Blijkens dezen staat kwamen van'recht verkrijgen, om in treinen zon-
mond- en klauwzeer in het geheele der 3e klasse, in de 2e klasse te
Rijk voor 14 gevallen bq het vee van reizen.
3 eigenaars. Voor kwaden droes zijn Op het Belgisch gedeelte der lijn
deze cijfers respectievelijk 3 en 2; EindhovenLuik, zijn echter de van
voor schurft 99 en 12; voor varkens- 1 December uit te geven abonnements
ziekte 172 en 101; voor miltvuur 21 kaarten n:et meer geldig,
en 23voor kwaadaardig klauwzeer
bq alle dieren 73 en 8.
Mond- en klauwzeer werd alleen
geconstateerd in Zuid-Holland, Noord
Holland en Limburg.
Nu in het buitenland vele munt
speciën buiten omloop zqn ver
klaard, traoht men deze stukken in
ons land voor gangbaar geld uit te
geven; men kan dus niet te voor
zichlig wezen bij het in ontvangst
nemen van vreemde munt. Het zijn
vooral de frank- en vijffrank-stukken,
die in België niet meer gangbaar zijn
en slechts waarde hebben als oud
zilver. In Noord-Brabant zijn reeds
veleD daarvan de dupe geworden.
Te Breda is er de aandacht der
justitie reeds op gevestigd.
Het nut van een hooikist.
In Ons Weekblad, dat onder redactie
van mej. "W. J. van Gogh, met mede
werking van de dames E. C. Knap
pert, M. A. S. Meyboom, S. G. F.
Meyboom, Andine en anderen ver
schijnt, en dat zioh voorstelt hoofdza
kelijk het orgaan te worden van haar
die zioh aan Toynbee-arbeid onder
dienstmeisjes en fabrieksmeisjes wij
den, komt het volgende voor
ln Denemarken wordt bij het koken
veel gebruik gemaakt van een zoo-
naamde „hooikist". Dit is een houten
kist, vast met hooi gevuld, waar in
't midden een plaais opengelaten
daar een pan juist in past. Om het
hooi op zijn plaats te houden, kan
men er een stuk zaklinnen over
spannen, met een gat voor de pan in
het midden. De deksel is van binnen
eveneens met dit linnen bespannen,
waaronder zioh ook weer een dikke
laag hooi bevindt. De deksel moet
zoo goed sluiten, dat de pan volko
men van de lucht afgesloten wordt,
en de hooilaag, die de pan omgeeft,
moet zóo dik zqn, dat men, als de
pan er in staat, geen de minste
warmte buiten aan den wand van de
kist voelt. Nu gaat men in Dene
marken aldus te werk Men brengt
het eten even aan de kook op for-
ou's of petroleumtoestel en plaatst
de pan dan dadelijk in de hooikist.
(Het beste is dus dat deze vlak staat
naast de kachel of het toestel, waar
op het eten aan den kook gebracht
is) Daarna wordt de k'st vlug ge
sloten. Doet men ze na 2 of 3 uur
weer open, zoo zal het eten er gaar
en warm uitkomen.
Deze bewerking berust natuurlijk
daarop dat het hooi de warmte slecht
geleidt en het eten dus ongeveer
niets van zijn warmte verliest en kalm
gaar kan worden.
Zou, wat men in Denemarken
doet, ook niet hier toegepast kunnen
worden
Behale de groote besparing aan
brandstof, zou het een groot
zijn vooral voor hen, die een gehee-
len dag uit werken gaan. 's Ochtends
even opgekookt, wordt het eten ver
der aan zijn lot overgelaten in de
hooikist en thuiskomende vindt men
een warm maal gereed. Indien het
hooi te duur is, zouden misschien
snippers papier of turfmol (wat ook
de warmte slecht geleidt) evengoed
dienst kunnen doen.
De proeven op de Amsterdamsche
Huishoudschool met zulk een hooi
kist genomen, zijn alle bijzonder goed
gelukt. De berêidiDg der spijzen blijkt
eenigszins anders te zijn dan bij het
koken op een gewone kachel, o. a.
moet men minder vocht toevoegen.
Ook moet de pan vooral goed vol
zijn.
