SCOOP IRÊ,
HELM CACAO
Uit ie AÉtenaarswerelfl.
Toen SoBthène Bailloux op zekeren
morgen zijn bureau binnentrad op
het oogenblik dat al de uurwerken
in het Ministerie tien uur sloegeD,
zagen zijn collega's en inferieuren al
dadelijk dat .meneer de hoofdcom
mies" zeer goed geluimd was. Im
mers, nadat hij in zijn kleerkast zijn
grijsgroen zomerjasje verwisseld had
met een aan de mouwen doorgesleten
luster-col' ert, ging hij de schrijfta
fels ang8, gaf allen een hand en
rien„Verbazend warm heoren, weet
je 1"
Uit alle hoeken van de kamer
kwam instemming, ,,'t Is niet om uit
te houden, men stikt ervan bet
asphalt in de straten gaat smel
ten alle3 verdroogt, bloemen en
bladeren
En bij dit koor van klachten voegde
Sosthène de wijze opmerking: „was
er maar wat wind, dan zou het min
der warm wezeD. 't Is gebrek aan
vereche lucht, weet je
Hij kon nooit tien woorden zeggen
zonder dat belachelijk tusscbenvoeg-
sel „weet jü." Dien morgen zei hjj het
zelfs tweemaal achter elkaar, een be
wijs dat bij buitengewoon in zijn
schik was.
„Weet je, weet je I"
Zeker, ze wisten het wel dat het
zoo waim was. Gebogen over hunne
paperassen werkten ze maar lang-
zaampjes voort, zelfs Lesourd, de
commies die wegens zijn leeftijd vader
Lesourd werd; genoemd, dutte in,
leunende op een stapel betalingsman-
dater.
't Was inderdaad buitengewoon
warm 8n in de lage kamer, kon men
nauwelijks flink aiem halen. De
hoofdcommies wierp de ramen open,
keek op den thermometer die buiten
hing en verkondigde met luider stem
me, dat het twee en twintig graden
was. „Twee en twintig graden, hee-
renwat een hitte
Zich weer naar zijn collega's kee-
rende veegde hij met den zakdoek
zijn traaspireerend voorhoofd af. „'t
Is wel hard om in zoo'n atmosfeer
te moeten werken. Wat zou het nu
buiten heerlijk wezeD, om eens door
de lanen van het bosch te slenteren.
Gelukkig dat het bijna Jnli was, de
vacantia zou spoedig beginnen P
Nu besproeide hij den houten vloer
met ettelijke glazen water, kwam
daarop weer aan zij a lessenaar zitten
en staarde met een vroolijken glim
lach peinzend op zijn nog gesloten
inktkoker.
Diepe stilte heerechte er in het
bureau. Nauwelijks hoorde men het
ruischen van de quitantiëo nit het
renteboek, die een der ambtenaren
langzaam iaschreef, even rustende na
elke quitantie. Allengs werden zij
allen door slaap bevangen. Twee had
den onder een voorwendsel reeds de
vlucht genomen en waren nu zeker
ergens op een koel plekje in het ge
bouw bezig een cigarette te rooken.
„Wat ziet u er vandaag vroolijk
uit, meneer Bailloux," zeide de com
mies Roupoil, die zijn courant had
gelezen en nu aan ziju werk was gaan
beginnen. „Men zou zeggen dat er iets
bijzonders is."
Sisthène begon le lachen. .Daar
kan wel w t van aan wezen," zei hij
en liet daarop v.lgen als kon hij niet
laten het te vertellen
„Ik heb een nieuwtje, heeren Een
groot nieuwtje, weet je I"
Opeens werd het gacsche gezel
schap wakker. Gaf de nieuwe Mi
nister gratificaties Was er een voor
stel gedaan tot traktementeverhoo-
ging?
Daar lag hun geheele eerzucht, nie
mand hunner keek hooger of wenschte
iets anders dan dat. De slaap was
uit hunne oogen verdwenen, allen
kwamen voor den dag met wat zij
hunne „aanspraken" noemden. Vooral
vader Lesourd ging te keer. „Ik ben
HAAHLEHEll HALLETJES.
