Tweede Editie
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De stem van het geweten.
y
FEUILLETON.
g 13e Jaargang
Zaterdag 19 October 1895.
No. 3173
BLAD
-A.ZBO^ZKTIEMElsrTSIE'IRJICrS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door liet geheele Kijkper 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
i 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES. Sua:., Parijs 3Ibis Faubourg Mont mar tee.
Agenten voor dit Blad in den otitrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, San i poortj Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarndam, C. HARTEN DORP;
Zandvoort, J. ZWEMMER; Vel-sen, L. VENUS; IJmuiden, J. -J. T.TADEN; BeverwijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
antiën, Brievenhoofden, Memoranda
alle overige Drukwerken, die op
antoren voorkomenworden ter
toomdrukkerij van dit blad goed,
en vlug gedrukt.
De Directeur-Uitgever
V J, C.
He Bijvoegsel van het blad dat
ij Zaterdag avond verschijnt, zal bevatten
Het Avontuur van een Handelsrei
Haarlemmer Halletjes CCL V.
8f— Binnen en Bui'.enlandsche berich
m. Varia. Advertenti'èn enz.
Officiëele Berichten.
3
0 Burgemeester en Wethouders van
Haarlem, doen te weten, dat van af
jeden op alle werkdagen, van des
woormiddags 10 tot des namiddags
4 uur, tot 31 Oct. e.k. 's namiddags
3jJ ure, ter gemeente-secretarie ter
zijn nedergelegd, de ingekomen
met de bijlagen van
P le J. Booij om vergunning tot op
lichting van eene slachterij en roo-
^kerij achter het perceel aan do Bar-
örevoetesteeg 17;
2e. A. van Dam om vergunning tot
van eene slachterij en
in het perceel aan de Oran-
jeboomstraat 133, en
1 3e. A. Bosman om vergunning tot
'•oprichting van eene slachterij in het
j|>erceel aan de Spaarnewouderst. 48,
dat op den veertienden dag na
dheden, zijode 31 Oct. e.k., en wel des
..namiddags ten 2 uur op het Raad
der gemeente de gelegenheid
0pal worden gegeven, om ten over
staan van het gemeente-bestuur of
een of meer zijner leden, bezwaren
Hegen het oprichten der inrichtingen
ïn te brengen.
1 Haarlem, 17 Oct. 1895.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
Üj de Secretaris,
;J C. M. RASCH.
NABETRACHTING
I uit den
GEMEENTERAAD.
XXXLV.
De heer Evelein bezit een stukje
[grond in het verlengde vandeVoor-
t zorgstraat, groot ongeveer 200 M-' gd
'dat in een jaren geleden opgemaakt
'plan van bebouwing voor straat is
Dat nietige stukje grond ligt vlak
bij de terreinen van den heer Roo-
zen, die door de bouwvereeniging
Recht en Plicht" zijn aangekocht
om daar 72 woningen op te zetten.
Wilde men daar nu behoorlijke rio-
leering en bestrating maken, dan
was het bedoelde stukje grond on
ontbeerlijk, vandaar dat „Recht en
Plicht" aan den hoer Evelein ver
zocht, dat stukje te verkoopen.
Welk stukje? De heer Evelein
was zich aanvankelijk van het be
staan van het stukje niet bewust,
maar later schoot het hem toch weer
te binnen. Of hij het verkoopen wou
Welzeker, als men de kleinigheid
van f 1600 maar gaf. Daar kwam het
bestuur van „Recht en Plicht" niet
in, ze hadden gedaoht dat 'tal wel
was wanneer ze dat ongelukkige
stukje betaalden met fl.per vier
kanten meter. „Dan komt er niets
van" zei de heer Evelein. 's Avonds
konden de Recht-en-Plichters daar
toe door een mild man instaat ge
steld, vijfhonderd gulden bieden en
intusschen was deheerEveleingedaald
tot f1200omdat het voor den
werkman was. De werkman ev-vnwel
zag, hoe ondankbaar toch nietwaar,
den omvang van de weldaad niet in
en liet voorloopig den heer Evelein
bezitter van het lapje gronds, dat,
kort te voren niet eens in zyn ge
heugen gebleven, nu op eenmaal
zulk een kostbaar terrein geworden
scheen.