Er werd bijgevoegd dat belang
stellenden de hooikisf kunnen bezioh-
tigen aan de Huishoudschool te Am
sterdam (Zandpad bij het Vondel-
Gemeenteraad te Amsterdam.
In de Woensdag gehouden Raads
vergadering kwam aan de orde de
voordracht tot overneming der Duin
water-Maatschappij.
De heer Ivouveld pleitte tegen over
name. Hq legde er den nadruk op
dat de gemeente niet overneemt eene
bloeiende zaak, maar eene, die door
hare sohromelijke tekortkomingen
aan de burgerij het grootste ongerief
heeft bezorgd, tekortkomingen, die
de gemeente tot zoo belangrijke
offers zal dwingenen voorts dat de
rentabiliteit der onderneming [zeer
wordt in gevaar gebracht.
De heer Gerritsen stelde zich op
een zelfde standpunt en achtte de
risico voor de gemeente te groot
Bovendien wees hij er op, dat aan
de maatij. 2 millioen aan boeten zal
worden kwijtgescholden.
Mr. Treub stelde in zijn antwoord
op den voorgrond dat het standpunt
door den raad ingenomen bij deze
overneming, niet was de meening
eene finanoieel voordeelige zaak te
sluiten, maar om uit. den moeioüjken
en op den duur zorgwekkenden toe
stand te komen waarin de Duinwater-
maatij. zij het tengevolge barer
tekortkomingen de gemeente heeft
ebraoht. De rentabiliteit der zaak
staat niet vast. Er is aan de over
neming risico verbonden. Doch de
vraag of er voor de overneming
ton meer zal worden betaald want
daarop komt, wel berekend, het door
den heer Kou veld bedoelde verschil
neer kan niet afdoen aan het be
ginsel, dat aan den wensch tot over
neming tot grondslag ligt. Men moesi
tot 12 millioen gaan om aan de zaak
een einde te maken. Ook vergete
men niet, dat de 12 millioen eene
contante waarde vertegenwoordigt
van slechts 90 pOt. en dat de ge
meente met hare leening geen moeite
nog risico zal hebben. De Duinwater-
maatij. wordt betaald in obligatiën.
Is het derhalve niet waarschijnlijk
dat de gemeente financieel voordeel
bq de overneming zal genieten, ook
de financieele nadeelen zullen niet
belangrijk zqn. Daarom kan de over
eenkomst zeer zeker worden ge
wettigd.
De voordracht werd ten slotte
aangenomen met 34 tegen 2 stemmen
(die der heeren Kouveld en Gerritsen
De voordracht tot kostelooze aan
bieding aan het R;jk van een terrein
voor het Ethnographiscb Museum en
die tot stichting van een afzonderlijk
gebouw voor de afdeeling Burgerlijke
Stand en Bevolking werden zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
getrokken gevoelen eens binr.cn te
gaan, worden in dat voorhuis ont
vangen door iemand, die begint roet
de meiedeeling dat het hier een be
slaten kring ie.
Heelt men echter een aanbeveling
van een der leder, dan wordt men
toegelaten en is men vreemdeling
zonder iets verdachte, welnu, dan
beoeient de „Socié'é Internationale"
in genoegzame mate de deugd der
gastvrijheid om insgelijks geen be
zwaar tegen het binnenga in te maken.
Het vermakelijke van de ten toon
gehangen ledenlijst is dat er personen
op vermeld staan, die hoegenaamd
de b9teekenis van den kring niet
kennen en er nimmer geweest zijn
dan op klaarlichten dag in hun hoe
danigheid van leverancier. Zij
schijnen den indruk gekregen te heb
ben dat het eenvoudig te doen was
om gezellig samenzijn en om vreem
delingen een aangenaam vereenigings-
punt te verschaffen, zoodat zij er geen
bezwaar in zagen, een goeden klaot
den steun van hun naam te verleenen.
De eigenlijke speelzalen liggen op
eene hoogere verdieping en zijn door
zware groene gordijnen gewaarborgd
tegen onbescheiden blikken van
overburen en voorbijgangers. De speel
tafels komen vermoedelijk uit Brus
sel en zijn van de bekeude inrichting.
