BBENSBISSLiaB
Aan de orde was art. 14 (haard
steden) waarbij de belasting wordt
berekend naar het getal haardsteden
van ieder perceel mtt meer dan één
haardsteden.
Voor elk vertrek, dat in het belas
tingjaar op éeu of meer dagen vóór
1 April of na 31 Ootober wordt ver
warmd, wordt éan haardstede ge
rekend.
De gangen, portalen en trappen
van een perceel worden te zamen
voor éen vertrek gerekend.
Als verwarmd wordt besohouwd
het vertrek waar zich een haard of
andere vaste stookplaats, een kachel
of ander stooktoestel of een warmte-
leider bevindt, wanneer een en ander
kan worden in gebruik genomen
zonder dat eenig metsel- of pleister
werk geheel of gedeeltelijk wordt
verwijderd of beschadigd.
Indien een stooktoestel is geplaatst
in de afscheidiog tussohen verschil
lende vertrekken, wordt elk dezer
vertrekken als verwarmd besohouwd.
Toestellen, die gebruikt worden
zonder afvoer in een schoorsteen of
in de open lucht, blyven buiten aan
merking.
Terwyl nu de heer Pyttersen voor
stelde om twee haardsteden vrij te
stellen, wilden de heeren Pijnappel
en Rink de laatste zinsnede van het
art. doen vervallen, op grond dat
eigenlyk niet de haardsteden maar
de verwarming belast werd en men
die dus ook moest belastei waaneer
zy geschiedde zonder afvoer (gas
kachels by v.), wat bovendien schade
lijk was voor de gezondheid en dus
moest worden tegengegaan.
De heer Farnoombe Sanders, die
meende dat in het art. van .afvoer
van verbrandings-produoten" moe-t
worden gesproken, noemde dit amend,
sentimenteel. En onjuist bovendien,
want elko gasvlam gaf warmte en
men zou dus een gaslamp evengoed
kunnen besohouwen als een gas
kachel. Ja zelts een petroleumlamp
zeide de heer van Dedem die
meende dat een ketel kokend water
ook wel een vertrek verwarmen kon
en dus het amend Pijnappel—Rink
bestreedt, doch ook het amend. Pyt-
tersen. omdat de wet zelf reeds vol
doende vrijstelling gaf. Bij de tegen
standers van het amend. Rink—Pijn
appel voegde zioh nog de heer
Lohman.
Maar 'twas de heer Borgesius die
de werkstaking uitlokte. Hij gevoelde
veel voor het denkbeeld van vrijstel
ling van twee haardsteden. Doch daar
van zouden ook kunnen profiteeren
degenen die eigenlijk heel goed betalen
konden. En nu had hij een ander idéé
hy wilde een aftrek voor haardsteden
in overeenstemming brengen met art
18 waarbij bij zekere huurwaarden het
mobilair wordt vrijgesteld. Dan ver
viel het verband met art. 15, dat ge
lyktijdig aan de orde was gestelden
dat bepaslt, dat waar geen belasting
naar dehuurwaardewordtbetaald,geen
belasting verschuldigd was voor de
haardsteden. Er was ook nog iets
anders men kon bijv. viijstelling van
de haardstedenbeDsting geven bij
huurwaarden die anderhalf maal de
minima van art 12 bedroegen. Zooals
men ziet zouden door deze denkbeel
den inzonderheid de laagst-aangesla-
genen worden gebaat (de midden
stand wordt door den heer Borgesius
bedacht bij zijn amend, over het tarief
voor de haardsteden).
Op den voorgrond stelde de heer
Borgesius, dat hij nog niet kon zeg
gen, wat zijn denkbeeld kosten zou.
Welnu, voor dat denkbeeld scheen
ook de heer de Beaufort, die namens
de C. v. R. het amendement Pijnap
pel al3 in de practjjk te bezwarend
bestreedt, wel iets te voelen. Hoe
dacht de Minister er over
Ja zeide de heer Sprenger van
Eyk er is wel iets aantrekkelijks
in het ïdeé. Maar ik kan er zoo da
delijk geen opinie over zeggenik
moet aan 't cijferen. En dus vraag
ik uitstel.
Tot dat uitstel nu werd zonder be
zwaar besloten.
DinsdagStaatsgrooting.
