degene die er 3 van won was over
winnaar van dezen avond. Het was
een uchoone wedstrijd, daar beide
kampioenen elkaar in kracht en routine
weinig toegaven. Van den Berg bleek
echter de sterkste. Van de eerste 4
ronden verloor hg slechts de 3de,
zoodat de laatste niet behoefde gewor
steld te worden.
Van de juiy maakte o. a. deel uit
de heer Neumann, kampioen van
EuropB, met wien Van den Berg deze
week in het strijdperk zal treden,
waarbij de strijders zullen trachten
etkaar hunne kampioenschappen te
ontworstelen.
„Exoelsior".
Da gymnastiek- en scbermvereeni-
ging van dien naam alhier, gat Za
terdagavond in de groote zaal van
„Felix FüVore:' eene soiree met bal,
die di uk bezocht was. 't Was een
opgewekt en vroolijk feest, dat ge
opend werd met eenige woorden van
welkom door den voorzitter. Verder
werd de avond genoegelijk doorge
bracht met verschillende oefeningen
en voordrachten, die alle een iuid
applaus verwiervoD, terwgl een prettig
bal de avond besloot.
..Excelsior'' heeft eer van zyue
uitvoering gehad, wat voornamelijk
te danken is aan rijn flinken directeur,
den heer A. J. Meyerink. 't Was een
aangenaam gezicht die jongelieden zoo
flink en kloek gebouwd, met zooveel
spierkracht hunne oefeningen te zien
verrichten.
Onze eeuw is de eeuw van sport
en menigeen klaagt over al die sport,
doch hoewel het waar is dat alle
overdrijving schaadt, is het niet te
loochenen, dat door sport en gym
nastiek ons jong geslacht tot flinke
mannen, met een stoeren wil wordt
opgevoed wanneer daarbij ook niet
de studie wordt vergeten.
Een der schoonste oogenblikken
van den avond was het, toen terwijl
alle leden van „Excelsior" rondom
hun vaandel geschaard waren en het
salueerden, het orkest het Volkslied
speelde, waarop dan ook een daverend
applaus volgde. CLk het uitvoeren
van no. 5 en no. 9 van het programma
„een partij degen" en „een partij
schermen1' verwieif luide tcijuichin-
gen.
Den heer Meyerink werd als direc
teur der vereeniüing in den loop van
den avond een fraaie krans en daar
enboven een stoffelijk blijk van waar-
deering geschonken. Wel een bewijs,
dat ook de leden der vereeniging be
seffen, dat zijne leiding er op gericht
is hen in overeenstemming met den
naam der club, „Excelsior" naar hoo'
ger te voeren.
„Weldadigheid naar Vermogen".
Afdeeling: „Werkverschaffing."
Van 1 Nov. tot 3 Febr. hebben
zich de volgende personen aangemeld
16 voor werkvrouw, 14 voor grond
werker, 13 voor loopknecht, 48 voor
los werkman, 5 voor schilder, *2 voor
timmerman, 2 vöor huiskneoht, 1 voor
kruideniersbediende, 1 voor bankwer
ker, 1 voor koffiehuisbediende, 1 voor
kantoorbediende, 1 voor banketbak
kersleerling, 1 voor oppasser, 1 voor
smid. 6 voor breiwerk, 1 voor man-
gelwerk, 1 voor baker, 1 voor strijk
ster, 1 voor naaister, 1 voor wasch-
vrouw, 1 voor witter, 1 voor metse
laar, 1 voor opperman, 1 voor let
terzetter, 1 voor voorslager, 1 voor
coatuum naaister.
Bg de aanmelding moet een ge
tuigschrift van goed gedrag overge
legd worden.
Van 1 Nov. tot 3 Febr. zgn de
volgende personen geplaatst
S voor loopknecht, 10 voor werk
vrouw, 2- voor snelpersdraaier, 40
voor los werkman, 1 voor witter, 1
voor breiwerk.
Particulieren en werkgevers die van
bovenstaande aanbiedingen gebru:k
wenschen te maken, wordt beleefd
verzocht huune aanvragen schriftelijk
tot het Bestuur te richten, bus Doelen
of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
9-1 en van 3-5 uur verkregen worden
bij den Administrateur, bureau
Doelen, kamer No. 2.
