-
Uit dei oöilog net Mank.
Toen Andrew Mac Clure dienst
nam bij bet eerste bataljon Hooglan
den was er niemand bezield met vas
ter voornemen om vooruit te komen,
dan bij. Zijn eerste streep verwierf bij
in minder dan de helft van den ge
woonlijk daarvoor bestemden tijd en
allengs klom bij op, totdat hij zich
sergeant-majoor mocht noemen. In
vredoslijd kon hij geen hoop koeste
ren, hooger te stijgen.
Voor een gedeelte had hij die snelle
promotie te danken aan de belang
stelling en aanmoediging van luitenant
Winter. Zq kwamen uit hetzelfde
dorp, waren schoolkameraden geweest
en vandaar, dat de officier hem de
behulpzame hand reikte. Maar helaas,
nog sneller dan Mac Clures stijging
was zijn va). Hij kwam ploteeling
en onverwacht, ala de bliksem uit
een helderen hemel. De oorzaak was.
een vrouw. De sergeant-majoor was
tot over de ooren verliefd op zekere
Nelly Graham, ter wier eere alleen
kon worden gezegd, dat ze mooi was.
Twee jaar waren zij verloofd, toen hij
een anoniemen brief ontving waarin
hem gemeld werd, dat zij in den
laatsten tijd veel omging met een
zekeren Dave Alton en zij te kennen
had gegeven, dat zij met hem zou
trouwer. Mac C ure kende dien Alton
welhij was een gevestigd koopman,
die eigen huizen bezat en laad en dus
eene goede partij kon heeten voor
een meisje, dat geen cent bezat.
Aanvankelijk was het Andrew niet
mogelijk de bedoeling van dat vree-
Bel ij ke brielje goed te vatten.
Toen werden rijn g-bronsde wan
gen bleek en de brief viel uit zijn
bevende vingers op den vloer. Buiten
zichzell van ontsteltenis,"liep bij naar
den kolonel om hem verlof te vrager,
maar zo ader sabel, zonder muts en
zelfs zonder zijn uniform toe te fenoo-
per. Nu was kolonel Renfrew geen
hardvochtig man, maar er waren er
weinig in 't leger, die letten op de
vormen zooals hij. Zoodra hg dus
den onderoificier zag, frons: e hij de
wenkbrauwen en toen deze op harts
tochtelijke manier en met bevende
stem om een dag verlof had gesmeekt,
antwoordde zijn superieur sireng
„Ik geef u zeer zeker geen verlof.
Ga naar uw kwartier en kom mij
niet weer op zulk een slordige oneer
biedige manier onder de cogen
„Maar kolonelzei Mac Cluie.
„Stil," donderde de officier hem toe.
„Ga onmiddellijk naar uw kwartier,
of ik zal u voor den krijgsraad doen
var chijnen wegeris dronkenschap."
Deze bedreiging was niet zonder
grond.
Ongetwijfeld was menigeen veroor-
oordeeld wegeos dronkenschap, die
heelwat kalmer was dan Mac Clure.
In een onbeschrijflijke stemming
ging de man naar zijn kwartier terug.1
De hulp van zijn vriend Winter kon
hij niet inroeper, omdat deze al'
sinds een dag of wat met verlof was
wegens ougesteldheid. Niemand kon'
hij om raad vragen, want hij had
altijd zijn hoofd zeer hooggehouden,
maar het was hem niet mogelijk in
onzekerheid te blijven en daarom
Virliet hij dien avond de kazerne.
Hij wilde niet deserteereri, niasr
was bepaald voornemens den vol
gorden dag terug te keeren en zijn
straf te ondergaan.
In een slemm ng die niet nader
behoeft te werden beschreven, kwam
hij aan het dorpje Winthorpe en ging
recht naar de woning van Nelly Gra
ham, waar hij het meisje zelf aan
trof aan de deur.
„Nelly," riep hij schor van aandoe
ning en vatte baar bij den arm, „ik
HAARLEMMER HALLETJES.
Biii Zatsriagjvjndpraatjs.
CCLXIV.
