JEtne vertelling van
A OSCAR KLAUS MANN.
Ja, mijne heeren, ik heb ook eens
voor detectivejgespeeld, reed3 lang ge
leden, en wel toen men deze tak van
politie nog weinig kende In het jaar
1869 was ik to Trier in eene groote
handelszaak werkzaam. Ofschoon ik
sleohts omtrent 25 jaar oud was, nam
ik toch een zekere plaats van ver
trouwen in bij de firma..De zaak waB
zeer uitgebreidde firma had een
groot handel in wyn, maar tegelijker
tijd deed zij in bankzaken. Wij be
zaten groote wijnbergplaatsen, wij
namen de commissies van anderen
over, beschikten over de gelden en
vormden als 't ware de brug tussohen
de wynbouwers, de handelaars en
verbruikers.
Op zekeren dag werd ik op een
ongewoon unr in het kantoor van
den ohef geroepen en vond daar een
bejaarden heer. dien ik wei van aan
zien kende. Hy werd mjj voorgesteld
als ohef der firma Bruok en Zoon.
Het was de oude Bruck, een bekend
wijnhandelaar, die voor een zonder
ling doorging en van wien men aller
lei dingen wist te vertellen. Zijn zoon
Riohard Bruck, was juist het tegen
overgestelde van den vader; hjj werd
beschouwd als een man van de wereld,
die reedB vele avonturen had gehad,
maar die tevens een goed hundelsmau
was. Hij was vosr eenigen tijd vennoot
geworden van zijn vader en sedert
dien werd de zaak, hoe de vader zich
er ook tegen verzette, gedreven vol
gens de moderne inzichten. En dat
deze inzichten Diet zoo verkeerd waren
bleek uit den bloei, waartoe de zaak
kwam.
Toen ik aan den ouden Bruck werd
voorgesteld,zag deze mij onderzoekend
aan en zei toen
.Wat jong, wat ruim jong 1"
Mijn patroon had mij vooraf zeker
geprezen en zeide nu in mijne tegen
woordigheid
„Jeugd is goen gebrek, mijnheer
Bruokjuist in eene zaak van ver
trouwen zijn jonge lieden gewoonlyk
werkzamer dan ouderealleen moeten
de noodige oplettendheid en plichts
gevoel voorhanden zijn en deze heeft
mynheer in voldoende mate, daarvoor
sta ik in.
Ik werd verlegen onder deze loftui
tingen van mijnen patroon. Mynheer
Bruck zag mij nog eens van het hoofd
tot de voeten [aan en hernam toen
„Uw patroon is zoo vriendelijk u
tor mijner beschikking te stellen en
ik hoop, dat gij eene opdracht op u
zult nemen, die betrekkelijk gemak
kelijk te vervullen is. In de volgende
dagen hebben in de voornaamste
steden van den Beneden-Rijn groote
wijnve-koopingen plaats. Onze firma
wil veel koopen en van de beste
merken, daarom hebben wy een groot
kapitaal 1 sgemaakt, daar na de ver-
koopingen alles contant moet worden
betaald. Mijn zoon zal deelnemen aan
de verkoopingen en morgenavond
.met den nachttrein naar Coblenz rei
zen vandaar gaat hij verder. Hij zal
ongeveer 80,000 thalers in banknoten
bij zich hebben en deze omstandig
heid maakt mij ODgerust. Ik wensch
iemand te hebben, die over mijn zoon
waakt, opdat hem geen leed overkome.
Ik verzoek u, mij niet verkeerd te
verstaan; ik wantrouw mijn zoon.vol
strekt niet, maar het zou een gerust
stelling voor mij zijn, als ik wist, dat
een vertrouwd persoon hem verge
zelde, om altyd hem bij te spriDgen,
als hem iets mocht overkomen 1 Voor
zoover ik weet, kent hij u niet. Kent
gij mijn zoon Richard
HAARLEMMER HALLETJES.
Haa Zatsrdagivondpraatje.
CCLXXX.
Wat zyn we onlangs in onzen
eohik geweestDaar verspreidde zich
zoo waarlijk de tijding, dat onze
Koninginnen „Elswout" hadden aan-
gekooht De een of andere steunpilaar
van de een of andere bittertafel is
waareohynlyk de vader geweest van
dit berioht, dat als een loopend vuurtje
door de stad ging, aller harten in
vlam zette en ten slotte zelfs ver
dwaalde in ernstige bladen, welktr
redacteurs er zich de vingers aan
brandden, daar er van 'i gansche
geval niets aan was.
