Tweede Editie. KWIKZILVER. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 13e Jaargang Linsdag 4 Februari 181.6 No. 3852 HAARLEM S DAGBLAD ^BOisrnsriirMiEisrTSFE.ia'S: Yoor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.0.30 de omstreken en franco per post0.87*/2 AJDVTHlH/TEirsr'TnrEnsr: Van 1-5 regels 50 Cis.iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenkind: Compagnie Générale de Publicité Etrangere L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Móntmartre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de TolJHaarlemmermeer, jC. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP; Zandvoort, J. ZWEMMER; Velsen, L. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE!, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertenfën aan. Politiek Overzicht. Zoowel in Engeland als in Duifsch- land heeft de uitlating van den en- gelschen premier, lord Salisbury, betreffende de vergelijking van de Transvaal met Ierland en de beweging voor Home Rule, zeer de aandacht getrokkeD. De liberale engelsche bladen keuren scherp Salisbury's reden af, inzonder heid om de vergelijking van Transvaal met Ierland. Vooral de Daily Chro nicle veroordeelt dat, gelijk bij de geheele rede verbluffend noeuit. Het blad teekent aaD, dat Salisbury geen woord van afkeuring voor Jameson noch Rhodes heeft en niets zegt van maatregelen tegen de Chartered Com pany. De rede van den premier zal de wereld pijnlijk verbazen, verklaart het blad, en Zuid-Afrika weer in beroering brengenja, als een bur geroorlog in Transvaal er het gevolg van was, zou dat geen verrassing zijn. In de Berlijnsche pers heeft de uitlating heftige en spotachtige tegen spraak uitgelokt. De Freisinnige Zei- tung noemt de vergelijkingbedenkelijk mank. De National Zeitung zegt dat Ierland sedert twee eeuwen onder Engeland staat, terwijl de Boeien Engeland door hun overwinningen hebben gedwongen, hun onafhanke lijkheid te erkennen, enz. Overigens komt men te Berlijn meer en meer tot de overtuiging, dat de lange po litieke redevoeringen van de Engeleehe ministers veel meer voor de binnen- landsche, dan voor de buitenlandeche staatkunde worden gehouden. Het bericht van de Times dat de toestand van Johannesburg veront rustend is, wordt van verschillende zijden tegengesproken. Men houdt het er algemeen voor, dat de Times het telegrafisch bericht maar weer heeft uit den duim gezogen, vooral ook omdat officieel verzekerd ie, dat een dergelijk telegram niet te Johannes burg is verzonden. In de frans.he Kamer bestreed de minister van landbouw, Viger, het eerste artikel van het voorstel der commissie betreffende de margarine- wet, waarbij machtiging wordt verleend tot het vermengen van boter en mar garine, zonder dat dit wordt aangege ven. De heer Viger handhaafde het voorstel der regeering, om deze ver menging alleen toe te staan, indien ze uiturukkelijk wordt aangeduid. Het" voorstel der c mmissie werd verworpen met 262 tegen 187 stemmen. De commi sie trok toen haar on twerp terug en vereenigde zich met het voorstel van den heer Viger. Blijkens een Ziterdag te Rome uit Massowah ontvangen telegram is daar bericht gekomen uit Hausen. waarin wordt gemeld, dat de Abessiniërs ge bruik hebben gemaakt van de vriend schappelijke betrekkingen, die (sedert de capitulatie van Makalle) zijn ont staan om de Dankah's (de met de Italianen bevriende inboorlingen) op verraderlijke wijze aan te vsllen. De dorpen Mad en Agubo werden ver brand. Voorts werden 600 Dankali's vermoord en een groot aantal als sla ven medegevoerd. De vrougde te Rome over de be houden aankomst van kolonel Galliano en zijne troepen te Adrigat heeft plaats gemaakt voor eenige ontstemd heid op minister Criepi, dat hij de zaken zoo geheimzinnig