De neutrale kiesvéreeniging „Bur
gerplicht" heeft Woensdag blijs ge
geven, dal 2ij niet alleen leeft in den
zwoelen dampkring van den verkie
zingstijd, maar dat haar pols ook
kloppen kan in de irisschere atmos
feer van het dagelijksch leven. In
tegenstelling met andere kiesvereeni-
giDgen die golyksn op ballons, welke
met gas gevuld zich geweldig uitzetten
en hoog in de lucht stijgen, maar na
een korte poos weer inkrimpen en dan
s!ap en leeg op de aarde terugvallen
heeft Burgerplicht 2ijn bestaan
voortgezet ook nadat de zaak der ver
kiezingen afgeloopen en bijkans ver
geten ie. Zij is zich gaan bemoeien
met zaken van algemeen belang voor
Haarlems burgerij en 2ij heeft die
taak aangevangen met de rede van
den heer Hijmaas over de gaFquaestie.
De vraag of dat debuut gelukkig
is geweest, kan dunkt mij bevestigend
worden be&nlwotr), al ware het al
leen omdat de lezing is bijgewoond
door een talryk publiek. In een lijd
als deze, nu de vereeuigingen die ge
regeld vergaderen zoo talrijk zijn, nu
bijkans iederen avond voor den burger
van Haarlem de geleg nheid wordt
geboden, zich door muzkk of kome
diespel» te laton verstrooien, is het
een streepje aan den balk waard
wanneer een vergadering de publieke
belangstelling in die mate trekt.
De zes stellingen die door de aan
wezigen bij acclamatie zijn aangeno
men, kunnen teruggebracht worden
tot éene motie, die aldus zou kunnen
luiden„Do vergadering, t eboord de
„inleiding en de debatien, verklaart
„van oordeel te zijn, dat om ver
schillende redenen eigen exploitatie
„der veilichtingefabrieK te verkiezen
„is boven concessie."
Misschien was ook het beter geweest
heb gehoord neen, het doet er niet
toe wat ik gehoord heb. Zeg dat het
een leugen is of ik bega een ongeluk I"
Het meisje rukte haar arm los en
d:ed verschrikt een stap achteruit.
„Wat heb je gehoord?" vroeg zij,
zijn blik vermijderde.
„Dat je zult gaan trouwen met
Dave Alton."
Zij ging nog verder achteruit, tot
dat zij den deurknop in de hand had
en antwoordde toen uitdagend „Ik
zal het niet ontkennen 1"
Het volgende oogenblik was zij in
de woning verdwenen en had de deur
gesloten.
Misschien zouden andere mannen
met een minachtend schouderophalen
huns weegs zijn gegaan, niet alzoo
Mac Clure. Hij ontstak m hevige
woede, voer heftig tegen het ontrouwe
meisje uit, trachtte de deur in te
slaan m9t zijn vuisten en ging ten
slotte afgemat en vermoeid heen, met
plannen voor een noodlottigen zelf
moord in het hot fl.
Drie dagen zwiert hij rond, half
krankzinnig teen veranderde
hij van gedachten. De reactie
deed zich gevoelen. De zonde van
een zelfmoord durfde hij niet meer
aan 6n hij besloot als een man
terug te keeren naar de kazerne en
daar zijn Btraf te ondergaan Dat deed
hij, kwam voor den krijgsraad en
word wegens desertie van zijn rang
ontzet en tot gewoon soldaat gede
gradeerd.
Op zulk een straf had bij niet ge
rekend. Het verlies van de vrouw die
hij lielhad en van de strepen te gader
was meer, dan hij dragen kon. Nu
spro 'g hij geheel uit den band. De
man, die indertijd voor h6t heole
regiment een voorbeeld van orde
lievendheid en goed gedrag was ge
weest, werd nu de losbandigste en
elechtste soldaat. Heihaaldelijs kreeg
bij straf en wanueer hij niet ia de
cachot zst, was hij vaker drenken
dan nuchter. Wel was zijn val snel
en vreeselijk geweest.
Zjo was de stand van zaken, toen
luitenant Winter vau zijn ziekte her
steld, weer bij zijn regiment kwam.
Intusschen had kolonel Renfrew pro
motie gemaakt, zoodat luitenant Win
ter kapitein was geworden. In zijn
compagnie was ook Mac Clure. De
goedhartige officier was zeer pijiilqk
getroffen door de degradatie van zijn
ouden schoolmakker, maar hij liet
hem a nvankelijk niets blijken. Van
luitenaut Grant vernam hij de geheele
historie.
„Redrew was wel wat hard voor
hem geweest," zei dei", „maar het
gedrag van Mac Clure was dan ook
een bedtnkelijk voorbeeld."
„Dat is waar," gal kapitein Winter
toe. Ik zal eens met hem prater).
