Blijkens dezen staat kwamen van'recht verkrijgen, om in treinen zon- mond- en klauwzeer in het geheele der 3e klasse, in de 2e klasse te Rijk voor 14 gevallen bq het vee van reizen. 3 eigenaars. Voor kwaden droes zijn Op het Belgisch gedeelte der lijn deze cijfers respectievelijk 3 en 2; EindhovenLuik, zijn echter de van voor schurft 99 en 12; voor varkens- 1 December uit te geven abonnements ziekte 172 en 101; voor miltvuur 21 kaarten n:et meer geldig, en 23voor kwaadaardig klauwzeer bq alle dieren 73 en 8. Mond- en klauwzeer werd alleen geconstateerd in Zuid-Holland, Noord Holland en Limburg. Nu in het buitenland vele munt speciën buiten omloop zqn ver klaard, traoht men deze stukken in ons land voor gangbaar geld uit te geven; men kan dus niet te voor zichlig wezen bij het in ontvangst nemen van vreemde munt. Het zijn vooral de frank- en vijffrank-stukken, die in België niet meer gangbaar zijn en slechts waarde hebben als oud zilver. In Noord-Brabant zijn reeds veleD daarvan de dupe geworden. Te Breda is er de aandacht der justitie reeds op gevestigd. Het nut van een hooikist. In Ons Weekblad, dat onder redactie van mej. "W. J. van Gogh, met mede werking van de dames E. C. Knap pert, M. A. S. Meyboom, S. G. F. Meyboom, Andine en anderen ver schijnt, en dat zioh voorstelt hoofdza kelijk het orgaan te worden van haar die zioh aan Toynbee-arbeid onder dienstmeisjes en fabrieksmeisjes wij den, komt het volgende voor ln Denemarken wordt bij het koken veel gebruik gemaakt van een zoo- naamde „hooikist". Dit is een houten kist, vast met hooi gevuld, waar in 't midden een plaais opengelaten daar een pan juist in past. Om het hooi op zijn plaats te houden, kan men er een stuk zaklinnen over spannen, met een gat voor de pan in het midden. De deksel is van binnen eveneens met dit linnen bespannen, waaronder zioh ook weer een dikke laag hooi bevindt. De deksel moet zoo goed sluiten, dat de pan volko men van de lucht afgesloten wordt, en de hooilaag, die de pan omgeeft, moet zóo dik zqn, dat men, als de pan er in staat, geen de minste warmte buiten aan den wand van de kist voelt. Nu gaat men in Dene marken aldus te werk Men brengt het eten even aan de kook op for- ou's of petroleumtoestel en plaatst de pan dan dadelijk in de hooikist. (Het beste is dus dat deze vlak staat naast de kachel of het toestel, waar op het eten aan den kook gebracht is) Daarna wordt de k'st vlug ge sloten. Doet men ze na 2 of 3 uur weer open, zoo zal het eten er gaar en warm uitkomen. Deze bewerking berust natuurlijk daarop dat het hooi de warmte slecht geleidt en het eten dus ongeveer niets van zijn warmte verliest en kalm gaar kan worden. Zou, wat men in Denemarken doet, ook niet hier toegepast kunnen worden Behale de groote besparing aan brandstof, zou het een groot zijn vooral voor hen, die een gehee- len dag uit werken gaan. 's Ochtends even opgekookt, wordt het eten ver der aan zijn lot overgelaten in de hooikist en thuiskomende vindt men een warm maal gereed. Indien het hooi te duur is, zouden misschien snippers papier of turfmol (wat ook de warmte slecht geleidt) evengoed dienst kunnen doen. De proeven op de Amsterdamsche Huishoudschool met zulk een hooi kist genomen, zijn alle bijzonder goed gelukt. De berêidiDg der spijzen blijkt eenigszins anders te zijn dan bij het koken op een gewone kachel, o. a. moet men minder vocht toevoegen. Ook moet de pan vooral goed vol zijn. Er werd bijgevoegd