JEtne vertelling van A OSCAR KLAUS MANN. Ja, mijne heeren, ik heb ook eens voor detectivejgespeeld, reed3 lang ge leden, en wel toen men deze tak van politie nog weinig kende In het jaar 1869 was ik to Trier in eene groote handelszaak werkzaam. Ofschoon ik sleohts omtrent 25 jaar oud was, nam ik toch een zekere plaats van ver trouwen in bij de firma..De zaak waB zeer uitgebreidde firma had een groot handel in wyn, maar tegelijker tijd deed zij in bankzaken. Wij be zaten groote wijnbergplaatsen, wij namen de commissies van anderen over, beschikten over de gelden en vormden als 't ware de brug tussohen de wynbouwers, de handelaars en verbruikers. Op zekeren dag werd ik op een ongewoon unr in het kantoor van den ohef geroepen en vond daar een bejaarden heer. dien ik wei van aan zien kende. Hy werd mjj voorgesteld als ohef der firma Bruok en Zoon. Het was de oude Bruck, een bekend wijnhandelaar, die voor een zonder ling doorging en van wien men aller lei dingen wist te vertellen. Zijn zoon Riohard Bruck, was juist het tegen overgestelde van den vader; hjj werd beschouwd als een man van de wereld, die reedB vele avonturen had gehad, maar die tevens een goed hundelsmau was. Hij was vosr eenigen tijd vennoot geworden van zijn vader en sedert dien werd de zaak, hoe de vader zich er ook tegen verzette, gedreven vol gens de moderne inzichten. En dat deze inzichten Diet zoo verkeerd waren bleek uit den bloei, waartoe de zaak kwam. Toen ik aan den ouden Bruck werd voorgesteld,zag deze mij onderzoekend aan en zei toen .Wat jong, wat ruim jong 1" Mijn patroon had mij vooraf zeker geprezen en zeide nu in mijne tegen woordigheid „Jeugd is goen gebrek, mijnheer Bruokjuist in eene zaak van ver trouwen zijn jonge lieden gewoonlyk werkzamer dan ouderealleen moeten de noodige oplettendheid en plichts gevoel voorhanden zijn en deze heeft mynheer in voldoende mate, daarvoor sta ik in. Ik werd verlegen onder deze loftui tingen van mijnen patroon. Mynheer Bruck zag mij nog eens van het hoofd tot de voeten [aan en hernam toen „Uw patroon is zoo vriendelijk u tor mijner beschikking te stellen en ik hoop, dat gij eene opdracht op u zult nemen, die betrekkelijk gemak kelijk te vervullen is. In de volgende dagen hebben in de voornaamste steden van den Beneden-Rijn groote wijnve-koopingen plaats. Onze firma wil veel koopen en van de beste merken, daarom hebben wy een groot kapitaal 1 sgemaakt, daar na de ver- koopingen alles contant moet worden betaald. Mijn zoon zal deelnemen aan de verkoopingen en morgenavond .met den nachttrein naar Coblenz rei zen vandaar gaat hij verder. Hij zal ongeveer 80,000 thalers in banknoten bij zich hebben en deze omstandig heid maakt mij ODgerust. Ik wensch iemand te hebben, die over mijn zoon waakt, opdat hem geen leed overkome. Ik verzoek u, mij niet verkeerd te verstaan; ik wantrouw mijn zoon.vol strekt niet, maar het zou een gerust stelling voor mij zijn, als ik wist, dat een vertrouwd persoon hem verge zelde, om altyd hem bij te spriDgen, als hem iets mocht overkomen 1 Voor zoover ik weet, kent hij u niet. Kent gij mijn zoon Richard HAARLEMMER HALLETJES. Haa Zatsrdagivondpraatje. CCLXXX. Wat zyn we onlangs in onzen eohik geweestDaar verspreidde zich zoo waarlijk de tijding, dat onze Koninginnen „Elswout" hadden aan- gekooht De een of andere steunpilaar van de een of andere bittertafel is waareohynlyk de vader geweest van dit berioht, dat als een loopend vuurtje door de stad ging, aller harten in vlam zette en ten slotte zelfs ver dwaalde in ernstige bladen, welktr redacteurs er zich de vingers aan brandden, daar er van 'i gansche geval niets aan was. Dat zou me een extraatje zjjn ge weest. Verbeeld je, de Koninginnen