nit den vreemde betrekt wat Neder land ever;go d kan leveren. Ja, lezer, dat :"8 geschied I In onze dierb're veste is naar aanleiding van dit feit een hovige strijd losgebara'er, een strijd, waarin advertent ën, brochures en manifesten op de stadsaanplakborden a!g wapenen worden geb»uikt. Een strijd, uiterst productief voor uitge vers van dagbladen en exploitanten van aanplakbon'e de gnsgloeilicht- stiijdHet ligt geenszins in mijn be doeling ree'a me to maken vo r de HoUandschelgasgloeilicht-fabrikanlen, maar ik ben meermalen in do gele genheid geweest te constaieeren, dat al overtreft hun fabrikaat ook niet het buitenlandscee, het in kwaliteit toch daarmede gelijkstaat. De gemeenteraad heeft besloten, dat, aangezien Amsterd. m door de roode zwaluwstaart-iantaarr.s, zeer treuriglijk werd verlicht, opdestads- lantaarns voortaan gasgloeilicht zal worden toegepast. Nu dit is een zeer wijze maatregel, want behalve door de grootere licht- kracht is elk gasgloelicht wegens de bezuiniging, die mtn verkrijgt in het aantal meters gas, dat men verbrandt, verre te prefereeren boven gewone gasbranders en bezuiniging is in elke gemeente en vooral in Amsterdam zeer gewenecht. Even wijs is het sys teem, dat het Dagelijksch Bestuur da rbij volgt, het systeem „inschrij ving"; het goedkoopste dient den mensch en ook der gemeentelijke schatkist. Minder verstandig en ook niet billijk is het, dat met voorbijzien van Nederlandsche fabrikanten tot die inschrijving huitenlandscke huizen zijn uitgenoodigd, wier fabrikaat nu 'e avonds hare koude,witte stralen over „üaneerend Amsterdam" werpt; in Kalver-, Uirechteche- en Reguliers- breestraat schittert S el ten's en Kin- dermanns gasgloeilicht a titre d'ess i. Het valt Liet te betwijtelen, d«t éso dezer lichtsoorten of beide door „de stad" zullen worden geschiat ver klaard, want, naar mijn bescheiden en niet-deskundig oordeel, voldoen zij zeer goed. Maar dan zijn de Neder landers vergeten en de „Uitlanders" hebben den buit. Om dat te voorVo men wordt door de verongelijkte fir ma's geijverd in woord en scarift en vergelijkt er zelfs een dezen toestand met die onzer „dappere broeders in de Transvaal, die den vreemdeling geven wat hem toekomt, doch aller eerst de rechten bescherm» n der in geboren burgers van den Staat". Hij heeft dit fraai gezegd Hoe het zij, het iB te hopen en te wenschen, dat de gemeente ojk onzen J landgeno» tsn eenige straten zal af staan om daarin bij wijze van proef j hun licht te branden er, zo i dit' blijkt te voldoen, de gehsele stadsver-j lichting opdrage aan hen, wier han delsfirma's van zuiver nederlandsch I karakter blijken te zijn. Indien de Maatschappijen, die thans j zijn uitgtn jodigd, »le voorkeur blijven1 gen eten boven onze landgencoten, zal1 hun dit ean reclamemiddel meer zijn om de H «banders, die zich vermeten met hen te concurreeren, het zaken doen geheel onmogelijk te maken, I terwijl toch eigenlijk het publiek het I mee t geba it is door de laatster, die I een einde gemaakt hebben aan de! monopoliën dt-r eersten, die op zijl zachtst gezegd „een beefj duur"(l) waren, toen zij als alleenheerEchers de markt zegenden, B. A. B. Een 17eeuwaclie duiker. Naar aanleiding van het berichtje: „De Kampioen der Duikers", opge- nomen in de Amsl. Ct. en ook door, ons vermeld, zendt een der lezers van 1 dat blad het volgende beriohlje, door hem afgesobreven uit: J. ter Gouw, „Een wandeliDg in Amsterdam in het midden der 17de eeuw",Amsterdam bij C. L. Brinkman, 1865, ps£. 