Hsn ZatsrdagaYondpraatJe.
CCLXI.
De voorzitter van het haarlemsche
departement van de Ned. Maatech.
van Nijverheid heeft in een verga
dering van dat departement deze
week Haarlem een compliment ge
maakt. En aangezien het altijd ple
zierig is om een vleiende beoordee
ling van een persoon of zsak over te
vertellen, wil ik er hier wel eens
op terugkomen. De heer Enschedé
zei dan, dat er in im om Haarlem
nogal eenB nieuwigheden waren tot
stand gekomen, waarvan men elders
nog verstoken was. Daar had men b.v.
den spoortrein van Amsterdam naar
Haarlem, de eerste in Nederland en
de electrische tram te Zandvoort, de
eerste naar men meeat in Earopa.
Ik zeg maardat doet goed. Al te
licht zijn we geneigd om te zeggen
dat Haarlem zoo klein is en dat het
er zoo duur wordteen compliment
als dit friecht een mensch weer wat
op. Met een beeije moeite kan de
loftrompet nog wel wat luider gesto
ken worden. Of hebben we in Haar
lem (we, dat wil zeggen onze Lau
rens Janszoon) de boekdrukkunst niet
uitgevonden, wat men ook moge pra
ten van een zekeren Gutenberg en
andere indringers? Zooals Brussel
zich „klein Parijs" laat noemen, zoo
kunnen wij met reden verlangen, dat
men Haarlem het „klein Amsterdam"
van de nederlandsche beschaving zal
gaan betitelen. Deze benaming geef
ik met mijn gewone onbaatzuchtig
heid grati» ten gebruike aan mijae
medeburgers.
Gekheid is gekheid, maar Nijver
heids voorzitter i3 ook niet ware van
een grapje. Of heeft hij zijn audito-
nu zeven jaar op veertienhonderd
gulden en in dien tijd al vijf maal
voor bevordering gepaseerd door een
creatuur van den Minister. Het is
wel de moeite waard," ging hij voort
en sloeg woedend op den stapel be
talingsmandaten waarop hij daareven
zijn dutje had gedaan, „hot is wel de
moeite waard om den heolen dag te
moeten zwoegen voor zoo'n mager
tractemenlje. Het begon mij nu ein
delijk te :veivel6U, en het is maar
goed, dat er eindelijk verbetering
komt."
De hoofdcommies, niet wetende
hoe dien woordenstroom te stuiten,
liet hem uitpraten, en zei toen schuch
ter: „Wel neen, heeren, dat is het
niet. 't Is maar, dat meneer Chopinot
op pensioen gesteld worden zal."
Hij gaf bijzonderheden. Guibot, de
secretaris van den controleur gene
raal, had het hem verte'd, maar on
der het zegel van geheimhouding,
't Was nog wel niet officieel, maar
den vorigen dag was er bij den con
troleur-generaal met beslistheid van
esproken. Guibot beweerde zelfs, dat
deze pensioneering het begin was
van een geheel reorganisatieplan van
den nieuwen Minister, die niets meer
of minder van plan was, dan alle
nutteloo/e ambtenaren te verwijderen.
Het spreekt wel van zelf," eindigde
Sosthène, .dat die arme meneer
Ch pinot in de eerste plaats zou
moeten vertrekken."
Men kon het den anderen aanzien,
dat het hun niet meeviel. Ze zeiden
niet veel, maar dachten allen dat
wanneer Bailloux in de plaats van
Chopinot werd benoemd tot onder
chef, zij een onaangenamen kerel, in
plaats van een gemakkelijk, verdraag
zaam man zouden hebben gekregen.
Toch feliciteerden ze hunnen collega
uit voorzichtigheid. „Natuurlijk is de
plaats voor u", zei Roupoil, „gij hebt
h-t meeste recht op bevordering."
En Poirson, de jongste van het geheele
bureau, voegde er huichelachtig bij,
met algemeene instemming„Het
doet ons allen veel genoegeD."
Glimlachend was de hoofdcommies
opgestaan en bedankte met kleine
knikjes, terwijl zijn reusachtige ooren
in gestadige beweging waren.