ieder jaar een week of wat in onzen omtrek. Bloemendaal en Haarlem te gader zouden gegroeid zijn in den zachten regen van heusche leveranties aan het hof en zijn nasleep. Ik geloof zeker, dat architeoten al droomden van verbouwingen van Elswout, tim merlieden van koninklijk beloonde karweien, metselaars van het optrek ken van vorstelyke stallen. En hoe het onze stad en onze streek ten voordeel zou hebben gestrekt, ook tegenover de buitenwereld, wanneer by de byacinthen, tulpen en narcissen er ook een OraDjebloem verschenen was! Wat een aantrekkelijkheid voor de vreemdelingen. Commissarissen van de Htaalbron zullen al van een koninklijk .bezoek aan het Bronge bouw hebben gedrcomd. En zie, al die illusiën worden op eens wreede- lyk weggobezemd door het koele berioht, dat de Koninginnen Elswout niet hebben 'gekocht en dat er ook geen plan bestaat tot uitbreiding van het aantal koninklyke buitenverblij ven. Dat laatBte is eigenlyk nog het erget, daar ligt zoo in opgesloten, dat er over den aankoop zelfs niet gedaoht wordt. Ik moet zeggen dat „Ik heb niet de eer „Zooveel te beter. Als hg op zekere plaatsen u ontmoet en u telkens weerziet, kan hem dat niet in het oog vallen gij zijt ook wijnhande laar en sunt u immer en overal voor stellen als vertegenwoordiger der firma, waarby gij in betrekking zijt. Uw patroon heeft mij verteld, dat hij wel eens zou willen, dat er iemand van de zijnen naar die wijnveilingen giüg, welnu, ge kunt dus tevens voor uwe fi ma werkzaam zyn. Dat ik de kosten der reis voor mijne rekening neem, is iets, dat vanzelf spreekt, en als mijn zoon gelukkig terugkeert, kunt gij op mijne dankbaarheid staat maken. Wilt gy de taak op u nemen Ik zag mijn patroon vragend aan deze knikte toestemmend. „Ik ben bereid," verklaarde ik daarna. „In orde 1 Nog iets. Mocht mijn zoon onderweg op den dwazen inval komen, met het geld naar de een of andere speelbank te gaan, dan ver zoek ik u my dat terstond per tele graaf 1e berichten. Ook verzoek ik u, hem in mijnen naam het spelen te verbieden, en zal u daartoe een gesohrift in optima forma doen ter hand stellen. Kom, als 't u belieft, vanavond in het kolffebuis, welks adres ik u hier opsohrijf. Ik zal daar om negen ure verscnynen met mijn zoon, eu gij zult aan een zijtafeltje zittend, u nauwkeurig het uiterlijk van mijn zoon in het geheugen kun nen prenten, zoodat gij hem overal weer kunt herkennen. Morgenavond met den sneltrein vertrekt bij naar Coblenz." Ik ging terug naar het kantoor en myn patroon bleef nog een uur by den heer Bruck. Ik beslo t mij zoo goed mogelijk te kwijten van de mij opgelegde taak. Ik twijfelde echter wel eenigszins, of de zoon zich door mij wel zou laten verbieden om te spelenzelfs met de volmacht in de hand, kon ik heel weinig ondernemen tegen hem, als het hem in den zin kwam zyn geluk te beproeven aan oen der talrijke speelbanken, door Franschea gehouden aan den Rijn. Ik bevond my dien avond in het aangewezen kolfiehuis en leerde daar den jongen Bruok kennen, maar uit de verte. Den volgenden avond stond ik aan hei station, een reiszak in de hand, den nachttrein naar Coblenz af te wachten. Ik wachtte tot Richard Bruok in een rijtuig tweede klas was getre den toen nam ik in hetzelfde rytuig plaats en zette mij neer in den tegen- overgestelden hoek. Kort voordat de denren gesloten werden, namen nog een heer en eene dame in ons rytuig plaats.De heer zette zioh naast Riohard Bruck [neer en de dame nam tegen over hem plaats. De nieuw aangekomenen spraken zeer goed Fransch; ongetwijfeld waren het Paryzenaars, die men in dien tijd, ook al wegens do vele speel banken, dikwijls aantrof in de Rijn streek. De Franschman droeg een Napoleonsbaardje; hij