Eerste Editie
liSPLiKBILJElTES
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
De stem van het geweten.
13e Jaargang
Donderdag 7 November 1895
No. 37S9
HAARLEM'S DAHBLAD
A_BOISri<TEIVlEIsrTSFI^IJ"S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het gehecle Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.37*/2
-A-ISNT-E^TZEZtSTTIIEllISr
i 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOIIN F. -JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montinartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: BI emendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, ibij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKES; ^paarndam, C. HaRTEXDORPj
Zandvoort, J. ZWEMMER; Velsen, L. VENUS; IJmuidenJ. „T. TJADEN; BevenoijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
BILJETTEN voor Veilingen en
•mbcstcdlngen, voor FecsteHJh-
eden, Concoursen etc Kan men
er Stoomdrukker^ van dit Blad
,i hoogst billijken pi,»» laten
rukken.
Alcuwste Lettersoorten. »poe-
llge aflevering.
De Directeur Uitgever
j. c.
OfELciëele Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
aarlem doen te weien, dat bij hunne
eschikking van 31 ,October jl. aan
i. Bosman vergunning is verleend
)t oprichting van eene slachterij in
et perceel aan de Spaarnwouder-
traat no. 48.
Haarlem4 Nov. 1895.
en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
de Secretaris',
C. M. RASCH.
Politiek Overaïcht.
De Fransche bladen bevatten wei-
ig bijzonders over het nieuwe Ka-
inet naar aanleiding van het eerste
ptreden in de Kamerzitting van
laandag. De bladen der gematigde
artijen zijn tamelijk ontstemd in
Jgenstelling natuurlijk met de radi
ale organen. Over het algemeen
'ordt het ministerie geen lang leven
legedacht Zelfs werd door een der
laden beweerd, dat het reeds Maan-
ag gevallen zou zijD, wanneer een
3 van het centrum den moed had
èhad eene interpellatie aan de re
dering in te dienen.
Morgen komt de fransohe Kamer
jeen om waarsohijnlijk een aan-
ing te maken met de behandeling
ia het wetsontwerp op de coneessie-
elasting.
De afgevaardigde Cuneo d'Ornano
beft echter zijn voornemen te ken
en gegeven, om een interpellatie
I te dienen ten einde eene verkla-
fag uit te lokken, hoe het radicale
ibinet denkt over de grondwetsher-
'pning.
Het doel dezer interpellatie is, ver-
Jeldheid te brengen tusschen het
iinisterie en de socialisten, want de
lohterzijde hoopt dat de heer Bour-
eois zich tegen eene herziening der
rondwet zal verklaren, waardoor
et ministerie terstond in twist zou
omen met de leden der uiterste
inkerzijde.
Het is echter niet waarschijnlijk,
it de heer Bourgeois zich op deze
yze door de monarchisten en Bo-
ipartisten zal laten vangen.
Tot voorzitter der fransche begroo-
tingsoommissie is in de [plaats van
den heer Lockroy gekozen de heer
Cochery.
De berichten uit Constantinopel
over den toestand in Tarkije, komende
uit diplomatieke bron, luiden niet
gunstiger en geven groote bezorgd
heid te kennen voor het aanstaande
voorjaar.
Rumenië is zijne volksvertegenwoor
diging kwijt. Dinsdag kwamen de
Kamer en Senaat byeen om het
koninklijk besluit betreffende hunne
ontbinding te hooren voorlezen.
De mededeeling der regeering was
zeer beknopt. Alleen werd daarin
gezegd, dat de ontbinding noodig
was wegens het optreden van een
nieuw ministerie. De algemeene ver
kiezingen zijn bepaald op 22 Novem
ber. De nieuwe Kamer zal den 7den
December bijeenkomen.
Door keizer Frans Jozef is een
decreet uitgevaardigd, waarbij kwijt
schelding van straf verleend wordt
aan al degenen, .die in Bobemen
wegens politieke misdrijven zyn ver
oordeeld. Ook worden de aanhangige
vervolgingen wegens delicten van
politieken aard opgeheven.
