Eerste Editie liSPLiKBILJElTES NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON. De stem van het geweten. 13e Jaargang Donderdag 7 November 1895 No. 37S9 HAARLEM'S DAHBLAD A_BOISri<TEIVlEIsrTSFI^IJ"S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het gehecle Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.37*/2 -A-ISNT-E^TZEZtSTTIIEllISr i 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOIIN F. -JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montinartre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: BI emendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, ibij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKES; ^paarndam, C. HaRTEXDORPj Zandvoort, J. ZWEMMER; Velsen, L. VENUS; IJmuidenJ. „T. TJADEN; BevenoijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. BILJETTEN voor Veilingen en •mbcstcdlngen, voor FecsteHJh- eden, Concoursen etc Kan men er Stoomdrukker^ van dit Blad ,i hoogst billijken pi,»» laten rukken. Alcuwste Lettersoorten. »poe- llge aflevering. De Directeur Uitgever j. c. OfELciëele Berichten. Burgemeester en Wethouders van aarlem doen te weien, dat bij hunne eschikking van 31 ,October jl. aan i. Bosman vergunning is verleend )t oprichting van eene slachterij in et perceel aan de Spaarnwouder- traat no. 48. Haarlem4 Nov. 1895. en Wethouders voornoemd BOREEL. de Secretaris', C. M. RASCH. Politiek Overaïcht. De Fransche bladen bevatten wei- ig bijzonders over het nieuwe Ka- inet naar aanleiding van het eerste ptreden in de Kamerzitting van laandag. De bladen der gematigde artijen zijn tamelijk ontstemd in Jgenstelling natuurlijk met de radi ale organen. Over het algemeen 'ordt het ministerie geen lang leven legedacht Zelfs werd door een der laden beweerd, dat het reeds Maan- ag gevallen zou zijD, wanneer een 3 van het centrum den moed had èhad eene interpellatie aan de re dering in te dienen. Morgen komt de fransohe Kamer jeen om waarsohijnlijk een aan- ing te maken met de behandeling ia het wetsontwerp op de coneessie- elasting. De afgevaardigde Cuneo d'Ornano beft echter zijn voornemen te ken en gegeven, om een interpellatie I te dienen ten einde eene verkla- fag uit te lokken, hoe het radicale ibinet denkt over de grondwetsher- 'pning. Het doel dezer interpellatie is, ver- Jeldheid te brengen tusschen het iinisterie en de socialisten, want de lohterzijde hoopt dat de heer Bour- eois zich tegen eene herziening der rondwet zal verklaren, waardoor et ministerie terstond in twist zou omen met de leden der uiterste inkerzijde. Het is echter niet waarschijnlijk, it de heer Bourgeois zich op deze yze door de monarchisten en Bo- ipartisten zal laten vangen. Tot voorzitter der fransche begroo- tingsoommissie is in de [plaats van den heer Lockroy gekozen de heer Cochery. De berichten uit Constantinopel over den toestand in Tarkije, komende uit diplomatieke bron, luiden niet gunstiger en geven groote bezorgd heid te kennen voor het aanstaande voorjaar. Rumenië is zijne volksvertegenwoor diging kwijt. Dinsdag kwamen de Kamer en Senaat byeen om het koninklijk besluit betreffende hunne ontbinding te hooren voorlezen. De mededeeling der regeering was zeer beknopt. Alleen werd daarin gezegd, dat de ontbinding noodig was wegens het optreden van een nieuw ministerie. De algemeene ver kiezingen zijn bepaald op 22 Novem ber. De nieuwe Kamer zal den 7den December bijeenkomen. Door keizer Frans Jozef is een decreet uitgevaardigd, waarbij kwijt schelding van straf verleend wordt aan al degenen, .die in Bobemen wegens politieke misdrijven zyn ver oordeeld. Ook worden de aanhangige vervolgingen wegens delicten van politieken aard opgeheven. In een officieuse nota, gerioht tegen de Belgisohe bladen, verklaart de Norddeutsche AUgemeine Zéilung dat Duitschland in de zaak Stokes niet de Engelsche eischen ondersteunt, maar Duitsche belangen behartigt en dat het zijn rechtmatige aanspra ken ook zal weten te doen gelden. Dat de Kongo-Staat steun zoekt bij Frankrijk is .best mogelijk, maar of hij hem zal vinden, is een tweede. Trouwens