degene die er 3 van won was over winnaar van dezen avond. Het was een uchoone wedstrijd, daar beide kampioenen elkaar in kracht en routine weinig toegaven. Van den Berg bleek echter de sterkste. Van de eerste 4 ronden verloor hg slechts de 3de, zoodat de laatste niet behoefde gewor steld te worden. Van de juiy maakte o. a. deel uit de heer Neumann, kampioen van EuropB, met wien Van den Berg deze week in het strijdperk zal treden, waarbij de strijders zullen trachten etkaar hunne kampioenschappen te ontworstelen. „Exoelsior". Da gymnastiek- en scbermvereeni- ging van dien naam alhier, gat Za terdagavond in de groote zaal van „Felix FüVore:' eene soiree met bal, die di uk bezocht was. 't Was een opgewekt en vroolijk feest, dat ge opend werd met eenige woorden van welkom door den voorzitter. Verder werd de avond genoegelijk doorge bracht met verschillende oefeningen en voordrachten, die alle een iuid applaus verwiervoD, terwgl een prettig bal de avond besloot. ..Excelsior'' heeft eer van zyue uitvoering gehad, wat voornamelijk te danken is aan rijn flinken directeur, den heer A. J. Meyerink. 't Was een aangenaam gezicht die jongelieden zoo flink en kloek gebouwd, met zooveel spierkracht hunne oefeningen te zien verrichten. Onze eeuw is de eeuw van sport en menigeen klaagt over al die sport, doch hoewel het waar is dat alle overdrijving schaadt, is het niet te loochenen, dat door sport en gym nastiek ons jong geslacht tot flinke mannen, met een stoeren wil wordt opgevoed wanneer daarbij ook niet de studie wordt vergeten. Een der schoonste oogenblikken van den avond was het, toen terwijl alle leden van „Excelsior" rondom hun vaandel geschaard waren en het salueerden, het orkest het Volkslied speelde, waarop dan ook een daverend applaus volgde. CLk het uitvoeren van no. 5 en no. 9 van het programma „een partij degen" en „een partij schermen1' verwieif luide tcijuichin- gen. Den heer Meyerink werd als direc teur der vereeniüing in den loop van den avond een fraaie krans en daar enboven een stoffelijk blijk van waar- deering geschonken. Wel een bewijs, dat ook de leden der vereeniging be seffen, dat zijne leiding er op gericht is hen in overeenstemming met den naam der club, „Excelsior" naar hoo' ger te voeren. „Weldadigheid naar Vermogen". Afdeeling: „Werkverschaffing." Van 1 Nov. tot 3 Febr. hebben zich de volgende personen aangemeld 16 voor werkvrouw, 14 voor grond werker, 13 voor loopknecht, 48 voor los werkman, 5 voor schilder, *2 voor timmerman, 2 vöor huiskneoht, 1 voor kruideniersbediende, 1 voor bankwer ker, 1 voor koffiehuisbediende, 1 voor kantoorbediende, 1 voor banketbak kersleerling, 1 voor oppasser, 1 voor smid. 6 voor breiwerk, 1 voor man- gelwerk, 1 voor baker, 1 voor strijk ster, 1 voor naaister, 1 voor wasch- vrouw, 1 voor witter, 1 voor metse laar, 1 voor opperman, 1 voor let terzetter, 1 voor voorslager, 1 voor coatuum naaister. Bg de aanmelding moet een ge tuigschrift van goed gedrag overge legd worden. Van 1 Nov. tot 3 Febr. zgn de volgende personen geplaatst S voor loopknecht, 10 voor werk vrouw, 2- voor snelpersdraaier, 40 voor los werkman, 1 voor witter, 1 voor breiwerk. Particulieren en werkgevers die van bovenstaande aanbiedingen gebru:k wenschen te maken, wordt beleefd verzocht huune aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te richten, bus Doelen of Stadhuis. Inlichtingen kunnen dagelijks van 9-1 en van 3-5 uur verkregen worden bij den Administrateur, bureau Doelen, kamer No. 2. Zondagavond was de zaal in de Groote Vauxhall alhier bezet door eene talrijke menigte, die getuige wilde zijn van de uitreiking der