Voor aïïze Veisters. KWIKZILVER. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Een Dokwerker. FEUILLETON. !3a Jaargang Woensdag 1 Januari 18S6 No. 38? I -AJBOnSTILTEIIVHIEIsrTSIF'IR/I J"S Voor Haarlem per 3 maanden.f 1,20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1-3G Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummersr 0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 r oe omstreken en franco per post0.87* Directeur-Uitgever ADVBSTBITTIËINr: Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux. Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnir G'wrale de Publicité Etranghre G. L. DA UB F d- Co. JOUX F. JONES. Sucr., Parijs 31bis Fmthnmy Mmlmarlre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DO ff K ES; Spaarndam, C. HARTEN DORP LundvooriJ. ZWEMMER; VeCm, L. VENUS; IJmunhnJ. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNG ERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan. Wegens den Nieuw jaarsdag wschijnt het eerstvolgend timmer van dit blad JDON- iERDAO AVOND REDACTIE en ADMINISTRATIE »n Haarlem''s Dagblad wetschen ezers, Adv« rteerders en allen die op migerlei wiize in het blad belang- iellen, een gelukkig Nieuwjaar. In hun aller aandacht en welwil- inde yezindheid be\elen zij Haar im'a Dagblad opnieuw aan. Van unne zijde stellen Redactie en Ad- ïinistratie zich gaarne zooveel in hun ermogen is, ten dienste van het iu bliek. En hiermede nogmaals Qelukkig Nieuwjaar. Redactie en Administratie. In de étalage voor de vensters van ret Bureau van dit Blad zijn de na volgende afbeeldingen gelegd: In hot oosteinde van Londen een loitieagenl in eene lastige positie. De Tzarewiich van Rusland en de üoor hem bewoonde villa te Nizza. Een straattooneel gedurende de aatste paniek onder do Armeniërs in Stamboul. Eene revu; te Secunderabad voor den onderkoning van Britsch Indië. Een feestmaaltijd in Yildiz Kiosk, het paieis van den turksohen sultan. De grenscommissie voor Pamir: een schietwedstrijd. Het vinden van Mozes, naar de bekroonde schilderij van II. R. Mile- ham. Op de zondaarsbank. Abraham en de engelennaar eene schilderij van Murillo. Een godsdienstig gebruik in Thibet Lepchi priesters voor eene feestelijk heid g6kieed. Eene eer6zaak. De Donaubrug ,Carel 1" in Roe menië. Een schermles te Saint-Cyr. Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet in zijn studeervertrek. In de kerk te Alkmaar. Naar de schilderij van J. Bosboom. (Deze twee uit E;gen Haard). Het ijszsgen in den Boonervliet te Maassluis. Naar de schilderij van C, W. Smith Politieke platen en portretten. DOOR INCA, Oudejaarsavond. Vinnig koud. De j lucht 'is ijltintelend. Rust groote rust overal. Een etherische d-lorschijnendheid van :t firmament. Sterren die „enj relief:' schijnen te schitteren op don ker blauw fluweel. De maansikkel scherp teekenend tegen den achter grond van het heelal zonder achtergrond, Geen sterveling op straat, tenminste aan de haven. De Handels kade ligt als één groote leegheid van nie's doen vi-n het begin tr-t het eindemathematisch intermittee- renddonker, een gloe'ende spijker, en dóór tot het eindigt heel in de verte in een zee van lichtjes: het rangeerter rein aan de Rietlanden. Immense donkerdoorschynende stilte! Van tijd tot tijd een vooibijsnorrende trein met coupé reeksen, warm, verlicht! Van onder de viaduct komend, slentert een man, zwaar gebouwd, waggelerd. Slecht schoeisel, slechte kleeien. Ongunstig ongeschoren ge laat. Gang en houding duiden den verloopen matroos aan. Verliederlijkt en ver„dronken". Type zooals men er in onze havenstad'. n ongelukk