wa een magere, maar gespierde man, met een door de zon verbrand gelaat als een oud gediende van het Algierscke vreem delingen-legioen. Da dame die met hem was binnengekomen kon op den titel„beeldschoon" ten volle aan spraak makenzij was met al den chic eener Parijsche gekleed, had een verrukkelijk sohoon gelaat, met zeer levendige donkerbruine oogen, en toen zij Richard Bruck in een zeer dwaas klinkend Duitsoh vroeg om het venster ten halve te sluiten, zag ik reeds, dat zij grooten indruk op den jongeling had gemaakt. Ik vond dat eigenlyk natuurlijk, want ik kon mij zeiven niet onttrek ken aan den indruk, dien deze jonge het me aan 'thart gaat. Nu Haarlem zoo goed als een hofstid zou gaan worde», had ik me al dadelijk, om klaar te zijn tegen den tijd dat 't noodig zou wezen, toegelegd op een haagsche uitspraak. En werkelyk, ik had er al aardig den slag van beet mijn woorden te laten vallen alsof ze me te zwaar waren, om de a als e uit te spreken, de e als i in 't woord ik en do o te zeggen met een prui menmondje, toen de lijding kwam dat ér van de zaak niets komen zou. Ik heb er natuurlijk dadelijk mijn spreek oefeningen aangegeven. Ia Bk-emendaal begon tü al een zekere hoofsche toon te heersoheD. j Naar ik van doorgaans welingeiiohte zijde verneem, werd er al ernstig ge sproken over de oprichting van een dienstdoende schutterij (men diende bij feestelijke gelegenheden toch wat uniformen te kunnen laten kyken) onder aanvoering van den burge meester te paard. Aanvankelijk was ik van. pian Z.E.A. daaromtrent om nadere in'ormatie te vragen, toen ik mij herinnerde, dat de uitgever van dit blad den burgemeester onlangs eens twee beleefde :brieven had ge schreven, waarvan één met een post zegel er in gesloten, waarop hij nooit of te nimmer taal of teeken heeft vernomen. Den postzegel heeft hy ook niet teruggezien. „Wel", dacht ik, „wanneer de burgemeester niet op beleefde brieven antwoordt, dan j zal ook mijn verzoek om inlichting j over die schutterij wel zonder succeB blijven." Ik zei daar, dat er reeds een zekere hoofsche toon inBloemendaal heeftge- heersohl. Bij de begrafenis van een notabel ingezetene namelijk werden belangstellenden met'hooge hoeden op toegelaten, maar zij die met een een voudig kaasbolietje verschenoo, ge weigerd. Indien dit voor een aristo cratisch schiften moest doorgaan, dan heeft de politie die het deed toohj weinig begrip van de ware aristocratie j en van hare manieren. De ware aris-1 tocratie (en ik beroep my op ieder, die wel eens in aanraking kwam met Parijsohe vrouw op my maakte. De trein zette zioh in beweging, maar de dame kwam met bare pakjes en kofferB nog niet zoo gauw klaarzjj was nog steeds bezig deze eene goede plaats te geven en vond het blykbaar niet onaardig, dat Richard Bruok haar daarbij een handje hielp, terwijl haar gezel kalm bleef toezien. De dame 6oheen onder hare bagage iets te missen, wnnt zy wendde zich tot haren man met een stortbui van vragen. Hij scheen kwaad over de stoornis en antwoordde haar tamelijk hevig. In minder dan vyf minuten had er een bijna hartstoohtelyk too- neel olaats tussohen de beide eoht- genooten; de Franschman was zoo hevig, dat hij zich liet verleiden om tot geweld over te gaan en.de dame zooht haar heil in tranen. Ik was in den grond van myn hart woedend op den barbaarschen man en mynheer Bruck scheen er evenzeer over te den ken, maar bij was ook zoo verstandig als ik en bemoeide zich niet met een huiselijken twist. De Fransohman haalde daarop eene groote flesoh te voorschijk, waarin zich een geelachtige vloeistof bevond, denke'yk cognac; hy zette die flesoh voor den mond en ledigde haar byna geheel. Toen ging hij gemakkelijk achterover