den inhoud van hettuinbouwvoorstel
nog wel zou weten. Misschien is het
wensehelijk ook ter bekorting van
een overigens weinig interessante
discussie even mede te deelen
waarop de zaak neerkomt.
Men heeft hier eigenlijk te doen
met een reorganisatie der Rijksland
bouwschool, die aldus ingericht
wordtallereerst de afdeeling A van
de landbouwschool, wier driejarige
cursus veranderd wordt in een twee
jarige met een voorbereidingsklasse
en daarnevens de rij kstuinbouwsohool,
eveneens met tweejarigen cursus,
beide toegang verschaffende tot een
Indische klasse voor hen, die bij een
der Indisohe cultures hun geluk wil
len gaan beproeven. Dit laatste is
echter slechts een bijkomstig doel der
rijkstuinbouwschool, die zich noodza
kelijk ten doei stelt, eenigezins weten
schappelijk geschoolde kweekers af
te leveren en tevens voor hen, die
een meer wetenschappelijke vakstudie
wenechen, den toegang verschaft tot
de Hoogere Tuinbouwschoolmettwee-
jarigen cursus. Dan komt de afdee-
ling B der rijkslandbouwschool ter
vorming van wetenschappelijke land
bouwkundigen, die nu voortaan zal
worden gesplitst in een Nederland-
sche en een Indische afdeeling en
Hoogere Landbouwschool zal heeten.
Men zal daar dus hebben een
landbouwschool nevens een hoogere
landbouwschool evenals thans, en op
dezellde wijze een tuinbouwschool
nevens een hoogere tuinbouwschool
en een Indisohe klasse nevens de
hoogere Indische afdeeliog.
Een en ander onder ééa gemeen
schappelijk administratief verband,
met het oog op de wet, die geen
afzonderlijke tuinbouwschool kent.
Vandaar, gelijk bekend, de grief van
den heer Viruly Verbrugge, than3
belichaamd in een amendement waar
van de bedoeling is enkel en alleen
de Kamer te doen verklaren dat zij
Nadat de „Gorinchem" ongeveer een zelfstandige Rijkstuinbouwschool
anderhalf etmaal gepompt had, kon i zonder administratieve banden met
men stoppen, want toen stond er|de Rijkslandbouwschool, wenscht in
reeds bijna 4 M. water in de vis- j hét leven te roepen,
schershaven. Nu stond er voldoende j Iq de plaats van vestiging der
druk tegen den muur om met hetRijkstuïnbouwscbool blijft de regee-
aanaarden te beginnentegen den ring door dit amendement volkomen
muur van 430 M. lang. 7.30 M. I vrij.
hcog en 2.50 M. a 3 20 dik. waaraan Ia het bedrsg der aangevraagde
behalve eenige honderden M3. bazalt geldsommen wordt geene verandering
6.00Q.G0O metselsteenen zijn gebruikt gebracht.
en die van boven gedekt is over een J Dit amendement kwam nu Donder-
meter breedte met stukken graniet dag mede in debat,
van 25 c.M. dikte. In den muur zijn
nog getracht de vlammen te blusschen
en heeft daarbij zijn rechterhand,
aangezicht en haar gebrand.
Het gebouwtje, zijnde gemeente
eigendom, is verzekerd by de Brand-
verz. Maatschappij '„Nederland" ge
vestigd te Zutphen.
De politie met haar slangenwagen
heeft den brand geblusoht.
De brandweer was aanwezig.
„Weldadigheid naar Vermogen".
Afdeeling„Werkverschaffing."
Van 1 Nov. tot 17 Oct. hebben
2ich de volgende personen aangemeld
1 voor bloemistknecht, 1 vior da
mes-laarzenmaker, 6 voor Fchilder,
15 voor los workman, 4 voor kleeder
maker, 2 voor baker, 62 voor werk
vrouw, 7 voor waschvrouw, 10 voor
naaister, 1 voor strijkster, 1 voor
vlechtwerk, 2 voor waakster, 1 voor
kookster, 1 voor noodhulp, 2 voor
mangelwerk, 7 voor grondwerker,
27 voor loopwerk, 3 voor breiwerk,
22 voer loopknecht. 10 voor oppasser,
3 voor koffiehuisbediende. 3 voi-r
schoenmaker, 4 voor schrijfwerk, 1
voor koetsier, 3 voor kantoorbediende
2 voor timmerman. 1 voor sigaren
maker, 3 voor lichtwerk. 1 voor
broodbakkersknecht, 1 voor zadel
maker, 1 voor ziekenoppasser, 1 voor
waker, 1 voor tafelbediende, 1 voor
huisknecht, 1 voor tuinman.