gerwijze te veel aantreft. Hij loopt met de handen in den zak. Zonder doel voort- schcmmelend. Scheip ziet hij uit ol er soms iets „aan de hand" is.... Alles rust. Da loodsen zijn gesloten Uit bet politiebureau schijnt Jicht. Maar dat hindert hem niet.... hij weet dat hem dat niet hinderen 1 an. Voortsluipend, scharrelen^, tuurt bij in de zwartheid, ziende of er niets te stelen isuit een spoorwagen bij voorbeeld. Maar neen plotseling, bij toeval: em Hoon fluit, die even beprceld wordt. Hij, al van plan om texur te gaan, spitst de ooren, gaat door, na eenige mi-., u ten gaar.s: een waaigat, een boot, licht, rnenschen. wer kOch wat 1 Werk Misschien gelegenheid 01a ie eteleu Hij loopt door. Schaduwen, door een werklamp geworpen langs den muur. Voortgaand tot aan den hoek: hij bedenkt zich even, treedt in het lichtvraagt. Een stoomboot naar Engeland, die nog geladen moet worden om den volgenden morgen met daglicht te vertrekken eenige consternatie een man werd door kou bevangen en in een verwarmd afgeschut gede lte van de loods gebracht. De baas komt er uit. Een flinke man. G ed ingewik keld in bouffante en dikke jas. De eerlijke oogen ferm open niettegen staande vermoeienis en koude. Hij weet dat hij zijn plicht doet en dat over een paar uren. wanneer de boot afgeladen zal zijn, hij heel gauw bij zijn vrouw en de klantjes zal wezen. Hè, een uurtje met oliebollen en warme melk, en dan het klokje van twaalven en d3 felicitatiesMaar hij moet raad schaffen. De man moet vervaDgen wo.den hij lenerkt onzen slenteraar, die naar li6m toe komt met verzoek om werk. Dö baas monstert hem met een wantrouwend oog, maar hij heeft handen noodig en neemt hem aaa Het sombere scheepsruim, ijzig koud, zwart, slecht oï eigenlijk in het geheel niet verlicht door een pelro- leumhanglamp, die nauwelijks genoeg licht geelt om de koopmansgoederen te verstuwrn. Daar werkt onze „mité- rable" een anderhalt uur en steelt d. w. z. vult er zijn zakken met koffie die naar Engeland moet. Koffie en andere artikeleD. Prompt half elf is de boot vol de luiken gaan dicht het volk wordt betaald en gaat haastig naar huis de lichten wor den uitgedraaid en alles is doodech Hij slentert voort. De zakken vol, nijdig en jaloersch op c'fé anderen, d e naar huis gingen om al ia het ook heel armoedig tenminste met vrouw ea kind het nieuwe jiar in te treder. Ha, Ld, id, het nieuwe jaar, dat voor hen evenals voor hem een reeks nieuwe ellenden zou vertegen woordigen. Hij mort, is ontevreden, denkt aan zijn jonge jaren toen bij nog varens gast was en ook vroolijk en welge moed, al had hij het ook niet breed: denkt aan de verleiding, het drinken, waaiaan hij geen weersiand had kun nen bieden. Aan de „vrienden" die als bij aan wal was de kroegen met hem afliepen tot dat alles verzopen en verdobbeld was Toen een tijd van ge wone dieverij. Een paarmaal b8tr.pt, gezeten, weer vrij gekomen en nu het nieuwe middel van bestaan, dokwerk r en ook de nieuwe manier van stelen, die zeer loonenu was. Hij wist vaar zijn waar te slijten. Hij sukkelde er nu heen om van de opbrengst weer een tijdje, misschien éen dag, te kunnen leven. Hij gaat de brug over. Het bevroren water van de binnenhaven is zeer glad. De w nd strijkt er over heen. Het licht in de gaslantaarns flikkert en te midden van die troostelooze verlatenheid, van die barre leegte komt in zijn ver stompte, verdierlijkte hersenen een vaag, maar o. zoo uiterst vaag begrip tp van wat had kunnen zijn, als niet alles gekomen was zooals hetkwain. Dat doffe, half onbewuste, onuitge sproken protest tegen het noodlot, die flauwe