SCOOP IRÊ, HELM CACAO Uit ie AÉtenaarswerelfl. Toen SoBthène Bailloux op zekeren morgen zijn bureau binnentrad op het oogenblik dat al de uurwerken in het Ministerie tien uur sloegeD, zagen zijn collega's en inferieuren al dadelijk dat .meneer de hoofdcom mies" zeer goed geluimd was. Im mers, nadat hij in zijn kleerkast zijn grijsgroen zomerjasje verwisseld had met een aan de mouwen doorgesleten luster-col' ert, ging hij de schrijfta fels ang8, gaf allen een hand en rien„Verbazend warm heoren, weet je 1" Uit alle hoeken van de kamer kwam instemming, ,,'t Is niet om uit te houden, men stikt ervan bet asphalt in de straten gaat smel ten alle3 verdroogt, bloemen en bladeren En bij dit koor van klachten voegde Sosthène de wijze opmerking: „was er maar wat wind, dan zou het min der warm wezeD. 't Is gebrek aan vereche lucht, weet je Hij kon nooit tien woorden zeggen zonder dat belachelijk tusscbenvoeg- sel „weet jü." Dien morgen zei hjj het zelfs tweemaal achter elkaar, een be wijs dat bij buitengewoon in zijn schik was. „Weet je, weet je I" Zeker, ze wisten het wel dat het zoo waim was. Gebogen over hunne paperassen werkten ze maar lang- zaampjes voort, zelfs Lesourd, de commies die wegens zijn leeftijd vader Lesourd werd; genoemd, dutte in, leunende op een stapel betalingsman- dater. 't Was inderdaad buitengewoon warm 8n in de lage kamer, kon men nauwelijks flink aiem halen. De hoofdcommies wierp de ramen open, keek op den thermometer die buiten hing en verkondigde met luider stem me, dat het twee en twintig graden was. „Twee en twintig graden, hee- renwat een hitte Zich weer naar zijn collega's kee- rende veegde hij met den zakdoek zijn traaspireerend voorhoofd af. „'t Is wel hard om in zoo'n atmosfeer te moeten werken. Wat zou het nu buiten heerlijk wezeD, om eens door de lanen van het bosch te slenteren. Gelukkig dat het bijna Jnli was, de vacantia zou spoedig beginnen P Nu besproeide hij den houten vloer met ettelijke glazen water, kwam daarop weer aan zij a lessenaar zitten en staarde met een vroolijken glim lach peinzend op zijn nog gesloten inktkoker. Diepe stilte heerechte er in het bureau. Nauwelijks hoorde men het ruischen van de quitantiëo nit het renteboek, die een der ambtenaren langzaam iaschreef, even rustende na elke quitantie. Allengs werden zij allen door slaap bevangen. Twee had den onder een voorwendsel reeds de vlucht genomen en waren nu zeker ergens op een koel plekje in het ge bouw bezig een cigarette te rooken. „Wat ziet u er vandaag vroolijk uit, meneer Bailloux," zeide de com mies Roupoil, die zijn courant had gelezen en nu aan ziju werk was gaan beginnen. „Men zou zeggen dat er iets bijzonders is." Sisthène begon le lachen. .Daar kan wel w t van aan wezen," zei hij en liet daarop v.lgen als kon hij niet laten het te vertellen „Ik heb een nieuwtje, heeren Een groot nieuwtje, weet je I" Opeens werd het gacsche gezel schap wakker. Gaf de nieuwe Mi nister gratificaties Was er een voor stel gedaan tot traktementeverhoo- ging? Daar lag hun geheele eerzucht, nie mand hunner keek hooger of wenschte iets anders dan dat. De slaap was uit hunne oogen verdwenen, allen kwamen voor den dag met wat zij hunne „aanspraken" noemden. Vooral vader Lesourd ging te keer. „Ik ben HAAHLEHEll HALLETJES. Hsn ZatsrdagaYondpraatJe. CCLXI. De voorzitter van het haarlemsche departement van de Ned. Maatech. van Nijverheid heeft in een verga dering van dat departement deze week Haarlem een compliment ge maakt. En aangezien het altijd ple zierig is om een vleiende beoordee ling van een persoon of zsak over te vertellen, wil ik er hier wel eens op terugkomen. De heer Enschedé zei dan, dat er in im om Haarlem nogal eenB nieuwigheden waren tot stand gekomen, waarvan men elders nog verstoken was. Daar had men b.v. den spoortrein van Amsterdam naar Haarlem, de