terug
trekt, baron Von den Brincken, thans
gezant te Kopenhagen, tot gezant
van Duitschland bij hetNederlanasche
Hof wordt benoemd.
De heer Von den Brincken zal te
Kopenhagen vervangen worden door
den heer Kiderlen—Wachter, thans
gezant van Pruisen te Hamburg.
Dinsdag is te Müncben met een
p'echlige godsdienstoefening, welke
door den prins-regent werd bijge
woond, de 47e verjaardag gevierd
van den krankzinnigen koning Otto.
Sedert zijn troonsbeklimming heeft
de ongelukkige vorst het kasteel Für-
stenwied niot verlaten.
Geen der in do buurt wonende
landbouwers kan «oh herinneren,
hem O' it te hebben gezien. De pre
sident van den ministerraad brengt
elk jaar tegen het openen der par
lementaire zitting een bezoek aan
den koning ea brengt dan een rap
port uit omtrent diens gezondheids
toestand.
VARIA.
Eens steeg lady Beaconsfield in
hei lijtuig om met haar man naar
het parlementsgebouw te ryden, waar
deze een zeer gewichtige redevoering
had uit te spreken. Toen zij in het
rijiuig klom bezeerde zij zich do
vingers aan het glas, maar zij liet
was meteen de Zondagsrust er. Maar
wie zal aan de nydige kat der con
currentie de bel aanbinden
Daarstraks sprak ik van automa
tische treinen op Zondag en dat doet
mij denken aan den automaat bij
uitnemendheid, het uurwerk, 't Is
waar, dat ook deze automaat nog niet
volmaakt is, in zooverre dat hij als
hij afgeloopen is zichzelf niet weer
opnieuw in bewegirg brengt.
Maar een automaat is het toch en
een goeie ook. Vtrbeeld u, dat de
torenwaohter van de Groote Kerk
dag en nac ht ieder kwartier aan de
touwen moest trekken om de burge
rij te verkondigen hoe laat het was.
't ls eigenlijk al ouderwetsch, dat er
bij brand in de kerk aan touwen ge
trokken wordt om de gemeente te
alarmeeren.
Zoo deed men dat in do tiende l
eeuw ook al. Meltertyd zullen ze het
wel anders doen. Ik voorzie den tyd
dat do burgemeester aan wien gete
lefoneerd is dat er brand is, in zijn
slaapkamer op een knopje drukt,
zoodoende contact maakt met een
electrische geleiding 'n den toren,
tengevolge waarvan de brandklok in
beweging wordt gezet.
Intusschea zijn natuurlijk per tole-
phoon al de chefs van de brandweer
gewaarschuwd. De commandant drukt
op een aantal knopjes in zijn huis
kamer, waardoor de deuren van de
spuithuisjes niot alleen openvliegen,
maar ook door een kunstig meoha-
nisme de spuiten er uit rollen en op1
rail3 zich bewegen naar de baan van
de electrische tram, die er dan wezen
zal. Iatusschen is er wel een brand
weerman bij do hand, die op de
brandspuit springt, deze verbindt met
de draden van de electrische tratu
en in een ommezientje rijdt naar de
plaats van den brand. Hier vindt hij
al andere spuiten, ieder bediend door
é9n man, want pompen doet men al
lang automatisch. Door een vernuftig
ingericht toestel wordt het water uit
gracht of standpijp in de slangen
gevoerd on zoo in een ommezien
duizenden liters water in het bran
dende huis gevoerd.
dat niet merken om haar man n
le storen. Iemand, die zioh op
vrouwentribune bevond, toen la
Beaconsfield daar was, zag deze ble -jr
en met bloedende vingeren en v<
hide dat in het geheim aan den n
nister. Deze begreep terstond, waaro
zijn vrouw zoo handelde, maar
plaats v»n haar hartelijk te beda
ken, zeide hij den vo'genden dj,
aan het ontbijt„Mijn lieve, ik ht
je vóór tien jaar gehuwd om je ge
maar als ik het nu weer mot
doen...." „Welnu 1" „Danzc
ik je uit liefde trouwen
Ingezonden Mededeelingei
AisoN Hals,
Kruisweg 45.