Particulieren en werkgevers die van
bovenstaande aanbiedingen gebru k
wenschen te maken, wordt b-leefd
verzocht hunne aanvragen schriftelij k
tot het Bestuur te richten, bus D .elen
of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
9-1 en van 3 5 uur verkregen worden
bij den Administrateur, bureau
Doelen.
De Tischliavea te IJmuiden.
15 trappen met granieten treden aam
gebracht. Zoodra de dam doorgegra
ven is zullen stoom zandzuigers het
overtollige zand uit de haven ver
wijderen en wanneer men zoo flink
blijft vorderen met het werk als tot
heden, zal IJmuiden spoedig een ha
ven hebben en de aannemers zullen
wellicht een 100 dagen premie kun
nen opstrijken, omdat zij binnen den
gestelden termijn het werk zullen
kunnen opleveren.
Bij Kon. besl is op zijn verzoek,
met 1 November, eervol ontslag
Minister Van Houten voerde voor
het ontwerp aan, dat het geenszins
de invoering van hooger landbouw
onderwijs bedoelde, ten bewijze waar
van hij mededeelde, dat inderdaad
aan een universitair landbouwonder
wijs en een doctoraat voor landbouw-
vakken werd gedacht. Wat men van
Wageningen dacht te maken was
een landbouw-politechnicum, immers
het verband tusschen land- en tuin
bouw was zoo nauw. (De Min. wees
daarbij op de bloembollencultuur;
de grond daarvoor wordt van tijd
tot tijd met andere landbouwproduc
ten bebouwd) Verder verdedigde
verleend aan B. Th! A. Westerouen I hijden administratieven band (om
van Meeteren als burgemeester van de zuinigheid), het administratief toe-
Zand voort.
kanaal zoodanig aan den grond geva-
zicht van den hoofddirecteur ook op
de tuinbouwscholen, de vestiging te
Wageningen (waarin de Reg. door
het behoud van de H B. S. met 3
dat men lot lïchteÖ is moeten j, o kortom de geheeie nieuwe orga-
msatie, terwyl hij de Indische belan-
overgaan.
De torpedo-schietoefeningen
zijkanaal F zijn voor dit jaar gestaakt
gen ter verdediging overliet aan zijn
ambtgenoot van Kol. die zich daarvan
kostelijk kweet. Vooral tegenover
den heer Cremer deed de Min. het
naar ons wordt gemeld zijn ^met hej;riUl- van yjet Ind. landbouwonderwijs,
f ^QOr dezen gering geschat, uitkomen.
En daarna vingen de replieken
aan die ik, om niet in herhalingen
te komen, den leier besparen kan.
Het amend, ondervond van de
regeericgs^afel bestrijding op grond
dat hetgeen daarin werd gevraagd
niet met dezelfde gelden was uit te
voeren, het werd met 58 tegen 10
verworpen. Het voorstel aangenomen,
met 50 tegen 14 stemmen.
Vrijdag te half twee behandelt de
Kamer de conclusie op het adres der
coöp. vereeniging „de Hoop" - -
waarbij de quaestie ter sprake komt
van het besteden van hun vrijen tijd
door ambtenaren.
De heer van Limburg Stirum zal
op een nader te bepalen dag den min.
van Waterstaat interpelleeien over
den opslag van dynamiet op het
eiland Rozenburg.
G. Jr.
oog op uitbreiding der schietoefenin_
geD, vergrootingen der inschietplaats"
gebouwen enz. te verwachten. 1
Bij de Wc ensdag te Haarlemmer
meer (Hoofddorp) gehouden vee- en
paardenmarkt waren aangevoerd 8
vaarzen, 2 graskalveren, 453 paar
den en veulens en 16 hitten.
Handel vlug en vele Duitsche
kooplie !en waren aanwezig.
Najaarsveemarkt te Sloten.
Aangevoerd 352 runderen; in vare
koeien vlugge handel, in vette minder
prijzen van f 150 tot en met f230.