behandelt, nu blijkt dat nog eenige officieren te Makalle als gijzelaars zijn achterge bleven. Van verschillende zijden wordt aangedrongen op eene openbaarma king van den toestand. STADSNIEUWS eerste, tueede. derde en vierde pagina. Haarlem, 3 Februari. Zondagmorgen deed de heer Dr. H. A. J. Valkeuia Biouw in het labora torium van het gymnasium alhier eenige mededeelingen over de Xstralen en hoe hij die verkregen had, aan een auditorium dat bestond uit cura toren, rectrr en leeraren van het gym nasium en andere belangstellenden. Alliance Fr&ceaise. Voor de leden der afdeeling Haar lem van de A. F. trad Vrijdagavond in de bovenzaal van „de Kroon" op de heer René Doumio van Parijs, met het onderwerp ,1a femme dans la littérature." Hij ving zijne oonférence aan met de verklaring, dat de fransohe samen leving in het minst niet gelijkt op het portret, dat de fransohe schrijvers ervan maken. Men verkrijgt er een volkomen onjuist denkbeeld van, wanneer men de rijken leert kennen uit le Nahab van Alphonse Daudet, de burgerij uit Pot-Bouille van Emile Zola en het volk uit VAssommoir van denzelfde. Evenmin kunnen de romans van Ootave Feuillet, die vol zijn van de verschrikkelijkste misdaden, voor de kennis van het fransohe volk tot riohtsnoer dieneD. Inderdaad zou men uit die litteratuur moeten opmaken, dat de fransohe samenleving in den grond bedorven is, dat al de vrouwen een tik van den molen weg hebben of aan morphine verslaafd zijn en dat de mannen pretmakers zijn qoe toutes les femmes sont des toquées, des morphinomanes, et que tous les hommes sont des viveurs, des no- ceurs." Dit is intussohen volstrekt het geval niet. Aan den eenea kant is de sa- m 'eving, aan den anderen de litte ratuur, die er niet op gelijkt. Hoe dat komt ?Omdat, zeide spr., omdat men in Frankrijk vooringenomen is tegen alles wat in Frankrijk zelf bestaat. Men spreekt er van Shakespeare, Tolstoi, Ibsen en d'Annunzio, maar minacht zijn eigen auteurs. Zij van hun kant weten wel, dat zij alleen dan succes hebben wanneer zij de nieuwsgierig heid prikkelen. Vandaar, dat zij steeds uitzonderingen schilderen, het publiek aldus voorzettende datgene waar het smaak in heeft. Deze zonderlinge toestand wordt o. a. duidelijk, wanneer men ziet de plaats die de vrouw in de fransche litteratuur inneemt. Dasr is b. v. het type van de vrouw die n et begrepen wordt (la femme incomprise), allereerst voorkomende in Indiana en Leilah van George Sand, waarin zich bij de vrouw openbaart le mal du siècle, zooals spreker dat noemde. Deze on begrepen vrouw is altijd gehuwd met een man, die een tiran is, een beal, omdat hij haar niet begrijpt en die; heengaat wanneer bij op een gegeven oogenblik wèl inziet wat hem te deen staat. Emile Augier geeft in zijn tooneelstuk Gabrielle een dergelijke figuur van «femme incomprise", maar hij trekt partij tegen haar voor den man en eindigt met de woorden „Oh, père de familie, oh poè'.e, je 't aiaie". Dere vrouwentype is in alle opvol gende kunstrichtingen geblevenin het romantisme, het naturalisme, het psychologisme, het décadentisme. Een van de jongere schrijvers, Paul Her- vieu, heeft op het thema een stuk geschreven, dat aiet succes wordt op gevoerd en waarin ae vrouw zich zeer beklagenswaardig acht, omdat haar man, een parfait honrête homme... altijd gelijk wil hebben. Het publiek applaudisseert, maar den man, nitt de vrouw. Een tweede vrouwentype uit de romans is wat spr. noemds la femme fa'ale deze type komt vaak voor inde romans van Octave Feuillet, o. a. in Monsieur de C'amors en Julia de Tré- cotur. Zij sterven altijd jong en nooit op een banale manier, maar dikwijls b.v. in den maneschijn. Wat Georges Ohnet betreft, hij verdeelt de vrouwen eenvoudig in drie