Zondagavond was de zaal in de
Groote Vauxhall alhier bezet door
eene talrijke menigte, die getuige
wilde zijn van de uitreiking der prijzen
behaald in den flobert-schietwedstrijd,
uitgeschreven door de weerbaarheids-
- vereeniging „Voor Vaderland en Ko
ning" al hier.Deze uitreiking geschiedde
door den heer G. C. M -rens, secreta
ris van gemeldevereeniging.
In zijne rede, welke aan de uitrei
king voorafging, deed hij het nuttige
van het doel der weer baar heidsver-
eenigingen uitkomen en eindigde met
een heilwenech aan de stamhoudster
van ons Vorstenhuis. Vervolgens wer
den de medailles voor ds club- en
personeele wedstrijden en de uitge
loofde kunstvoorwerpen uitgereikt.
De voorzitter van de vereeniging
de „Rotterdamsche Scherpechutter"
welke twee eere prijzen behaalde
bracht een woord van hulde aan „Voor
Vad. en Koning", evenals de vertegen
woordiger van „Neerlands Burger
wacht" te Sloten.
Na afloop van de prijsuitdeeling
Bprak de heer Merens nog een woord
van dank aan de regelingscommissie,
de baankommandanten en den heer
Appelboom, die het tooneel zoo netjes
had versierd. Hij waso.a. zeer gevoelig
voor de streelende verrassing dat zijn
portret ter zijde van het'tooneel was
opgehangen. Dit portret werd gffl-.n-
keerd door dat van de Koningin.
Nadat vervolgens nog eenige liederen
werden gezongen, waarvan de tekst
toepasselijk was op het verleden en
beien van „Voor Vad. en Koning'1
was het meer officieele gedeelte afge-
loopen.
Geruimen tijd bleef men nog gezellig
bijeen.
BINNENLAND.
Haagsche Brieven.
„Heb je het geboord
„Wat gehoord?"
„Wel, van die cheque."
„Och kerel, dat west ik al zoo
lang."
En tegen een derde, die juist aan
komt: „tleb jij 't al gehoord?"
„Ja zeker, 'tls kolossaal hè?11
Óm de lezers niet langer in nieuws
gierigheid te laten zal ik dan ver
tellen, dat er deze week een cheque
in den Haag is geweest, een uiterst
merkwaardige. Niet dat er in dén
Haag niet dagelijks een massa wis
sels, accepten, chèque3 enz. worden
gepresenteerd, gedisconteerd, geho
noreerd ofgeweigerd, maar het
merkwaardige, het zeer bijzondere van
deze chèque wa3, dat zij de greotste
w^s die ooit in het Haagje door ban-
kiershanden ging, nl. tot het lieve
bedrag van anderhalf millioen (Ex-
ousez du peu).
drag r
zc mer onze badplaats met een bezoek
zullen vereeren, op voor te bereiden,
dat zij het strandleven meer noord
waarts zullen moeten zoeken. De plaat
sen waar nu gebaad wordt en waar
het strand dient voor de verpoozing
der ouderen en het dartel spel der
jongeren,mo8ten gebruikt worden voor
de openbare werken. Baders en strand-
bezoekers worden dus in de richting.
Katwijk opgeschoven en zullen zoo
ongeveer vóór het Oranjehotel terecht
komen. In den beginne zal het wel
wat vreemd zgn. Men raakt zoo aan
bepaalde piekjes gewoon.
Int.usschen wordt door dezen maat
regel weder een groot stuk van het
strand aan de visscherij onttrokken.
De Burgemeester heeft in de jongste
raadszitting op een vraag van den
heer Knoester geantwrord dat de
bommen niet mochten landen op het
voor de baders nu aangewezen (nieuw)
terrein. En de heer Knoester ver
zuimde om te vragen waar ze dan wel
aan land mochten komen, want nu is
er zoo goed als geen ruimte meer
over.
Dat is de dood voor de v'sscherij
treurde de heer Knoester.
Maar het scheen, dat men dezen
treurzang niet erg indrukwekkend
vond.
Van treuren gesproken, het is wel
bevreemdend, dat het Hof nog steeds
niet de rouw heeft aangenomen we
gens het overlijden van den hertog
Van Battenberg. Men mag daaruit
concludeeren, dat de officieele meds-
deeling van het overlijden nog niet
is ontvangen. Vandaar dan ook, dat
de Regentes, verschillende openbare
vermakelijkheden, opera en comedie, j
met haar zuster bezocht en ook het; van de Boeren, van de Mal abelen en
Casino-bal bgw> oade. De jeugdige Zoeloes van 1838—1840, de annexatie
Toen de heer Moltzer onder het
handgeklap der aanwezigen de zaal
was binnengekomen en plaats had
genomen, nam mr. F. A. Eggers na
mens de commissie die het huldeblijk
aanbood, het woord.