De quaestie kwam Woensdag in
den gemeenteraad ter sprake. De
meeningen in den Raad verschilden,
de eene strooming, met den burge
meester aan 't hoofd, wilde het bouw
plan van Recht en Plicht goedkeuren
zonder het bewuste stukje, in de
verwachting dat de heer Evelein het
dan zelf wel zou aanbieden de
andere strooming, geleid door den
wethouder 'de Breuk, paste voor deze
proefneming en wilde R. en P. nood
zaken, eerst het stukj e aan de gemeente
over te dragen. De laatste strooming
was de sterkste en wierp daardoor
het bouwplan van R. en P., dat toch
al zooveel moeite heeft gehad om
overeind te komen, weer omver.
Derhalve zal Recht en Plicht, wil
zij bouwen, het stukj e moeten koopen.
Dat de huizen daardoor meer moeten
kosten, spreekt van zelf, evenzeer
dat het verschil niet onbelangrijk is,
ook al zou de heer Evelein niet, zoo
als de burgemeester vreesde, naar
aanleiding van de discussie in den
gemeenteraad zijn prijs weer ver-
hoogen."
Ik vind dat de heer Leupen er
goed aan gedaan beeft met voor te
stellen, dat de gemeente niet meer
dan de helft in de kosten van de brug
over de Ringvaart zou betalen. Dat
de ingezetenen van Haarlemmermeer
veel geld in Haarlem brengen, zal
wel waar wezen, maar de Haarlem
mermeerdere hebben de haarlemsche
neringdoenden ook noodig. En daar
voor moeten beide partijen de helft
in de kosten voor de snelste commu
nicatie over hebben. En, wil of kan
de polder die helft niet geheel beta
len, laat dan de gemeente Haarlem
mermeer maar eens in den buidel
tasten.
„En wil ze dat niet, goed dan heffen 1
we tol op de brug." Zoo zeiden een
paar, Raadsleden. Maar hoe, is dat
de communicatie bevorderen Gy
bouwt een brug om ze te gerieven
en zoudt daarby een tol gaan heffen,
die hen plaagt? Dat is een „centen"-
politiek, die te klein is voor een
groote gemeente.
„'tls niet meer dan billijk.", zei de
heer 't Hooft, „dat er een zekere
retributie betaald wordt voor zaken,
waar wel velen, maar niet allen van
profiteered" Wanneer dat beginsel
wordt gehuldigd, voorzie ik binnen
kort een tol aan de brug bij do Pieter
Kie88traat en een bij de brug aan
't Nassauplein. Missohien krijgen wy
dan de duiten, die deze twee over
bodige bruggen gekost hebben, op
den langen duur wel weer terug.
En wanneer we dan nog een tol
instellen bij het bruggetje op de
begraafplaats aan den Schoterweg
(ook een bruggetje waar wel velen,
maar niet allen van profiteeren) dan
halen we daar misschien na heel
langen tijd de kosten van ons mooie
Mausoleum uit, dat in den volksmond
al „het Brouwershofje bu.ten de
Nieuwpoort" wordt genoemd.
De firma Beijnes heeft aan den
Raad gevraagd haren voorgevel aan
het Stationsplein een meter vooruit
te mogen brengen, in verband met
een plan tot uitbreiding der fabriek
aan den kant van en op den Jans-
w eg.
De heer Tjeenk Willink trok daar
tegen van leer, hoewel hij zeide zyn
buurman Beijnes gaarne het beste te
wenschen en de heer Hijmans had
er ook geen zin in, hoewel hij de
industrie het beste toewensohte en
de heer Van Weel was er ook tegen
maar vlakaf zonder heilwensoh. Dit
Raadslid wou dea bcnoodigden grond
in erfpacht geven en toen verklaarde
de heer De Kanter met een diepzin
nig gezicht, dat men den grond zou
kunnen verkoopen onder voorwaarde,
dat de grond kosteloos aan de ge
meente Terugkeert, wanneer hij niet
meer voor fabriek wordt gebruikt.