prijzen behaald in den flobert-schietwedstrijd, uitgeschreven door de weerbaarheids- - vereeniging „Voor Vaderland en Ko ning" al hier.Deze uitreiking geschiedde door den heer G. C. M -rens, secreta ris van gemeldevereeniging. In zijne rede, welke aan de uitrei king voorafging, deed hij het nuttige van het doel der weer baar heidsver- eenigingen uitkomen en eindigde met een heilwenech aan de stamhoudster van ons Vorstenhuis. Vervolgens wer den de medailles voor ds club- en personeele wedstrijden en de uitge loofde kunstvoorwerpen uitgereikt. De voorzitter van de vereeniging de „Rotterdamsche Scherpechutter" welke twee eere prijzen behaalde bracht een woord van hulde aan „Voor Vad. en Koning", evenals de vertegen woordiger van „Neerlands Burger wacht" te Sloten. Na afloop van de prijsuitdeeling Bprak de heer Merens nog een woord van dank aan de regelingscommissie, de baankommandanten en den heer Appelboom, die het tooneel zoo netjes had versierd. Hij waso.a. zeer gevoelig voor de streelende verrassing dat zijn portret ter zijde van het'tooneel was opgehangen. Dit portret werd gffl-.n- keerd door dat van de Koningin. Nadat vervolgens nog eenige liederen werden gezongen, waarvan de tekst toepasselijk was op het verleden en beien van „Voor Vad. en Koning'1 was het meer officieele gedeelte afge- loopen. Geruimen tijd bleef men nog gezellig bijeen. BINNENLAND. Haagsche Brieven. „Heb je het geboord „Wat gehoord?" „Wel, van die cheque." „Och kerel, dat west ik al zoo lang." En tegen een derde, die juist aan komt: „tleb jij 't al gehoord?" „Ja zeker, 'tls kolossaal hè?11 Óm de lezers niet langer in nieuws gierigheid te laten zal ik dan ver tellen, dat er deze week een cheque in den Haag is geweest, een uiterst merkwaardige. Niet dat er in dén Haag niet dagelijks een massa wis sels, accepten, chèque3 enz. worden gepresenteerd, gedisconteerd, geho noreerd ofgeweigerd, maar het merkwaardige, het zeer bijzondere van deze chèque wa3, dat zij de greotste w^s die ooit in het Haagje door ban- kiershanden ging, nl. tot het lieve bedrag van anderhalf millioen (Ex- ousez du peu). drag r zc mer onze badplaats met een bezoek zullen vereeren, op voor te bereiden, dat zij het strandleven meer noord waarts zullen moeten zoeken. De plaat sen waar nu gebaad wordt en waar het strand dient voor de verpoozing der ouderen en het dartel spel der jongeren,mo8ten gebruikt worden voor de openbare werken. Baders en strand- bezoekers worden dus in de richting. Katwijk opgeschoven en zullen zoo ongeveer vóór het Oranjehotel terecht komen. In den beginne zal het wel wat vreemd zgn. Men raakt zoo aan bepaalde piekjes gewoon. Int.usschen wordt door dezen maat regel weder een groot stuk van het strand aan de visscherij onttrokken. De Burgemeester heeft in de jongste raadszitting op een vraag van den heer Knoester geantwrord dat de bommen niet mochten landen op het voor de baders nu aangewezen (nieuw) terrein. En de heer Knoester ver zuimde om te vragen waar ze dan wel aan land mochten komen, want nu is er zoo goed als geen ruimte meer over. Dat is de dood voor de v'sscherij treurde de heer Knoester. Maar het scheen, dat men dezen treurzang niet erg indrukwekkend vond. Van treuren gesproken, het is wel bevreemdend, dat het Hof nog steeds niet de rouw heeft aangenomen we gens het overlijden van den hertog Van Battenberg. Men mag daaruit concludeeren, dat de officieele meds- deeling van het overlijden nog niet is ontvangen. Vandaar dan ook, dat de Regentes, verschillende openbare vermakelijkheden, opera en comedie, j met haar zuster bezocht en ook het; van de Boeren, van de Mal abelen en