Tweede Editie.
KWIKZILVER.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
13e Jaargang
Linsdag 4 Februari 181.6
No. 3852
HAARLEM S DAGBLAD
^BOisrnsriirMiEisrTSFE.ia'S:
Yoor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.0.30
de omstreken en franco per post0.87*/2
AJDVTHlH/TEirsr'TnrEnsr:
Van 1-5 regels 50 Cis.iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenkind: Compagnie Générale de Publicité Etrangere L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Móntmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de TolJHaarlemmermeer, jC. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP;
Zandvoort, J. ZWEMMER; Velsen, L. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE!, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertenfën aan.
Politiek Overzicht.
Zoowel in Engeland als in Duifsch-
land heeft de uitlating van den en-
gelschen premier, lord Salisbury,
betreffende de vergelijking van de
Transvaal met Ierland en de beweging
voor Home Rule, zeer de aandacht
getrokkeD.
De liberale engelsche bladen keuren
scherp Salisbury's reden af, inzonder
heid om de vergelijking van Transvaal
met Ierland. Vooral de Daily Chro
nicle veroordeelt dat, gelijk bij de
geheele rede verbluffend noeuit. Het
blad teekent aaD, dat Salisbury geen
woord van afkeuring voor Jameson
noch Rhodes heeft en niets zegt van
maatregelen tegen de Chartered Com
pany. De rede van den premier zal
de wereld pijnlijk verbazen, verklaart
het blad, en Zuid-Afrika weer in
beroering brengenja, als een bur
geroorlog in Transvaal er het gevolg
van was, zou dat geen verrassing zijn.
In de Berlijnsche pers heeft de
uitlating heftige en spotachtige tegen
spraak uitgelokt. De Freisinnige Zei-
tung noemt de vergelijkingbedenkelijk
mank. De National Zeitung zegt dat
Ierland sedert twee eeuwen onder
Engeland staat, terwijl de Boeien
Engeland door hun overwinningen
hebben gedwongen, hun onafhanke
lijkheid te erkennen, enz. Overigens
komt men te Berlijn meer en meer
tot de overtuiging, dat de lange po
litieke redevoeringen van de Engeleehe
ministers veel meer voor de binnen-
landsche, dan voor de buitenlandeche
staatkunde worden gehouden.
Het bericht van de Times dat de
toestand van Johannesburg veront
rustend is, wordt van verschillende
zijden tegengesproken. Men houdt het
er algemeen voor, dat de Times het
telegrafisch bericht maar weer heeft
uit den duim gezogen, vooral ook
omdat officieel verzekerd ie, dat een
dergelijk telegram niet te Johannes
burg is verzonden.
In de frans.he Kamer bestreed
de minister van landbouw, Viger, het
eerste artikel van het voorstel der
commissie betreffende de margarine-
wet, waarbij machtiging wordt verleend
tot het vermengen van boter en mar
garine, zonder dat dit wordt aangege
ven. De heer Viger handhaafde het
voorstel der regeering, om deze ver
menging alleen toe te staan, indien
ze uiturukkelijk wordt aangeduid.
Het" voorstel der c mmissie werd
verworpen met 262 tegen 187 stemmen.
De commi sie trok toen haar on twerp
terug en vereenigde zich met het
voorstel van den heer Viger.
Blijkens een Ziterdag te Rome uit
Massowah ontvangen telegram is daar
bericht gekomen uit Hausen. waarin
wordt gemeld, dat de Abessiniërs ge
bruik hebben gemaakt van de vriend
schappelijke betrekkingen, die (sedert
de capitulatie van Makalle) zijn ont
staan om de Dankah's (de met de
Italianen bevriende inboorlingen) op
verraderlijke wijze aan te vsllen. De
dorpen Mad en Agubo werden ver
brand. Voorts werden 600 Dankali's
vermoord en een groot aantal als sla
ven medegevoerd.
De vrougde te Rome over de be
houden aankomst van kolonel Galliano
en zijne troepen te Adrigat heeft
plaats gemaakt voor eenige ontstemd
heid op minister Criepi, dat hij de
zaken zoo geheimzinnig behandelt, nu
blijkt dat nog eenige officieren te
Makalle als gijzelaars zijn achterge
bleven. Van verschillende zijden wordt
aangedrongen op eene openbaarma
king van den toestand.
STADSNIEUWS
eerste, tueede. derde en
vierde pagina.
Haarlem, 3 Februari.