soortende blonden, die goed zijn en braaf, de bruinen, Jie boos aardig en de zwarten, die afschuw wekkend zijn. Het type van de zieke vrouw is gecrëeerd door Gastave Flau bert in Madame Bovary „etdepuis", zei de heer Doumic, les petits d'Emma Bovary ont foisonné, ont pullulé dans la littérature." Men vindt ze o.a. in de romans van Paul Bourget. Men stelt zich buiten Frankrijk de Parisienne voor als iets vaags, iels onbestemds, als een soort van vogeltje, heel aardig, geestig zelfs, maar zon der hart. Stukken als Meiihac en Haiévy's Froufrou, als la Parisienne van Henri Becque werken daartoe mede. De oorzaak van ditalies ligt hierin, dat men de vrouw teveel uitsluitend bekijkt van den gevoelskant, d. w. z. in hare verhouding tot den man. Do goede eohtgenoote wordt verwaar loosd in de litteratuur of wanneer zij beschreven wordt, geschiedt dit alleen om te dienen als repoussoir. Het jonge meisje wordt voorgesteld als een soort mechanieke pop, of als een gedesequilibreerd wezen (unedé- traqnée)van de goede huismoeder wordt in 't geheel niet gerept en waar er van de huismoeder nog sprake is, wordt zij niet gunstig voorgesteld, zooals in Vlnvilée van Francois de Curel, of men maakt aardigheden over de schoonmoeder, zooals in les Surprises du divorce. Evenmin vindt men in de litteratuur het lype van de oude vrouw terug. Hoo onbillijk is dit allesHet is aan de vrouw, dat men in Frankrijk het bestaan van een familieleven danktzij is het die dikwijls met be perkte middelen de schijn weet te geven van welgesteldheid. Zij houdt bij ongevallen die het gezin overko men, den moed erin en is dikwijls veel intelligenter dan de man. Ontbrak er tot dusverre iets aan hare ont wikkeling, ook deze neemt toe, het onderwijs voor de vrouw wordt beter en welhaast zal zij hem evenaren, zoo niet overtreffen. Na de pauze kwam de parijsche chroniqueur (de heer Douinic is jour nalist) aan bet woord, waarbij de spreker het begrip chroniqne aldus omschreef: „on prend un néant et l'on met de la littératuie autour." Hij hield met een drietal-chroniques over het water van de Seine, de ver warmde huurkoetsen en over de ironie de aandacht van het publiek zeer leven iig en dankte ten slotte met echt lransche gratie voor de aange name ontvaDgst die hem in Haarlem en geheel Holland was te beurt ge vallen. Door den heer Mr. W. Jager Gerlings wordt ons gemeld, dat door hem aan de Koningin ontslag is aangevraagd alB kommandant der d.d. schutterij alhier. Dit besluit komt niet geheel onver wacht. Reeds enkele weken geleden hoorden wij er over mompelen, maar toen het officieele bericht uitbleef, meenden wij, dat de heer Jager Ger- lirgs nog voor de schutterij behouden zou kunnen blijven. Dat dit niet het geval heeft kunnen zijn, d et ons voor de schutterij van harte leed. Immers bij de gebrekkige wet op de schutterij, die het prestige van den officier niet voldoende handhaaft en daardoor de discipline in ernstig ge vaar brengt, daar is de positie van den kommandant der schuttei ij een niet zeer benijdenswaardige en behoort het te worden gewaardeerd, dat er iemand te vinden is, bereid om tijd, moeite en geld te besteden aan den ondankbaren arbeid niet om de schut terij tot een volmaakt weerbaar, ge disciplineerd korps te vormen (dat kan onder de huidige wet eenmaal niet) maar om haar met de beschik bare hulpmiddelen zoo goed mogelijk te maken. Dat beeft Mr. Jager Ger lings gedaan en daarvoor komt hem een woord van buide toe. Tut dit verzoek om ontslag hebben vele overwegende redenen Mr. Jager Gerlings geleid. De voornaamsten zijn wel de onder mijning van het gezag door den ver anderden volksgeest en de toenemende gevallen van insubordinatie van schut ters in uniform gekleed, docb buiten den eigenlijken