herinnering aan e n ander beataan en toch in deze zelfde wereld, vervliegt weer. Zijn geheele denkver mogen concentreert zich weer op het door de omstandigheden veroorzaakte eenige puntdrinken, dobbelen, roes, stelen en weer hetzelfde. Altijd door in éen groote idiote monotoonheid van niet anders kunnen, van niet anders zijn. Toch is die man in den grond niet zoo bedorven als zijn eigen zwakheid hem gemaakt heelt. Nu weet hij niet beter meer, nu is het instinkt geworden. Hij slaat rechte-, linksaf tn nog eens een straat in Een kleine herberg, laagst allooi. Hij treedt binnen.Vunze, warme jeneverdamp en petroleum- stank siaan hem tegemoet. Het vertrok is laag, niet erg vol. Een paar mannen van zijn soort een paar vrouwen. Hij treedt op den waard toe en beiden gaan naar achter in het kleine kamertje achter de ge lagkamer; na eenige minuten komen zij weer te voorschijn: de zaken zijn afgedaan. Hij zet zich aan een hoek van de tafel en begint met den drank en het spel. In verpestende walmen van slechtste tabak en jenever-foezel, ver dierlijkt zich daar een deel van onze menschheid Het slaat 12 uur NieuwjaarRauwe kreten worden uit estooten kreten, die gelukwen- schen moeten vervangen: en de pret gaat door Wat z-.l het einde zijn? Na een paar maanden, een jaar of langer vindt men in het Oehlenblad een allerleiberichtje„Hedennacht werd door de politie een man in be schonken slaat gearresteerd, die in het bureau van de zooveelete sectie aan delirium tremens stierf." Tusschen twee slokjes thee „Ca nailleCanaille Een verloren leven. Een drama, niet gerecenseerd, een erg ailedaassch gevalmaar zoo treu rig Hij wa3 schuldig want hij liet ziph meeslepen door alles en allen. NASCHRIFT. "En misschien droomt hij in dien Nieuwjaarsnacht van vroegere dagen, van betere tijden. Misschien rijst daar in zijn benevelde en verstompte her senen een beeld op, scherp omlijnd, van wat had kunnen zijn en wat niet is. Zie, daar komen ze, in den donkeren nacht, de trokken van zijn vader en moeder, de reeds lang niet meer tot de levenden behooren, maar die helaas lang genoeg hebben ge leefd om zich te bedroeven over de afdwalingen van hun zoon. Ai hunne vermaningen baten niet, hunne verwyten doen hem het ouder lijk huis schuwen, omdat hij weet .dat ze welverdiend zijn. Na een door- geluierde jeugd is hij naar zee ge gaan en daar 13 het steeds erger ge worden, totdat aan het doodbed van den vader een zoon stond, die dronk aard geworden, verachtelijk wegge jaagd was door zyn kapitein. Hoe hij zoo diep gezonken is 'i Is begonnen op éen dag, ook een Nieuwjaarsdag. Kameraden haddon hem meegenomen, hy had zich laten meenemen en op dien dag had hij zijn eersten roes gehad. Toen als een stern, die eenmaal van de hoogte geworpen, steeds sneller er. sneller valt, was ook iiij voortdurend met grooter snelheid naar beneden gestort, totdat de dronkaard ook een dief was geworden In den droom ziet hij het gelaat van zijne ouders weer, h t is ol er tranen vloeien langs hunne wangen daar op eens schrikt hij op uit den somberen droom en richt zich op. Het daglicht schijnt door de venster?. Klokgelui klinkt van buiten en de stemmen van vroolijk e meü- schen, die elkander een gelukkig Nieuwjaar wenschen. Het hcoid bonzend van de orgie van den vorigen nacht staart de man voor z'ch uit en helderder dan ooit te voren staart de waarheid hem aan, dat geen Noodlot, geen slechte vrien den, geen omstandigheden hem heb ben remaakt tot wat hij is, maar zijn eigen \e Leilijka gemakzuchten zwakheid. De hoofdbewerker van zijn eigen jammer is hij zelf, hij alleen! Nog is het tijd