dat belang stellenden de hooikisf kunnen bezioh- tigen aan de Huishoudschool te Am sterdam (Zandpad bij het Vondel- Gemeenteraad te Amsterdam. In de Woensdag gehouden Raads vergadering kwam aan de orde de voordracht tot overneming der Duin water-Maatschappij. De heer Ivouveld pleitte tegen over name. Hq legde er den nadruk op dat de gemeente niet overneemt eene bloeiende zaak, maar eene, die door hare sohromelijke tekortkomingen aan de burgerij het grootste ongerief heeft bezorgd, tekortkomingen, die de gemeente tot zoo belangrijke offers zal dwingenen voorts dat de rentabiliteit der onderneming [zeer wordt in gevaar gebracht. De heer Gerritsen stelde zich op een zelfde standpunt en achtte de risico voor de gemeente te groot Bovendien wees hij er op, dat aan de maatij. 2 millioen aan boeten zal worden kwijtgescholden. Mr. Treub stelde in zijn antwoord op den voorgrond dat het standpunt door den raad ingenomen bij deze overneming, niet was de meening eene finanoieel voordeelige zaak te sluiten, maar om uit. den moeioüjken en op den duur zorgwekkenden toe stand te komen waarin de Duinwater- maatij. zij het tengevolge barer tekortkomingen de gemeente heeft ebraoht. De rentabiliteit der zaak staat niet vast. Er is aan de over neming risico verbonden. Doch de vraag of er voor de overneming ton meer zal worden betaald want daarop komt, wel berekend, het door den heer Kou veld bedoelde verschil neer kan niet afdoen aan het be ginsel, dat aan den wensch tot over neming tot grondslag ligt. Men moesi tot 12 millioen gaan om aan de zaak een einde te maken. Ook vergete men niet, dat de 12 millioen eene contante waarde vertegenwoordigt van slechts 90 pOt. en dat de ge meente met hare leening geen moeite nog risico zal hebben. De Duinwater- maatij. wordt betaald in obligatiën. Is het derhalve niet waarschijnlijk dat de gemeente financieel voordeel bq de overneming zal genieten, ook de financieele nadeelen zullen niet belangrijk zqn. Daarom kan de over eenkomst zeer zeker worden ge wettigd. De voordracht werd ten slotte aangenomen met 34 tegen 2 stemmen (die der heeren Kouveld en Gerritsen De voordracht tot kostelooze aan bieding aan het R;jk van een terrein voor het Ethnographiscb Museum en die tot stichting van een afzonderlijk gebouw voor de afdeeling Burgerlijke Stand en Bevolking werden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. getrokken gevoelen eens binr.cn te gaan, worden in dat voorhuis ont vangen door iemand, die begint roet de meiedeeling dat het hier een be slaten kring ie. Heelt men echter een aanbeveling van een der leder, dan wordt men toegelaten en is men vreemdeling zonder iets verdachte, welnu, dan beoeient de „Socié'é Internationale" in genoegzame mate de deugd der gastvrijheid om insgelijks geen be zwaar tegen het binnenga in te maken. Het vermakelijke van de ten toon gehangen ledenlijst is dat er personen op vermeld staan, die hoegenaamd de b9teekenis van den kring niet kennen en er nimmer geweest zijn dan op klaarlichten dag in hun hoe danigheid van leverancier. Zij schijnen den indruk gekregen te heb ben dat het eenvoudig te doen was om gezellig samenzijn en om vreem delingen een aangenaam vereenigings- punt te verschaffen, zoodat zij er geen bezwaar in zagen, een goeden klaot den steun van hun naam te verleenen. De eigenlijke speelzalen liggen op eene hoogere verdieping en zijn door zware groene gordijnen gewaarborgd tegen onbescheiden