125. en waaruit blijkt dat ook reeds vroeger de kunst werd verstaan om laDg onder water te blijven Maar zie, reeds zijn wy nabij j de Heiligewegspoort; 't is nu tyd uit te stappeD, en verder te voet onzen weg te vervolgen. De heldere vliet, die gij voor u ziet is de Wetering,1 en hier ter linkerhand is de plaets,' waer eens op Amsterdemshe kermis, in het jaar 1606. de beroemde Jan Adrianusz Leeghwater van de Rijp zgne „wateroonstein 't werk stelde, onder groote toeloc p van volk. „So det daer wei zeven of agt honderd menschen by malkander waren." Hier vertoefde de kunstenaar, die zioh op alles verstond, drie kwartier uurs lang onder water op den grond, zat in de diepte te schrijven, en wel op papier met pen en inkt, zat er peren te eten, en voor zijn „plaizier en de reoreatie1 eenige „voizen" op de schalmei te spelen, onder ander den |23en p3alm, det men 't duidelijk op I den wal hooren kon. „Ende als het i werk gedaen wes, zo waren daer veel liefhebbers, die haer milde hand j toonden ende onder allen was daer oek een men uit Zeeland, die zeide, omdat de konste zo fraay is, zc 1 scbenke ik u daertoe nog een Zeeu- Bche daelder." Recht voor A lien bevestigt thans het geruoht, dat Van Emmenes, in plaats van de twee vonnissen te ondergaan, waartoe hg veroordeeld was en die in hoogste instantie zyn bevestigd, naar het buitenland is vertrokken met eene jonge dame. Hg laat te Arnhem zgne vrouw met een groot gezin broodeloos achter. Eene aanrandi Men meldt uit Twisk De bewoners van het noord-ooste lijk deel van Noord Holland zitten, wat veiligheid ran leven en have betreft, in Abraham'3 sohoot, en hoo ren van inbraken, aanrandingen en wat dies meer zy alleen door berich ten uit de verte. Maandagavond bleek het echter, dat er ook op <!ezeo gelukkigen regel uitzonderingen kun nen voorkomen. Op dien avond nl. keerde de bakker K. Z. op zgn hon denkar van hier naar zgne woon plaals Medembiik terug en reed langs den Zeedgk, toen hg plotseling van achteren aangegrepen werd. Er volgde een worsteling, waarbij aan- va'Ier en aangevallene beurtelings onderlagen. Ten laatste kreeg de bakker een slag in het aangezïoht, die hem deed duizelen, maar hem, tot zijn geluk, tevens zóo in woede deed ontsteken dat hg krachtig reciproceerde en, na zgn aanvaller flinz onder handeD genomen te hebben de gelegenheid had, om naar hier de wijk te nemen. Toen hg, vergezeld van zijn zwager en zijn hond, langs denzelfden weg naar Medembiik ging, was er van de aanvaller geen spoor meer te ont dekken. Men sohryft uit Luse Door het zachte weer der laatste weken zgn de bloembollen kweeko s reeds hier en daar bezig om de vroege soort hyacinten wat te verdunnen van bedekking, daar zy reeds voor den dag komea. Over het algemeen wordt er zeer naar vorst verlangd, want als deze later intreedt, zooals verleden jaar, staat den bloembollen kweekers veel schade te wachten. Het zachte weer komt den werken den stand anders ten goede, want iedereen kan thans nog een aardig daggeld verdienen. Van bepaalde ar moede is d n ook geen sprake. Uit de archieven. Men schryft uit Zaandam aan het bid.Van hoeveel be'ang het kan zijn oude documenten en papieren zorgvuldig te bewaren,blijkt duidelijk uit een geval, dat zich hier ter stede thans voordoet. De eigenaars der huizen, die op den Hoogendam gebouwd zijn, be taalden van oudsher jaarlijks aan de gemeente eene recognitie. Steeds werd die erfpacht door de eigenaars be reidwillig betaald, al wist ook niemand van hen meer op welken grond die betaling van hen werd gevorderd. Men had nu eenmaal telken jare die