Stenographen en verslaggevers kon
den dus au grand complet zyn aan
de overzijde van het Binnenhof, in
de Eerste Kamer, waar de Indische
begrooting werd gehandeld. Tegen de
verwachting omdat men met het
oog op de ongesteldheid van den
heer Fransen van der Putte uitstel
verwachtte. En tegen de verwach
ting ook, dat er nog gedebatteerd
werd, wat evenmin voor waarechijn
lyk werd gehouden.
En, zoo als 't gewoonlijk gaat als
men denkt, dat niemand tets te zeg
gen heeft de begrooting liep niet
eens af.
Zoo hield de heer Muller een
merkwaardige en lange be
schouwing over de befaamde duiten-
quasstie, voor welker oplossing hy
evenwel de proef met de opiumregie
niet in gevaar wilde brengen.
Zoo waakte de vice-admiraal van
Alphen voor de Ind. marine, door
aan te dringen op versterking der
vloot en van het auxiliair eskader.
«oo besprak de heer Pynacker
Hordijk het algemeen regeeringsbe-
leid, natuurlijk goedkeurende de
maatregelen waartoe hy zelf, als gou
verneur-generaal de voorstellen had
gedaan, maar betreurende, met een
verwyt van reactie, dat andere maat
regelen uitbleven. Hy somde die op.
En hoewel voorstander van een stelsel
van decentralisatie, meendo hij toch,
dat de Min. van kol. in dit opzicht
geeu b'.aam verdiende, omdat dit wel
aan den tegenwoordigen gouv.gen.lag
De Minister meende, in zyn ant
woord, dat er geen haast was bij een
herziening van het regeeringsregle-
ment (een der punten waarop de heer
werkt. De Min. was geen hervormer
omdat hij niet inzag dat 't noo-
dig was.
Men lachte een beetje.
Kalm ging de Min. eoliter voort
met te betoogen, dat hij een tegen
stander was van decentralisatie van
bestuur gelijk hij dat ook in de
Tweede Kamer deed. Een mijnwet
voor Indië men kon die niet uit
zijn mouw schudden. Regeling der
politie ook al een oude koe
was een moeilijk onderwerp en kost
baar.
Aan de duitenquaestie had de Min.
de hand geslagen.
Zaterdagochtend om half elf voort
zetting.
Het was nog een tamelyk lange
zitting Zaterdag, die van de Eerste
Kamer, alvorens zy tot nadere by-
eenroeping, d. w. z. tot na KerstmiB,
uiteenging.
Daar ik vandaag dubbele plaats
ruimte noodig heb, zal ik zeer kort
zyn over het voortgezet debat over
de Indisohe begrooting. Vermelding
verdient een uitvoerig betoog van
den Noordhollandsohen afgevaardig
de, den heer Rahusen, ten gunste van
afschaffing van de besoherming der
bietsuikerindustrie die werkt al3 een
uitvoerpremie en daardoor depecria-
tie veroorzaakt van do suifcer in
Indie. Z. i. werkte deze bescherming
depreoieerend en noodlottig voor het
product. De heer Wertheim, een ander
Noordhollandsoh afgevaardigde, be
streed dit betoogmet het aangege
ven middel was de Indische suiker
industrie niet te helpen en bovendien
stelde hij uitvoerig in het lioht, dat
besoherming van de bietsuiker, hier,
zoowel als elders, noodzakelijk was.
En ook de Min. van Kol. gaf toe,
dat het middel van den heer Rahusen
alleen kon helpen als het in alle
suikerproduceerende landen tegelijk
werd toegepast.
Twee interpellaties vormden de
hootdsohotels van het menu.
Eerst die van den heer van Swin-
deren, die, wijzende op het belaog
van onzen boterhandel op Engeland
(uit Friesland alleen 11 millioen kilo
per jaar), verontrust was, door de
mededeehng, dat vervalsobing van
onze boter op de Engelsche markt
was geoonetateerd en de vraag stelde
of de Min. van Buitenl. Zaken ook
al iets wist van de gestie van de Ned.
K. v. Kooph. te Londen. De minister
Roëll was volledig op de hoogte.
Vervalsching was, in de tweede helft
van Nov., geconstateerd. Het was
moeilijk te zeggen hoe en in welke
mate, omdat de analyse zoo moeie-
lijk was. De Reg. had nu den heer
v. d. Sande, van het proefstation te
Hoorn, naar Londen gezonden om
een onderzoek in te stellen en zij
zou ook verder diligent blijven.
