Tweede Editie.
Moor-Mieris».
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
l C.
I Üecüklifi Irams iii Haarlem.
FEUILLETON.
Komediespel op öea Atlantisclien Oceaan.
13e Jaargang
Woensdag 16 October 1895.
No. 3770
HAARLEMS DAGBLAD
ABOlSriNrEMBISrTSPaiJS
Voor Haarlem per 3 maanden. f 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Ryk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per postO.371/2
.^IDVIEJE^TIEIIsrTIIEnsr:
l 1— 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer J22.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE <€- Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Monlmartre
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKES;SpaarndamC. HaKTENDORP
Zandvoort, J. ZWEMMER; VelsmL. VENUS; IJmuidenJ. J. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Adverteatiën aan.
I Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
«kantoren voorkomen, worden ter
j|Stoomdrukkerij van. dit blad goed,
billijk en vlug gedrukt.
De Directmr- Uitgever
J. c.
Bovengenoemde Oleographiën kun-
j nen weder tegen afgifte van den Bon
i :en betaling van f 0,25 voor de twee,
j aan het Bureau worden afgehaald.
De Directeur Uitgever,
Officieels Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem doen te weteD, dat het le
suppletoire kohier voor de plaatse-
directe belasting naar het inko
men dezer gemeente, dienst 1895,
ter invordering van de daarop voor
komende aanslagen op heden aan
den Gemeente-Ontvanger is ter hand
gesteld, en dat ieder verplicht is,
zijnen aanslag op de door hen vol-
Lgens art. 23 der verordening op de
heffing van deze belasting gestelde
-'termijnen, te voldoen, alsmede dat
afschrift van het kohier van heden
'gedurende vijf mrinden voor een
ieder ter plaatselijke secretarie ter
J lezing is nedergelegd.
r'
Nog niet zoolang is 'tgeledeD, dat
flde eleotriciteit „de beweegkraoht van
de twintigste eeuw* werd genoemd.
Er werd mee bedoeld, dat het nog
wel een tiental jaren kon duren vóór
men er in geslaagd zou wezen de
Lelectriciteit als beweegkracht zóo toe
te passen, dat zij praktisch bruik
baar was en met den stoom kon wed
ijveren.
Deze voorspelling is niet bewaar
heid. De negentiende eeuw heeft zich
gehaast om zich een deel van den
Toem to verzekeren, dien het nage
slacht zal toekennen aan hen, die de
eleotriciteit van het laboratorium naar
de fabriek, ja zelfs naar de straat
hebben overgebraoht. In de laatste
jaren heeft de eleotriciteit aldus niet
'alleen den strijd met het licht, maar
ook dien met de trekkracht aange
bonden. „Ik heb," zoo zeide ons een
onzer bekenden, een man die veel
gereisd heeft en goed uit zijn oogen
pleegt te zieD, „ik heb een reis ge
maakt van vijf weken in vier euro-
peesche landen, Frankrijk, Duitsch-
land, Oostenrijk en Zwitserland. Ik
heb in geen hotel gelogeerd, waar
geen electrisch licht was en ik heb
geen stad gezien, waar men geen
electrische trams had of niet bezig
was, die aan te leggen."
En onder de namen van die steden
zyn wel de grootste, maar wereld
steden zijn het lang niet alle. Het
zijn Berlijn, Leipzig, Dresden, Chem
nitz, Carlsbad, Neurenberg, Miinohen,
Ragatz, Lindau, Rigi-Kulm, Luzern,
Sohaffhausen, Straatsburg en Parijs.
Op Parijs na zijn al die electrische
trams aangelegd met bovengrond-
sche geleiding. Men weet dat deze
geleiding bestaat uit langs palen ge
spannen draden, terwijl de beweeg
kracht wordt overgebracht langs
een soort (om het eens zeer eenvou',
dig te zeggen) schuinstaanden stang
boven op den eersten wagen, zoodat
de stroom door deze draden over
gebracht wordt op het mechaniek in
de wagens, op deze wijze
Deze methode is veel goedkooper
en geeft niet zooveel moeite als de
onderaardsche geleidingen, waar zelfs
een geringe stoornis, zooals van zelf
spreekt, lang niet zoo gemakkelijk
is te herstellen als bij een boven-
grondsche geleiding, terwijl het ge
bruik van accumulatoren zeer kost
baar is.