Dat zou me een extraatje zjjn ge
weest. Verbeeld je, de Koninginnen
ieder jaar een week of wat in onzen
omtrek. Bloemendaal en Haarlem te
gader zouden gegroeid zijn in den
zachten regen van heusche leveranties
aan het hof en zijn nasleep. Ik geloof
zeker, dat architeoten al droomden
van verbouwingen van Elswout, tim
merlieden van koninklijk beloonde
karweien, metselaars van het optrek
ken van vorstelyke stallen. En hoe
het onze stad en onze streek ten
voordeel zou hebben gestrekt, ook
tegenover de buitenwereld, wanneer
by de byacinthen, tulpen en narcissen
er ook een OraDjebloem verschenen
was! Wat een aantrekkelijkheid voor
de vreemdelingen. Commissarissen
van de Htaalbron zullen al van een
koninklijk .bezoek aan het Bronge
bouw hebben gedrcomd. En zie, al
die illusiën worden op eens wreede-
lyk weggobezemd door het koele
berioht, dat de Koninginnen Elswout
niet hebben 'gekocht en dat er ook
geen plan bestaat tot uitbreiding van
het aantal koninklyke buitenverblij
ven.
Dat laatBte is eigenlyk nog het
erget, daar ligt zoo in opgesloten,
dat er over den aankoop zelfs niet
gedaoht wordt. Ik moet zeggen dat
„Ik heb niet de eer
„Zooveel te beter. Als hg op zekere
plaatsen u ontmoet en u telkens
weerziet, kan hem dat niet in het
oog vallen gij zijt ook wijnhande
laar en sunt u immer en overal voor
stellen als vertegenwoordiger der
firma, waarby gij in betrekking zijt.
Uw patroon heeft mij verteld, dat hij
wel eens zou willen, dat er iemand
van de zijnen naar die wijnveilingen
giüg, welnu, ge kunt dus tevens voor
uwe fi ma werkzaam zyn. Dat ik de
kosten der reis voor mijne rekening
neem, is iets, dat vanzelf spreekt, en
als mijn zoon gelukkig terugkeert,
kunt gij op mijne dankbaarheid staat
maken. Wilt gy de taak op u nemen
Ik zag mijn patroon vragend aan
deze knikte toestemmend.
„Ik ben bereid," verklaarde ik
daarna.
„In orde 1 Nog iets. Mocht mijn
zoon onderweg op den dwazen inval
komen, met het geld naar de een of
andere speelbank te gaan, dan ver
zoek ik u my dat terstond per tele
graaf 1e berichten. Ook verzoek ik
u, hem in mijnen naam het spelen
te verbieden, en zal u daartoe een
gesohrift in optima forma doen ter
hand stellen. Kom, als 't u belieft,
vanavond in het kolffebuis, welks
adres ik u hier opsohrijf. Ik zal daar
om negen ure verscnynen met mijn
zoon, eu gij zult aan een zijtafeltje
zittend, u nauwkeurig het uiterlijk
van mijn zoon in het geheugen kun
nen prenten, zoodat gij hem overal
weer kunt herkennen. Morgenavond
met den sneltrein vertrekt bij naar
Coblenz."
Ik ging terug naar het kantoor en
myn patroon bleef nog een uur by
den heer Bruck. Ik beslo t mij zoo
goed mogelijk te kwijten van de mij
opgelegde taak. Ik twijfelde echter
wel eenigszins, of de zoon zich door
mij wel zou laten verbieden om te
spelenzelfs met de volmacht in de
hand, kon ik heel weinig ondernemen
tegen hem, als het hem in den zin
kwam zyn geluk te beproeven aan
oen der talrijke speelbanken, door
Franschea gehouden aan den Rijn.
Ik bevond my dien avond in het
aangewezen kolfiehuis en leerde daar
den jongen Bruok kennen, maar uit
de verte.
Den volgenden avond stond ik aan
hei station, een reiszak in de hand,
den nachttrein naar Coblenz af te
wachten. Ik wachtte tot Richard Bruok
in een rijtuig tweede klas was getre
den toen nam ik in hetzelfde rytuig
plaats en zette mij neer in den tegen-
overgestelden hoek. Kort voordat de
denren gesloten werden, namen nog
een heer en eene dame in ons rytuig
plaats.De heer zette zioh naast Riohard
Bruck [neer en de dame nam tegen
over hem plaats.