Spr. droeg daarna de beeltenis van
den oud-hoogleeraar met enkele woor
den over aan het gemeentebestuur
van Amsterdam, waarop mr. J. N. v.
Hall, als waarnemend burgemeester,
het woord nam.
Hierna voerden nog het woord prof.
MaxCohrat en den heer Moltzer zelf.
Transvaal.
In een druk bezette, door de af
deeling Rotterdam der Ned. Zuidair.
Vereeniging b legde oj eobare vergade
ring, trad Zaterdagavond als spreker
op prof. C. B. Sprnvt.
De vraag, zoo ving spr. zijn voor
dracht aan: „Wat kan men in Neder
land voor goeds doen ten bate van
de Transvaal en van Nederland zelf
kan slechts beantwoord worden door
hen die kennis hebben van Zuid-
afrikaansche toestanden. Zonder die
kennis loopt men kans den bal totaal
mis te slaan.
Vandaar dat spr. zijn rede zou
split;en in twee deelen. Vóór de pauze
zou hij de hoofdmomenten der Zuid-
afrikaansche toestanden bespreken, na
de pauze de vraag behandelen wat in
Nederland gedaan kan worden.
Ter toelichting van het eerste punt
gaf spr. een karakterschets van de
blacks ol kaffers, de Boers en de
Britishwaaraan zich al3 vanzelf
aansloot de bespreking van den groe
ten trek der Boeren in 1831, den strijd
Prinses van Waldeck kon daar haar
hart ophalen. Zij wandelt tegenwoor
dig ook rog al eens in de stad, in
door Engeland van Natal en hetveen
thans Oranje-Vrijstaat heet in 1817
'48, de vrijverklaring van den
iorns ook geheel alleen, wat getuigt
voor haRr vlugge kennis van de topo
grafie van onze stad.
Men beweert, dat de jeugdige Prin
ses zeer gaarne in ons land zou blij
ven en in verband daarmede wordt
er zelfs iets gefluisterd, maar vaag,
zóo vaag, dat ik mij niet gaarne er
aan wagen zon aan deze geruchten
ook maar een schijn van vasten vorm
te geven.
Heden komt de Eerste Kamer terug
om de begroetingen af te doen, ook
die van het Pensioenfonds^ zoodat
wel spoedig de uitbetalingen kunnen
plaats hebben van het eerste trime3-
tre, waarmede menigeen anders nogal
geknepen zou zitten. Intu9schen be-
bewijst bet feit, dat er reeds onge
rustheid bij velen ontstaan was, toch
zonneklaar, dat gebroken dient te
worden mtt het ellendige systeem
om de begrooting voor een dienstjaar
der Staatshuishouding definitief vast
te stellen, als van dat dienstjaar
bijna twee maanden zijn verstreken.
Nu moet ik nog even een verzuim
inhalen en iets zeggen omtrent Mas
senet's Le Mage, de nieuwe opera,
die, dank zij een zeer goed verzorgde
opvoering en een meer dan gewoon
bewerkte mise-en-scène, succes heeft
gehad. Grootendeels dientengevolge.
Want muzikaal is Le Mage geen mees
terwerk en staat net zeer ver achter
bij Werther en vocaal i3 er op de
uitvoering ook wel wat aan te mer
ken. Maar met het geheel kan men
tevreden zijn.
H. A. GANUS Jr.
Eone hulde aan mr. J.
P. Moltzer.
In de Aula van het Universiteits
gebouw tj Amsterdam waren Zater
dagmiddag bijeengekomen een aantal
hoogleeraren, vertegenwoordigers van
het college van curatoren, de leden
van het dagelijksch bestuur der Ge
meente, de heeren Yan Hall, Treub
en Van Leeuwen, alsmede oud-leer
lingen van mr. J. P. Moltzer, vroeger
hoogleeraar in het burgerlijk recht
en de burgerlijke rechtsvordering aan
onze Universiteit, thans lid van den
Raad von State.
Het gold hier een hulde te brengen
aan den oud-hoogleeraar.