liggen, deed eene groote Sohotsche plaid om zijne sohouders vouwde de handen op zijn knieën en was na eenige minuten ingeslapen Men hoorde hem duidelijk snorken. De jonge vrouw ging intusschen voort met weenen; toen sloeg zij den sluier op en haar gelaat zag er nog bevalliger uit dan anders. Allengs scheen zij zich te kalmeeren en ook den toorn van haren man te vergeten, want zjj beproefde hem wat op te richten m zyn hoek, maar hy la? er zwaar als een steen. „Hij slaapt nu uren lang, alsof hij dood is, zeide zij met een treurigen blik op den dronkaard. Aan den heer Bruck scheen deze uiting, ten halve tot hem gericht, zeer welkom te zyn. om een gesprok te beginnen. De Fransche toonde van hare natie te zyn, zoo gauw veranderde zij van stemming, zy werd levendig, ja weldra zag ik haar weer lachen. Ik kon duidelijk aan den jongeling zien, hoe hij alle moeite deed om een zoo gunstig mogelyken indruk te maken op de kleine Parysche. Ik had ondertussohen den hoed diep in de oogen [gedrukt; men meende zoodoende, afsohoon ik door de halt' gesloten oogleden alles zag, dat ik sliep. Zoo bemerkte ik, dat de heer Bruok plotseling opstond om iets uit ziju koffer te nemen, dat in het pak- net lag. Op dat oogenblik bemerkte ik, hoe de slapende man bliksemsnel een blik wisselde met de dame. Deze blik was zoo zoaderling. dat ik eerst meende mij vergist te hebben. De Fransohman sliep en snorkte en tooh had ik gezien, hoe zij a oogen wjjd opengingen en hoe hij vlug met de vrouw tegenover hem een blik van verstandhouding gewisseld had. De heer Bruok ging weer zitten en bood der Fransche dame uit zijn voorraad eene kleine verfrissohing aan, die zij met een beminnelijken glimlach aannam. Wij stoomden een klein stadje voorbij, waar de trein stilhield. Op eene plaa's, waar de rai s elkaar kruisten, kreeg de waggon een hevigen schok de heer Bruck vloog tegen het lichaam van den slapenden Franschman aan. Onder de plaid, dien de Franschman om zjjne sohouders had geslagen, kwam, ofsohoon maar voor een oogenblik, een hand zonder handschoen te voorschijn. Drommels, de man had drie handen Deze ontdekking maakte mij zoo beteuterd, dat ik meende te droomen 1 Hoe kwam deze zonderlinge man aan oen geboren aristocraat) maakt aller minst onderscheid tusscben de men- schen naar den maatstaf van de hoogte hunnerfioeden, maar is beleefd en affabel voor iedereen. Intusschen is het gerucht van den verkoop van Elswout aan onze Koningin toch missohien ergens goed voor geweest Het heeft door 'tgansche land de aandacht gevestigd op het fei', dat dit prachtige buitengoed nog altijd onbewoond is. Misschien komt er nu wel de een of andere suiker- of tababsmillionair op af, die er in slaagt het van de eigenares te koopen. Al had mevrouw Van der Vliet overal geadverteerd, dat Elswout tekoopis, dan zou de reclame nog niet zóo doorgedrongen zyn, als nu door dit onjuiste bericht- Laat ik er dadelijk bii voegen, dat wanneer ik goed ben geïnformeerd de eigenares er geen afstand van wil doen. It sprak daar van reclame, het onmisbaar hulpmiddel van ieder, die zaken wil doen en bestand blijven tegen de concurrentie. Dat ik een voorstander ben van een verstandige reolame, niet alleen omdat ik in de krant schrijf maar uit werkelyk e over tuiging, zal de lezer wel willen ge Jlooven. Maar er moet in de middelen van reclame eenige harmonie zijn met de artikelen, waarvoor die reclame gemaakt wordt. Wanneer by voorbeeld Van Houten of Blooker of een ander van die chocoladereuzen proef- bu jes cacao aan de liefhebbers cadeau geeft, dan is die reclame volk men in de lyn, maar als een winkelier in glaswerk reclamekaartjes uitgeeft van dun geslagen ijzer, dan Ijjkt me dat zot. Wanneer een wijn