de Fransche pers is het met de kranten van de gansche wereld eens, dat de moord van Stokes moet worden afgekeurd. Aan het feestmaal ter eere van den verjaardag van den Japanschen Kei zer heeft de gezant te Berlijn, Aoki, een redevoering gehouden. Hij zeide daarin onder anderen„Op den vriendsohappelijken raad van Duitsch land Frankrijk en Rusland hebben wij het schiereiland Liautong tegen betaling van 30 millioen tael aan China moeten teruggeven, ofschoon wij eigenlijk met die drie mogendhe den niets hebben uit te staan. China heeft intusschea 8^ millioen pond sterling, een vierde van de geheele oorlogsschatting, aan onzen gezant te Londen betaald. Dat is ons succes in den laatsten oorlog, en aan de oorzaak van dat succes moeten we altoos denken: de invoering van de beschaving. China hoewel door vreem de mogendheden duchtig gekastijd, heeft nooit begrepen dat het van het buitenland wat kon leeren en goede dingen overnemen. Wij werden voor 28 jaar tweemaal door de Engelsohen verslagen: bij Sjimonoseki en bij Sat- soemamaar daarom eisohte onze verstandige Keizer dadelijk dat Euro- peesohe beschaving werd ingevoerd, dat we van het buitenland leerden en het goede overnamen. Het is een geluk voor ons kleine rijk dat het zoo'n verstandigen Keizer heeft. Heil u, Keizer 1" STADSNIEUWS Haarlem6 November. Het bestuur van „Weldadigheid naar Vermogen" deelt ons mede, dat, ofschoon elke fpoging waardeerende om werkeloozen aan werk te helpen, de circulaire van de HaarlemBohe Algemeene Dienstverrichting: „De Zwaluw" buiten gemeenschappelijk overleg met „Weldadigheid Daar Ver mogen" is opgesteld en rondgezonden. Naar wij vernemen heeft mevr. douairière Schorer aanvaard de be noeming als beschermvrouwe van het „Haarlemsohe a Capolla koor," onder directie van den heer E. F. Bruynsteen. Noord-Zuid-Hollandsche Stoomtram weg-Maatschappij HaarlemLeiden. Opbrengst in Sept. 1894 en 1895 Reizigers in 1894 f7l04.31s, in 1895 ft7139.85s, voordeelig verschil f35.54. Goederen in 1894 f 1379 21s, in 1895 f 1472.94, voordeelig verschil f93.72&. Te zamen vervoer in 1894 f8483.53, in 1895 f8612.79s voordeelig verschil f129.26,. Vorige maanden in 1894177022.71 in 1895 f79951.39ï# voordeelig verschil f2928.683. Vervoer sedert 1 Jan. in 1894, 185506.24, in 1895 f 88564.19, voor deelig verschil f3057 95. Diversen in 1894 f6310.23, in 1895 f6126 60, nadeelig verschil 1183 63. Totale opbrengst in 1894 f 91816.47, in 1895 1 94690.79, voordeelig verschil 12874.32. Per dag kilometer in 1894 110.786 in 1895 f 11.124, voordeelig verschil f 0.338. BINNENLAND, De Diamantbewerkers te Amsterdam. Het volgende manifest is te Am sterdam verspreid: Aan de Diamantbewerkers te Amsterdam. De Commissie van 24 leden, be noemd ingevolge art. 15 van het con- oept-bemiddelingscontract, kennis ge nomen hebbende van de aanhangige loonsgescbillen tusschen de heeren Tabackspinder Loopuit, H. J. Ru- delsheim en S. Monnikendam en hunne resp. werknemers, overwegende dat de bestaande loonen biy deze werkgevers wijziging behoeven, heeft besloten in hare zitting van Maandag 11 November de staking by genoemde werkgevers op te heffen, onder be paling dat onmiddellijk een sub commissie uit haar midden zal worden benoemd, met opdracht, binnen 8 dagen aan de commissie van 24 leden gewijzigde loontarieven voor te stellen voor de soorten diamant, welke gemelde werkgevers doen be werken. Een kogelvrij pantser. De heer L J. van Straten, te Am sterdam, heeft, zooals reeds door ons gemeld is, een kogelvrq pantser uit gevonden, dat als schild op de borst gedragen kan worden. In dien vorm heeft het pantser een zwaarte van 4^ Kilo en een dikte van 3 c M. Dinsdagmiddag werden in het „Paleis voor Volksvlyt" proefnemingen daar mee genomen. De heer Van Straten bevestigde het pantser met riemen op zijn borst en ging in eenigszins voorover ge bogen houding staan om den schok van den kogel te kunnen weerstaan. Op zes Meter afstand schout de be kende schutter Redonnet met een Amerikaansche karabyn (400 Meter draagkracht) kogels van 12 mM. in dit pantserzelfs