HEBIHS3BIS&SST door J. A. L. Ik herinner mij een klein wel varend dorpbekend door zijn bloemen, en ik herinner mij een achoonen lentedag. Vroolyk scheen het zonnetje op het jonge lentegroen, vroolyk klonk het vogelengezang in de takken van het geboomte, ja het soheen alsof de menschen opgeruim der waren dan gewoonlijk, alsof zy de zorgen des levens minder telden, alsof alles sprak van leven, van ge nieten, van zonneschijn en lentegeur. Ik herinner mij eene villa in dat dorp, liefelijk aan den straatweg ge legen en omgeven door een grooten tuin, voorzien van statige boomen, knnstig aangelegde perken, slinge rende paden en banken die tot een zitje schenen uit te noodigen. Achter in dien tuin was e n tennis baan gemaakt en eenige jongelieden waren op dien lentedag geheol in hun spel verdiept. Nu aan de eene dan aan de andere zijde van het net, werd do balgedu rig behendig opgevangen en terugge dreven en wanneer een der speelsters of spelers den bal plotseling in het vierkant der tegenpartij wierp, klonk er een vroolijk gejuich. Op de veranda zaten de ouderen van dagen kalm een glas wijn te drinken en rustig toe te zien. Ook zy genoten, want gindsche jongelie den deden oude herinneringen by hen ontwaken en ze brachten hun een glimlach op de lippen. En het was alsuf die lichte sport- blouses, die opgeslagen witte hemds mouwen, die vroolyk toeziende ouders, of die allen daar behoorden, om met die villa, dien zonneschijn, dat jonge groen een geheel te vormen van vreugde en opgeruimdheid, van lente en van leven. Ja, het was werkelijk lente om en in hen, overal zonneschyo, overal groen en vogelengezang en ik ik vervolgde mijn weg, jaloersoh op dio gelukkige menschen, die in die liefgelegen villa aan den straatweg woondeD. Vijf maanden zijn voorbijgegaan, inplaats van April hebben wij Sep tember, inplaats van Lente is het Herfst geworden, toen mijne zaken my in datzelfde dorp en langs die zelfde villa brachten. En weder bescheen de zon het aardrijk, en weder hoorde men overal vogelengezang, maar thans waren tuin en veranda ledig en slap hing het tennisnet aan de stokken. De jalous'ën wa-en al'e nedergelaten en geen mensen was zichtbaar. En plotseling bevond ik mijzelf in een der kamers dier villa, en ik zag een ledi kant waarop een jonge man van nau welijks 20 ja ar lag uitgestrekt Gesloten waren zyne oogen, bleek was zijn ge laatskleur en verstijfd waren zijne lede maten. De dood, die onverbiddelijke dood, had dat jeugdige leven afge sneden, had hom weggerukt uit het midden van allen die hem zoo lief hadden. De dood had niet gevraagd of hij die vroolijke villa verlaten wilde, of hij al genoeg van dit leven gezien had, of hij zyne droomen al uilge- droomd had, of de illusies die hij van het leven koesterde al vervuld of te niet gedaan warenonverbiddelijk kwam de dood en nam. En aan het voeteneinde zat een zwaar gebouwd SOjarig man, met ge- HAAIlLEiM HALLETJES. E«- latcrdagayondpraatje. CCLIII. Terwijl de haast waarmee we leven al grooter en groter wordt, terwijl de snelste bliksemtrein nog niet be antwoordt aan ons ongeduld zoodat er in Engeland al barddraveryen worden gehouden tusschen sneltrei nen onderling, terwijl de concurrentie in zaken de menschen van dezen tyd al sneller voortjaa t, sommigen naar hun wis verderf terwijl dat alles gebeurt zeggen twee Rijksinstellingen, dio opgericht zijn speciaal ter bevor dering van een vlug verkeer, zoo nu en dan: „hoor eens, jullie gaat me veel te gauw. ik