Casino-bal bgw> oade. De jeugdige Zoeloes van 1838—1840, de annexatie Toen de heer Moltzer onder het handgeklap der aanwezigen de zaal was binnengekomen en plaats had genomen, nam mr. F. A. Eggers na mens de commissie die het huldeblijk aanbood, het woord. Spr. droeg daarna de beeltenis van den oud-hoogleeraar met enkele woor den over aan het gemeentebestuur van Amsterdam, waarop mr. J. N. v. Hall, als waarnemend burgemeester, het woord nam. Hierna voerden nog het woord prof. MaxCohrat en den heer Moltzer zelf. Transvaal. In een druk bezette, door de af deeling Rotterdam der Ned. Zuidair. Vereeniging b legde oj eobare vergade ring, trad Zaterdagavond als spreker op prof. C. B. Sprnvt. De vraag, zoo ving spr. zijn voor dracht aan: „Wat kan men in Neder land voor goeds doen ten bate van de Transvaal en van Nederland zelf kan slechts beantwoord worden door hen die kennis hebben van Zuid- afrikaansche toestanden. Zonder die kennis loopt men kans den bal totaal mis te slaan. Vandaar dat spr. zijn rede zou split;en in twee deelen. Vóór de pauze zou hij de hoofdmomenten der Zuid- afrikaansche toestanden bespreken, na de pauze de vraag behandelen wat in Nederland gedaan kan worden. Ter toelichting van het eerste punt gaf spr. een karakterschets van de blacks ol kaffers, de Boers en de Britishwaaraan zich al3 vanzelf aansloot de bespreking van den groe ten trek der Boeren in 1831, den strijd Prinses van Waldeck kon daar haar hart ophalen. Zij wandelt tegenwoor dig ook rog al eens in de stad, in door Engeland van Natal en hetveen thans Oranje-Vrijstaat heet in 1817 '48, de vrijverklaring van den iorns ook geheel alleen, wat getuigt voor haRr vlugge kennis van de topo grafie van onze stad. Men beweert, dat de jeugdige Prin ses zeer gaarne in ons land zou blij ven en in verband daarmede wordt er zelfs iets gefluisterd, maar vaag, zóo vaag, dat ik mij niet gaarne er aan wagen zon aan deze geruchten ook maar een schijn van vasten vorm te geven. Heden komt de Eerste Kamer terug om de begroetingen af te doen, ook die van het Pensioenfonds^ zoodat wel spoedig de uitbetalingen kunnen plaats hebben van het eerste trime3- tre, waarmede menigeen anders nogal geknepen zou zitten. Intu9schen be- bewijst bet feit, dat er reeds onge rustheid bij velen ontstaan was, toch zonneklaar, dat gebroken dient te worden mtt het ellendige systeem om de begrooting voor een dienstjaar der Staatshuishouding definitief vast te stellen, als van dat dienstjaar bijna twee maanden zijn verstreken. Nu moet ik nog even een verzuim inhalen en iets zeggen omtrent Mas senet's Le Mage, de nieuwe opera, die, dank zij een zeer goed verzorgde opvoering en een meer dan gewoon bewerkte mise-en-scène, succes heeft gehad. Grootendeels dientengevolge. Want muzikaal is Le Mage geen mees terwerk en staat net zeer ver achter bij Werther en vocaal i3 er op de uitvoering ook wel wat aan te mer ken. Maar met het geheel kan men tevreden zijn. H. A. GANUS Jr. Eone hulde aan mr. J. P. Moltzer. In de Aula van het Universiteits gebouw tj Amsterdam waren Zater dagmiddag bijeengekomen een aantal hoogleeraren, vertegenwoordigers van het college van curatoren, de leden van het dagelijksch bestuur der Ge meente, de heeren Yan Hall, Treub en Van Leeuwen, alsmede oud-leer lingen van mr. J. P. Moltzer, vroeger hoogleeraar in het burgerlijk recht en de burgerlijke rechtsvordering aan onze Universiteit, thans lid van den Raad von State. Het gold hier een hulde te brengen aan den oud-hoogleeraar. Er had zich na zijn vertrek naar in den wand uw huiskamer, bewijst j's-Gravenhage eene oommissie van ge tevens uw buurman een