blikken van overburen en voorbijgangers. De speel tafels komen vermoedelijk uit Brus sel en zijn van de bekeude inrichting. De pooten rusten, ook al naar het bekende kunstje, op gutta percha kussentjes, zoodat het waterpas gele gen blad, wanneer iemand er onge merkt bijv. met de handen of elle bogen op drukt, van stand verandert en de loop der balletjes willekeurig gewijzigd wordt. Ondernemers zijn een drietalFran- schen, die, hoffelijk als altijd, gelijk wij ragen, geen betaling van lidmaat schap vragen, maar zich tevreden stellen met een zeker bedrag van eiken gewonnen gulden Ziedaar een en ander wat ons nader ter oore kwam. De openbare behan deling der ziak zal wel aan het licht brengen in boever het juist ip. Hbld. park). Gelegenheid, tot dobbelen. Het voorkomen van perceel 92 Warmoesstraat t e Amsterdam, waar gelijk wij mededeelden, aan kansspel wordt gedaan cp eene wijze dat de politie het noodig vond eens een kijkje te gaan nemen, doet inderdaad wel een beetje denken aan den zetel van een of anderen besloten kring. Het groote spiegelruit, van onderen halverwege afgesloten door een donker rood schuifgordijn aan koperen roe en vanboven van linnen valgordijn voorzien, is, evenals de deur, gevat in een houten pui. Op een der stijlen is bij de bel een zwart marmeren plaatje aange bracht met het opschrift in gouden letters „Sociélé Internationale". Het zelfde leest men nog eens op een witte booglamp, boven den ingang uitgehangen. De inrichting telt een aantal leden, die hun lidmaatschap niet op de ge bruikelijke manier in den vorm eener vaste bijdrage betalen, maar niettemin voorzien zijn van een toegeslagen roodlederen toegangskaart, die zoowel den naam van den kring als dien Van 1 December af worden behalvevan den houder vermeldt en, blijkens de uitgifte van 1000 K.M. boekjes, voor de abonnementskaarten (zooge naamde groepenkaarteD) door de Exploitatie-maatschappq hoogere prij zen in rekening gebracht. Aan een groot bezwaar wordt ech ter voor houders van abonnements kaarten derde klasse alsdan tegemoet eene in 'tFranech gestelde bepaling, bij het binnentreden vertoond moet worden. Vervolgens draagt zij den naam v ;n den voorzitter en den secre taris. Gelijkstraats zij twee vertrekken. In het voorste hangt een ledenlijst; het achterste doet aan een koffie- Eene vergissing. Een bewoner van den Amstelveen- schen weg overkwam, volgens de Echo, een der vorige nachten een niet onvermakelijk geval. Hq zelf werd nl. voor een inbreker in zqn eigen huis aangezien. Het geval heeft zich aldus toege dragen. Achter hem woont een boer en die was drie, vier uur in den nacht hard aan het werk. Hij moest den volgen den morgen naar de markt te Hoorn en pakte nu zijn waren in. De nachtwaoht, die hiervan niets wist, kwam op zijn nachtelijke ronde daar voorbij. Hij ziet beweging op het land achter het heerenhuis en hoort ook een verdacht geluid. Uit alle macht begint hij te schreeu wen .Boer, er zqn dieven bij jeze willen bij je inbreken. Kom er uit, ui.... ui.... uit." De vrouw des huizes wordt wakker door hel geschreeuw en hevig ver- sohrikt maakt zij haar echtvriend wakker. „Lieve hemel, man er zijn die ven; ze breken achter in." Deze, voor geen kleintje vervaard, springt het bed uit, trekt eenige nood zakelijke kleedingstukken aan, neemt een dikken stok en begeeft zich naar buiten achter het huis. Nauwelijks is hij daar gekomen, of hij voelt zich door een paar ste vige armen