Dat is me nog eens een aardig
wassen neusje, een lachend, jolig
wassen wipneusjeWie onzer zal dat
wel beleven, dat een groote fabriek,
die bloeit als deze, die een artikel
fabriceert, dat nooit uit de mode raakt
en steeds meer gevraagd zal worden
dat die fabriek ruimte zou kunnen
missen? De heer Beijnes dacht blijk
baar ook„daar kunnen zelfs mijn
kindskinderen geen kwaad mee" en
zei, dat hij dat denkbeeld van den
heer de Kanter wel accepteeren wou.
Maar de Raad had er geen trek in
en renvoyeerde de zaak naor B. en
W. om nader met de aanvragers te
overleggen. Wat daar nu moet worden
overlegd is niet duidelijk, misschien
de vraaghoe men den gevel een
meter vooruit kan brengen zonder
het plein te versmallen. Enfin de
Raad is van de moeilijkheid af, B.
en W. moeten maar zien hoe ze 't
redden.
Met al die discussies was 't laat
geworden en te vier uur stiken som
mige leden den brand er in, voor de
ingewijden een teeken, dat we dit
maal de regeling vaD de onderwy-
zerstraktementen niet zouden behan
delen.
Dit teeken werd vervuld. Kwartier
over vieren stelde de Burgemeester
voor, wegens het vergevorderde uur
de zaak uit te stellen tot de volgende
vergadering en trokken een aantal
onderwijzers, die van half twee af
gewacht hadden, onverriohterzake af.
Politiek OvBrarjIit
Eenige berlijnsche bladen vermel
den als geruoht dat de staatsminister
von Bötticher zijn ontslag zou hebben
ingediend. In gezaghebbende kringen
moet hiervan echter niets bekend
zijn. Waarschijnlijk staat dit gerucht
in verband met de bekende mede
deel ingen van de Vorwürts over het
Welfenfonds, waarbij von Bötticher
en Bismarck zyn betrokken. Dit orgaan
der socialisten deelt mede, dat uit
genoemd fonds indertyd ongeveer een
millioen is genomen om een bloedver
want van Von Bötticher uit financiëele
moeielijkheden te redden.
Dez- mededeeling komt niet uit
Friedricnsruh, integendeel zij heeft
daar volgens het socialistische blad
grooten schrik veroorzaakt. „Men
vreesde daar, dat de hooggeplaatste
schutter, uit wiens koker de pijl was
gekomen, nog van plan zou zijn, nog
meer uit de school te klappen.
Eerst toen men in dit opzicht
zekerheid had, werd de zaak gebruikt
om den heer Von Bötticher een poets
te bakken, in ruil voor heigeen deze
heeft gedaan om Bismarck ton val te
brengen. Deze houdt den heer Von
Bötticher naa-t den gezantschapsraad
Von Holstein, den heer Theodoor
Kayser en enkele hofplaneten voor
den hoofdschuldige," schrijft de Vor-
wilrts.
De Hamb. Nachr. merkt op, dat
het tooh wel zeer onwaarschijnlijk is,
dat Bismarck den ouden keizer be
wogen zou hebben zulke groote som
men beschikbaar te stollen, wanneer
alleen maar de eer van een bank
directeur te Stralsund op het spel
stond.
De voorspelling, dat de turksche
sultan het stuk, bekrachtigende de
wet tot invoering van hervormingen
in Armenië, Donderdag zou teekenen,
bewaarheid geworden. Donderdag
avond is het verschenen.
Volgens bericht uit Konstantinopel
aan de Times worden de gedrukt
heid van de beurs te Londen en de
algemeene moedeloosheid geweten
aan de vastgewortelde overtuiging
dat de ontevredenheid onder de Ma-
hommedanen eerlang tot een uitbar
sting zal komen. Vele moslems ge-
looven dat een crisis nadert, die
den geheelen stand van zaken kan
omkeeren en de dynastie van den
Sultan ten val brengen. De Turksche
regeering schijnt die vrees te deelen,
want ofschoon de oplossing van het
Armeensohe vraagstuk ophanden heet
te zijn, worden vele moslems gevat
om hun houding en oproerige taal,
terwijl de Porte koortsachtig voort
gaat met zich te wapenen. Het garni
zoen van Stamboel is met driedui
zend man versterkt en men ver
wacht dat er nog een tienduizend
man bij zullen komen. Nieuwe batte
rijen van zwaar geschut verryzen by
Dardanos en op Namazigia (aan de
Dardanellen). Een koortsige opwin
ding heersoht op de forten aan de
Dardanellen en in de werkplaatsen
te Stamboel, die legerbehoeften ver
vaardigen voor rekening van de
Porte.
