- Uit dei oöilog net Mank. Toen Andrew Mac Clure dienst nam bij bet eerste bataljon Hooglan den was er niemand bezield met vas ter voornemen om vooruit te komen, dan bij. Zijn eerste streep verwierf bij in minder dan de helft van den ge woonlijk daarvoor bestemden tijd en allengs klom bij op, totdat hij zich sergeant-majoor mocht noemen. In vredoslijd kon hij geen hoop koeste ren, hooger te stijgen. Voor een gedeelte had hij die snelle promotie te danken aan de belang stelling en aanmoediging van luitenant Winter. Zq kwamen uit hetzelfde dorp, waren schoolkameraden geweest en vandaar, dat de officier hem de behulpzame hand reikte. Maar helaas, nog sneller dan Mac Clures stijging was zijn va). Hij kwam ploteeling en onverwacht, ala de bliksem uit een helderen hemel. De oorzaak was. een vrouw. De sergeant-majoor was tot over de ooren verliefd op zekere Nelly Graham, ter wier eere alleen kon worden gezegd, dat ze mooi was. Twee jaar waren zij verloofd, toen hij een anoniemen brief ontving waarin hem gemeld werd, dat zij in den laatsten tijd veel omging met een zekeren Dave Alton en zij te kennen had gegeven, dat zij met hem zou trouwer. Mac C ure kende dien Alton welhij was een gevestigd koopman, die eigen huizen bezat en laad en dus eene goede partij kon heeten voor een meisje, dat geen cent bezat. Aanvankelijk was het Andrew niet mogelijk de bedoeling van dat vree- Bel ij ke brielje goed te vatten. Toen werden rijn g-bronsde wan gen bleek en de brief viel uit zijn bevende vingers op den vloer. Buiten zichzell van ontsteltenis,"liep bij naar den kolonel om hem verlof te vrager, maar zo ader sabel, zonder muts en zelfs zonder zijn uniform toe te fenoo- per. Nu was kolonel Renfrew geen hardvochtig man, maar er waren er weinig in 't leger, die letten op de vormen zooals hij. Zoodra hg dus den onderoificier zag, frons: e hij de wenkbrauwen en toen deze op harts tochtelijke manier en met bevende stem om een dag verlof had gesmeekt, antwoordde zijn superieur sireng „Ik geef u zeer zeker geen verlof. Ga naar uw kwartier en kom mij niet weer op zulk een slordige oneer biedige manier onder de cogen „Maar kolonelzei Mac Cluie. „Stil," donderde de officier hem toe. „Ga onmiddellijk naar uw kwartier, of ik zal u voor den krijgsraad doen var chijnen wegeris dronkenschap." Deze bedreiging was niet zonder grond. Ongetwijfeld was menigeen veroor- oordeeld wegeos dronkenschap, die heelwat kalmer was dan Mac Clure. In een onbeschrijflijke stemming ging de man naar zijn kwartier terug.1 De hulp van zijn vriend Winter kon hij niet inroeper, omdat deze al' sinds een dag of wat met verlof was wegens ougesteldheid. Niemand kon' hij om raad vragen, want hij had altijd zijn hoofd zeer hooggehouden, maar het was hem niet mogelijk in onzekerheid te blijven en daarom Virliet hij dien avond de kazerne. Hij wilde niet deserteereri, niasr was bepaald voornemens den vol gorden dag terug te keeren en zijn straf te ondergaan. In een slemm ng die niet nader behoeft te werden beschreven, kwam hij aan het dorpje Winthorpe en ging recht naar de woning van Nelly Gra ham, waar hij het meisje zelf aan trof aan de deur. „Nelly," riep hij schor van aandoe ning en vatte baar bij den arm, „ik HAARLEMMER HALLETJES. Biii Zatsriagjvjndpraatjs. CCLXIV. De neutrale kiesvéreeniging „Bur gerplicht" heeft Woensdag blijs ge geven, dal 2ij niet alleen leeft in den zwoelen dampkring van den verkie zingstijd, maar dat haar pols ook kloppen kan in de irisschere atmos feer van het dagelijksch leven. In tegenstelling met andere kiesvereeni- giDgen die golyksn op ballons, welke met gas gevuld