BINNENLAND.
Parlementaire Praatjes.
Bij mijn verslag van de zittiDg van
Woensdag ging ik van de onderstel
ing uit, dat de belangstellende lezer
Reg eer in gsa n t woord Indische
begrooting.
Zeer snel heeft de Min. van Kol-
geantwoord op het Voorl. Versl. der
Kamer, zoodat het bericht als zou de
begrooting reeds spoediger dan ge
woonlijk, vóór het gebruikelijk reces,
aan de orde komen, aan waarschijn
lijkheid wint.
De Min. deelt allereerst mede, dat
hij niet in staat was vollediger in
lichtingen te geven omtrent de proef
met de opium regie en met het bij
slagstelsel voor de koffioultuur.
Hij acht de politieke omstandig
heden niet gunstig voor ingrijpende
hervormingen en aoht daarover ver
schil van meening mogelijk, wat hij
bewijst door de meening, dat hij
Indië niet of nog niet rijp acht voor
decentralisatie in het algemeen en
gewestelijke decentralisatio in het bij
zonder. Aan een herziening van het
regeeringsreglement wordt gewerkt.
Over den toestand der financiën
denkt de Min. niet zoo erg ongunstig,
maar hij aoht tooh versterking der
middelen noodig, waarom hij dan ook
de voorgestelde tariefverhooging hand
haaft. Staatsexploitatie van mijnen en
petroleumbronnen acht de Min. niet
gewenscht.
Ten opzichte van Atjeh is de Mi
nister van oordeel dat de in den
laatsten tijd gevolgde taktiek niet
moet worden veranderd. Noch ver
dere uitbreiding, nooh inkrimping
van de bezetting is wensehelijk. De
marechaussee kan medewerken, ook
in het onze linie omringende vrien-
dengebied tot handhaving der veilig
heidspolitie. Gezorgd zal worden dat
zij de noodige karabijnen spoedig
krijgt. De gouv. van Aijeh heeft,
binnen de grenzen der in overleg
met den G. G. vastgestelde politieke
gedragslijn, tot het nemen van de
maatregelen die ter bereiking van
het beoogde doel bevorderlijk kunnen
zijn. De nieuwe legercommandant zal
Atjeh bezoeken en den gouverneur
raadplegen betreffende de verder te
volgen politieke en militaire gedrags
lijn die op de consolidatie van het
sedert 1893 verkregene zijn gericht.
Aan een militair optreden op groote
schaal in de XXII Moekims wordt
niet gedacht.
Van uitgifte van gronden op Lom
bok kan geen sprake zijn, alvorens
de rechten der inlanders op den grond
vaststaan. Een ontwerp-wetboek van
strafrecht voor Europeanen is in
onderzoek. De circulatie van duiten
moet worden toegestaande opium
regie evenwel houdt de ontvangen
duiten in en men vervangt die door
wettige koperen munt. De aanmaak
van duiten wordt tegengegaan, even
als de invoer van nagemaakte stand
penningen.
Op uitbreiding van het spoorwegnet
is de Reg. bedacht; voorstellen daartoe
zullen worden gedaan.
Voor de uitvoering van het defensie
plan, dat nog wordt voorbereid in
Indië, zal de Regeering geen geld
beschikbaar stellen zonder overleg
met de volksvertegenwoord'ging.
Ia handen van den Gouv. Generaal
is thans ter onderzoek in handen
gesteld de door den minister van
marine ontworpen formatie der oor
logsmarine in den Indischen Archipel
die eene vermindering van de sterkte
j der Indische militaire marine en eene
uttbreiding van het atixiliair eskader
beoogt.
De vermindering in de winst der
Billitonmaatschappij is bijna uitslui
tend het gevolg van de daling der
tinprijzen.
Bij nota van wijziging is nog voor
gesteld uit het slot der rekening van
18S9 een som van f400,000 bestemd
voor uitgaven in het belang van de
inlandsche bevolking op Java en
Madura tegenover het excedent van
het hoofdgeld van heerendienstplioh-
tigen.
Hiermede is van het Regeerings-
antwoord het voornaamste gezegd.
Het debat kan beginnen. Ik vrees met
groote vreeze, dat het zeer laDgdurig
zal zijn nu de heeren zooveel
meer tijd hebben dan gewoonlijk.