„Dat zal niet veel baten," antwoord
de luitenant Grant. „Is heb hem eens
vriendschappelijk toegesproken en hij
antwoordde beleefd genoeg, maar
aan zijn oogen kon ik zien dat hij
dachtwaar bem.,ei jij je moe? dat
is jou zaak niet."
„Dat ia wel mogelijk, maar ik kan
het toch niet aanzien, dat de arme
kerel zichzelf zoo vergooit. Hoe ik
het zal aanleggen weet ik nog niet,
maar ik maak mij sterk dat ik hem
er weer bovenop zal helpen. Luister
eens, Grant, is wil honderd gulden
verwedder, dat Mac Clure binnen
twaalf maanden na heden weer ser
geant zal zijn."
„Top," riep luitenaut Graat.
Drie maanden gingen voorbij. Mac
1 Clure wa3 wat nedaarder geworden
en had geen nieuwe straffen opgekro
pen, maar hij was nog altij l stil en
nor ch, peinzende over zijn degradatie.
Het scheen alsof kapitein Winter niet
gemakkelijk de weddingschap zou
winnen.
mon zich tot zulk esn eenvoudige
uitspraak beperkt en zioh niet de
weelde veroorlootd had van een half
dozijn verklaringen, die alle voort
vloeiden uit het éene beginsel„eigen
exploitatie boven coneessie.''K&righeid
en beknoptheid zijn in deze gevallen
deugden en men kan over me stelling
veel gemakkelijker een zuivere stem
ming van de vergadering verkrijgen
dan over zes. Nu gebeurde wat wel
te voo.zien was: deetc-liingenwerden
bij acclamatie aangenomen en een
stemming bij acclamatie is geen
stemming. Had men een presentielijst
neergelegd en da aanwezigen aan net
einde der vergadering hoofdelijk laten
stemmen, dan zou om maar iemand
te noemen, de directeur der gasfabriek
tegen hebben gestemd en zouden de
leden van den raa i die present waren,
zich denkelijk builen stemming heb
ben gehouden. Nu li ten dezen de
goedkeuring bij acclamatie maar door
gaan omuat het toch maar een
aanneming bij acclamatie was 1
Ik zeg dal niet orn aanmerking te
maken, maar omdut het streven van
Burgerplicht wezenlijk zoo nuttig is
en daarvan beter resultaat te verkrij
gen i3 dan een zoo luchtige stemming
a:e deze. Het debat over den cokesprijs,
do eenige quaestie waarover gediscus
sieerd werd, had niet veel te betee-
kenen en ik geloof, dat het den heer
Hijmans zelf moet hebben gespeten,
dat men hem niet door het opperen
van meer bezwaren in staat hetfi
gesteld, zijn denkbeelden nog nader
toe te lichten. Er was toch wel een
en ander te zeggen geweest. Zoo bijv.
was de eerste stelling „dat de levering
van gas bij gemeente-exploitatie altijd
plaats kan hebben tot den laageten
prijs", veel te slap.
Van het standpunt van den inleider
had er in plaats van kan, zal moeten
staan. Voorts had men kunnen doen
opmerken, dat de gasfabrieken die hij
noemde als vcorbesiden van goudmij
nen, in veel vroeger tijd waren opge
richt, toen het gas nog geen enkelen
concurrent had behalve petroleum;
Doch er was verandering op til. Er
we d een veldtocht georganiseerd
tegen de Ashantijnen, waaraan het
Hooglanders-regiment moest deelne
men. Kapitein Winter was met andere
officieren voor speciale diensten met
een gemengde troepenmacht van
Houssas en Fantees, inlandsche sol
daten. Op zijn verzoek werd de vrij
williger Mac Clure hem toegevoegd
als ordonnans.
„Ge zult de gelegenheid hebbsn om
u te onderscheiden," zei de kapitein
tot hem. „En mochtfze zich niet van
zelf voordoen, dan zal ik wel een
handje helpen om de gelegenheid te
maken."
Op zekeren dag verliet kapiiein
Winter de langzaam voorttrekkende
kolonne en ging vooruit met een
handvol manschappen om het terrein
te verkennen. Hij ging evenwel
zóo snel vooruit, dat de vermoeide
manschappen niet konden meekomen,
zoodat toen hij den top van een
heuvel bereikte, alleen Mac Clure bij
hem was.