zich geweldig uitzetten en hoog in de lucht stijgen, maar na een korte poos weer inkrimpen en dan s!ap en leeg op de aarde terugvallen heeft Burgerplicht 2ijn bestaan voortgezet ook nadat de zaak der ver kiezingen afgeloopen en bijkans ver geten ie. Zij is zich gaan bemoeien met zaken van algemeen belang voor Haarlems burgerij en 2ij heeft die taak aangevangen met de rede van den heer Hijmaas over de gaFquaestie. De vraag of dat debuut gelukkig is geweest, kan dunkt mij bevestigend worden be&nlwotr), al ware het al leen omdat de lezing is bijgewoond door een talryk publiek. In een lijd als deze, nu de vereeuigingen die ge regeld vergaderen zoo talrijk zijn, nu bijkans iederen avond voor den burger van Haarlem de geleg nheid wordt geboden, zich door muzkk of kome diespel» te laton verstrooien, is het een streepje aan den balk waard wanneer een vergadering de publieke belangstelling in die mate trekt. De zes stellingen die door de aan wezigen bij acclamatie zijn aangeno men, kunnen teruggebracht worden tot éene motie, die aldus zou kunnen luiden„Do vergadering, t eboord de „inleiding en de debatien, verklaart „van oordeel te zijn, dat om ver schillende redenen eigen exploitatie „der veilichtingefabrieK te verkiezen „is boven concessie." Misschien was ook het beter geweest heb gehoord neen, het doet er niet toe wat ik gehoord heb. Zeg dat het een leugen is of ik bega een ongeluk I" Het meisje rukte haar arm los en d:ed verschrikt een stap achteruit. „Wat heb je gehoord?" vroeg zij, zijn blik vermijderde. „Dat je zult gaan trouwen met Dave Alton." Zij ging nog verder achteruit, tot dat zij den deurknop in de hand had en antwoordde toen uitdagend „Ik zal het niet ontkennen 1" Het volgende oogenblik was zij in de woning verdwenen en had de deur gesloten. Misschien zouden andere mannen met een minachtend schouderophalen huns weegs zijn gegaan, niet alzoo Mac Clure. Hij ontstak m hevige woede, voer heftig tegen het ontrouwe meisje uit, trachtte de deur in te slaan m9t zijn vuisten en ging ten slotte afgemat en vermoeid heen, met plannen voor een noodlottigen zelf moord in het hot fl. Drie dagen zwiert hij rond, half krankzinnig teen veranderde hij van gedachten. De reactie deed zich gevoelen. De zonde van een zelfmoord durfde hij niet meer aan 6n hij besloot als een man terug te keeren naar de kazerne en daar zijn Btraf te ondergaan Dat deed hij, kwam voor den krijgsraad en word wegens desertie van zijn rang ontzet en tot gewoon soldaat gede gradeerd. Op zulk een straf had bij niet ge rekend. Het verlies van de vrouw die hij lielhad en van de strepen te gader was meer, dan hij dragen kon. Nu spro 'g hij geheel uit den band. De man, die indertijd voor h6t heole regiment een voorbeeld van orde lievendheid en goed gedrag was ge weest, werd nu de losbandigste en elechtste soldaat. Heihaaldelijs kreeg bij straf en wanueer hij niet ia de cachot zst, was hij vaker drenken dan nuchter. Wel was zijn val snel en vreeselijk geweest. Zjo was de stand van zaken, toen luitenant Winter vau zijn ziekte her steld, weer bij zijn regiment kwam. Intusschen had kolonel Renfrew pro motie gemaakt, zoodat luitenant Win ter kapitein was geworden. In zijn compagnie was ook Mac Clure. De goedhartige officier was zeer pijiilqk getroffen door de degradatie van zijn ouden schoolmakker, maar hij liet hem a nvankelijk niets blijken. Van luitenaut Grant vernam hij de geheele historie. „Redrew was wel wat hard voor hem geweest," zei dei", „maar het gedrag van Mac Clure was dan ook een bedtnkelijk voorbeeld." „Dat is waar," gal kapitein Winter toe. Ik zal eens met hem prater). „Dat