dienst gepleegd, en de talrijker wordende eischen van beta ling voor den in dienst van de schut terij verzuimden tijd, gepaard met invloeden van allerlei aard, waardoor het moreele overwicht van den meer dere over den mindere, wat ondanks de hoogst gebrekkige wet aan de handhaving van orde en tucht ten goede kwam, volkomen is te loor ge gaan. Bovendien is van de tegenwoordige Regeering geene verbetering van den toestand le verwachten. Het verzoek om ontslag aan de Koningin is dan ook gemotiveerd. Te hopen is het, dat de Regeering in de gebeurtenisseri van den iaatsten tijd een aanleiding zal vinden om de schutterij wet te verbeteren of de ge heele schutterij op te heffen. Iets moet er gedaan worden. Op de nood zakelijkheid daarvan wijst het heen gaan van den kommandant, van den oudsten kapitein Claassen, een zeer verdienstelijk officier, alsmede het feit, dat er bij de schutterij vyf officiersplaatsen vacant zijn, die de kommandant niet weet hoe ze te vervulieD. De beer Jager Gerlings heeft niet minder dan 23 jaar bij de schutterij gediend, waarvan 2 jaar als auditeur te Zvmdam en 21 jaar alsoftuierbij die te Haarlem. Den 9n Juni 1889 werd hij effectief kommandant, na deze functie toen reeds vijf jaar te hebben waargenomen. Uitvoering door Leerlingen der Solo Klasse der Muziek school, op Vrijdag 31 Jan. 1896. Omtrent deze uitvoering meldt men ons het volgende Het ontbrak dezen avond niet, om kunstliefhebbers ook inderdaad kunst genot te doen smaken. Over het al gemeen mag deze uitvoering als goed gestaagd beschouwd worden, dank zij den HH. Robert en Schlegel, die zeker niet geringe moeite besteedden, hunne leerlingen op dergelijke hoogte te brenger. Ik wil daarom eenigen aan stippen, die mij het meest voldeden. Vooreerst een woord v.n lof aan mej. A. Schlegel. Hier wordt bewaar heid het spreekwoordEen goed kind, dat naar zijn vader aardt. In geheel haar spel lag juist datgene, wat wij in den heer L. Schlegel immer be wonderden. Bevalligheid, muzikaliteit zoowel als technische vaardigheid 6taan haar ten dienste. Ook mejuffrouw S. Puf kus trof mij, do. r den prachtigen aanslag en de blijvende duidelijkheid bij de moei lijkste passages. Daarna da dames Hoeve, Tit, Flier, Witsen en Mansvelt. die allen blijken gaven van ernstige studie. Bij de da mes ZegersVeeckens en Riepsaame beviel mij „O lass dich hallen" van Jensen. Van de werken voor twee piano's slaagde het laatste .Hommage Haendel" m. i, het best. Het eerst kon mij het minst voldoen. Er werd ook veel gestoord door te laatkomerB. die, uit angst hunne be t-proken plaatsen te verliezen, niet zonder geweld naar voren liepen, daardoor werd hot spel onrustig. Doch gelukkig werden de vertolksters van de Festpolonaise in bedwang gehou den door de zorgvolle hand van den heer Schlegel. Eindelijk werd onze muziekavond gesloten door drie nummertjes, gege ven door de Vrouwenkoorklasse. Er werd met warmte gezongen. Mij dunkt „Les danse3 de Larmont" maakte het meest aanspraak op die warmte; jammer, dat er van het laatste cou plet weer veel verloren ging door het stooten van stoelen veroorzaakt door het moeilijke intoomhouden der klei nen, die beproefden aan het oog der moeders te ontsnappen. Mochten deze jonge kunstenaars en kunstenaressen op den door hun ingeslagen weg voortgaan, dan zal ons Haarlem er zich niet over te betreu ren hebben Naar wij vernemen zai deze maand, hoogstwaarschijnlijk den Sisten de Fransche Opera in den haarlemschen Schouwburg optreden met „Las Hu- quenots", waarbij het geheele orke3t de instrumentale partij zal vervallen. Da heer De. G. J. A. Jonker deed Zondagavond zijne intrede bij de Ned. Herv. gem. alhier, met eaue leerrede naar aanleiding van 1 Oor. 4 1, na des ochtends door zijn broeder, den heer Dr. Jonker, van Dordrecht, met eene leerrede naar aanleiding van Co 1. 