Nauwelijks was hij boven, of bij
ging haaatig achteruit, duwde Mac
Clure terug en zei zachtjes„daar is
de vijand. De nikkers hebben mij
gezien en ze liepen als hazen om mij
den terugtocht af te snijden. We
kunnen ze niet bevechten, ik zal my
dus overgeven, gij moet u verbergen
en mij zoo gauw mogelijk met een
gedeelte van den tr.ep komen ver
lossen."
„Neen, kapitein," zei de sr 1 laat. „Ik
zal mij overgeven. Gij verbergt u, ik
loop weg en zal de kerels wel zoolang
laten draven dat gij den tijd hebt om
weer bij den troep te komen."
„Daar komt de oude Mac Clure
weer boven," zei de kapitein barsch.
„Gehoorzaam, of ik rapporteer je
voor insubordinatie." Met wierp bij
hem in het kreupelhout terug. Het
wai tijd. Van alle kanten kwamen
de Ashantijnen aanstormen en toen
do officier als teeken van overgave
zij a degen op den grond wierp, was
hij in een oogenblik gegrepen en
gebonden. De Ashantijnen dachten
er niet aan den omtrek te doorz ieken,
anders zouden ze Mac Clure zeker
gevonden hebben. Na een korte be
raadslaging namen zij hunnen gevan
gene tusschen zich in en verdwenen
ia het bosch.
Vijf minuten later kwam Mac Clure
voorzichtig uit het kreupelhout te
voorschijn, keek rond of er gesn
vijanden meer in de nabijheid waren
en snelde toen weg, om het gebeurde
te rapporteeren en hulp te halen voor
de bevrijding van zijn kapitein.
De kolonne was nog op marsch,
met den aanvoerder aan 't hoofd, toen
de soldaat met gescheurde kleeren, het
gezicht bloedend door de scherpe do
rens, hijgend van zijn snellen loop, te
voorschijn kwam en uitriep„Kapi
tein Mac Clure is gevangen, kolonel
Mag ik twintig Houssas meenemen,
dan kan ik de kerels aanvallen."
„Zeker," zei de aanvoerder van de
inlanclsche troepen.„Neem er maar zoo
veel a's ge noodig hebt."
Iq minder tijd dan noodig is om
dit te verhalen had Mac Clure twin
tig van de vlugste Houssas uitgeko
zen en volgde het tr-.epje, onder de
leiding van een Tantee, die als gids
dunst deed, het spoor van de Ashan
tijnen. Zoo gauw zo konden ging het
voorwaarts, zoodat na een versnelde
marsch van bijna een uur, do sol
daten de vervolgden, die kapitein
Wiater nog 8teeJ3 bij zich hadden,
op een open vlakte in 't gezicht
kregen.
Onmiddellijk hielden de Ashantij
nen halt. Hun aanvoerder kwam naar
voren en wees nu op kapitein Win
ter, dan weer op de vervolgers, e6n
pantomime die blijkbaar beduidde,
weinige fluctuatie in de kolen prijzen
kunnen beantwoorden met te wijzen
op het feit, dat de werkstakingen in
de kolenmijnen, die nu en dan den
prijs hebben opgedreven, daieeren van
de laatste j ren en zeer zeker in de
toekomst nog wel meer zullen voor
komen, terwijl men er in de jaien
1870 tot '80 niet van hoorde.
Wie hieruit mocht willen afleiden,
dat ik een concessie zou wenBchen
gege en te zim, loopt gevaar zich te
vergissen. Dat deze en dergelijke be
zwaren niet zijn geopperd, wa? jammer
voor den heer Hijmacs. Wil hij dis
alsnog in dit blad weerleggen, dan i3
daarvoor gaarne gelegenheid. Toch
is atn den anderen kant die afwezig
heid van oppositie in de vergadering
een kenmerkend verschijnsel. Of is
het niet waar, dat een paar jaar gele
den jui6t een gedeeiie van de leden
van Burgerplicht en van de üaarlem-
sche Handelsvereeniging het waren,
die verlenging van de bestaande con
cessie wenschten om verlaging van
den gasprijs te verkrijgen? Dat
W-oensdag ivond geea der aanwezigen
zich verzette tegen de zes conclusies,
ja dat zij met toejuiching werden
ontvangen, wijst er in elk geval op
(daargelaten de zuiverheid van deze
manier v.m stemmen) dit er een
strooming is o ader de gezeten burgerij,
die liever dan oogenblikkelijke voor-
dee'.en te beoogen, kalm wil afwachten
wat de Raad erover beslissen zal.