„Ik ben zeer gevoelig heeren, zeer*
gevoelig weet je. Ge kunt mij ver
trouwen en rekenen op mijn welwil
lendheid
Hierop werd bij opeens door een
bui van ijver overvallen en bladerde
in een stapel paperassen, die op zijn
scbrijftaiel lag, maar weldra zette hij
zijn geluksdroom voort. Natuurlijk
was die plaats voor hem, want hij
had het niet aan zijn collega's ver
teld Guibot had hem dat onder het
zegel van geheimhouding verteld. Op
dit oogenblik moest zijn benoeming
al geteekend zijn.
Onderchef! Eindelijk zou hij dan
tot dien lang begeerden po at geraken.
Vijt en twintig honderd gulden en
honderd vijftig gratificatie en een kan
toor voor hem :-lloen, waar hij zonder
gestoord te worden op zijn gemak
zou kunnen slapen en des middags
aquarellen teekenen. En dan de eer
en het aanzienhij zou mijnheer
Bailloux genoemd worden, inp aats
van Bailloux zooals nn. 1)9 direc
teur zou hem nitnoodigen op zijn
soiiées en da commiezen Roupoil,
Poirson, jazelfs Lesourd zouden naar
zijn protectie dingen.
Opeens schrikte hij opmen vrceg
hem iets. „Gaat ge van middag mee
een borrel drinken in het caié
Dsnemark?"
Hij stemde toe, maar dacht, dat
zal nu ook gauw gedaan zijn. Men
kan toch geen vaatdoeken bij damas-
masten servetten bergen. Voortaan
zou hij '8 middags naar het caié de
Londres gaan, waar alleen deftige
lieden komen.
Nu nam hij nit zijn jas een visite
kaartje, waarop zijn naaui voluit stond
gedrukt Sisthèae Bailloux Pinot,
vatte een pen en schreef daaronder
rium niet kostelijk vermaakt met het
verhaal van de opening van de elec-
triache tram,waarvan hierboven sprake
is „We waren," zoo zei hij, „genoc-
digd om de feestelijke opening van
de lijn bij te wonen en de proefrit
mee te maken. Goed, we waren daar
met een groot gezelschap in denwa
gen bijeen on vroegen elkaar in twij
fel af, of dat rijden zou. 't Afgaan
ging niet al te best, maar met een
duw en nog een duw ging het toch
en reden we statig naar Kost verloren,
waar het eindpunt van de lijn was.
Daar vonden we een kostelijk ont
haal, er werd getoost en gespeecht en
we hadden al wel gedacht: hoe zal
dat nu straks gaan als we terug
moeten? want de weg naar Kostver-
loren gaat steeds naar beneden, maar
de toespraken werden tooh maar
alvast gehouden. Na het feest maak
ten we een groote wandeling langs het
strand, maar gingen niet meer met
de tram naar 't station terug. Ik ge-
loaf niet, dat ua dezen de tram ooit
weer geloopen heeft."
Pleit dit komieke verhaal n* tegen
electrische trams in 't algemeen Na
tuurlijk niet, want het »y*teem waar
naar die van Zandvoort was inge
richt, is al lang opgegeven. De elec-
triciteit is een wonderlijk ding
maanden lang hoort men niets nieuws
en dan op eens blijkt, dat ze een
enorme stap vooruit heeft gedaan,
zoodat een gewoon mensch dien kwa
lijk bijhouden kan.
Vandaag of morgen zullen wehoo-
ren, dat de manier om electriciteit
als beweegkracht te gebruiken, is
gevonden en dan dan krijgt mie-
echien Zandvoort nog een electrische
tram die ook tegen een helling op
kan en wordt Haarlem misschien ge
lukkig gemaakt met de vier lijnen
van de heeren Van Vassen enKorevaar.
met |veei halen en krullen: „Onder
chef van het Ministerie van binnen-
lacdsche zaken."
Dat was een genot. Hij fluisterde
dien titel voor zich heen, las de
woorden nog eens en nog eens, hield
het kaartje voor zich uit, nu wat
dichte) bij dan wat verder af. Het
zou stellig een prachtig effect maken.