Zondagmorgen deed de heer Dr. H.
A. J. Valkeuia Biouw in het labora
torium van het gymnasium alhier
eenige mededeelingen over de Xstralen
en hoe hij die verkregen had, aan
een auditorium dat bestond uit cura
toren, rectrr en leeraren van het gym
nasium en andere belangstellenden.
Alliance Fr&ceaise.
Voor de leden der afdeeling Haar
lem van de A. F. trad Vrijdagavond
in de bovenzaal van „de Kroon" op
de heer René Doumio van Parijs,
met het onderwerp ,1a femme dans
la littérature."
Hij ving zijne oonférence aan met
de verklaring, dat de fransohe samen
leving in het minst niet gelijkt op
het portret, dat de fransohe schrijvers
ervan maken. Men verkrijgt er een
volkomen onjuist denkbeeld van,
wanneer men de rijken leert kennen
uit le Nahab van Alphonse Daudet,
de burgerij uit Pot-Bouille van Emile
Zola en het volk uit VAssommoir van
denzelfde. Evenmin kunnen de romans
van Ootave Feuillet, die vol zijn van
de verschrikkelijkste misdaden, voor
de kennis van het fransohe volk tot
riohtsnoer dieneD. Inderdaad zou men
uit die litteratuur moeten opmaken,
dat de fransohe samenleving in den
grond bedorven is, dat al de vrouwen
een tik van den molen weg hebben
of aan morphine verslaafd zijn en dat
de mannen pretmakers zijn qoe
toutes les femmes sont des toquées,
des morphinomanes, et que tous les
hommes sont des viveurs, des no-
ceurs."
Dit is intussohen volstrekt het geval
niet. Aan den eenea kant is de sa-
m 'eving, aan den anderen de litte
ratuur, die er niet op gelijkt. Hoe dat
komt ?Omdat, zeide spr., omdat men in
Frankrijk vooringenomen is tegen alles
wat in Frankrijk zelf bestaat. Men
spreekt er van Shakespeare, Tolstoi,
Ibsen en d'Annunzio, maar minacht
zijn eigen auteurs. Zij van hun kant
weten wel, dat zij alleen dan succes
hebben wanneer zij de nieuwsgierig
heid prikkelen. Vandaar, dat zij steeds
uitzonderingen schilderen, het publiek
aldus voorzettende datgene waar het
smaak in heeft.
Deze zonderlinge toestand wordt
o. a. duidelijk, wanneer men ziet de
plaats die de vrouw in de fransche
litteratuur inneemt. Dasr is b. v. het
type van de vrouw die n et begrepen
wordt (la femme incomprise), allereerst
voorkomende in Indiana en Leilah
van George Sand, waarin zich bij de
vrouw openbaart le mal du siècle,
zooals spreker dat noemde. Deze on
begrepen vrouw is altijd gehuwd met
een man, die een tiran is, een beal,
omdat hij haar niet begrijpt en die;
heengaat wanneer bij op een gegeven
oogenblik wèl inziet wat hem te deen
staat. Emile Augier geeft in zijn
tooneelstuk Gabrielle een dergelijke
figuur van «femme incomprise", maar
hij trekt partij tegen haar voor den
man en eindigt met de woorden „Oh,
père de familie, oh poè'.e, je 't aiaie".
Dere vrouwentype is in alle opvol
gende kunstrichtingen geblevenin
het romantisme, het naturalisme, het
psychologisme, het décadentisme. Een
van de jongere schrijvers, Paul Her-
vieu, heeft op het thema een stuk
geschreven, dat aiet succes wordt op
gevoerd en waarin ae vrouw zich zeer
beklagenswaardig acht, omdat haar
man, een parfait honrête homme...
altijd gelijk wil hebben. Het publiek
applaudisseert, maar den man, nitt
de vrouw.
Een tweede vrouwentype uit de
romans is wat spr. noemds la femme
fa'ale deze type komt vaak voor inde
romans van Octave Feuillet, o. a. in
Monsieur de C'amors en Julia de Tré-
cotur. Zij sterven altijd jong en nooit
op een banale manier, maar dikwijls
b.v. in den maneschijn.
Wat Georges Ohnet betreft, hij
verdeelt de vrouwen eenvoudig in
drie soortende blonden, die goed
zijn en braaf, de bruinen, Jie boos
aardig en de zwarten, die afschuw
wekkend zijn. Het type van de zieke
vrouw is gecrëeerd door Gastave Flau
bert in Madame Bovary „etdepuis",
zei de heer Doumic, les petits d'Emma
Bovary ont foisonné, ont pullulé dans
la littérature." Men vindt ze o.a. in
de romans van Paul Bourget.