KUNSTHANDEL.
Esstanratsur van Schildsrjjen,
De Expositie dagelijks behalv
Zondag geopend.
Vrij entrée lij introductie.
Directie VOS ZOON. L
Commissariaat »a» Politie te Uaarlem. j1
De voonuerpen zijn dagelijks, behalve*B
Zon- en feestdagen, van 11 tot 1 uur F
voor de eigenaars terug te bekomen. D
Een koperen maat voor natte wa
ren. Een gonjezak waarin eenige|
ijzeren moeren van biorvaten. Een""
ouderslukje van een gouden oorbel-1
letje. Een kinderwagenband. Een
gouden oorbelletje. Een oorbolletje
met goud en haarwerk. Een knip-
mes. Een hond, reu, mank loopende.;
Een duimstok. Een sigarenkoker.
Eene parapluis. Een kinderparasol.
Eene kip. Een hark. Een hondje. Eene
zilveren broche. Een lorgnet in étui. j
E-n werkdoosje en een werktaschje -
met haakwerk. Een naaikistje waarin L
portret in étui. Een oud horloge-étui.
Een koperen moer van een kinder- v
wagen. Een rijtuigmoe-. Een kinder- e
Bchoentje. Een zwart horloge met l
ketting. Een gouden ring. Een
spoormandje. Eene granaten broohe. e
Eene zakschaar. Een lorgnet. Twee j,
paternosters Eenige sleutels. f,
Terug te bekomen aan het bur.au B
van den hoofdopzichter over de j.
Gemeente-rei edging, Harmeojansweg,
oen zilveren lepel, voorzien van ini-
tialen, een zilveren dessertlepeltje en j
zes nieuwe ontbyimessen (in de op-
gehaalde vuilnisstoffen gevonden).
Binnen tien minuten wordt dan
ook het hevigste vuur gebluscht. De
spuitbedienaars bestijgen weer hun
spuit en verdwijnen met snelheid
zooals ze gekomen zijn, e'e bewoner
telefoneert (in di-n tijd zal iedereen
een telefoon hebben) dat d9 brand
in zijn huis uit is, de burgemeester 1
brengt door op een ander knopje te i
drukken, do brankl >k tot stilstaan. 1
Het gansche drama heeft tien minu
ten en zes seconden geduurd.
Maar zoover zijn we nog niet.
Automatisch speelt ook het caril
lon, behalve op Maandag van 12 tot
half één en bij feestelijke gelegen
heden, wanneer de klokkenist, de heer
W\ Ezerman, het bespeelt. Gezeten
op een bankje voor een soort van
klavier bestaande uit grove houten
toetsen en pedalen, we-kt hy met
handen en voeten zoo ingospanneü,
dat hij zelfs bij de felste kou wel
warm kan blijvea. De haüden wor
den beschermd door handschoenen
met kussentjes, een zeer noodige
voorzorg tegen het stuks'aan van de
handen.
Dat dit carillonspe'en een kunst is
die geleerd en onderhouden moet
worden, zal de lezer wel willen ge
looven. Misschien doet het zijn v aar-
deering vo r het werkelyk verdien-
etelyk oarillonspel wel to- nemen,
want over 't algemeen waardeeron
de buitenlanders dit eigenaardig klok
kenspel, dat men over de grenzen
niet vaak aantreft, meer dan de No-
dei lander zelf.
Niet dat de heer Ezermart daar
iets van bespeurt Geen musieue die
bij zijn spel ooit zoo wein'g van het
publiek bemerkt, als hy. Niemand
staart hem aan of leidt zyn aandacht
af, ja zelfs de geluiden van de aarde
dringen niet tot hem door, want hy
zit twee honderd en vijftig treden
boven den vloer van de kerk en heeft
dus zeker weinig gevaar van bezoe
ken te ontvangen, behalve misschien
van zulk een eeuwigen en onver-
beterlijken snuffelaar als
FIDELIO.