omkneld. Juist wil hq zich losrukken en den aanvaller zqn stok duchtig laten gevoelen, toen hij, door het geroep van „ik heb hem", dezen herkent ale zijn buurman. „Nou, nou," voegt hij hem toe, „een beetje bedaard als 't u blieft. Ik dacht dat er inbrekers waren." „En ik dacht," antwoordt de boer, „dat uwes de inbreker was." Een oogenblik later lag de ver meende inbreker weer rustig onder de dekens. Een opstootje. Men schrijft nog uit de Alblasser- waard In aansluiting aan ons bericht om trent „Zwarte Antje van over de Lek" moeten we tot ons leedwezen er melding van maken, dat het Zon dag te Molenaarsgraaf alles behalve rustig is toegegaan. Zondag morgen vroeg vertelden de kinderen van G. de K., wier moeder nog altijd bij N. v. S. waar zq 28 Oct. werd bin den vorigen avond John. B. bij hen was geweest en gezegd had, dat zij den volgenden morgen mee moesten naar de plaatse der bijeenkomst, een gelegenheid ten huize van Mart. de H., waar Zwarte Griet de leer ver kondigt. 's Morgens gingen de volge lingen er heen, maar toen de oefe ning was afgeloopeD, werd dooreen 30 of 40 personen, wier bloed al een meer dan normale temperatuur had. genoemde B. op hardhandige manier gewaarschuwd het 's avonds niet te wagen met de hem vergezel lende dienstboden weer te gaan. B. stoorde zich niet aan deze waarsohu- wing, en ging 's avonds met zijn gezelschap weer naar de woning van De H. Nauwelijks werd dit ruchtbaar of men sohoolde samen en een half uur later waren reeds bij G. de K. alle ruiten ingeworpen en toog men naar het oefeningshuis. Ook hier werden door een hagelbui van steenen de ruiten verbrijzeld. Vervolgens werd met een boomstam het ijzerwerk boven de deur vernield en de deur zelfs ingeloopen. De vensters weer stonden den aanval. Toen moest de woning van de moeder van G. de K. het ontgelden. Ook van dit huis b'.eef geen enkele onbeschermde ruit heel. Later in den avond toen de bij eenkomst was afgeloopen en B. mot zijn gezelschap huiswaarts keerde vatte men weder post. B. werd aan gevallen, gestompt, geslagen en tegen den grond geworpen. Ten slotte werd hq zoo geducht met een klomp op het hoofd gesIageD, dat het bloed hem langs- het gezicht vloeide. Toen hij thuis kwam, bleek ook daar geen ruit gespaard. De meisjes waren tijdig in bescherming genomen en in vei ligheid gebracht. Geneeskundige hulp mogen, zooals men weet, de volge lingen van Antje niet inroepen. Woensdag is het lqk van het jon getje dat op last der justitie van 'sGravenhage naar Leiden ter schou wing was vervoerd, met verlof van de overheid in de residentie begraven. Ontvlucht. De offioier van justitie bij de arron- dissements-reohtbank te Alkmaar had Woensdag in verhoor een persoon, die Dinsdag voor die rechtbank terecht stond en die, naar beweerd wordt, ia de persoon, die tengevolge van den gepleegden diefstal op den zoo noodlottig omgekomen onderwij zer te Helder, in voorloopige hech tenis zich bevond. Terwijl de officier zich een oogenblik verwijderde, maakte genoemde persoon van. de gelegenheid gebruik om zich uit het openstaande raam te laten vallen en te ontvluchten. Naar wq hedenmiddag vernamen is de vluchteling tusschen Alkmaar en Egmond weer aangehouden. Opgravingen. Sedert eenigen tijd worden voor rekening van eenige ingezetenen van Dordrecht opgravingen gedaan te Kijfhoek, onder de gemeente Zwijn- dracht, naar de overblijfselen van hot klooster Eemstrin. Dit klooster wa3 voor den Sint Elisabethsvloed, in