dien9tl oud-leerlingen gevormd, die den hoog- die er evenals gij, een schilderij aanjleeraar zou aanbieden zijn door Jan kan ophangen. Veth geschilderd portret, om dit te Gelukkig, dat de strandmuur tel doen plaatsen in de Senaatskamer der Scheveningen steviger zal worden, j Universiteit, en een album, door Lion Over de boulevard zal ik nu niet Cachet smaakvol gecalligrateerd en Bchrijven, inaar ik wensch er den J waarin de namen op perkament zijn Dat bedrag werd door het agent schap der Nederlandsche Bank voor rekening van de Amsterdamsche bank uitbetaald aan de order van het be stuur eener Haagsche maatschappij voor grondbezit, die bouwterreinen aan den Bezuiden hout gaat exploi- teeron. De gezamelij ken gronden heb ben ongeveer twee en een half milli oen guldert gekost en bieden plaats voor ongeveer 1300 huizen. Dat men een dergelijke onderneming op touw zet, bewijst wel het groot vertrouwen in de toekomst der zich steed3 uit breidende gemeente. Toch komt het mij* voor, dat de bouw van woningen den Haag zoodanig overdreven wordt, dat een krach niet zal kunnen uitblijven. Op dit oogenblik staan ongeveer 700 huizen ledig en men kan aannemen, dat er minstens 3 a 400 in aanbouw zijn. De gemiddelde toename van de bevolkiag is 8000 zielen per jaar, maar de door de vermeerdeling van bevolking nood zakelijke uitbreiding van het getal huizen wordt opgevoerd alsof er 80.000 mecschen per jaar onder dak moesten gebracht worden. Deze wijze van bouwen wordt dan ook volkomen terecht speculatiebouw genoemd. De buizen zijn nog niet droog of ze staan reeds to koop en het is in den regel een heele meevaller voor den onder- mer als de koopsom hem, na aftrek van de hypotheek, nog een paar hon derd gulden vrij geld laat. En hoe er gebouwd wordt 1 laten we daar maar liever niet over praten* Trasmuren behooren tot de pia vota. Met een fllnken draadnagel een eenvoudig grijs japonnetje, somsVrijstaat en Transvaal in 1S52 en vergezeld van eene hofdame, maar 1854, de nieuwe annexatie in 1871 en i y.vrijheidsoorlog ia'80 en '81. Sinds dien tijd zijn de toestanden veel veranderdds twee vloeken voor Zuid-Afrika van vioeger: Downing street of het Engelsche ministerie van koloniën en Exeter Ball of de zstel der negervrienden, zijn op den achter grond geraakt, terwijl op den voor grond is getreden Cecil Rhodes met zijn Chartered Company. Spr. zette in het kort den werkkring dezer Maatschappij uiteen, om daar aan vast te knoopen een beschouw ng omtrent de laatste bekende gebeurte nissen, dis spr. beschouwde een neder laag niet voor Jameson, doch voor genoemde Chartered Company. De bespreking van het tweede punt was hoofdzakelijk eene opsomming vau heigeen de Ned. Zuidafrikaansche Vereeniging tot nu toe heeft gedaan om de op zich genomen taak te ver vullen. Als uitgangspunt nam men daarbij de wenschen door hetTrans- vaaleohe driemanschap in 18S4 geuit nl.help onze taal en nationaliteit verdedigen, iaat onze jongens bij u te lande studeren, zendt ons spoedig onderwijzers. In beperkte mate is tot nu toe aan dien wensch voldaan. Door de laatste gebeurtenissen is de vraag weer op den voorgrond getre den wat te doen om uitirig te geven aan het gevoel van sympathie voor de Boeren, en gedachtig aan de vroeger gehoorde wenschen, heeft men niets betera geweten dan de stichting van een Taalfonds. Bij de organisatie van het onder wijs door de Ecgelschen wordt met de volkstaal geen rekening gehouden. Allen die hun kinderen een eenigszins goede opvoeding willen geven, moeten hen op Engelsche scholen zenden, van waar zij komen met een gevoel van verachting voor eigen taal. Tegen dien Eugelschen