Tweede Editie.
aiFUKBILJEITER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
De stem van het geweten.
13e Jaargang
Zaterdag 26 October 1895.
No. 3779
HAARLEMS BABBLAB
-A-BOISriSrEJVtEIvrTSI3!?/! JS
"Voor Haarlem .per B maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Ryk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlemper 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
JV3D^7B„"BTBIsra7IJH]2.\r:
i 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte,
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertent iën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiem.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciiê Etrangère G. L. DAUBE Co. JOIIX F. JüXES, Save., Parijs Slbis Faubourg Moniimrtre.
Agenten vcor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, jbij de. Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKE3; Spaarndam, C. HARTENDORFj;
Zandvoort, J. ZWEMMER; Veben, L. VENUS; IJmuiden. J. .T. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE. Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
2CHL.IETTF.ft' voor VeZEliitfen en
Aanbestedingen, voor Fees4el{|fcs-
tieriem, Concoursen etc Hnn men
«er Stoomiiriikkcrtl vat >lït
Ot hoogst billijken rjz,j» later.'
[rakken.
ftleuwste Lettersoorten. Spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
j. c.
He Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten'.
Haost. - Haarlemmer Halletjes CCL VI.
- Binnen en Buitenlandsche berich-
'en. Varia. Advertentïén enz.
Een gezeten burger heeft tegen
woordig moeite om zijn belasting
biljetten uit elkaar te houden. Hij
begint met plaatselijke belasting, ver
volgt met zijn personeele belasting
Bn bedrijfsbelasting en eindigt wan
neer hy onroerende goederen bezit
met grondbelasting en vermogens
belasting.
De gemeenteraadsleden die in de
8e afdeeling de begrooting hebben
beoordeeld, willen het half dozijn
polmaken en stellen voor, om een
belasting op rijwielen te heffen. Vol
gens den rapporteur vond dit denk
beeld algemeen bijval. Vandaar is
bet overgewaaid naar de commissie
ran financiën, die uit den aard van
*e zaak iets gevoelen moet voor
lies wat de financiën kan versler-
;en of: althans belooft dat te doen.
Haarlems wielrijders zouden der-
lalve eenige vrees moeten koeste-
vcor hun beurs, wanneer niet
en W. van meening met boven-
;emelde heeren verschilden. Dit col-
ïge zegt, o.i. volkomen terecht, dat
het heffen van een belasting op rij
wielen buiten de bevoegdheid van
Semeentebesturen vait. De gemeen-
'ewet toch schrijft onder art 240 2o
roor, dat de gemeentebesturen mo-
jen heffenopcenten op de hoofd
lom der grondbelasting, op die der
personeele belasting en andere daar-
foor vatbare rijksbelastingen, direct
laar het vermogen of inkomen gehe-
?en, hoofdelijke omslagen of andere
plaatselyke directe belastingen,. een
belasting op de honden, op tooneel-
vertooningeh en andere vermakelijk
heden, de reeliten, loonen en andere
gelden, bedoeld in art. 254 der wet."
En wat zegt nu dat art. 254?
-De aan het slot van art. 240 ver
melde rechten, loonen en gelden
worden tot geen hooger bedrag
geheven, dan noodig is te achten
„om den betaler naar evenredigheid
„van het gebruik of genot dat hij
„heeft in de kosten van aanleg, on
derhoud of verstrekking van het
.door hem gebruikte of genotene te
„doen dragen."
Alzoo vergoeding voor bewezen
dienstenKan daarvan ooit bij wiel
rijders sprake zyn Mag men in
gemoede oordeelen, dat de straten in
Haarlem zoo kostelijk geplaveid zijn
ten pleziere van en met het oog op
de wielrijders? Wie dat gelooft, heeft
geen flauw besef van de schokken
die Haarlems wielrijders ondergaan,
wanneer zy genoodzaakt zyn de stad
door te rijden. En zelfs ai zou men
meenen, dat de wielrijder betalen
moot voor het gebruik van de straten,
dan bestaat er geen enkel motief om
geen vergoeding voor straatslijtage
fe verlangen van allerlei hand-, duw
en kinderwagens, ja van de voetgan
gers zeiven.