In een officieuse nota, gerioht tegen
de Belgisohe bladen, verklaart de
Norddeutsche AUgemeine Zéilung dat
Duitschland in de zaak Stokes niet
de Engelsche eischen ondersteunt,
maar Duitsche belangen behartigt
en dat het zijn rechtmatige aanspra
ken ook zal weten te doen gelden.
Dat de Kongo-Staat steun zoekt bij
Frankrijk is .best mogelijk, maar of
hij hem zal vinden, is een tweede.
Trouwens de Fransche pers is het met
de kranten van de gansche wereld
eens, dat de moord van Stokes moet
worden afgekeurd.
Aan het feestmaal ter eere van den
verjaardag van den Japanschen Kei
zer heeft de gezant te Berlijn, Aoki,
een redevoering gehouden. Hij zeide
daarin onder anderen„Op den
vriendsohappelijken raad van Duitsch
land Frankrijk en Rusland hebben
wij het schiereiland Liautong tegen
betaling van 30 millioen tael aan
China moeten teruggeven, ofschoon
wij eigenlijk met die drie mogendhe
den niets hebben uit te staan. China
heeft intusschea 8^ millioen pond
sterling, een vierde van de geheele
oorlogsschatting, aan onzen gezant
te Londen betaald. Dat is ons succes
in den laatsten oorlog, en aan de
oorzaak van dat succes moeten we
altoos denken: de invoering van de
beschaving. China hoewel door vreem
de mogendheden duchtig gekastijd,
heeft nooit begrepen dat het van het
buitenland wat kon leeren en goede
dingen overnemen. Wij werden voor
28 jaar tweemaal door de Engelsohen
verslagen: bij Sjimonoseki en bij Sat-
soemamaar daarom eisohte onze
verstandige Keizer dadelijk dat Euro-
peesohe beschaving werd ingevoerd,
dat we van het buitenland leerden
en het goede overnamen. Het is een
geluk voor ons kleine rijk dat het
zoo'n verstandigen Keizer heeft. Heil
u, Keizer 1"
STADSNIEUWS
Haarlem6 November.
Het bestuur van „Weldadigheid
naar Vermogen" deelt ons mede, dat,
ofschoon elke fpoging waardeerende
om werkeloozen aan werk te helpen,
de circulaire van de HaarlemBohe
Algemeene Dienstverrichting: „De
Zwaluw" buiten gemeenschappelijk
overleg met „Weldadigheid Daar Ver
mogen" is opgesteld en rondgezonden.
Naar wij vernemen heeft mevr.
douairière Schorer aanvaard de be
noeming als beschermvrouwe van
het „Haarlemsohe a Capolla koor,"
onder directie van den heer E. F.
Bruynsteen.
Noord-Zuid-Hollandsche Stoomtram
weg-Maatschappij HaarlemLeiden.
Opbrengst in Sept. 1894 en 1895
Reizigers in 1894 f7l04.31s, in 1895
ft7139.85s, voordeelig verschil f35.54.
Goederen in 1894 f 1379 21s, in 1895
f 1472.94, voordeelig verschil f93.72&.
Te zamen vervoer in 1894 f8483.53,
in 1895 f8612.79s voordeelig verschil
f129.26,.
Vorige maanden in 1894177022.71
in 1895 f79951.39ï# voordeelig verschil
f2928.683.
Vervoer sedert 1 Jan. in 1894,
185506.24, in 1895 f 88564.19, voor
deelig verschil f3057 95.
Diversen in 1894 f6310.23, in 1895
f6126 60, nadeelig verschil 1183 63.
Totale opbrengst in 1894 f 91816.47,
in 1895 1 94690.79, voordeelig verschil
12874.32.
Per dag kilometer in 1894 110.786
in 1895 f 11.124, voordeelig verschil
f 0.338.
BINNENLAND,
De Diamantbewerkers te
Amsterdam.
Het volgende manifest is te Am
sterdam verspreid:
Aan de Diamantbewerkers te
Amsterdam.