Men stelt zich buiten Frankrijk de
Parisienne voor als iets vaags, iels
onbestemds, als een soort van vogeltje,
heel aardig, geestig zelfs, maar zon
der hart. Stukken als Meiihac en
Haiévy's Froufrou, als la Parisienne
van Henri Becque werken daartoe
mede.
De oorzaak van ditalies ligt hierin,
dat men de vrouw teveel uitsluitend
bekijkt van den gevoelskant, d. w. z.
in hare verhouding tot den man. Do
goede eohtgenoote wordt verwaar
loosd in de litteratuur of wanneer
zij beschreven wordt, geschiedt dit
alleen om te dienen als repoussoir.
Het jonge meisje wordt voorgesteld
als een soort mechanieke pop, of als
een gedesequilibreerd wezen (unedé-
traqnée)van de goede huismoeder
wordt in 't geheel niet gerept en waar
er van de huismoeder nog sprake is,
wordt zij niet gunstig voorgesteld,
zooals in Vlnvilée van Francois de
Curel, of men maakt aardigheden
over de schoonmoeder, zooals in les
Surprises du divorce. Evenmin vindt
men in de litteratuur het lype van
de oude vrouw terug.
Hoo onbillijk is dit allesHet is
aan de vrouw, dat men in Frankrijk
het bestaan van een familieleven
danktzij is het die dikwijls met be
perkte middelen de schijn weet te
geven van welgesteldheid. Zij houdt
bij ongevallen die het gezin overko
men, den moed erin en is dikwijls veel
intelligenter dan de man. Ontbrak
er tot dusverre iets aan hare ont
wikkeling, ook deze neemt toe, het
onderwijs voor de vrouw wordt beter
en welhaast zal zij hem evenaren,
zoo niet overtreffen.
Na de pauze kwam de parijsche
chroniqueur (de heer Douinic is jour
nalist) aan bet woord, waarbij de
spreker het begrip chroniqne aldus
omschreef: „on prend un néant et
l'on met de la littératuie autour."
Hij hield met een drietal-chroniques
over het water van de Seine, de ver
warmde huurkoetsen en over de ironie
de aandacht van het publiek zeer
leven iig en dankte ten slotte met
echt lransche gratie voor de aange
name ontvaDgst die hem in Haarlem
en geheel Holland was te beurt ge
vallen.
Door den heer Mr. W. Jager Gerlings
wordt ons gemeld, dat door hem aan
de Koningin ontslag is aangevraagd
alB kommandant der d.d. schutterij
alhier.
Dit besluit komt niet geheel onver
wacht. Reeds enkele weken geleden
hoorden wij er over mompelen, maar
toen het officieele bericht uitbleef,
meenden wij, dat de heer Jager Ger-
lirgs nog voor de schutterij behouden
zou kunnen blijven. Dat dit niet het
geval heeft kunnen zijn, d et ons
voor de schutterij van harte leed.
Immers bij de gebrekkige wet op de
schutterij, die het prestige van den
officier niet voldoende handhaaft en
daardoor de discipline in ernstig ge
vaar brengt, daar is de positie van
den kommandant der schuttei ij een
niet zeer benijdenswaardige en behoort
het te worden gewaardeerd, dat er
iemand te vinden is, bereid om tijd,
moeite en geld te besteden aan den
ondankbaren arbeid niet om de schut
terij tot een volmaakt weerbaar, ge
disciplineerd korps te vormen (dat
kan onder de huidige wet eenmaal
niet) maar om haar met de beschik
bare hulpmiddelen zoo goed mogelijk
te maken. Dat beeft Mr. Jager Ger
lings gedaan en daarvoor komt hem
een woord van buide toe.
Tut dit verzoek om ontslag hebben
vele overwegende redenen Mr. Jager
Gerlings geleid.
De voornaamsten zijn wel de onder
mijning van het gezag door den ver
anderden volksgeest en de toenemende
gevallen van insubordinatie van schut
ters in uniform gekleed, docb buiten
den eigenlijken dienst gepleegd, en de
talrijker wordende eischen van beta
ling voor den in dienst van de schut
terij verzuimden tijd, gepaard met
invloeden van allerlei aard, waardoor
het moreele overwicht van den meer
dere over den mindere, wat ondanks
de hoogst gebrekkige wet aan de
handhaving van orde en tucht ten
goede kwam, volkomen is te loor ge
gaan.