Er had zich na zijn vertrek naar
in den wand uw huiskamer, bewijst j's-Gravenhage eene oommissie van
ge tevens uw buurman een dien9tl oud-leerlingen gevormd, die den hoog-
die er evenals gij, een schilderij aanjleeraar zou aanbieden zijn door Jan
kan ophangen. Veth geschilderd portret, om dit te
Gelukkig, dat de strandmuur tel doen plaatsen in de Senaatskamer der
Scheveningen steviger zal worden, j Universiteit, en een album, door Lion
Over de boulevard zal ik nu niet Cachet smaakvol gecalligrateerd en
Bchrijven, inaar ik wensch er den J waarin de namen op perkament zijn
Dat bedrag werd door het agent
schap der Nederlandsche Bank voor
rekening van de Amsterdamsche bank
uitbetaald aan de order van het be
stuur eener Haagsche maatschappij
voor grondbezit, die bouwterreinen
aan den Bezuiden hout gaat exploi-
teeron. De gezamelij ken gronden heb
ben ongeveer twee en een half milli
oen guldert gekost en bieden plaats
voor ongeveer 1300 huizen. Dat men
een dergelijke onderneming op touw
zet, bewijst wel het groot vertrouwen
in de toekomst der zich steed3 uit
breidende gemeente. Toch komt het
mij* voor, dat de bouw van woningen
den Haag zoodanig overdreven
wordt, dat een krach niet zal kunnen
uitblijven. Op dit oogenblik staan
ongeveer 700 huizen ledig en men
kan aannemen, dat er minstens 3 a
400 in aanbouw zijn. De gemiddelde
toename van de bevolkiag is 8000
zielen per jaar, maar de door de
vermeerdeling van bevolking nood
zakelijke uitbreiding van het getal
huizen wordt opgevoerd alsof er
80.000 mecschen per jaar onder dak
moesten gebracht worden. Deze wijze
van bouwen wordt dan ook volkomen
terecht speculatiebouw genoemd. De
buizen zijn nog niet droog of ze staan
reeds to koop en het is in den regel
een heele meevaller voor den onder-
mer als de koopsom hem, na aftrek
van de hypotheek, nog een paar hon
derd gulden vrij geld laat.
En hoe er gebouwd wordt 1
laten we daar maar liever niet over
praten* Trasmuren behooren tot de
pia vota. Met een fllnken draadnagel
een eenvoudig grijs japonnetje, somsVrijstaat en Transvaal in 1S52 en
vergezeld van eene hofdame, maar 1854, de nieuwe annexatie in 1871 en
i y.vrijheidsoorlog ia'80 en '81.
Sinds dien tijd zijn de toestanden
veel veranderdds twee vloeken voor
Zuid-Afrika van vioeger: Downing
street of het Engelsche ministerie van
koloniën en Exeter Ball of de zstel
der negervrienden, zijn op den achter
grond geraakt, terwijl op den voor
grond is getreden Cecil Rhodes met
zijn Chartered Company.
Spr. zette in het kort den werkkring
dezer Maatschappij uiteen, om daar
aan vast te knoopen een beschouw ng
omtrent de laatste bekende gebeurte
nissen, dis spr. beschouwde een neder
laag niet voor Jameson, doch voor
genoemde Chartered Company.
De bespreking van het tweede punt
was hoofdzakelijk eene opsomming
vau heigeen de Ned. Zuidafrikaansche
Vereeniging tot nu toe heeft gedaan
om de op zich genomen taak te ver
vullen. Als uitgangspunt nam men
daarbij de wenschen door hetTrans-
vaaleohe driemanschap in 18S4 geuit
nl.help onze taal en nationaliteit
verdedigen, iaat onze jongens bij u
te lande studeren, zendt ons spoedig
onderwijzers. In beperkte mate is tot
nu toe aan dien wensch voldaan.
Door de laatste gebeurtenissen is de
vraag weer op den voorgrond getre
den wat te doen om uitirig te geven
aan het gevoel van sympathie voor
de Boeren, en gedachtig aan de vroeger
gehoorde wenschen, heeft men niets
betera geweten dan de stichting van
een Taalfonds.
Bij de organisatie van het onder
wijs door de Ecgelschen wordt met
de volkstaal geen rekening gehouden.