De Commissie van 24 leden, be
noemd ingevolge art. 15 van het con-
oept-bemiddelingscontract, kennis ge
nomen hebbende van de aanhangige
loonsgescbillen tusschen de heeren
Tabackspinder Loopuit, H. J. Ru-
delsheim en S. Monnikendam en
hunne resp. werknemers, overwegende
dat de bestaande loonen biy deze
werkgevers wijziging behoeven, heeft
besloten in hare zitting van Maandag
11 November de staking by genoemde
werkgevers op te heffen, onder be
paling dat onmiddellijk een sub
commissie uit haar midden zal worden
benoemd, met opdracht, binnen 8
dagen aan de commissie van 24 leden
gewijzigde loontarieven voor te
stellen voor de soorten diamant,
welke gemelde werkgevers doen be
werken.
Een kogelvrij pantser.
De heer L J. van Straten, te Am
sterdam, heeft, zooals reeds door ons
gemeld is, een kogelvrq pantser uit
gevonden, dat als schild op de borst
gedragen kan worden. In dien vorm
heeft het pantser een zwaarte van
4^ Kilo en een dikte van 3 c M.
Dinsdagmiddag werden in het „Paleis
voor Volksvlyt" proefnemingen daar
mee genomen.
De heer Van Straten bevestigde
het pantser met riemen op zijn borst
en ging in eenigszins voorover ge
bogen houding staan om den schok
van den kogel te kunnen weerstaan.
Op zes Meter afstand schout de be
kende schutter Redonnet met een
Amerikaansche karabyn (400 Meter
draagkracht) kogels van 12 mM. in
dit pantserzelfs eeamaal schoot hij
in het gaatje door den vorigen kogel
gemaakt.
De kogels worden geheel plat te
voorsohijn gehaald en hadden het
pantser volstrekt nietdoorboord. Voor
de geweren der infanterie, die 2000
Meter dragen, moet volgens den heer
Van Straten het pantser tweemaal
zoo zwaar worden gemaakt. Daar
dan het schild door de zwaarte niet
meer van practisch nut zou wezen,
heeft de uitvinder aan den min. van
oorlog verzocht om het pantser bij
gedekte stellingen voor tirailleurs
dienst te laten doen als borstwerin
gen, natuurlijk in vergrooten vorm.
Waaruit het schild is samengesteld,
weet men niet. dat is het geheim van
den uitvinder, het voelde eohter niet
aan of het uit een of ander metaal
bestaat.
Brand te Rotterdam.
Dinsdagavond omstreeks half zes
brak een zware brand uit in eene
fabriek aan de Oost-Kousdijk te Oud-
Delfshaven.
Nabij de Westzeedijk staan aldaar
3 aan elkaar gebouwde panden van
drie verdiepingen, gedeeltelyk vrij van
andere perceelen, terwijl zich achter
de betreffende perceelen een opslag
plaats van olie bevindt, die aan het
water grenst, de „Middenkous" ge
naamd, alwaar verscheidene zeesche
pen in reparatie of in bewaring liggen.
In een der perceelen, dienende tot
bergplaats van olievaten en vetwaren,
werd de brand ontdekt, die in weinige
oogenblikken een kolossalen omvang
aannam. Het oliepakhuis, behoorende
aan de firma B M. Schelling, stond
in lichte laaie, terwijl de olievaten
sprongen en de vlammen met hunne
vurige tongen 'de naast het brandende
perceel staande fabriek „Aurora",
Hollandsche fabriek van bacteriën-
vrije melkproducten, direoteur de heer
A. van Dorp, aanstaken. Hemelhoog
sloegen thans de .vlammen, vonken
met zich meejagenda, uit het flinke
fabrieksgebouw, dat aan alle zyden
in brand stond, terwyl van redding
geen sprake was.
De brandweer, die met alle macht
was aangerukt, moest zioh reeds
direct bepalen tot het werpen van
overvloedige massa's water op de
brandende fabrieksgebouwen en het
nathouden van een party ledige olie
vaten.
