Tweefe Editie.
yJFLMBILJElTEI
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
De stem van het geweten
'39 Jaargang
Dinsdag 3 December 1885
No. £811
HAARLEM S DAGBLAD
j^HBOisrisrEavdiEiisrTsn^ivJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. 1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
J de omstreken en franco per post0.371/2
ADYEaTENTIEDST:
Van 1—5 regels 50 Cts.; i
egel meer 10 Cts. Groote letters naai' plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
inncmenten en Advertentie-n worden aangenomen door onze Agenten
en door allo Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangcre L. DAUBE <C- Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Monti
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bhcmendaal Santpoort en ScholenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP
ZandvoortJ. ZWEMMER; VelsenL. VENUS; IJmuidenJ. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIEf, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Adverteutiën aan.
BILJETTEN voor Veilingen ca
Aanbestedingen, voor Fccsteljjb-
heden, Concoursen eUc hrw men
ter gtcossdrukïicril var. Bfiad
tot hoogst billijken pi ,|9 laten
trokken.
Meuwste Lettersoorten, Spoe
dige «Severing.
De Directeur Uitgever
J. c.
Officiëele Berichten.
De burgemeester van Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van de
ingezetenen dezer gemeente, dat de
op den 27en November jl. executoir
verklaarde voljaars kohieren op de
bedrijfsbelasting dezer gemeente,
dienst 1895 1S96, op heden aan den
ontvanger der directe belastingen zijn
ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens
herinnerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zijn hunnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te vol
doen.
Haarlem, 2S Nov. 1895.
De Burgemeester voornoemd,
BOREEL.
Politiek Overzicht.
Terwijl de hongaarsohe minister
van binnenlandsoho zaken Perzoei
en de afgevaardigde Andreansky in
een duel de openlijke veete tusschen
hen ontstaan in de zittingszaal,
hebben uitgevochten met den sabei
en wel op bloedige wijze, daar
laatstgenoemde door een sabelhouw
stig op het hoofd werd gewond,
voert de turksche sultan nog steeds
een langdurig tweegevecht met de
vereenigde «pgendheden, waarbij hij
tegen hunj^nachlige wapen3 moet
strijden met het wapen, dat het Dar-
danellencontract hem geeft.
De correspondenten vau de Eugel-
sche bladen te Konstantinopel seinen
eenstemmig dat de Sultan voortgaat
met de toestemming te weigeren tot
vermeerdering van de vloot van de
groote mogendheden in den Bospo
rus, hoewel sir Philip Currie een
onderhoud van twee uur met den
Sultan heeft gehad. De Padisjah liet
Saïd Pasj a 's nachts bezoeken afleggen
de verschillende ambassadeurs,
teneinde deze over te halen af te
zien van hun verzoek aangaande
het tweede wachtschip. De Sultan
blijft daarbij rekenen op verdeeld-
fceid tusschen de groote mogendhe
den, hoewel het bericht van de
Daily News Vrijdag niet bevestigd
wordt.
Naar de Daily Chronicle uit Kon
stantinopel verneemt, duidt alles aan
dat het eendrachtig samengaan van
mogendheden, waarvan Salisbury
heeft gewaagd, geheel fictief is
anders zou het verzoek aangaande de
tweede wachtschepen reeds toegestaan
wezen.
Naar luid van een bericht uit
Athene aan den Standard heerscht
daar groote bedrijvigheid in de rijks
arsenalen.
Uit Dzjoelma verneemt de Times
dat de Turkshe ruiterij ettelijke
Armeensohe dorpen tusschen Wan en
de Perzische grens heeft verwoest.
Een aanzienlijk getal Armeniërs is
gedood, en de overblq venden zijn
gevlucht binnen do muren van Wan,
waar ook een slachting wordt ver
wacht, want de Turken maken er zich
gereed om de straten te beschieten.
Koerden hebben het Perzische dorp
Kotoer aaDgetast, maar het garni
zoen van het fort wierp ze terug.
Gewapende benden Armeniërs trek
ken van over de Perzische grens naar
Wan. Aanhoudend worden bloedige
gevechten geleverd.
Te St. Petersburg is men niet te
vreden met de weigering van Sultan
Abdoel Hamid betreffende de ver
sterking der Europeesche wachtsche
pen in de zee van Marmora.