eerste in Nederland en de electrische tram te Zandvoort, de eerste naar men meeat in Earopa. Ik zeg maardat doet goed. Al te licht zijn we geneigd om te zeggen dat Haarlem zoo klein is en dat het er zoo duur wordteen compliment als dit friecht een mensch weer wat op. Met een beeije moeite kan de loftrompet nog wel wat luider gesto ken worden. Of hebben we in Haar lem (we, dat wil zeggen onze Lau rens Janszoon) de boekdrukkunst niet uitgevonden, wat men ook moge pra ten van een zekeren Gutenberg en andere indringers? Zooals Brussel zich „klein Parijs" laat noemen, zoo kunnen wij met reden verlangen, dat men Haarlem het „klein Amsterdam" van de nederlandsche beschaving zal gaan betitelen. Deze benaming geef ik met mijn gewone onbaatzuchtig heid grati» ten gebruike aan mijae medeburgers. Gekheid is gekheid, maar Nijver heids voorzitter i3 ook niet ware van een grapje. Of heeft hij zijn audito- nu zeven jaar op veertienhonderd gulden en in dien tijd al vijf maal voor bevordering gepaseerd door een creatuur van den Minister. Het is wel de moeite waard," ging hij voort en sloeg woedend op den stapel be talingsmandaten waarop hij daareven zijn dutje had gedaan, „hot is wel de moeite waard om den heolen dag te moeten zwoegen voor zoo'n mager tractemenlje. Het begon mij nu ein delijk te :veivel6U, en het is maar goed, dat er eindelijk verbetering komt." De hoofdcommies, niet wetende hoe dien woordenstroom te stuiten, liet hem uitpraten, en zei toen schuch ter: „Wel neen, heeren, dat is het niet. 't Is maar, dat meneer Chopinot op pensioen gesteld worden zal." Hij gaf bijzonderheden. Guibot, de secretaris van den controleur gene raal, had het hem verte'd, maar on der het zegel van geheimhouding, 't Was nog wel niet officieel, maar den vorigen dag was er bij den con troleur-generaal met beslistheid van esproken. Guibot beweerde zelfs, dat deze pensioneering het begin was van een geheel reorganisatieplan van den nieuwen Minister, die niets meer of minder van plan was, dan alle nutteloo/e ambtenaren te verwijderen. Het spreekt wel van zelf," eindigde Sosthène, .dat die arme meneer Ch pinot in de eerste plaats zou moeten vertrekken." Men kon het den anderen aanzien, dat het hun niet meeviel. Ze zeiden niet veel, maar dachten allen dat wanneer Bailloux in de plaats van Chopinot werd benoemd tot onder chef, zij een onaangenamen kerel, in plaats van een gemakkelijk, verdraag zaam man zouden hebben gekregen. Toch feliciteerden ze hunnen collega uit voorzichtigheid. „Natuurlijk is de plaats voor u", zei Roupoil, „gij hebt h-t meeste recht op bevordering." En Poirson, de jongste van het geheele bureau, voegde er huichelachtig bij, met algemeene instemming„Het doet ons allen veel genoegeD." Glimlachend was de hoofdcommies opgestaan en bedankte met kleine knikjes, terwijl zijn reusachtige ooren in gestadige beweging waren. „Ik ben zeer gevoelig heeren, zeer* gevoelig weet je. Ge kunt mij ver trouwen en rekenen op mijn welwil lendheid Hierop werd bij opeens door een bui van ijver overvallen en bladerde in een stapel paperassen, die op zijn scbrijftaiel lag, maar weldra zette hij zijn geluksdroom voort. Natuurlijk was die plaats voor hem, want hij had het niet aan zijn collega's ver teld Guibot had hem dat onder het zegel van geheimhouding verteld. Op dit oogenblik moest zijn benoeming al geteekend zijn. Onderchef! Eindelijk zou hij dan tot dien lang begeerden po at geraken. Vijt en twintig honderd gulden en honderd vijftig gratificatie en een kan toor voor hem :-lloen, waar hij zonder gestoord te worden op zijn gemak zou kunnen slapen en des middags aquarellen teekenen. En dan de eer en het aanzienhij zou mijnheer Bailloux genoemd worden, inp aats van Bailloux zooals nn. 1)9 direc teur zou hem nitnoodigen op zijn soiiées en da commiezen Roupoil, Poirson, jazelfs