De berichten uit Cuba blij ven steeds
veel van elkaar versohillen, wat hier
van afhangt of ze ons via de Ver-
eenigde Staten of via Madrid berei
ken. Aan de laatste soort de meer
officieele is uit den aard der zaak
het meeste vertrouwen te hechten.
De hnparcial maakt nu weer me'-
ding van eene overwinning der Span
jaarden op S00 opstandelingen, die
met 24 gesneuvelden en een groot
aantal gekwetsten werden teruggesla
gen, terwijl de Spanjaarden onbetee-
kenende verliezen hadden. Officieel
wordt echter volstrekt geen melding
gemaakt van eene ernstige neder
laag, die de Spanjaarden zouden heb
ben geleden, alweer volgens ameri-
kaansche bladen.
De verwikkeling ontstaan door de
terechtstelling in den Congo-staat
van den Engelschman Lothaire, zal
waarschijnlijk in eene geldquaestie
worden opgelost. De familie Stokes
eischt een millioen francs schade
vergoeding. De belgische kapitein
Lothaire. die Stokes heeft laten op
hangen, zal te Boma voor een krijgs
raad tereoht staan.
De toestand in Goa schijnt voor
Portugal zeer ernstig te zijn.
Een afdeeling Portugeesche troepen
op marsch naar San Queliin is om
singeld door 1500 opstandelingen.
De troepen verweerden zich zoo goed
als ze konden, doch vele soldaten
werden gevangen genomen.
Te Panzin moet men algemeen van
meening zijn, dat de Portugeezen niet
de macht hebben de muiterij te onder
drukken.
De gouverneur van Goa is terug
geroepen, kapitein Rafael d' Anarada
is in zijn plaats benoemd.
De Tribuna heeft uit Massowah be
richt ontvangen, dat generaal Arci-
Dondi, ras Mangaeja vervolgende,
bij de versterking Alagi een mitrail
leuse heeft gevonden, die in Frank
rijk was gemaakt en een kist met kruit
die een merk had waaruit bleek dat
het te Obok was aangevoerd. Opnieuw
hebben zich eenige hoofden in het
district Trige aan de ItalianeD onder
worpen.
STADSNIEUWS
eerstetweede en derde
pagina.
Haarlem18 October.
Bij het Donderdag alhier gehouden
examen voor vrije- en ordeoefeningen
slaagden de heeren T. Hellinga, W.
F. hilarius en J. J. Hoornstra, allen
alhier en J. A. van den Houten te
Naarden.
Wij ontvangen een klacht van een
bewoner van het stadsgedeelte aan
de overzyde van den spoorweg, be
treffende de afsluiting van de over
wegen aan den Jansweg en den
Kruisweg, waarover reeds meer is
geklaagd.
De bewoners van dit gedeelte der
stad, van de straten rondom het
Frans Halsplein, Schotersingel, Sta-
tenbolwerk, enz. ondervinden door
deze afsluiting voortdurend vertraging
in hunne dagelyksche bezigheden
ook al gaan ze niet dagelijks per trein
de stad uit.
De klager is van meening dat de
bewoners van bovengemeld stadsge
deelte het best zullen doen, zich in
deze zaak te wenden tot de Directie
van de Holl. IJz. Spoorweg-Maatsob.,
of gemeenschappelijk per request tot
Zijn Excellentie den minister van
Waterstaat, Handel en Nijverheid met
het verzoek om den aanleg van een
tunnelfof een overbrugging van éen
der beide overwegen.