De meeste wielrijders zijn personen,
wier financieele toestand de betaling
van een gulden of wat (meer dan f5
zou het toch zeker niet wezen) aan
de belasting niet onoverkomelijk doet
zyn. Zij hebben dan ook minder be
zwaar tegen de som, dan wel tegen
het beginsel van de belasting.
„Waarom," zoo vragen zij, „wordt
juist het rijwiel belast en niet de
piano, niet de publieke vermakelyk-
heid, niet de veeren op de dames
hoeden Gaat men uit van het be
ginsel dat een wielrijder over 't alge
meen zonder bezwaar een gulden of
wat kan missen, dan kan dit eveneons
gezegd worden' van de piano's, van
de vermakelijkheden eD de struis-
veeren. De reden waarom men niet
temin bij het zoeken naar een nieuwe
bron van inkomsten allereerst aan
een rijwielbolasting denkt, vindt zijn
grond in het feit, dat er bij een groot
deel van het publiek een soort van
verbittering tegen de rijwielen en de
wielrijders bestaat. Men zou hen, zoo
men kon, zoo graag eens deuken."
Is dit waar dan valt de onbillijk
heid van het motief in het oog. Veel
kwellender dan een wiel dat zich
beweegt, is een piano die blijft staan
waar ze staat en hij, die zich door
animositeit, zou laten leiden, moet
wanneer zijn bovenbewoner hem
hindert door heen en weer teloopen
met krakende laarzen aan er wel toe
komen om ook een belasting op
laarzen voor te stellen.
Een tweede vraag is of de belasting
gesteld al dat zij op billijke gronden
kon worden ingevoerd, in een ge
meente als Haarlem wel veel tot de
gemeentekas zou bijdragen.
De snelheid, waarmee ze zich be
wegen, het feit dat tientallen wiel
rijders des Zondags elk een. uurtje
een wiel hurenzoodat dus op
dien dag hetzelfde wiel door zes,
zeven of meer personen wordt
gebruikt, maken het zeer moeilijk
om zich een juist denkbeeld te vor
men van het aantal rijwielen, dat
hier in de belasting zou kunnen
worden aangeslagen. Sommigen spre
ken van duizenden, anderen noemen
dit overdreven maar schatten het
aantal op minstens 2000, wij voor
ons gelooven dat het met duizend
wel bekeken zal zijn.
Nemen wij nu fö.per wiel, wat
hoog is, dan is de bruto opbrengst
f5000.waarvan afgetrokken moet:
worden een niet onbelangrijk bedrag
voor de helfing en voor de niet gemak
kelijke controle. Als men dat nagaat
rijst de vraag of het do moeite
waard is om voor een paar duizend
gulden op oen budget van een mil-
lioen, de menschen Ie plagen met
een nieuwe belasting, waarvoor de
gronden tot heffing met inspanning
en moeite zouden moeten worden
gezocht. Dat de werkman voor zijn
oude kar van f20.waarde dan
evenveel zou moeten betalen als de
vermogende wielrijder met zijn ma
chine van f300.is een argument
tegen de belasting, dat we op den
koop toe geven.
Misschien zegt deze of gene:
.gij tracht een open deur te bestor
men, want B. en W. willen er immers
niet aan?"
't Is waar, maar men vergete niet,
dat een denkbeeld tot belastinghef
fing, eenmaal geopperd, niet licht
weer uit de gedachten gaat en dat
sobaarschte is te wijten aan de bui
tensporige beursoperaticü.
De minister verzocht ton slotte de
Kamer met hare werkzaamheden
spoed te maken ten einde zich te
eerder te kunnen bezighouden met
het belangrijke vraagstuk der be
lastinghervorming. Herhaalde toe
juichingen.
Daarna ging men over tot de be
handeling van het program van den
minister-president Badeni. Zeven-en-
twintig sprekers waren ingeschreven.
In naam der Duitscho linkerzijde
sprak in deze zitting de afgevaardig
de Kungbourg z^n goedkeuring uit
over het ministrieel program, dat
niet van een strydlustigen geest
tuigt. De Duitsche partij zal haar
onafhankelijke houding handhaven
en zal haar beslissingen doen afhan
gen van de handelingen der regeering.
In naam der jong-Tsjechen verzette
Herold z'"ch tegen het beginsel, ver
kondigd wat betreft de overheer-
schende rol der Duitsche bevolking
in Oostenryk. De jong-Tsjechen zullen
het toch per slot de leden van den i 'hun oppositie handhaven.