Tenminste de correspondent van
de Indépendance Beige te St. Peters-
burg seint van 1 Deo „De aarze
ling des Sultans in deze quaestie
maakt hier een ongunstigen indruk
Alle bladen keuren de houding der
Porte af. De Novosti betoogt, dat
de Sultan spoedig zijn verzet zal
moeten opgeven, indien hij althans
zijne positie niet veel erger -wil
maken."
Verder blijven de berichten tegen
strijdig. Zoo o. a wordt uit Rome
geseind aan de Matin„Daar de
Sultan zijne toestemming heeft ge
geven, is het aiviesjacht Archimedes
de Dardanellen reeds gepasseerd en
bevindt zich in de zee van Marmora."
Tegelijkertijd ech<er wordt uit Lon
den aan de New- York herald gemeld
„Daar de zaak no? steeds hangende
i-, keerde de Engelsche kanonneer
boot Dryade, die nanr de Dardanel
len was gezonden, terug naar het
Engelsche eskader, dat zich bij Sa-
I niki bevindt."
Men komt daardoor dus niet veel
verder. Volgens den Londenschen
correspondent van de Eclair is er
daar nog niets van bekend, dat een
der Europeesche oorlogsschepen reeds
de straat der Dardanellen is doorge
stoomd.
Te Post is het gerucht in omloop,
dat de regeeriDg er over d9nkt om
tot ontbinding van de Kamer over te
gaan. Wel is waar, verklaarde de
minister-president, baron Banffy, on
langs, dat hij alleen tot een dergelij-
ken maatregel zou overgaan, indien
hij daartoe door buitengewone gebeur
tenissen werd genoodzaakt, maar nu
wordt beweerd, dat de heftige oppo
sitie, welke de clerioalen sedert eeni-
gen tijd tegen de regeering voeren,
tot een ontbinding der Kamer kan
leiden, voordat het mandaat der afge
vaardigden is geëindigd.
De prinsen Ferdinand en Charles
de Bourbon, zoons van den graaf van
Caserto hebben verlof gevraagd om
als artillerie officieren te mogen deel
nemen aan den veldtooht op Cuba.
Men verwaoht dat 6000 Spanjaarden
uit Algerië zioh als vrijwilligers bq
het leger op Cuba zullen aansluiten.
Te New-York is een groote meeting
gehouden om sympathie te betuigen
i voor de opstandelingen. De meeting
ging uit van een Cubaansche club en
de meeste aanwezigen waren ook
Cubanende hoofdredacteur van dé
Sun leidde de bijeenkomst en hield
ook de voornaamste rede. Er werden
brieven voorgelezen van de gouver
neurs van Colorado, Texas, Wisconsin
en Noord-Dakota, den senator Chan
dler en den industrieel Carnegie, die
allen de wenschelqkheid van de onaf
hankelijkheid van Cuba betoogden.
De meeling besloot, president Cleve
land en het congres uit te noodigen,
de opstandelingen te erkennen als
oorlogvoerende partij.
STA i)SNISU WS
eersteen derde pagina
Haarlem, 2 December.
Door mej. B. Buysing Damsté
wordt ontslag gevraagd als onder
wijzeres aan de 2de Burgerschool te
Haarlem.
Voordraoht voor onderwijzer 3e i
kl. aan school D: A. J. Huese, Bloe
mendaal, W. de Boer, Zaandam, A. j
Franse, Heemstede.
Het Vliegend Wiel.
Behalve de gewone uitvoeringen j
met bal, heeft het bestuur van boven
genoemde vereeniging, dat er altijd
op uit is om het genoegen der leden
te bevorderen, besloten om ook
eenige lezingen te doen houden. De
eerste dezer lezingen had Zaterdag
avond plaats. Als spreker trad op de
bekende, zoo populaire acteur, de heer
C. P. T. Bigot.
Men zal begrijpen dat onze ver
wachting hoog gespannen was. Wij
hadden den heer Bigot reeds zoovele
malen bewonderd, dat wij het zeer
waardeerden hem nu eens een ge-
heelen avond te mogen hooren in
verschillende voordrachten, waarin
hij zeker wel met zijn talenten woe
keren zou. Ronduit gezegd, de ken
nismaking met Bigot als spreker heeft
ons bizonder veel genoegen gedaan
en ODze verwachting niet teleur ge- j
steld.