Dit antwoord verdiende stellig het
woord van dank dat de heer van
Swinderen uitsprak, verzoekende, dat
de Reg. de Kamer ook verder zou
inlichten.
De tweede interpellatie betrof een
Noordhollandsch9 zaak bij uitnemend
heid, den toestand van de duinen
tusschen Callantsoog en den Helder,
die zeer veel te wenschen overlaat.
De heer van TienhoveD, die de
interpellatie formuleerde, gaf eerst een
historisch overzicht van het ontstaan
van den „kop van Noord-Holland",
thans de polder „het Koegras" en
van de wyze waarop de smalle strook
tegen de zee werd beschermd, door
zeeweringen en duinbeplanting; in
1819 werd het onderhoud der van
Rijkswege aangelegde kunstwerken
aan de provincie Noord-Holland op
gedragen tot 1876, toen het weer
door den Staat werd overgenomen.
Nu hebben de stormen in de laatste
jaren de duinen bij Callantsoog
do grens van den polder zeer
doen afnemende toestand werd ge
vaarlijk en 'tRijk antwoordde, dat
voorziening lag op den weg van den
polder, wiens greus echter liep tot
den voet van de duinen binnenduins.
Verleg dan de grens naar de buiten
zijde, zei de Regèering, maar Gede
puteerde Staten wezen dit af en
meenden,dat de staat voorde zeewering
te zorgen had. Neen, zei de R9g.,
de Staat is sleohts verplicht tot
onderhoud van die kunstwerken, die
in 1876 van de provincie zijn overge
nomen. Wie wa3 er dan toe verplicht
Niet de provincie, niet de polder
CallaDtsoog, dat erkende de Reg.
Maar Ged. Stalen moesten het regelen
deze wezen die verplichting af omdat
de Staat het opperbestuur heeft.
Een administratief geharrewar
waaraan de zee zioh niet stoorde.
De Reg. wilde een nieuw waterschap,
maar de Prov. Staten zagen er geen
reden voor; de Slaat moest optreden.
Eindelijk voteerden de Staten f 50 000
voor een deel der werken, zonder
erkenning van de verplichting daartoe,
maar nu kan 'twerk niet worden
uitgevoerd om een quaestie van den
eigenaar der duinen met den Staat...
over het jachtrecht. En inmiddels
loopen de kust, 'tNoordholl. Kanaal,
de spoorweg gevaar.
Wat zou de Reg. doen? Uit haar
kluis van onthouding treden Een
regeling treffen
De Mm. van Waterstaat zeide een
heele boel, ook een heele massa dat
we niet verstaan kondeD. Hij zei dat
de toestand sleoht, het historisch
betoog van den heer van Tienhoven
goed, het standpunt van onthouding
der Reg. juist was. De onderhouds
plicht was niet geregeld. Als men
nu maar eerst de voorloopige quaes
tie uit den weg had en daar werd
moeite voor gedaan dan zou, voor
de rest, gestreefd worden naar een
bevredigende regeling, bqv. met het
verleenen van een Staatssubsidie.
Niet geheel bevredigd door dit
beloofde bij de begrooting op deze
zaak te zuilen terugkomen.
Als de zee nu in dion tussobentyd
zich maar kalm houdtMaar zoo'n
zee heeft in 't geheel geen begrip
van onderhoudsplicht en dergelijke
dingen 1
Onder de Zaterdag aangenomen
wetsontwerpen bohoort dat betreffende
het landbouwonderwijs en tot onteige
ning tot verbetering van de vaart
tusschen den IJsel en de ringvaart
van den Haarlemmermee-polder.
G. Jr
H.H. M.M. de Koninginnen maak
ten Zaterdagmiddag ieder afzonderlijk
een rijtoer door de omstreken der
residentie.
tussohen
Haarlem en Heemstede.
Hedenmiddag te 1 uur vergaderde
voor de tweede maal de Commissie
uit de burgerij in zake de grensre
geling. Zooa's men weet was de ver
gadering verdaagd, ten einde nader
te worden ingtliht ontrent de
financieële gevolgen, die het ont
werp van Ged. Staten hebben zal.
De Burgemeester fungeer te weer als
vooizitter; Mr. F. A. Bijvoet als
Secretaris.