eeamaal schoot hij in het gaatje door den vorigen kogel gemaakt. De kogels worden geheel plat te voorsohijn gehaald en hadden het pantser volstrekt nietdoorboord. Voor de geweren der infanterie, die 2000 Meter dragen, moet volgens den heer Van Straten het pantser tweemaal zoo zwaar worden gemaakt. Daar dan het schild door de zwaarte niet meer van practisch nut zou wezen, heeft de uitvinder aan den min. van oorlog verzocht om het pantser bij gedekte stellingen voor tirailleurs dienst te laten doen als borstwerin gen, natuurlijk in vergrooten vorm. Waaruit het schild is samengesteld, weet men niet. dat is het geheim van den uitvinder, het voelde eohter niet aan of het uit een of ander metaal bestaat. Brand te Rotterdam. Dinsdagavond omstreeks half zes brak een zware brand uit in eene fabriek aan de Oost-Kousdijk te Oud- Delfshaven. Nabij de Westzeedijk staan aldaar 3 aan elkaar gebouwde panden van drie verdiepingen, gedeeltelyk vrij van andere perceelen, terwijl zich achter de betreffende perceelen een opslag plaats van olie bevindt, die aan het water grenst, de „Middenkous" ge naamd, alwaar verscheidene zeesche pen in reparatie of in bewaring liggen. In een der perceelen, dienende tot bergplaats van olievaten en vetwaren, werd de brand ontdekt, die in weinige oogenblikken een kolossalen omvang aannam. Het oliepakhuis, behoorende aan de firma B M. Schelling, stond in lichte laaie, terwijl de olievaten sprongen en de vlammen met hunne vurige tongen 'de naast het brandende perceel staande fabriek „Aurora", Hollandsche fabriek van bacteriën- vrije melkproducten, direoteur de heer A. van Dorp, aanstaken. Hemelhoog sloegen thans de .vlammen, vonken met zich meejagenda, uit het flinke fabrieksgebouw, dat aan alle zyden in brand stond, terwyl van redding geen sprake was. De brandweer, die met alle macht was aangerukt, moest zioh reeds direct bepalen tot het werpen van overvloedige massa's water op de brandende fabrieksgebouwen en het nathouden van een party ledige olie vaten. Nog steeds behield het vuur de overhand, de brandende olie trok door de gescheurde buitenmuren van het oliepakhuis, liep over het water der „Middenkous" en stak de houten Italiaansche driemaster „Nipote", lig gende in winterlading aan den Waal dijk, in brand. Dank zy het kranige optreden der brandweer en de flinke commando's die gegeven werden, stoomde een drijvende stoombrandspuit naar de plek des onheils. Intussohen stond de boeg reeds in brand, de vlammen gingen steeds hooger en staken ook den voormast en een gedeelte van het tuig in brand hier was het vuur echter weldra geblusoht en daarop richtten alle aanwezige stoombrand- spuiten ten getale van 5 en een 10 tal handbrandspuiten hunne straalpij- pen op de vuurmassa der fabrieks gebouwen, die tegen acht uur al zoo ver geminderd was, dat toen de brand vrijwel onder de knie was. Voortdurend stortte een gedeelte der muren in, zonder persoonlijke ongelukken te veroorzaken. Zoowel het oliepakhuis als de fa briek „Aurora" zijn geheel verwoest. Vooral deze fabriek, die naar alle eischen des tijds ingericht is en over kostbare machinerieën beschikt, heeft het moeten ontgelden. Van de tal- looze flesschen melk met de bekende beugelsluiting bleef natuurlijk niet een gespaard. De perceelen behooren aan de firma H. de Hoog aan den Waaldijk en zyn voldoende verzekerd bij de firma Bicker Caarten Obreen aldaar en enkele andere assuradeurs. Verschillende autoriteiten waren geruimen tijd ter plaatse. Te 's Gravenhage is in den ouder dom van 64 jaren overleden mr. I. Telting, sedert 1875 raadsheer in den Ho ogen Raad. De overledene, vroeger advocaat te Leeuwarden, behoorde tot de uit- nemendste rechtsgeleerden van ons land. Hij was ridder in de „Orde van den Nederl. Leeuw". Bij de opvoering van Carmen had Maandagavond te Utrecht het vol gende plaatsAls directeur trad dezen avond de heer De la Fuente op, die öf niet bekend met de gewoonte in den schouwburg aldaar öf door een bloot, vergeten, dadelijk met het voorspel van het werk begon, zonder het „Io vivat" te doen