Tweeds Editie,
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
)e IJzeren Zeer00ver.
13a Jaargang
Zaterdag 15 Februari 1S£6
No. 3872
HAARLEM'S DAGBLAD
TSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per postO.371/2
.A TDV7-rnT=?,'-p-F!-Nr'-pT-Fi-Nr-
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai1 plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 31bis Faubourg Mont mar ire.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de TolHaarlemmermeer, |C. DOÏÏKES; Spaarndam, C. HARTENDORP;
Zandvoort, J. ZWEMMER; VelsenL. VENUS; IJmuiden, J. J. TJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE;', Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
He'. Bijvoegsel van het blad dat
mdagavond verschijnt, zal bevatten
Ui Guy. Hanrlemmer Halletjes
[LXNil. Binnenen Buiten-
ndsche berichten. Varia. Adver-
slt'ëtt enz.
NABETRACHTING
uit den
GEMEENTERAAD.
XXXLVIII.
zorg voor de veiligheid in de
imeente is aan het Gemeentebestuur
(gedragen. Aan dat bestuur behoort
taak" om door doelmatige yoor-
thrihen de kan9 voor de burgers,
worden verpletterd onder in-
sllende huizen, den bals te breken
j gladde straten, vermorzeld te
orden ond6r rijtuigen en vracht-
ragen s zoo gering mogelijk te doen
Werden daarvoor geecerlei maat-
egelen genomen, dan zou ieder on-
oorzichtig mensch rustig zijn gang
aan en de veiligheid op straat alras
gronde gaan. Dat is zoo klaar als
klontje. Maar hoever moeten die
Dorzorgsmaatregelen gaan? Er zijn
lenschen, die al wat tram heet, wel
üvondig zouden willen afschaffen
de fietsrijders er bij en die reet
oog op (ienlast, dien ook groente-
melkwagens veroorzaken, misschien
gaarne iu de baarlemsc'ne politie-
«ordening een artikel zouden willen
opgenomen, dat aldus luidde:
,Het verkeer van ry-en voertuigen,
)e ook genaamd, is in de kom'der
emeente Haarlem verboden. Van
eze bepaling zijn kinderwagens uit-
lezonderd, mits voorzien van een
cbroefrem, door middel waarvan zij
lamiddellij k tot stilstand kunnen
forden gebracht."
Dat zou een genot wezen voor
ecschen, die bang zijn voor alles,
1 op straat niet behoorlijk uit
oogen zien. Edoch, men
alles overdrijvenook de
tg voor de veiligheid. Zoo heeft de
ad geweigerd in te gaan op het
noek van de stoomtram Haarlem
ïverwijk om te mogen volstaan met
gewone schroefrerih. „Neen," zei
Rand, „je zult de vacnumrem ge-
raiken". En dat terwijl de tram niet
idler mag rijdeD, dan de man loopt
er op Haarlem's grondgebied met
bel en een vlag aan voorat moet
1
Ik zou wat anders durven beweren
1 wel, dat die overdreven voorzorgen
i publiek al te gerust maken en
deiding geven tot roekeloosheid
ierzijde. Wisten de rnenschen, dat
(dtijd tot op zekere hoogte) voor
ene eigen veiligheid hebben te zor-
ii din zouden z9 wel uitkijken. Zie
hoe op den Dam te Amsterdam
rnenschen langs en tusschen de
18, rijtuigen en karren doorschie-
en hoe weinis: ongelukken er
wuren. Waarom? Omdat iedereen
jfy dat hij op zichzelf moet passen.
In Amerika loopen wel treinen dwars
door de straten van de steden heen.
zonder afsluiting hoegenaamd en
onze eigen stad dan met har9 over
wegen De treinen die dagelijks voor
onze neuzen en achter onze hielen
heenschieten, hebben niet eens een
vaeuumrem En toch gebeuren er
nooit ongelukken, omdat de voetgan
gers weten dat ze op zichzelven moeten
passen.
Men kan het niet ieder naar den
zin maken en niet alles voorzien.
Ziedaar een gulden spreuk, waarvan
het tweede gedeelte in de jongsle
Raadszitting opnieuw werd bevestigd.
De heer 't Hoott vond de instructie
voor den tolgaarder aan de Leidsche
vaart niet duidelijk genoeg ten aanzien
van de vraag, wie de tolgelden zou
innen bij zijn ontstentenis.
„Denkt u eens" zei dit Raadslid,
„dat de man gaat bijvoorbeeld naar
ide haarlemsche kermis en dat bij zijn
vrouw thuis laat. Zij wordt daar boos
om, want ze had ook graag mee ge
wild, en denkt bij zichzelf: wacht
maar, ik zal je wel krijgen." Wat
duet ze Ze int geen tolgeldende
schippers varen dus gratis door en
de man krijgt als het geval uitkomt,
een duchtige vermaning van B en W.
tot groot plezier yan deze eigen-
aardig denkende vrouw.