Bovendien is van de tegenwoordige
Regeering geene verbetering van den
toestand le verwachten.
Het verzoek om ontslag aan de
Koningin is dan ook gemotiveerd. Te
hopen is het, dat de Regeering in de
gebeurtenisseri van den iaatsten tijd
een aanleiding zal vinden om de
schutterij wet te verbeteren of de ge
heele schutterij op te heffen. Iets
moet er gedaan worden. Op de nood
zakelijkheid daarvan wijst het heen
gaan van den kommandant, van den
oudsten kapitein Claassen, een zeer
verdienstelijk officier, alsmede het
feit, dat er bij de schutterij vyf
officiersplaatsen vacant zijn, die de
kommandant niet weet hoe ze te
vervulieD.
De beer Jager Gerlings heeft niet
minder dan 23 jaar bij de schutterij
gediend, waarvan 2 jaar als auditeur
te Zvmdam en 21 jaar alsoftuierbij
die te Haarlem. Den 9n Juni 1889
werd hij effectief kommandant, na
deze functie toen reeds vijf jaar te
hebben waargenomen.
Uitvoering door Leerlingen
der Solo Klasse der Muziek
school,
op Vrijdag 31 Jan. 1896.
Omtrent deze uitvoering meldt men
ons het volgende
Het ontbrak dezen avond niet, om
kunstliefhebbers ook inderdaad kunst
genot te doen smaken. Over het al
gemeen mag deze uitvoering als goed
gestaagd beschouwd worden, dank zij
den HH. Robert en Schlegel, die zeker
niet geringe moeite besteedden, hunne
leerlingen op dergelijke hoogte te
brenger. Ik wil daarom eenigen aan
stippen, die mij het meest voldeden.
Vooreerst een woord v.n lof aan
mej. A. Schlegel. Hier wordt bewaar
heid het spreekwoordEen goed kind,
dat naar zijn vader aardt. In geheel
haar spel lag juist datgene, wat wij
in den heer L. Schlegel immer be
wonderden. Bevalligheid, muzikaliteit
zoowel als technische vaardigheid
6taan haar ten dienste.
Ook mejuffrouw S. Puf kus trof mij,
do. r den prachtigen aanslag en de
blijvende duidelijkheid bij de moei
lijkste passages.
Daarna da dames Hoeve, Tit, Flier,
Witsen en Mansvelt. die allen blijken
gaven van ernstige studie. Bij de da
mes ZegersVeeckens en Riepsaame
beviel mij „O lass dich hallen" van
Jensen.
Van de werken voor twee piano's
slaagde het laatste .Hommage
Haendel" m. i, het best. Het eerst kon
mij het minst voldoen.
Er werd ook veel gestoord door te
laatkomerB. die, uit angst hunne be
t-proken plaatsen te verliezen, niet
zonder geweld naar voren liepen,
daardoor werd hot spel onrustig. Doch
gelukkig werden de vertolksters van
de Festpolonaise in bedwang gehou
den door de zorgvolle hand van den
heer Schlegel.
Eindelijk werd onze muziekavond
gesloten door drie nummertjes, gege
ven door de Vrouwenkoorklasse. Er
werd met warmte gezongen. Mij dunkt
„Les danse3 de Larmont" maakte het
meest aanspraak op die warmte;
jammer, dat er van het laatste cou
plet weer veel verloren ging door het
stooten van stoelen veroorzaakt door
het moeilijke intoomhouden der klei
nen, die beproefden aan het oog der
moeders te ontsnappen.
Mochten deze jonge kunstenaars en
kunstenaressen op den door hun
ingeslagen weg voortgaan, dan zal ons
Haarlem er zich niet over te betreu
ren hebben
Naar wij vernemen zai deze maand,
hoogstwaarschijnlijk den Sisten de
Fransche Opera in den haarlemschen
Schouwburg optreden met „Las Hu-
quenots", waarbij het geheele orke3t
de instrumentale partij zal vervallen.
Da heer De. G. J. A. Jonker deed
Zondagavond zijne intrede bij de Ned.
Herv. gem. alhier, met eaue leerrede
naar aanleiding van 1 Oor. 4 1, na
des ochtends door zijn broeder, den
heer Dr. Jonker, van Dordrecht, met
eene leerrede naar aanleiding van
Co 1. 4 17 bevestigd te zijn.