G. Jr.
De diamantbewerkers te
Amsterdam,
In den strijd tusschen fabriekseige
I naren en werklieden beginnen de
laatsten langzaam aan terrein te win-
j nen. Donderdag hebben 5 fabrieks-
eigenaars het hoofd in den schoot
gelegd en hunne fabrieken tot bonds
'fabrieken gemaakt. Deze 5 nieuwe
bendsfabrieken zijn die der firma's
Disselkoen, LangebleekeispadBer-
keij, Overtoom; Konz. Tuinpad;
Jaake, aan den Voorweg, en Zieken
oppasser, Paardenstraat. In het ge
heel kan het bondscomité nu op ne
gen bondsfabrieken wijzeD, waarvan
de eigenaren zich verbonden hebben
voor elke overtreding van het con
tract een boete van f 500 te betalen.
Des morgens meldden zich slechts 5
werklieden aan bij de firma Kampf-
rath. Ook deze echter legden spoe
dig den arbeid weder neer. Ruim
200 diamantbewerkers zijn thans naar
Antwerpen verhuisd, waar de be
schikbare molens, zoo te zeggen,
door het Amsterdamsche comité in
huur zijn genomen. De bovengenoem
de vier fabriekseigenaars hebben zich
in de vergadering hunner vereeni
ging van 14 dezer „als mannen van
eer en goede trouw" verbonden „n et
toe te steramen in den hun gestelden
of nog te stellen eisch, dat zij op
hunne fabrieken uitsluitend leden
van den A. N. D. B. en aangesloten
vakvereenigingen toelaten." De „Ver
eeniging van fabriekseigenaren" ver
spreidde Donderdag een manifest,
waarin deze vier heeren als „wooi d-
brekers" worden gesignaleerd.
In eene buitengewone raadsverga
dering te Alkmaar is de gemeente
ontvanger aldaar in zijne betrekking
gesohorst. Aan B. en W. is een verder
onderzoek der boeken en kas opge
dragen. De heer G. G. Vonk is voor-
loopig imt de waarneming dier be
trekking belast.
De stoomtram heeft Woensdagmid
dag tusschen Sneek en IJsbreehtum
een 25jarigen boerenzoon uit Ooster
zee. bij Lommer, overreden en terstond
gedood.
Het paard, dat de man aan den
teugel leidde, schrok voor het voer
tuig, begon te steigeren, trok zijn
geleider op de rails eu geen twee
seconden daarna was het hoofd van
den ongelukkige bijna van den romp
escheiden.
Pers Overzicht.
Kamers van Arbeid.
Ook het dagblad de Écho wijdde
aan dit onderwerp twee artikelen,
waarin het in het kort uiteenzet, wat
aan het thans bij de Regeering inge
diende wetsvoorstel voorafgegaan is
en daarna een overzicht van het wets
voorstel geeft, daarbij het tevens
besprekende. Het blad merkt o. a. op:
„Menig geschil tussohen patroons
en arbeiders zou niet zulken grooten
omvang hebben aangenomen, menige
werkstaking zou niet zijn uitgebroken,
zou althans spoediger en met beter
gevolg geëindigd zijn, zoo er gelegen
heid had bestaan om naar grieven
en klachten een onderzoek te doen
instellen door der zake kundige man
nen, door beide partijen als haar ver
tegenwoordigers aangewezen."
Deze leemte zal nu, volgens de Echo
door de wet op de Kamers van
A-beid worden aangevuld.
Voorts wijst het biad er op, dat
hoewel het verzamelen van gegevens,
en het dienen van advies, wat vol
gens het wetsontwerp ook de taak
van de Kamers van Arbeid is, zeer
nuttig kan zijn, toch het vereffenen
van geschillen in de praktijk de
hoofdtaak van de Kamers van Arbeid
blijft.
„Door deze bedoeling vooral," zegt
de Echo„verdienen zij met levendige
sympathie te woiden begroet."
„Immers, wat tot nu toe beproefd
werd met de particuliere arbeidsraden
is daarmee in geenen deele bereikt,
en wat plotseling ontstane bemiöde-
lings-comitó's in het werk stelden, is
gewoonlijk zonder resultaat gebleven.