N i voorleaing en goedkeuring der
notulen deelt de voorz. mede, dat do
heer A. C. Lsa"e door ongesteld
heid verhinderd is de vergadering
bij te wonen. Buiten dezen was nog
afwe ig de heer D. A. Swens.
Op voorstel van den Voorz. wordt
besloten over te gaan tot een ge
heime vercaiering.
De openbare vergadering worlt her
opend te 3 uur.
De heer Jager Gerlings zou gaarne
het door hem gedane voorstel willen
intrekken en vervangen door een bij
na gelijkluidend voorstel, dat spreker
voorleest
„Van het Spaarne langs de Gast
huisvaart tot aan het Biauwbrug-
getje, vandaar langs de Kraaienhorst-
ersloot en de Emmauslaan tot den
Wagenweg, om vandaar de grens
scheiding volgende tusschen Vreden-
hof en Eindenhout over de Leidsche
vaart lange den weg naar Oost jrhout,
dezen westelijk te volgen tot aan het
punt waar hij de Houtvaart snijdt.
De reden dezer intrekking i3 deze
dat in de kaarten niet duidelijk uit
kwam hoe de grens lisp. Volgens
die kaart zou die eindigen bij de
SchouwtjeelaaD, terwijl feitelijk de
gemeente Heemstede wigvormig in
loopt bij de Houtvaart en voortsom
meer te zijn in den geest van hei
Raadsbesluit doch minder eischend.
Hierdoor krijgt men een vierkant
voor Haarlem, zoodat Haarlem aan
de eene zijde door Blosmendaal, aan
de andere zijde door Haarlemmerliede
wordt begrensd.
Dit voorstel zou spr. willen zien
gevoegd als de wensch dezsr Commis
sie aan Gsd. Staten ook wanneer dat
plan van G. S. mocht worden aange
nomen.
Dit voorstel wordt ondersteund.
De heer Van Royen wenscht eerst
uit te maken of de vergadering het
voorstel van Ged. Staten al dan niet
wil aanvaarden.
De heer Dr. Mulder geeft de ver
gadering een beperkter plan in over-
we?ing.
Mettertijd wordt een gevaarlijke
administratieve toestand geschapen
aan den Wagenweg met het oog op
't politietoezicht in den Hout. Spreker
stelt voor zich met het voorstel te
vereenigen behoudens latere annexatie
van 'tstuk tusschen Wagenweg en
Leidsohevaart.
Hiertoe stelt spreker de navolgende
motie voor
De commissie met belangstelling
kennis genomen hebbende van
a. 't ontwerp van bet tot verande
ring. b. tot dezer zake dienste ge
drukte stukken.
Htt ten zeerste bejammerende,
dat in gezegd ontwerp s'echts zoo
weinig aan Haarlem wordt toege
voegd, eischende naar ha <r oordeel,
't publiek belang en het behoorlijk
kunnen handhaven van 't gezag
sedert reed6 lang eene veel bree-
de:e uitzetting der grenzen teleur
gesteld dat o. a. niet in dit ontwerp
h opgenomen de uitbreiding van
Haarlem's grondgebied aan de
westzijde van den Wagenweg tot aan
en over de Lsidsche vaart, meent
in ca u de belangen van de gemeente
Haarlem 't best te behartigen door in
't gedane vcorstel te berusten en er
zich dankbaar maar niet voldaan
mie te vereeniger, zich ovenuigd
houdende, dat reeds binnen korten
tijd de ervaring zal doen blijken, dat
de reorganieatie van toestanden die
op den duur onhoudbaar zijn, e;ne
veel ruimer grensuitbreidirg van
Haarlem driogend en onmisbaar
noodzakelijk iF, ook om de onderwijl
hoogst waarsch'jnlijk aanmerkelijk
toegenomen uitgavenverkeerswegen,
rioieering, verlichting enz., behoorlijk
te kunnen dekken.
Door Dr. Van Roy in wordt nu
voorgesteld de navolgende motie
„Aoht de Commissie het voorstel
„van Ged. Staten wenschelijk en
„adviseert zij het aan te nemen
De heer Schurmann gaat mee met
de motie van den heer Jager Gerlings
Spr. is voor het voorstel van Ged.