handelaar een reolame laat sohiiaeren boven den waterval van de Niagara, dan heeft hij ongelijk, want wie dat leest zal nooit meer zjn merken wyn kunnen zien, zonder daarby te denken aan massaas water. Zoo zal niemand wijs doen door valhoeden te adver- teeren op eon bord aan den rand van een dakgoot, omdat de naden kende wandelaar zeer stellig tot zich- zelven zeggen zal, dat op zoo'n hoogte de derde handDe hand van den heer Bruok was het niet, want deze had met beide handen de kleine hand der Fransohe gegrepen. Twee met handschoenen voorziene handen van den Fransohman lagen gevouwen op zijne knieën, de derde hand, zonder handschoen, was weer onder de plaid verborgen 1 Een der handen moest valsch zijnl Kon het niet zijn dat de gewaande handen van den man daar op zyne kuieën lagen, om den heer Bruck, die naast hem zat, geen wantrouwen in te boezemen Waarom had deze zonderlinge man, ondanks den warmen avond, een doek om de sohouders geworpen Ik was nog niet heel ervaren in die dingen, maar ik had tooh wel van deugnieten gehoord, die de coupé's binnendringen en de reizigers be stelen. Riohard Bruok boog zioh over de sierlyke kleine hand der Fransohe damehy scheen zeer opgewonden, hy fluisterde nu nog alleen met de sotioone tegenover hem. Hoe belang wekkend dit tooneel ook was, het was voor my op dit oogenblik meer waard den man te bespieden. De joDge Bruok zat ver voorover gebogen, zoo dat het gelaat van den Franschman verborgen was a- hter zyn rug Maar 07er den schouder van den heer Bruok heen kon de Fransche haar landgenoot in het stille gelaat zien en weer bemerkte ik, hoe zij een stillen blik wisselde met den schyn- baar slapenden man. Nu ook richtte de slapende zich op en zag onderzoekend rond in den waggon.De heer Bruok en de Fransche dame waren beiden teruggeschrikt en zaten ieder in eenen hoek gedokeD, en de laatste trok haar voile weer voor het gezioht en zag er zoo onschul dig uit, alsof zy al dien tyd, dat haar man had geslapen, zich zelfs niet be wogen had. De trein begon langzamer te rijden. „Welk station?" vroeg de Fransch man. Wy bevonden ons in de nabijheid van Coblenz. De heer Bruok noemde het Btation en de Franschman verklaarde „Ik wil er eens uit." „Er is weinig tijd," antwoordde zija vrouw. „Dat kan my niet schelen, ik moet er een oogenblik uit." Ik had elke beweging van den man bespied en wist nu, dat de rechter hand valso'n was. Zij bewoog zioh nietalleen de linkerhand maakte een gebaar. Nu werd die reohterhand onder de plaid teruggetrokken en alleen de linker bleef liggen op de knie van den Fransohman. Korten tijd daarna verscheen eene hand zon der handsohoen en reeds deze omstan digheid moest aohterdocht opwekken. Boe kon hij die hand van den handsohoen ontdoen,' terwijl de linker ziohtbaar liggen bleef op zyne knie? De deugniet vermoedde niet, dat ik hem bespiedde, daar ik my nog altij 1 slapende hield. Het werd nu echter tyd om iets te doen. Dat de Fransohman eruit wilde, was een ver dacht teekeD. Elk oogenblik kon de trein ophoudon. Ik sprong plotseling in mijn hoek op, tot schrik denkelijk van de drie anderen. Ik ging naar Riohard Bruck en zeide tot hem „Mag ik u verzoeken om een paar adreskaarten gij zijt Riohard Bruok van de firma Bruok en Zoon." Ik wist wel, dat hij zijne adreskaar ten, evenals elke koopman, in zijne portefeuille droeg, waarin ock zijn geld moest zijn. De machiuist remde, de heer Bruok tastte in den binnenzak van zijn frak, maar riep opeens verschrikt uit een valhoed tooh niet meer helpen kan. Ik heb eens gehoord van een Stoomvaartmaatschappij, die liquidee ren moest alleen tengevolge van de reclameplaat die zij verspreid had. De.'e, gemaakt naar een daarvoor expres vervaardigde