Allen die hun kinderen een eenigszins
goede opvoeding willen geven, moeten
hen op Engelsche scholen zenden,
van waar zij komen met een gevoel
van verachting voor eigen taal. Tegen
dien Eugelschen invloed moet gestre
den worden. Uit dit Taalfonds kunnen
misschien ook bestreden worden de
kosten voor het uitzenden van pre
dikanten, wat volgens de juristen de
statuten der Ned. Zuidafrik. Vereeni
ging niet toestaan. Veel verwacht spr.
ook van het bewerken der publieke
opinie hier en in het buitenland.
Steuning van het Taalfonds is ook
in het belang van Nederland, betoogde
spr. ten slotte. De onafnankelijkheid
der Zuidafrik, republieken toch maakt
dat energieke personen die hier te
lande geen betrekking kunnen vinden,
derwaarts kanen trekken, waar zij
zeker zijn goed ontvangen te worden.
Met een verzoek om steun van het
Taalfonds besloot spr. zijn luid toe
gejuichte rede.
maatschappij zal jbr. L. J. Quarles
van Ufford de volgende eigenaardige
vraag inleiden „Waarom is het in
Engeland mode een bloem in het
knoopsgat te dragen en waarom hier
te lande niet
De kwartguldenvereeniging
nagevolgd.
„Een goed voorbeeld, doet goed
volgen", zegt het spreekwoord. Dat is
wederom gebleken inzake de kwart
guldenvereeniging. Mej. B. L. W. v. d.
Hucht te 's Gravenhage opperde, zoo
als men weet, een paar jaar
geleden het denkbeeld, kwartguldens
voor de heideontginning te verzamelen
en het geld vloeide ruimschoots toe.
Dezer dagen deed in navolging hier
van een dame aan een der dagbladen
een voorstel, dat elk der abonné's
op dat blad een kwartje zou geven
voor de Landkolonie van het Leger
des Heils, om zoodoende de daarvoor
nog ontbrekende som (f7000) bijeen
te verzamelen.
„Dit blad echter schijnt niet genegen
op dat voorstel in te gaan", zegt de
Oorlogskreet van 1 Febr.„maar zond
ons den brief der dame met haar
kwartje" ea bericht verder dat kolonel
Olifant een kwartjeslijst van bijdragen
voor de Landkolonie in zijne kolom
men zal openen, aan al zijne lezers
verzoekende, een kwartje voor dit doel
te zenden en ook anderen daartoe op
te wekken.
Onder talrijke bewijzen van belang
stelling had Zaterdagmiddag te
Utrecht do teraardebestelling plaats
van höt stoffelijk overschot van den
oud-hoogleeraar W. G. Brill.
De lijkbaar was bedekt met een
zevental kransen, waaronder van de
Senaten, de letterkundige faculteit,
het Historisch Genootschap, Nuttige
kennis, enz.
Op de algemeene begraafplaats
waren aanwezig eenige curatoren der
Utrechtscne universiteit, tal van pro
fessoren, en verder een groot aantal
studenten. Aan de groeve werd door
verschillende personen het woord
genomen.
Haarlemmers die in den komenden geschreven.
In een te Rotterdam te houden
winlerbijeenkomst van de Tuinbouw-
Pers Overzicht.
Voorwaardelijke veroordeeling.
Dit onderwerp behandelt het Cen
trum onder den titel „eene belangrijke
hervorming" in een drietal artikelen.
Het blad doet uitkomen, dat het
woord: „Hij heeft gezeten" in den
volksmond nog altijd een bizonder
smadedjken klank heeft en dat de
gevangenisstraf in de oogen des volka
een schande blijft, wat het een ver
blijdend verschijnsel vindt, daar dit
schaamtegevoel de synoniem met het
besef van eigenwaarde is, dat tot bij
-den minst ontwikkelde wordt gevon
den. Men moet daarom dit schaamte
gevoel gestadig bevorderen en sterken,
daar men dan handelt in het belang
van staat en maatechappij. Een indi
vidu, dat zijn schaamte verloren heeft,
ia een verloren sujet, van wien men
alles kan verwachten, voor wien het
laagste en gemeenste geen bezwaar
meer zal opleveren.
Verder schetst het Centrum hoe de
mensch natuurlijk niet in eens tot
dit bedroevend uiterste komt, maar
hoe verschillende omstandigheden
en gebeurtenissen doorgaans eerst het
eergevoel bij hem hebben verzwakt,
hoe hij in den beginne langzaam,
daarna sneller is afgegleden op de
helling van het kwaad en hoe ein
delijk niets meer hem stuiten kau in
zijn vaart. Menigeen had wellicht;
kunnen worden gered wanneer een
helpende hand hem was toegestoken,
toen hij de eerste schrede zette op
het pad des verderft, of een ernstige
waarschuwing bgtijds zijn oor had
bereikt.