kan dat niet bijhou den en gaan als vermoeide hard- loopers eens een kwartiertje „in 't gras zitten uitrusten. Ich komme nacb," zooa's da Duitschers zeggen, wanneer zo in de kneip niet gauw genoeg bescheid kunnen doen. Woensdagmorgen bad een Bever- wijker bekende my iet> te berichten. Er was haast 'uy, dus komt hij op 't lumineuse denkbeeld den brief te expedieeren met den trein, vreezende dat hij te laat zou zijn wanneer hy eerst aan 't postkantoor te land kwam. Goed, de train neemt den brief op en stoomt met veel p eha naar Vel- sen, vandaar naar S«ndpoort, van daar naar Haarlem met een snelheid per uur van hoeveel kilomeiers is hot cok weer? Enfin, de briefj arriveert te 3 uur en 19 min. spoor- tijd aan 't postkantoor te Haarlem. En wat denkt de lezer nu wel, dat er verder met dien hrief gebeurt?" Natuurlijk wordt hij een halfuurtje later besteld. „Pardon, 'Plykt er niet naar. Die brief was nog nooit op reis geweest. hij was vermoeid en zag er spierwit) uit. Toen de besteller, die de brieven sorteerde, hem in handen kreeg, riep hij uit„och, och, wat ziet die brief er b eek en ontdaan uit, de arme stumper kan zóo niet beateld worden hy moot eerst maar een poos rust nemen." Met nam hij den brief in zyn mede- bogen hoofd zat hij daar, en zag neer op zijnen zoon. En hij dacht aan al de plannen die hy gemaakt had, hoe zijn zoon hem op zou volgen in zijno zaken, hoe zijn zoon den naam der firma zou doen sohittoren in de wereld, hoe zijn zoon, als hijzelf straks het werk neder zou leggeD, met vaste hand de teugel-? over zou nemen, en hoe hij op den avond zijnB levens met vreugde zou zien hoe 2/7'nwerk, hoe zijne plannen door zijn zoon zou worden voortgezet en zouden worden ten uitvoer gebraoht. Een thans was dat alles voorbij, al zyn hoop was in rook opgegaan, al zijne plannen waren den bodem ingeslagen, daar lag zijn zo >n stijl en koudeen nameloos wee maakte zioh van hem meester en zyn lichaam schudde van onderdrukte snikken. Weder was ik op den straatweg, weder keek ik op naar de villa, weder hoorde ik het vogelengezang en ge voelde ik de warme zonnestralen, dooh thans hinderde my do feest vierende natuur en onwillekeurig dacht ik aan de woorden van Car men Sylva: „O zonnelicht, besohijn toch de treurenden niet, voor ben liegt uw helle schijn, die lust en leven genoemd wordt. Zoo stralend hebt gij ook gisteren geschenen, en toch is het nacht geworden, eeuwige nacht in dat hart, dat de zon zco lief had en het geluk en de liefde!" en medelijden vervulde mij met de menschen die in die lief gelegen villa aan den straatweg woonden. BINNENLAND, De diamantbewerkers te Amsterdam. Om éen uur Vrijdagmiddag ver zamelden de diamantbewerkers zich op het Amstelveld te Amsterdam, om weer, zooals vorige dagen gebeurd was, door de stad te gaan trekken. Bijna allen, die in den stoet mee liepen en dat waren er zeer veel, hadden om lioed of pet, op de borst, op de mouw, op de geopende para pluie, aan den wandelstok een strook geel papier, waarop woorden als „Wij eisoben bondsfabrieken", of „De fabriokshoudera verklaarden den oor log", of „wij brengen dan strijd ten einde", of „Leve de A. N. D. B.", of „zij die recht hebben wijken niet" enz. En a s de stoet dan kwam langs de woning van een fabriekshouder die had toegestemd in den eisch, dan werd er een gejuioh aangeheven en kwam men langs de woning van een fabrikant die niet had toegegeven, dan floot men en weerklonk de lucht ran een oorverdoovend lawaai. Het mooisto