Naar het schijnt zijn deze trams
met bovengrondsohe geleiding ork
uit een financieel oogpunt be
staanbaar.
De directeur van een dezer maat
schappijen waagde zelfs de voor
spelling, dat binnen enkele jaren
nergens meer een paardentram zou
bestaan, een bewering die al zouden
wij haar ook niet gaarne als oen
axioma aanmerken, toch bewijst met
welk een overtuiging de vakmannen
gelooven aan deze nieuwste beweeg
kracht.
Maar ook hier is niet alles goud
wat er blinkt. De schaduwzijde van
deze trams is dat de palen noodig
voor de geleiding, een stad alles be
halve tot s eraad strekken. Hoe ver
nuftig men ook is geweest in het
vervaardigen van slanke kolommen,
die op zichzelf bekeken smaakvol
mogen heeten, palen blijven ze toch
en hoe mooi men ze ook maken j
mag, nooit zal een ry palen waar-1
langs een draad is gespannen het
schoonheidsgevoel verhoogen.
Evenwel moet dit bezwaar Diet al
te zeer op den voorgrond worden
gebracht. Onze moderne steden, voor
al de groote, zijn op een enkele uit
zondering na, tooh al niet mooi of
schilderachtig en zoogoed als aan
de telefoondraden en palen, zal het
oog ook aan de bovengrondsohe
geleiding voor electrisohe trams ge-
wenn> n. Tegen deze redeneering valt
weinig te zeggen.
Wanneer men het bovengenoemde
stedenlystje nagaat, dan komt de
vraag op de lippen waarom wy in
ods land nog zoo weinig met elec-
trioiteit van doen hebben. In ons
heele land is er nog maar éen eleo
triscbe tram, die te Scheveningen.
en talrijke particuliere installaties
builen beschouwing latende, nog
maar éen fabriek van electrisch licht,
te Amsterdam. De aanvrage van de
heeren van Yassen en Korevaar, om
vier lijnen voor electrische trams
door onze gemeente te mogen leggen,
is dus voor ons een opzienbare
nieuwigheid.
Het is nu eenmaal een mensche
lijke karaktertrek om de schouders
op te halen over nieuwigheden, een
karaktertrek trouwens die de Euro
peaan gemeen heeft met den Vuur-
lander en de Australiër met den
Afrikaan. We behoeven ons dus over
dien karaktertrek wel niet te scha
men, maar moeten er toch voor wa
ken dat hij ons geen parten speelt.
De aanvraag van de heeren van
Vassen en Korevaar is nog maar
voorlcopig, zoodat een beoordeeling
van de plannen in bijzonderheden
veilig nog wat kan wachten. De twee
vragen die zich bij de beschouwing
van de quaestie voordoen zijnis j
eea tram met bovengrondsohe ge
leiding aan te raden en ten tweede:
kan zulk een onderneming rentege-
vend zijn?
Over de eerste vraag valt weinig
meer te zeggen. Het schynt vast te
staan, dat de electrische tram zich
geruischloos beweegt, met de snelheid
die men zelf verkiest en dat zij,
spoediger nog dan een paardentram,
tot stilstaan kan worden gebraoht.
Of de onderneming in Haarlem rente-
gevend kan zijn ziedaar een vraag
waar langer bij moet worden stilge
staan.
Adressanten hebben vier lijnen ont
worpen, waarvan er een begint aan
het Stationsplein en langs den Jans-
weg en Jansstraat gaande bet Spaarne
bereikt door de Damstraat, haren
weg vervolgt langs de singels en,
door de Wilhelmicastraat terugkee-
rende, langs Nassaulaan enKenaupark
uitkomt aan de Parklaan, zoodat zij j
bijna een cirkel heeft beschreven;j
de tweede vangt aan op den hoek
van de Jansstraat, loopt over de
Groote Markt, door de Zijlstraat langs
den Zijlweg en eindigt bij de grens
van de gemeente Bloemendaal.