„Hoe menigeen", zegt het blad, „die
thans als een mauvait sujet staat
geboekt, zou zijn naam als fatsoenlijk
man bewaard hebben, wanneer bij zijn
eerste overtreding een ernstige ver
maning de plaats hadde ingenomen
vau de gevangenisstraf, welke hem
rukte uit zijn carrière, hem neerwierp
in het slijk der Echande
„Uit deze overweging vooral is
het denkbeeld der voorwaardelijke
veroordeeling geboren en dit denk
beeld is in verschillende Staten van
Europa reeds tot werkelijkheid ge-i
worden. Waarin bestaat nn de voor
waardelijke veroordeeling welke men
ook de voorwaardelijke invrijheids-
stelling zou kunnen noemen?
Zij komt hierop neef, dat éénpj .0T(lt
soon, die voor de eerste maal wegen wit
een vergrijp of overtreding tot geva; ,Z*
genisstraf worit veroordeeld, die str j/w*
niet behceit tï ondergaan, wanna «it
hij binnen een bepaald tijdsbesle jond
zich aan ge9n nieuwe overtredit jjt
schuldig maakt. Deze belangrijke he; orde
vorming van het strafstelsel is vs {e:"t
nog zeer jeugdigen datum. Eers Itijd
sinds 18S7 kwam zij tot stand j én c
Kogeland, België, Frankrijk, Luxen cbikt
burg, Zweden en Noorwegen, en ds gt ki
het voorbeeld goed werkt, kan me itwe
hieruit opmaken, dat ook reeds ve; erinr
schillende Duitse'ie staten neiging
toonen den gewichtigen maatregel i> e dii
te voeren." taar
Hoewel de respectieve wetgeving*; jDg c
in onderdeelen verschillen, komeni Qe 1
echter hieriu overeen dit zet h: eurei
blad vervolgens uiteen dat de vet eder
oordeelde slechts dan voorwaardelijl f8rw
in vrijhsid kan worden gesteld, wac fake
neer hij voor de eerste maal terecb he<
staat en nog geen vonnis te zijnet m vt
laste heeft. Maikt hij zich in des 3 kot
proeftijd aan een nieuwe cvertredicf Hl
schuldig, dan moet hij niet alleei oke
daarvoor boeten, maar tevens de stra
ondergaan, waartoe hij reeds voor-
waardelijk werd veroordeeld en welkt
hem anders zou zijn kwijtgescholdeit,
Hierna merkt het Centrum op, da!
men ook bezwaren tegen het denk
beeld der voorwaardelijke veroordee
ling heeft opgeworpen. Het voornaam. Zon
ste er van wordt afgeleid uit de ver-1 At
geldingst'neorie.Op de keper beschouwd spet
blijft vau dit bezwaar echter weinig De
over, meent het blad, daar ook de ip&r
voorwaardelijke veroordeeling als een De
straf kan worden beschouwd. Hel
vonnis treft den schuldige en blijft
hem als een Damocles-zwaard boven
het hoofd hangeo. Slechts wanneer
hij toont zijn leven te willen beteren,
valt dit zwaard niet op hem neder
en daarom werkt de voorwaardelijke
veroordeeling verbeterenden veredelend.
De ervaring heeft de verwachtingen
op dit punt niet beschaamd. Betrek
kelijk gering is het aantal van hen,
die, aan een proeftijd onderworpen,
de opgeschorste straf moesten onder
gaan ten gevolge van een nieuw
delict.
Met nadruk betoogt het blad dat
voorwaardelijke veroordeeling niet
slechts gewenscht, maar zelis nood
zakelijk is, daar er geen ander mid
del denkbaar is, om het strafstelsel
in dien zin te wijzigen, dat het eene
Si
De
[age
idaf
Ten
d i
Obr
goede en praetisch moraliseerende lap
strekking verkrijgt. tas
Ook is het Centrum van meening l,G(
dat voor de oplossing der zwaarwich-ftea
tige vraaghoe houden wij de jeugd
af van het kwaad en brengen wij
haar terug op den weg van orde en
tucht? de toepassing der voorwaarde
lijke veroordeeling als een der uit-
stekendste middelen in aanmerking
komt en dat hoewel order alle om
standigheden rechterlijke dwalingen
mogelijk zijn zullen, de voorwaarde
lijke veroordeeling, in twijfelachtige
gevallen toegepast, haar getal tot een
minimum zou beperken.