de Groote Waard gevestigd. Na de ca tastrophe van 1421 werd het over gebracht naar Kijfhoek, doch in 1572 door een bende Watergeuzen geplun derd en verwoest. Na gedurende zes weken bezig te zijn geweest, is men thans er in ge slaagd, de bouwvallen van het kloos ter te ontdokken. Men heeft eenig muurwerk gevonden, overblijfselen van gebrand of gesohilderd glas en ook een nog geheel gaaf mensohelijk geraamte. Deze opgravingen werden ODder- Domen op initiatief van denDordtschen archivaris mr. J. C. Overvoorde. gekomen; deze toch kunnen door zaaltje denken. Niet-leden, die op een verhooging met 10 pCt. van den nachtelijke wandeling in de War-1 abonnementsprijs dier klasse, hetmoesstraat zich door het uiterlijk aan-nengebracht, ziek te bed ligt, dat1 uitgebroken bij H. de Jager in de1 nut koude zijn,* te meer daar T. De werkstaking op de sigarenfabriek van de fi-ma Schuyt te Utrecht kan als geëindigd worden beschouwd. Dezer dagen vervoegde zich ten huize van den fabrikant de fabriekscommis sie, met verzoek, nu de werkstaking te Amsterdam geëindigd is, ook op zijn fabriek alle werkstakers weder aan te nemen. Dit weigerde de heer Schuijt eohter en hij deelde mede, dat hij geen een der werkstakers meer zou aannemen. Hiermede was het onderhoud afge loopen. De werkstakers, ongeveer 05 in getal, zoeken nu bij andere fabri kanten werk. Dinsdagavond is te Kampen brand Plantsoenstraat. Buren en politie, de laatste met haar extincteur, waren er spoedig bij om de vlam te blus schen. De brandweer behoefde niet uit te rukken. Het achterhuis brandde grootendeels uit en een groot deel van den inboedel ging verloren. Nog een enkel woord over het zoo •geruchtmakende „geheim der Zeis- terheide." Naar de Utr. Ctmeedeelt was door den soldaat M. J. W. van het 3e bat. 5e reg. infanterie te Utrecht, onlangs voor straf uit Amersfoort overgeplaatst, in de kazerne het ge rucht verspreid, dat hij het lijk van den vermisten soldaat Langeveld per soonlijk had geziende oogen wa ren uit hunne kassen gepikt, de top pen der vingers afgebeten enz. enz. Bij een nauwkeurig ingesteld on derzoek is uitgemaakt dat al die ge ruchten valsch en door W. zelf verzonnen warenhq is straft met 14 dagen provoost. De werkman, wien Dinsdag het ongeval aan boord van de Kortenaer is overkomen, is aan de gevolgen daarvan overleden. Nader is geble ken, dat hij een nagel zou klinken in de wan, een werktuig dat het best te vergelijken is met een doos, die in een groote buis uitloopt en in welker ruimte schepraderen zijn aan* gebraoht, welke dienen om door de buis lucht op de vuurplaat (gefor ceerde trek) te blazen. De jonge man in de wan geklommen zijnde, schijnt op het rad te zijn gestapt, dat daar door in beweging kwam en hem met vaart in de ruimte heeft gedrongen, waardoor een gat in het hoofd ge slagen en de borstkas in elkaar ge drukt werd. Lsng duurde het voor hulp kon worden verleend, daar het rad in de wan eerst moest gelioht worden om touwen rond het liohaam te breDgen. Dat geschied zijnde, werd de jongeling door de buis getrokken. De eerste geneeskundige hulp werd op de werf verleend. Op weg naar het gasthuis is hij overleden. Eene teleurstelling- Zaterdag vervoegde zich ten ge meentehuize van Kerk-Driel een paartje om huwelijksaangifte te doen zij, een kreupel weeuwtje, hij een be- jaard schaapherder, die van zijn pril ste jeugd af geen andere bezigheden had verricht dan zijne schapen hoe den en