zal niet veel baten," antwoord de luitenant Grant. „Is heb hem eens vriendschappelijk toegesproken en hij antwoordde beleefd genoeg, maar aan zijn oogen kon ik zien dat hij dachtwaar bem.,ei jij je moe? dat is jou zaak niet." „Dat ia wel mogelijk, maar ik kan het toch niet aanzien, dat de arme kerel zichzelf zoo vergooit. Hoe ik het zal aanleggen weet ik nog niet, maar ik maak mij sterk dat ik hem er weer bovenop zal helpen. Luister eens, Grant, is wil honderd gulden verwedder, dat Mac Clure binnen twaalf maanden na heden weer ser geant zal zijn." „Top," riep luitenaut Graat. Drie maanden gingen voorbij. Mac 1 Clure wa3 wat nedaarder geworden en had geen nieuwe straffen opgekro pen, maar hij was nog altij l stil en nor ch, peinzende over zijn degradatie. Het scheen alsof kapitein Winter niet gemakkelijk de weddingschap zou winnen. mon zich tot zulk esn eenvoudige uitspraak beperkt en zioh niet de weelde veroorlootd had van een half dozijn verklaringen, die alle voort vloeiden uit het éene beginsel„eigen exploitatie boven coneessie.''K&righeid en beknoptheid zijn in deze gevallen deugden en men kan over me stelling veel gemakkelijker een zuivere stem ming van de vergadering verkrijgen dan over zes. Nu gebeurde wat wel te voo.zien was: deetc-liingenwerden bij acclamatie aangenomen en een stemming bij acclamatie is geen stemming. Had men een presentielijst neergelegd en da aanwezigen aan net einde der vergadering hoofdelijk laten stemmen, dan zou om maar iemand te noemen, de directeur der gasfabriek tegen hebben gestemd en zouden de leden van den raa i die present waren, zich denkelijk builen stemming heb ben gehouden. Nu li ten dezen de goedkeuring bij acclamatie maar door gaan omuat het toch maar een aanneming bij acclamatie was 1 Ik zeg dal niet orn aanmerking te maken, maar omdut het streven van Burgerplicht wezenlijk zoo nuttig is en daarvan beter resultaat te verkrij gen i3 dan een zoo luchtige stemming a:e deze. Het debat over den cokesprijs, do eenige quaestie waarover gediscus sieerd werd, had niet veel te betee- kenen en ik geloof, dat het den heer Hijmans zelf moet hebben gespeten, dat men hem niet door het opperen van meer bezwaren in staat hetfi gesteld, zijn denkbeelden nog nader toe te lichten. Er was toch wel een en ander te zeggen geweest. Zoo bijv. was de eerste stelling „dat de levering van gas bij gemeente-exploitatie altijd plaats kan hebben tot den laageten prijs", veel te slap. Van het standpunt van den inleider had er in plaats van kan, zal moeten staan. Voorts had men kunnen doen opmerken, dat de gasfabrieken die hij noemde als vcorbesiden van goudmij nen, in veel vroeger tijd waren opge richt, toen het gas nog geen enkelen concurrent had behalve petroleum; Doch er was verandering op til. Er we d een veldtocht georganiseerd tegen de Ashantijnen, waaraan het Hooglanders-regiment moest deelne men. Kapitein Winter was met andere officieren voor speciale diensten met een gemengde troepenmacht van Houssas en Fantees, inlandsche sol daten. Op zijn verzoek werd de vrij williger Mac Clure hem toegevoegd als ordonnans. „Ge zult de gelegenheid hebbsn om u te onderscheiden," zei de kapitein tot hem. „En mochtfze zich niet van zelf voordoen, dan zal ik wel een handje helpen om de gelegenheid te maken." Op zekeren dag verliet kapiiein Winter de langzaam voorttrekkende kolonne en ging vooruit met een handvol manschappen om het terrein te verkennen. Hij ging evenwel zóo snel vooruit, dat de vermoeide manschappen niet konden meekomen, zoodat toen hij den top van een heuvel bereikte, alleen Mac Clure bij hem was. Nauwelijks