erfpacht betaald, en bleef dus in de oude sleur voortgaan Een tiental jaren geleden echter werd een geest van twijfel aan de rechtmatigheid van het van hen gevorderde vaardig over en' ele Hoogendammers. Waren zij die recognitie wel werVelgk schul dig Kon de gemeente haar reoht op die erfpacht bewijzen? De betaling ging thans niet meer zoo vlot als vroeger. Men betaalde nog wel, doch aarzelend. Enkelen weigerden zelfs langer te betaler. Thans was goede raad duur. Het gemeentebestuur, ofschoon overtuigd van zijn goed recht, scheen geen kans te zien de hiervoor gevorderde bewijsstukken bijeen te brengen Wel werd het gemeente- robief onderzocht, doch er werd niets gevonden dat eenig licht kon verschaffen. Trouwens, het onderzoeken van een archief heeft voor een leek eigenaardige moeilijkheden, waarvan wel de v, or- naamsto is, dat het schrift van ons voorgeslacht zoo byzonder van vorm is, dat de naziat er gewoonlijk tittel noch jola van lezen kan, en dat het jzoo weinig op Hollandsoh gelijkt, dat men eerder zou denken een brief van een Iadisohen radja voor zich te zien, dan van zyn bet-overgroot vader. Zoo was de toestand, toen eenigen tijd geleden de nieuwbenoemde bur gemeester, mr. Van Tienen, besloot de quaestie zoo mogelijk op te lossen door een deskundige met het onder zoek van het archief te belasten. De heer G. Murray Bakker secre taris van den polder Oostzaan, iemand die op oudheidkundig gebied zyn sporen verdieod heeft, werd uitge noodigd een onderzoek inhetgemeente archief in te stellen. En aan zgne ijverige nasporingen is het te dankeD, dat de gemeente thans haar rechtop de erfpacht kan staven met deugde lijke bewijzen, uit het stof der eeuwen opgedolven. De onwillige eigenaars zijn dan ook reeds aangeschreven hunne achterstallige reoognitiën aan de gemeente te betalen op straffe van intrekking van het recht aan hunne voorgangers twee-en een-halve eeuw geleden verleend. Zoover zullen de Hoogendammers het wel niet laten komen. Gestikt. In 't vooronder van den driemast- schoener Jane Kilgour, die te Ant werpen in het Kattendykdok ligt, zijn Maaudagoohtend drie matrozen dood en een bijna stervende gevonden. Deze vierde, een Noor, Lurdgaard genaamd, was pas Maandagavond zoo ver bekomen, dat men hem onder vragen kon. Een van de dooden is ook een Noorde twee anderen zijn een Duitscher en een Am8r.kaansohe neger. Lurdgaard vertelde dat zij den vc- rigen avond eerst met hun vieren aan wal waren geweestde neger had ze getraoteerdteruggekomen hadden ze een glas water gedronken en waren toen in 't vooronder afge daald, waar de kachel brandde. Het deksel van de kaohel was stuk. De matrozen roken wel een scherpe luoht, maar stoorden zioh daar verder niei aan en gingen slapen. Lurdgaard zelf lag het dichtste bij het luik, dat slecht sloot. De tocht die door de reten kwam beeft hem 't leven gered. Hy had zijn slaapmakker3 's nachts hooren klagen, maar in de meening verkeerd dat ze hardop droomden. Dat was alles wat hy wist te vertelleD. Maandag werd bij de oefeningen in het schijfschieten met de revolver door het kader van het 4) regiment infanterie in de duinen by Katwijk de sergeant-instructeur Vryhoff ge troffen in het onder-achterdeel van het liohaam door een kogel, welke onverwacht het wapen verl et van een der sergeanten-majoor, nadat het wapen vooraf herhaaldelijk zijne dien sten had geweigerd. De gewonde werd per trein over gebracht naar hef garnizoens-hospi taal. Ofschoon de kogel nog niet ver wijderd is kunnen worden, geeft de toestand van den gekwetste