invloed moet gestre den worden. Uit dit Taalfonds kunnen misschien ook bestreden worden de kosten voor het uitzenden van pre dikanten, wat volgens de juristen de statuten der Ned. Zuidafrik. Vereeni ging niet toestaan. Veel verwacht spr. ook van het bewerken der publieke opinie hier en in het buitenland. Steuning van het Taalfonds is ook in het belang van Nederland, betoogde spr. ten slotte. De onafnankelijkheid der Zuidafrik, republieken toch maakt dat energieke personen die hier te lande geen betrekking kunnen vinden, derwaarts kanen trekken, waar zij zeker zijn goed ontvangen te worden. Met een verzoek om steun van het Taalfonds besloot spr. zijn luid toe gejuichte rede. maatschappij zal jbr. L. J. Quarles van Ufford de volgende eigenaardige vraag inleiden „Waarom is het in Engeland mode een bloem in het knoopsgat te dragen en waarom hier te lande niet De kwartguldenvereeniging nagevolgd. „Een goed voorbeeld, doet goed volgen", zegt het spreekwoord. Dat is wederom gebleken inzake de kwart guldenvereeniging. Mej. B. L. W. v. d. Hucht te 's Gravenhage opperde, zoo als men weet, een paar jaar geleden het denkbeeld, kwartguldens voor de heideontginning te verzamelen en het geld vloeide ruimschoots toe. Dezer dagen deed in navolging hier van een dame aan een der dagbladen een voorstel, dat elk der abonné's op dat blad een kwartje zou geven voor de Landkolonie van het Leger des Heils, om zoodoende de daarvoor nog ontbrekende som (f7000) bijeen te verzamelen. „Dit blad echter schijnt niet genegen op dat voorstel in te gaan", zegt de Oorlogskreet van 1 Febr.„maar zond ons den brief der dame met haar kwartje" ea bericht verder dat kolonel Olifant een kwartjeslijst van bijdragen voor de Landkolonie in zijne kolom men zal openen, aan al zijne lezers verzoekende, een kwartje voor dit doel te zenden en ook anderen daartoe op te wekken. Onder talrijke bewijzen van belang stelling had Zaterdagmiddag te Utrecht do teraardebestelling plaats van höt stoffelijk overschot van den oud-hoogleeraar W. G. Brill. De lijkbaar was bedekt met een zevental kransen, waaronder van de Senaten, de letterkundige faculteit, het Historisch Genootschap, Nuttige kennis, enz. Op de algemeene begraafplaats waren aanwezig eenige curatoren der Utrechtscne universiteit, tal van pro fessoren, en verder een groot aantal studenten. Aan de groeve werd door verschillende personen het woord genomen. Haarlemmers die in den komenden geschreven. In een te Rotterdam te houden winlerbijeenkomst van de Tuinbouw- Pers Overzicht. Voorwaardelijke veroordeeling. Dit onderwerp behandelt het Cen trum onder den titel „eene belangrijke hervorming" in een drietal artikelen. Het blad doet uitkomen, dat het woord: „Hij heeft gezeten" in den volksmond nog altijd een bizonder smadedjken klank heeft en dat de gevangenisstraf in de oogen des volka een schande blijft, wat het een ver blijdend verschijnsel vindt, daar dit schaamtegevoel de synoniem met het besef van eigenwaarde is, dat tot bij -den minst ontwikkelde wordt gevon den. Men moet daarom dit schaamte gevoel gestadig bevorderen en sterken, daar men dan handelt in het belang van staat en maatechappij. Een indi vidu, dat zijn schaamte verloren heeft, ia een verloren sujet, van wien men alles kan verwachten, voor wien het laagste en gemeenste geen bezwaar meer zal opleveren. Verder schetst het Centrum hoe de mensch natuurlijk niet in eens tot dit bedroevend uiterste komt, maar hoe verschillende omstandigheden en gebeurtenissen doorgaans eerst het eergevoel bij hem hebben verzwakt, hoe hij in den beginne langzaam, daarna sneller is afgegleden op de