Raad, niet B. en W. zyn, die nieuwe
belastingen uitschrijven.
Poiitiek Overzicht.
In de fransche Kamer hield de
socialistische afgevaardigde Jaurès
Donderdag zijne aangekondigde in
terpellatie over de werkstaking te
Carmaux. Zooals wel te verwachten
was moest de regeering het bij hem
ontgeldeD, evenals den prefect van
Tam, die heftig werden aangevallen.
Hoden voortzetting van deze inter
pellatie.
Donderdag is in de oostenrijksohe
Kamer de financiëele toestand be
handeld. De Minister van financiën
lichtte in zijne rede de begrooting
toe en merkte op, dat zeer belang
rijke crediet-aanvragen worden tege-
moet gezien ten einde de bedragen I voor rekening van Duitschland,
der pensioenen te verhoogen. Indien Duitschland en België zullen te
de Kamer de noodige middelen toe- Parijs tegen een dergelijke beieedi-
staat zal de nieuwe regeling van de ging protesteeren. De Echo dc Parie
tractementen der staatsambtenaren zal niet meer door de belgische post
met den len Januari 1897 in werkingbezorgd worden,
kunnen treden. Toejuichingen. j In de mededeeling door de Porta
De groote uitgaven zullen een ver- aan de Turksohe bladen verstrekt,
meerdering van ontvangsten nood- kwam het woord „officieel" voor.
zakelijk maken. Indien de Kamer Daar deze mededeeling geenszins
daartoe haar steun verleent, zal de strookt met het geteekende protocol,
In naam der conservatieven aan
vaardde graaf Hohenwart het program
als de verklaring van een sterke
regeeriDg. Zyn partij wacht de daden
van het Kabinet met vertrouwen af.
Zalensky verklaarde dat de begin
selen der Polen bestaan in toewijdiDg
en dankbaarheid jegens den Keizer
en in den wil om medewerking te
verleenen tot alles wat strekken kan
tot meerdere grootheid van het rijk.
De christelijk-socialisten, de Slowe-
ncn en de Roetenen blijven een af
wachtende houding bewaren.
Een ernstig diplomatiek incident
wordt te gemoet gezien tusschen
Duitschland en België met Frankrijk,
en wel naar aanleiding van een artikel
in de Echo de Paris, het orgaan van
■den franscben minister van oorlog.
Daarin wordt de geheele duitsche
kolonie te Brussel en de belgische
politie van spionnage beschuldigd,
herziene inkomstenbelasting eveneens
den len Januari 1897 in werking
treden.
De minister betreurt het stelsel van
premiën op den uitvoer van suiker,
maar voorziet geen internationale
oplossing van deze quaestie.
De belasting op de beursoperatiën
is zonder bezwaar voor een sterke
verhooging vatbaar. Ook houdt de
regeering zich bezig met het onder
zoek van een belasting op handels-
beursoperatiën.
In een gedeelte der benoodigde
gelden zal voorzien worden door
verhooging van het tarief der staats
spoorwegen.
De sommen welke zich in de staats
kassen bevinden, zijn voor het groot
ste deel niet beschikbaar wegens de
voorschriften tot regeling van den
omloop van het papiergeld. De geld-
zyn de ambassadeurs der drie ver
bonden mogenheden samengekomen
en hebben geprotesteerd tegen het
woord „offioieel" in het communiqué,
dat de maatregelen, genomen ter ver
zekering van de invoering der hervor
mingen in Armenië, met stilzwijgen
voorbijgaat, hetgeen nieuwe moeilijk
heden teD gevolge zou kunnen hebben.
De toestand blyft nog steeds be
zwaarlijk. Na de Armeensche moei
lijkheden vreest men binnenlandsche,
want de Turken protesteeren tegen
den staat van minderwaardigheid
waarin hun regeering hen schijnt te
stellen. De aan de pers verstrekte
mededeeling welke de bedoelingen van
het gouvernement uiteenzet, is niet
juist geschikt om de gemoederen te
bedaren.