„Beiden werden weinig gewaar
deerd, slechts matig vertrouwd. Zij
misten de officieele wijding, de be
krachtiging der wet."
„Er zullen bij den vooruitgang der
ideeën in onze maatschappij," meent
de Echo„wel zeer weinigen gevon
den worden, die met het beginsel
dezer wet niet instemmen. Missch.en
hier of daar een enkel patroon, die
tegenwoordig met succes zijn werk
lieden kan exploiteeren, en begrijpt,
dat bij het bestaan van Kamers van
Arbe;d zijn rijk uit is.
„Wellicht zullen ook de sociaal
democraten deze wet „lapwerk" noe
men en haar daarom verachten, wijl
zij aan de socialisten veel invloed
bij geschillen tusschen patroons en
arbeiders ontnemen zal.
„Allen overigen moeten zich ver
blijden, omdat hier de Staat ter ver
betering der socble verhoudingen,
krachtig ingrijpt op een gebied, waar
alleen van hem en zijn invloed op
den duur nuttige tusBchenkomst kan
worden verwacht.
„Wij voor ons, die overtuigd ziju
dat bevordering der belangen van
patroons en werklieden d. i. de
belangen van de nijverheid van den
arbeid alleen in onderlinge samen
werking mogelijk is, hopen, dat het
ontwerp der Regeering spoedig wet
zal worden.
„En dan mag daarby niet w -rden
vergeten, dat de heer Pyttersen een
groot aandeel heeft in de verdiensten
dezer belangrijke verbetering."
De liberale N. Rott. CouratU bevat
een 3rtikel over de wetsontwerpen
betreffende het handelsregister en de
firma. Over de invoeging der beide
ontwerpen in het Wetboek van Koop
handel, gelooft het blad hoewel er
argumenten aan te voeren zijn, voor
het maken van een op zichzelf staande
wet, met den minister, dat voorloopig
althans, om het systeem van codificatie
zooveel mogelijk te bewaren, aan
sluiting aau de bestaande indeeling
in twee wetboeken; met opnemicg
in het Wetboek van Koophandel van
die instellingen, welke in de behoef
ten van den handel toch haren oor
sprong vinden, het raadzaamst is.
Voor later blijve dan de vraag om
trent eene „refonte" van het geheele
privaat recht in één wetboek bewaard.
Over het ontwerp betreffende hel
Handelsregister zegt de J\. Rott. Ct.
„Die bepalingen zijn van zuiver for-
meelon aard, zy behandelen het
geraamte, handelen over ierichting
en bewijskrachtspier- en zenuwge
stel. de inhoud van het register, zal
door andere wetten moeten worden
aangewezen. De inrichting is een
voudig en practisch, geheel in over
eenstemming met wat de commissie
voorsloeg. Het register wordt ge
houden by de griffiën der kantonge
rechten; het zal aldaar kosteloos een
zeer nuttig voorschrift kunnen wor
den geraadpleegd, en geregelde open
baarmaking van die aanteekeningen
io afzonderlijke bijvoegsels der Staats
courant zal worden bezorgd door een
centraal bureau, waartoe gekozen is
het reeds met soortgelijke publicatie
belaste Bureau voor den jndustri-
eelen eigendom. De vragen omtrent
de bewijskracht dor inschrijvingen en
publication laten wij rusten. De re
geering heeft ook hier het stelsel
der Staatscommissie naar beginselen
die reeds, voor analoge gevallen, in
het gemeene recht zijn opgenomen,
gevolgd. Dat zij dit stelsel hier en
daar nog wat uitwerkte, was voor
de praktijk wel noodig, verdient
ten minste ook o. i. erkenning en
bijval."
By het wetsontwerp op de firma,
waarvan volgens het blad de belang
rijkheid oneindig grooter is, staat het
meer uitvoerig stil. Het blad zet
uiteen wat de beginselen van de
staatscommissie waren, die nog in
ruimere mate die van de Regeering
zijn, toch bestond er een punt van
verschil.
„Do Staatscomm ssie wilde verbo
den ziea het handeldrijven zonder
ingeschreven firma, en stelde op het
verzuim daarvan straf. Zij kende dus
wij zeggen niet zy erkende, maar
zij kende geen andere firma dan
de ingeschrevene. Hy, die handel
dreef, zonder op behoorlijke wijze
zijne firma met de verdere bijvoe
gingen van naam en woonplaats op
te geven, verviel in eene geldboete,
en zette hij toch zijn bedrijf zonder
inschrijving voort, dan verviel hij
iedere week in eene nieuwe boete,
wat hem eindelijk wel zou brengen
tot zijn plicht," welk stolsel de minis
ter echter niet a-ndurfde.