Het hoofd op zijde toekende hij naast
den naam twee dooreengestiengelde
palmen, want hij zou nu wel spoe
dig ridderzijn van het legioen van eer.
„Onderchef.... Ridder van het Le
gioen van Eer."
Wat zou neef Besliole van Mon-
doubleau daar nijdig over wezen
Bestiole, die al jaren lang intrigeerde
om het roode lintje en het maar
nimmer kreeg. Wanneer de courant
daarginds zijne benoeming vermeldde,
zou de ander bepaald een beroerte
krijgen van afgurst. Misschien zon
het g09d zijn wanneer hij zelf dan
maar een berioht :on aanh t week
blad van Mondoubleau, ongeveer ia
dezen geest:
„Onsen lezers zullen niet zonder
„een gewaarwording van reohtmaige
„trots vernemen, dat onze plaatsge
noot Sosthène Bailloux, die door den
„minister werd waardig gekeurd om
„de functie van onderchef aan een der
„ministeriën 1e vervullen, het voor-
„werp is geweest van een even vlei
ende als welverdiende onderscheiding.
„De Staatscourant bevat zijne benoe-
„tning als Ridder van het Legioen
„van |Eer. Dit is de juiste erkenning
„van de talenten van dit kind van
„Mondoubleau, die
Hij hield op. Dil bericht beviel
hem volstrekt niet, de volzinnen wa
ren gedraaid en de woorden niet
klinkend genoeg. Hij begon opnieuw
„Met onbeechrijfelijken trots en
„begrijpelijke bewondering vernemen
wij
„Een dienstorder, meneer Bailloux
en een brief voor u."
In afwachting dat de hoofdcommies
hem een n$u gaf, greep de jongen,
die de brieven bracht, de bureau kat
en liet haar ombnitelen. Sosthène
verheugd en met kloppend hart kwam
in het midden van het bureau staan,
terwijl aller oogen op hem gevestigd
waren. Daar was dan de iang ge
hoopte benoeming en met ean opge
wekte stem riep hij:
„Dienstorders heeren, weet jel"
Toen den brief openende, las hij
zonder eerst zelf door te lezen, dadelijk
hardop in een adem voor:
„Bij mini8terieele beschikking van
den 3den Juli is Prosper Ludovic
„Guibot, secretaris van de algemeene
„conti 61e benoemd tot onderchef van
„de 6ie afd. van het departement van
„Binnenlandsche Zaken, ter vervan
ging van den heer Chopinot die be-
„noemd is tot chef van het bureau
„van betalingen. De heer Artène Le-
„sourd is benoemd tot hoofdcommies
„aan bedoelde afdeeling, ter vervan-
„ging van den heer Sosthène Bailloux,
„aan wien wordt toegestaan zijne
„rechten op pensioen te laten gel
den
Ontsteld hield de arme man op.
Zachtjes mompelde hij voor zich uit,
als begreep bij het niet recht: .Bail
loux rechten op pensioen," en
daarop scheurde bij opeens den voor
hem zelf bestemden brief open en
vloog dien door. Hij luidde aldus:
„Daar Z. E. do Minister verschil
lende bezuinigingen in .het perso
neel heeft widen invoeren, heb ik
„hem de lijst moeten aanbieden van
de comiezen die den leeftijd
„hebben om voor pensioen in aan-
„merking te komen. Daar gij daar-
„onder behoort, heb ik d9 eer u te
doen weten dat gij van 3 Juli af
„uwe rechten op pensioen kunt doen
gelden."
Toen keerde bij zich weer naar zijn
collega's,werktuigelijk het koude zweet
van zijn voorhoofd vegende en keek
hen aan. Zij sloegen evenwel geen acht
op hem. Om Lesourd geechaa-d be-
Hoe veranderen de eischen van den
tijd! Da oude Romeinen riepen altijd
om „panem et circenses," brood en
volksspelen en wij Haarlemmers snak
ken in de laatste jaren naar water
en naar goedkoop gas. Wat het eerste
betreft, wanneer men sommige staal
tjes hoort, zou men gaan denken dat
ook hier liet gezegde toepasselijk was:
„ieder verlangt naar wat hij niet heelt
en wat hij heeft waardeert hij niet."