De pooten rusten, ook al naar het
bekende kunstje, op gutta percha
kussentjes, zoodat het waterpas gele
gen blad, wanneer iemand er onge
merkt bijv. met de handen of elle
bogen op drukt, van stand verandert
en de loop der balletjes willekeurig
gewijzigd wordt.
Ondernemers zijn een drietalFran-
schen, die, hoffelijk als altijd, gelijk
wij ragen, geen betaling van lidmaat
schap vragen, maar zich tevreden
stellen met een zeker bedrag van
eiken gewonnen gulden
Ziedaar een en ander wat ons nader
ter oore kwam. De openbare behan
deling der ziak zal wel aan het licht
brengen in boever het juist ip.
Hbld.
park).
Gelegenheid, tot dobbelen.
Het voorkomen van perceel 92
Warmoesstraat t e Amsterdam, waar
gelijk wij mededeelden, aan kansspel
wordt gedaan cp eene wijze dat de
politie het noodig vond eens een
kijkje te gaan nemen, doet inderdaad
wel een beetje denken aan den zetel
van een of anderen besloten kring.
Het groote spiegelruit, van onderen
halverwege afgesloten door een donker
rood schuifgordijn aan koperen roe
en vanboven van linnen valgordijn
voorzien, is, evenals de deur, gevat
in een houten pui.
Op een der stijlen is bij de bel
een zwart marmeren plaatje aange
bracht met het opschrift in gouden
letters „Sociélé Internationale". Het
zelfde leest men nog eens op een
witte booglamp, boven den ingang
uitgehangen.
De inrichting telt een aantal leden,
die hun lidmaatschap niet op de ge
bruikelijke manier in den vorm eener
vaste bijdrage betalen, maar niettemin
voorzien zijn van een toegeslagen
roodlederen toegangskaart, die zoowel
den naam van den kring als dien
Van 1 December af worden behalvevan den houder vermeldt en, blijkens
de uitgifte van 1000 K.M. boekjes,
voor de abonnementskaarten (zooge
naamde groepenkaarteD) door de
Exploitatie-maatschappq hoogere prij
zen in rekening gebracht.
Aan een groot bezwaar wordt ech
ter voor houders van abonnements
kaarten derde klasse alsdan tegemoet
eene in 'tFranech gestelde bepaling,
bij het binnentreden vertoond moet
worden. Vervolgens draagt zij den
naam v ;n den voorzitter en den secre
taris.
Gelijkstraats zij twee vertrekken.
In het voorste hangt een ledenlijst;
het achterste doet aan een koffie-
Eene vergissing.
Een bewoner van den Amstelveen-
schen weg overkwam, volgens de
Echo, een der vorige nachten een
niet onvermakelijk geval. Hq zelf
werd nl. voor een inbreker in zqn eigen
huis aangezien.
Het geval heeft zich aldus toege
dragen.
Achter hem woont een boer en die
was drie, vier uur in den nacht hard
aan het werk. Hij moest den volgen
den morgen naar de markt te Hoorn en
pakte nu zijn waren in.
De nachtwaoht, die hiervan niets
wist, kwam op zijn nachtelijke ronde
daar voorbij. Hij ziet beweging op
het land achter het heerenhuis en
hoort ook een verdacht geluid.
Uit alle macht begint hij te schreeu
wen
.Boer, er zqn dieven bij jeze
willen bij je inbreken. Kom er uit,
ui.... ui.... uit."
De vrouw des huizes wordt wakker
door hel geschreeuw en hevig ver-
sohrikt maakt zij haar echtvriend
wakker. „Lieve hemel, man er zijn die
ven; ze breken achter in."
Deze, voor geen kleintje vervaard,
springt het bed uit, trekt eenige nood
zakelijke kleedingstukken aan, neemt
een dikken stok en begeeft zich naar
buiten achter het huis.
Nauwelijks is hij daar gekomen,
of hij voelt zich door een paar ste
vige armen omkneld. Juist wil hq
zich losrukken en den aanvaller zqn
stok duchtig laten gevoelen, toen hij,
door het geroep van „ik heb hem",
dezen herkent ale zijn buurman.