Nog steeds behield het vuur de
overhand, de brandende olie trok door
de gescheurde buitenmuren van het
oliepakhuis, liep over het water der
„Middenkous" en stak de houten
Italiaansche driemaster „Nipote", lig
gende in winterlading aan den Waal
dijk, in brand.
Dank zy het kranige optreden der
brandweer en de flinke commando's
die gegeven werden, stoomde een
drijvende stoombrandspuit naar de
plek des onheils. Intussohen stond
de boeg reeds in brand, de vlammen
gingen steeds hooger en staken ook
den voormast en een gedeelte van
het tuig in brand hier was het vuur
echter weldra geblusoht en daarop
richtten alle aanwezige stoombrand-
spuiten ten getale van 5 en een 10
tal handbrandspuiten hunne straalpij-
pen op de vuurmassa der fabrieks
gebouwen, die tegen acht uur al zoo
ver geminderd was, dat toen de
brand vrijwel onder de knie was.
Voortdurend stortte een gedeelte
der muren in, zonder persoonlijke
ongelukken te veroorzaken.
Zoowel het oliepakhuis als de fa
briek „Aurora" zijn geheel verwoest.
Vooral deze fabriek, die naar alle
eischen des tijds ingericht is en over
kostbare machinerieën beschikt, heeft
het moeten ontgelden. Van de tal-
looze flesschen melk met de bekende
beugelsluiting bleef natuurlijk niet een
gespaard.
De perceelen behooren aan de firma
H. de Hoog aan den Waaldijk en
zyn voldoende verzekerd bij de firma
Bicker Caarten Obreen aldaar en
enkele andere assuradeurs.
Verschillende autoriteiten waren
geruimen tijd ter plaatse.
Te 's Gravenhage is in den ouder
dom van 64 jaren overleden mr. I.
Telting, sedert 1875 raadsheer in den
Ho ogen Raad.
De overledene, vroeger advocaat
te Leeuwarden, behoorde tot de uit-
nemendste rechtsgeleerden van ons
land. Hij was ridder in de „Orde van
den Nederl. Leeuw".
Bij de opvoering van Carmen had
Maandagavond te Utrecht het vol
gende plaatsAls directeur trad dezen
avond de heer De la Fuente op, die
öf niet bekend met de gewoonte in
den schouwburg aldaar öf door een
bloot, vergeten, dadelijk met het
voorspel van het werk begon, zonder
het „Io vivat" te doen voorafgaan,
waarby de aanwezige studenten steeds
opstaan en er door een applaus voor
danken.
De jongelui, onaangenaam verrast
door dit plotseling breken met de tra
ditie, zongen nu zelf het heilige lied,
dat als contrapunt niet bepaald te
gebruiken is tegen de melodie van
Carmen's inleiding. Het was een caco-
phonie van belang. De heer de la
Fuente tikte zeer taotrijk zijn eigen
muziek af, gaf zijn manschappen
het sein om den studentenzang te
begeleiden, maar men kon den juis-
ten toon niet vinden. (Of de jongelui
ook een moeilijken toonaard weten te
kiezen Om een pleister op de wond
te leggen liet de dirigent toen nog eens
door het heele orkest het lied voor
dragen en hiermede was men vol
daan.
Maandagmiddag liep even vóór de
waohtpost van Abooude een kind op
de rails, toen de trein, die oen 12.45
uit Amsterdam (W.P.) vertrekt, in
volle vaart kwam aanrijden.
De vader van de kleine, een wis
selwachter, het gevaar ziende, waarin
zijn dochtertje verkeerde, snelde on
middellijk toe en had de voldoening
nog juist bijtijds het kind te grijpen.
Hij zelf kwam daarbij echter in aan
raking met de machine, waardoor hij
aan den arm vry ernstig werd ge
wond.
De treindiej Dinsdagochtend te
11 u. 57 min. te Nijkerk moest aan
komen, is ontspoord. Een bagage
wagen is omgevallen. Persoonlijke
ongelukken kwamen daarbij niet voor.