Het blad verdeelt daarna des
ministers bezwaren in drie groepen,
daarbij verklarende hoe de minister
gekomen is tot het denkbeeld van
vrijheid voor ieder, die handel drijft
of eenig ander beroep cf bedrijf uit
oefent, waardoor volgens htt blad
zwendelaars ongemoeid blijven.
„Dat ziet de minister ook in, gaat de
N. R. Ct. voort, en daarom stelt hij
voor, het Wetboek van Strafrecht
aan te vullen met eene bepaling,
geldboete bedreigend tegen hem, „die
in een geschrift ter zake van zijn
handel, beroep of bedrijf wederrech
telijk een naam of voornaam voert;
die niet in overeenstemming is me
dien, welken hy krachtens zijne ge;
boorte-akte bezit of krachtens in
schrijving in bet handelsregister ah;
firma bezigt;" met eene uitzonde?
ringsbepaling voor de getrouwdt
vrouw. Voorts blijft dan nog de ei- j
viele actie in het ontwerp op de firm:
er kend, tegen hem, die door onrecht
matig gebruik van eene andere firma
deze benadeelt." i
Hoewel op die wijze het zwende
len onder een gefingeerde firma zon-
der insobrijving wordt achterhaald en
strafbedreiging een aandrang kan
zijn om tot inschrijving te komen.
meent de N. R. Ct. dat de bepaliDg i
toch eer.e wijziging en aanvulling
behoeft. i
Het woord „wederrechtelijk" moet
vervallen Het is volkomen overbo->
dig. Het enkele feit om onder een
anderen dan den eigen geslachts
naam of eene andere dan de inge-
schreven firma handel te drijven
moet verboden zijn. Wie een ande
ren naam wenscht te gebruiken dan
zijn eigen naam moet zioh laten in
schrijven.
„Het woord „wederrechtelijk" zou
weer eene wijde maas zijn, waar de
zwendelaar doorheen kon kruipen.
„Om alle ontduiking te voorkomen
en rechtszekerheid te geven omtrent
de mooielijke quaestie van het ge
bruik van namen, verbiede de straf
wet doodeenvoudig het uitoefenen
van een bedrijf anders dan op den
eigen naam of op eene ingeschreven
firma. Bovendien eischt de voorge
stelde bepaling aanvulling. Immers
het voorschrift van het firma-ont
werp, dat den rechter de bevoegd
heid geeft om, wanneer 2 menschen
een gelijken naam voeren een hun
ner te gelasten voor zijn bedrijf eene
onderscheiding aau dien naam toe
te voegen, kan niet volstaan met de
sanctie eener civiele acle, maar heeft
zeer stellig ook aan strafrechtelijke
sanctie behoefte.
*5 „Met deze wijziging en aanvulling
van de voorgestelde strafbepaling
zou o. i. het vrijheidsstelsel van den
minister, ofschoon met het ideaal,
toch wel aannemelijk zijn."
Koloniën.
Uit. Atjeh.
Uit Atjeh wordt geschreven aan
De Locomotief.
Onlangs las ik in een der dagbladen
Voor de vriendenDe gouverneur
van Atjeh heeft der regeering in
overweging gegeven, geld disponibel
te stellen voor den aankoop van
ploegvee en de verstrekking bij wijze
van voorschot aan de Atjehers. Het
uitroepingsteeken achter „vrienden"
was waarschijnlijk niet met vriende
lijke bedoelingen gesteld. Toch ben ik
het volkomen eens met den schiijver
die in Het Vaderland van den 21en
Februari zinspeelde op het nuttige
van zoo'n maatregel, en wees op het
weinige ploegvee. Een bevolking die
iets bezit, is ongelijk veel meer vre
delievend dan een bevolking die niets
te verliezen heeft.