geen aanleiding tot overmatige bezorgdheid. Alweer een. Te Leebroek onder de gemeente Dwingeloo, heeft een 16-jarige knaap een geweer, dat aan den wand hiDg, schertsenderwijs op het 4 jarig dooh- tertje van zijn patroon J. Klaassen aangelegd, met het ongelukkig gevolg dat bet kind doodelijk werd getrofföD. De jongen wist blijkbaar niet dat het geweer geladen was. Een voorloopig onderzoek heeft reeds uitgemaakt, dat alleen aan groote onvoorzichtigheid moet worden gedacht. Zondagmiddag is onder de gemeente Velden bij Venloo door twee vissohers het lijk van een meisje van drie maanden uit de Maas opgehaald. Er' wordt aan een misdaad gedacht, zoo- j dat door de politie een Btreng onder zoek is ingesteld. Het lykje is naar Venloo vervoerd. Pers Overzicht. Een muisje met een staartje. De heer J. de Koo schryft in de Volksstem, mar aanleiding van dein de laatste dagen in de pers druk be sproken geschiedenis van de Amster dammers het volgende: „De verschijning van twee Amster- dammers tegeiyk, een nieuwe en een oude, die ook zeer nieuw schijnt, j noopt ods tot de verklaring, dat wij op geenerlei wys in eenige betrekking staan tot deze nieuwe uitgave van het oude, door ons gestichte blad. „Wij zien ons daartoe te meer ge drongen, wijl men in het eerste num mer van dat blad, als hoofdartikel, een artikel uit De Volk-stem heeft overgedrukt, en in het tweede, zonder naam van uitgever of redacteur,ano niem dus, ondor het teeken -f-f, de politiek van den vroegeren Amster dammer, toen deze onder onze redac tie stond, tot die van het uit te geven blad heeft verklaard. „Wy voegen hier tevens aan toe, tot inliohting van partygenooten, die onzen naam in verband tot deze onderneming noemen, dat men o. i. De Amsterdammer, die sedert ander half jaar een liberaal dagblad was geworden en het gros barer radicale lezers verloren had, stitlekens liberaal had moeten laten blijven, daar men thans een radicaal blad voor de libe rale lezers gevende, slechts verwar ring s'.iobt; dat nu door de oprichting van het Volksdagblad nevens andere kleinere couranten, in de behoefte van het minder veeleischtnd radicaal publiek is voorzien, en er niet aan gedacht kaa worden een volslagen dagblad te doen versobijnen in den trant van den ouden Amsterdammer, onthouding verreweg de voorkeur verdient boven het uitgeven van een halve courant, die, hij heette de Nieuwe Amsterdammer of De Amsterdammer, onmogelyk voldoen kan aan de be hoeften van het publiek. „Hiermede willen wg allerminst geacht worden, de praktijken van de zoogenaamde Nieuwe Amsterdammer goed te keuren, die in een faillisse ment zij erkent het zelt: „door den treurigen toestand van h ar beheer" ontstaan het onderpand der schuld- eischers, personen die hun diensten gepraesleerd hebben, in levering van arbeid of goederen, trachtte waarde loos te maken. Na de wyze, waarop de radicale Amsterdammer ruim een jaar geleden door de radioaal-liberalen is veroverd nu nog deze manier om dat bezit voor de tweede maal zich te verzekerenhet is, dunkt ons, voor de party, die eigenlgk nog ge sticht moet worden, een stukske historie, dat de heer Van Loenen Martinet, vooral op Pinksterdagen, zich liefst niet herinneren zal 1" Dit sohijut het Alg. Bdbld. dat opmerkt dat de Koo, zoo ondankbaar en onrechtvaardig behandeld is, toen men hem indertyJ de Amsterdammer afhandig maakte, recht van spreken heeft, een volkomen verdiende bestraffing te zijn. De Amst. Cour. merkt bg bet ver melden van De Koo's oordeel op, dat hoewel in een der eerste nummers van de Amsterdammer (uitgave Felix Meritis) werd beweerd dat het blad weer de oude, radicale Amsterdammer wilde zijn, het nu echter blijkt, dat aan dat radioalisme de groote keur ontbreekt. De Nieuwe Amster dammer bevat een „woord van verweer" van haar hoofd- redaoteur J. Van Loenen Martinet, waarin deze het ontstaan van het blad ie N. A.) en zgn houding daaromtrent uiteenzet. Aan het slot daarvan zegt hij te hopen, dat het Hbld. van zijn „woord van verweer" nota zal nemen en aantoonen, in welk opzioht hij „bestraffing verdient. „Overigens zal mij wellicht de Journalistenkring, waarvan de heer Charles Boissevain voorzitter is, de. gelegenheid kunnen opènen," laat hij hierop volgen, „om der redactie van het Hb'.d. rekenschap te vragen van dien openlijk op mg geworpen blaam." De Chartered Company. De Engelsche Economist betoogt dat het reohtvaardig is elk beslist oordeel over de gebeurtenissen in Zuid-Afrika op te schorten totdat het beloofd onderzoek is ingesteld en de uitslag er vau openbaar gemaakt. Maar dan moet dat onderzoek ook volledig zijn en de wyze waarop het geschiedt de waarborgen daarvoor opleveren. Hiertoe acht The Econ. in de eerste plaats noodig, dat de Britsche Zuidafr. Maats. the Chartered Company zelve niet alleen geen hinderpalen ia den weg legt, zoo lezen wij in het Alg Handelsblad, maar toont te willen medewerken. Dat kunnen de directeuren doen allereerst door de namen der aandeelhouders en de overdrachten van aandeelen bekend te maken. „Allerlei soorten van geruohteu, die stellig ongegrond zgn, worden thans verspreid", zegt het weekblad, „over de personen die de Maatsohappy hebben opgericht en over 't geen zg in den laatsten tgd met hun aandeelen hebben uitgevoerd. Tot dusver kan men daarover niet oordeelen, want de Ch rtered Company heeft voor rechten die andere vennootschappen niet bezitten. Zy is niet onderworpen aan de wet op de naamlooze vennoot schappen en derhalve niet verplicht de lyst van hare aandeelhouders open te leggen en openbaar te maken. Door van dit voorrecht af te zien, zou de Chartered Company veel er toe bydragen, dat menhet oordeel over hare handelingen opschort." De Economist verlangt daarom, dat de directie de lijst der aandeel houders openbaar maakt, zooals die was in Juni en in November 1895. Zoo alleen kan de Maatsohappy aan het publiek de overtuiging schenken, dat er niets verzwegen zal worden en dat het onderzoek inderdaad vol ledig zal zyn. Financieels Mededeelingen Het Weekblad van Broekman en Hondera bevat o. a. de volgende op gave van minder courante of incou rante fondsen, in de week, tot den datum van 21 Jan. 1895, door hun tusschenkomst verhandeld. Aand. Amstel-Hotelmaats. 103 pCt. Crediet-Ver. 500). 116 Duinwater -Maatsch. 15 Maats, tot expl. v. onroerende goederen 32 Maat", tot aanl. en expl. v. d. '<s Grav. Bad- en Zweminr. 95 Koffie- en Kina-Calt. Maat-. „Pagilaran". 5Ü Lsndbouw-MaaUch. „Ngoepit" 200 Oblig. Ned.-Iud. Cultuur Maatschappij 97 Ver. „Eigen Hulp," afd. Zskerheidstell. van ambtenaren en beambten (1881/88). 102H Ver. ,,E:gen Hulp," afJ. Zekerheidstell. van ambtenaren en beambten (1895). 100% Opr.-Bew. Rljnl. Stoomtr. Maatschappij f72 Aand. Verz. Maats. „Flevo" 65 Bat. Zee- en Brand- Assur.