De nieuw aangekomenen spraken
zeer goed Fransch; ongetwijfeld waren
het Paryzenaars, die men in dien
tijd, ook al wegens do vele speel
banken, dikwijls aantrof in de Rijn
streek. De Franschman droeg een
Napoleonsbaardje; hij wa een magere,
maar gespierde man, met een door
de zon verbrand gelaat als een oud
gediende van het Algierscke vreem
delingen-legioen. Da dame die met
hem was binnengekomen kon op den
titel„beeldschoon" ten volle aan
spraak makenzij was met al den
chic eener Parijsche gekleed, had
een verrukkelijk sohoon gelaat, met
zeer levendige donkerbruine oogen,
en toen zij Richard Bruck in een zeer
dwaas klinkend Duitsoh vroeg om
het venster ten halve te sluiten, zag
ik reeds, dat zij grooten indruk op
den jongeling had gemaakt.
Ik vond dat eigenlyk natuurlijk,
want ik kon mij zeiven niet onttrek
ken aan den indruk, dien deze jonge
het me aan 'thart gaat. Nu Haarlem
zoo goed als een hofstid zou gaan
worde», had ik me al dadelijk, om
klaar te zijn tegen den tijd dat 't
noodig zou wezen, toegelegd op een
haagsche uitspraak. En werkelyk, ik
had er al aardig den slag van beet
mijn woorden te laten vallen alsof ze
me te zwaar waren, om de a als e
uit te spreken, de e als i in 't woord
ik en do o te zeggen met een prui
menmondje, toen de lijding kwam dat
ér van de zaak niets komen zou. Ik
heb er natuurlijk dadelijk mijn spreek
oefeningen aangegeven.
Ia Bk-emendaal begon tü al een
zekere hoofsche toon te heersoheD. j
Naar ik van doorgaans welingeiiohte
zijde verneem, werd er al ernstig ge
sproken over de oprichting van een
dienstdoende schutterij (men diende
bij feestelijke gelegenheden toch wat
uniformen te kunnen laten kyken)
onder aanvoering van den burge
meester te paard. Aanvankelijk was
ik van. pian Z.E.A. daaromtrent om
nadere in'ormatie te vragen, toen ik
mij herinnerde, dat de uitgever van
dit blad den burgemeester onlangs
eens twee beleefde :brieven had ge
schreven, waarvan één met een post
zegel er in gesloten, waarop hij nooit
of te nimmer taal of teeken heeft
vernomen. Den postzegel heeft hy
ook niet teruggezien. „Wel", dacht
ik, „wanneer de burgemeester niet
op beleefde brieven antwoordt, dan j
zal ook mijn verzoek om inlichting j
over die schutterij wel zonder succeB
blijven."
Ik zei daar, dat er reeds een zekere
hoofsche toon inBloemendaal heeftge-
heersohl. Bij de begrafenis van een
notabel ingezetene namelijk werden
belangstellenden met'hooge hoeden op
toegelaten, maar zij die met een een
voudig kaasbolietje verschenoo, ge
weigerd. Indien dit voor een aristo
cratisch schiften moest doorgaan, dan
heeft de politie die het deed toohj
weinig begrip van de ware aristocratie j
en van hare manieren. De ware aris-1
tocratie (en ik beroep my op ieder,
die wel eens in aanraking kwam met
Parijsohe vrouw op my maakte. De
trein zette zioh in beweging, maar
de dame kwam met bare pakjes en
kofferB nog niet zoo gauw klaarzjj
was nog steeds bezig deze eene goede
plaats te geven en vond het blykbaar
niet onaardig, dat Richard Bruok
haar daarbij een handje hielp, terwijl
haar gezel kalm bleef toezien.
De dame 6oheen onder hare bagage
iets te missen, wnnt zy wendde zich
tot haren man met een stortbui van
vragen. Hij scheen kwaad over de
stoornis en antwoordde haar tamelijk
hevig. In minder dan vyf minuten
had er een bijna hartstoohtelyk too-
neel olaats tussohen de beide eoht-
genooten; de Franschman was zoo
hevig, dat hij zich liet verleiden om
tot geweld over te gaan en.de dame
zooht haar heil in tranen. Ik was in
den grond van myn hart woedend op
den barbaarschen man en mynheer
Bruck scheen er evenzeer over te den
ken, maar bij was ook zoo verstandig
als ik en bemoeide zich niet met een
huiselijken twist.