schilderij van een grooten meester, stelde een groo ten stoomer voor op zee. De lucht was betrokken, de zee stond hol, de golven sloegen over het voordek heen, maar het schip hield zich kranig. Wat was het gevolg De menschen werd-n bang by hot aansohouwen van dat natuurtooneel en lieten zich naar Amerika. Afrika of Australië overzetten door andere maatschap pijen, op wier reclameplaten een keu rig geschilderde boot was afgebeeld, onder een heerlyken zomerzon voort- stoomeade op 6en zeetje zoo kalm als een vischvyver, terwijl de passa giers in veelkleurige, gemakkelijke costumes aangenaam zaten te praten, te rooken of te coquetteeren op het met een spierwitte zonnetent bespan nen dek. Die zagen beter in wat de menschen verlangen. De opvattingen van sigarenfabrikan ten zijn in dit opzicht dikwijls een studie waard. Nu de oude spreuk dat goede wijn geen krans behoeft, is vervangen door de verstandige opmerking^: „dat Diemand kan weten hoe goed de wyn wel is, wanneer de handelaar het publiek niet op zijn waar attent maakt „nu hebben de sigarenfabrikanten de gewoonte, om by het een of ander merk dat zij willen pousseeren, zooals dat tegen woordig in 't Hollandsch luidt, een reclame-biljet de wereld in te zenden, waarop in tal van kleuren de attentie van de rookers naar dat merk wordt getrokken. Wie niet gewoon is als hy op straat loopt >yn oogen in zijn vestzak te bergen, weet dat deze soort van reclame op twee verschillende ma nieren wordt beoefend. Bij de eerste manier kijkt een schalks meisjeskopje om het hoekje van de spiegelruit u lachend aan, om u te verkondigen dat de Turban cigaretten de beste „Ik ben bestolen P Op hetzelfde oogenblik wierp ik mij op den Franschman, die altyd nog, in zyne plaid gehuld, naast Bruok zat en sloeg hem met de ge balde vuist in het gelaat. De aanval kwam zoo onverwaoht, dat de dief den slag niet eens afwendde en zich niet kon verweren, toen ik hem by de keel greep en hem byna worgde. „Deze sohurk heeft u bestoleD," riep ik den heer Bruck toe. „Hy heeft eene valsohe hand en met de andere hand heeft hij u de portefeuille ont futseld." De Franschman begon zioh thans te verweren en om zioh heen te slaan ik hield hem echter stevig vast, ter- wjjl de heer Bruck de plaid ophief, en nu aan een breed zwart lint de valsohe hand zag hangen. „Roover, spitsboef?" riep de be stolene en begon nu op den Fransoh man los te slaan, zoodat deze ten slotte op den grond viel en met hem de portefeuille, waarop de Fransch man gezeten had. Nu eerst zag de jonge Bruck, dat zyn overfrak en frak met een scherp mes van boven tot onder waren opengesneden, zoadat men by den binnenzak kon komen. Wy waren nog bezig met vechten, toen een conducteur en daarna ander treinpersoneel kwam toegeloopen, om ons te scheiden. De Parysche dame maakte intusschen van de gelegenheid gebruik om te ontsnappen. Wy drieën werden voor den commissaris van politie gebracht. Ik legde daar uit wat ik opgemerkt had en besonuldigde den Franschman van diefstal. De por tefeuille in diens bezit gevonden, en de kunsthand waren bewijzen genoeg en de man werd dan ook aangehou den. Wij mochten onzen weg ver volgen. Na eenige dagen bracht ik den jongen Bruck zonder verdere ongevallen thuis en werd inderdaad door den ouden man zeer goed be loond. De Fransohman werd, ook vooral door onze getuigenissen, schuldig bevonden en tot versoheidene jaren gevangenisstraf veroordeeld. De jonge dame kon niet worden opgespoord. "BINNENLAND. Sedert een paar dagen wordt te Amsterdam vermistde brievenbesteller M. Nog des oohtends had hij aan de Houthaven besteld, en men vond daar zijne taech op den kant liggen. Men vermoedt dat hem een ongeluk is overkomen. Donderdag