Maar wanneer zal de Raad daar nu
eens aan beginnen? Zuster Anna,
ziet gij neg niets komen
De Nederlandsehc Opera heeft hier
Donderdag vesl sucee3 gehad en ver
diende dat ook volkomen. De strijd
dien deze nederLmdsche kunst-instel
ling heeft ts voeren gehad van het
oogenblik al, dat de heer dè Groot
haar in 't leven riep. beeft haar wer
kelijk gelouterd. Billijkheidshalve
moet erkend worden, dat de tegen
woordige opera, wat verstand en ont-
dat de kapiiein gedood orden zou,'
wanneer de vervolgers nog verder
voortgingen. Mac Clure stond een
oogenblik teleurgesteld, maar spoedig
daarop kwam een denkbeeld bij hem
'op, dat hij onmiddellijk beshot ten
uitvoer te leggen. Hij gal zijnen
manschappen een paar bevelen en
ging toen alleen vooruit. De Ashan
tijnen lieten ham komen, meenende
dat hij onderhandelen wilde.
Dit was evenwel volstrekt niet de
bedoeling van d«n soldaat. Toen hij
diebt genoeg bij den kapitein was
^ekcnien om zich verstaanbaar te
maken, riep hij dezen toe, er op reke
nende dat de Ashantees hem toch
niet konden verstaan„Wanneer ik
'de kerels aanval, laat u dan vallen.
Ik zal z9 u wel van 't lijf houden 1"
Intusschen ging hij langzaam voort
totdat hij de Ashantijnen ongeveer op
tien meter alstands genaderd wa-\
Toen uitte hq opeens den strijdkreet
van zijn regiment, holde vooruit en
viel de geheele bende aan met de ba
jonet. Kapitein Winter bad zich op
den grond laten vallen en de j nge
soldaat sloeg en stak over zijn lichaam
als een dolleman om zioh heen. De
Houssas lieten een woest geschreeuw
hoo en en vuurden een salvo op hunne
vijanden af. T.en stormden zij Mac
Clure na op de Ashantijnen in en be
vochten hen met de bajonet.
Het was hoog tijd, want de soldaat
was op vijf plaatsen gewond, op een
knie neergevallen, hoewel hij nog
altijd om zich heen sloeg. Kapitein
Winter had hij voor de slagen der
vijanden weten te'behoeden.
Toen kapitein Winter den dokter
van het regiment hielp om de ern
stige wonJen van Mac Clure te ver
binden, zei hij„Ge hebt u kranig
gehouden, reken er op, dat ik het
den generaal zal rapporteeren."
Mac Clure had, toen hij zes we
ken later hersteld was, zijne strepen
weer terug en toen zijn kapitein
zei: „Sergeant, ik feliciteer je, je bent
een moedige kerel 1" toen schoten
Mac Clure de tranen in de cogen en
antwoordde hij „Kapitein, aan u heb
ik het te danken, dat ik weer res
pect voor mijzelven kan gevoelen."
Luitenant Grant was zijn honderd
gulden kwijt en betaa'de die ook be
hoorlijk, raaar hij zei or bij „ik wil
zelf een Ashantijn wezen, wanneer je
het niet expres gedaan hebt om Mac
Clure de gelegenheid 1e geven 1"
(Naar het Engelsch.)
B N N E N L A N
De loodskweekelingen C.Noordberg,
P. Molenaar en S. van Leeuwen en
de matrozen bij den loodsdienst W.
C. Rijpma, A. Visser en J. van Loo,
de rod Iers van den Bslgischen visecher
te IJmuiden, zijn, met hunne kotters
uit do Noordzee ts Nieuwediep bin
nenkomende, aldaar ontvangen door
den inspecteur over het loo lewezen
in het 3s district, den kaph-luit. ter
zee-ti tulair Hareinaker, die daartoe
van Amsterdam was overgekomen.
In tegenwoordigheid van het inmid
dels verzamelde livj-uspsrsoneel, maak
te de inspecteur hen bekend rret de
hun tebeurt gevallen koninklijke on
derscheiding en bracht hij hun in
waarde: rende bewoordingen hulde
voor den bij de redding door hen
betoonden moed. De fLnke daad der
jonge mann-n gaf den spreer aan
leiding tot de verzekering, dat hij er
eer in stelde inspecteur over dit dis
trict te zijn. Met oen daverend hoera
voor de Koninginnen werd de plech
tigheid besloten.