-Maatschappij 80 Letteren en Knnst. Op Zondag 2 Februari a s. zal te Amsterdam in het Grand-Tbéa re een Duitsohe voorstelling worden gegeven, waarin Ernst Possart zal optreden. Fieund Fritz zal worden gegeven en met Possart, die Rabbi Siohel speelt, treden bijna alleen Hollandsche too- neelspelers op. Fritz Holm wordt peeld door den heer Willem van Zuyien, Hansen door den heer Isouard van Lier, Christel en ook Jozef door den heer Saalborn, Friedrich door den heer Sohwab, terwijl mevr. Röi- sing optreedt als Susel, mevr. Culp- Kiehl als Catherine, mevr. Amelung als Lisbeth. De heer Saalborn hetft de regie op zioh genomen van deze zeker zeldzame voorstelling. Rechtszaken. Beleedigende gsschriften. De zes personen die vóór veertien jgen te Amsterdam terechtstonden wegens verspreiding van voor de Koningin en de Regentes beleedigen- de geschriften, werden Dinsdag allen tot drie maanden gevangenisstraf ver oordeeld. AlleB dcor een hond. Een heer te Amsterdam had een hond. Of het dier mooi of leelyk, trouw of niet was, kunnen wij niet zeggen, want het dier was niet als s:uk van overtuiging ter tereohtzitling. Maar zeker is dat zijn meester veel van hem hield en dat het zeker om de genegenheid van zijn baas eens op de proef te stellen op zekeren dag uit wandelen ging en niet terugkwam. Algemeene versla genheid in het huis des meestei Goede raad was duur. Men plaat! in het Hbl. en in 't N. v. d. D. e advertentie, waarin de hond beschi ven werd, en men ;beloofde f50 h looning aan wie den verloren zo zou terugbrengen. Intussohen was het dier op z wandeling te Naarden gekomen had daar de aandacht van den doq veldwachter getrokken. Deze ni het tot z'ch en verheugde zioh ree in de belooning die hem wachtte i hij den hond terugbraoht. Maar en dit mag niet vergeten worden de handeling van den veldwacht was, zooals uit eigen verklaring, hg Dinsdag voor het Hof aflegde, ble niet geheel onberispelijk. Hy hoor nl. vau een ander dat de bond het bezit zcu zijn van een kerm reiziger. De veldwachter begaf zi naar dezen en nam den hond in 1 c slag, onder bolofte den man d volgenden dag f2.50 te zullen gev c als schadevergoeding, De kermisr w ziger n.l. had zelf den hond van e li ander gekocht. De f2,50 werden h» c niet uitbetaald. De veldwaohter had a'.zoo d o hond in zijn bezit, 't Duurde n lang of hij kreeg bezoek van e heer, die zeide zoon des eigenaa te zyn. 't Dier werd gebaald a sprong tegen den bezoeker op. „0< o zie je wel, hij kent zyn baasje got 1 wat zal pa big zgn als bij 'm wwi terug heeft." Nu, dat was overti gend, De veldwaohter gaf aan d „zoon" den hond mede en „de zo haastte zich naar den eigenaar, vi wien hij als brenger de f50 onlvic^ MeD raadt het verder verloop. lr! veldwachter maakte ook aanspra op de belooning. Hij kreeg er f van, gaf de zaak aan en de pseut zoon werd bij de rechtbank tot tw maanden veroordeeld, wegens o liohting. Vandaar appèl. Mr. Jolles vond de beslissing c rechtbank juist. Door zioh als zo des eigenaars voor te doen, maal hij zich van den hond meester lichtte dus den veldwachtor op. S^j vorderde dus bevestiging van 't v» n nis des eersten rechters. Mr. D. Simons onderwierp vonnis aan een scherpe oritiek. E k van de belangrykste elementen v a 't misdrijf, opliohting, ontbrak hi ,t De veldwachter, gewapend met wetensohap dat f50 aan den teru brenger zou ten deel vallen, na j den hond in beslagd. i. pleegde e publiek-rechtelyke daad. en was v< plioht den hond terug te breng» r zonder belooning, eenvoudig ome pi hij justitieel ambtenaar was. Zond» tl ling noemt spr, ook de houding v D den burgemeester, die den eigena om de f 50 vroeg, ten einds ze verdoelen onder de gerechtigden. leen bekl. had reoht op de belooni niet alleen omdat hij de terugbreng was maar ook omdót hij reeds v<E pogingen had gedaan om den ho te vinden. Voor oplichting is voo noodig dat