De Fransohman haalde daarop eene
groote flesoh te voorschijk, waarin
zich een geelachtige vloeistof bevond,
denke'yk cognac; hy zette die flesoh
voor den mond en ledigde haar byna
geheel. Toen ging hij gemakkelijk
achterover liggen, deed eene groote
Sohotsche plaid om zijne sohouders
vouwde de handen op zijn knieën en
was na eenige minuten ingeslapen
Men hoorde hem duidelijk snorken.
De jonge vrouw ging intusschen
voort met weenen; toen sloeg zij den
sluier op en haar gelaat zag er nog
bevalliger uit dan anders. Allengs
scheen zij zich te kalmeeren en ook
den toorn van haren man te vergeten,
want zjj beproefde hem wat op te
richten m zyn hoek, maar hy la? er
zwaar als een steen.
„Hij slaapt nu uren lang, alsof hij
dood is, zeide zij met een treurigen
blik op den dronkaard.
Aan den heer Bruck scheen deze
uiting, ten halve tot hem gericht, zeer
welkom te zyn. om een gesprok te
beginnen. De Fransche toonde van
hare natie te zyn, zoo gauw veranderde
zij van stemming, zy werd levendig, ja
weldra zag ik haar weer lachen. Ik
kon duidelijk aan den jongeling zien,
hoe hij alle moeite deed om een zoo
gunstig mogelyken indruk te maken
op de kleine Parysche.
Ik had ondertussohen den hoed diep
in de oogen [gedrukt; men meende
zoodoende, afsohoon ik door de halt'
gesloten oogleden alles zag, dat ik
sliep. Zoo bemerkte ik, dat de heer
Bruok plotseling opstond om iets uit
ziju koffer te nemen, dat in het pak-
net lag. Op dat oogenblik bemerkte
ik, hoe de slapende man bliksemsnel
een blik wisselde met de dame. Deze
blik was zoo zoaderling. dat ik eerst
meende mij vergist te hebben. De
Fransohman sliep en snorkte en tooh
had ik gezien, hoe zij a oogen wjjd
opengingen en hoe hij vlug met de
vrouw tegenover hem een blik van
verstandhouding gewisseld had.
De heer Bruok ging weer zitten
en bood der Fransche dame uit zijn
voorraad eene kleine verfrissohing
aan, die zij met een beminnelijken
glimlach aannam. Wij stoomden een
klein stadje voorbij, waar de trein
stilhield. Op eene plaa's, waar de rai s
elkaar kruisten, kreeg de waggon een
hevigen schok de heer Bruck vloog
tegen het lichaam van den slapenden
Franschman aan. Onder de plaid, dien
de Franschman om zjjne sohouders
had geslagen, kwam, ofsohoon maar
voor een oogenblik, een hand zonder
handschoen te voorschijn.
Drommels, de man had drie handen
Deze ontdekking maakte mij zoo
beteuterd, dat ik meende te droomen 1
Hoe kwam deze zonderlinge man aan
oen geboren aristocraat) maakt aller
minst onderscheid tusscben de men-
schen naar den maatstaf van de
hoogte hunnerfioeden, maar is beleefd
en affabel voor iedereen.
Intusschen is het gerucht van den
verkoop van Elswout aan onze
Koningin toch missohien ergens goed
voor geweest Het heeft door 'tgansche
land de aandacht gevestigd op het
fei', dat dit prachtige buitengoed nog
altijd onbewoond is. Misschien komt
er nu wel de een of andere suiker-
of tababsmillionair op af, die er in
slaagt het van de eigenares te koopen.
Al had mevrouw Van der Vliet overal
geadverteerd, dat Elswout tekoopis,
dan zou de reclame nog niet zóo
doorgedrongen zyn, als nu door dit
onjuiste bericht- Laat ik er dadelijk
bii voegen, dat wanneer ik goed ben
geïnformeerd de eigenares er geen
afstand van wil doen.