Het programma was uit een acht
tal nummers samengesteld, gedeelte-;
lijk ernstige, gedeeltelijk luimige j
voordrachten. Het eerste nummer van
het programma „de laatste oogen-j
blikken van een tooneelkapper" gafj
den Heer Bigotde gelegenheid te
toonen over welke talenten hq te
beschikken heeft. Wanneer hq, afge
wezen door den vader van zijn meisje,1
besluit door kolendamp een eind aan
zijn leven te maken en dan een laatste
afsobeid neemt van zijn geliefde;
pruiken, kan hij de verzoeking niet
wee staaD, om 2ich nog even in
de rollen te verplaatsen, waartoe
de versohi'lende pruiken gediend;
hebben en wanneer hij dan!
opkomt als Harpagon uit „deVrek"!
van Molière, dan is de verandering
van gelaatsuitdrukking zoo volkomen, j
dat men hem niet herkend. Buiten
gewoon goed stelde hij ons dit ka-1
rakter voor; aangrijpend schoon
was ook de wijze waarop hij in
het karakter van den Ouden Vader,
eene scène uit „Myn Leopold" ver
tolkte, doch als hij ten slotte eenige
gesohiedenisjes vertelt, die onvermij
delijk gevolgd moeten worden door
zyn overbekend „Mensch, erger je
niet'' dan schatert het publiek van
het lachen.
Alle door hem gehouden voor
draohten aldus te bespreken gaat
natuurlijk niet. Hoewel de spreker
een buitengewoon succes had en het
publiek den geheelen avond öf deed
schudden van het lachen, of het een
traan in het oog wist te toovereD, ver
dienen eene bijzondere vermelding
„In het voorvertrek van den minister"
en „Waarom ik zoo vroeg getrouwd
ben."
Waarlijk het Bestuur van „Het
Vliegend WieP'deed eene goede keuze
met den heer Bigot uit te noodigen
voor deze lezing. Genoemde heer
bezit de maoht om zijn auditorium
den geheelen avond zoodanig te
boeien, dat men het betreurt het uurtje
van scheiden te hooren slaan. De
heer Bigot schijnt als spreker nog
niet voldoende bekend te zijn, ware
dit het geval, de opkomst der leden
zoude voorzeker nog grooter zijn
geweest. Wq twijfelen er niet aan of
hq zal met den avond van Zaterdag
het qs gebroken hebben en wanneer
hij weder in Haarlem komt, een
grooter aantal toehoorders om zich
heen zien. De aanwezigen van Zater
dag gaven herhaalde'ijk de ondub-
belzinnigste bewijzen van groot en
bijval.
Een warm woord van hulde aan
het bestuur van het Vliegend Wiel
is hier voorzeker op zijn plaats. Met
dezen voordrachtenavond heeft het
opnieuw een duidelijk bewijs gegeven
dat het ailes wil aanwenden, om het
den leden recht aangenaam te maken.
v. E.
BINNENLAND,
Haagsche Brieven.
XLVII.
11 ny a pas dire de kinderen
spelen in deze dagen een belang
rijke rol.
Niet alleen in de Tweede Kamer
ODzer Sta ten-generaal. Hun invloed
op de heffing van de personeele be
lasting heb ik dezer dagen al in het
breede terteld. En ik zou er niet op
terugkomen, ware het niet, dat van
enkele zijden de opmerking is ge
maakt, dat voor het amendement van
den heer Bahlmann, om voor elk kind
5 pet af te trekken, bij voorkeur ge
stemd is door die leden der Kamer
die groote gezinnen hebben.
Ik ben niet bekend met de fami
lieomstandigheden van alle leden der
Kamer, maar ik weet toch, dat onder
de tegenstemmers versohillende va
ders van gezinnen waren, zooals de
heer de Beaufort. Waar tegenover
staat, dat er ook waren onder de voor
stemmers, zooals de heeren Rink en
Kuyper, die met tamelijk veel kin
deren moeten gezegend zijn. Maar ik
vind het verkeerd, dat zulke dingen
worden gezegd men mag, dunkt mij,
voldoende vertrouwen stellen in de
probiteit, in de onbaatzuchtigheid
onzer staatsliederen, om tegelooven,
dat zy van eigen belangen hun stem
niet afhankelijk makeD. Erkent moet
echter worden, dat zij daartoe geen
aanleiding moeten geven. Zoo is net
elkeen opgevallen, dat dr.Kuyporin
de Kamer verscheen na een afwezig
heid van bijna drie maanden.