Dat sloeg nu natuurlijk niet op
den tegenwoordigen tolgaarder, maar
op zijne toekomstige opvolgers. De
Raad was in verlegenheid. Immers
men kon wel bepalen, dat bij ontsten
tenis van den tolgaarder zijn vrouw
de tolgelden zou moeten innen, maar....
wanneer nu de man eens geen vrouw
had Het ging toch niet aan, de
vrijgezellen eens en voor altijd, van
de betrekking uit te sluiten. Het zou
geleken hebben op een motie van
wantrouwen tegen het celibaat en dat
terwijl de oudste wethouder celibatair
isDaaraan kon niet worden ge
dacht
Welke moeilijkheden konden er
al niet rijzen. De Raad duizelde er
van. Gesteld, de tolgaarder in de
toekomst verloor zijn vrouw en werd
weduwnaar. Moest hij dan worden
ontslagen ofwel zich bij de aanvaarding
van zijn betrekking verbinden, om
in gev&L van overlijden van zijn vrouw,
na zes weken weer te hertrouwen
Beide voorschriften schenen al te
wreed. En als hij nu eens uit was
(naar de haarlemsche kermis b. v.)
en zijn vrouw ongesteld, wie zou dan
de tolgelden moeten innen Een van
zijn meerderjarige huisgenooten, werd
er geopperd. Maar als kij die nu
een3 niet had
Gelukkig kwam men op een idee.
De moeilijkheid was, hoe men de
zaak ook bekeek, onoverkomelijk.
Welnu, men zou het gevalover
laten aan B. en W. en de tolgaarder
zal nu, bij ontstentenis, heoben te
zorgen voor een plaatsvervanger, ten
genoege van B. en W.
Ik heb van dit debat melding ge
maakt, omdat er wel eens gezegd
wordt, dat de debatten in don gemeen
teraad zoo onbeduidend kunnen zijn.
Wie na de lezing van het openen
van deze tolgaardersdiscussie nog niet
tot betere gedachten gekomen is, die
is een Nurks andera niets en hij moet
maar in zijn eentje naar den Haar
lemmerhout tot zijn straf, want
het is met die kleine regenbuitjes in
den Hout niet heel plezierig.
Politiek 0v6rdcht.
De bronnen voor mededeelingen
en besprekingen over de transvaalsche
quaestie zijn verrö van uitgedroogd,
integendeel zij worden talrijker nu deze
quaestie zoowel in het Dinsdag ge
opende engelsche Parlement als in
den duitschen Rijksdag een punt
van bespreking gaan vormen. Van
deze te verwachten besprekingen zijn
de Wit- en Blauwboeken nog maar
voorboden geweest.
Bij de behandeling in den duit
schen Rijksdag der begrooting van
bnitenlandscbe zaken gat Donderdag
de staatssecretaris, baron Von Mar-
schall, in een schitterende redevoe
ring een uiteenzetting van de duitsche
staatkunde betreffende Transvaal en
haar verhouding tot Engeland, in den
geest van het Woensdag ingediende
„Witboek."
Het „Witboek" bevat alles wat aan
diplomatieke documenten voorhanden
is. Duitschland heeft nooit een pro
tectoraat bedoeldde betrekkingen
tot Engeland zijn even vriendschap
pelijk als vroeger. Baron Von Mar-
echall zal niet beproeven tegen de
stemming van het Engelsche volk op
te komen met argumenten. De bevol
king van Duitschland beweert gerech
tigd te zijn deselfde gevoeligheid te
tconen, als in EGgeland wordt getoond.
De bevolking van Duitschland laat
zich niet den vorm voorschrijven
waarin zij baar sympathie en haar
vreugde zal uiten over een overwin
ning van het reoht.
Na deze redevoering, die met storm
achtige betuigingen van bijval werd
ontvangen, verklaarden achtereenvol
gens de heeren Hammacher, Von Man-
teuffel, Von Kardorö, Lieber en Rich
ter, als leiders der nationaal-liberalen,
der conservatieven, van de Rijkspar
tij, van het Centrum en van de vrij
zinnige volkspartij, dat zij dit pro
gram en deze tactvolle, krachtige
staatkunde zullen steunen.
Namens bet Centrum werd door
Lieber vertrouwen uitgesproken in
het beleid van von Marschall in de
transvaalsche quaestie. Een vloot-
uitbreïdiDg kwam hem echter niet
wenschelijk voor. Nog andere sprekers
betuigden hunne ingenomenheid met
de houding van Duitschland en den
keizer in de transvaalsche quaestie.
Beöel, de leider der socialisten, noemde
ook de houding der duitsche regee
ring correct, maar er was te veel
beweging gemaakt van het telegram
des keizers, wat zijdelings eene op
hitsing tegen Frankrijk was. Dit
achtte hij zeer verkeerd, daar Enge
land en Duitschland vereenigd on
overwinnelijk zijn. Aansluiting met
Engeland was verre te verkiezen
boven die met Rusland.