It sprak daar van reclame, het
onmisbaar hulpmiddel van ieder, die
zaken wil doen en bestand blijven
tegen de concurrentie. Dat ik een
voorstander ben van een verstandige
reolame, niet alleen omdat ik in de
krant schrijf maar uit werkelyk e over
tuiging, zal de lezer wel willen ge
Jlooven. Maar er moet in de middelen
van reclame eenige harmonie zijn
met de artikelen, waarvoor die reclame
gemaakt wordt. Wanneer by voorbeeld
Van Houten of Blooker of een
ander van die chocoladereuzen proef-
bu jes cacao aan de liefhebbers
cadeau geeft, dan is die reclame
volk men in de lyn, maar als een
winkelier in glaswerk reclamekaartjes
uitgeeft van dun geslagen ijzer, dan
Ijjkt me dat zot. Wanneer een wijn
handelaar een reolame laat sohiiaeren
boven den waterval van de Niagara,
dan heeft hij ongelijk, want wie dat
leest zal nooit meer zjn merken wyn
kunnen zien, zonder daarby te denken
aan massaas water. Zoo zal niemand
wijs doen door valhoeden te adver-
teeren op eon bord aan den rand
van een dakgoot, omdat de naden
kende wandelaar zeer stellig tot zich-
zelven zeggen zal, dat op zoo'n hoogte
de derde handDe hand van den
heer Bruok was het niet, want deze
had met beide handen de kleine hand
der Fransohe gegrepen. Twee met
handschoenen voorziene handen van
den Fransohman lagen gevouwen op
zijne knieën, de derde hand, zonder
handschoen, was weer onder de plaid
verborgen 1 Een der handen moest
valsch zijnl
Kon het niet zijn dat de gewaande
handen van den man daar op zyne
kuieën lagen, om den heer Bruck, die
naast hem zat, geen wantrouwen in te
boezemen
Waarom had deze zonderlinge man,
ondanks den warmen avond, een
doek om de sohouders geworpen
Ik was nog niet heel ervaren in die
dingen, maar ik had tooh wel van
deugnieten gehoord, die de coupé's
binnendringen en de reizigers be
stelen.
Riohard Bruok boog zioh over de
sierlyke kleine hand der Fransohe
damehy scheen zeer opgewonden,
hy fluisterde nu nog alleen met de
sotioone tegenover hem. Hoe belang
wekkend dit tooneel ook was, het
was voor my op dit oogenblik meer
waard den man te bespieden. De joDge
Bruok zat ver voorover gebogen, zoo
dat het gelaat van den Franschman
verborgen was a- hter zyn rug Maar
07er den schouder van den heer
Bruok heen kon de Fransche haar
landgenoot in het stille gelaat zien
en weer bemerkte ik, hoe zij een
stillen blik wisselde met den schyn-
baar slapenden man.
Nu ook richtte de slapende zich op
en zag onderzoekend rond in den
waggon.De heer Bruok en de Fransche
dame waren beiden teruggeschrikt en
zaten ieder in eenen hoek gedokeD,
en de laatste trok haar voile weer
voor het gezioht en zag er zoo onschul
dig uit, alsof zy al dien tyd, dat haar
man had geslapen, zich zelfs niet be
wogen had.
De trein begon langzamer te rijden.
„Welk station?" vroeg de Fransch
man.
Wy bevonden ons in de nabijheid
van Coblenz.
De heer Bruok noemde het Btation
en de Franschman verklaarde
„Ik wil er eens uit."
„Er is weinig tijd," antwoordde
zija vrouw.
„Dat kan my niet schelen, ik moet er
een oogenblik uit."
Ik had elke beweging van den man
bespied en wist nu, dat de rechter
hand valso'n was. Zij bewoog zioh
nietalleen de linkerhand maakte
een gebaar. Nu werd die reohterhand
onder de plaid teruggetrokken en
alleen de linker bleef liggen op de
knie van den Fransohman. Korten
tijd daarna verscheen eene hand zon
der handsohoen en reeds deze omstan
digheid moest aohterdocht opwekken.
Boe kon hij die hand van den
handsohoen ontdoen,' terwijl de linker
ziohtbaar liggen bleef op zyne knie?
De deugniet vermoedde niet, dat
ik hem bespiedde, daar ik my nog
altij 1 slapende hield. Het werd nu
echter tyd om iets te doen. Dat de
Fransohman eruit wilde, was een ver
dacht teekeD. Elk oogenblik kon de
trein ophoudon.
Ik sprong plotseling in mijn hoek
op, tot schrik denkelijk van de drie
anderen. Ik ging naar Riohard Bruck
en zeide tot hem
„Mag ik u verzoeken om een paar
adreskaarten gij zijt Riohard Bruok
van de firma Bruok en Zoon."
Ik wist wel, dat hij zijne adreskaar
ten, evenals elke koopman, in zijne
portefeuille droeg, waarin ock zijn
geld moest zijn.
De machiuist remde, de heer Bruok
tastte in den binnenzak van zijn frak,
maar riep opeens verschrikt uit
een valhoed tooh niet meer helpen
kan. Ik heb eens gehoord van een
Stoomvaartmaatschappij, die liquidee
ren moest alleen tengevolge van de
reclameplaat die zij verspreid had.