„Nou, nou," voegt hij hem toe, „een
beetje bedaard als 't u blieft. Ik dacht
dat er inbrekers waren."
„En ik dacht," antwoordt de boer,
„dat uwes de inbreker was."
Een oogenblik later lag de ver
meende inbreker weer rustig onder
de dekens.
Een opstootje.
Men schrijft nog uit de Alblasser-
waard
In aansluiting aan ons bericht om
trent „Zwarte Antje van over de
Lek" moeten we tot ons leedwezen
er melding van maken, dat het Zon
dag te Molenaarsgraaf alles behalve
rustig is toegegaan. Zondag morgen
vroeg vertelden de kinderen van G.
de K., wier moeder nog altijd bij
N. v. S. waar zq 28 Oct. werd bin
den vorigen avond John. B. bij hen
was geweest en gezegd had, dat zij
den volgenden morgen mee moesten
naar de plaatse der bijeenkomst, een
gelegenheid ten huize van Mart. de
H., waar Zwarte Griet de leer ver
kondigt. 's Morgens gingen de volge
lingen er heen, maar toen de oefe
ning was afgeloopeD, werd dooreen
30 of 40 personen, wier bloed al
een meer dan normale temperatuur
had. genoemde B. op hardhandige
manier gewaarschuwd het 's avonds
niet te wagen met de hem vergezel
lende dienstboden weer te gaan. B.
stoorde zich niet aan deze waarsohu-
wing, en ging 's avonds met zijn
gezelschap weer naar de woning van
De H. Nauwelijks werd dit ruchtbaar
of men sohoolde samen en een half
uur later waren reeds bij G. de K.
alle ruiten ingeworpen en toog men
naar het oefeningshuis. Ook hier
werden door een hagelbui van steenen
de ruiten verbrijzeld. Vervolgens
werd met een boomstam het ijzerwerk
boven de deur vernield en de deur
zelfs ingeloopen. De vensters weer
stonden den aanval. Toen moest de
woning van de moeder van G. de K.
het ontgelden. Ook van dit huis b'.eef
geen enkele onbeschermde ruit heel.
Later in den avond toen de bij
eenkomst was afgeloopen en B. mot
zijn gezelschap huiswaarts keerde
vatte men weder post. B. werd aan
gevallen, gestompt, geslagen en tegen
den grond geworpen. Ten slotte werd
hq zoo geducht met een klomp op
het hoofd gesIageD, dat het bloed
hem langs- het gezicht vloeide. Toen
hij thuis kwam, bleek ook daar geen
ruit gespaard. De meisjes waren tijdig
in bescherming genomen en in vei
ligheid gebracht. Geneeskundige hulp
mogen, zooals men weet, de volge
lingen van Antje niet inroepen.
Woensdag is het lqk van het jon
getje dat op last der justitie van
'sGravenhage naar Leiden ter schou
wing was vervoerd, met verlof van
de overheid in de residentie begraven.
Ontvlucht.
De offioier van justitie bij de arron-
dissements-reohtbank te Alkmaar had
Woensdag in verhoor een persoon,
die Dinsdag voor die rechtbank
terecht stond en die, naar beweerd
wordt, ia de persoon, die tengevolge
van den gepleegden diefstal op den
zoo noodlottig omgekomen onderwij
zer te Helder, in voorloopige hech
tenis zich bevond. Terwijl de officier
zich een oogenblik verwijderde,
maakte genoemde persoon van. de
gelegenheid gebruik om zich uit het
openstaande raam te laten vallen en
te ontvluchten.
Naar wq hedenmiddag vernamen
is de vluchteling tusschen Alkmaar
en Egmond weer aangehouden.
Opgravingen.
Sedert eenigen tijd worden voor
rekening van eenige ingezetenen van
Dordrecht opgravingen gedaan te
Kijfhoek, onder de gemeente Zwijn-
dracht, naar de overblijfselen van hot
klooster Eemstrin. Dit klooster wa3
voor den Sint Elisabethsvloed, in de
Groote Waard gevestigd. Na de ca
tastrophe van 1421 werd het over
gebracht naar Kijfhoek, doch in 1572
door een bende Watergeuzen geplun
derd en verwoest.