Lesourd zouden naar zijn protectie dingen. Opeens schrikte hij opmen vrceg hem iets. „Gaat ge van middag mee een borrel drinken in het caié Dsnemark?" Hij stemde toe, maar dacht, dat zal nu ook gauw gedaan zijn. Men kan toch geen vaatdoeken bij damas- masten servetten bergen. Voortaan zou hij '8 middags naar het caié de Londres gaan, waar alleen deftige lieden komen. Nu nam hij nit zijn jas een visite kaartje, waarop zijn naaui voluit stond gedrukt Sisthèae Bailloux Pinot, vatte een pen en schreef daaronder rium niet kostelijk vermaakt met het verhaal van de opening van de elec- triache tram,waarvan hierboven sprake is „We waren," zoo zei hij, „genoc- digd om de feestelijke opening van de lijn bij te wonen en de proefrit mee te maken. Goed, we waren daar met een groot gezelschap in denwa gen bijeen on vroegen elkaar in twij fel af, of dat rijden zou. 't Afgaan ging niet al te best, maar met een duw en nog een duw ging het toch en reden we statig naar Kost verloren, waar het eindpunt van de lijn was. Daar vonden we een kostelijk ont haal, er werd getoost en gespeecht en we hadden al wel gedacht: hoe zal dat nu straks gaan als we terug moeten? want de weg naar Kostver- loren gaat steeds naar beneden, maar de toespraken werden tooh maar alvast gehouden. Na het feest maak ten we een groote wandeling langs het strand, maar gingen niet meer met de tram naar 't station terug. Ik ge- loaf niet, dat ua dezen de tram ooit weer geloopen heeft." Pleit dit komieke verhaal n* tegen electrische trams in 't algemeen Na tuurlijk niet, want het »y*teem waar naar die van Zandvoort was inge richt, is al lang opgegeven. De elec- triciteit is een wonderlijk ding maanden lang hoort men niets nieuws en dan op eens blijkt, dat ze een enorme stap vooruit heeft gedaan, zoodat een gewoon mensch dien kwa lijk bijhouden kan. Vandaag of morgen zullen wehoo- ren, dat de manier om electriciteit als beweegkracht te gebruiken, is gevonden en dan dan krijgt mie- echien Zandvoort nog een electrische tram die ook tegen een helling op kan en wordt Haarlem misschien ge lukkig gemaakt met de vier lijnen van de heeren Van Vassen enKorevaar. met |veei halen en krullen: „Onder chef van het Ministerie van binnen- lacdsche zaken." Dat was een genot. Hij fluisterde dien titel voor zich heen, las de woorden nog eens en nog eens, hield het kaartje voor zich uit, nu wat dichte) bij dan wat verder af. Het zou stellig een prachtig effect maken. Het hoofd op zijde toekende hij naast den naam twee dooreengestiengelde palmen, want hij zou nu wel spoe dig ridderzijn van het legioen van eer. „Onderchef.... Ridder van het Le gioen van Eer." Wat zou neef Besliole van Mon- doubleau daar nijdig over wezen Bestiole, die al jaren lang intrigeerde om het roode lintje en het maar nimmer kreeg. Wanneer de courant daarginds zijne benoeming vermeldde, zou de ander bepaald een beroerte krijgen van afgurst. Misschien zon het g09d zijn wanneer hij zelf dan maar een berioht :on aanh t week blad van Mondoubleau, ongeveer ia dezen geest: „Onsen lezers zullen niet zonder „een gewaarwording van reohtmaige „trots vernemen, dat onze plaatsge noot Sosthène Bailloux, die door den „minister werd waardig gekeurd om „de functie van onderchef aan een der „ministeriën 1e vervullen, het voor- „werp is geweest van een even vlei ende als welverdiende onderscheiding. „De Staatscourant bevat zijne benoe- „tning als Ridder van het Legioen „van |Eer. Dit is de juiste erkenning „van de talenten van dit kind van „Mondoubleau, die Hij hield op. Dil bericht beviel hem volstrekt niet, de volzinnen wa ren gedraaid en de woorden niet klinkend genoeg. Hij begon opnieuw „Met onbeechrijfelijken trots en „begrijpelijke bewondering vernemen wij „Een dienstorder, meneer Bailloux en een brief voor u." In afwachting dat de hoofdcommies hem een