S. niet eens dankbaar, dat is geen
uitbreiding. De begrooting heeft
mij daarvan niet teruggebracht. Me
neer Krelage heeft zoo mooi gezegd, het
is een huwelijk zonder echtscheiding.
Als we deze grensregeling aan
nemen, zitten we er aan vast.
Zien we later in dat hetna leelig is,dan
z tien we er alvast. Gelukkig dat aan
waarin men elkaar kan leeren ken
nen. Wanneer zelfs die verloving
al een dwaasheid is, is 't huwelijk
nog een grooter dwaasheid. Spr. zal
daarom vóór het voorstel-Gerlings
stemmen.
De heer Willemsen vraagt, of na
al de discussies dat wetsontwerp niet
in stemming kan worden gebracht.
Zeer vele leden zyn tegen het ont
werp gekant. Is nu stemming niet
wenschelijk, met opdracht van de
commissie van redaotie om daaraan
de hier geuite wenschen tot verbete
ring der grensregeling toe te voegen.
Op een vraag van den Voorz. ant
woordt de heer Jager Gerlings, d*t bij
natuurlijk gaarne zijn motie zou zien
aangenomen en verworpen het voor
stel van Ged. Staten, maar toch
meent dat wanneer bet laatste voor
stel wordt aangenomen het zijne daar
aan kan worden toegevoegd.
De Heer Krelage stelt een motie
voor, strekkende lot bijvoeging van 't
oo-telijk, maar niet van het westelijk
gedeelte van den Hout.
De heer Jager Gerlings licht zijn
plan nog toe. Al die moties verwate
ren de kwesties en komen op hetzelfde
neer. Enkele ontevredenen zeggen:
ik wensch de westzijde er bij, een
ander, ik wensch de oostzijde er bij,
maar de Raad wenscht nog de Koe-
dieflaan er bij door de Aardenhouts-
laan naar de H mtvaart. Dat is een
zeer groote eisch. Mijn voorstel om
vat de oostzijde van den Hout en de
westzijde van den Wagenweg. Spr.
begrijpt niet waarom Dr. Mulder de
eene en de heer Krelage de andere
helft wil. Dat verwatert de kwestie
en het zijn halve voorstel'en.
De heer Bertling meent dat op dit
oogenblik de vraag is of 't voorstel
van Ged. Staten door ons wordt aan
genomen of verworpen. Daarna komt
in stemming het voorstel van meneer
Gerlinge om dat n.l. als wensch te
voegen bij het beiioht aan Ged. Staten.
De heer Schiirmonn vraagt stem
ming over het voorstel-van Royen.
De zitting duurt voort.
Na een zeer lang debat werd
de motie—van R«y?n in stemming
gebracht. Tegen waren 18, voor 11
stemmen.
Onze3 inziens beeft zich hierm'de
de vergadering verkJatrd tegen het
voorstel van Ged. Staten.
Nog een derde vergadering zal wor
den gehouden.
De moord te Rotterdam.
De Rotterdamsche politie is ijverig
in de weer. Zoo hield zij te Amster
dam een 4Sjarig zeeman aan, die
echter na een verhoor te Rotterdam
onmiddellijk in vrijheid werd gesteld.
Omtrent Willem van Berkel, naar
wien door {de politie gezocht wordt,
deelt de N.Ii Ct. het volgende mede:
Van Berkel was reeds voor het
vinden van het lyk tweemaal op het
politiebureau in de Witte de With-
straat ontboden en daar ook versche
nen. Toen hij voor de derde maal
ontboden werd, verscheen hij niet,
en denzelfden dag dat het lijk van
den knaap ontdekt werd, veriiet hy
Rotterdam, medenemende alles wat
er aan geld in zyne woning aldaar
voorhanden was. Zijne vrouw, die hij
te Scheveningen achterliet, wist niet
waarheen hij zich begeven had. Om
hem op te sporen, vertrok een inspec
teur van politie naar Bremerhaven
en Hamburg.
Van Berkel heeft eenigen tqd geleden
den vader van den vermoorden knaap
geld te leen gevraagd en na diens
weigering enkele dagen daarna be
dreigingen geuit. Zaterdag was Van
Berkel, trots alle moeite, nog niet
gevonden.
De gerechtelijke schouwing van het
lykje van den verm orde heeft aan
het licht gebracht, dat hot kind eerst
ongeveer 4 of 5 dagen voor liet vin
den van het lyk vermoord is.