Na gedurende zes weken bezig te
zijn geweest, is men thans er in ge
slaagd, de bouwvallen van het kloos
ter te ontdokken. Men heeft eenig
muurwerk gevonden, overblijfselen
van gebrand of gesohilderd glas en
ook een nog geheel gaaf mensohelijk
geraamte.
Deze opgravingen werden ODder-
Domen op initiatief van denDordtschen
archivaris mr. J. C. Overvoorde.
gekomen; deze toch kunnen door zaaltje denken. Niet-leden, die op een
verhooging met 10 pCt. van den nachtelijke wandeling in de War-1
abonnementsprijs dier klasse, hetmoesstraat zich door het uiterlijk aan-nengebracht, ziek te bed ligt, dat1 uitgebroken bij H. de Jager in de1 nut koude zijn,* te meer daar T.
De werkstaking op de sigarenfabriek
van de fi-ma Schuyt te Utrecht kan
als geëindigd worden beschouwd.
Dezer dagen vervoegde zich ten huize
van den fabrikant de fabriekscommis
sie, met verzoek, nu de werkstaking
te Amsterdam geëindigd is, ook op
zijn fabriek alle werkstakers weder
aan te nemen.
Dit weigerde de heer Schuijt eohter
en hij deelde mede, dat hij geen een
der werkstakers meer zou aannemen.
Hiermede was het onderhoud afge
loopen. De werkstakers, ongeveer 05
in getal, zoeken nu bij andere fabri
kanten werk.
Dinsdagavond is te Kampen brand
Plantsoenstraat. Buren en politie, de
laatste met haar extincteur, waren
er spoedig bij om de vlam te blus
schen. De brandweer behoefde niet
uit te rukken. Het achterhuis brandde
grootendeels uit en een groot deel
van den inboedel ging verloren.
Nog een enkel woord over het zoo
•geruchtmakende „geheim der Zeis-
terheide."
Naar de Utr. Ctmeedeelt was
door den soldaat M. J. W. van het
3e bat. 5e reg. infanterie te Utrecht,
onlangs voor straf uit Amersfoort
overgeplaatst, in de kazerne het ge
rucht verspreid, dat hij het lijk van
den vermisten soldaat Langeveld per
soonlijk had geziende oogen wa
ren uit hunne kassen gepikt, de top
pen der vingers afgebeten enz. enz.
Bij een nauwkeurig ingesteld on
derzoek is uitgemaakt dat al die ge
ruchten valsch en door W. zelf
verzonnen warenhq is
straft met 14 dagen provoost.
De werkman, wien Dinsdag het
ongeval aan boord van de Kortenaer
is overkomen, is aan de gevolgen
daarvan overleden. Nader is geble
ken, dat hij een nagel zou klinken in
de wan, een werktuig dat het best
te vergelijken is met een doos, die
in een groote buis uitloopt en in
welker ruimte schepraderen zijn aan*
gebraoht, welke dienen om door de
buis lucht op de vuurplaat (gefor
ceerde trek) te blazen. De jonge man
in de wan geklommen zijnde, schijnt
op het rad te zijn gestapt, dat daar
door in beweging kwam en hem met
vaart in de ruimte heeft gedrongen,
waardoor een gat in het hoofd ge
slagen en de borstkas in elkaar ge
drukt werd. Lsng duurde het voor
hulp kon worden verleend, daar het
rad in de wan eerst moest gelioht
worden om touwen rond het liohaam
te breDgen. Dat geschied zijnde, werd
de jongeling door de buis getrokken.
De eerste geneeskundige hulp werd
op de werf verleend. Op weg naar
het gasthuis is hij overleden.
Eene teleurstelling-
Zaterdag vervoegde zich ten ge
meentehuize van Kerk-Driel een
paartje om huwelijksaangifte te doen
zij, een kreupel weeuwtje, hij een be-
jaard schaapherder, die van zijn pril
ste jeugd af geen andere bezigheden
had verricht dan zijne schapen hoe
den en verzorgen.