helling van het kwaad en hoe ein delijk niets meer hem stuiten kau in zijn vaart. Menigeen had wellicht; kunnen worden gered wanneer een helpende hand hem was toegestoken, toen hij de eerste schrede zette op het pad des verderft, of een ernstige waarschuwing bgtijds zijn oor had bereikt. „Hoe menigeen", zegt het blad, „die thans als een mauvait sujet staat geboekt, zou zijn naam als fatsoenlijk man bewaard hebben, wanneer bij zijn eerste overtreding een ernstige ver maning de plaats hadde ingenomen vau de gevangenisstraf, welke hem rukte uit zijn carrière, hem neerwierp in het slijk der Echande „Uit deze overweging vooral is het denkbeeld der voorwaardelijke veroordeeling geboren en dit denk beeld is in verschillende Staten van Europa reeds tot werkelijkheid ge-i worden. Waarin bestaat nn de voor waardelijke veroordeeling welke men ook de voorwaardelijke invrijheids- stelling zou kunnen noemen? Zij komt hierop neef, dat éénpj .0T(lt soon, die voor de eerste maal wegen wit een vergrijp of overtreding tot geva; ,Z* genisstraf worit veroordeeld, die str j/w* niet behceit tï ondergaan, wanna «it hij binnen een bepaald tijdsbesle jond zich aan ge9n nieuwe overtredit jjt schuldig maakt. Deze belangrijke he; orde vorming van het strafstelsel is vs {e:"t nog zeer jeugdigen datum. Eers Itijd sinds 18S7 kwam zij tot stand j én c Kogeland, België, Frankrijk, Luxen cbikt burg, Zweden en Noorwegen, en ds gt ki het voorbeeld goed werkt, kan me itwe hieruit opmaken, dat ook reeds ve; erinr schillende Duitse'ie staten neiging toonen den gewichtigen maatregel i> e dii te voeren." taar Hoewel de respectieve wetgeving*; jDg c in onderdeelen verschillen, komeni Qe 1 echter hieriu overeen dit zet h: eurei blad vervolgens uiteen dat de vet eder oordeelde slechts dan voorwaardelijl f8rw in vrijhsid kan worden gesteld, wac fake neer hij voor de eerste maal terecb he< staat en nog geen vonnis te zijnet m vt laste heeft. Maikt hij zich in des 3 kot proeftijd aan een nieuwe cvertredicf Hl schuldig, dan moet hij niet alleei oke daarvoor boeten, maar tevens de stra ondergaan, waartoe hij reeds voor- waardelijk werd veroordeeld en welkt hem anders zou zijn kwijtgescholdeit, Hierna merkt het Centrum op, da! men ook bezwaren tegen het denk beeld der voorwaardelijke veroordee ling heeft opgeworpen. Het voornaam. Zon ste er van wordt afgeleid uit de ver-1 At geldingst'neorie.Op de keper beschouwd spet blijft vau dit bezwaar echter weinig De over, meent het blad, daar ook de ip&r voorwaardelijke veroordeeling als een De straf kan worden beschouwd. Hel vonnis treft den schuldige en blijft hem als een Damocles-zwaard boven het hoofd hangeo. Slechts wanneer hij toont zijn leven te willen beteren, valt dit zwaard niet op hem neder en daarom werkt de voorwaardelijke veroordeeling verbeterenden veredelend. De ervaring heeft de verwachtingen op dit punt niet beschaamd. Betrek kelijk gering is het aantal van hen, die, aan een proeftijd onderworpen, de opgeschorste straf moesten onder gaan ten gevolge van een nieuw delict. Met nadruk betoogt het blad dat voorwaardelijke veroordeeling niet slechts gewenscht, maar zelis nood zakelijk is, daar er geen ander mid del denkbaar is, om het strafstelsel in dien zin te wijzigen, dat het eene Si De [age idaf Ten d i Obr goede en praetisch moraliseerende lap strekking verkrijgt. tas Ook is het Centrum van meening l,G( dat voor de oplossing der zwaarwich-ftea tige vraaghoe houden wij de jeugd af van het kwaad en brengen wij haar terug op den weg van orde en tucht? de toepassing der voorwaarde lijke veroordeeling als een der uit- stekendste middelen in