De engelsche bladen geven weer
alarmeerende telegrammen uit Kon-
stantinopel. Volgens den correspon
dent der Daily Chronicle zijn Zaterdag
100 en Zondag 39 softa's en andere
Turken gevangen genomen. Vele
softa's hebben hun paspoort gekregen
en zyn weggezonden zonder examen
te hebben mogen doen. Alle gevan
genen behooren tot de Jong-Turksche
partij. De aanvoerder dezer partij
Izzet Bey is ook volgens den
correspondent der Standard in het
paleis des sultans na eene foltering
bezweken.
De correspondent der Standard
heeft ook vernomen, dat 50 van de
gearresteerde Jong-Turken, na voor
den krijgsraad summier terecht ge
staan te hebben, gei-xecuteerd zyn
als medeplichtig aan do laatste ge
weldenarijen. Ook zouden de broers
van den sultan Moerad en Resjad
sedert Zaterdag in Jildiz Kiosk ge
vangen gehouden worden. In de Jong-
Turksche partij zou nu de schrik
geslagen zijn, maar het Armeensohe
hervormingsplan geldt nog als eene
komedie, eveneens het zoogenaamde
controle-comité, dal alleen zou kunnen
adviseeren.
Volgens de nota's, gewisseld tus-
soben Japan en Frankrijk, Fngeland
en Rusland, vermindert de Japansche
regeering de schadeloosstelling, voor
de ontruiming voor Liaoutong door
China te betalen, tót 30 millioen
taëls, welke zullen worden gestort
drie maanden na voldoening van de
oorlogsschatting- Japan erkent het
kanaal van Formosa als staande bui
ten zijn toezicht en verbindt zich
Formosa en de Pescadores aan geen
enkele mogendheid te zullen afstaan.
Een reohte lijn, getrokken door het
midden van het Basji-kanaal zal de
^paansche bezittingen (de Philippij-
nen) van den archipel van Formosa
scheiden.
Uit Rome wordt gemeld, dat ko
ning Menelik van Sohoa, ondanks de
eerste overwinning, door de Italiaan-
•3che troepen op Ras Mangascha's
benden behaald, blijft bij zijn voor
nemen, om zich met alle kracht tegen
de vestiging van Italië's oppergezag
in Abeseinië te verzetten.
Naar het heet, is de koning in
staat een leger van 100000 man on
der de wapenen te brerigen. Voor
eerst ecbijnt koning Menelik echter
niet van plan te zyn, tot den aanval
over te gaan, maar zal hij zich tot
een defensieve houding bepalen. Het
hoofdoorps van Menelik's leger is
te Magdala samengetrokken.
STADSNIEUWS
eerste en derde pizgina.
Haarlem, 25 Ootober.
Tot onderwijzen aan het instituut
van den heer E. J. Nijsen alhier is
benoemd de heer L. A. Drignij to
Wierdsn (0.(
Ned. Protestantenbond.
Donderdagavond te 8 uur werd in
„do Kroon" de eerste lozing van het
seizoen gehouden vanwege den Ned.
Protestantenbond afd. Haarlem. In
eene druk bezochte vergadering trad
op de heer dr. P. H. Ritter van Am
sterdam, hoofdredacteur van het
Nieuws van den Dagdie met eeDe
keurig bewerkte rede de vergaderden
een paar uurtjes aangenaam bezig
hield, sprekende over godsdienst en
godsdienstoefening.
Spreker maakte 0. m. duidelijk,
dat waar geen godsdienst in het hart
heerscht, geen moraliteit in het leven,
wordt gevonden, daar beide elkaar
begeleiden. Het zedelijk leven, losge
maakt van het godsdienstig leven
moet langzaam, na eenigen tijd, ster
ven. Godsdienstoefening is o.m. een
natuurlijke aanleg van den mensch
om zich te verheffen boven de din
gen der wereld. Door oefening van
den godsdienst is men in den loop
der eeuwen langzamerhand zich God
hooger gaan denken. Eerst aanbad
men een steen, daarna de zon en
eindelijk is door godsdienstoefening
Gods beeld gereien. Tegen eene gods
dienstoefening uit sleur of eene, die
opgaat in ceremoniën waarschuwde
spreker.
Hierna zette spr. uiteen dat gods
dienstoefening goed is en deed hare
groote waarde voor de opvoeding van
kinderen uitkomen.