Ware hij niet gekomen dan
zou hij juist ingevolge de wettelijke
bepalingen, een trimestre van de jaar-
lyksche vergoeding, d. i. 500 gulden,
hebben verbeurd En aangezien zijn
aanwezigheid in de Kamer door re
denen van partij-politiek niet werd
gevorderd, ligt het eenigszins voor
de hand, dat men zich verwonderd,
afvroeg: kwam hjj nu voor het amen-
dement-Bahlmann of voor de 500 pop?
Sauver les apparenccs is ook een
kunst, een kurst die Staatslieden en
regeerders dienen te verstaan.
Om in dezelfde gedachten-lyn te
blyven. Met verbazing, met veront
waardiging zelfs is het bericht ver
nomen, dat de Reg. de conversie on
zer 3 pet. schuld aan een consortium
wil opdragen. De socialistische bla
den hebben al eenigen tijd geleden
voorspeld, dat dit zou gebeuren, onder
bijvoeging van min v.'eieudecocclusies
aan het adres der Ministers. Ik behoef
zeker niet duidelijk te maken wat zij
bedeelden; men herinnert zich de
praatjes die geloopen hebben over
de conversie-Bloem. En nu niet al
leen om den schijn te vermijden
maar, ook naar het oordeel van zeer
bekwame financiers, om zuiver finac-
cieele redenen en om redenen van
staatsbelang, had de Reg. van de hulp
van een bankiersconsortium moeten
afzien.
Nu, tot de kinderen terugkeerende, ik
zeide, dat zij dezer dagen een belang
rijke rol spelen. Niet alleen met het oog
op het St Nicolaasfeest, dat immers
een kinderfeest is bij uitnemendheid,
een feest waarvoor in den Haag, naar
de schatting van handelslieden, een
paar ton goud wordt besteed. Zonder
voorbij te zien de leer, dat ieder op
zijn beurt producent en consument
is en dat dus van een dergelijk
belangrijke uitgave het algemeen pru
fiteert doet het toch eenigszins
smartelijk aan als men ziet, dat een
zoo enorme som voor uitgaven van
weelde wordt besteed, terwijl, inzon
derheid door arme kleinen, nog zoo
veel gebrek wordt geleden. Daarvan
toch het is gevolg de oprichting eener
vereeniging van onderwijzeressen en
onderwijzers tot het versohaffen van
kleedingstukken aan arme school
gaande kinderen. En hier geldt het
nog maar alleen ce gul on voit. Want
van ce que Von ne voit pas, vertelt dr.
Ruyach, inspecteur van het genees
kundig Staatstoezicht, in de bladen
iets, dat inderdaad hard is. President
van het zg. Volksblad, verklaart hij
met genoegen dat daarvan steeds
meer gebruik wordt gemaakt, maar.
I „Maar ook deelde onze badvrouw
mij mede, dat zy maar al te vaak
de treurige ondervinding opdeed, dat
menig kind daar komt met een
hemdje in zoodanigen staat, dat h6t
weer aantrekken na het bad, om
verschillende redenen, niet meer mo
gelijk is, en ook, dat er somtijds
kleinen komen, die bq hot uitkleeden
talmen tot het hooge woord er uit
komt. dat zij geen hemd aan het li
chaam hebben."
Men m8g vertrouwen, dat zijn
beroep op de waarlijk eenige mild
dadigheid der Hagenaren verhoord
zal worden, vooral in die dagen die
herinneringsdagen zijn aan hem die
gesproken heeft het„Laat de kin
derkous tot mij komen."
De les die ongetwijfeld in deze
woorden besloten ligt is deze: dat
wil men de menschen verbeteren,
men met de kinderen beginnen moet.