Ik heb de duinwaterleiding op het
oog. Tot voor korten tijd heb ik
altijd edacht, dat Haarlems burgerij
ten aanzien van het duinwater moest
worden verdeeld in twee scorten: de
gelukkigen die het hebben en de
ongelukkigen, die het niet kunnen
krijgen. Abuis, er is nog een derde
categorie: die van de onverschilligen
die het kunnen krijgen, maar het niet
willen hebben. Het aantal huizen in
de stad, aan hoofdbuizen gelegen,
waar men er niet aan denkt om duin
water te laten aanleggen, maar zich
tevreden stelt met wel-of regenwater,
dat aantal huizen moet zeer groot
wezen.
Men kan zeggen, dat iemand die
het nooit in huis gehad heeft, kwalijk
het genot van het bezit van zuiver
drinkwater il discrétion op zijn rechte
waarde sohatten kan. Toegegeven
maar hoe verklaart men dan, dat
menschen die uit Amsterdam hier
zijn komen wonen, hunne duinwater
leiding hier lieten afsnijden, omdat
ze die niet noodig hadden Nog
sterkertoen op de Baan hetvorige
jaar zich een geval van cholera voor
deed, liet een paar dagen later iemand
uit de onmiddellijke omgeving zijn
duinwaterleiding afsnijden.
Het moet wel zoo wezen, dat de
mensch niet waardeert wat hij krijgen
kan en verlaDgt naar wat voor hem
onbereikbaar is. Mg is het een raad-
eel, dat iemand geen duinwater heb
ben wil als hij het krijgen kan en
tuigden zij hem hunne ingenomenheid
met zijne bevordering. Poirson zelfs
had den moed precies dezelfde uit
drukking te gebruiken die zooeven
voor Bailloux hal gediend:
„Het doet ons allen veel genoegen I"
Aan hem dacht nifmand, behalve
de jongen die den brief gebracht had
en die duidelijk genoeg begreep wat
er eigenlijk gaande was.
T06D maakte Bailloux een gebaar
van afkeer en op eenmaal dertig jaar
van slaafsheid en kruiperij voor zijn
meerderen, van onderworpenheid aan
alle Regeeringenverloochenende
balde hij de vuist en riep woedend
„O. dat ellendige goevernement
Naar het Fransch van
GEORGES ROCHER.
BINNENLAND,
In de Arnhemsche Courant komt de
volgende advertentie voor, zeker een
curiosum
A. G. V.
Alle Arnhemmers, die gaarne goed
wenschen te dineeren, zonder er veel
voor te betalen, worden uitgenoodigd
mede te werken tot de oprichting
eener Arnhemsche Gastronomen-Ver-
eeniging, welke zich ten doel stelt
aan hare leden éénmaal in de week
een fijn diner aan te bieden,
De contributie zal zeer gering kun
nen zijn, daar wij gegronde hoop
koesteren, dat de Ge ueente Arnhem
ons een jaarlijksch subsidie van tien
duizend gulden zal verleenen.
Zoodra een voldoend aantal leien
zal zijn toegetreden, zullen wij een
daartoe strekkend verzoekschrift bij
den Gemeentezaad indienen, en w.j
twijfelen geen oogenblik, of or ze
kunstlievende Raad zal gasrne bereid
zijn, in het belang der culinaire kunst
aan de A. G. V. dat bescheiden be
drag van f 10.000 toe te staan.
Zij, die als lid wenschen toe te
treden, worden uitgenoodigl opgave
van hun naam en adre3 postvrij in
te zenden aan het Bureau deter Cou
rant onder de letters A. G. V.
De Arnhemsche die het blijkbaar;
ook niet au serieux op leemt, zegt in
haar redactioneel gedeelte net vol-
„Zoo haastig als wij zouden zijn,
werd on8 om raad gevraagd, om de
aanneming van een voorstel tot het
verleenen van f 10,000 subsidie aan
de Arnhemsche Orkestvereeniging aan
te bevelen, zoo aaizelend zou onze'
houding zijn tegenover de eerstgezegde
subsidie. Terwijl toch die aan de
A. O. V. bestemd is om op been te
helpen, zou die aan de A. G. V. het
van de been geraken bevorderen.