Aan het slot van zijn artikel zegt
het Centrum, dat deze of gene toe
komstige rechtsgeleerde, die wellicht
de voorwaardelijke veroordeeling tot
stof van zijne dissertatie zou willen
kiezen, daarmede een goed werk zou
verrichten, maar dat 't nog veel beter
ware, wanneer een onzer algevaar-
digden gebruik maakte van zijn recht
van initiatief, en een voorstel indiende
ten einde de zegeningen van
belangrijke hervorming ook aan óns
land ten go9de te doen komen!
■=z
Lo
Ide
Kiezers met of zonder koeien.
„Het Kamerlid Lïeftinck heeft in
het Noorden, en wel te Beetgum, zegt
de Amst. Crt., zijn licht doen schij
nen. Hij heeft onder meer de gerust
stellende verklaring afgelegd dat het
Program der Liberale Unie- niet on
middellijk in zijn geheel zou worden
uitgevoerd, en verder de verrassende
mededeeling gedaan datjj denkende
hoofden, die het wetsontwerp Tak
indertijd sterk bestreden hadden, hem
nu hadden verzekerd dat de verwer
ping (spreker bedoelde misschien de
intrekking) van het wetsontwerp een
fout was geweest. Omtrent het thans
aanhangig wetsontwerp op het kies
recht was de heer Lïeftinck niet best
te spreken, al is de mogelijkheid niet
uitgesloten dat het ten elotte zijn stem
nog krijgt. Spreker keurt het zeer af
dat iemand die een zekere som op de
Rijkspostspaarbank heeft wel kiezer
begin van het verhaal al' om zijne lippen had gespeeld,
te blijven toonen.
„Di8 moord en verdwijning waren zonder twijfel eene
wraakneming," seide de barones. „Men had zelfs de
voorzorg niet genomen er den schijn aan ie geven alsof
het hier een diefstal gold, want in de zakken van An-
dré werd zijn geld en zijn horloge nog gevonden.
„Geen oogenblik twijfelde de gravin er aan, dat de
Plessac er de bewerker van was. Zij diende eene aan
klacht tegen hem in en toonde aan den rechter den
dreigbrief, haar door den baron geschreven.
„De Ple-sac werd ontboden en ondervraagd, maar hij
wierp beslist de tegen hem uitgebrachte beschuldiging
van zich. Met behulp van talrijke getuigen bewees hij,
dat hij den nacht van den 23sten op den 24sten Juni
kalm thuis had doorgebracht. Bij gebrek aan voldoende
getuigen moeri men van de vervolging afzien.
Ruim een. jaar nog was Hélène onvermoeid in het
doen van nasporingen, zonder dat eenig spoor haar in
staat stelde te ontdekken wat er van haar zoon gewor
den was.
Emmanuel was echter niet vermoord, tenminste niet
onmiddellijk gedood, want zijn lijk werd niet gevonden
bij dat van André. Dus óf hij was door den baron weg
gevoerd, óf een medelijdende voorbijganger had hem tot
zich genomen.
„In haar wanhoop besloot de gravin eindelijk orn
naar Parijs terug te keeren. Een laatste hoop bleef haar
nog over. Misschien zou de Plessac, door berouw be
wogen, haar eens het kind teruggeven, dat hij haar
ontstolen had.
„Deze laatste hoop werd haar ook ontnomen. Twee
jaar later ontving zij van den baron een brief, getui
gende van oprecht berouw, welke hij schreef toen hij
op het uiterste lag, en waarin hij erkende den dubbelen
moordenaar te zijn van André en Emmanuel, beiden
doer de moordenaars op den weg van Montpellier ach
tergelaten hij zwoer echter op alles wat hem heilig was,
dat hij niet wiet wat er met het kind gebeurd was,
welks lijk niet was teruggevonden."
„Dus," besloot mevrouw de Coissy, „Emmanuel leeft.
Hij leeft hij bevindt zich ergens misschien dicht
in onze nabijheid Dunkt n dat ook niet, mijnheer
Michaud
Op deze wgze ronduit ondervraagd, bewoog Michaud
zieh onrustig op zijn stoel.