was wel dat van enkele patroons de helft der betoogers juich ten en de andere helft floten en gilden. Overreden. In het Lago Westeinde nabij de Loosduinsche brug to 's Gravenhage werd Vrijdagochtend een ongeveer 70-jarige man, de in de buuri alge meen bekende petroleumventer, die steeds onder luid be geklingel met zijn karretje door de straten trok door een zwaar beladen wagen van de gasfabriek komende van de brug overreden. De wielen gingen den man over het hoofd, zoodat de dood byna on middellijk volgde. De politie bracht het lijk naar de algemeene begraafplaats over. Kort na den moord te Osch, in 1893 gepleegd op den wachtmeester lijdende banden en legde hem zachtjes in een iets, dat de brief voor een houten kribbe hield, maar dat naar ik vermoed een afdeeling van een loketkast is geweest. „Deze man," zoo dacht de brief, „begrijpt e rst eens goed, wat een wtlopgevoeden brief toekomt. Hier doet men niet mee aan dat overdre ven rennen van sporen en andere zenuwachtige instellingen, het bevalt mij hier best 1" Het was helder dag toen de brief in het postkantoor was gearriveerd en eerst toen het donker was kwam er een andere besteller, die hem uit het loket nam en aan een derde gaf om hem aan zijo adres te bes ellen. „Hoe lang zou ik wel gerust hebben dacht de brief, die het besef van tijd en uur was kwijt geraakt, daar hij een recht genoeglijken dut had ge daan Nauwelijks had hij dat gezegd of hij hoorde de klok van de Groote Kerk zeven uur slaan. „Kijk, kijk," zei hij, „lat is dus een „hazeslaapje van ruim drie uur geweest" en '.oen de bostelier hem precies kwartier over zeven in myn brievenbus deed, zei tij niet zonder eenig leedvermaak tot een courant, die naasth em kwam neervallen „Waarde makker, ik zie aan je s.empel, dat je ook met den trein gereisd hebt. Ik weet niet hoe jij er over denkt, maar ik heb aan dat onzinnige geviieg een heel huis vol broertjes dood. Gelukkig begrijpen ze 't in het haarlemsche postkantoor beter. Daar heb ik drie uur lang zoo heerlijk geslapen, dat ik me gevoel alsof ik een andere brief ben ge worden." Ik geloof dat bij nog meer wou zeggen, maar op dat oogenblik nam ik hem uit de bus en scheurde zijn heele huid open, aan welke operatie hij als brief natuurlijk onmiddellijk sneuvelde. Dit heele verhaal komt hierop neer, dat een brief die te ongeveer half vier aan 't postkantoor was gearri veerd, eerst te kwartier over zeven a.n zijn adres (geen kwartier van 't kantoor af) is bezorgd. Toen ik een briefje sohreef om h'erover ophelde-j ring te vragen, kreeg ik heel leuk een mondelinge boodsohap terug, dat der marechaussee Hoekman, weid door zijne wapenbroeders besloten een blijvend gedenkteeken op zijn graf te plaatsen. In tegenwoordigheid van de offioie- ren dier divisie en van deputaties uit de districten, ieder bestaande uit 1 waohtm°esler, 1 brigadier en 1 mare chaussee, zal dat gedenkteeken den lOen dezer op het graf van Hoekman geplaatst worden. Woensdag zou te Booholt de be grafenis plaats hebben van H. Bau- haus, die by het smokkelen van een paar koeien Zondagnacht door een Pruiaischen ambtenaar doodgeschoten werd. De begrafenis heeft echter niet plaats gehad, daar op last der jus titie te Munster eene opera'ie van het lijk plaats zal hebben, aangezien de dokter die de lijkschouwing heeft ge daan, beweert dat B. na het schot nog minstens 2 unr geleefd heeft, waarvan de betrokken ambtenaar zioh had moeten overtuigen, opdat, als de man werkelyk nog leefde, de noodige maatrege'en had kunnen genomen worden. Leger en Vloot. Aanstaanden Maandag, den7n dezer, zal door den generaal-maj ;or Door man, waarnemend gouverneur der residentie, de Militaire "Willemsorde worden uitgereikt aan den le luite nant van het O.