Een kennisgeving is aangeplakt,
waarin duizend gulden belooning
wordt beloofd aan hem die inlichtin
gen kan geven omtrent den schrijver
van den door de ouders van den knaap
ontvangen brief, zoodat daardoor de
dader kan worden aangehouden.
Ook Zaterdag hield den geheelen
dag ain de verschillende politiebu-
reaux de stroom van menachen aan,
die inlichtingen kwamen geven in
verband met den moord. Een uit
drager op de Rechter Roltekade woon-
aohtig, deponeerde zelfs een pak
papieren, waarvan het schrift volgens
hem met het handsohrift van den be-
wusten brief overeenkomt.
In den loop van den voormiddag
werd in de groote bus van het post
kantoor gevonden een met potlood
op de helft van eene oude, gebruikte
enveloppe gosohreven briefje van den
volgenden inhoud
Ik komt maandag in de stad Moo-
kem om het meisje te vermoord
schobberd.
Covernestraat (volgt eenig onlees
baar gekrabbel.)
Dit briefje, door den directeur van
het postkantoor ter beschikking van
den hoofdcommissaris van politie
gesteld, wordt als een hoogst afkeu
renswaardige zoogenaamde „aardig
heid" beschouwd.
Het schrift heeft oogenschijnlijkmet
dat van den bekenden brief niets
gemeen; nochtans zal het nauwkeurig
door deskundigen onderzocht worden.
By den hoofdcommissaris van
politie is des avonds uit Hamburg
een telegrafisch berioht ingekomen,
dat de gezochte Willem van Berkel
zich Zondag vrijwillig aan zijn bureau
zou melden.
Van de kleeding van den vermoor
den knaap is tot dusverre nog niets
gevonden.
De eohtgenoote van Van Berkelis
na haar verhoor by den heer Voor
molen ook door den rechtercommis-
De Tijd meldt:
Vry dagnacht heeft in het perceel
Rozengracht 70 te Amsterdam iemand
gelogeerd die er kamers gehuurd had
en beloofd f 150 te zullen betalen.
De man heeft op de bewoonsters van
het huis een zeer onaangenamen
indruk gemaakt. Daar echter aan
haar niets bekend was omtrent den
moord te Rotterdam, kwamen zij eerst
Zaterdagmiddag er toe te denken, dat
zij den moordenaar van dentieDjari-
gen Hoogsteden hebben gehuisvest.
Het signalement van den man, die
Zondagvoormiddag halftwaalf onge
veer aan het huis Rozengracht geko
men is, thuis gebleven en 's nachts
gelogeerd heeft, is als volgtkort,
ireed gezioht, poneyhaar, scheiding
in het midden, sluwe oogen, lange
oogharen, kuiltje in de kin, kort ge
knipte snor, middelmatige lengte,
hooge schouders, een goede dertiger
van leeftijd, een werkman, heerachtig
gekleed. Hy droeg een dun, kort
overjasje, blauw grijze broek, bruinen
hoed, die hem over de ooren zakte,
die hem niet scheen toe tebehooren,
glacé bandschoenen en geurde naar
parfumerie. Hij klaagde over koude
en pyn in den arm, hij had daar
„tooht gevat." De man vertelde aan
zijn hospita, dat hij zich wat haastig
te Rotterdam kleeren had gekooht,
omdat hij daar zyn kleederen had
weggegeven, daar de broek tot de
knieën bemorst was met modder;
het is te Rotterdam altijd zoo vuil.
Aan d© dochter des huizes zeide
hij dat hij van Rotterdam, aan de
moeder, dat hij van Antwerpen kwam.
Hij spreekt zacht en was schrikachtig
telkens als er aan de straatdeur ge
beld werd. Hy gaf voor in antiqui
teiten te doen, wat blijkbaar niet waar
was, want hij had er geen verstand
van. Hij vroeg f 13 te leen, doch f 8
was ook goed. Hij is vertrokken
zonder betaling.
De man heeft een brief geschreven
naar Antwerpen, en sohreel wel een
uur lang. Het adres is door ons op
gegeven aan den officier van justitie.