n$u gaf, greep de jongen, die de brieven bracht, de bureau kat en liet haar ombnitelen. Sosthène verheugd en met kloppend hart kwam in het midden van het bureau staan, terwijl aller oogen op hem gevestigd waren. Daar was dan de iang ge hoopte benoeming en met ean opge wekte stem riep hij: „Dienstorders heeren, weet jel" Toen den brief openende, las hij zonder eerst zelf door te lezen, dadelijk hardop in een adem voor: „Bij mini8terieele beschikking van den 3den Juli is Prosper Ludovic „Guibot, secretaris van de algemeene „conti 61e benoemd tot onderchef van „de 6ie afd. van het departement van „Binnenlandsche Zaken, ter vervan ging van den heer Chopinot die be- „noemd is tot chef van het bureau „van betalingen. De heer Artène Le- „sourd is benoemd tot hoofdcommies „aan bedoelde afdeeling, ter vervan- „ging van den heer Sosthène Bailloux, „aan wien wordt toegestaan zijne „rechten op pensioen te laten gel den Ontsteld hield de arme man op. Zachtjes mompelde hij voor zich uit, als begreep bij het niet recht: .Bail loux rechten op pensioen," en daarop scheurde bij opeens den voor hem zelf bestemden brief open en vloog dien door. Hij luidde aldus: „Daar Z. E. do Minister verschil lende bezuinigingen in .het perso neel heeft widen invoeren, heb ik „hem de lijst moeten aanbieden van de comiezen die den leeftijd „hebben om voor pensioen in aan- „merking te komen. Daar gij daar- „onder behoort, heb ik d9 eer u te doen weten dat gij van 3 Juli af „uwe rechten op pensioen kunt doen gelden." Toen keerde bij zich weer naar zijn collega's,werktuigelijk het koude zweet van zijn voorhoofd vegende en keek hen aan. Zij sloegen evenwel geen acht op hem. Om Lesourd geechaa-d be- Hoe veranderen de eischen van den tijd! Da oude Romeinen riepen altijd om „panem et circenses," brood en volksspelen en wij Haarlemmers snak ken in de laatste jaren naar water en naar goedkoop gas. Wat het eerste betreft, wanneer men sommige staal tjes hoort, zou men gaan denken dat ook hier liet gezegde toepasselijk was: „ieder verlangt naar wat hij niet heelt en wat hij heeft waardeert hij niet." Ik heb de duinwaterleiding op het oog. Tot voor korten tijd heb ik altijd edacht, dat Haarlems burgerij ten aanzien van het duinwater moest worden verdeeld in twee scorten: de gelukkigen die het hebben en de ongelukkigen, die het niet kunnen krijgen. Abuis, er is nog een derde categorie: die van de onverschilligen die het kunnen krijgen, maar het niet willen hebben. Het aantal huizen in de stad, aan hoofdbuizen gelegen, waar men er niet aan denkt om duin water te laten aanleggen, maar zich tevreden stelt met wel-of regenwater, dat aantal huizen moet zeer groot wezen. Men kan zeggen, dat iemand die het nooit in huis gehad heeft, kwalijk het genot van het bezit van zuiver drinkwater il discrétion op zijn rechte waarde sohatten kan. Toegegeven maar hoe verklaart men dan, dat menschen die uit Amsterdam hier zijn komen wonen, hunne duinwater leiding hier lieten afsnijden, omdat ze die niet noodig hadden Nog sterkertoen op de Baan hetvorige jaar zich een geval van cholera voor deed, liet een paar dagen later iemand uit de onmiddellijke omgeving zijn duinwaterleiding afsnijden. Het moet wel zoo wezen, dat de mensch niet waardeert wat hij krijgen kan en verlaDgt naar wat voor hem onbereikbaar is. Mg is het een raad- eel, dat iemand geen duinwater heb ben wil als hij het krijgen kan en tuigden zij hem hunne ingenomenheid met zijne bevordering. Poirson zelfs had den moed precies dezelfde uit drukking te gebruiken die zooeven voor Bailloux hal gediend: „Het doet ons allen veel genoegen I" Aan hem dacht nifmand, behalve de jongen die den brief gebracht had en die duidelijk genoeg begreep wat er eigenlijk gaande was. T06D maakte Bailloux een gebaar van afkeer en op eenmaal dertig jaar van slaafsheid en