Vervolgens schilderde spreker met
heldere kleuren af de wenscheljjkheid
en noodzakelijkheid van godsdienst
oefening, 1 door den mensch2 in
het huisgezin; 3 in de kerk. Hij drong
aan op het lezen in den bijbel, daar
men door lezen en herlezen daarvan
eerst diens onsterfelijke schoonheid
Een genie van een Shakespeare
zeide spr. is oneindig minder dan dat
van den apostel of van den profeet,
en somde op wat enkele hoofdstukken
uit den brief van Paulus aan de
Romeinen den mensch leeren.
Een goed woord in het huisgezin
te spreken onder het ontbijt achtte
spreker wenschelijk, doch hy betoogde
de noodzakelijkheid om dit te doen,
als ware het voor niemand bestemd.
Het kinderhart vangt dan dat woord
op en jaren later herinnert het zich dat,
en ontleent dan daaraan zyn gedrags
lijn, ook drong spr. er op aan, het
hart bij het gebed te hebben, daar
het anders een leugen is.
Hij spoorde voorts allen aan tot
een goregelden kerkgang, omdat an
ders het kerkgaau een vruchtelooze
taak is en sprak de wenschelrjkheid
uit van reeds op den Zaterdagavond
zich voor te bereiden voor den vol
genden dag. Ten laatste verhaalde hij
de beteekenis ran eene godsdienstoefe
ning in het huis de3 Heeren, waarde
een of andere broeder voor en met ons
spreekt, en eindigde met te zeggen, dat
waar men de godsdienstoefeningen na
laat, het inwendig en zedelijk leven
eerst kwijnt en daarna sterft.
Deze rede werd met veelaandachfc
aangehoord.
Naar wij vernemen behaalde de
heer Frans Huysser te O verveen op
de Intern, fot.-tentoonstelling uitge
schreven door „La Palette Cogna<?aise"
te Cognao voor zijne colleotie foto's
een bronzen medaille.
Zaterdag 26 October a.s. viert de
te Zandvoort bestaande bewaarschool,
opgericht uit liefdegiften, haar oOjarig
Naar het fransch
van
ETIENNE ENAULT.
HOOFDSTUK IIL
„Kwel je toch niet zoo spoedig daarover, ongedul-
!ige dat je bent. Camille is vastberadener dan men
,enkt en zal trouwer zijn aan hem dan hij meent. Ga
tem nu opzoeken Maxime en vertrouw op mij."
Zij sprak deze woorden uit met eene zekere fierheid,
!ie innerlijke kracht verraadde. Hare stem gewoonlijk
ets gedempt, klonk nu helder en duidelijk. Maxime
fas een oogenblik verstomd. Bewogen door eene plotse-
nge blijdschap wilde hij zich aan de voeten werpen
an Camille, toen zij hem waarschuwde, dat twee man
en het oude huis verlieten. Deze beide mannen waren
lamalee en Martin Scaër. Maxime naderde ben, boog
aor eerstgenoemde en begroette den ander slechts met
An bijna onmerkbaren hoofdknik.
„Wacht mij in den salon," zeide de vader van Ca
naille tot hem. „Ik kom onmiddellijk bij u."j
„Nog een paar woorden mijn waarde Bamalec en ik
laat u los," sprak Martin Scaër met een onaangenamen
glimlach.
De jonge man scheen niet bizonder getroffen door deze
gehuichelde welwillendheid. Haastig begaf hij zich naar
het huis.
Bamalec was een man van ruim vijftig jaar, bruin,
dik en kort gebouwd, met een roode gelaatskleur, het
hoold bijna op de schouders, kortom iemand die een
aanval van eon beroerte te duchten had. Hij droeg een
vest van grove kamelot, een jockeypet van versleten
fluweel en klompen. Martin Scaër vormde een volko
men contrast met hem. Hij had een lang, spits gelaat
en een krommen neus, die aan een roofvogel deed denken
Hij was bizonder lang en zijn bovenlijf had den vorm
van een kwartcirkel, door de gewoonte die by had aange
nomen om steeds te buigen. Een zwarte jas, een weinig
versloten maar zonder vlek, eene das, smetteloos wit en
een gouden bril vormden zijn staatsie-gewaad. Hij had
een zoetsappige trek op zijn gelaat en glimlachte spoe
dig, maar met een valschen grijns. Men voelde de sluw
heid achter al die beminnelijkheid. Zijn metgezel en hij
bleven staan voor het prieel waar Camille mee haar
naaiwerk bezig was, het hoofd over haar arbeid gebo
gen en droefgeestig gestemd. Toen Scaër het jonge
meisje opmerkte groette hij verscheidene malen diep
achter elkaar en toonde zijn beminnelijksten glimlaób.