De.'e, gemaakt naar een daarvoor
expres vervaardigde schilderij van
een grooten meester, stelde een groo
ten stoomer voor op zee. De lucht
was betrokken, de zee stond hol, de
golven sloegen over het voordek heen,
maar het schip hield zich kranig.
Wat was het gevolg De menschen
werd-n bang by hot aansohouwen
van dat natuurtooneel en lieten zich
naar Amerika. Afrika of Australië
overzetten door andere maatschap
pijen, op wier reclameplaten een keu
rig geschilderde boot was afgebeeld,
onder een heerlyken zomerzon voort-
stoomeade op 6en zeetje zoo kalm
als een vischvyver, terwijl de passa
giers in veelkleurige, gemakkelijke
costumes aangenaam zaten te praten,
te rooken of te coquetteeren op het
met een spierwitte zonnetent bespan
nen dek. Die zagen beter in wat de
menschen verlangen.
De opvattingen van sigarenfabrikan
ten zijn in dit opzicht dikwijls een
studie waard. Nu de oude spreuk
dat goede wijn geen krans behoeft,
is vervangen door de verstandige
opmerking^: „dat Diemand kan weten
hoe goed de wyn wel is, wanneer de
handelaar het publiek niet op zijn
waar attent maakt „nu hebben de
sigarenfabrikanten de gewoonte, om
by het een of ander merk dat zij
willen pousseeren, zooals dat tegen
woordig in 't Hollandsch luidt, een
reclame-biljet de wereld in te zenden,
waarop in tal van kleuren de attentie
van de rookers naar dat merk wordt
getrokken.
Wie niet gewoon is als hy op straat
loopt >yn oogen in zijn vestzak te
bergen, weet dat deze soort van
reclame op twee verschillende ma
nieren wordt beoefend. Bij de eerste
manier kijkt een schalks meisjeskopje
om het hoekje van de spiegelruit u
lachend aan, om u te verkondigen
dat de Turban cigaretten de beste
„Ik ben bestolen P
Op hetzelfde oogenblik wierp ik
mij op den Franschman, die altyd
nog, in zyne plaid gehuld, naast
Bruok zat en sloeg hem met de ge
balde vuist in het gelaat. De aanval
kwam zoo onverwaoht, dat de dief
den slag niet eens afwendde en zich
niet kon verweren, toen ik hem by
de keel greep en hem byna worgde.
„Deze sohurk heeft u bestoleD,"
riep ik den heer Bruck toe. „Hy heeft
eene valsohe hand en met de andere
hand heeft hij u de portefeuille ont
futseld."
De Franschman begon zioh thans
te verweren en om zioh heen te slaan
ik hield hem echter stevig vast, ter-
wjjl de heer Bruck de plaid ophief,
en nu aan een breed zwart lint de
valsohe hand zag hangen.
„Roover, spitsboef?" riep de be
stolene en begon nu op den Fransoh
man los te slaan, zoodat deze ten
slotte op den grond viel en met hem
de portefeuille, waarop de Fransch
man gezeten had. Nu eerst zag de
jonge Bruck, dat zyn overfrak en frak
met een scherp mes van boven tot
onder waren opengesneden, zoadat
men by den binnenzak kon komen.
Wy waren nog bezig met vechten,
toen een conducteur en daarna ander
treinpersoneel kwam toegeloopen, om
ons te scheiden. De Parysche dame
maakte intusschen van de gelegenheid
gebruik om te ontsnappen. Wy drieën
werden voor den commissaris van
politie gebracht. Ik legde daar uit
wat ik opgemerkt had en besonuldigde
den Franschman van diefstal. De por
tefeuille in diens bezit gevonden, en
de kunsthand waren bewijzen genoeg
en de man werd dan ook aangehou
den. Wij mochten onzen weg ver
volgen. Na eenige dagen bracht ik
den jongen Bruck zonder verdere
ongevallen thuis en werd inderdaad
door den ouden man zeer goed be
loond.
De Fransohman werd, ook vooral
door onze getuigenissen, schuldig
bevonden en tot versoheidene jaren
gevangenisstraf veroordeeld. De jonge
dame kon niet worden opgespoord.
"BINNENLAND.
Sedert een paar dagen wordt te
Amsterdam vermistde brievenbesteller
M. Nog des oohtends had hij aan de
Houthaven besteld, en men vond
daar zijne taech op den kant liggen.
Men vermoedt dat hem een ongeluk
is overkomen.