kruiperij voor zijn meerderen, van onderworpenheid aan alle Regeeringenverloochenende balde hij de vuist en riep woedend „O. dat ellendige goevernement Naar het Fransch van GEORGES ROCHER. BINNENLAND, In de Arnhemsche Courant komt de volgende advertentie voor, zeker een curiosum A. G. V. Alle Arnhemmers, die gaarne goed wenschen te dineeren, zonder er veel voor te betalen, worden uitgenoodigd mede te werken tot de oprichting eener Arnhemsche Gastronomen-Ver- eeniging, welke zich ten doel stelt aan hare leden éénmaal in de week een fijn diner aan te bieden, De contributie zal zeer gering kun nen zijn, daar wij gegronde hoop koesteren, dat de Ge ueente Arnhem ons een jaarlijksch subsidie van tien duizend gulden zal verleenen. Zoodra een voldoend aantal leien zal zijn toegetreden, zullen wij een daartoe strekkend verzoekschrift bij den Gemeentezaad indienen, en w.j twijfelen geen oogenblik, of or ze kunstlievende Raad zal gasrne bereid zijn, in het belang der culinaire kunst aan de A. G. V. dat bescheiden be drag van f 10.000 toe te staan. Zij, die als lid wenschen toe te treden, worden uitgenoodigl opgave van hun naam en adre3 postvrij in te zenden aan het Bureau deter Cou rant onder de letters A. G. V. De Arnhemsche die het blijkbaar; ook niet au serieux op leemt, zegt in haar redactioneel gedeelte net vol- „Zoo haastig als wij zouden zijn, werd on8 om raad gevraagd, om de aanneming van een voorstel tot het verleenen van f 10,000 subsidie aan de Arnhemsche Orkestvereeniging aan te bevelen, zoo aaizelend zou onze' houding zijn tegenover de eerstgezegde subsidie. Terwijl toch die aan de A. O. V. bestemd is om op been te helpen, zou die aan de A. G. V. het van de been geraken bevorderen. Smulpartij wordt niet straffeloos aan gekweekt zij die er zich te veel aan overgeven, gaan in den regel vroeg naar den kelder; dit nu mag een gemeenteraad niet in de hand werken, want gastronomen zijn door de bank goedhartige, gezellige menschen, die we niet op vroegen leeftijd missen willen." Ingezonden Mededeelingen. nog minder, dat wie het eenmaal heelt, het missen wil maar ik behoor dan ook tot da ongelukkige helft, die het niet krijgen kan. Dat maakt verschil. Uit het donkere trapgat in de groote zaal van de Arrondissements-Rechl- bank sjouwden twee rijksveldwachters Donderdag een kerel omhoog in 't gevangenispak, bleek en naar. Slap als een vaatdoek, een beenderloos lichaam gelijk, zakte' hij neer op het bankje van de beklaa den, zoo mise rabel, dat de president hem vergunde te blij ven zitten terwijl hij ondervraagd werd. Landlooperij was het misdrijf waar voor hij terecht moest sfaan. De beklaagde had blijkbaar niet v-.e zin in de werkinrichting. Wel, hij had een beroep: hij was schilder en had meer dan genoeg werkMaar de officier van justitie, dien een beklaagde niet zoo heel licht een knol voor een citroen kan leveren, werd nu ook eens voor een moment schilder en maalde in korte woorden den levensloop van beklaagde afdie neerkwam op jenever, dronkenschap, zwerven. Hij had zich ziek gehouden, maar de gevangenisdokter verklaarde, dat den man niemendal scheelde. „Als hij een gebrek heeft, edelachtbare heeren," zei de officier „dan is het gebrek aan jenever. Dat hij in een heele poos geen drank heeft gehad, dat maakt hem zoo slap." SlapJa, dat was hij wel. Terwijl zijn beenderloos lijf werd aangevat door de twee rijksveldwachters en den trap naar beneden ,werd afgelaten alsof het een zak meel was, zal me nigeen zich hebben afgevraagd, welke hoeveelheden jenever deze man wel gedronken moet hebben, om zoo te ÖEMENÖD NIEUWS. Een ontvluchte boef. Een merkwaardige historie is in Odessa voorgevallen. Een jonge, rijke dame daar maakte kennis met een jongen man, die haar werd voorge steld als Pokrowski, militaire arts in het distriot Kazan. Op de vragen, waarom bij te