om terug te komen op den heilloozen weg. Op dat oogen blik wil hij terug, maar zal hij kun nen Zal zijn verslapte energie de overwinning behalen op zijn kwade gewoonten, die bijkans tot een tweede natuur zijn geworden? Het is te hopen Niet alleen voor misdadigers als jhij, maar vcor ieder. Waaneer de 1 Oudejaarsavond voorbij en deNieuw- jaarsdag aangebroken is. dan worden i er veel plannen gemaakt tot verbe tering van dit gebrek, van dat kwaad. Willen is kunnen, ja maar alleen ernstig willen laat odb dan elkaar voor 1SP6 toewenschen veel heil en zegen, voorspoed en gezondheid en een ernstigen wil voor het goedeF. Politiek Overzicht. De berichten over den stryd bij de inneming van Zeitoen gevoerd tusschen de TurkeD en Armeniërs, luiden niet zeer eenstemmig. Volgens de Armeniërs is de eerste lezing van het gebeurde juist, nml. dat eenige duizenden Armeniërs zijn gedood en de anderen in machteloosheid} zijn gevlucht. Volgens de turksohe lezing moeten de Armeniërs nog eene zeer sterke stelling handhaven tegen eene macht van 10 000 Turken, maar moet er groote verdeeldheid onder hen heersohen naar aanleiding van de voorstellen van den vijand om zioh over te geven. De engelsohe bladen behelzen een brief van lord Rosebery, waarin hij er op wyst, dat Engelands protesten in de Armeensche quaestie, lord 6 a- lisbury'a krachtige uitingen ten spijt, ijdel zijn geweest. Wat Engeland in deze gedaan heeft is nietig en op zijne bedreigingen is niet gelet. Zijne diplomatie schijnt hare krachten uit geput te hebben. En intusschen gaan de Armenische gruwelen voort. Do regeering moet op haren weg hinder palen gevonden hebben, had mis schien te kiezen tusschen het in den steek laten van de Armeniërs of een Europsesohen oorlog. Ik moet al dus besluit de edele lord haar pleidooi hooren voor ik kan oordee- len. Dus zal ik de bijeenkomst van het parlement afwachten. Het is wel eigenaardig, dat op het oogenblik de politieke toestand door drie voorname quaesties beheerschl wordt en dat in alle Engeland, of liever John Buil, de hoofdrol speelt, Na de armeensche quaestie komt het geschil met N -Amerika en Engeland naar aanleiding der Venezolaansche grensregeling en verder de trans va al- sche quaestie. In deze laatste zaak schijnen de Boeren bij een eventueelen etrijd tegen de Uitlandera, wi-.r hou ling natuurlijk geheel door de engeleche polit ek wordt geregeld, op den steun van D itschland te kunnen rakene. dat niet zal toestaan, dat Engeland hare macht ook over dit gebied in Zoid-Afrika uitstrekt. Uit Johannesburg wordt nog het volgende gemeldDe politieke span ning blijft aanhouden: de uittocht van vrouwen en kinderen neemt toe. De triinen zijn met hen gevuld. Hooge prijzen worden gevraag l voor granen en meel. In een groot aantal bijeenkomsten van de verschillende klassen der bevolking wordt do toe stand besproken. Men verwachtte Maandag de slui ting van ver.-chillende der voornaam ste mijnen, tiet is nog niet duidelijk wat do National Union zal doen, doch verschillende oorlogszuchtige geruchten worden verbreid. De regie ring heeft den burgers last gegeven zich gereed te houden, ingeval van nood. In een bijeenkomst der Han- lelsvereeniging, die Z jndag werd gehouden, hetfl do vereer iging zich geconstitueerd als een gewapend korps de „Town Body Guard" ten einde op alle gebeurlijkheden voorbereid ie zijn; de openbare orde te handhaven, i leven en goederen in de stad te be- schermen, en uirde te werken tot het verkrijgen van een grondwet' '"-j waarin de grondslagen voorkomen die tot het programma der vereeni- ging behooren. De vereeniging