Opmerkelijk is dit jaar de sawah-
bouw, vooral van het volk van Toe
koe Bante bij Boekis Ivaranggroote
lappen zijn ontgonnen van de Blang
Tamah, die, wanneer op zulk een
wijze wordt doorgegaan, binnen een
paar jaar een uitgestrekt padiveld
zullen uitmaken. Bij invoer van ploeg
vee moet de landbouw wel vooruit
gaan. Komt daar nog bij het herle
ven van vroeger bloeiende takken
van nijverheid, o. a. de zijdeteelt en
het goudsmeden, dan valt aan de
toekomst van Atjeh niet te twijfelen.
Maar door branden, verwoesten en
vernielen wordt een en ander niet
verkregen. Intusschen stichten en
kele dagbladartikelen ook hier kwaad.
De bevolking raakt er door in het
onzekere, wat de regeering eigenlijk
wil. En er schijnen steeds lief hebbers
te zijn die gaarne overbrieven wat
alzoo geschreven wordt. Een bewijs
is, dat onlangs een Atje'nsch hoofd
vroeg, of de gouverneur werkelijk
van Atjeh weg zou gaan en een der
bevelhebbers van Lombok in zijn
pjaats zou komen. Hoe kwam die
man daaraan? Ja, hij hadhethooren
vertellen. Zeer leuk, roeg hij, tegen
wien nu eigenlijk zou gevochten
wordeD. In die vraag ligt het zwaarte
punt der quaestie. Totaal gebrek aan
éénhoofdig gezag. Elke kampong
,,E', ei! dat zal u welkeen aardig voordeel opleveren,"
merkte de oudste Larmor op en klonk met hem.
„Ja wel, maar ik heb ongelukkigerwijze te doen met j
een meester, die 2Ïjne oudstukken drommels goed bij
elkaar houdt en er vooral degenen, die hem dienen
weinig v-m laat zien."
„Maar laat ge hem dan niet met zijn geld alleen?"
vroeg William en baalde de schouders op.
„Dat is heel mooi, maar eene hetrekking ais factotum
is niet gemakkellijk te krijgen. Ik heb er moeite genoeg
voor gedaan om het zoover te brengen om deze betrek
king vrijwillig te verlateD."
„Hoe hebt ge het dan zoover gebracht vertel ons
dat eens, dat moet wel mooi zijn gegaan. Wij verlan
gen er naar eens te vernemen op welke wijze een
struikroover een man van vertrouwen is geworden."
„Op mijn woord niets is gemakkelijker. Om tot dat
doel te geraken had ik slechts wat geduld en eerlijk
heid noodig. Deze twee zeldzame planten ben ik gedu
rende een paar jaar gaan opkweeken, de rest is van
zelf 'gekomen. Bovendien had ik niets beters te doen;
herinnert u slechts; onze troep had eene ontmoeting
met eene sterke afdeeling gendarmen, die haar bijna
geheel in de pan hakte. Uw vader werd door een kogel
gelood, terwijl hij als een duivel vecht. Het was nacht,
eenigen onzer vlachtteD, waaronder ik. Eene maand
lang zwierf ik van plaats, van bosch tot'bosch rond,
totdat ik ten slotte, uitgeput en ontmoedigd, half ster
vend neerviel voor de deur van een kasteel. Men nam
mij op en verzorgde mij daar. Nauwelijks was ik her
steld, of ik vrc.eg of er een betrekking voor mij open
was en men ram mij in dienst. Ik gaf blijken van
trouw en ijver, zoodat ik na achtereenvolgens onder
geschikte betrekkingen te hebben vervuld, eindelijk
factotum werd. eene positie, die ik in stilte steeds vurig
had begeerd. Hieruit blijkt alweer dat de deugd steeds
belcond wordt."
Deze moraal, op een toon van goe Jznoedigen spot
geuit, wekte de vrooiijkbeid der broeders zeer op.
„Jaeen prachtige belooning riep William grin-
nekend uit, „de factotum te worden van een Harpagon".
„Deugdzaam mersch, uw meester zal u toch tenmin
ste in zijn testament bedenken".
Philip Kerven schudde droefgeestig het hoofd.
„Helaas, ik twijfel er aanbovendien
„Bovendien
„Ik zou gaarne een middel willen vinden
Hij bleet voor de tweede maal steken en beet zich
op de lippen.