aanmerking komt en dat hoewel order alle om standigheden rechterlijke dwalingen mogelijk zijn zullen, de voorwaarde lijke veroordeeling, in twijfelachtige gevallen toegepast, haar getal tot een minimum zou beperken. Aan het slot van zijn artikel zegt het Centrum, dat deze of gene toe komstige rechtsgeleerde, die wellicht de voorwaardelijke veroordeeling tot stof van zijne dissertatie zou willen kiezen, daarmede een goed werk zou verrichten, maar dat 't nog veel beter ware, wanneer een onzer algevaar- digden gebruik maakte van zijn recht van initiatief, en een voorstel indiende ten einde de zegeningen van belangrijke hervorming ook aan óns land ten go9de te doen komen! ■=z Lo Ide Kiezers met of zonder koeien. „Het Kamerlid Lïeftinck heeft in het Noorden, en wel te Beetgum, zegt de Amst. Crt., zijn licht doen schij nen. Hij heeft onder meer de gerust stellende verklaring afgelegd dat het Program der Liberale Unie- niet on middellijk in zijn geheel zou worden uitgevoerd, en verder de verrassende mededeeling gedaan datjj denkende hoofden, die het wetsontwerp Tak indertijd sterk bestreden hadden, hem nu hadden verzekerd dat de verwer ping (spreker bedoelde misschien de intrekking) van het wetsontwerp een fout was geweest. Omtrent het thans aanhangig wetsontwerp op het kies recht was de heer Lïeftinck niet best te spreken, al is de mogelijkheid niet uitgesloten dat het ten elotte zijn stem nog krijgt. Spreker keurt het zeer af dat iemand die een zekere som op de Rijkspostspaarbank heeft wel kiezer begin van het verhaal al' om zijne lippen had gespeeld, te blijven toonen. „Di8 moord en verdwijning waren zonder twijfel eene wraakneming," seide de barones. „Men had zelfs de voorzorg niet genomen er den schijn aan ie geven alsof het hier een diefstal gold, want in de zakken van An- dré werd zijn geld en zijn horloge nog gevonden. „Geen oogenblik twijfelde de gravin er aan, dat de Plessac er de bewerker van was. Zij diende eene aan klacht tegen hem in en toonde aan den rechter den dreigbrief, haar door den baron geschreven. „De Ple-sac werd ontboden en ondervraagd, maar hij wierp beslist de tegen hem uitgebrachte beschuldiging van zich. Met behulp van talrijke getuigen bewees hij, dat hij den nacht van den 23sten op den 24sten Juni kalm thuis had doorgebracht. Bij gebrek aan voldoende getuigen moeri men van de vervolging afzien. Ruim een. jaar nog was Hélène onvermoeid in het doen van nasporingen, zonder dat eenig spoor haar in staat stelde te ontdekken wat er van haar zoon gewor den was. Emmanuel was echter niet vermoord, tenminste niet onmiddellijk gedood, want zijn lijk werd niet gevonden bij dat van André. Dus óf hij was door den baron weg gevoerd, óf een medelijdende voorbijganger had hem tot zich genomen. „In haar wanhoop besloot de gravin eindelijk orn naar Parijs terug te keeren. Een laatste hoop bleef haar nog over. Misschien zou de Plessac, door berouw be wogen, haar eens het kind teruggeven, dat hij haar ontstolen had. „Deze laatste hoop werd haar ook ontnomen. Twee jaar later ontving zij van den baron een brief, getui gende van oprecht berouw, welke hij schreef toen hij op het uiterste lag, en waarin hij erkende den dubbelen moordenaar te zijn van André en Emmanuel, beiden doer de moordenaars op den weg van Montpellier ach tergelaten hij zwoer echter op alles wat hem heilig was, dat hij niet wiet wat er met het kind gebeurd was, welks lijk niet was teruggevonden." „Dus," besloot mevrouw de Coissy, „Emmanuel leeft. Hij leeft hij bevindt zich ergens misschien dicht in onze nabijheid Dunkt n dat ook niet, mijnheer Michaud Op deze wgze ronduit