verzorgen. Op de voorloopige vraag van den ambtenaar van den burgerlijken stand, hoe oud hij was, antwooordde de man, dat hij het niet juist wist, doch giste „zoo wat om en om de vijftig." Bij 't nazien van 't geboorteregis ter bleek het, dat de man 61 jaar tolde; „zoo oud ben ik niet, dat kan niet, dat is onmogelijk", zegt de schaapherderdoch om de zaak niet langer tegen te houden, wilde hij wel een jaar of vijf toegeven en deed het voorstel zijn leeftijd op 55 jaren vast te stellen. Dat was het uiterste Na re- en dupliek gelukte het ein delijk den ambtenaar, hem aan 't ver stand te brengen, dat bij niet kon huwen, dan met inschrijving van zijn werkelqken ouderdom. Met een diepe zucht antwoordde de man„'t Is goed dan zullen we tooh maar trou wen, maar 't valt me niet mee". Lange gezichten by bruid en brui degom gelach aan de andere zijde. Woensdagmorgen is op de hoogte van Blankenberghe een loodsboot van den Belgischen afhaalkotter No. 14, schipper Matthews, bemand met 6 man (4 loodsen en 2 matrozen) omgeslagen. Vijf der opvarenden werden gered, doch de loods A. C. Lagace verdronk. De kotter is met zijn lijk te Vlissingen binnengekomen. Een petroleumboot bestemd voor Antwerpen zou de loodsen als pas sagiers naar Vlissingen brengen. Koloniën, Atjeh. Toen het bestuur, om politieke redenen, in het begin van 1893 de onderwerping van den ex-roover- hoofdman, Toekoe Oemar, aannam, voornamelijk om een machtige partij te vormen tegenover de Oelama's (priesterpartq), dacht men algemeen, dut die onderwerping ons van groot Oemar al terBtond de 4 en 6 Mi kims van Oelama's zuiverde. Toen hij daarna het voorstelde om ook de 25 Moekims schoon vegen, meende het bestuur zoov qver en gezindheid te moeten beli nen en bekwam T. Oemar den ti van Panglima Prang-besar van Compagnie, en heette hq niet lang T. Oemar deze naam herinnert veel aan zijne roofzuoht en het aflc pen van de „Raija" maar Toefc Djohau. Ofschoon sommigen beweren, Djohan nogal royaal omsprong n Hollandscho rijksdaalders om ster vijandelijke versterkingen te'kunn nemen ten minste dit wordt v Atjehsche zijde beweerd, door ber ders natuurlijk zoo moet erke worden dat hij der Compagnie go en trouw geholpen heeft. Sedert jaar is echter zijn qver en belar stelling in onze zaak zeer verminde Men heeft den scherpzinnigen P* glima Prang te veel in onze kaart laten zien en hq heeft ontdekt h onmachtig wq zijn. Wij hebben den veldoverste te v< gecajoleerd, die thans maar ai te go begrijpt dat wij hem moeten ontzie 'tls treurig maar waar. Hem te pensionneeren en zijne di hulptroepen af te danken gaat sleol want de heeren zouden met de bruikleen afgestane wapens en minil naar den vijand overloopen. Zq zi hot werken entwend en juist daaro voor ons gevaarlijk. Hadden wij de 4, 6 en 25 Moekin maar verdeeld onder de bondgeno ten, in stede sommige punten vast houden en ODze krachten te versnij peren, dan ware niet alleen veel ge gespaard, maar ook onze geconce treerde linie ware beter bescherm Er zoude zich een machtige Hoelo balangpartij gevormd hebben, die, i eigenbelang, het door ons geschonk gebied had moeten verdedigen. Instede datT. Djohan's optreden o; geholpen beeft, dwingt het ons een machtsvertoon, welk wq onmog lijk kunnen volhouden. Onze lamle dige houdiDg in het afgeloopen jat heeft zulks genoegzaam bewezen. Het is nu reeds twéé jareD, dat z.g. „tijdelijke" posten bezetten, mai over 10 jaar zullen die versterkingt ook nog