Op de voorloopige vraag van den
ambtenaar van den burgerlijken stand,
hoe oud hij was, antwooordde de
man, dat hij het niet juist wist,
doch giste „zoo wat om en om de
vijftig."
Bij 't nazien van 't geboorteregis
ter bleek het, dat de man 61 jaar
tolde; „zoo oud ben ik niet, dat kan
niet, dat is onmogelijk", zegt de
schaapherderdoch om de zaak niet
langer tegen te houden, wilde hij wel
een jaar of vijf toegeven en deed het
voorstel zijn leeftijd op 55 jaren vast
te stellen. Dat was het uiterste
Na re- en dupliek gelukte het ein
delijk den ambtenaar, hem aan 't ver
stand te brengen, dat bij niet kon
huwen, dan met inschrijving van zijn
werkelqken ouderdom. Met een diepe
zucht antwoordde de man„'t Is
goed dan zullen we tooh maar trou
wen, maar 't valt me niet mee".
Lange gezichten by bruid en brui
degom gelach aan de andere zijde.
Woensdagmorgen is op de hoogte
van Blankenberghe een loodsboot
van den Belgischen afhaalkotter No.
14, schipper Matthews, bemand met
6 man (4 loodsen en 2 matrozen)
omgeslagen. Vijf der opvarenden
werden gered, doch de loods A. C.
Lagace verdronk. De kotter is met
zijn lijk te Vlissingen binnengekomen.
Een petroleumboot bestemd voor
Antwerpen zou de loodsen als pas
sagiers naar Vlissingen brengen.
Koloniën,
Atjeh.
Toen het bestuur, om politieke
redenen, in het begin van 1893 de
onderwerping van den ex-roover-
hoofdman, Toekoe Oemar, aannam,
voornamelijk om een machtige partij
te vormen tegenover de Oelama's
(priesterpartq), dacht men algemeen,
dut die onderwerping ons van groot
Oemar al terBtond de 4 en 6 Mi
kims van Oelama's zuiverde.
Toen hij daarna het voorstelde
om ook de 25 Moekims schoon
vegen, meende het bestuur zoov
qver en gezindheid te moeten beli
nen en bekwam T. Oemar den ti
van Panglima Prang-besar van
Compagnie, en heette hq niet lang
T. Oemar deze naam herinnert
veel aan zijne roofzuoht en het aflc
pen van de „Raija" maar Toefc
Djohau.
Ofschoon sommigen beweren,
Djohan nogal royaal omsprong n
Hollandscho rijksdaalders om ster
vijandelijke versterkingen te'kunn
nemen ten minste dit wordt v
Atjehsche zijde beweerd, door ber
ders natuurlijk zoo moet erke
worden dat hij der Compagnie go
en trouw geholpen heeft. Sedert
jaar is echter zijn qver en belar
stelling in onze zaak zeer verminde
Men heeft den scherpzinnigen P*
glima Prang te veel in onze kaart
laten zien en hq heeft ontdekt h
onmachtig wq zijn.
Wij hebben den veldoverste te v<
gecajoleerd, die thans maar ai te go
begrijpt dat wij hem moeten ontzie
'tls treurig maar waar.
Hem te pensionneeren en zijne di
hulptroepen af te danken gaat sleol
want de heeren zouden met de
bruikleen afgestane wapens en minil
naar den vijand overloopen. Zq zi
hot werken entwend en juist daaro
voor ons gevaarlijk.
Hadden wij de 4, 6 en 25 Moekin
maar verdeeld onder de bondgeno
ten, in stede sommige punten vast
houden en ODze krachten te versnij
peren, dan ware niet alleen veel ge
gespaard, maar ook onze geconce
treerde linie ware beter bescherm
Er zoude zich een machtige Hoelo
balangpartij gevormd hebben, die, i
eigenbelang, het door ons geschonk
gebied had moeten verdedigen.
Instede datT. Djohan's optreden o;
geholpen beeft, dwingt het ons
een machtsvertoon, welk wq onmog
lijk kunnen volhouden. Onze lamle
dige houdiDg in het afgeloopen jat
heeft zulks genoegzaam bewezen.