ondervraagd, bewoog Michaud zieh onrustig op zijn stoel. „Ja, mevrouwstamelde hij, ten prooi aan eene onrust, die hij niet kon verbergen. „Het is zeer goed mogelijk „En wat nog zonderlinger is," vervolgde de barones, „de gravin en ik kennen een jongen man, wiens tref fende gelijkenis met wijlen den graaf de Montbazin ons verbaasd heeft, die precies den leeftijd heeft van Em manuel, in dezelfde landstreek geboren ie, niet precies weet waar hij geboren ie, nooit zijne geboorte-acte heeft gezien en wiens vader, of liever pseudo-vader, die voor heen te Lodève woonde, zich te Parijs is komen verber gen in September van het jaar 1700, twee en eene halve maand na de gebeurteniseen, die ik u zooeven heb ver teld, dus in een tijdsverloop, juist noodig om zijn ver trek voor te bereiden en de reis af te leggen." Michaud werd doodsbleek en vestigde een ontstelden blik op mevrouw de Coissy. „Welnu 1" vervolgde de barones, „wg sullen dien man eerst smeek8n ons te zeggen of wij ons niet bedrogen hebben en mocht het zijn, dat hij ons een antwoord weigert, dan hebben wij besloten van hem te zullen eischen, dat hij ons zekere bewijzen van zijn vaderschap verschaft. Vindt u, dat wij daarin ongelijk tebben, mijn heer Michaud?" „Volstrekt niet mevrouw," mompelde hij, bijna on verstaanbaar. Hij wendde eene bijna bovenmensohelijke poging aan om zich zelf te beheerechen. „Is dat alles wat u mij hebt te zeggen?" vroeg hij. „Voor het oogenblik ja mijnheer." „Sta mij dan toe, dat ik mij verwijdert. De dubbele reis, die ik hedenmorgen heb gemaakt tusschen Parijs en Versailles mijn hooge leeftijd mijne zorg en anget omdat Jean gevangen genomenis dat alles heeft mij wat vermoeid." „Ja, dat is te begrijpen," zeide mevrouw de Coi-sy met een beteskenisvollen nadruk, „ik zal u ook niet langer ophouden mijnheer. Geef u den tijd om wat tot kalmte te komen. Morgen of later zullen wij nog eens over dat alle3 spreken." Michaud stond op, en was zoo zwak, dat de barones het noodig achtte hem door een lakei naar zijn draag stoel te vergezellen. Hij steeg in en zakte geheel op de kussens neer. Er bleef geen twijfel meer over. De jonge man, dien de gravin had meenen te herkennen was Jean. De man, dien zij beschuldigde zijn ware vader niet te zijn, was hij Eu hij behoefde minder twijfel te koesteren dan ieder ander omdat hij beter wist dan wie ook, wat er van te moeten denken. Jacques Michaud was in 1685 gehuwd met Margué- rite Delpeyre, wier familie te Montpellier woonde. Van tijd tot tijd brachten de kleermaker en zijne vrouw een paar dagen door bij hunne ouders, waarbij zij den weg aflegden in een wagentje, hun door een weiwillen den buurman geleend. Michaud had een zeer gelukkig huwelijksleven. Al maakte hij niet op vlugge wijze fortuin, zijne zaken veroorloofden hem te leven en zelfs nog wat geld ter zijde te leggen. Hij had geen enkele zorg en zou volmaakt gelukkig zijn geweest ala hij kinderen had gehad. Zijn vurigste wensch, zijn gelukkigst droombeeld was een kind te bezitten. Ongelukkig was die wensch ge durende zijn vijftienjarig huwelijksleven niet vervuld. Op zekeren dag, toen hij van Montpellier naar Lodève terugkeerde, deed. zich eene onverwachte gebeurtenis voor om den zoo lang gekoesterden wensch in vervulling te brengen. Het was St. Jansdag. Om van de frissche morgenlucht te genieten was Jacques tegeu vijf uur vertrokken en had juist de stad verlaten, toen hij op den kant van den weg naast eene sloot een man en een kind levenloos zag liggen. Hij gaf de teugels aan Marguérite over, stapte af en trad nieuwsgierig naderbij. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2