Donderdagnamiddag is de postcon-
ducteur van een trein van den Hoek
van Holland naar Rotterdam aan een
grcot gevaar on snapl. Bij het pas
wezen kon van de schepping des hee-
ren de Groot iu hare eerste dagen.
Ongelukkig gaat de ver eiij - ing ook
in financieels boteekenis op. De te
genwoordige opera lijd*, aan bloed
armoede in hooge mate, zooals dat
aan grootmoeders wel naeer over
komt. Hieruit blijkt, dat met den
vooruitgang van het gehalte, geen
verbetering van den fmancieelen toe
stand arm in arm is gegaan. Waar
dat door komt, wie zal het zeggen.
De tentoonstelling heeft er zeker geen
goed aan gedaan, want toen in den
schouwburg ©p 't Leidscheplein, reeds
avond aan avond voorstellingen ge
geven werden, liep het publiek er
voorbij en ging naar Oud-Ho land.
De komedie bleef, Oud-Hollaud niet.
En toen de poorton van Cud Holland
dicht gingen v. o: goed achter den
laatsten bezosker, toen waren de men-
schen platzak en de opera ook.
Langzamerhand komen er teekenoD,
dat de muizen het zinkende schip
gaan verlaten. De voornaamste art is
ten krijgen aanbiedingen van elders,
zoo zeggen d8 couranten, en als er
niet een millionair of ander sco:t rijk
aard gevonden wordt, die het lek wil
dichten met zijn rijksdaalders, dan
zal het wel zijn„alle man in de
booten Dan vaart de bemanning
(lat is het koor en het person ee') weg
in de groote booten om op de wereld
zee een andere haven te ontdekken
da..ma gaan de stuurlieden en .andere
gezaghebbenden (de solisten) in een
beter ingericht vaartuig en zetten met
zekerheid koers naar een veilige an
kerplaats die zij, den schipbreuk
vo -rziende, al van te voren hadden
uitgezocht en eindelijk gaat ook de
kapitein.
En dan gaat het sohip naar den
kelder en zeggen allen, die er in de
booten naar kijken, dat het toch jam
mer was van zoo'n kranig schip
Het i?, om van deze beeldspraak al
te stappen, dan toch maar een heele
toer om het geld bij de menschen los
te krijgen. Daar klaagt die over en
die en een ander en iedereen en het
seeren van een bocht, werd hq tegen
eene niet voldoende gesloten denr ge
slingerd, irut het gevolg, dat hij voor
over op den weg met het hoofd te
gen een der rails viel, waardoor hij
ernstig gewond werd. Na te zijn ver
bonden door den stationechef en den
restaurateur te Heek van Holland,
kon hij met den volgenden trein do
reis naar Rotterdam voortzetten.
De Alkmaardie Donderdag in het
Noordsee-kanaal vast was geraakt, is
Viijdag vlot gekomen en vervolgde
baar reis naar de Middellandscho
Zee.
Donderdagnacht is te Amersfoort
plotseling oveileden dr. H. A. Mid
delburg, bekend bestrijder van drank
gebruik.
Ingezonden Mededeelingen.
QEMENftD NIEUWS
Woensdag heeft de politie te Brus
sel 's avon s ten inval gedaan in
verscheiden speelgelegenheden. De
uitgangen werden bewaakt en de in
zet in beslag genomeD, terwijl de
aanwezigen hun naam moesten op
t-even. Tweehonderd agenten ruim
hebben aan den maatregel deelge
nomen.
Gasleidingen uit papier worden
tegenwoordig in Engeland gebruikt.
Do pijpen worden gemaakt dooreel-
lulosepapier te wikkelen op een vaste
kern van de vereisohte afmeting.
Iedere winding wordt in gesmolten
asphalt gedompeld en men verkrijgt
zoodoende een voor luoht en water
ondoordringbare pijp, die weerstand
biedt tegen sterke drukking en andere
schadelijke invloeden.
De pijpen worden onderling ver
bonden door papieren en stuk
ken, die eveneens met asphalt door
trokken zijn. Deze gaspijpen bebben
het voordeel zeer licht, onbreekbaar
en zeer solide te zijn. (Nijv.)