Odessa vertoefde, gaf hij te kennen, dat hij een lang verlof had, en dat hij dit in Odessa wilde doorbrengen. Meneer de „doctor" verkeerde veel in de eerste kringen der maatschappij, en wel met voorliefde daar, waar hjj ook de bedoelde jonge dame, die hij vlytig het hof maakte, kon ontmoe ten. Het gelukte ook den knappen man om het hart der dame te verove ren en spoedig sprak de heele stad over haar verloviDg met den mili tairen arts. Na het huwelijk zette dr. Pokrows ki zich voorloopig in Odessa neer als praotiseerend geneesheer. Gedurende den vorigen zomer practiseerde hij in een zeebad in de nabijheid van Odessa. Daar had hy zeker zeer vele patiënten, want talrijke recepten, door hem geteekend kwamen in de apotheken. Onlaugs deelde plotseling Pokrowski aan zijn vrouw mee, dat zijn verloftyd voorbij was en dat hij naar zijn regiment in Kazan moest terugkeeren hij verzocht haar daar om haar onroerend vermogen te gel de te maken en de noodige toebe reidselen te maken voor de verhui zing naar Kazan. De jonge vrouw, volstrekt geen kwaad vermoedend, voldeed aan den wil van haar man en zij gingen op weg naar hun nieuwe woonplaats. In Mosoou hielden ze zich eenigen tijd op, om op hun verhaal te komen van hun reis en het geld vast te leggeD. Hier zou eohter de ongeluk kige vrouw haar man en het grootste deel van haar vermogen voor den laatsten keer zien. Op een mooien morgen ging Pokrowski uit om eeni- ge zaken af te doen en kwam niet weer terug. De vrouw waohtte, deed onderzoek, maar te vergeefseinde lijk besloot zjj de politie in den arm te nemen. Men verlangde de fotogra fie van den verdwenene men bekeek die, en toen bleek, dat de gewaande dr. Prokowski een ont- vluohle galeiboef was, die reeds lang door de justitie werd gezocht Men kan zioh den schrik der ongelukkige vrouw denken, die bovendien ver nam, dat haar man volstrekt geen arts was, maar daarentegen wel drie maal gehuwd. Een lamp die men opwindt. In de jong-te technische tijdschrif ten vinden wij verschillende bijzon derheden omtrent nieuwe vindingen op het gebied van gasbranders. In derdaad wordt telkens weer de mee ning ten schande gemaakt van diegenen, die denkon dat de verbete ringen aan de gasbranders en de daardoor veroorzaakte vermindei ing \an het gasverbruik per brander langzamerhand ophouden. Zoo maakt nu weer de Deynarouze-brander sedert eenigen tijd veel opgang, vooral in Engeland en België. Te Brussel is een maatschappij gevormd met een kapi taal van 2,000,000 francj, die den nieuwen brander zal exploiteeren. Deze brander bevat, even vóór de opening, een kamertje met een vlieg wiel dat ronddraait en zoodoende de lucht en het gas inniger vermeDgt dan bij gewone branders het geval ie, zoodat de donkere kern der vlam nagenoeg geheel verdwijnt. Voor de beweging van het vliegwieltje is een zeer klein electromotortie noodig, maar men ken er ook een uurwerk aan verbinden, dat dan natuurlijk geregeld moet worden opgewonden. Zoo zou men nog kunnen terugko men wat het uiterlijk aangaat kunnen worden bij het gemia van den opwekkonden alcohol. Die landloopers zijn wel de treu rigste figuren, die een strafzitting van de Rechtbank oplevert. Neen, dan honderdmaal liever die Zandvoorters of Haarlemmer meerders, die mekaar wel eens te lijf gaan, msar daar niettemin de blos der gezondheid bij op de wangen houden. Daar heb je het haarlemmermeersche drama San- tifoit—Bax. Een van de Baxen, een dikke jongen met een cachenez tot aan zijn lippen, die het mannelijk schoon van zijn hangwangen op 't voordeeligst deed uitkomen, had een der Santiforts uitgescholden voor „ijzeren pot". De jeugdige Santifort was daarop zijn ouderen broer gaan halen en deze was op het tooneel verschenen, gevolgd door zijn hond Loeris, welke laatste zich gehaast had een der Baxen in zijn pantalon te happen, terwijl Santiiort