Onze lezers kennen onze opinie
over deze quaestie wel. Overbrugging
is een halve maatregel, die het tot
stand komen van afdoende verbetering
misschien voor altijd, zou beletten en
wat een adres aan de Holl. Spoor
betreft, uit de door de gemeente met
haar gevoerde onderhandelingen is
voldoende gebleken, dat van die zijde
niets te verwachten is. ZéZNZ
Misschien zou de Ministervan
Waterstaat eenige pressie op de
Maatschappij kunnen uitoefenen, maar
het komt ons voor, dat het verzoek
daartoe dan van den Gemeenteraad
en niet van eenige particulieren zou
moeten uitgaan. Wil men dus iets
doen, dan wende men zich allereerst
tot den Raad.
T TentoonstelliDgsklachten.
In een ciroulaire wordt ons ver
zocht, mede te werken tot het we
reldkundig maken van grieven van
exposanten op de Wereldtentoonstel
ling tegen het Uitvoerend Comité en
wel ditmaal wegens de maatregelen
door dat Comité genomen voor de
aanstaande sluiting.
lo. Het vervoer van de goederen
zal, wederom vanwege het Comité
worden bezorgd. Hebben de goederen
geen voldoende gewioht, dan zullen ze
naar afmeting betalen.
2o. Goederen die op primo Decem
ber niet ter expeditie gereed zijn,
betalen per M-. f3 per dag.
3o. Werklieden moeten na de
sluiting 25 ct. entreegeld per dag
betalen.
Wegens een en ander wil deze
c'rculaire een gemeenschappelijk op
treden van de exposanten tegen het
Comité.
Bij de zeer krasse termen waarin
de circulaire is gesteld, moet het
wel verwondering wekken, dat ze
niet is geteekend. Zelfs het verzoek
tot plaatsing aan de Redactie niet.
Daarom kunnen de klachten wel
juist zijn, maar een mannelijk optre
den is het toch niet.
In den afgeloopen nscht omstreeks
12)1 ure is door het springen van de
petroleumhanglarap brand ontstaan
in het hulpbureau van politie aan
de Keijstraat, dat, geheel van hout,
in eenige oogenblikken in lichte laaie
stond en dan ook geheel is afgebrand.
De agent van politie van Baren, die
zich in het hulpbureau bevond, heeft
Naar het fransch
van
ETIENNE ENAULT.
HOOFDSTUK I.
Het behangsel, de tapijten en de sofa's gaven niet den in
druk van overdreven weelde of van iets origineels en toch
was het britsche strenge karakter niet zuiver bewaard. In
de hoekeu van het vertrek bevonden zich vier étagères,
beladen met kostbare bibelots, die het artistieke instinct
en de fantaissie verraadden, den Franschen zoo eigen
Kerven voelde zijne angst en onrust verminderen. Na
leen onrustigen blik om zioh heen te hebben geworpen,
zeide hij zoo vriendelijk mogelijk:
„Drommels heeren, u woont uitstekend."
„Vindt ge?" zeide de Manfred achteloos en strekte
zich op de kussens van eene so'a uit. „Hier ontbreekt
geheel bevalligheid en afwisseling. Het i3 te eentonig."
„De vroolijkheid is minder te vinden in de dingen,
die ons omringen dan in ons zeiven 1" riep zijn kame
raad vroolijk uit. „Niet het meubilair is eentonig en
vervelend, maar jij bent het, mijn waarde William."
„Wat zal ik je zeggen? Ik ben droefgeestig omdat ik
geen millionair ben."
„Geduld, je zult het worden, als men ons voor dien
tijd niet heeft opgehangen."
Lachend werd dit antwoord uitgesproken. Vervolgens
noodigde de opgewekte bandiet Philip Kerven uit plaats
te nemen bij eene tafel, waarop hij nauwkeurig het
zakje onderzocht, dat den Bretagner tot beurs diende.
Zonderling verschijnseldeze bezigheid, waarin laatst
genoemde veel belang had moeten stellen, scheen geen
oogenblik zijne aandacht te trekken. Met buitengewone,
wellicht gevaarlijke volharding sloeg hij zijne twee
zonderlinge gastheeren beurtelings gade en sprak bin
nensmonds geheimzinnige woorden. Hij was zoo in
zyne aanschouwing verdiept, dat hij niet eens zag, dat
zijne beurs, veel platter geworden, voor hem weru neer
gelegd. Hy lette er niet op vóórdat de oudste zonder
ling zeide:
„Daar hebt ge juist het derde deel van de som, hon
derd l'rancs."