Het valt dadelijk in 't oog, dat
de eerste lijn de beste is omdat
ze loopt over een lang traject en
stadsgedeelten aandoet, die tame
lijk ver van de bestaande paarden
tram verwijderd zijn. De moeilijkheid
zal evenwel zijn, hoe men dit traject
het be3t in secties verdeelt, want den
geheelen atstand als éen rit te be
schouwen, zou voor de exploitatie
te nadeelig zijn, wilde men althans
niet een vervoerprrjs heffen die voor
een algemeen gebruik te hoog wor
den zou.
De tweede lijn Groote Markt—Zijl-
weg is in dat opzicht gemakkelijker,
maar misschien wat dl te kort. Men
winnen, maar een gemeente waar
veel menschen den tijd hebben en
zich dien met een wandeling aange
naam korten. Een electrische tram,
van de Groote Markt naar het Bloe
mendaalsche kerkje zou zeker een
goede onderneming wezen, maar de
eigenaren van een gedeelte van den
weg in Bloemendaal (zooals men
weel partioulier bezit) zullen niet
licht vergunning daartoe geveD.
Alles samenvattende zien wij voor
ons althans in deze tweede lijn wei
nig heil. En nog veel minder in de
derde en vierde, die loopen van de
Amsterdamsohe Poort naar de Melk-
brug en van het Wilsonsp!ein naar
't einde van de Leidschestraat.
De loonen van den werkman ver
oorloven hem zeker niet het gere
geld gebruik maken van een tram
en alleen van Engelschen die de
Amsterdamsohe poort gaan zien
of van jongelui die in de Houtvaart
gaan zwemmen, kan geen tram in 't
leven blijven.
De drukste straten, die buurten
waar de menschen het meest moe
ten wezen omdat er de meeste win
kels zijn, de Kruisweg, Kruisstraat,
Barteljorisstraat en Groote Hout
straat, figgen buiten deze plannen.
Zij blyven aan de bestaande paar
dentram overgelaten. Levert Haarlem
nu zooveel lrampassagiers op, dat
een electrische tram al is 't maar éen
lijn (de eerst- genoemde) en de be
staande paardentram behoorlijke za
ken zouden kunnen maken Als men
de dividenden van de paardentram
ziet, gaat men er aan twijfelen. Mis
schien zon het gaan, wanneer de
paardentram in eene electrische werd
veranderd en met de lijn om de stad
heen, éóne maatschappij vormde.
Zien wij het omdat de zaak hier
nieuw is (de mensch is immers een
maal zoo) te donker in Misschien
wel en dan zullen wy ons gaarne
tot meer optimistische gedachten laten
overhalen. Misschien ook niet en dan
zou het jammer zijn onze straten
met palen te beplanten ter wille van
een onderneming die geen sucoes
heeft want zij die met ons al deze
palen en draden leelyk vinden, zul
len alleen over hunnen tegenzin kun
nen heenstappen, wanneer zij over
tuigd zijn dat de burgery met de
onderneming gebaat zal wezen.
Men
moet niet vergeten, dat Haarlem geen
handelsstad is waar iedereen haast
heeft en gaarne een dubbeltje ervoor
over hei ft om enkele minuten uit tel
Politiek Overzicht.
Het spreekt vanzelf, dat na de
woelingen in Konstantinopel, waar
van de Armeniërs niet alleen de
slachtoffers maar ook lot op zekere
hoogte, naar kan worden aangeno
men, de oorzaak waren, de turksche
sultan nu de orde is hersteld, minder
lust heeft dan ooit de hervormings
plannen voor Armenië goed te keuren
en ten uitvoer te laten brengeD, zoo
dat de drang, door de europeesche
mogendheden op hem uitgeoefend,
nog verzwaard zal moeten worden
om hem h ertoe te [krijgen. De en
gelsche regeering maakt het hem
hierbij het lastigst.
De Eagelecho gezant te Konstan
tinopel moet vergeefs eene lange
audiëntie by don sultan gehad heb
ben. Z. M klaagde veel over het on
dragelijke gedrag der Armeniërs, maar
beloofde weinigalleen zou eene
commissie van enquête naar de ge
beurtenissen te Konstantinopel be
noemd worden. Intusschen heeft de
Armenische patriarch in een rond
schrijven aan de gezanten der groote
mogendheden aangedrongen op het
onmiddellijk indienen van een her
vormingsplan voor Armenië.