Beide keeren was de St. Bavo stamp
vol.
Wij herinneren er hierbij aan, dat
thans de vacature in het college van
predikanten der Ned. Herv. gem.
alhier, in Aprii 1895 door het overlij-
had ik wat meor gevoel gewenschl, Jen vdn den heer Dj A G Ilu,Jg
vooral bij eerstgenoemde. j ont6tean, is vervuld.
Wat het vicotepel van den jonge-j
heer L. Robert betreft moet ik getui
gen, dat bij veel belooft. Op sommige
plaatsen was het min of meer on
zuiver, doch htt luide appl&up, dat
hem ten deel viel, dus een blijk van
algemeene tevredenheid, moet hem
eene aanmoediging zijn, zijn, stu
dies ernstig voort te zetten. De
Nurmandieche Sage van Bohm, ten
gehoore gebracht door den heer H.
Kremer werd op eeno waardige wijze
vertolkt.
Onze violoncel-solist, de heer H.
Francken, vergastte óns op een prach
tige Andante van Godfried Mann.
Laatstgenoemde weet zijn instrument
eenen warmen toon te ontlokken. Het
scheen mij, dat het maathouden in
't begin niet zeer overeenstemde met
de piano-begeleiding.
Veel had men reeds gehoorddoch
altijd wachtte rneD, om ook eens iets
van den zang te genieten. Mej. B.
ZegersVeeckens stelde de verwach
tingen niet le leur. Integendeel, zij
ontspande het lang ingespannen oor
en oog der tuehoorJere. Het best
Naar wij vernemen zal thans ook
vanwege de propag .ndacommissie dor
afdeeling Haarlem van den Ned. Chr.
Geh.-ontb. Bond een openbare volks
vergadering worden gehouden tegen
het drankmisbruik, met gelegenheid
tot debat en wel in de helft van de
maand Februari. Als sprekers zullen
uitgenoodigd worden de beeren Dr. J.
van Rees van Hilversum, hoogleeraar
te Amsterdam; A. J. Schreuder, redac
teur van Sluit'Schiedam te Amsterdam,
en R. R, Posthuma, evangelist te
Hoorn.
Worstelwedstrijd.
Zondagavond had in groote zaal
van de sociëteit „De Kroon een wor
stelwedstrijd plaats tusschen den Ne
derlander Dirk van den B rg en Carl
Buech Forest, voor eenige weken kam
pioen-worstelaar van Duitschland,
wolken titel hij na zijn nederlaag
tegen van den Berg te Rotterdam op
de7.en heeft moeten overdragen.
Er werd geworsteld in 5 rondes;
FBUILLETON.
Roman bewerkt naar het\fransch
PAUL SAUN1ERE.
1728.
28)
„Geruimen tijd bleef dit aan de gravin onbekend.
Toen het haar ter oore kwam, oordeelde zij dat het tijd
werd om aan die kwade geruchten een einde te maken
en openlijk beduidde zij den baroD, dat zij hem voort
aan onmogelijk meer kon ontvangen.
„Eene hevige woede maakte zich van hem meester,
maar bij achtte zich nog niet overwonnen en ver
toonde zich twee, drie keer achtereen op het kasteel,
waarbij hem beslist de toegang werd geweigerd.
„Woedend over het mislukken van zijne plannen bleef
hem niets beters te doen over naar hij meende, dan
een bediende om te koopen en door list zich toegang
tot de gravin te verschaffen. Ondanks hare krachtige
tegenwerpingen wierp hij zich voor haar op de knieën,
bekende haar in vurige taal zijne liefde en werd zoo
vermetel, dat Hélène gedwongen was om hulp to roe
pen.
„De Plessac verhief zich en vertrok, maar niet zon
der zulke bedreigingen te uiteD, dat de jonge vrouw
er werkelijk door ontstelde.
„Wat te doen Zij kon het land niet verlaten
„Den lOden Juli 1698 werd haar een tweede zoon gebo
ren, dien zij Emmanuel noemde.
„Zij was geruimen tijd ziek. De gebeurtenissen der
laatste zes maanden hadden hare gezondheid geschokt.
Emmanuel groeide echter voorspoedig op en was,
toen hij achttien maanden telde, een mooie, flinke
jongen.