zaItP geen deel nemen aan onlusten ol opstand van welken aard ook. In de vergadering is besloten 7' de regeering uit te noodigen de ver- eenigicg van wapens te voorzien. In 1 een bijeenkomst van drie honderd Duitschers is een comité gekozen oir. een plan voor et n politieken veldtocht op te stellen. De Times verneemt uit Kaapstad Kruger heeft zyne rondreis bekort. Eenige burgers vun Bronkliorstspruit hebben met den staatspresident een onderhoud gehad. Een hunner, Botha," zeidezijn lichaam had reeds vele kogels gekregen, maar hy kon er nog meer bergen, als te Johannesburg ue burgeroorlog loskwam. Kruger zeide in geen burgeroorlog te gelooven, maar alles was mogelyk. Wanneer men een schildpad dooden wil, moet men wachten tot hy zich bloot geelt. Wat de oplossing betref', dor on- eenigheid tusschen de Ver- Staten en Amerika, de houding van Cleveland zal hierbij van groot belang zyn. Wat zijn inziohten in deze zyn is niet be kend, de uitlatingen van zyn vriend den senator Gray en den vice-preei- dent der Unie, dat geen oorlog met Engeland dreigt, noerr.; de oorrs- pondent der Times wel interessant, maar niet bindend voor Cloveland. De oorrespondent blijft gelooven, dat de president der Unie het geheoie volk achter zioh hoeft, en dat hy zioh weinig bekommert om het betoog der New Yorksche dagbladen en de ver zekeringen der hoogleeraren in het recht; dat hij inéén woord zyn eigen weg zal gaan. Het wordt bevestigd, dat Menelik de negus van Abessinió op voor Italië zeer eervolle voorwaarden vrede wil sluitenmaar verzekert hy. hij zal tot zyn dood vechten voor zijne onafhank lyfcheid. Men bereidt de zending van nieuwe troepen, ten ge- jtale van 10,000 man, voor. Tweeduizend man troepen, zyn Maandag met bestemming naar Cubj* te Cadix ingesche pt. In zake de k'looierijen in het ge meentelijk beheer van Madrid, heeft de rechter van instructie tegon negen gemeenteraadsleden en drie oud-leden «.en vervolging doen instellen. STAD8NIEU ws. eerste en tweede pagina. Haarlem31 December. Vaderlijke zorg. Het beeft Zmdag me igeen ver wonderd dat er geen baanvegers rp ihet ijs waren, hoewel er wel sneeuw weg te vegen wae. Dit ecbijnbaar zonderling <:eval heeft een goede re den. Baanvegers mogen namelijk hu I be Irijf niet uitoefenen zonder bepaald 1 permissie van het hoofd der politl Roman bewerkt naar het fransch 5) PAUL SAUNIERE. X-7 33. Zoodra hij zijn zoon zag binnentreden, stond hij op en liep hij hem vol hartelijkheid tegemoet. Zijne straks nog pijnlijk verwrongen trekken helderden geheel en ai op en een gulle glimlach ontplooide zijn mond. Men zag aanstonds dat hij den jongeling zielslief had dat hij trotsc-h was op zijn schoonheid en in éen woord slechts voor en door hem leefde. De arme man had echter evenmin kunnen nalaten er zich rekenschap van te geven, dat Jean nférslachtig was, het ministerie in den steek liet, en dat hij verteerd werd door eene geheime droefheid, waarvan zijn vader de oorzaak niet kende. Hij maakte zich bezorgd voor dien voortdurenden weemoed, die al te rustige levens wijze, die afgetrokkenheid, welke zoo weinig voegde by jemand van vijf en twintig jaar. Vrij wat liever had hij hem in weelde zien leven en desnoods dwaasheden begaan. Was hijzell niet rijk genoeg om ze te betalen? Wat kwam Jean bij hem doen Zou hij bem de oorzaak van zijn kommer toevertrouwen, hem zeggen welk leed zijn binnenste vervulde? Hij had immera slechts te spreken, die beate jongenMichaud vroeg niet liever dan hem alles te geven wat het geld slechts verschaffen kon. Heel zijne vaderlijke leederheid stond op ziju gelaat te lezen, toen hij de hand van zijn zoon vastgreep en hem zschtkens dwong aan zijne zijde plaats te nemen. „Welnu, beEte kind," vroeg hij op vriendelijkon tooD, „mag ik het ger.oegon hebben u met iets van dienst te zijn?" „Misschien wel," gaf Jean ten antwoord. „Gij zult er zelf over oordeelen, vader, want ik weet waarlijk zelf niet goed meer wat ik b-ginnen moet." „Wat bedoelt gij?