tijdelijke posten genoen worden, omdat deze methode vj onderwerping ons geen stap nade brengt tot het doel. Niet alleen dat men op die tijdi lqke posten den post-commandantt carte blanche" geeft, maaraj er veel teruggeschoten wordt, betoo; men zich te Kota-Radja hoogst ont vreden, alsof de patronen gedienl hadden om vreugdesohoten telossei' Het zijn de journalen der pos! commandanten, welke o. m. ook hi aantal verschoten patronen melde; en daar 't politiek verslag rekeninj dient te houden met die journalen, zoi veroorzaken die rapporten dengeneq die per sé toenadering bij den Atjehe] meenen te zien, groote teleurstelling, Blijft de toestand te Atjeh vrijwel stationnair, op de kustplaatsen en ir het bizonder te Segli begint het e; bedenkelijk uit te zien. Niet alleen dat de vijand nu vlak voor onze versterking loopgraven aanlegt, maar hij werpt ook batterijen op. En al mogen die vuurmondeii niet uit Krupp's fabriek komen, het zou onverstand'g zijn, ze gering te schatten. De Atjeher is vindingrijk, onver! moeid en zal niet rusten, voor hij de middelen gevonden heeft om ons he leven ondragelijk te maken. Intus sohen versohuilen wij ons hardnekkij achter de palissaden en zijn van lie verlede verdediqers geworden in sted van aanvallers. Het wordt tijd, meer dan hoog tij( zelfs, dat wij den Atjeher bewijzen] dat wij zqne meerderen zijn en hem dat schieten af te leeren, ander3 kaq het allicht gebeuren, dat ook onzé overige onderdanen in zoo'n „main- padang" plezier krijgen. Zal Nederland wachten tot het le laat is Tel. Letteren e.a Kunst Arti et Religioni. Deze amsterdamsche zangvereeni-, ging, die, zooals aangekondigd is, 21 November hier ter stede eene uit voering geeft voor een weldadig doe en waarvan de heer Philip Lootï d-reoteur is, gaf Dinsdagavond eene uitvoering in de groote zaal van he „God 1" herhaalde William met eer.e piachtig ge speelde zalving, en greep deze gelegenheid aan om tot het werkelijk doel van dit onderhoud te komen. „God, ja hce gaarne zou ik hem mijne erkentelijkheid willen betuigen door eene godsdienstige daadMaar wat te doen'? Ik weet het werkelijk niet." „Ik weet daaromtrent ook geen raad te geven," ant woordde zij na ee-n minuut te hebben nagedacht. „Maar wij zullen met ons beiden met ernst zoeken en slagen. Wees daarover gerust." Plotseling uitte bij een kreet. „Wat is er vroeg Antonine. „Ik kom daar op een goed denkbeeld, een onfeilbaar middel om den Hemel welgevallig te zijn." „Breng mij daar als 't u blieft dadelijk van op de hoogte." „Ziehier in een paar woordenAis zij, voor wie mijne liefde, mijn leven is gewijd er zich niet tegen verzet dan zullen wij in Italië, in Rome, de heilige stad, in het huwelijk tredea." „Dat is gced, zeer goed William. Je verloofde zal dit edele besluit goedkeuren, dat beloof ik je. Hoe zou zij kunnen weigeren op zulk eene wijze haar geluk te heiligen. Ook zij, wees daarvan verzekerd, is zeer er kentelijk jegens den hemel voor de liefde, die zij inboezemt en zal zich gaarne naar uw treffend plan voegeD." „O mevrouw, u vervult mijn hart met vreugde riep William uit, meer onder den indruk dan bij werkelijk meende te zijn. Toen hij deze woorden had uitgesproken bemerkte hij Simplice in zijn nabijheid, die hem een brief toestak. „Voor u van Maxime," zeide de idicot met veran derde stem. Hij verwijderde zich maar werd door mevrouw Louvet teruggeroepen. „Waarom begroet je mij niet Simplice vroeg zij hem. Hij keek