Zooals wy reeds gemeld hebben
schijnt de turksche regeering op alle
eventueele gebeurlijkheden zich voor
te bereiden, en worden in de Bos-
phorus en de Zee van Marmora vele
torpedo's gelegd. Het ia echter niet
waarschijnlijk, dat het tot eene uit
barsting komt. De sultan zal zich nog
wel eens bedenken alvorens zelf bier
toe de aanleiding te zijn.
De Kolnische Zeitung bevat een
bericht, dat, als het waar is, hetgeen
betwijfeld moet worden, de spanning
nog zal doen toenemen.
„De Turksche regeering zon bericht
hebben ontvangen, dat twee Engel-
sche oorlogsschepen, de Sphinx en de
Pigeon, de Turksohe stad Zabara in
het vilajet Basra op het schiereiland
Katar aan de Perzisohe golf hebben
beschoten en vernield."
De correspondent voegt er nog by
„Reeds sedert ceni. e jaren verlangt
Engeland het protectoraat over het
Turksche eiland Bahrein bij de oost
kust van Arabië. Dit eiland is van
groot belang voor de koralen vis-
scherij. Voor eenigen tyd is de Sphinx
een van de stoombooten derBritsch-
Indisohe Marine, daar aangekomen.
De stad Zabara ligt in de onmiddel
lijke nabyheid van dit eiland. Wat
de Engelschen aanleiding heeft ge
geven aldus op te treden, is niet
bekend."
Uit Rome wordt gemeld, dat het
evenwicht van het budget is verzekerd,
zoodat in de komende parlements-
zitting geen enkele nieuwe financieele
maatregel zal voorgesteld worden.
Noorwegen heeft nu weer een vast
ministerie gekregen dat uit verschil
lende elementen bestaat, want alle
partijen zijn er in vertegenwoordigd.
Tot lid van de afdeeling van den
Raad van State te Stockholm is be
noemd Gram Haugland Smedal, tot
minister van eeredienst S rerdrup, van
financiën Kiltal, van binnenlandsche
zaken Engelhart, van openbare wer
ken Nielsen, van landsverdediging
Olsen, tot ohef van de staatsrevisie
StaDg. Tot president is benoemd het
tegenwoordige lid van de afdeeling
Raad van State te Stockholm Hagerup.
De fransohe minister van marine
heeft nu ook een uitvoerig telegram
ontvangen van admiraal Biemfimé,
den commandant van het Fransche
eskader te Tamatave, over de inne
ming van Tarafata, tot dusver alleen
door een telegram van Engelsche zijde
uit Port-Lou s bekend.
In den nacht van 5 op 6 October
veroverden de marin ers, onder be
vel van luit.-kolonel Belin, de buiten
werken, zonder dat zij ernstige ver
liezen leden. Met de bestorming van
de hoofdstelling der Hova's werd
gewacht, t >tdat de versterkingen, die
in aantocht waren, zouden zijn aan
gekomen. Voor dat echter de boot,
die deze troepen zou brengen, was
gearriveerd, kwam den 9n Oct. het
bericht van de inneming van Anta
nanarivo. - - ëtiï
Admiraal Bienaimé bracht deze
tyding terstond Ier kennis van den
bevelhebber der Hova's en sommeer
de hem zich over te geven. Nadat
wij aldus seint de admiraal 48
uren hadden onderhandeld, leverde
de generaal der Hova's de forten,
met alle wapenen en ammunitie, wel
ke zich daar bevonden, aan ons over".
Bijzonder hevig is dus de strijd
niet geweest. Met de bezetting van
Tarafata, de laatste versterking der
Hova's, eindigde de oorlog. Aan de
orde komt nu de niet minder moei
lijke taak om Fraukryks gezag in
Madagascar op vasten grondfiag te
vestigen.
De berichten uit den Oongostaat
zijn nog alles behalve geruststellend.
Ondanks de verklaringen, offioieel
door de regeering van den Oongo
staat afgekondigd, heeft de Béforme
reeds medegedeeld welke oorlogen
nog aan de oevers van den Congo
gevoerd moeten worden.