Met den mailtrein van 1146 van
Berlijn, waaraan een salon-rijtuig der
staatsspoorwegen was aangehaakt,
kwam te Vlissingen Dinsdag aan
koning Karei ,van Portugal met ge
volg, bestaande uit de heeren Teixeira
Penken, aide-de-oamp, kapitein comte
D'Arusso en luitenant Pluto Basto.
Aan den trein werd de Koning
verwelkomd door kolonel Carringtón,
lord Clarendon en den Portugeeschen
gezant van Londen. Deze waren door
koningin Viotoria gezonden en kwa
men Maandag met de dagmaiiboot
te Vlissingen aan en logeerden des
nachts aan boord van de Victoria
and Albert. Mede waren aan den
trein de Portugeesche consul-generaal
te Amsterdam, G. Rosenthal, de vice-
consul J. van Boven te Vlissingen
en de Britsche vice-consul P. L. de
Bruyno.
Z. M. begaf zioh door de vorstelijke
waohtkamer naar het jacht, dat ge
meerd lag aan de zuidelijke ponton.
Aan boord werd onmiddellijk de Por
tugeesche standaardvlag geheschen.
Het jacht vertrok Dinsdagmiddag
halfdrie naar Engeland.
Pers Overzicht:
De schooljeugd.
De Wekker sprekende over de bal
dadigheid der schooljeugd, herinnert
daarbij hoe vroeger de verhouding
van de onderwijzers geheel anders
was en „meester" vaak de raadsman
was zijner oud-scholieren.
Was de oude meester hoofd der
school, merkt het blad op, alleenheer-
scher op zyn gebied, nu weten zelfs
de leerlingen dat het hoofd der school
levende en doode hoofden boven zioh
heeft, dat de instructie, die dit gelast
en dat verbiedt, ook voor de hoofden
geschreven is.
Zijn instructie, het leerplan, de tafel
van werkzaamheden verbieden hem
soms aan billijke verzoeken te voldoen
waardoor het vertrouwen der ouders
dikwerf werd gewonnen; kon hij het
vroeger overleggen met zyn helpers,
de onderwyzers zyn zijn mede-ambte
naren, die hun instruotie volgen en
daaraan gehoorzamen; meer kan van
hen niet gevergd worden.
Alleen wordt de hulp van den
onderwijzer somtyds ingeroepen als
de ouders geen raad weten en dan
zou men liefst zien, dat de onderwij.
zer de functie van gevangenbewaar.
der en zoo noodig van beul op zie
Naar het fransch
van
ETIENNE ENAULT.
HOOFDSTUK V.
p
„Het is zonderling," zeide Camille nu tot Maxime,"
dat het zien van eene steile helling of een afgrond
ieeds zulk een indruk maakt op hem."
„Weet je niet welke verklaring mijn oom daarvan
11?»
„Ja, ik meen het mij nog te herinneren. Dit kind is,
blgens mijnheer Tréhouart, in een afgrond geworpen,
'nder het vallen zou hy zich aan eenige struiken heb-
5n kunnen vastklemmen, en daarna, door langs de
ïlling naar boven te klimmen, er in geslaagd zijn, den
rad te bereiken. Is het zoo niet?"
„Juist. Deze veronderstelling is meer dan waarschijn-
jk want Simplice is bewusteloos gevonden op den rand
sra de Dnivelekloof, den versohrikkeliiksten afgrond
hier in het gebergte. Zijne handen, zijn lichaam en ge
laat droegen de bloedige sporen van dezen wanhopigen
strijd tegen den dood."
„Sedert dat oogenblik ie hij zeker krankzinnig ge
worden
„Het is zeer waarschijnlijk dat zijne hersenB door den
schok gekrenkt zijn. In ieder geval heeft hij zelfs in
zijn toestand van [waanzin zijn inBtinctmatigen angst
voor alles wat diep is overgehouden."
„Dat is te begrijpen. Maar vertel mij eene, denk je,
dat het aan Simplice overkomen ongeluk het gevolg is
van eene misdaad?"
„Mijn oom was er van overtuigd zonder er de bewij
zen van te bezitten. Twaalf jaar geleden, op het tijd
stip van het ongeluk, werd deze omtrek onveilig gemaakt
door eene bende struikroovers. Het is zeer goed moge
lijk dat deze schavuiten het kind ontmoet en het heb
ben willen dooden."