„Van baron de Plessac vernam Héiène niets meer,
Zij meende geheel van hem bevrijd te zijn toen zij een
brief van hem ontving, waarin hij verklaarde niet zon
der haar te kunnen leven, dat by haar waanzinnig
liefhad en nederig om hare hand vroegwanneer hij
echter binnen drie dagen geen gunstig antwoord ont
ving zou bij hare weigering op vreeselijke wijze wre
ken.
„De gravin kende genoeg het heftige karakter van
dien ellendige, om er van verzekerd te zijD, dat hij
zich aan zijn woord zou houden. Zij had slechts een
middel om aan hem te ontsnappen nu zij weer hersteld
was, namelijk om Montpellier te verlaten en naar Pa
rijs terug te keeren."
Miohaud bleef luisteren maar begon eeaig ongeduld
ts verraden. Feitelijk was deze geschiedenis over eene
vrouw, die hij niet kende, hem volkomen onverschillig.
De barones bemerkte dit.
„Neemt u het niet kwalyk mijnheer," zeide zy, „dat
is aldus misbruik maak van uwe welwillendheid, maar
hoe vluchtig ik ook over deze gebeurtenissen ben heen
gegleden, ik mocht er geen enkele bizonderheid van
vergeten alvorens te komen tot eene ontknooping, die
u wellicht meer belangstelling zal inboezemen dan u
denkt."
„Ik twijfel er niet aan mevrouw," zeide Michaud be
lt efd, zonder er echter een woord van te gelooven.
„Maar Hélène kon niet binnen een paar dagen een
landstreek verlaten, waaraan zoo velerlei belangen haar
bonden," vervolgde mevrouw de Coissy. „Het gold hier
het fortuin van haar en hare kinderen.
„Terwijl zij bezig was orde te stellen op hare zaken
wilde zij tenminste dat bare kinderen behoed waren
voor ieieren misdadigen aanslag.
„Reeds was Julien te Montpellier bij zijn grootvader,
de Montbszin, gouverneur der provincie. Zij besloot ook
Emmanuel naar hem te zendeD, met recht beseffende
dat zjj daar minder gevaar liepen dan ergens anders.
„Zij vertrouwde haar plan toe aan André, den vroe-
geren kamerdienaar van haar echtgenoot, die met de
hem steeds eigen dienstvaardigheid op zich nam deze
zending voor haar te vervullen.
„Er werd nu overeengekomen dat André in den nacht
van den 23aten Juni, even voor het aanbreken van
den dag zou vertrekken en Emmanuel naar zijn groot
vader brengen.
„In welk jaar gebeurde dat?' vroeg Michaud, die
plotseling even verbleekte.
„In het jaar 17CC mynheer," antwoordde mevrouw de
Coissy. „Gy ziet, dat het u reeds belangstelling begint
in te boezemen. Ik zal dus verder gaan:
„Nam Aadié niet genoeg het stilzwijgen in acht,
hem door de gravin aanbevolen Werd hij bespied door
een bediende en zijn plan daardoor uitgelekt Nu somt
de geheimzinnigheid, die het slut van dit verhaal blijft
omhullen.
„André vertrok des morgens om vier uur met den
kleinen Emmanuel, toen achttien maanden oud, en
tegen den middag was bij nog niet teruggokeerd
hoewel bij niet meer dan twee uur noodig had om naar
Montpellier te gaan en vandaar terug te keeren.
„In groote onrust was de gravin juist van plan om
iemand naar de Montbazin te sturen om te onderzoe
ken wat de reden was van deze vertraging, toon het
levenlooze lichaam van André, door drie dolksteken
doorboord, door boeren op het kasteel werd gebracht.
„Zij hadden hem des morgens zeven uur aan den kant
van den weg gevonden, reeds verstijfd en ijskoud, ba
dende in zijn bloed. Hij was du3 reeds minstens twee
uur dood. Een der dolksteken had zijn hart doorboord.
„En mijn zoon, waar is hij," vroeg de gravin met half
verstikte stem.
„Niemand bad hem gezien I Te vergeefs liet zy on
middellijk in alle richtingen den omtrek doorzoeken!
geen enkel spoor van den zoo dierbaren kleine werd ge
vonden. Noch bij zijn grootvader, noch in een der hui-
zeD, die aan den weg lagen, kon men eenige bizonder-
heden vernemen over het bloedig drama, waarvan Andié
het zlachtoffer was geworde n en dat het geluk der arme
moeder verwoestte."
Michaud sohoof ou zyn stoel heen en weer en dwong
zichzelf den glimlach van onverschilligheid, die van het