werd aan de Leidsche melkinriohting te Leiden ontdekt, dat in de bewaarplaats van kazen dief stal was gepleegd, en wel door ver breking van enkele latten, aan de buitenzijde van een raampje beves tigd, terwijl dienzelfden dag door een knecht die voor de volgende week zjjn ontslag gekregen had, een aan slag op den zoon van den direotenr die bij afwezigheid van dezen diens betrek&ing waarneemt, werd gepleegd, door met een mes herhaalde malen naar hem te steken. Gelukkig werd hij niet verwond en is het mes, waar van de punt afbrak, alleen door de kleederen gedrongen. De kntoht werd door de politie opgespoord en in be waring geBteld. Eén 19-jarig meisje uit Crefeld, Dinsdagavond aan het station Maas te Rotterdam aankomende om ver volgens de reis naar Brooklyn te vervolgen, waar hare ouders wonen, maakte het laatste gedeelte van haar spoorreis in gezelschap van eene iamilie, uit moeder, doohter en kleine kinderen beBtaande. Bij aankemst te Rotterdam, was zij de familie met het uitstappen behulpzaam, doch toen zijn, soms heeft ze als om daarvan het bewys te levereD, een oigarette in den mond; soms ook is het de afbeelding van een heer zullen wo maar zeggen, die getooid met vol- maaktelyk gefriseerde haren en verJer gedeooreerd met een roode das en paar boorden, hoog als manohetten, den rookenden voorbijganger met drukletteis aan 't verstand tracht te brengen, dat er toch maar niets gaat boven de cigarettes van Axopoulo3, direot uit Turkjje geïmporteerd. De tweede manier bestaat uit de meer besproken veelkleurige reclame- bil jetten.Een sigarenhandelaar met een klein wcinigje debiet behoeft tegen woordig zijn winkel waarlijk niet meer te laten behangenhij kan allo drie de wanden uitstekend met reclame platen versieren, die de fabrikanten hem te kust en te keur toezenden. Ik heb daar niets tegen, integendeel, ik vind dat een aldus behangen winkel een vroolyken indruk maakt. Alleen heb ik my maar nooit kunnen be grijpen, waarom de vrouwenfiguren, die veelal het onderwerp van die af beeldingen vormen, juist altijd in baltoilet moeten wezen. Dat vind ik ten eerste onjuistgezien, omdat er toch zeker wel nergens ter wereld minder gerookt wordt dan op een bal en ten tweede vind ik het zeer liefdeloos, daar in een sigarenwinkel waar om een haverklap de deur opengaat, die arme dames voortdurend op de tooht hangen en, wanneer ze in levenden lijve daar aanwezig waren, zeker na een paar dagen aan een pleuris of longontsteking zouden 7yn overleden. Eergisteren zag ik voor de deur van een sigarenwinkel een reclamebiljet hangen, waarop in groote, vette letters het publiek werd aangeraden te roo ken het merk „Duinroosje". Daaron der was de gebruikelijke gekleurde plaat. En wal stelde die prent wel voor, zoudt ge denken? Wel natuur lijk een duinlandschap, met een mooi vergezichten ergens op den voorgrond een mooi duinroosje. Of missohien een lief kind met hangende haren en door den wind geklenrde wangen, boven zij daarna haar handkoffertje dat in dezelfde coupé stond, wilde krijgen, bleek dit verdweneD en daarmede hare geheele bezitting bestaande o.a. uit 90 mark aan geld. De hulp der politie is door haar ingeroepen. Een toeval. Een lezer van de Tel. zond in hot jaar 1888 een bankbiljet van f 40 met onderstaand versje de wereld in en ontving datzelfde biljet Donderdag weer terug: Vaarwel, myn lieveling! Ik moet u thans verlaten, En komt gij in eens anders hand, 'tZij hier of ia het verre land, Deel daar aan uw confraters Mijn bede mêa om, zoo het kan, By my te gaan logeeren. 'k Beloof u zeker, dat ik dan My best zal amuseeren.' Ea mooht gij weer, 't zij vroeg 't zy [laat, In mijn bezit geraken, Dan hoop ik, dat ik nimmermeer Zoo'n béa behoef te slaken. 