Smulpartij wordt niet straffeloos aan
gekweekt zij die er zich te veel aan
overgeven, gaan in den regel vroeg
naar den kelder; dit nu mag een
gemeenteraad niet in de hand werken,
want gastronomen zijn door de bank
goedhartige, gezellige menschen, die
we niet op vroegen leeftijd missen
willen."
Ingezonden Mededeelingen.
nog minder, dat wie het eenmaal
heelt, het missen wil maar ik
behoor dan ook tot da ongelukkige
helft, die het niet krijgen kan. Dat
maakt verschil.
Uit het donkere trapgat in de groote
zaal van de Arrondissements-Rechl-
bank sjouwden twee rijksveldwachters
Donderdag een kerel omhoog in 't
gevangenispak, bleek en naar. Slap
als een vaatdoek, een beenderloos
lichaam gelijk, zakte' hij neer op het
bankje van de beklaa den, zoo mise
rabel, dat de president hem vergunde
te blij ven zitten terwijl hij ondervraagd
werd.
Landlooperij was het misdrijf waar
voor hij terecht moest sfaan. De
beklaagde had blijkbaar niet v-.e zin
in de werkinrichting. Wel, hij had
een beroep: hij was schilder en had
meer dan genoeg werkMaar de
officier van justitie, dien een beklaagde
niet zoo heel licht een knol voor een
citroen kan leveren, werd nu ook eens
voor een moment schilder en maalde
in korte woorden den levensloop van
beklaagde afdie neerkwam op
jenever, dronkenschap, zwerven.
Hij had zich ziek gehouden, maar
de gevangenisdokter verklaarde, dat
den man niemendal scheelde. „Als
hij een gebrek heeft, edelachtbare
heeren," zei de officier „dan is het
gebrek aan jenever. Dat hij in een
heele poos geen drank heeft gehad,
dat maakt hem zoo slap."
SlapJa, dat was hij wel. Terwijl
zijn beenderloos lijf werd aangevat
door de twee rijksveldwachters en den
trap naar beneden ,werd afgelaten
alsof het een zak meel was, zal me
nigeen zich hebben afgevraagd, welke
hoeveelheden jenever deze man wel
gedronken moet hebben, om zoo te
ÖEMENÖD NIEUWS.
Een ontvluchte boef.
Een merkwaardige historie is in
Odessa voorgevallen. Een jonge, rijke
dame daar maakte kennis met een
jongen man, die haar werd voorge
steld als Pokrowski, militaire arts in
het distriot Kazan.
Op de vragen, waarom bij te Odessa
vertoefde, gaf hij te kennen, dat hij
een lang verlof had, en dat hij dit
in Odessa wilde doorbrengen. Meneer
de „doctor" verkeerde veel in de
eerste kringen der maatschappij, en
wel met voorliefde daar, waar hjj
ook de bedoelde jonge dame, die hij
vlytig het hof maakte, kon ontmoe
ten. Het gelukte ook den knappen
man om het hart der dame te verove
ren en spoedig sprak de heele stad
over haar verloviDg met den mili
tairen arts.
Na het huwelijk zette dr. Pokrows
ki zich voorloopig in Odessa neer als
praotiseerend geneesheer. Gedurende
den vorigen zomer practiseerde hij
in een zeebad in de nabijheid van
Odessa. Daar had hy zeker zeer vele
patiënten, want talrijke recepten,
door hem geteekend kwamen in de
apotheken. Onlaugs deelde plotseling
Pokrowski aan zijn vrouw mee, dat
zijn verloftyd voorbij was en dat hij
naar zijn regiment in Kazan moest
terugkeeren hij verzocht haar daar
om haar onroerend vermogen te gel
de te maken en de noodige toebe
reidselen te maken voor de verhui
zing naar Kazan. De jonge vrouw,
volstrekt geen kwaad vermoedend,
voldeed aan den wil van haar man
en zij gingen op weg naar hun
nieuwe woonplaats.