Het is nu reeds twéé jareD, dat
z.g. „tijdelijke" posten bezetten, mai
over 10 jaar zullen die versterkingt
ook nog tijdelijke posten genoen
worden, omdat deze methode vj
onderwerping ons geen stap nade
brengt tot het doel.
Niet alleen dat men op die tijdi
lqke posten den post-commandantt
carte blanche" geeft, maaraj
er veel teruggeschoten wordt, betoo;
men zich te Kota-Radja hoogst ont
vreden, alsof de patronen gedienl
hadden om vreugdesohoten telossei'
Het zijn de journalen der pos!
commandanten, welke o. m. ook hi
aantal verschoten patronen melde;
en daar 't politiek verslag rekeninj
dient te houden met die journalen, zoi
veroorzaken die rapporten dengeneq
die per sé toenadering bij den Atjehe]
meenen te zien, groote teleurstelling,
Blijft de toestand te Atjeh vrijwel
stationnair, op de kustplaatsen en ir
het bizonder te Segli begint het e;
bedenkelijk uit te zien.
Niet alleen dat de vijand nu vlak
voor onze versterking loopgraven
aanlegt, maar hij werpt ook batterijen
op. En al mogen die vuurmondeii
niet uit Krupp's fabriek komen, het
zou onverstand'g zijn, ze gering te
schatten.
De Atjeher is vindingrijk, onver!
moeid en zal niet rusten, voor hij de
middelen gevonden heeft om ons he
leven ondragelijk te maken. Intus
sohen versohuilen wij ons hardnekkij
achter de palissaden en zijn van lie
verlede verdediqers geworden in sted
van aanvallers.
Het wordt tijd, meer dan hoog tij(
zelfs, dat wij den Atjeher bewijzen]
dat wij zqne meerderen zijn en hem
dat schieten af te leeren, ander3 kaq
het allicht gebeuren, dat ook onzé
overige onderdanen in zoo'n „main-
padang" plezier krijgen.
Zal Nederland wachten tot het le
laat is Tel.
Letteren e.a Kunst
Arti et Religioni.
Deze amsterdamsche zangvereeni-,
ging, die, zooals aangekondigd is, 21
November hier ter stede eene uit
voering geeft voor een weldadig doe
en waarvan de heer Philip Lootï
d-reoteur is, gaf Dinsdagavond eene
uitvoering in de groote zaal van he
„God 1" herhaalde William met eer.e piachtig ge
speelde zalving, en greep deze gelegenheid aan om tot
het werkelijk doel van dit onderhoud te komen. „God,
ja hce gaarne zou ik hem mijne erkentelijkheid willen
betuigen door eene godsdienstige daadMaar wat te
doen'? Ik weet het werkelijk niet."
„Ik weet daaromtrent ook geen raad te geven," ant
woordde zij na ee-n minuut te hebben nagedacht. „Maar
wij zullen met ons beiden met ernst zoeken en slagen.
Wees daarover gerust."
Plotseling uitte bij een kreet.
„Wat is er vroeg Antonine.
„Ik kom daar op een goed denkbeeld, een onfeilbaar
middel om den Hemel welgevallig te zijn."
„Breng mij daar als 't u blieft dadelijk van op de
hoogte."
„Ziehier in een paar woordenAis zij, voor wie
mijne liefde, mijn leven is gewijd er zich niet tegen
verzet dan zullen wij in Italië, in Rome, de heilige
stad, in het huwelijk tredea."
„Dat is gced, zeer goed William. Je verloofde zal
dit edele besluit goedkeuren, dat beloof ik je. Hoe zou
zij kunnen weigeren op zulk eene wijze haar geluk te
heiligen. Ook zij, wees daarvan verzekerd, is zeer er
kentelijk jegens den hemel voor de liefde, die zij
inboezemt en zal zich gaarne naar uw treffend plan
voegeD."
„O mevrouw, u vervult mijn hart met vreugde riep
William uit, meer onder den indruk dan bij werkelijk
meende te zijn.
Toen hij deze woorden had uitgesproken bemerkte
hij Simplice in zijn nabijheid, die hem een brief toestak.
„Voor u van Maxime," zeide de idicot met veran
derde stem.
Hij verwijderde zich maar werd door mevrouw Louvet
teruggeroepen.