iets uit 't vermogen v den een en dat van den ander ov» gaat en dat was hier niet het gev Ook de vordering tot deföObeeto nog niet toen beklaagde den ho meenf m, want het recht op de f ontstond eerst door het feit van teri t brenging Hier was alleen sprake v ig een toekomstige wmst die be wellicht heeft ontnomen Spr. me» dat een vryspraak behoort te volg» Mr. Jolles, repliceerende, deed c merken dat de eenige vraag was de veldwaohter was opgelicht en do vraag beautwoordt spr. bevestigei ci omdat hem de bond was afhancf gemaakt en wel met 't oogmerk ziohzelf te bevoordeelen. Nadat ig Jolles zijn tegenpartij ha 1 aangerad lt art. 326 Sr. eens goed te lezen mr. Simons bij zijn dupliek o a v klaard had dat art. te hebben ge k zen, zelfs wel voor deze zitting dat artikel 326 alleen opliohting kent als men iemand iets vertrou n waarop hg reott beeft, werden debatien gesloten en de uitspr» id bepaald op heden over el Het Hof te Amsterdam veroordee i Dinsdag den jeugdigen Moen, wege ig het gooien met steenen naar de poli iv bg gelegenheid van de relletjes den Dam, tot drie maanden gevafili genisstraf. 8EMENÖD NIEUWS Te Boppel (België) is een 24-jatjek landbouwerszoon op gruwelyke wjjj aj dat de naam van den Regent er aan ontbreekt; mijn vader is de ware meester van Frankrijk en dat voor graaf d'Aveyron, dat zal niemand mij tegenspreken. Voor zijn wil alleen ben ik bereid te buigen. Maar zelfs de wil van Zijne Koninklijke Hoogheid zou mij in deze omstandigheden niet aan het wankelen kunnen brengeD." „Vergun mij u te doen opmerken,mevrouw,'' hernam Barberousse, „1at graaf d'Aveyron een-te mmiater is, en dus wel degelijk iets in den lande heelt te zeggen." „Dit feit laat mij volkomen onverschillig, mijnheer," sprak da prinses op geringschattenden toon. „Maar,ais gij het waarlijk enkel en alleen voorzien hebt op graaf de Montbazin en zijn vriend Jean Michaud, dan wil ik u wel verklaren dat zij het kasteel reeds verlatenj heb ben". „Wij zullen ons daarvan overtuigen,'' zeide Barbe rousse. „O! zoover zgn wij nog niet gekomen," sprak de prineea op een toon van verpletterend medelijden. „Wat de dames de Coissy bier betreft, zij bevinden zich onder mijn dak, en onder mijne hoede, die geen sterveling het recht heeft haar te betwisten. Dat recht zal ik welen te h mdbaven tegenover den onw^ardigen mees ter, di-n g'.j op zoo betreurenswaardige wijze dient, en tot zelfs, als het noodig mocht zijn, tegenover den Regent." De gelukzoeker besfde van toorn onder deze hoonen- de woorden, de officier bleef echter onverstoorbaar. Er viel niet aan te twijfelen of van het oogenblik af dat de zaken eene dergelijke wending namen, was hij er iet langer op gesteld zijne opdracht te volvoeren. „Eq indien deze verklaring u niet voldoende meebt zijn, mijnheer," voegde de vorstin er bij, naar een aoppel pistol» n grijpende, die aan den muur hingen, „dan zweer ik u bij mijn eer, dat ik een kogel dcor het hoold zou jagen vau den eersten den beste, die het wagen zou hier tegen mijn wil binnen te drin gen." Birberousse deinsde onwillekeurig achteruit. „Gij zijt vrij mijn antwoord over te brengen aan wien gij maar verkiest," ging de prinees voort, „maar weeu, ellendeling, zoo gij het waagt de hand op te heffen tegen eer.e dochter uit tiet huis van Orleans Bij deze woorden strekte zij met h> erscbzuchtig ge baar de hand naar de deur uit, en riep den avonturier op gebiedenden toon toe: „Vertrek Zich daarop wendende tot den officier, die daar nog altijd even roerloos en eerbiedig stond, hernam zij „Wat