was hij boven, of bij ging haaatig achteruit, duwde Mac Clure terug en zei zachtjes„daar is de vijand. De nikkers hebben mij gezien en ze liepen als hazen om mij den terugtocht af te snijden. We kunnen ze niet bevechten, ik zal my dus overgeven, gij moet u verbergen en mij zoo gauw mogelijk met een gedeelte van den tr.ep komen ver lossen." „Neen, kapitein," zei de sr 1 laat. „Ik zal mij overgeven. Gij verbergt u, ik loop weg en zal de kerels wel zoolang laten draven dat gij den tijd hebt om weer bij den troep te komen." „Daar komt de oude Mac Clure weer boven," zei de kapitein barsch. „Gehoorzaam, of ik rapporteer je voor insubordinatie." Met wierp bij hem in het kreupelhout terug. Het wai tijd. Van alle kanten kwamen de Ashantijnen aanstormen en toen do officier als teeken van overgave zij a degen op den grond wierp, was hij in een oogenblik gegrepen en gebonden. De Ashantijnen dachten er niet aan den omtrek te doorz ieken, anders zouden ze Mac Clure zeker gevonden hebben. Na een korte be raadslaging namen zij hunnen gevan gene tusschen zich in en verdwenen ia het bosch. Vijf minuten later kwam Mac Clure voorzichtig uit het kreupelhout te voorschijn, keek rond of er gesn vijanden meer in de nabijheid waren en snelde toen weg, om het gebeurde te rapporteeren en hulp te halen voor de bevrijding van zijn kapitein. De kolonne was nog op marsch, met den aanvoerder aan 't hoofd, toen de soldaat met gescheurde kleeren, het gezicht bloedend door de scherpe do rens, hijgend van zijn snellen loop, te voorschijn kwam en uitriep„Kapi tein Mac Clure is gevangen, kolonel Mag ik twintig Houssas meenemen, dan kan ik de kerels aanvallen." „Zeker," zei de aanvoerder van de inlanclsche troepen.„Neem er maar zoo veel a's ge noodig hebt." Iq minder tijd dan noodig is om dit te verhalen had Mac Clure twin tig van de vlugste Houssas uitgeko zen en volgde het tr-.epje, onder de leiding van een Tantee, die als gids dunst deed, het spoor van de Ashan tijnen. Zoo gauw zo konden ging het voorwaarts, zoodat na een versnelde marsch van bijna een uur, do sol daten de vervolgden, die kapitein Wiater nog 8teeJ3 bij zich hadden, op een open vlakte in 't gezicht kregen. Onmiddellijk hielden de Ashantij nen halt. Hun aanvoerder kwam naar voren en wees nu op kapitein Win ter, dan weer op de vervolgers, e6n pantomime die blijkbaar beduidde, weinige fluctuatie in de kolen prijzen kunnen beantwoorden met te wijzen op het feit, dat de werkstakingen in de kolenmijnen, die nu en dan den prijs hebben opgedreven, daieeren van de laatste j ren en zeer zeker in de toekomst nog wel meer zullen voor komen, terwijl men er in de jaien 1870 tot '80 niet van hoorde. Wie hieruit mocht willen afleiden, dat ik een concessie zou wenBchen gege en te zim, loopt gevaar zich te vergissen. Dat deze en dergelijke be zwaren niet zijn geopperd, wa? jammer voor den heer Hijmacs. Wil hij dis alsnog in dit blad weerleggen, dan i3 daarvoor gaarne gelegenheid. Toch is atn den anderen kant die afwezig heid van oppositie in de vergadering een kenmerkend verschijnsel. Of is het niet waar, dat een paar jaar gele den jui6t een gedeeiie van de leden van Burgerplicht en van de üaarlem- sche Handelsvereeniging het waren, die verlenging van de bestaande con cessie wenschten om verlaging van den gasprijs te verkrijgen? Dat W-oensdag ivond geea der aanwezigen zich verzette tegen de zes conclusies, ja dat zij met toejuiching werden ontvangen, wijst er in elk geval op (daargelaten de zuiverheid van deze manier v.m stemmen) dit er een strooming is o ader de gezeten burgerij, die liever dan oogenblikkelijke