„Waarom begroet je mij niet Simplice vroeg zij
hem.
Hij keek haar een oogenblik aan met peimenden
blik e antwoordde toen op droevigen toon
„Men begroet eene fee slechts als zij ons lief heeft."
„Maar ik heb je lief mijn beste jongen."
„O neen neen U zal ik ook geen bloemen meer
geven Die hebben een ziel, die kleine bloemen
eene ziel, die veel zou lijden als u niet voor ze
zorgdet."
„Maar ik zal er veelgzorg voor hebben, beste Sim
plice."
„Kan dat mogelijk zijn? Kom! kom! u denkt alleen
aan den onbekende."
Hij sprak dit laatste woord met eenige ontsteltenis
uit. Vervolgens vestigde hij een angstigen blik op
William, die zich wat ter zijde had begeven om den
brief van Maxime te lezen. Hierna vluchtte hij door
den tuin.
Op dat oogenblik werd William door Richard aan
gesproken.
De toebereidselen voor ons vertrek zijn gemaakt,"
zeide de oudste tot zijn broeder. „Kan ik vandaag nog
het huwelijksaanzoek doen aan de lieve weduwe?"
„Ja, voor den vorm," antwoordde William. „Wij gaan
in Italië trouwen, dat is afgesproken."
„UitstekendWat heb je daar in je hand
„Een brief van Maxime Tréhouart."
„BahWat schrijft bij
„Ten eerste dat mijne papieren in orde schijnen te
zijn."
„Ja drommels, het zijn meesterstukken!"
„Ten tweede, dat onze edele vriend ons morgen op
het kasteel verwacht om ons achthonderdduizend francs
in verschillende papitren van waarde te overhandigen
en het eigendomsrecht van Stan gala op ons over te
dragen."
„Maar hij is een engel, die domoor!" riep Richard
op gedempten toon. Hij zal den deugdprijs, den prijs
van Montyon nog verwerven, dat is zeker."
„Pas op, men kan je hooren," zeide William en
legde een vinger op zqn mond, terwijl hij met zijne
oogen wees naar Antonine, die, door Canaille gevolgd,
op hen toetrad.
„Nu is het gewichtig oogenblik. daarmompelde
Richard.
En zich in zijne volle lengte verheffende met de sta
tigheid van een minister, sprak hij de twee jonge
vrouwen aanin het gebrekkige engelsch-fransch, dat
hij zoo goed sprak, vroeg hij nu voor William om de
hand van mevrouw Louvet. Het verzoek werd zonder
aarzeling toestemmend beantwoord, tot groote verras
sing van Canaille, die zulk eene haastige ontknooping
niet had verwacht. Zij durfde echter geen bezwaren
opperen. Bovendien was zij te droevig gestemd om den
moed te hebben tusschenbeide te komen waar het gold
het besluit barer vriendin.
Een brief, dien z;j zooeven van Simplice had ontvan
gen, behelsde een afscheidsgroet van Maxime. Deze
deelde haar mede dat hij reeds den volgenden dag zich
naar Nantes zou begeven om daar eene betrekking ah
civiehingenieur te aanvaarden en het gebouw van zijn
toekomstig fortuin zou gaan oprichten. Deze brief ver
toonde sporen van tranen. Deze waren ook zichtbaar op d(
wangen van Camilie, die moedig baar leed verborg.
Een kwartier later namen Richard en William plaatf
in de diligence, waarover Camilie hen had gesproken
„Tot morgen," zeide de jonge bandiet en bedekte de
rose vingertoppen van Antonine met kussen.
„Tot morgenzeide deze hem na, met een gelaat
stralende van liefde en hoop.
De diligence zette zich in beweging.
Eenige minuten verliepen zonder dat de beide broe-
ders een enkel woord wisselden. Zij schenen in ernstige
gedachten verdiept. Richard was het, die het eerst d(
stilte verbrak.
„Mij dunkt," zeide hij, „dat wij maar naarRoecofi
moesten doorrijden, om zoodoende den tijd door t(
brengen."
„Dan maar naar Roacoff," antwoordde William oj
onverschilligen toon.
Wordt vervolgd).