voorafgaan, waarby de aanwezige studenten steeds opstaan en er door een applaus voor danken. De jongelui, onaangenaam verrast door dit plotseling breken met de tra ditie, zongen nu zelf het heilige lied, dat als contrapunt niet bepaald te gebruiken is tegen de melodie van Carmen's inleiding. Het was een caco- phonie van belang. De heer de la Fuente tikte zeer taotrijk zijn eigen muziek af, gaf zijn manschappen het sein om den studentenzang te begeleiden, maar men kon den juis- ten toon niet vinden. (Of de jongelui ook een moeilijken toonaard weten te kiezen Om een pleister op de wond te leggen liet de dirigent toen nog eens door het heele orkest het lied voor dragen en hiermede was men vol daan. Maandagmiddag liep even vóór de waohtpost van Abooude een kind op de rails, toen de trein, die oen 12.45 uit Amsterdam (W.P.) vertrekt, in volle vaart kwam aanrijden. De vader van de kleine, een wis selwachter, het gevaar ziende, waarin zijn dochtertje verkeerde, snelde on middellijk toe en had de voldoening nog juist bijtijds het kind te grijpen. Hij zelf kwam daarbij echter in aan raking met de machine, waardoor hij aan den arm vry ernstig werd ge wond. De treindiej Dinsdagochtend te 11 u. 57 min. te Nijkerk moest aan komen, is ontspoord. Een bagage wagen is omgevallen. Persoonlijke ongelukken kwamen daarbij niet voor. Met den mailtrein van 1146 van Berlijn, waaraan een salon-rijtuig der staatsspoorwegen was aangehaakt, kwam te Vlissingen Dinsdag aan koning Karei ,van Portugal met ge volg, bestaande uit de heeren Teixeira Penken, aide-de-oamp, kapitein comte D'Arusso en luitenant Pluto Basto. Aan den trein werd de Koning verwelkomd door kolonel Carringtón, lord Clarendon en den Portugeeschen gezant van Londen. Deze waren door koningin Viotoria gezonden en kwa men Maandag met de dagmaiiboot te Vlissingen aan en logeerden des nachts aan boord van de Victoria and Albert. Mede waren aan den trein de Portugeesche consul-generaal te Amsterdam, G. Rosenthal, de vice- consul J. van Boven te Vlissingen en de Britsche vice-consul P. L. de Bruyno. Z. M. begaf zioh door de vorstelijke waohtkamer naar het jacht, dat ge meerd lag aan de zuidelijke ponton. Aan boord werd onmiddellijk de Por tugeesche standaardvlag geheschen. Het jacht vertrok Dinsdagmiddag halfdrie naar Engeland. Pers Overzicht: De schooljeugd. De Wekker sprekende over de bal dadigheid der schooljeugd, herinnert daarbij hoe vroeger de verhouding van de onderwijzers geheel anders was en „meester" vaak de raadsman was zijner oud-scholieren. Was de oude meester hoofd der school, merkt het blad op, alleenheer- scher op zyn gebied, nu weten zelfs de leerlingen dat het hoofd der school levende en doode hoofden boven zioh heeft, dat de instructie, die dit gelast en dat verbiedt, ook voor de hoofden geschreven is. Zijn instructie, het leerplan, de tafel van werkzaamheden verbieden hem soms aan billijke verzoeken te voldoen waardoor het vertrouwen der ouders dikwerf werd gewonnen; kon hij het vroeger overleggen met zyn helpers, de onderwyzers zyn zijn mede-ambte naren, die hun instruotie volgen en daaraan gehoorzamen; meer kan van hen niet gevergd worden. Alleen wordt de hulp van den onderwijzer somtyds ingeroepen als de ouders geen raad weten en dan zou men liefst zien, dat de onderwij. zer de functie van gevangenbewaar. der en zoo noodig van beul op zie Naar het fransch van ETIENNE ENAULT. HOOFDSTUK V. p „Het is zonderling," zeide Camille nu tot Maxime," dat het zien van eene steile helling of een afgrond ieeds zulk een indruk maakt op hem." „Weet je niet welke verklaring mijn oom daarvan 11?» „Ja, ik meen het mij nog te herinneren. Dit kind is, blgens mijnheer Tréhouart, in een afgrond geworpen, 'nder het vallen zou hy zich aan eenige struiken heb- 5n kunnen vastklemmen, en daarna, door langs de ïlling naar boven te klimmen, er in geslaagd zijn, den rad te bereiken. Is het zoo niet?" „Juist. Deze veronderstelling is meer dan waarschijn- jk want Simplice is bewusteloos gevonden op den rand sra de Dnivelekloof, den versohrikkeliiksten