voor- dee'.en te beoogen, kalm wil afwachten wat de Raad erover beslissen zal. Maar wanneer zal de Raad daar nu eens aan beginnen? Zuster Anna, ziet gij neg niets komen De Nederlandsehc Opera heeft hier Donderdag vesl sucee3 gehad en ver diende dat ook volkomen. De strijd dien deze nederLmdsche kunst-instel ling heeft ts voeren gehad van het oogenblik al, dat de heer dè Groot haar in 't leven riep. beeft haar wer kelijk gelouterd. Billijkheidshalve moet erkend worden, dat de tegen woordige opera, wat verstand en ont- dat de kapiiein gedood orden zou,' wanneer de vervolgers nog verder voortgingen. Mac Clure stond een oogenblik teleurgesteld, maar spoedig daarop kwam een denkbeeld bij hem 'op, dat hij onmiddellijk beshot ten uitvoer te leggen. Hij gal zijnen manschappen een paar bevelen en ging toen alleen vooruit. De Ashan tijnen lieten ham komen, meenende dat hij onderhandelen wilde. Dit was evenwel volstrekt niet de bedoeling van d«n soldaat. Toen hij diebt genoeg bij den kapitein was ^ekcnien om zich verstaanbaar te maken, riep hij dezen toe, er op reke nende dat de Ashantees hem toch niet konden verstaan„Wanneer ik 'de kerels aanval, laat u dan vallen. Ik zal z9 u wel van 't lijf houden 1" Intusschen ging hij langzaam voort totdat hij de Ashantijnen ongeveer op tien meter alstands genaderd wa-\ Toen uitte hq opeens den strijdkreet van zijn regiment, holde vooruit en viel de geheele bende aan met de ba jonet. Kapitein Winter bad zich op den grond laten vallen en de j nge soldaat sloeg en stak over zijn lichaam als een dolleman om zioh heen. De Houssas lieten een woest geschreeuw hoo en en vuurden een salvo op hunne vijanden af. T.en stormden zij Mac Clure na op de Ashantijnen in en be vochten hen met de bajonet. Het was hoog tijd, want de soldaat was op vijf plaatsen gewond, op een knie neergevallen, hoewel hij nog altijd om zich heen sloeg. Kapitein Winter had hij voor de slagen der vijanden weten te'behoeden. Toen kapitein Winter den dokter van het regiment hielp om de ern stige wonJen van Mac Clure te ver binden, zei hij„Ge hebt u kranig gehouden, reken er op, dat ik het den generaal zal rapporteeren." Mac Clure had, toen hij zes we ken later hersteld was, zijne strepen weer terug en toen zijn kapitein zei: „Sergeant, ik feliciteer je, je bent een moedige kerel 1" toen schoten Mac Clure de tranen in de cogen en antwoordde hij „Kapitein, aan u heb ik het te danken, dat ik weer res pect voor mijzelven kan gevoelen." Luitenant Grant was zijn honderd gulden kwijt en betaa'de die ook be hoorlijk, raaar hij zei or bij „ik wil zelf een Ashantijn wezen, wanneer je het niet expres gedaan hebt om Mac Clure de gelegenheid 1e geven 1" (Naar het Engelsch.) B N N E N L A N De loodskweekelingen C.Noordberg, P. Molenaar en S. van Leeuwen en de matrozen bij den loodsdienst W. C. Rijpma, A. Visser en J. van Loo, de rod Iers van den Bslgischen visecher te IJmuiden, zijn, met hunne kotters uit do Noordzee ts Nieuwediep bin nenkomende, aldaar ontvangen door den inspecteur over het loo lewezen in het 3s district, den kaph-luit. ter zee-ti tulair Hareinaker, die daartoe van Amsterdam was overgekomen. In tegenwoordigheid van het inmid dels verzamelde livj-uspsrsoneel, maak te de inspecteur hen bekend rret de hun tebeurt gevallen koninklijke on derscheiding en bracht hij hun in waarde: rende bewoordingen hulde voor den bij de redding door hen betoonden moed. De fLnke daad der jonge mann-n gaf den spreer aan leiding tot de verzekering, dat hij er eer in stelde inspecteur over dit dis trict te zijn. Met oen daverend hoera voor de Koninginnen werd de plech tigheid