haar een oogenblik aan met peimenden blik e antwoordde toen op droevigen toon „Men begroet eene fee slechts als zij ons lief heeft." „Maar ik heb je lief mijn beste jongen." „O neen neen U zal ik ook geen bloemen meer geven Die hebben een ziel, die kleine bloemen eene ziel, die veel zou lijden als u niet voor ze zorgdet." „Maar ik zal er veelgzorg voor hebben, beste Sim plice." „Kan dat mogelijk zijn? Kom! kom! u denkt alleen aan den onbekende." Hij sprak dit laatste woord met eenige ontsteltenis uit. Vervolgens vestigde hij een angstigen blik op William, die zich wat ter zijde had begeven om den brief van Maxime te lezen. Hierna vluchtte hij door den tuin. Op dat oogenblik werd William door Richard aan gesproken. De toebereidselen voor ons vertrek zijn gemaakt," zeide de oudste tot zijn broeder. „Kan ik vandaag nog het huwelijksaanzoek doen aan de lieve weduwe?" „Ja, voor den vorm," antwoordde William. „Wij gaan in Italië trouwen, dat is afgesproken." „UitstekendWat heb je daar in je hand „Een brief van Maxime Tréhouart." „BahWat schrijft bij „Ten eerste dat mijne papieren in orde schijnen te zijn." „Ja drommels, het zijn meesterstukken!" „Ten tweede, dat onze edele vriend ons morgen op het kasteel verwacht om ons achthonderdduizend francs in verschillende papitren van waarde te overhandigen en het eigendomsrecht van Stan gala op ons over te dragen." „Maar hij is een engel, die domoor!" riep Richard op gedempten toon. Hij zal den deugdprijs, den prijs van Montyon nog verwerven, dat is zeker." „Pas op, men kan je hooren," zeide William en legde een vinger op zqn mond, terwijl hij met zijne oogen wees naar Antonine, die, door Canaille gevolgd, op hen toetrad. „Nu is het gewichtig oogenblik. daarmompelde Richard. En zich in zijne volle lengte verheffende met de sta tigheid van een minister, sprak hij de twee jonge vrouwen aanin het gebrekkige engelsch-fransch, dat hij zoo goed sprak, vroeg hij nu voor William om de hand van mevrouw Louvet. Het verzoek werd zonder aarzeling toestemmend beantwoord, tot groote verras sing van Canaille, die zulk eene haastige ontknooping niet had verwacht. Zij durfde echter geen bezwaren opperen. Bovendien was zij te droevig gestemd om den moed te hebben tusschenbeide te komen waar het gold het besluit barer vriendin. Een brief, dien z;j zooeven van Simplice had ontvan gen, behelsde een afscheidsgroet van Maxime. Deze deelde haar mede dat hij reeds den volgenden dag zich naar Nantes zou begeven om daar eene betrekking ah civiehingenieur te aanvaarden en het gebouw van zijn toekomstig fortuin zou gaan oprichten. Deze brief ver toonde sporen van tranen. Deze waren ook zichtbaar op d( wangen van Camilie, die moedig baar leed verborg. Een kwartier later namen Richard en William plaatf in de diligence, waarover Camilie hen had gesproken „Tot morgen," zeide de jonge bandiet en bedekte de rose vingertoppen van Antonine met kussen. „Tot morgenzeide deze hem na, met een gelaat stralende van liefde en hoop. De diligence zette zich in beweging. Eenige minuten verliepen zonder dat de beide broe- ders een enkel woord wisselden. Zij schenen in ernstige gedachten verdiept. Richard was het, die het eerst d( stilte verbrak. „Mij dunkt," zeide hij, „dat wij maar naarRoecofi moesten doorrijden, om zoodoende den tijd door t( brengen." „Dan maar naar Roacoff," antwoordde William oj onverschilligen toon. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2