Sedert brengt elke dag nieuwe
beriohtendie steeds ongunstiger
luiden. De negeropstand breidt zich
uittal van offioieren zijn vermoord
de luitenants Shaw en Bolen zijn
evenals kapitein Peltzer gedood door
de oproerige t oepen in Luluabourg
deze troepen hebben een wapenma
gazijn geplunderd en zich meester
gemaakt van 300 vuurwapenen. Ka
pitein Michaux zet hen na. Een
expeditie onder overste Van Gele
wordt uitgerust. Hieruit blijkt, dat
de toestand werkelijk zorgwekkend
wordt.
De inboorlingen in Luluabourg
hadden hun commandant, kapitein
Peltzer vermoordkapitein Michaux
was met een afdeeling opgerukt van
Lusambo om de oproerlingen te
straffen. Dezen hadden in de bos-
schen een Bohuilplaats gezocht. Men
meende, dat nu wel een einde aan
den opstand zou gekomen zijn. Maar
de berichten van de laatste dagen
toonen, dat de oproerlingen naar
Luluabourg zijn teruggekeerd en daar
opnieuw gruweldaden hebben be
dreven.
Daarom wordt het noodig, dat de
Congoregeoring krachtig haar gezag
doet gelden aan de Luluaba, zoowel
als aan de Kassai en aan de Aroe-
wimi. Dat overste Van Gele uit
Brussel naar Afrika moet vertrekken,
0;n daar het bevel op zich te nemen
over de expeditie, die inmiddels zal
worden uitgerust, toont dat men in
België den toestand ernstig inziet.
De benoeming van den overste Van
Gele geeft bovendien blijk van de
overtuiging dat er iets moet gedaan
worden, om het verloren gezag te
herwinnen. Overste Van Gele, die
sedert IS82 don Congostaat heeft
bereisd en zioh meermalen roemrijk
heeft onderscheidends de aangewezen
man voor de expeditie.
STADSNIEUWS
eersle en derde pagina.
Haarlem15 October.
Eene niet onbelangrijke schade aan
paard en rijtuig hoeft de landbouwer
J. R. te Nieuwvennep gekregen, die»
Naar het cngelsch.
i)
„Ik hoor gaarne vertellen over het succes, dat ge
in uw werkkring hebt," zeido ik ,vroolijk tot mijn vriend
de Warre, den detective, op zekeren avond, nadat hij
mij had onderhouden met het vertellen van eenige
zijner avonturen, waarbij zijne pogingen met een goeden
uitslag waren bekroond geworden. „Kunt ge mij niet
ieens een verhaal doen, waarin het succes aan de zijde
van den misdadiger was
I „Zeker, verscheidene," zeide hy lachende. „Wanneer
imen geluk heeft in zes van de tien gevallen, dan kan
.men zeggen, dat men in ons vak aan de spits staat.
:Over het algemeen zijn echter de geschiedenissen van
onze nederlagen niet belangwekkend in hoofdzaak
vervelende, langdurige, maar met gjduld geleide onder
zoekingen. Eene nederlaag, die ik geleden heb
toen ik nog in het vak was, is echter nog al interes
sant om mede te deelen. Ze pleit nogal tegen mij,
maaï sedert geruimen tijd ben ik niet meer gevoelig
voor de herinnering. Tot mijne zelf-verdediging moet ik
echter zeggen, dat de man. die mij in slimheid overtrof,
de sluwste schavuit was, die ooit door de politie werd
gezoebt en hij heeft behalve mij nog vele anderen mis
leid. De gewone misdadiger is, tsnminste als hij spoe
dig achtervolgd wordt, gelijk aan de vos in de vosse-
jacht hij lar-t een breed spoor achter alleen door
zijne vele domheden. Dramond was echter een koel
bloedige kerel."
„Wie was hij
„Herinnert ge u niet die zaak met de Blackett bank?
Niet Die heelt algemeene opschudding verwekt inder
tijd, en al de bladen waren er vol van. De geschiedenis
is wel de moeite waard om ze van het begin af te ver
tellen."