Een geheimzinnige ge3ohie-
denis,
Ean zonderlinge hiitnrie do-1 dezer
dagen de ronde door de stad Mantes,
in Frankrijk. Sedert eenigen tijd liep
er doer die stal het gerucht van de
verschijning vun een in het zwart
gekleede vrouw, die de voorbijgangers
aanhield. De legende van de zwarte
dan: e begon reeds bij menigeen in
de donkere avonden een zekere ge
heimzinnige vrees op te wekken, toen
men Maandag vernam, dat een juf
frouw Deniaud, cu l 81 jaar, verdwe
nen was. Dit nieuwe geheim werd
opgehelderd door een beambte aan
hei, station te Orleans, Laii ge
naamd, die aan de politie kwam ver
tellen, dat hg de zwarte vrouw had
gedood.Laii hetft verklaard,dat bij in
klagen over elkaar. Wanneer iemand
die in k eeren d-.et, zegt lot iemand
die in mantels doet: „de menschen
kocpen geen k Iét-ren," en de ander
zegt: „praat er niet van, de menschen
koopen ook geen mantels", dan doen
ze eigenlijk elkan 'er een verwijt,
want dan behoort de een tot het geen-
mantels en de auder tot het geen-
kleeren lo >pende publiek. Maar wrtk
middel is er dan om geld te krijgen
jn is spreek nu niet alleen van ieders
bizondere affaire) welk middel is er
om den toversleutel te vinden, die
de beurs van de menechen opent voor
nuttige, algemeen e instellingen Wat
moet men zeggen, welke argumenten
moet men aunvoeren, om bijdragen
te krijgen v or nuttige dingen als
Weldadigheid naar Vermogen en het
Stedelijk Muziekkorps, om nu maar,
eens bij onze eigen stad te blij
ven Is het niet diep treurig, dat de
voorzitt r van Weldadigheid de nood
zakelijkheid moet constateereü, dat
de bedeeling moet worden ingekrom
pen, omdat net maximum van hijdra-
gen schijnt te zijn bereikt? Hebben
Ue menschen geen geld meer of wordt,
zooals ik zei, de goeds sleutel niet op
hun brandkast gezet? En wat de
muziek betrelt, geeft men daar niet
meer om, me§nt men, nu h t een jaar
of wat aan ieder voldaan heeft, dat
men er wel buiten kan Ik weet
het niet en ik vat het niet.
Van Weldadighei 1 vooral is het
jammer. Niet aLleen met het oog op
de bedeelden, die er door zullen af
vallen, mair ook voor diegenen die
zich veel moeite geven o v. die bedee
ling zoo goed en zoo billijk en zoo
rechtvaardig mogelijk te doen zijn.
Hun moet het vooral hinderen, dat
hunne pogingen niet meer steun van
de burgerij ondervinden en ik. hoorde
een lid van de commissie van huis
bezoek dan ook al zeggeD, dat de
gemeente zich de zaak %maar moet
aantrekken.
Als dat ooit gebeurt, wanneer wer
kelijk de gemeente zich belast met
de ondersteuning van de armen, die
den nacht van Dinsdag op Woensdag
tegen éen uur, toen hij naar huiB
ging, was aangevallen door de zwarte
vrouw, die hem „de beura of het leven"
had uevraagd. Hij had haar op den
grond geworpen en haar doodgetrapt.
Deze moord heart groot opzien, te
meor nu het lijk der vermoorde her
kend is als dat der verdwenen tach
tigjarige vrouw.
Er komen weer verontrustende
mededeelincren uit Anatoliën en Ar
menië. Te Cé'aréa zijn 30 November
en volgende dagen 1500 Christenen
vermoord. De missie te Liorscordato
is verwoest, de leerlingen zijn gedood.
De kindoren werden omhoog gewor
pen en op de bajonetten opgevangen.
De overheid had bevel gegeven de
vreemde missies te ontzien, doch de
woe-telingen hebben zich asn dat be
vel niet gestoord. Het dorp Sindji-
Dere, nabij Cé?aiéa, is geheel uitge
moord.
Eert monstereoncert.