In Mosoou hielden ze zich eenigen
tijd op, om op hun verhaal te komen
van hun reis en het geld vast te
leggeD. Hier zou eohter de ongeluk
kige vrouw haar man en het grootste
deel van haar vermogen voor den
laatsten keer zien. Op een mooien
morgen ging Pokrowski uit om eeni-
ge zaken af te doen en kwam niet
weer terug. De vrouw waohtte, deed
onderzoek, maar te vergeefseinde
lijk besloot zjj de politie in den arm
te nemen. Men verlangde de fotogra
fie van den verdwenene men
bekeek die, en toen bleek, dat de
gewaande dr. Prokowski een ont-
vluohle galeiboef was, die reeds lang
door de justitie werd gezocht Men
kan zioh den schrik der ongelukkige
vrouw denken, die bovendien ver
nam, dat haar man volstrekt geen
arts was, maar daarentegen wel drie
maal gehuwd.
Een lamp die men opwindt.
In de jong-te technische tijdschrif
ten vinden wij verschillende bijzon
derheden omtrent nieuwe vindingen
op het gebied van gasbranders. In
derdaad wordt telkens weer de mee
ning ten schande gemaakt van
diegenen, die denkon dat de verbete
ringen aan de gasbranders en de
daardoor veroorzaakte vermindei ing
\an het gasverbruik per brander
langzamerhand ophouden. Zoo maakt
nu weer de Deynarouze-brander sedert
eenigen tijd veel opgang, vooral in
Engeland en België. Te Brussel is een
maatschappij gevormd met een kapi
taal van 2,000,000 francj, die den
nieuwen brander zal exploiteeren.
Deze brander bevat, even vóór de
opening, een kamertje met een vlieg
wiel dat ronddraait en zoodoende de
lucht en het gas inniger vermeDgt
dan bij gewone branders het geval ie,
zoodat de donkere kern der vlam
nagenoeg geheel verdwijnt. Voor de
beweging van het vliegwieltje is een
zeer klein electromotortie noodig,
maar men ken er ook een uurwerk
aan verbinden, dat dan natuurlijk
geregeld moet worden opgewonden.
Zoo zou men nog kunnen terugko
men wat het uiterlijk aangaat
kunnen worden bij het gemia van den
opwekkonden alcohol.
Die landloopers zijn wel de treu
rigste figuren, die een strafzitting
van de Rechtbank oplevert. Neen, dan
honderdmaal liever die Zandvoorters
of Haarlemmer meerders, die mekaar
wel eens te lijf gaan, msar daar
niettemin de blos der gezondheid bij
op de wangen houden. Daar heb je
het haarlemmermeersche drama San-
tifoit—Bax. Een van de Baxen, een
dikke jongen met een cachenez tot
aan zijn lippen, die het mannelijk
schoon van zijn hangwangen op 't
voordeeligst deed uitkomen, had een
der Santiforts uitgescholden voor
„ijzeren pot". De jeugdige Santifort
was daarop zijn ouderen broer gaan
halen en deze was op het tooneel
verschenen, gevolgd door zijn hond
Loeris, welke laatste zich gehaast
had een der Baxen in zijn pantalon
te happen, terwijl Santiiort de oudere
den anderen Bax een klap gaf. De
officier van justitie vond het nuttig,
dat Santifort de oudere een boete
van vijf gulden zou betalen en
daarna trok het heele gezelscl
rood wangen af.
In zoo'n quaestie is er evenmin
quaestie van gevaarlijke boosdoeners,
als in de zaak van een Leimuiden-
schen zandschipper, die beschuldigd
was dat hij bij een man, aan wien
hij een schuitje met zand had gele
verd, een paar ruiten had ingegooid.
Naar hij zei moest de man hem nog
betalen, maar deze beweerde, dat er
al behoorlijk betaald wag. „Heb je
niet met een steen drie ruiten stuk
gegooid?" vroeg de president „Wel
nee, m'n lieve mens," zei de schip
per welwillend, „hij won me niet
betalenmaar m'n oogen won hij
uitstooten met zijn stok, da's wat
andere, achtbare!"