Donderdag werd aan de Leidsche
melkinriohting te Leiden ontdekt, dat
in de bewaarplaats van kazen dief
stal was gepleegd, en wel door ver
breking van enkele latten, aan de
buitenzijde van een raampje beves
tigd, terwijl dienzelfden dag door een
knecht die voor de volgende week
zjjn ontslag gekregen had, een aan
slag op den zoon van den direotenr
die bij afwezigheid van dezen diens
betrek&ing waarneemt, werd gepleegd,
door met een mes herhaalde malen
naar hem te steken. Gelukkig werd
hij niet verwond en is het mes, waar
van de punt afbrak, alleen door de
kleederen gedrongen. De kntoht werd
door de politie opgespoord en in be
waring geBteld.
Eén 19-jarig meisje uit Crefeld,
Dinsdagavond aan het station Maas
te Rotterdam aankomende om ver
volgens de reis naar Brooklyn te
vervolgen, waar hare ouders wonen,
maakte het laatste gedeelte van haar
spoorreis in gezelschap van eene
iamilie, uit moeder, doohter en kleine
kinderen beBtaande. Bij aankemst te
Rotterdam, was zij de familie met
het uitstappen behulpzaam, doch toen
zijn, soms heeft ze als om daarvan
het bewys te levereD, een oigarette
in den mond; soms ook is het de
afbeelding van een heer zullen wo
maar zeggen, die getooid met vol-
maaktelyk gefriseerde haren en verJer
gedeooreerd met een roode das en
paar boorden, hoog als manohetten,
den rookenden voorbijganger met
drukletteis aan 't verstand tracht te
brengen, dat er toch maar niets gaat
boven de cigarettes van Axopoulo3,
direot uit Turkjje geïmporteerd.
De tweede manier bestaat uit de
meer besproken veelkleurige reclame-
bil jetten.Een sigarenhandelaar met een
klein wcinigje debiet behoeft tegen
woordig zijn winkel waarlijk niet meer
te laten behangenhij kan allo drie
de wanden uitstekend met reclame
platen versieren, die de fabrikanten
hem te kust en te keur toezenden. Ik
heb daar niets tegen, integendeel, ik
vind dat een aldus behangen winkel
een vroolyken indruk maakt. Alleen
heb ik my maar nooit kunnen be
grijpen, waarom de vrouwenfiguren,
die veelal het onderwerp van die af
beeldingen vormen, juist altijd in
baltoilet moeten wezen. Dat vind ik
ten eerste onjuistgezien, omdat er toch
zeker wel nergens ter wereld minder
gerookt wordt dan op een bal en ten
tweede vind ik het zeer liefdeloos,
daar in een sigarenwinkel waar om
een haverklap de deur opengaat, die
arme dames voortdurend op de tooht
hangen en, wanneer ze in levenden
lijve daar aanwezig waren, zeker na
een paar dagen aan een pleuris of
longontsteking zouden 7yn overleden.
Eergisteren zag ik voor de deur van
een sigarenwinkel een reclamebiljet
hangen, waarop in groote, vette letters
het publiek werd aangeraden te roo
ken het merk „Duinroosje". Daaron
der was de gebruikelijke gekleurde
plaat. En wal stelde die prent wel
voor, zoudt ge denken? Wel natuur
lijk een duinlandschap, met een mooi
vergezichten ergens op den voorgrond
een mooi duinroosje. Of missohien een
lief kind met hangende haren en door
den wind geklenrde wangen, boven
zij daarna haar handkoffertje dat in
dezelfde coupé stond, wilde krijgen,
bleek dit verdweneD en daarmede
hare geheele bezitting bestaande o.a.
uit 90 mark aan geld. De hulp der
politie is door haar ingeroepen.
Een toeval.
Een lezer van de Tel. zond in hot
jaar 1888 een bankbiljet van f 40 met
onderstaand versje de wereld in en
ontving datzelfde biljet Donderdag
weer terug:
Vaarwel, myn lieveling!
Ik moet u thans verlaten,
En komt gij in eens anders hand,
'tZij hier of ia het verre land,
Deel daar aan uw confraters
Mijn bede mêa om, zoo het kan,
By my te gaan logeeren.
'k Beloof u zeker, dat ik dan
My best zal amuseeren.'
Ea mooht gij weer, 't zij vroeg 't zy
[laat,
In mijn bezit geraken,
Dan hoop ik, dat ik nimmermeer
Zoo'n béa behoef te slaken.