Aan een artikel van het Zondagbl.
v. Amsterd. overStrau?s, den Wiü-
zerkönig, ontleenen wij het volgende
verhaal van een concert, door den
componist in 1872 te Baston gegeven
„In een zaai stond ik daar," zoo
vertelt Strauss zelf, „waar al3 harin
gen in eea ton zoo ongeveer hon
derdduizend menschen opgepropt za
ten. Een dergelijke concertzaal zul ik
mijn leven lang wel nietmeer te zien
krijgenals ge zon iets niet gezien
hebt met eigen oogen, kunt u ge daar
onmogelijk een voorstelling van ma
ken. Op een reusachtige tribune be
vonden zich duizenden zangers en or
kestleden. En dat alles moest ik di-
rigeeren Om die massa in bedwang
te houden, had men mij honderd
onder-directeuren toegevoegd, maar
het spreekt vanzelf da», ondanks een
paar repetities, het niet mogelij k was
een goed geheel te krijgen. Toch
durfde ik niet zeggen, dat er niets
van terecht komen zou want de
A nerikanen zijn een vraeind slag
volkje, en ik was dan bepaald mijn
loven niet zeker geweest! Daar stond
ik nu aan den all er hoogs ten di
recteurslessenaar I Hoe zal ik in vre
desnaam beginnen maar nog erger
hoo zal het einde zijn Een ka
nonschot d eunt; dat was het teeken,
dat ik beginnen kon. Courage dus 1
Ik geef het teeken, mijn onderdirec
teuren volgen me zoo goed er. snel
ze kunnen en daar breekt me een
heidensch spektakel los! Nooit zal
ik dat lawaai vergeten Daar we zoo
ongeveer gelijk tij dg begonnen waren,
dacht ik maar aan éen ding ook ge-
lijdtijdig te eindigenGoddank
dat g lukteDe mensehen waren
letterlijk dolMen schreeuwde, neen,
men brulde, en wuifde met alles wat
men maar kon grijpen Hst suceè3
was onbeschrijfelijk I Maar i'x had
genoeg van dit muziekfeest 1
De Amerlkaansche dames hadden
nog nooit zoo iets „goddelijke' ge
hoord ze lieten geen gelegenheid
voorbijgaan, om den Wa'zerköaig"
te ontmoeten, en he a toe te juichen.
Hooge sommen werden geboden vo r
een enkelen ha-rlok van Strauss!
Z.jn bediende, dien hii uit Weenen
had meegenomen, maakte ztkea
Want de slimmert had er b ts op j
gevonden I Hij schoor een zwarten i
poedel, verkocht kleine bosjes haar
van het l eest als medaillon-lokjes,
en keerde met een aardig kapitaaltje
naar huis terug!
De Amerikaanscbé schoonen moes
ten het eens weten 1
gen worden geholpen, dan kunnen er
"twee dingen gebeurer. Of zij zegt„ik
bepaal er een vaste som voor c.i daar
ga ik niet boven," en in dat geval
izijn de armen er slechter aan toe,
omdat de administratie van de ge
meente natuurlijk veel duurder ie,
dan het bijkans goheel vrijwillig be
heer eener particuliere vereeniging.
Of de v emeente zegt„we zullen ieder
jaar opnieuw de som bepalen" en dan
zullen de belastingschuldigen er aan
moeten geloovfc. Ik liat nu het be
ginsel, of het goe l is de gansche
armenzorg aan de overheid op te
dr3gen, daar, maar alleen dit argu
ment ia dunkt me voldoende, om niet
te wenscher, dat Weldadigheid naar
Vermogen hare taak zou overdragen
aan de gemeente.
Misschien zal men vragen f deze
beschouwing er op gerieht, is-Jin deu
menschen schrik aan te jagen en hen
er toe te brengen nog een drie gulden
meer aan Weldadighe d te offeren.
Och neen, in onze maatschappij zet
men den menschen den dolt niet
meer op de keel en als het niet met
zachtheid gaat, dan gaat het met
dreigementen heelemaal niet. Ik con
stateer alleen een leit. Wellicht is die
beschouwing ook al te somber en
komt zoowel de kas van Weldadig
heid, als die vau het Stedelijk. Mu
ziekkorps weer beter in orde, dan we
nu durven denken. 'tKan wel zijn,
dat het op dit oogenblik de tijd niet
is, om over geldzaken te pralen.'t Is
pas St. Nicolaas geweest, ieder
schroomt om geld uit te geven op 't
laatst van het jaar, de koopman denkt
slechts aan de uitkomsten van zijn
balanB. Eq dan is 't iederen dag zulk
somber weer, de lucht hangt zoo laag
en 'tis al weer nacht vóórdat het dag
ia geweest
Misschien zien al deze zaken er
een volgenden keer vroolijker uit en
mijn volgende praatje ook.
FIDFL^L-1
i