„Dat ia afschuwelijk
„En door een wonder is Simplice gespaard geble
ven."
„Goddank I Heelt je oom nooit geweten, wie hij
was
„Neen, nooit."
„Heeft hij nooit eenig spoor kunnen vinden betreffen
de zijne afkomst?"
„Geen enkel. Men had hem van zijne kleeren beroofd;
er was niets te vinden, wat tot de ontdekking van
zijne familie had kunnen leiden. Onderzoekingen zijn hier
over gedaan maar 't is een onopgelost geheim gebleven".
„Dat is toch wel zonderling."
„Br was echter ééne bizonderheid, wel geschikt om
tot eene ontdekking te voeren."
„Welke?"
„Als Simplice ijlde, sprak hij zoowel engelsch als
fransch."
„Ik herinner mij dat uw oom dat eens aan mijn v;i-
der heeft verteld. Hij maakte daaruit op, dat zijn be
schermeling, hoe jong hij ook nog wa=, eene goede
opvoeding had genoten, en dat hij ongetwijfeld tot eene
goede familie behoorde."
„In ieder geval is hij nooit door een vader of moeder
opgeëischt en wees gebleven."
„Eene wees toch niet, want hij was het kind van
mijnheer Tréhouart."
„Dat is waarmijn oom hield veel van hem."
„Welnu, wij zullen ook van hem houden, nietwaar,
en trachten den ouden man in dat opzicht te vervan
gen. Wij zullen hem als een zoon behandelen."
„Uitstekend Camille."
Terwijl Maxime deze woorden sprak, werden zij door
iemand aangesproken. Aan den diepen groet, die hij
maakte door zich te krommen als een halven hoepel,
waarbij zijn neus een nog meer gebogen vorm aannam
dan gewoonlijk, aan zijn van hem onafscheidelijke gou
den bril herkende men in hem spoedig, als men hem
tenminste eens gezien had, den beminnelijken Martin
Scaër.
Hoewel bedrogen in zijne hoop de hand van Camille
te verwerven, had hij gemeend Bamalec niet den rug
te moeten toekeer en en had hij de uitnoodiging aange
nomen om bij het teekenen van het huwelijkscontract
tegenwoordig te zijn.
„Ik ben hi.
erheen komen loopen," zeide hii, „om u te
waarschuwen dat er niet langer zal gewacht worden.
Men heeft mij opgedragen u naar „les Ravines" terug
te geleiden. De notaris is gereed, de gasten zijn in de
saloD. Laten wij ons dus haa-ten."
Hij wilde Camille zijn arm aanbieden, maar zij stak
haustig den hare door dien van Maxime en antwoordde
koel
„Wij volgen u mijnheer."
„Uitstekend," antwoordde Scaër, zonder zich uit het
veld te laten slaan, „dan ga ik vooruit om uwe komst
aan te kondigen."
„Doe ons dat genoegen," zeide Maxime, met een
zweem van ironie in zijn toon.
De beide verloofden konden het den beminnelijken
man niet vergeven, dat hij getracht had zich tusschen
hunne verbintenis te stellen en voor een oogenblik hen
had doen vreezen, dat hun hoop niet verwezenlijkt zou
worden.
Hij groette nogmaals, glimlachte gedwongen en de
wandeling begon. Nauwelijks had hij zich eenige schre
den van hen verwijderd, of hij beet zich op de lippen
en sprak morrend eene bedreiging uit.
„Die onbeechaamden zeide hy. „O, als er eens
eene goede gelegenheid komt, dat ik mij op hen kan
wreken, dan zal ik die niet laten ontsnappen, dat
zweer ik I"
Camille riep Simplice.
„Wij keeren naar „les Ravines" terug," zeide zij tot
hem. „Ga je niet met ons mee
De idioot keek in de verte den weg op en stond
daarna zuchtend op.
„De kleine fee is laat," «eide Maxime, ingaande op