Daarom heb ik ook met sympathie
de poging gezien, die hier zal be
proefd worden om het toezicht der
onderwijzers op de kinderen ook uit
te strekken buiten do school. De
bedoeling schijnt, dat de schoolhoof
den ook best:affend kunnen optreden
tegenover wandaden begaan voor het
aangaan of na het uitgaan van de
school, op straat. Ieder die de Haag
sche schooljeugd kent, zal het nut
hiervan inzien. Er is in dit opzicht
reeds veel verbeterd. De geregelde
veldslagen van de eene school tegen
de andere behooren reeds tot de
zeldzaamheden (gelukkig, want ik
behoef er maar aan te herinneren
hoe indertqd de jongens van de Tee
kenacademie een waar oproer in de
stad hebben veroorzaakt, waarbij zelfs
het optreden van huzaren, met de
blanke sabel, noodig was). Maar looh
wordt door de straatjeugd nog veel
i baldadigheid bedreven en dit tegen
te gaan acht ik de plicht van allen
die het wel meenen met de jeugd,
Dan zullen we misschien verlost
worden van die horden die vooral
des avonds de hoofdstraten onveilig
maken, meisjes en vrouwen molestee-
ren, vieze liedjes uitbrullen en niet
schromen het mes te trekken als
iemand het in zijn hoofd krijgt een
hunner hardhandig te oorrigeeren.
Dan zai misschien de statistiek van
de misdadige jeugd minder schrik
wekkende cijfers vertoonen, dan zal
't wellicht niet noodig zijn, dat een
groot deel der zittingen van ons
kantongerecht wordt ingenomen door
de behande'ing van de gevallen van
dronkenschap.'
Ook ter beteugeling van het drank
misbruik kan de school veel bijdra
gen en indien de strijd tegen de
alcohol reeds op de school begOD,
dan zou het wellicht voor de geheel
onthouders onnoodig worden deB
Zaterdags avonds op onze groote
Markt propaganda te maken. Op het
goede doel, dat daarbij voorzit, ding
ik niet af; met genoegen constateer
ik bijv. dat van de melk en koffie-
teüt der geheel-onthouders op het
marktplein steeds meer en meer ge
bruik wordt gemaakt, ook door de
jeugd. Maar onze markt wordt niet
bezooht door de élite der Haagsche
maatschappij. En op een kwaden dag
konden er eens klappen vallen
Enfin, gebeurd is dat nog niet.
H. A. GANUS Jr.
Parlementaire Praatjes.
De Tweede Kamer keerde Vrijdag
middag reeds om half een huiswaarts
de verdere beraadslagingover het
personeel stakend totvermoedelijk
half Februari.
Dat gebeurde zóo:
Naar het fransch
van
ETIENNE ENAULT.
HOOFDSTUK X.
|3i)
„De engel Gabriël vertrok nogmaals om het bevel ten
mitvoer te brengen. Het gevolg was, dat toen de kolen
brander na zijn werk te hebben verricht, zijne woning
naderde, hij hevig ontstelde toen Ihij nogmaals deze
woorden hoorde„Knol, moordenaarKnol, moorde
naar Hij keek vanwaar deze kreet kwam en zag met
Verbazing, dat die kwam uit den keel van eene merel,
op een grooten olm gezeten. Hij ging haastig zijn huis
binnen, begaf zich te bed en sliep slecht dien nacht.
„De volgende dagen sprak de vogel hem steeds toe
sn de kolenbrander ontvluchtte hem. Maar eindelijk
gjttaakte zich weer woede van hem meester; hij haalde
ijeen oud geweer van den wand boven den schoorsteen,
«lï>3. op d3 merel en deed ze voor zijne voeten dood
neer vallen. Maar steivende zeide de merel nog voor de
laatste maal „Knol, moordenaar
„Zooveel tegenstand en verhardheid was den goeden
Go l te veel. Hij zeide nu tot den engel Gabriël„Ga
spoedig aan de ruischende beek, aan den zachten wind,
aan den rommelenden donder leeren steeds te herhalen:
Knol moordenaar Knol moordenaarIk zal den onge
lukkige, die mij durft trotseeren, t ot het uiterste bren
gen".
„De engel Gabriël verlrok opnieuw om het bevel ten
uitvoer te brengen. Dit geschiedde zoo goei, dat de
kolenbrander geen voet kon verzetten zonder dat eene
stem in het water, in den wind, in den mist hem on
meedogend toeriep: „Knol, moordenaarKnol moorde-
naarl" Toen voelde hij zich overwonnen. Hij werd
ernstig ziek, bekende zijne schuld, had berouw en gaf
den geest".