-' vroeg de grijsaard vol belangstelling. „Dit éene, vader, dat ik een ondankbare beD, en, in plaats van de goedheden te vergelden, waarmede gij mij, van mijne vroegste jeu^d af, overladen hebt, vooral sedert de fortuin u zoozeer toelachte, mij te vergeefs moeite geef van mij te vergenoegen met de door u voor mij gekozen loopbaan. Ik heb bij mijzelven mogen re deneeren zooveel ik wilde, al mijne geestkracht aan die taak kunnen VrijdeD, de cijfers, waar ik op tuur, ver dwijnen voor mijne oogenhet is nog slechts een onbestemde chaos, wat ik voor mij zie, en al die getal len eindigen met een fantastiscnen dans voor mijne oogen uit te voeren, zoodat ik ze onmogelyk meer volgen kan." „Maar waarom hebt ge dat niet eerder gezegd, niija goede jongen 1 riep Michaud uit. „Ik sou u aanstonds van die marteling hebbsn verlost." „Ik heb meni -maal op het pact gestaan u dat te belijden!" antwoordde de jongeman: „maar juist omdat ik wiet boa eindeloos toegevend gij waart, vond ik er den moed niet toe. Gij h udt zooveel v.in mij, en ik zeli draag u zooveel gehechtheid ea dankbaarheid toe, dat ik vreesde u een groot verdriet, of althans eene hevige teleurstelling tc berokkenen." „En geloolt gij dan," viel Michaud hem in de rede: „dat ik u tot galeistraf zou willen veroordeelen Neen, neen, ik wensoh bovenal uw geluk. De geld wereld trekt u hoegenaamd niet aan, laat baar dan varen. Was het dat wat u omber stemde? En gij hebt er niets van gezegd? Ol d-mht gij misschien dat ik niets van uwe droefgeestigheid bemerkt had? Maar mijn hart voelt ail63 wat in het uwe omgaat. Wien anders heb ik om lief te hebben op aarde dan gij Ea tot welke offers is men nie^ bereid, als men aan iemand htcht? Kom aan, spreek, wat verlangt gij H6t ontbreekt mij niet aan geld, dat weet ge wel." „Zeker, gij hebt mij dat dikwijls genoeg gezegd." „En gij hebt daarvan ongelukkig geen gebruik ge maakt," hernam M.chsud. „Waarom niet Dat geld werd immers eerlijk verdiend? Ik heb u toch genoeg zaam den oorsprong van dat reusachtig vermogen doen kennen." „Ik twijfel geen oogenblik aan uwe rechtschapenheid, vader. ZMfa uwe benijders hebben er nooit aan geiaoht een blaam op u le werpen." „Laat de dubbeltjes van uw yyder dan ook] lustig I rollen, myn jongenIk zelf kan er niet meer van ge- nieten. Toon mij wat gij er mede uitvoeren kunt." „Weinul dat beloof ik u," sprak Jean, die geheel overwonnen was*door de gulle hartelijkheid, „maar ik waarschuw u dat htt n^g zoo gemakkelyk niet zal 1 zijn." „Betreft het dan iet3 dat men niet koopen kan vroeg Michaud met plotseling bowolkt voorhoofd. „Integendeel, het zal yeel, heel veel geld koeten. Ik ben het nuttelooze leven moede, waarloa ik tot dusver veioordeeld wae, en zou het land willou dienen, iny opheffen in eigen oogen. Sedert lang gevoel ik eene onweerstaanbare roeping om bij het lever te gaan." „Zoudt gij militair wiilen worden stotterde de kleermaker ontsteld. „Ja, vader. Maar er zijn twee manieren om daartoe te geraken vooreerst kan men eene compagnie, en later een regiment koopen; wat echter vrij wat eenvou diger en minder kostbaar is, het is gewoon dienst te nemen bij de troepen zijner Majesteit." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 1