8EKEN6D NIEUWS Donderdagavond gaf de vereeniging Nederland en Oranje te Berlijn in de zalen van het Kaiserhof-Hotel eene soirée musicale en een weldadigheids bal. Daarby waren meer Hollanders tegenwoordig dan ooit te Berlijn bijeen kwamen ver over de honderd. Het gezantschap met zijne dames was voltallig. Verscheiden Hollandsohe kunstenaars en kunstenaressen werk ten aan het conoert mede; de Zangeres mej. Betsy Sohot, de cellist de heer Anton Ilekking enz. Transvalere waren er ook als gevierde gasten dr. Leyds, jhr. Beelaerts van Blokland, de vioe-oonsul te Londen baron Q.uarles de Quarles. Het welgeslaagde feest eindigde nog opgewekt vroeg in den ochtend. Op Koning Karei van Portugal is Woensdag een aanslag gepleegd. De koning reed in een open rijtuig naar het paleis, toen hy plotseling met steenen gegooid werd door een werk man. Een der steenen trof den a:de-de- oamp, die ook in het rijtuig zat. De dader liet zioh grjjpen door de politie onder het geschreeuw van„Leve de sooiale revolutie Viach worst. Te Altona heeft zioh een maat- eohappij gevormd, met een kapitaal van 400,000 mark, ter vervaardiging van vischworst naar het stelsel van Kirohmann. Deze worst komt steeds meer in trek. Sinds eenigen tyd wordt zij ook door het legerbestuur genomen. Pap ierf abrio age Er bestaan op de geheele wereld thans 3935 papierfabrieken, die per jaar 7 801.00000) boek papier pro- duceeren. Ongeveer de helft wordt gebruikt voor de boekdrukkerij, terwijl 600 millioen boek voor couranten gebruikt wordt. Per hoofd der bevolking gerekend, gebruikt iedere Engelsc'iman perjaai lig boek papier, de Amerikaan 10-; Duitsoher 8 en de Fransohman 7$ boek. Oostenrijk en Italië komen slechte op 3Vs boek per hoofd, Mexico op2 Spanje op 1% en Rusland slechts op 1% boek per jaar en per hoofd Het cijfer voor Nederland wordl niet vermeld. op een duin, een Duinroosje in fi guurlijken zin? Misgeraden, het vai noch het een, nooh het ander. De plat bestond uit een ouden siDjeur, mi den soort van slaapmuts op, een si gaar in zyn tandeloozen mond en eK grijns op zijn gezicht alsof hij zeggs wou: „wat sabbel ik heerlijk aand Duinroosje I" Ik vond het een onsmi kelijke voorstelling. „Rookt het merk Nigger verkol !- digde een plaat in een anderen sigt i renwinkel en onder d:e recommai datie versoheen niet een negerko; zooals men zou vermoeden, maar ei juffrouw met een onberispelijk mondj een teint zooals die in werkelijkhe niet voorkomt en een stel taode zoo ivoorblank, dat niemand mij maakt, dat deze jonge sohoone o: een sigaar merk Nigger tussohen i tanden heeft gehad. Ik sprak daar van wijsmaken I Ml heeft ons in de laatste dagen nóg zoo het een en ander willen *i maken. Eerst dat bericht over Els«-: en toen, dat een hier ter stede vt bekend medicus, die ziek was l worden, overleden was. IopIaJ daarvan was by rustigjes te Vel* om daar voor zyn verder hers kalm te kunnen wandeleD, zoni gevaar te loopen van bij eiken s' te worden aangehouden doorbela: stellende patiënten, die het (zoo een patient) wel eens aardig zou' hebben gevonden, om nu de r.Ü eens om Ie keeren en den dokter» te vragen hoe hy het maakte. „Dag dokter, hoe gaat het? 2" zoo, weer herstellende Kom, dat me plezier. En hoe is 't met de lust? Beter? Wol, wei en slaap: goed? Mooi zoo. En hoe is 'tme< hm... hm..? Ook goed? Nu, dal best. Gaat u dan maar metuwntf cijnen door. Dag dokter lu Dat zou wel een aardig ges? zijn geweest. Maar de medicus quaestie is de mogelijkheid daal wyselyk ontloopen en terwijl meui te Haarlem by verstek dood mast om zoo te zeggen, liet hij zich o de Yelsensche luoht weer opknapp Dat noem ik taoltek 1 FIDBLIf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 6