„Ga voort. ?a
„Dat is ocnoodig. Wij hebben ons reeds te veel met
mij beziggehouden. Nu is het uwe beurt mij uwe ge
schiedenis te vertellen. Wat hebt ge uitgevoerd naden
dood van uw moedigen vader en het bloedbad, onder
de kranige leden der bende aangericht? Waarom zijt
ge naar Londen gegaan? Hoe is het mogelijk dat ge
in zulke goede omstandigheden leeit?"
„Ik zal uwe nieuwsgierigheid levredigen, eerlijke
taototum".
En Richard Larmor vertelde hoe zijn broeder en hij
na die bewuste noodlottige gebeurtenis, er ook in waren
geslaagd om te ontsnappen aan de sabels en handboei
en van de gendarmen. Zij kenden niet ver van de
plaats waar het gevecht had plaats gehad een grot in
een ravijn; zonder gezien te zijn hadden zij er zich in
verscholen en daar twee weken geleefd, terwijl zij slechts
's nacht3 hunne schuilplaats verlieten om op stroop
tocht te gaan. WillLm, die zich slecht in dezea toe
stand kon schikken had tot Richard gezegd „lx ver
veel mij, niets weerhoudt ons hier in het land, bat
ons weggaan en gaan waarheen de duivel ons voert.
De duivel leidde hen langs donkere wegen, liet hen
eene reeks avonturen doorleven, waardoor de politie
hen dikwijls op de hielen zat en ten slotte voerde hij
hen naar Parije.
„Parijs!" mompelde William terwijl hij den ander
in de rede viel. „Parijs, de stad van de vreugde en het
genoegenJa daar heb ik de beste oogenblikken van
mijn leven doorgebracht."
„En ook de kwaadste," antwoordde de oudste. „In den
beginne leefden wij er vrij kalm eene gelukkige ont
moeting, de ontmoeting met een rijken prachter, die van
de markt terugkeerde langs een eenzamen weg, had ons
een aardig sommetje opgeleverd, weinige dagen voor
onze komst in de grootu stad en wij leefden in vrede
als onschuldige renteniers. Onzen tijd brachten wij door
met het bezoeken van monumenten, met het bestu-
deeren van de zeden en gewoonten der Parijzeoaars. de
theaters met een bezoek te vereeren, kortom met ons
te gewennen aan de atmosfeer der hoofdstad.
Langzamerhand verloren wij onze linksehe manieren
en ons dialect van Beneden-Bretagne. Een ijverig lezen
van de laatste romans droeg t ok veel bij tot onze ont
wikkeling. De bestudeering der hoofsche manieren
van de fransche dandies deed on^ onze manieren veel
veranderen. Wij zouden eemakkeliik pnnftdio- tni Hpti
bloem van de boulevards-bezoekers behoord hebben, zoo
wij slechts vijf en twintig duizend Irar.cs rente hu iden
gehad. Helaas ontbrak ons dit cijfer op het gnn boek
en werden wij weer genoodzaakt ons beroep tj her
vatten."
„Wat een heerlijk laven," zuchtte William, „zijne
dagen door te brengen in eene omgeving van weelde en
overvloed en veilig en onbezorgd rond te loopen."
„Bahdat kan toch niet steeds voortduren, onrekas
r akte uitgeput; wij waren wel genoodzaakt ze opnieuw
te vullen. Drie jaar lang leefden wij dus van de op
brengst der nieuwe nachtelijke avonturen. Zelden ver
lieten wij in dien tijd de stad en wij zorgden er wel
voor, dat wij slechts rijke of schijnbaar rijke menschen
aanklampten. Stoutmoedigheid deed ons slagen. Dank
zij dien talisman van gestaalde gemoederen hadden
wij ons wellicht nog in de parijsche zon kunnen koeste
ren, die met het oog op Williams zw k gestel zeer te
verkiezen ie boven die te Londen, als wij niet de dom
heid hadden gehad ons te verbinden met een domoor
en lafaard, die zich liet arresteren en ons overleverde.
Gevangen genomen en veroordeeld gelukte het ons wel
dra te ontvluchten en wij staken ever naar Engeland,
terwijl wij hadden gezworen ons op den verrader
te wreken. Wij hebben woord gehouden. Het vorig
jaar ia de man uit de gevangenis ontslagen en weldra
vond men hem vermoord liggen in de etiaat, waar hij
woonde."
Wordt vervolgd)