4 17 bevestigd te zijn. Beide keeren was de St. Bavo stamp vol. Wij herinneren er hierbij aan, dat thans de vacature in het college van predikanten der Ned. Herv. gem. alhier, in Aprii 1895 door het overlij- had ik wat meor gevoel gewenschl, Jen vdn den heer Dj A G Ilu,Jg vooral bij eerstgenoemde. j ont6tean, is vervuld. Wat het vicotepel van den jonge-j heer L. Robert betreft moet ik getui gen, dat bij veel belooft. Op sommige plaatsen was het min of meer on zuiver, doch htt luide appl&up, dat hem ten deel viel, dus een blijk van algemeene tevredenheid, moet hem eene aanmoediging zijn, zijn, stu dies ernstig voort te zetten. De Nurmandieche Sage van Bohm, ten gehoore gebracht door den heer H. Kremer werd op eeno waardige wijze vertolkt. Onze violoncel-solist, de heer H. Francken, vergastte óns op een prach tige Andante van Godfried Mann. Laatstgenoemde weet zijn instrument eenen warmen toon te ontlokken. Het scheen mij, dat het maathouden in 't begin niet zeer overeenstemde met de piano-begeleiding. Veel had men reeds gehoorddoch altijd wachtte rneD, om ook eens iets van den zang te genieten. Mej. B. ZegersVeeckens stelde de verwach tingen niet le leur. Integendeel, zij ontspande het lang ingespannen oor en oog der tuehoorJere. Het best Naar wij vernemen zal thans ook vanwege de propag .ndacommissie dor afdeeling Haarlem van den Ned. Chr. Geh.-ontb. Bond een openbare volks vergadering worden gehouden tegen het drankmisbruik, met gelegenheid tot debat en wel in de helft van de maand Februari. Als sprekers zullen uitgenoodigd worden de beeren Dr. J. van Rees van Hilversum, hoogleeraar te Amsterdam; A. J. Schreuder, redac teur van Sluit'Schiedam te Amsterdam, en R. R, Posthuma, evangelist te Hoorn. Worstelwedstrijd. Zondagavond had in groote zaal van de sociëteit „De Kroon een wor stelwedstrijd plaats tusschen den Ne derlander Dirk van den B rg en Carl Buech Forest, voor eenige weken kam pioen-worstelaar van Duitschland, wolken titel hij na zijn nederlaag tegen van den Berg te Rotterdam op de7.en heeft moeten overdragen. Er werd geworsteld in 5 rondes; FBUILLETON. Roman bewerkt naar het\fransch PAUL SAUN1ERE. 1728. 28) „Geruimen tijd bleef dit aan de gravin onbekend. Toen het haar ter oore kwam, oordeelde zij dat het tijd werd om aan die kwade geruchten een einde te maken en openlijk beduidde zij den baroD, dat zij hem voort aan onmogelijk meer kon ontvangen. „Eene hevige woede maakte zich van hem meester, maar bij achtte zich nog niet overwonnen en ver toonde zich twee, drie keer achtereen op het kasteel, waarbij hem beslist de toegang werd geweigerd. „Woedend over het mislukken van zijne plannen bleef hem niets beters te doen over naar hij meende, dan een bediende om te koopen en door list zich toegang tot de gravin te verschaffen. Ondanks hare krachtige tegenwerpingen wierp hij zich voor haar op de knieën, bekende haar in vurige taal zijne liefde en werd zoo vermetel, dat Hélène gedwongen was om hulp to roe pen. „De Plessac verhief zich en vertrok, maar niet zon der zulke bedreigingen te uiteD, dat de jonge vrouw er werkelijk door ontstelde. „Wat te doen Zij kon het land niet verlaten „Den lOden Juli 1698 werd haar een tweede zoon gebo ren, dien zij Emmanuel noemde. „Zij was geruimen tijd ziek. De gebeurtenissen der laatste zes maanden hadden hare gezondheid geschokt. Emmanuel groeide echter voorspoedig op en was, toen hij achttien maanden telde, een mooie, flinke jongen. „Van baron de Plessac vernam Héiène niets meer, Zij meende geheel van hem bevrijd te zijn toen zij een brief van hem ontving, waarin hij verklaarde niet zon der haar te kunnen leven, dat by haar waanzinnig