Bevend van ouderdom stond de
negen en zeventig jarige getuige, ge-
tot de oude moderateur-lampen, dit
men telkens moest oppompen.
Toch zijn er reeds weer nieuwt
vindingen, nJ. die van Delamafe ei
van Bandeept die den Deynarouze-
brander dreigen te vtrdringen. Ook
zij beoogen de innige vermenging van
gas en lucht vlak vóór de uitslroo-
rning, maar door middel van metaal
gaas en vernauwingen in het lichaam
van den brander.
De Deynarouze-brander echter heeft
het vermogen om de lichtsterkte de:
vlam te verdubbelen.
VARIA.
„Waarom loopen dasr toch zoovee!
memeben byeen
„Zij kijken naar een koe, die een
ei beeft gelegd."
^„Dat is heel aardig, maar nog aar
diger dat een ezel het mij komt ver
tellen."
De volgende woordspeling op de
Ooslersche kwestie leest men in de
Telegraaf
Caro mio, de Tark is veel sterkei
en geduchter dan een Cristenmemch.
„Waarom?"
~„Wel de Turkeche soldaten kunnen
elk vier geweren tegelijk hanteeren
en afschieten
„Vier geweren 1"
Sicaro. „Zijn ze dan geenottomani
(acht handen).
AOVKRTENTIEN.
VERKOOPLOKAAL
Bakenessergracht No. 13,
cunnen d a g e 1 ij k s goederen wor
den ingebracht en worden op ver-
a n g e n van huis afgehaald.
N. D. DE LEUR.,
Malelaar.
lie! goedkoopste Adres
voor alle soorten solied
is bij
JOH. THE US,
firms Wed. THEIJS,
28, Ane«'i!i!£ 28.
over de Warmoesslraat.
Vraag de alom bekende
Elastiek-Laarzen van f2.90.
NEDERLANDSCHE
CACAOFABRIEK
HELMOND.
CHOCOLADE.
CACAO.
PUDDINGS.
Ssen beter en goetoper adres
voor het
HUREN en REPAREEREN
van alle soorten
R IJ W IE3LB 3V,
dan bij
L. C. SMIT,
Gierstraat No. 37.
leund op twee stokkeD, vlak voor de
bank van den beklaagde, (een fermen
kerel van 3-5 jaar) daar hij niet eens
de trapjes had kunnen opstrompelen,
die naar het hekje voor de getuigen
leiden. Ik geloof dat als hij zoo'n
aanval op de oogen van den beklaag-;
de had willen wagen, de oude stum
per zelf dadelijk het evenwicht zou
hebben verlrror. De officier geloofde
htt dan ook niet tn vroeg bekl.;
veroordeeling tot 14 dagen gevange-t
nisstraf.
Er waren nog heelwat meer zaak
jes aan de hand, iraar die heb ik
maar r.iet aangehoord. De aardigheid
gaat er wc-1 wat var, af, als mi n er tel
veel van te genieten krijgt. Er was1
een reeks van zaakjes, die blijkbaa:
met elkaar in onderling verband
stonden en r-lie in Parui erend en
omgeving speelden.
Daar waren Eiis.beth Oiy, weduwe
C. Raat oud 63 jaar en Kiaeina Raat,
die samen op 1 Sept. Jansje Koer
mishandeld zouden hebbendaar was'
Ment Zwart, paardenkoopman, be
klaagd dat hij den Ssten Sept. Elisa-'
beth Oly zou hebben aangegrepen,,
gestompt, geduwd en op den grond
geworpen daar waren Chrietiaan van
Braam, Rem van Braam en Nicolaas
Raat, die op denzelfden dag Klaas
Raat gewelddadig aangegrepen en
geslagen zouden hebben en „daar was
ten slotte Nicolaas Raat alleen, die
den 4en September glaswerk zou heb
ben verbrijzeld en de bierhuishoud-
ster Lena Knolbjut mishandeld zou
hebben.
En vanwaar al die Raat-ruzies?
Ach waren alle menschen wij3
En deden daarbij wel1
FIDELIO.