-I. leger J. G. van den Belt, thans gedetacheerd aan de hoogere krijgsschool te 's Gravenhage. De troepen van het garnizoen zullen daartoe te 12 uur in het Malieveld zijn opgesteld De in de residentie aanwezige ridders der M. W. O. worden uitgenoodigd de plechtigheid bij te wonen. De troepen zullen worden gecom mandeerd door den kolonoljhr. Laman Trip, commandant van het regiment grenadiers en jagers. Sport en Wedstrijden. Iaternation&Ie Atliletisoho wedstrijden. Op de Wereldtentoonstelling te Amsterdam zullen Zondag 6 October ten 1 ure internationale athletische wedstrijden op het middenterrein der wielerbaan gehouden worden. Deze wedstrijden worden gegeven door de Amsterdamsche Alhletische Club. Maandag zijn de inschrijvingen gesloten en deze hebben alle ver wachtingen overtroffen. In het geheel zijn er 109 inschrijvingen, waaronder uit Engeland en België, een getal, dat tot dusverre in Nederland nog niet is bereikt. Bovendien komen alle beste Hol- landsche loopers op het programma voorbelangrijke nummers zijn dus ongetwijfeld le wachten. &EMENGD NIEUWS. Een zeer merkwaardig geval heeft zioh te Brighton voorgedaan. Een vrouw die aan het strand zat voelde „iets breken" in haar hoofd en kon zich sedert dit oogenblik niets meer herinneren. Zij kon haar naam niet opgeven, is ha-r adres vergeten, weet niet meer of ze gehuwd is: haar vroeger leven is totaal uit haar ge heugen weggevaagd. De vrouw is in het werkuuis opgenomen. Noohhare kleeding, noch eenig papier geeft ook maar de geringste aanwijzing omtrent haar identiteit. er te drie uur een bestelling is en daarna niet voor half zeven. Ik wil het graag gelooven, maar mij dunkt dat het dan toch tijd wordt eens een bestelling daartu-schen te voegen. Het is toch wezenlijk wel wat ai te mal, dat een brief meer dan 3 uur aan het postkantoor blijft liggen in een gemeente als Haarlem. Zulko dingen zyn in een dorp te verwach ten, maar voor een stad van zestig duizend zielen staan ze toch wel wat mM Met de Zondagsrust-bewegingenis het hier weer glad uit. Dat spijt my altyd, want het is over 't algemeen zoo onnoodig, dat de menschen op Zondag moeten werken. Natuurlijk enkelen uitgezonderd, 't I3 nog altijd een onopgel st vraagstuk hoe men een uitstapje zou kunnen maken, wanneer ixaohinisten en spjorweg- ef tramconducteurs niet werkten en dat vraagstuk zal wel onopgelost blijven tot den dag, waarop het ver nuft zoover zal zijn gegaan, dat trei nen automatisch vertrekken, stoppen, seinen geven en het publiek automa tisch gedwongen wordt de verschul digde vracht te betalen Datge'ukkige tijdstip zullen naar ik vrees de lezer en ik niet beleven. Maar wat de Zondag^ust belrefr, ik geloof niet dat er tegen een ander vak dat bezwaar kan worden gemaakt. Waarom ter wereld moe'en de baibier en de sigarenhandelaar op Zondag vo r ons klaar staan Laten de men schen met baarden en de rookors zich op Zaterdagavond van het over tollige ontdoen ea van het noodige voorzien. De sigarenhandelaar is er welbeschouwd nog het slechtst aan toe, want terwijl de barbier meestal te twaalf of een uur uitscheidt, is hij den heelen dag in 't touw en wan neer hij gee 1 bediende heeft, is hij eigenlijk nooit vrij en mag tevergeefs