Er was een roode postzegel ophij
liet dien brief tegen 2 uur Donder
dagmiddag wegbrengen. De aanhef
van den brief was „Lieve Zuster",
hij schreef van koffers, zoetemelksche
bass en suoade. „Je weet wel, hoe
ik besta. A. van Dijk." Hij heeft den
brief laten lezen. In den brief zitten
veel taalfouten. Hij was zenuwachtig
en maakte den indruk zeer dom te
zijn.
Hij is eenmaal uitgegaan naar de
buitenzijde der stad. Hij was in zyn
manier van optreden niet fatsoenlijk.
Er zijn nog personen aangehouden,
die met mede-scholieren van den
vermoorden knaap geconfronteerd
werden.
In de Oranjeboomstraat werd Za
terdagavond een 10 jarig kind door
een man met een lange ruigs jas
verzocht, hem voor vyf cent den
weg te wyzon naar Hillesluis. 'Het
kind weigerde de politie werd dade
lijk verwittigd.
Bovenstaand bericht, waaraan in
verband met de gepleegde misdaad
waarsohynlyk niet de minste waarde
is te hechten, geeft blijk van de
ontsteltenis en zenuwachtige angst,
welke thans te Rotterdam heersoht.
En dat ook te 's Gravenhage vele
gemoederen onder den indruk zyn
van de gruwelijke misdaad kan men
daaruit opmaken, dat zich Zondag
een groote volksmenigte voor de
bewaarschool in de Hekkelaan ver
zamelde, toen zich aan die sohool
een man vervoegde, die een der kin
deren iets te vragen had.
Naar wij vernemen zal op Zaterdag
14 December a s. des namiddags ten
éen uur, in het gebouw van Kunsten
en Wetenschappen te Utrecht, eene
algemeene vergadering worden gehou
den, van den Oranjebond van Orde,
ter behandeling van de navolgende
punten
1. Algemeene herziening der statu
ten en 2. Verkiezing van leden van
het testuur van den bond.
Het stoomschip Dovermet de paar
den, olifanten en stieren van het
circus-gezel8ohap Corty Althoff san
boord, is Zaterdagavond omstreeks
half negen te IJmuiden binnengeloo-
pen. Vyf paarden waren onderweg
gestorven een zesde was stervende.
De Dover stoomde nog op naar Am
sterdam doeh werd eerst Zondag
gelost.
Een jonge vrouw, die haar man,
wegens diens slecht gedrag, bad
verlaten en daarna naar Dordrecht
was gekomeD en haar intrek geno
men had in een logement in de Wijn
straat aldaar, werd Vrijdag door
haren man bezooht die trachtte zioh
weder met haar te verzoenen.
Toen zij daarvan niets wilde hoo-
ren is haar man vertrokken doch
keerde tegen den avond weder terug
en stelde haar voor met hem mede
te gaan om stappen te doen tot ver
krijging van echtsoheiding. De vrouw
liet zioh bepraten en begaf zioh met
haar man op weg, doch ternauwer
nood op de straat gekomen, vatte hij
haar om den hals en bracht haar met
een mes een paar niet gevaarlijke
wonden in het aangezicht toe. Hevig
bloedende schreeuwde zij om hulp
zoodat de man het geraden achtte
zich uit de voeten te maken, terwijl
de vrouw zich naar het politiebureau
begaf, alwaar haar geneeskundige
hulp werd verleend.
Tegen den dader, die zioh inmid
dels naar Rotterdam heeft begeven,
is proces-verbaal opgemaakt.
{D. C.)
Een benarde positie.
Ruim 20 arbeiders, bezig met het
ontginnen van woeste gronden aan
het Tjengerkanaal, schaftten in eene
keet. Het was koud en daar de
oostewind vlak op de deur stond,
werd deze dichtgespijkerd en in de
hut een groot vuur aangelegd. On-
verwaohts ontstond er brand en de
personen konden de deur maar niet
open krijgen. De een kreeg brand
wonden hier, de ander daar, totdat
het hun eindelijk gelukte door het
dak te kruipen en zoo het brandende
perceel te verlaten.
Knust en Letteren
1 December '9-5.
Uit Amsterdam-
Circus Corty-Althoff.
Waar Maandagavond, bij het af-
soheid van Sohumann. men in de g
stallen zioh een weg moest banen, I
tusschen koffers en kisten ter ver-
zending gereed, daar stond het he h
den avond vol kisten en koffers, die e
ontpakt moesten worden. Maandag- f
avond hulde aan den vertrekkende,
hedenavond hulde aan den komende, i
Ja, Althoff met zijn gezelschap is
gekomen, wel is waar na heel veel f
wederwaardigheden, maar hij is tcch e
gekomen.