besloten. Donderdagnamiddag is de postcon- ducteur van een trein van den Hoek van Holland naar Rotterdam aan een grcot gevaar on snapl. Bij het pas wezen kon van de schepping des hee- ren de Groot iu hare eerste dagen. Ongelukkig gaat de ver eiij - ing ook in financieels boteekenis op. De te genwoordige opera lijd*, aan bloed armoede in hooge mate, zooals dat aan grootmoeders wel naeer over komt. Hieruit blijkt, dat met den vooruitgang van het gehalte, geen verbetering van den fmancieelen toe stand arm in arm is gegaan. Waar dat door komt, wie zal het zeggen. De tentoonstelling heeft er zeker geen goed aan gedaan, want toen in den schouwburg ©p 't Leidscheplein, reeds avond aan avond voorstellingen ge geven werden, liep het publiek er voorbij en ging naar Oud-Ho land. De komedie bleef, Oud-Hollaud niet. En toen de poorton van Cud Holland dicht gingen v. o: goed achter den laatsten bezosker, toen waren de men- schen platzak en de opera ook. Langzamerhand komen er teekenoD, dat de muizen het zinkende schip gaan verlaten. De voornaamste art is ten krijgen aanbiedingen van elders, zoo zeggen d8 couranten, en als er niet een millionair of ander sco:t rijk aard gevonden wordt, die het lek wil dichten met zijn rijksdaalders, dan zal het wel zijn„alle man in de booten Dan vaart de bemanning (lat is het koor en het person ee') weg in de groote booten om op de wereld zee een andere haven te ontdekken da..ma gaan de stuurlieden en .andere gezaghebbenden (de solisten) in een beter ingericht vaartuig en zetten met zekerheid koers naar een veilige an kerplaats die zij, den schipbreuk vo -rziende, al van te voren hadden uitgezocht en eindelijk gaat ook de kapitein. En dan gaat het sohip naar den kelder en zeggen allen, die er in de booten naar kijken, dat het toch jam mer was van zoo'n kranig schip Het i?, om van deze beeldspraak al te stappen, dan toch maar een heele toer om het geld bij de menschen los te krijgen. Daar klaagt die over en die en een ander en iedereen en het seeren van een bocht, werd hq tegen eene niet voldoende gesloten denr ge slingerd, irut het gevolg, dat hij voor over op den weg met het hoofd te gen een der rails viel, waardoor hij ernstig gewond werd. Na te zijn ver bonden door den stationechef en den restaurateur te Heek van Holland, kon hij met den volgenden trein do reis naar Rotterdam voortzetten. De Alkmaardie Donderdag in het Noordsee-kanaal vast was geraakt, is Viijdag vlot gekomen en vervolgde baar reis naar de Middellandscho Zee. Donderdagnacht is te Amersfoort plotseling oveileden dr. H. A. Mid delburg, bekend bestrijder van drank gebruik. Ingezonden Mededeelingen. QEMENftD NIEUWS Woensdag heeft de politie te Brus sel 's avon s ten inval gedaan in verscheiden speelgelegenheden. De uitgangen werden bewaakt en de in zet in beslag genomeD, terwijl de aanwezigen hun naam moesten op t-even. Tweehonderd agenten ruim hebben aan den maatregel deelge nomen. Gasleidingen uit papier worden tegenwoordig in Engeland gebruikt. Do pijpen worden gemaakt dooreel- lulosepapier te wikkelen op een vaste kern van de vereisohte afmeting. Iedere winding wordt in gesmolten asphalt gedompeld en men verkrijgt zoodoende een voor luoht en water ondoordringbare pijp, die weerstand biedt tegen sterke drukking en andere schadelijke invloeden. De pijpen worden onderling ver bonden door papieren en stuk ken, die eveneens met asphalt door trokken zijn. Deze gaspijpen bebben het voordeel zeer licht, onbreekbaar en zeer solide te zijn. (Nijv.) Een geheimzinnige ge3ohie- denis, Ean zonderlinge hiitnrie do-1 dezer dagen de ronde door de stad Mantes, in