snakken naar 't genot, om een van zijn vele sigaren ia de vrije natuur op te rooken, inplaats van er voortdurend aan anderen te verkoopen. Als ik het gedaan kon krijgen zou ik hier een „Vereeniging tot bevor dering van Zondagsrust" willen stioh- ten, al valt het niet te loochenen dat de menschen tegenwoordig veel lie- Uit Parije. Mad. de Rute, redactrice der Ma- tinéea espagnolesbewoont het fraaie hotel op den boulevard Poissonnière, waarin vroeger de Nouvelle Revue van mad. Adam gevestigd was. Een harer salons is speciaal ingericht als bewaarplaats voor een prachtige verzameling juwee'en en k.-stbare steenen. Een fomme de chambre houdt daarover toezioht eu de juwelier Al- bert Satis was met het schoenmaken en onderhoud belast. Eenige dagen geleden ontving de politie een anoniemen brief, waarin Satis beschuldigd werd een groote hoeveelheid der steenen, waarvoor bem de zorg was toevertrouwd, ge stolen te hebben. Zyn zuster, Marie Satis, droeg 0. a. een kostbaren arm band uit die juweelen vervaardigd. De politie deed onderzoek, keek Satis' easier judiciaire na, vond daarop tal van ve-oordeeli' gen wegens diefstal en misdrijven en begaf zioh naar zijn woning, waar zij inderdaad in de kamer van Marie Satis, even eens te kwader faam bekend, tal van ringen, oorbellen, colliers en steenen vond, welke aan mad. Rute toebe hoorden. De zuster werd gearresteerd,, de broeder kwam 's avonds uit Lon den terug, vond zijn winkel gesloten en plakte er zelf een biliet a*n met de woorden: Gesloten wegens over lijden. Toen ging hij verschillende vrienden en vriendinnen opzoeken en overal kwam de politie juist even nadat hij weer vertrokken was Ein delijk gaf hij zichzelf gevangen. Hy ontkent alle schuld en beweert de steenen alleen door valsohe te hebben vervangen, omdat bij de andere sohoon moest maken. Wat er bij hem gevonden is, vertegenwoordigt een waarde van fr. 133.000. Zonderling in dezoscabreuse zaak is, dat de bestolene mad. de Rute hardnekkig weigerde een aanklacht in te dienen en daartoe eerst op her haald aandringen van de politie is overgegaan. Op den avond dat Albert Satis en zijn zuster Marie naar het huis van bewaring waren overge bracht, is zij nair Spanje vertrok ken, naar zij zegt om al de lasten welke het proees meebrengt te ont- vluohten. Mad. de Rute is een kind van den Engeischman Wyse en van diens vrouw, de dochter van Lucien Bonaparte. De kinderen noemden zich BonaparteWyse. Haar broe der, een ingenieur, is na het Pana maschandaal door de regeering naar Amer'ka gezonden om daar een technisch onderzoek in te stellen. Zij zelve is gehuwd geweest mot den I aliaanschen staatsman Ratazzi, daar na met een Spaansch edelman, de Rute, lid van de Cortos, thans over leden. Zij is in de journalistieke en artistieke kringen te Parij3 een zeer bekende en besproken persoonlykheid en imiteert gaarne mad. Adam. Het volgende vermakelyke staaltje deelen wij mede als een bewijs dat zij niet al te exclusiefte werk gaat in de keuze der gasten, dia op de re ceptiedagen haar salons bevolken. In de laagste der prachtige kamera stond gewoonlijk een buffet en wie daar meer dan eens gebruik van maakte, kon in de onmiddellijke nabijheid gedurende den heelen avond twee keurig uitgedoste heeren in druk gesprek zien staan: „mais oui,mon sieur le baron" „dites-donc, eher marquis Deze beide gedistin geerde edellieden warei daar echter door de gastvrouw neergezet om een oogje te houdea op hot buffelzilvt-ï. Want niet al de