liefhad en nederig om hare hand vroegwanneer hij echter binnen drie dagen geen gunstig antwoord ont ving zou bij hare weigering op vreeselijke wijze wre ken. „De gravin kende genoeg het heftige karakter van dien ellendige, om er van verzekerd te zijD, dat hij zich aan zijn woord zou houden. Zij had slechts een middel om aan hem te ontsnappen nu zij weer hersteld was, namelijk om Montpellier te verlaten en naar Pa rijs terug te keeren." Miohaud bleef luisteren maar begon eeaig ongeduld ts verraden. Feitelijk was deze geschiedenis over eene vrouw, die hij niet kende, hem volkomen onverschillig. De barones bemerkte dit. „Neemt u het niet kwalyk mijnheer," zeide zy, „dat is aldus misbruik maak van uwe welwillendheid, maar hoe vluchtig ik ook over deze gebeurtenissen ben heen gegleden, ik mocht er geen enkele bizonderheid van vergeten alvorens te komen tot eene ontknooping, die u wellicht meer belangstelling zal inboezemen dan u denkt." „Ik twijfel er niet aan mevrouw," zeide Michaud be lt efd, zonder er echter een woord van te gelooven. „Maar Hélène kon niet binnen een paar dagen een landstreek verlaten, waaraan zoo velerlei belangen haar bonden," vervolgde mevrouw de Coissy. „Het gold hier het fortuin van haar en hare kinderen. „Terwijl zij bezig was orde te stellen op hare zaken wilde zij tenminste dat bare kinderen behoed waren voor ieieren misdadigen aanslag. „Reeds was Julien te Montpellier bij zijn grootvader, de Montbszin, gouverneur der provincie. Zij besloot ook Emmanuel naar hem te zendeD, met recht beseffende dat zjj daar minder gevaar liepen dan ergens anders. „Zij vertrouwde haar plan toe aan André, den vroe- geren kamerdienaar van haar echtgenoot, die met de hem steeds eigen dienstvaardigheid op zich nam deze zending voor haar te vervullen. „Er werd nu overeengekomen dat André in den nacht van den 23aten Juni, even voor het aanbreken van den dag zou vertrekken en Emmanuel naar zijn groot vader brengen. „In welk jaar gebeurde dat?' vroeg Michaud, die plotseling even verbleekte. „In het jaar 17CC mynheer," antwoordde mevrouw de Coissy. „Gy ziet, dat het u reeds belangstelling begint in te boezemen. Ik zal dus verder gaan: „Nam Aadié niet genoeg het stilzwijgen in acht, hem door de gravin aanbevolen Werd hij bespied door een bediende en zijn plan daardoor uitgelekt Nu somt de geheimzinnigheid, die het slut van dit verhaal blijft omhullen. „André vertrok des morgens om vier uur met den kleinen Emmanuel, toen achttien maanden oud, en tegen den middag was bij nog niet teruggokeerd hoewel bij niet meer dan twee uur noodig had om naar Montpellier te gaan en vandaar terug te keeren. „In groote onrust was de gravin juist van plan om iemand naar de Montbazin te sturen om te onderzoe ken wat de reden was van deze vertraging, toon het levenlooze lichaam van André, door drie dolksteken doorboord, door boeren op het kasteel werd gebracht. „Zij hadden hem des morgens zeven uur aan den kant van den weg gevonden, reeds verstijfd en ijskoud, ba dende in zijn bloed. Hij was du3 reeds minstens twee uur dood. Een der dolksteken had zijn hart doorboord. „En mijn zoon, waar is hij," vroeg de gravin met half verstikte stem. „Niemand bad hem gezien I Te vergeefs liet zy on middellijk in alle richtingen den omtrek doorzoeken! geen enkel spoor van den zoo dierbaren kleine werd ge vonden. Noch bij zijn grootvader, noch in een der hui- zeD, die aan den weg lagen, kon men eenige bizonder- heden vernemen over het bloedig drama, waarvan Andié het zlachtoffer was geworde n en dat het geluk der arme moeder verwoestte." Michaud sohoof ou zyn stoel heen en weer en dwong zichzelf den glimlach van onverschilligheid, die van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 1