afgrond hier in het gebergte. Zijne handen, zijn lichaam en ge laat droegen de bloedige sporen van dezen wanhopigen strijd tegen den dood." „Sedert dat oogenblik ie hij zeker krankzinnig ge worden „Het is zeer waarschijnlijk dat zijne hersenB door den schok gekrenkt zijn. In ieder geval heeft hij zelfs in zijn toestand van [waanzin zijn inBtinctmatigen angst voor alles wat diep is overgehouden." „Dat is te begrijpen. Maar vertel mij eene, denk je, dat het aan Simplice overkomen ongeluk het gevolg is van eene misdaad?" „Mijn oom was er van overtuigd zonder er de bewij zen van te bezitten. Twaalf jaar geleden, op het tijd stip van het ongeluk, werd deze omtrek onveilig gemaakt door eene bende struikroovers. Het is zeer goed moge lijk dat deze schavuiten het kind ontmoet en het heb ben willen dooden." „Dat ia afschuwelijk „En door een wonder is Simplice gespaard geble ven." „Goddank I Heelt je oom nooit geweten, wie hij was „Neen, nooit." „Heeft hij nooit eenig spoor kunnen vinden betreffen de zijne afkomst?" „Geen enkel. Men had hem van zijne kleeren beroofd; er was niets te vinden, wat tot de ontdekking van zijne familie had kunnen leiden. Onderzoekingen zijn hier over gedaan maar 't is een onopgelost geheim gebleven". „Dat is toch wel zonderling." „Br was echter ééne bizonderheid, wel geschikt om tot eene ontdekking te voeren." „Welke?" „Als Simplice ijlde, sprak hij zoowel engelsch als fransch." „Ik herinner mij dat uw oom dat eens aan mijn v;i- der heeft verteld. Hij maakte daaruit op, dat zijn be schermeling, hoe jong hij ook nog wa=, eene goede opvoeding had genoten, en dat hij ongetwijfeld tot eene goede familie behoorde." „In ieder geval is hij nooit door een vader of moeder opgeëischt en wees gebleven." „Eene wees toch niet, want hij was het kind van mijnheer Tréhouart." „Dat is waarmijn oom hield veel van hem." „Welnu, wij zullen ook van hem houden, nietwaar, en trachten den ouden man in dat opzicht te vervan gen. Wij zullen hem als een zoon behandelen." „Uitstekend Camille." Terwijl Maxime deze woorden sprak, werden zij door iemand aangesproken. Aan den diepen groet, die hij maakte door zich te krommen als een halven hoepel, waarbij zijn neus een nog meer gebogen vorm aannam dan gewoonlijk, aan zijn van hem onafscheidelijke gou den bril herkende men in hem spoedig, als men hem tenminste eens gezien had, den beminnelijken Martin Scaër. Hoewel bedrogen in zijne hoop de hand van Camille te verwerven, had hij gemeend Bamalec niet den rug te moeten toekeer en en had hij de uitnoodiging aange nomen om bij het teekenen van het huwelijkscontract tegenwoordig te zijn. „Ik ben hi. erheen komen loopen," zeide hii, „om u te waarschuwen dat er niet langer zal gewacht worden. Men heeft mij opgedragen u naar „les Ravines" terug te geleiden. De notaris is gereed, de gasten zijn in de saloD. Laten wij ons dus haa-ten." Hij wilde Camille zijn arm aanbieden, maar zij stak haustig den hare door dien van Maxime en antwoordde koel „Wij volgen u mijnheer." „Uitstekend," antwoordde Scaër, zonder zich uit het veld te laten slaan, „dan ga ik vooruit om uwe komst aan te kondigen." „Doe ons dat genoegen," zeide Maxime, met een zweem van ironie in zijn toon. De beide verloofden konden het den beminnelijken man niet vergeven, dat hij getracht had zich tusschen hunne verbintenis te stellen en voor een oogenblik hen had doen vreezen, dat hun hoop niet verwezenlijkt zou worden. Hij groette nogmaals, glimlachte gedwongen en de wandeling begon. Nauwelijks had hij zich eenige schre den van hen verwijderd, of hij beet zich op de lippen en sprak morrend eene bedreiging uit. „Die onbeechaamden zeide hy. „O, als er eens eene goede gelegenheid komt, dat ik mij op hen kan wreken, dan zal ik die niet laten ontsnappen, dat zweer ik I" Camille riep Simplice. „Wij keeren naar „les Ravines" terug," zeide zij tot hem. „Ga je niet met ons mee De idioot keek in de verte den weg op en stond daarna zuchtend op. „De kleine fee is laat," «eide Maxime, ingaande op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1