Frankrijk. Sedert eenigen tijd liep er doer die stal het gerucht van de verschijning vun een in het zwart gekleede vrouw, die de voorbijgangers aanhield. De legende van de zwarte dan: e begon reeds bij menigeen in de donkere avonden een zekere ge heimzinnige vrees op te wekken, toen men Maandag vernam, dat een juf frouw Deniaud, cu l 81 jaar, verdwe nen was. Dit nieuwe geheim werd opgehelderd door een beambte aan hei, station te Orleans, Laii ge naamd, die aan de politie kwam ver tellen, dat hg de zwarte vrouw had gedood.Laii hetft verklaard,dat bij in klagen over elkaar. Wanneer iemand die in k eeren d-.et, zegt lot iemand die in mantels doet: „de menschen kocpen geen k Iét-ren," en de ander zegt: „praat er niet van, de menschen koopen ook geen mantels", dan doen ze eigenlijk elkan 'er een verwijt, want dan behoort de een tot het geen- mantels en de auder tot het geen- kleeren lo >pende publiek. Maar wrtk middel is er dan om geld te krijgen jn is spreek nu niet alleen van ieders bizondere affaire) welk middel is er om den toversleutel te vinden, die de beurs van de menechen opent voor nuttige, algemeen e instellingen Wat moet men zeggen, welke argumenten moet men aunvoeren, om bijdragen te krijgen v or nuttige dingen als Weldadigheid naar Vermogen en het Stedelijk Muziekkorps, om nu maar, eens bij onze eigen stad te blij ven Is het niet diep treurig, dat de voorzitt r van Weldadigheid de nood zakelijkheid moet constateereü, dat de bedeeling moet worden ingekrom pen, omdat net maximum van hijdra- gen schijnt te zijn bereikt? Hebben Ue menschen geen geld meer of wordt, zooals ik zei, de goeds sleutel niet op hun brandkast gezet? En wat de muziek betrelt, geeft men daar niet meer om, me§nt men, nu h t een jaar of wat aan ieder voldaan heeft, dat men er wel buiten kan Ik weet het niet en ik vat het niet. Van Weldadighei 1 vooral is het jammer. Niet aLleen met het oog op de bedeelden, die er door zullen af vallen, mair ook voor diegenen die zich veel moeite geven o v. die bedee ling zoo goed en zoo billijk en zoo rechtvaardig mogelijk te doen zijn. Hun moet het vooral hinderen, dat hunne pogingen niet meer steun van de burgerij ondervinden en ik. hoorde een lid van de commissie van huis bezoek dan ook al zeggeD, dat de gemeente zich de zaak %maar moet aantrekken. Als dat ooit gebeurt, wanneer wer kelijk de gemeente zich belast met de ondersteuning van de armen, die den nacht van Dinsdag op Woensdag tegen éen uur, toen hij naar huiB ging, was aangevallen door de zwarte vrouw, die hem „de beura of het leven" had uevraagd. Hij had haar op den grond geworpen en haar doodgetrapt. Deze moord heart groot opzien, te meor nu het lijk der vermoorde her kend is als dat der verdwenen tach tigjarige vrouw. Er komen weer verontrustende mededeelincren uit Anatoliën en Ar menië. Te Cé'aréa zijn 30 November en volgende dagen 1500 Christenen vermoord. De missie te Liorscordato is verwoest, de leerlingen zijn gedood. De kindoren werden omhoog gewor pen en op de bajonetten opgevangen. De overheid had bevel gegeven de vreemde missies te ontzien, doch de woe-telingen hebben zich asn dat be vel niet gestoord. Het dorp Sindji- Dere, nabij Cé?aiéa, is geheel uitge moord. Eert monstereoncert. Aan een artikel van het Zondagbl. v. Amsterd. overStrau?s, den Wiü- zerkönig, ontleenen wij het volgende verhaal van een concert, door den componist in 1872 te Baston gegeven „In een zaai stond ik daar," zoo vertelt Strauss zelf, „waar al3 harin gen in eea ton zoo ongeveer hon derdduizend menschen opgepropt za ten. Een dergelijke concertzaal zul ik mijn leven lang wel