„Steeds ijverig, waarde jonge dame," zeide hij. „Een
dichter zou u bij de nijvere bij vergelijken."
Camille waB ODeestaan en bleef in diehoudintr.koel en
en zwijgend.
„Laten wij u niet storen, jonge schoone," vervolgde
hij op denzelfden toon. „Ik moet tot mijn spijt afscheid
nemen van uw waarden vader en haastig naar Roscoff
terugkeeren, waar mijne zaken mij stellig met ongeduld
wachten. Ontvang mijne eerbiedige groeien tot af
scheid.
Hij boog opnieuw tot bijna op den grond, terwijl Ca
mille weer plaats nam na met een paar woorden op
deze overdreven beleefdheden te heboen geantwoord.
Bij den ingang van het landgoed maakte hij de bre-
tagnische ponnie los, die met den teugel aan een boom
tak was vastgebonden en strekte zijne lange, kromme
vingers naar Bamalec uit.
*Ga niet verder mee, goede vriend," zeide bij tot hem.
„Sta mij echter toe mijn voorstel nog eens met een
paar woorden te herhalenals ik met uwe dochter
trouw, dan schenk ik u de honderd duizend francs, die
ge mij schuldig zijt. Het geluk zulk een bekoorlijk
wezen tot vrouw te hebben is wel de moeite waard dat
ik zulk eene som opoffer. Lacht dit voorstel u toe
„Waarachtig I Ik ben bereid u tot schoonzoon aan te
nemen. Maar ik herhaal het u, ik voorzie een moeie-
lijkheid; Camille is Maxime genegen en ik vrees dat
zij met u niet wil trouwen. Wat wilt ge dan doen?"
„Helaas waarde vriend, dan zal ik mij in de nood
zakelijkheid bevinden het geleende geld van u op te
eischen. Ge begrijpt, zoodra het ophoudt een hartszaak
te zyn, wordt het een quaestie van eigen belang, en
„Dan zult ge toch ze&er den termijn wel vernieuwen
dunkt mij
_Ja. drommels, maar mïin waarde Bamalec dat Ia
reeds drie of vier maal g-beurd, zonder dat ik er u een
verwijt van heb gemaakt. Het is ander3 volstrekt niet
mijne gewoonte in geldzaken om zulke termijnen te
verlengen."
„Kom, als het noodig is zal ik je goeden borg aan-
wyzen. De borgstelling van Msxitne bijvoorbeeld. Het
zal stellig niet lang duren of hij is erfgenaam van zijn
oom geworden, zoo&ls u bekend is."
„Pardon, dat i3 mjj niet bekend. Men zegt integen
deel, dat de oude Tréhouart,die goede man, hel grootste
deel van zijne nalatenschap aan de armen en de
kerk zal nalateD. Welk een vroom man
Martin Scaër zeide dit op een zal venden, maar geheel
valschen toon. Bamalec doorzag hem, zijne lippen spra
ken onhoorbaar uit het woord
„Huichelaar 1"
Luid zeide hij
„Hoe het ook zij, mijne bezitting iB als waarborg voor
de som, die ik u schuldig ben ruimschoots voldoende.
De verbouwing, die ik heb laten aanbrengen, de ver
beteringen welke zijn gemaakt, hebben de waarde er
van zeer doen stijgen. Het landgoed wordt tegenwoordig
op driehonderd duizend francs geschat. Welk gevaar
loopt ge dus? is de rente ooit een dag, een uur, een
minuut te laat betaald?"
„Neen zeker niet, op dat punt zijt ge van eene voor-
beeldelooze stiptheid, maar
„Maar wat?"
„Voor mijne bankoperatiëa kan ik my niet met vyf
p-reent tevreden stellen, en waarde vriend tegen die
rente heb ik mijn geld bij u geplaatst."
-Ta Ia Kömlnr.o'"