„Dank u, dat is voor mij voldoende om naar Frank
rijk te kunnen terugkeeren."
„Gaat u spoedig terug
„Ja morgen."
„Dan wenschen wij u goede reis. U ziet dat wij eer
lijk en als goede landgenooten tegenover u handelen.
Ik reken er op, dat u er ons geen berouw over zult
doen hebben. Bovendien waarschuw ik u, dat als gij
ons aangeeft, een van ons beiden stellig aan de klau
wen der politie zal ontenappen, en gij spoedig iets
van hem zult hooien, heizij hier in Engeland, in
Frankrijk, of desnoods aan het andere einde van de
werel 1. Daarop geel ik u de hand."
Terwijl hij deze woorden sprak keek Philip Kerven
hem aan, zonder hem schijnbaar te begrypen. Eens
klaps sloeg hij zich voor het voorhoofd en j iep uit
„Neen I ik vergis mij niet, gij zijtRichard Larmor, en
dat is uw broeder, William Lirmor."
De twee schelmen waren een en al verbazing.
„Ja, nu herken ik u," vervolgde de Br6tagner. „Gij
komt evenals ik uit Morlaix. Uw vader, mijn oude
vriend was kamerdienaar bij graaf Kergarouet. Hij was
een aardige kerel, uw vader, zeer geestig, moedig en
ondernemend. Ik herinner mij dat hij de gewoonte
had nu en dan de secretaire van den graaf open te bre
ken ongelukkig werd hij op heeterdaad betrapt en tot
tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Toen hij zijn
straftijd had uitgediend, verveelde het hem spoedig on
der toezicht van de politie le staan; hij ging er van
door en te Fir.ietère vormde hij eene bende „le- Ródeurs
de nuit", waarvan hij tot hoofd werd benoemd. Ik ont
moette hem op zekeren dag, ik had geen betrekking,
was zonder hulp en volgde hem. Op dat tijdstip waart
gij beiden bij nem. Gij, Richard, waart toen achttien
jaar en gij William, nauwelijks dertien. Ondanks uwe
jeugd rekende men u reeds onder de moedigste mak
kers-"
Richard en Williaoi vielen hem gelijktijdig in derede
door u t te roepen
„Uw naam is Philip Kerven."
„Gij waart boschwachter op het landgoed bij het
kasteel, waarop mijn vader in dienst was,'1 veryolged
William. „Men zond u weg, onder voorwendsel, dat ge
dikwijls aan den kant van het water gingt slapen na
wat gedronken te hebben, terwijl de stroopers op hun
gemak het wild wegkaapten."
„Ik heb mij gebsterd; sedert tien jaar drink ik bijna
niet meer."
„A bahriep R chard Larmor en barstte in lachen
uit. „Het komt mij toch voor, dat toen wij u ont
moetten op den Blacklriars-brug
„Spreek daarover niet," haastte zich Kerven te ant
woordenik heb mij toevallig vergeten, terwijl ik mijne
hersens pijnigde met een idee te zoeken en het ge
volg was dat ik te veel dronk."
„Bij Bacchus! er schuilt geen kwaad bijEn wacht»
gij herinnert mij nu, dat wij nog een glas op uwe ge
zondheid moeten drinken."
Na dit gezegd te hebben trok de oudste Larmor aan
een schelkoord. De neger verscheen weer. Op een hem
gegeven bevel, bracht hij een blad binnen en verdween
daarna.
„Ik moet eerlijk verklaren," antwoordde de beminne
lijke bandiet terwijl hij de glazen inschonk, „dat ik
volstrekt niet verwachtte beiennacht een collega yan
vroeger in het struikrooven te ontmoeten. Dat zijn nu
de toevalligheden van het leven Maar wat komt ge
in Londen toch doen, wa«.rde vriend
„Inlichtingen inwinnen over eene familie, waarvoor
mijn meester groote belangstelling koestert."
„Uw meester herhaalde William grinnekend. „Zoo,
zoo, zijt ge dan in betrekking?"
Men doet wat men kan. Voor het oogenblik ben ik
de factotum, de vertrouwde van een millionair."