„Ik vind die legende zeer mooi en oorspronkelijk",
zeide Camille. „Zij heeft een diepen zin, want zij be-
teekent dat zelfs hier beneden God gerechtigheid oefent
indien de mensohelijke gerechtigheid daarin te kort
schiet."
„Was ze je bekend? vroeg Bamalec aan Maxime."
„Neen," antwoordde deze kortaf en met eenigzins dofie
stem.
„Je ziet dus hieruit liefste," antwoordde de jonge
vrouw vroolijk, „dat het niet goed iB om met je ge
weten te gaan strijden, want als het noodig mocht zijn
zou zelfs de geheele natuur daar voor sDreken."
Maxime bewaarde het stilzwijgen. Hii was bleek ea
somber geworden. Als Camille hem op dat oogenblik
in het gelaat had gezien, dan zou zg zich bezorgd heb
ben gemaakt over de verandering, die er had plaats
gegrepen, en waarvan zij de oorzaak zeker niet had
vermoed.
Kon Maxime zelfs eene verklaring geven van die zon
derlinge ontroering bij het hooren van eene bretagni-
sche legende Immers nog geen uur geleden, had hij zon
der eenig gevoel van vrees of aarzeling de kamer betreder),
waarin zijn oom was gestorven onder het uitspreken
van die vreeselijke woorden! Immers, eenige minuten
daarna was hij kalm de kamer binnengetreden, waarin
eene geheimzinnige stem_ de zoo beschuldigende woor
den had herhaald! En nu verdween zijne zedelijke
kracht eensklaps voor eene eenvoudige, wijsgeerige dis
cussie, voor eene kleine vertelling, een sprookje, dat
zijn ontstaan te danken had aan de bijgeloovige ver
beeldingskracht van den een ©f anderen bretagni6chen
boer Dit komt hier van daan, dat de mensch met hoeveel
vastberadenheid en geestdrift ook begiftigd, slechts eene
bepaalde hoeveelheid kracht bezitals hij die hoeveel
heid verbruikt in een hevigen strijd, bemerkt hij ten
slotte ontwapend en, niet meer in staat te zijn de
onverwachte slagen hem door zijn zichtbaren of onzicht-
baren vijand in een onverhoedschen aanval toegebracht,
te weerstaan.
Dit was ook met Maxime het geval. Hij had zich
geweld aangedaan om het verwachte gevaar te weer
staan. "Vervolgens was de toestand van verzwakking
gekomen en hij had bemerkt niet meer in staat te zyn
om kalm een OEverwanhtfin ««rival van Viat tnaval Hot
noodlot, af te wachten.
Het verbaal van Bamalec had meer indruk op
M. xirne's geest gemaakt dan men zou denken. Was
het niet in verdichten vorm de aangrijpen le geschie
denis van hetgeen hem na het verbranden van het
testament was weervaren Ongetwijfeld gold het hier
niet dezelfde feiten, maar de omstandigheden vertoonden
veel overeenkomst. Evenals de kolenbrander Knol had
bij den dwang der wroeging van zich willen afschudden;
evenals de kolenbrander Knol, had hij aan geheimz'n-
nige vervolgingen bloot gestaan evenals de kolenbrander
Knol wellicht, moest hij als slachtoffer vallen in dit
duel van den menscheujken tegen den goddelijken wil.
Hij was in deze gedachten verdiept, toen Camille zijn
stilzwijgen en somberheid opmerkte.
„Waar denk je aan?" vroeg zij hem zoowel verbaasd
als ongerust.
„Ik o, aan niets, heuse h,* stamelde hij.
„Je ziet er zoo afgetrokken uit?" vervolgde de jonge
vrouw.
„Wel komaan maar toch
„Maar toch," viel Bamalec hem lachende in derede,
„ik keek ook juist r.aar je en meende op mijn woord
van eer, dat je dacht over het maken van je testament."
Maxime wilde juist antwoorden, toen hij een door
dringenden kreet uitte, alsof een adder hem had gestoken.
Eene stem, die uit den hemel scheen te vallen, had
deze sombere woorden gefluisterd:
„De ellendige 1 hij heelt het testament verbrand 1"
Wordt vervolgd.)