gasten waren van ver een paar dozijn vereenigingen zouden willen begraven, dan er een helpen oprichten. Er zijn er veel, dat g6ef ik toe en meer dan een die e'genlijk zonder schade voor de menschheid wel gemist zou kunnen worden. Als er evenwel éen zaak is die door een vereeniging moet wor den behartigd, dan is het wel de Zondagsrust. Ze is een van die onder werpen, waarop gehamerd moet wor den, nog eens weer on altijd weer tot vervelens toe. Er moet over worden geschreven, over worden gesprokeD, welgezinden tot meedoen „gelijmd," onverschilligen vuur'inge blazen en vreesachtigen moed bijge bracht. Waarom, zoo vraag ik, gaat dat niet uit van de belanghebbenden zeiven Laat door hen een zoodanige vereeniging zoo niet oprichten, dan tooh uitlokken, ze behoeven, als ze niet willen, er niet eens zitting in te hebben. Wanneer zoo'n commissie die het begin van een vereeniging moet zijn, de hand flink aan het werk slaat, dan kan er wat totstand komen, maar met m .ppereu tusschen de mu ren komen we niet verder. Ik sprak daar van barbiers. Bij een kapper te Haarlem werd op Zon dag de bediende door een klant bs- klaagd, omdat hij niet vrijaf had. „En verdienden we er nog maar wat mee," zei het jonge mensch, „mrar dat ook niet. Eigenlijk moesten we voor den Zondag nog meer ver dienen dan in de week." „Waarom dat?" vroeg de klant. „Je doet toch hetzelfde werkl" „Ja, maar we hebben op Zondag veel meer noodig." Als dat niet fin de siècle is We hebben meer noodig, ergo we moeien meer verdienen! De strijd kreet van dez^n tyd. Vroeger rede neerde men juist andersom en zei „we verdienen zooveel en richten daar onze behoeften naar in." Enfin, dat doet de hm voor uitgang. Alleen om één reden zou ik hot kunnen toejuichen dat een bar bier des Zondags zijn klanten meer liet betalen dan in de week on wel omdat de klant er voor zou danken zich ook in overdraoh'elijken zin door zyn barbier te laten soheren en om die reden Zaterdags komen zou. Dan dien aard dat zij er bezwaar tegen zouden hebben gehad om een druiven- Bohaar of een dessertvork in hun zak te laten glijden. Dat was ten minste wel eens voorgekomen 1 De Fransche consul te Damaskus werd dezer dagen door een Turk- schen straatjongen met vuil gegooid. Toen zijn Turksche bediende den jon gen wilde pakken, kwamen eemge mannen aanlcopen en trokken party voor den jongen. De codsuI kreeg zelfs een vuistslag. De wali heeft zich bij den oonsul verontgobuldigd en 15 mannen laten arresteeren. De langdurige droogte heeft een twist veroorzaakt tu; schendeFransche departementen Bouches-du Rhone en Vaucluse. De Durance geeft haar water af aan 25 kanalen, die in beide de partementen zijn aangelegd ter ver betering van de besproe ing van den bodem. Ten einde de dorstende vel den van water te voorzien hebben de landbouwvereenigingen in beide departementen ieder voor zich werken doen uitvooren, dio den buurman allen watertoevoer ontnamen. Van in den stroom geworpen boomstammen kwam het tot stevige dijken en slechts de tusschenkomst der overheden heeft bloedige gevechten voorkomen. De strijd wordt nu echter voortgezet do^r de beide prefecten. Die van do Bouche8-du-RhÖne heeft bevolen in geval van nood enkele dyken des noods met geweld weg te breken, die van Vauoluse daarentegen heeft op de bedreigde punten gewapende mannen op wacht geplaatst om zijn buurmau de uitvoering van zijn voor nemen te beletten. Aan de verdere ontwikkeling van doze anarchistische toestanden is een einde