de oudere den anderen Bax een klap gaf. De officier van justitie vond het nuttig, dat Santifort de oudere een boete van vijf gulden zou betalen en daarna trok het heele gezelscl rood wangen af. In zoo'n quaestie is er evenmin quaestie van gevaarlijke boosdoeners, als in de zaak van een Leimuiden- schen zandschipper, die beschuldigd was dat hij bij een man, aan wien hij een schuitje met zand had gele verd, een paar ruiten had ingegooid. Naar hij zei moest de man hem nog betalen, maar deze beweerde, dat er al behoorlijk betaald wag. „Heb je niet met een steen drie ruiten stuk gegooid?" vroeg de president „Wel nee, m'n lieve mens," zei de schip per welwillend, „hij won me niet betalenmaar m'n oogen won hij uitstooten met zijn stok, da's wat andere, achtbare!" Bevend van ouderdom stond de negen en zeventig jarige getuige, ge- tot de oude moderateur-lampen, dit men telkens moest oppompen. Toch zijn er reeds weer nieuwt vindingen, nJ. die van Delamafe ei van Bandeept die den Deynarouze- brander dreigen te vtrdringen. Ook zij beoogen de innige vermenging van gas en lucht vlak vóór de uitslroo- rning, maar door middel van metaal gaas en vernauwingen in het lichaam van den brander. De Deynarouze-brander echter heeft het vermogen om de lichtsterkte de: vlam te verdubbelen. VARIA. „Waarom loopen dasr toch zoovee! memeben byeen „Zij kijken naar een koe, die een ei beeft gelegd." ^„Dat is heel aardig, maar nog aar diger dat een ezel het mij komt ver tellen." De volgende woordspeling op de Ooslersche kwestie leest men in de Telegraaf Caro mio, de Tark is veel sterkei en geduchter dan een Cristenmemch. „Waarom?" ~„Wel de Turkeche soldaten kunnen elk vier geweren tegelijk hanteeren en afschieten „Vier geweren 1" Sicaro. „Zijn ze dan geenottomani (acht handen). AOVKRTENTIEN. VERKOOPLOKAAL Bakenessergracht No. 13, cunnen d a g e 1 ij k s goederen wor den ingebracht en worden op ver- a n g e n van huis afgehaald. N. D. DE LEUR., Malelaar. lie! goedkoopste Adres voor alle soorten solied is bij JOH. THE US, firms Wed. THEIJS, 28, Ane«'i!i!£ 28. over de Warmoesslraat. Vraag de alom bekende Elastiek-Laarzen van f2.90. NEDERLANDSCHE CACAOFABRIEK HELMOND. CHOCOLADE. CACAO. PUDDINGS. Ssen beter en goetoper adres voor het HUREN en REPAREEREN van alle soorten R IJ W IE3LB 3V, dan bij L. C. SMIT, Gierstraat No. 37. leund op twee stokkeD, vlak voor de bank van den beklaagde, (een fermen kerel van 3-5 jaar) daar hij niet eens de trapjes had kunnen opstrompelen, die naar het hekje voor de getuigen leiden. Ik geloof dat als hij zoo'n aanval op de oogen van den beklaag-; de had willen wagen, de oude stum per zelf dadelijk het evenwicht zou hebben verlrror. De officier geloofde htt dan ook niet tn vroeg bekl.; veroordeeling tot 14 dagen gevange-t nisstraf. Er waren nog heelwat meer zaak jes aan de hand, iraar die heb ik maar r.iet aangehoord. De aardigheid gaat er wc-1 wat var, af, als mi n er tel veel van te genieten krijgt. Er was1 een reeks van zaakjes, die blijkbaa: met elkaar in onderling verband stonden en r-lie in Parui erend en omgeving speelden. Daar waren Eiis.beth Oiy, weduwe C. Raat oud 63 jaar en Kiaeina Raat, die samen op 1 Sept. Jansje Koer mishandeld zouden hebbendaar was' Ment Zwart, paardenkoopman, be klaagd dat hij den Ssten Sept. Elisa-' beth Oly zou hebben aangegrepen,, gestompt, geduwd en op den grond geworpen daar waren Chrietiaan van Braam, Rem van Braam en Nicolaas Raat, die op denzelfden dag Klaas Raat gewelddadig aangegrepen en geslagen zouden hebben en „daar was ten slotte Nicolaas Raat alleen, die den 4en September glaswerk zou heb ben verbrijzeld en de bierhuishoud- ster Lena Knolbjut mishandeld zou hebben. En vanwaar al die Raat-ruzies? Ach waren alle menschen wij3 En deden daarbij wel1 FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 6