„Ja, mevrouwstamelde hij, ten prooi aan eene
onrust, die hij niet kon verbergen. „Het is zeer goed
mogelijk
„En wat nog zonderlinger is," vervolgde de barones,
„de gravin en ik kennen een jongen man, wiens tref
fende gelijkenis met wijlen den graaf de Montbazin ons
verbaasd heeft, die precies den leeftijd heeft van Em
manuel, in dezelfde landstreek geboren ie, niet precies
weet waar hij geboren ie, nooit zijne geboorte-acte heeft
gezien en wiens vader, of liever pseudo-vader, die voor
heen te Lodève woonde, zich te Parijs is komen verber
gen in September van het jaar 1700, twee en eene halve
maand na de gebeurteniseen, die ik u zooeven heb ver
teld, dus in een tijdsverloop, juist noodig om zijn ver
trek voor te bereiden en de reis af te leggen."
Michaud werd doodsbleek en vestigde een ontstelden
blik op mevrouw de Coissy.
„Welnu 1" vervolgde de barones, „wg sullen dien man
eerst smeek8n ons te zeggen of wij ons niet bedrogen
hebben en mocht het zijn, dat hij ons een antwoord
weigert, dan hebben wij besloten van hem te zullen
eischen, dat hij ons zekere bewijzen van zijn vaderschap
verschaft. Vindt u, dat wij daarin ongelijk tebben, mijn
heer Michaud?"
„Volstrekt niet mevrouw," mompelde hij, bijna on
verstaanbaar.
Hij wendde eene bijna bovenmensohelijke poging aan
om zich zelf te beheerechen.
„Is dat alles wat u mij hebt te zeggen?" vroeg hij.
„Voor het oogenblik ja mijnheer."
„Sta mij dan toe, dat ik mij verwijdert. De dubbele
reis, die ik hedenmorgen heb gemaakt tusschen Parijs
en Versailles mijn hooge leeftijd mijne zorg en
anget omdat Jean gevangen genomenis dat alles heeft
mij wat vermoeid."
„Ja, dat is te begrijpen," zeide mevrouw de Coi-sy
met een beteskenisvollen nadruk, „ik zal u ook niet
langer ophouden mijnheer. Geef u den tijd om wat tot
kalmte te komen. Morgen of later zullen wij nog eens
over dat alle3 spreken."
Michaud stond op, en was zoo zwak, dat de barones
het noodig achtte hem door een lakei naar zijn draag
stoel te vergezellen.
Hij steeg in en zakte geheel op de kussens neer. Er
bleef geen twijfel meer over. De jonge man, dien de
gravin had meenen te herkennen was Jean. De man,
dien zij beschuldigde zijn ware vader niet te zijn,
was hij
Eu hij behoefde minder twijfel te koesteren dan ieder
ander omdat hij beter wist dan wie ook, wat er van te
moeten denken.
Jacques Michaud was in 1685 gehuwd met Margué-
rite Delpeyre, wier familie te Montpellier woonde. Van
tijd tot tijd brachten de kleermaker en zijne vrouw
een paar dagen door bij hunne ouders, waarbij zij den
weg aflegden in een wagentje, hun door een weiwillen
den buurman geleend.
Michaud had een zeer gelukkig huwelijksleven. Al maakte
hij niet op vlugge wijze fortuin, zijne zaken veroorloofden
hem te leven en zelfs nog wat geld ter zijde te leggen.
Hij had geen enkele zorg en zou volmaakt gelukkig
zijn geweest ala hij kinderen had gehad.
Zijn vurigste wensch, zijn gelukkigst droombeeld was
een kind te bezitten. Ongelukkig was die wensch ge
durende zijn vijftienjarig huwelijksleven niet vervuld.
Op zekeren dag, toen hij van Montpellier naar Lodève
terugkeerde, deed. zich eene onverwachte gebeurtenis
voor om den zoo lang gekoesterden wensch in vervulling
te brengen.
Het was St. Jansdag. Om van de frissche morgenlucht
te genieten was Jacques tegeu vijf uur vertrokken en
had juist de stad verlaten, toen hij op den kant van
den weg naast eene sloot een man en een kind levenloos
zag liggen.
Hij gaf de teugels aan Marguérite over, stapte af en
trad nieuwsgierig naderbij.
Wordt vervolgd.)