„Percy Droman Dramond was twintig jaar geleden
in Manchester een van de best aangeschrevene inwo
ners. Ilij was het hoofd van de Blackett bank en
deze bank was in Lancashire en Yorkshire evengoed be
kend alè de Bank van Engeland. Zij deed zaken met
alle klassen van menschen en bal hare vert ikkingen
in een aantal groote steden van het noorden. In het
einde der vorige eeuw werd ze gevestigd en ver
scheidene geslachten der Blacketts hadden er hun
foitam in gemaakt. De firma was bekend onder
den naam van Blackett, Jepson en Royle, en Dra
mond was een neef van Royle. Reeds op jeug
digen leeftijd kwam hij aan de bank en bij zijn meer
derjarigheid werd hij deelgenoot. Zijne compagnons
waren reeds mannen op leeftijd en langzamerhand werd
het beheer van de bankinstelling geheel aan hem toe
vertrouwd.
„Hij was een man van middebare lengte met een
beschaafd voorkomen en steeds onberispelijk gekleed.
Hij was zeer gezellig in den omgang en gastvrij en op
iedereen, die met hem in aanraking kwam, maakte hij
een uitstekenden indruk. Onder zijn bestuur bloeide de
bank zeer. Hij was graafschapsraad en bovendien al
derman, terwijl hij voor het ambt van mayor had be
dankt, en bij de verkiezingen in 1874 werd bij lid van
het Lagerhuis. Met groote belangstelling werden do.r
de bewoners van Manchester zijne handelingen in het
Huis der Gemeenten gevolgd en men vertelde, dat zijne
financieele kennis en vlug begrip omtrent feiten groo-
ten in.lruk hadden gemaakt op de partijleiders.
„Hij had echter nog geen jaar lang op het kussen
gezeten of de slag viel. Hij was als gewooDlijk naar het
noorden vertrokken om te jagen en de oude Jepson, een
der venncoten kreeg het plotseling, door den een of ande
ren gril, in zijn hoofd, dat bet beheer van de bank
niet veilig aan den kassier was toevertrouwd, hoewei
dat ieder jaar geschiedde. De bedienden verbaasden
zich zeer toen zij hem iederen morgen op het kantoor
zagen verschijnen, waar hij bleef werken tot in den
namiddag, iets wat hij niet had gedaan sedert Dramond
de teugels van het bewind voerde. Louter uit nieuws
gierigheid geloof ik, stak de oude r an zijn neus inde
boeken tot groote ontevredenheid der anderen. Tot
groote verbazing van hemze'f echter vond hij dat er
iets niet in orde was. Er was een (deficit van tus-
schen de zeventig en negentigduizend pond. Hij trok de
jaistheid van zijne berekeningen in twijfel, en telde en
telde alles over maar voortdurend met denzelfden uit
slag. Hij riep zijne compagnons bij elkaar met uitzon
dering van Dramond en deelde hun mede wat hij ont
dekt had en gezamenlijk onderzochten zij de zaak. Het
resultaat was hetzelfde en zij zonden een telegram aan
Dramond, met verzoek onmiddellijk over te komen.
Zooals ik reeds zeide, de man was geen gewone schelm
en tien hij gehoord had wat zij hem te zeggen hadden,
lachte hij hen in het gezicht uiten vroeg hun of het
mooi was om iemand in zijn v .cantie te storen, omdat
zij niet meer in staat waren goed te kunnen rekenen.
Het was laat, voegde hij er bij, maar den volgenden
morgen zouden zij bij elkaar komen, en zou hij hun
weldra bewijzen, dat zij zich vergist hadden. Zijne
houding maakte zooveel indruk op hen dat zij dit
goedkeurden. Dien avond keerde hij naar de bank
terug, vertelde den portier dat hij voor een half uurtje
terugkeerde weg-ns dringende bezigheden en kalm stak
hij een bedrag van dertigduizend pond bij zich. Den
volgenden morgen werd hij vermist en hij had de
onbeschaamdheid een brielje achter te lateD, waarin hij
mededeelde wat hij gedaan had.
„Onmiddellijk werd de politie geroepen en eene
belooning van duizend pond werd door de bank aan
geboden. Drie onzer werd opgedragen een onderzoek
in te stellen, en wij waren vast van meening dat de
vluchteling binnen eenige dagen in onze handen zou
zijn, daar hij onmogelijk het land had kunnen verlaten.
(Slot volgt).