gemaakt door een telegraphisch bevel van het mi- nisterio om den status quo te hand haven totdat een commissie van inge nieurs uit beide departementen in deze zaak uitspraakgedaan zal hebben. Uit Berlijn wordt gemeld, dat in de plaats van graaf Von Rantzau, die zich zooals bekend is, voorloopig uit den diplomati ken dienst terug trekt, baron Von den Brincken, thans gezant te Kopenhagen, tot gezant van Duitschland bij hetNederlanasche Hof wordt benoemd. De heer Von den Brincken zal te Kopenhagen vervangen worden door den heer Kiderlen—Wachter, thans gezant van Pruisen te Hamburg. Dinsdag is te Müncben met een p'echlige godsdienstoefening, welke door den prins-regent werd bijge woond, de 47e verjaardag gevierd van den krankzinnigen koning Otto. Sedert zijn troonsbeklimming heeft de ongelukkige vorst het kasteel Für- stenwied niot verlaten. Geen der in do buurt wonende landbouwers kan «oh herinneren, hem O' it te hebben gezien. De pre sident van den ministerraad brengt elk jaar tegen het openen der par lementaire zitting een bezoek aan den koning ea brengt dan een rap port uit omtrent diens gezondheids toestand. VARIA. Eens steeg lady Beaconsfield in hei lijtuig om met haar man naar het parlementsgebouw te ryden, waar deze een zeer gewichtige redevoering had uit te spreken. Toen zij in het rijiuig klom bezeerde zij zich do vingers aan het glas, maar zij liet was meteen de Zondagsrust er. Maar wie zal aan de nydige kat der con currentie de bel aanbinden Daarstraks sprak ik van automa tische treinen op Zondag en dat doet mij denken aan den automaat bij uitnemendheid, het uurwerk, 't Is waar, dat ook deze automaat nog niet volmaakt is, in zooverre dat hij als hij afgeloopen is zichzelf niet weer opnieuw in bewegirg brengt. Maar een automaat is het toch en een goeie ook. Vtrbeeld u, dat de torenwaohter van de Groote Kerk dag en nac ht ieder kwartier aan de touwen moest trekken om de burge rij te verkondigen hoe laat het was. 't ls eigenlijk al ouderwetsch, dat er bij brand in de kerk aan touwen ge trokken wordt om de gemeente te alarmeeren. Zoo deed men dat in do tiende l eeuw ook al. Meltertyd zullen ze het wel anders doen. Ik voorzie den tyd dat do burgemeester aan wien gete lefoneerd is dat er brand is, in zijn slaapkamer op een knopje drukt, zoodoende contact maakt met een electrische geleiding 'n den toren, tengevolge waarvan de brandklok in beweging wordt gezet. Intusschea zijn natuurlijk per tole- phoon al de chefs van de brandweer gewaarschuwd. De commandant drukt op een aantal knopjes in zijn huis kamer, waardoor de deuren van de spuithuisjes niot alleen openvliegen, maar ook door een kunstig meoha- nisme de spuiten er uit rollen en op1 rail3 zich bewegen naar de baan van de electrische tram, die er dan wezen zal. Iatusschen is er wel een brand weerman bij do hand, die op de brandspuit springt, deze verbindt met de draden van de electrische tratu en in een ommezientje rijdt naar de plaats van den brand. Hier vindt hij al andere spuiten, ieder bediend door é9n man, want pompen doet men al lang automatisch. Door een vernuftig ingericht toestel wordt het water uit gracht of standpijp in de slangen gevoerd on zoo in een ommezien duizenden liters water in het bran dende huis gevoerd. dat niet merken om haar man n le storen. Iemand, die zioh op vrouwentribune bevond, toen la Beaconsfield daar was, zag deze ble -jr en met bloedende vingeren en v< hide dat in het geheim aan den n nister. Deze