u aangaat, kapitein, vraag ik u om verschoo- ning u getuige te hebben doen zijn van deze onaange name opheldering. Indien gy ook slechts vermoeden kondet wel re ichandelijke doeleinden die knecht u deed diener, dan zoudt gij zeer zeker niet hier zijn." Barberousse verliet, onder het ballen van zijne vuisten, het vertrek. De officier uitte geen enkel woord, maar boog andermaal vol eerbied voor de burchtvrouw en verwijderde zich daarop eveneens. Nog altijd met hare pistolen gewapend, vergezelde zij hen lot aan de slotpoort, die zij voor hare oogen liet dichtgrendelen. Daarna wachtte zij vol vastberaden heid de gebeurteniseen af. Er verliep een groot kwartier. Ten laatate verwijder den paarden en ruiters zich in ds richting van Parijs en stierf het geiruisch van hun luidruchtig wapenge kletter van lieverlede in de verte weg. Er viel niet aan te twijfelen of, in wesrwil van Bar- berousse's aandringen, had de officier geweig°rd zich te belasten met de verantwoordelijkheid het slot stormen derhand in te nemen. De prinses keerde naar haar studeervertrek terug, waar de graaf en Kwikzilver alle mogelijke moeite aan- wendden om de angsten te bedaren der barones, die al i hare geestkracht had voelen verdwijnen bij dit heftige! tooneel,dat zoo spoedig gevolgd was op al de pijnlijke voor- vallen der laatste dagen.. De vorstin stelde haar gerust. Zij had den vijand deD aftocht hooren blazen, er viel dus n ets meer te vreezer. Nidat zij haar heel hunne erkentelijkheid betuigd hadden voor haar moedig gedrag, kondigden Julien en zijn vriend haar aan dat zij, niet langer aanleiding willende geven tot soortgelijke daden van geweld, het kasteel zouden verlaten." „Ik kan u bier, inderdaad, niet langer houden," sprak de prinses, „zonder het schandaal, dat uit deze gansche zaak zal voortvloeien, nog te verergeven, maar weest volkomen gerust, ik houd deze dames bij mij, en ik sta u borg dat zij, zoolang ik in leven blijf hier vol komen veilig zullen zijn". De beide jonge lieden namen aanstonds daarop af scheid, en toen hij langs Andiéj kwam drukte Jean haar onmerkbaar de hand. „Tut spoedigfluisterde hij haar toe. Z\j antwoordde hem met een bijna onzichtbaar hoofdknikje, maar bare oogen vulden z:cu met tran toen zij hen verdwijnen zag. Gelukkig verkeerde een iedar nog al te zeer on» J den indruk van het gevaar, waaraan men ontkon was, om zich daarvan rekenschap te geven. Eenige oogenblikken later verwijderden de beide vri den zich door Jeene verborgen tuindeur, welke hul gastvrouw voor hen had laten ontsluiten. Zij vroegen zich aanvankelijk at welke richting zouden kitzsn. Moesten zij naar Neuville terugkeerei 4j, zich begeven naar Parijs De zaak was vrij onverschillig aan J«aa, maar Jul kon niet laog wegblijven zonder een verlof te heb aangevraagd. Hij was wel gedwongen terug te g naar Parije, waar ïijn regiment in garnizoen lag. „Welnu, dan maar naar Parijs," eprik Kwikzil „Wat zetten wij daarmede trouwens op het spel? i berousse zal natuurlijk niets eerder te doen heb E dan zijn meester mede te deelen, hoe weinig vriei re lijk hij op Chelles ontvangen werd. Indien hij ng voor ons uit rijdt op weg naar de hoofdstad, moet p9 al een beel eind achter zich hebben liggen. I aai one op een afstand van hen blijven om niet in co muil van den leeuw te loopen. De envoudigste >!a. ten der voorzichtigheid zullen ons dat zeggen." eQ De jonge officier was dit geheel met hem -eens taa men begaf zich op weg. er Wordl vei-volgd 6r uk ol» let

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2