nietmeer te zien krijgenals ge zon iets niet gezien hebt met eigen oogen, kunt u ge daar onmogelijk een voorstelling van ma ken. Op een reusachtige tribune be vonden zich duizenden zangers en or kestleden. En dat alles moest ik di- rigeeren Om die massa in bedwang te houden, had men mij honderd onder-directeuren toegevoegd, maar het spreekt vanzelf da», ondanks een paar repetities, het niet mogelij k was een goed geheel te krijgen. Toch durfde ik niet zeggen, dat er niets van terecht komen zou want de A nerikanen zijn een vraeind slag volkje, en ik was dan bepaald mijn loven niet zeker geweest! Daar stond ik nu aan den all er hoogs ten di recteurslessenaar I Hoe zal ik in vre desnaam beginnen maar nog erger hoo zal het einde zijn Een ka nonschot d eunt; dat was het teeken, dat ik beginnen kon. Courage dus 1 Ik geef het teeken, mijn onderdirec teuren volgen me zoo goed er. snel ze kunnen en daar breekt me een heidensch spektakel los! Nooit zal ik dat lawaai vergeten Daar we zoo ongeveer gelijk tij dg begonnen waren, dacht ik maar aan éen ding ook ge- lijdtijdig te eindigenGoddank dat g lukteDe mensehen waren letterlijk dolMen schreeuwde, neen, men brulde, en wuifde met alles wat men maar kon grijpen Hst suceè3 was onbeschrijfelijk I Maar i'x had genoeg van dit muziekfeest 1 De Amerlkaansche dames hadden nog nooit zoo iets „goddelijke' ge hoord ze lieten geen gelegenheid voorbijgaan, om den Wa'zerköaig" te ontmoeten, en he a toe te juichen. Hooge sommen werden geboden vo r een enkelen ha-rlok van Strauss! Z.jn bediende, dien hii uit Weenen had meegenomen, maakte ztkea Want de slimmert had er b ts op j gevonden I Hij schoor een zwarten i poedel, verkocht kleine bosjes haar van het l eest als medaillon-lokjes, en keerde met een aardig kapitaaltje naar huis terug! De Amerikaanscbé schoonen moes ten het eens weten 1 gen worden geholpen, dan kunnen er "twee dingen gebeurer. Of zij zegt„ik bepaal er een vaste som voor c.i daar ga ik niet boven," en in dat geval izijn de armen er slechter aan toe, omdat de administratie van de ge meente natuurlijk veel duurder ie, dan het bijkans goheel vrijwillig be heer eener particuliere vereeniging. Of de v emeente zegt„we zullen ieder jaar opnieuw de som bepalen" en dan zullen de belastingschuldigen er aan moeten geloovfc. Ik liat nu het be ginsel, of het goe l is de gansche armenzorg aan de overheid op te dr3gen, daar, maar alleen dit argu ment ia dunkt me voldoende, om niet te wenscher, dat Weldadigheid naar Vermogen hare taak zou overdragen aan de gemeente. Misschien zal men vragen f deze beschouwing er op gerieht, is-Jin deu menschen schrik aan te jagen en hen er toe te brengen nog een drie gulden meer aan Weldadighe d te offeren. Och neen, in onze maatschappij zet men den menschen den dolt niet meer op de keel en als het niet met zachtheid gaat, dan gaat het met dreigementen heelemaal niet. Ik con stateer alleen een leit. Wellicht is die beschouwing ook al te somber en komt zoowel de kas van Weldadig heid, als die vau het Stedelijk. Mu ziekkorps weer beter in orde, dan we nu durven denken. 'tKan wel zijn, dat het op dit oogenblik de tijd niet is, om over geldzaken te pralen.'t Is pas St. Nicolaas geweest, ieder schroomt om geld uit te geven op 't laatst van het jaar, de koopman denkt slechts aan de uitkomsten van zijn balanB. Eq dan is 't iederen dag zulk somber weer, de lucht hangt zoo laag en 'tis al weer nacht vóórdat het dag ia geweest Misschien zien al deze zaken er een volgenden keer vroolijker uit en mijn volgende praatje ook. FIDFL^L-1 i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 6