begreep terstond, waaro zijn vrouw zoo handelde, maar plaats v»n haar hartelijk te beda ken, zeide hij den vo'genden dj, aan het ontbijt„Mijn lieve, ik ht je vóór tien jaar gehuwd om je ge maar als ik het nu weer mot doen...." „Welnu 1" „Danzc ik je uit liefde trouwen Ingezonden Mededeelingei AisoN Hals, Kruisweg 45. KUNSTHANDEL. Esstanratsur van Schildsrjjen, De Expositie dagelijks behalv Zondag geopend. Vrij entrée lij introductie. Directie VOS ZOON. L Commissariaat »a» Politie te Uaarlem. j1 De voonuerpen zijn dagelijks, behalve*B Zon- en feestdagen, van 11 tot 1 uur F voor de eigenaars terug te bekomen. D Een koperen maat voor natte wa ren. Een gonjezak waarin eenige| ijzeren moeren van biorvaten. Een"" ouderslukje van een gouden oorbel-1 letje. Een kinderwagenband. Een gouden oorbelletje. Een oorbolletje met goud en haarwerk. Een knip- mes. Een hond, reu, mank loopende.; Een duimstok. Een sigarenkoker. Eene parapluis. Een kinderparasol. Eene kip. Een hark. Een hondje. Eene zilveren broche. Een lorgnet in étui. j E-n werkdoosje en een werktaschje - met haakwerk. Een naaikistje waarin L portret in étui. Een oud horloge-étui. Een koperen moer van een kinder- v wagen. Een rijtuigmoe-. Een kinder- e Bchoentje. Een zwart horloge met l ketting. Een gouden ring. Een spoormandje. Eene granaten broohe. e Eene zakschaar. Een lorgnet. Twee j, paternosters Eenige sleutels. f, Terug te bekomen aan het bur.au B van den hoofdopzichter over de j. Gemeente-rei edging, Harmeojansweg, oen zilveren lepel, voorzien van ini- tialen, een zilveren dessertlepeltje en j zes nieuwe ontbyimessen (in de op- gehaalde vuilnisstoffen gevonden). Binnen tien minuten wordt dan ook het hevigste vuur gebluscht. De spuitbedienaars bestijgen weer hun spuit en verdwijnen met snelheid zooals ze gekomen zijn, e'e bewoner telefoneert (in di-n tijd zal iedereen een telefoon hebben) dat d9 brand in zijn huis uit is, de burgemeester 1 brengt door op een ander knopje te i drukken, do brankl >k tot stilstaan. 1 Het gansche drama heeft tien minu ten en zes seconden geduurd. Maar zoover zijn we nog niet. Automatisch speelt ook het caril lon, behalve op Maandag van 12 tot half één en bij feestelijke gelegen heden, wanneer de klokkenist, de heer W\ Ezerman, het bespeelt. Gezeten op een bankje voor een soort van klavier bestaande uit grove houten toetsen en pedalen, we-kt hy met handen en voeten zoo ingospanneü, dat hij zelfs bij de felste kou wel warm kan blijvea. De haüden wor den beschermd door handschoenen met kussentjes, een zeer noodige voorzorg tegen het stuks'aan van de handen. Dat dit carillonspe'en een kunst is die geleerd en onderhouden moet worden, zal de lezer wel willen ge looven. Misschien doet het zijn v aar- deering vo r het werkelyk verdien- etelyk oarillonspel wel to- nemen, want over 't algemeen waardeeron de buitenlanders dit eigenaardig klok kenspel, dat men over de grenzen niet vaak aantreft, meer dan de No- dei lander zelf. Niet dat de heer Ezermart daar iets van bespeurt Geen musieue die bij zijn spel ooit zoo wein'g van het publiek bemerkt, als hy. Niemand staart hem aan of leidt zyn aandacht af, ja zelfs de geluiden van de aarde dringen niet tot hem door, want hy zit twee honderd en vijftig treden boven den vloer van de kerk en heeft dus zeker weinig gevaar van bezoe ken te ontvangen, behalve misschien van zulk een eeuwigen en onver- beterlijken snuffelaar als FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 6