8EKEN6D NIEUWS
Donderdagavond gaf de vereeniging
Nederland en Oranje te Berlijn in de
zalen van het Kaiserhof-Hotel eene
soirée musicale en een weldadigheids
bal. Daarby waren meer Hollanders
tegenwoordig dan ooit te Berlijn bijeen
kwamen ver over de honderd. Het
gezantschap met zijne dames was
voltallig. Verscheiden Hollandsohe
kunstenaars en kunstenaressen werk
ten aan het conoert mede; de Zangeres
mej. Betsy Sohot, de cellist de heer
Anton Ilekking enz. Transvalere
waren er ook als gevierde gasten
dr. Leyds, jhr. Beelaerts van Blokland,
de vioe-oonsul te Londen baron
Q.uarles de Quarles.
Het welgeslaagde feest eindigde
nog opgewekt vroeg in den ochtend.
Op Koning Karei van Portugal is
Woensdag een aanslag gepleegd. De
koning reed in een open rijtuig naar
het paleis, toen hy plotseling met
steenen gegooid werd door een werk
man.
Een der steenen trof den a:de-de-
oamp, die ook in het rijtuig zat. De
dader liet zioh grjjpen door de politie
onder het geschreeuw van„Leve
de sooiale revolutie
Viach worst.
Te Altona heeft zioh een maat-
eohappij gevormd, met een kapitaal
van 400,000 mark, ter vervaardiging
van vischworst naar het stelsel van
Kirohmann. Deze worst komt steeds
meer in trek. Sinds eenigen tyd
wordt zij ook door het legerbestuur
genomen.
Pap ierf abrio age
Er bestaan op de geheele wereld
thans 3935 papierfabrieken, die per
jaar 7 801.00000) boek papier pro-
duceeren.
Ongeveer de helft wordt gebruikt
voor de boekdrukkerij, terwijl 600
millioen boek voor couranten gebruikt
wordt.
Per hoofd der bevolking gerekend,
gebruikt iedere Engelsc'iman perjaai
lig boek papier, de Amerikaan 10-;
Duitsoher 8 en de Fransohman 7$
boek.
Oostenrijk en Italië komen slechte
op 3Vs boek per hoofd, Mexico op2
Spanje op 1% en Rusland slechts op
1% boek per jaar en per hoofd
Het cijfer voor Nederland wordl
niet vermeld.
op een duin, een Duinroosje in fi
guurlijken zin? Misgeraden, het vai
noch het een, nooh het ander. De plat
bestond uit een ouden siDjeur, mi
den soort van slaapmuts op, een si
gaar in zyn tandeloozen mond en eK
grijns op zijn gezicht alsof hij zeggs
wou: „wat sabbel ik heerlijk aand
Duinroosje I" Ik vond het een onsmi
kelijke voorstelling.
„Rookt het merk Nigger verkol !-
digde een plaat in een anderen sigt i
renwinkel en onder d:e recommai
datie versoheen niet een negerko;
zooals men zou vermoeden, maar ei
juffrouw met een onberispelijk mondj
een teint zooals die in werkelijkhe
niet voorkomt en een stel taode
zoo ivoorblank, dat niemand mij
maakt, dat deze jonge sohoone o:
een sigaar merk Nigger tussohen i
tanden heeft gehad.
Ik sprak daar van wijsmaken I Ml
heeft ons in de laatste dagen nóg
zoo het een en ander willen *i
maken. Eerst dat bericht over Els«-:
en toen, dat een hier ter stede vt
bekend medicus, die ziek was l
worden, overleden was. IopIaJ
daarvan was by rustigjes te Vel*
om daar voor zyn verder hers
kalm te kunnen wandeleD, zoni
gevaar te loopen van bij eiken s'
te worden aangehouden doorbela:
stellende patiënten, die het (zoo
een patient) wel eens aardig zou'
hebben gevonden, om nu de r.Ü
eens om Ie keeren en den dokter»
te vragen hoe hy het maakte.
„Dag dokter, hoe gaat het? 2"
zoo, weer herstellende Kom, dat
me plezier. En hoe is 't met de
lust? Beter? Wol, wei en slaap:
goed? Mooi zoo. En hoe is 'tme<
hm... hm..? Ook goed? Nu, dal
best. Gaat u dan maar metuwntf
cijnen door. Dag dokter lu
Dat zou wel een aardig ges?
zijn geweest. Maar de medicus
quaestie is de mogelijkheid daal
wyselyk ontloopen en terwijl meui
te Haarlem by verstek dood mast
om zoo te zeggen, liet hij zich o
de Yelsensche luoht weer opknapp
Dat noem ik taoltek 1
FIDBLIf