Men {weet, dat de voorstelling van
gisterenavond niet kon doorgaan,
daar het geheele gezelschap voor a
IJmuiden aan boord van de „Dover"" Sl
op zee dobberde en dat eerst heden-
middag tegen 5 uur, alles en allen s
in het gebouw aanwezig warende c
zeereis heeft Althoff zes zijner beste j|
paarden gekost; allen waren vermoeid,
dood-op, men moest zich behelpen
met het weinige, dat men nog had
kunnen ontpakken, maar toch ging
de voorstelling door voor een zeer
talryk publiek, dat direoteur en ar-
tisten hartelyk toejuichte.
Niet was alles zooals het behoort
te zyn en zooals het belooft in de
toekomst te zullen zyn, maar het ge-
heele publiek wist, wat het gezelschap t
was overkomen en dat het eers:
sinds een paar uur in het gebouw j
aanwezig was. De malheur'tjes, die
enkelen der optredenden overkwa- i
men, werden toegeschreven aan hun- t
ne vermoeidheid en hunne onbekend
heid met het terrein en dat was waar.
Men zag veel wat bekend mag liee-
ten, maar geheel oorspronkelijk mag
de dressuur genoemd worden van
het vryheidspaard „Inoroyable", dat
draaft, galoppeert, stapt, springt en
zelfs zioh met het meeste gemak om
wendt, niet in de manege maar op
de balustrade, die er om heen ligt.
Ook de mededeeling, dat de pauze
aanving, werd hoogst origineel „über-
mittelt" nl„ door een poney, die met
het woord „pauze" op den rug de
manége ronddraafde.
Uit wat men hedenavond zag. kan
men opmakeD, dat de circus Corty-
Althoff, wanneer artisten en paarden
weder „op dreef" zijn, tot een der
besten behoort die in de hoofdstad
zijn opgetreden.
B. A. B.
Leger en Vloot
De kapt. der mariniers J. M. Rip-
piDg is Zaterdag te Helder, terwijl
hij met den troep eene militaire wan
deling maakte, op straat door eene
beroerte getroffen, en eenige uren
later overleden.
Dit tragisoh sterfgeval wekt veel
deelneming, vooral daar kapt. Rip
ping een verdienstelijk officier en zoo
wel by zyn korps als daarbuiten zeer
gezien was. Hy werd 10 April 1875
als 2e luit. bij het korps aangesteld,
1 Sept. 1879 tot le luit en 16 Mei
1890 tot kapt. bevorderd.
Hy bereikte den leeftijd van 43 jaar.
Rechtszaken.
Voor de rechtbank te Arnhem
stond Zaterdag terecht W. G., arbei
der te Wiohen, wegens doodslag
op Jan Derks in den nacht van 27
Ootober, door ter gelegenheid van
eene ketelmuziek te schieten met i
ganzenhagel. De eisch is 4 jaren. De
verdediger mr. Maris pleitte vrijspraak
op grond dat beklaagde zou gehan
deld hebben tot wettige zelfver dedt-
ging. Uitspraak 10 December.
8EMEN8D NIEUWS.
Volgens de „Etoile beige" heeft het
leven van de Koningin van België in
ernstig gevaar verkeerd. Zij herstelt
sleohts langzaam van hare ziekte,
een longaandoening.
De begrafenis van Dumas.
De begrafenis van Dumas heeft
Zaterdag in allen eenvoud plaats ge
had, daar de overledene in zijn tes
tament uitdrukkelijk begeerd heeft
dat de pleohtigheid geen offloieel
karakter zou dragen.
Een groot aantal notabiliteiten op
politiek, letterkundig en wetenschap
pelijk gebied deden den schryver
uitgeleide naar zijn laatste rustplaats,
het kerkhof van Montmartre. De
slippen van het lijkkleed werden ge
dragen door de heerenRoujan,
direoteur van Schoone Kunsten, Vic-
torien Sardou, Emile Zola, Gaston
Boi8sier, Jules Claretie en Edouard
Detaille. De president der republiek
waa vertegenwoordigd door een offi-