Zijn rede werd hier en daar door
protesten onderbroken.
De begrootingspost, betrekking
hebbende op de bezoldiging van den
secretaris van buitenlandsche zaken,
werd ten Blotte goedgekeurd.
De Staatscourant der Z. Atr. Repu
bliek die Woensdag j.l. verschenen
is, behelst een belangrijke brief, aan
sir Jacobus de Wet gericht doorvau
Boeschoten, den tijdelijken plaatsver
vanger van dr. Leyis.
Na de ontvangst te hebben ver
meld van een telegrafisch overzicht
van de depêche van Chamberlain aan
Sir Hercules Robinson, verklaart de
waarnemende staatssecretaris de voor
barige openbaarmaking van die de
pêche te Londen te betreuren.
In afwachting van de ontvangst
dier depêche in haar geheel, ziet de
Transvaalsche rogeering zich gedwon
gen, niet alleen om te doen opmerken
dat zij geen inmenging dulden kan
van wien ook in de binnenlandsche
aangelegenheden waarvan Chamber
lain spreekt, maar ook om dit ant
woord in de Staatscourant openbaar
te maker. De pogingen vandeieges-
ring om de goede verstandhouding
tusschen de republiek en Engeland
te regelen door gematigde en vreed
zame maatregelen zullen, naar de
regeering meent, moeilijker worden
gemaakt, tot groot gevaar voor den
vrede en de orde. niet alleen in de
republiek maar in geheel Zuid-Afrika,
als men de gemoederen der bevolking
nog meer gaat overprikkelen.
De Standard and Diggers' News
verneemt uit Johannesburg, d.d. 12
Februari, dat de transvaalsche regee
ring zich beklaagt in haar antwoord
op Chamberlain's telegram, dat dit
teltfgr^rn te Londen zoo vroeg open
baar is gemaakt. Voorts verzet zij
zich tegen de bedekte poging om zich
in de binnenlandsche aangelegenheden
van Transvaal te mengenzij gelooft
dat het telegram den toestand reeds
ingewikkelder, de vreedzame oplos
sing, waarnaar zij (de transvaalsche
regeering) streeft, nog moeilijker ge
maakt en den vrede in Zuid-Afrika
opnieuw in gevaar gebracht-heett.
Er loopen te Londen zonderlinge
geruchten over het haastig vertrek
van Rhodes naar Boeloewajo; men
zegt dat hij daartoe besloot om te
traohten Jameson te spreken onder
weg, door het transportschip, dat
Jameson en zijn lieden aan bjerd
heett, ergens aan te klampeD. Ten
einde dit te verijdelen zou Chamber
lain den hoofdinspecteur van politie
hebben afgevaardigd om Jameson in
hechtenis te nemen en streng te be
waken zoo zou dan elke gemeen
schap tusschen Rhodes en Jameson
worden verhinderd. Tevens zou de
commandant van het transportschip
Victoria in last hebben gekregen om
niemand, behalve engelsche rijksbe
ambten, daarop toe te latenen om
desnoods re-hlstreeks van Port Said
naar Malta te stevenen zonder Malta
aan te doen.
De „Times" verneemt uit Kaap
stad, dat er groote verdeeldheid
heerscht onder de Kaaplanders aan
gaande Rhodes' plannen betreffende
de ontwikkeling van Rhodesia. Terwijl
de Engelschen die toejuichen en groote
dingen verwachten, opperen de Hol
landers twijfel over de opportuniteit
daarvan, terwijl zij aandringen op in
trekking van het charter der Company.
Een telegram van de „Standard
and Diggers News" meldt, dat Karei
Uekermann, procureur-generaal van
Transvaal, een dergenen is die presi
dent Kruger bij zijn bezoek aan En
geland zullen vergezellen.
Iu het engelsche Lagerhuis werd
Donderdag weer beraadslaagd over
bet adres van antwoord op de troon
rede. De afgevaardigde Labouchere
stelde een amendement voor door'
Arnold Forster ondersteund, waarin
verklaard wordt, dat er geen onderzoek
zal worden ingesteld naar de jongste
gebeurtenissen in Zuid-Afrika, wan
neer dit onderzoek ook niet zal worden
uitgestrekt tot de financieele en poli
tieke handelingen van de Chartered
Company.
Het amendenaent-Dillon betreffende
Home Rule werd met 276 tegen 160
stemmen verworpen.
De volle tribunes in de vergaderraal
der fransche Kamer toonden Donder
dag aan, dat de zitting van dien dag
door iets bizonders werd gekenmerkt.
Dit bizondere was, zooals gemeld s,
dat dien dag door de Regeering de1
motie van vertrouwen zou worden
gesteld naar aanleiding van de dis
cussies over de Zuider--poor wegen,
vooral wat betreft de in der. Senaat
gevallen beslissing.
De radicale afgevaardigde Parna
begon met den Senaat heftig aan te
vallen, wat toejuichingen aan de lin
kerzijde ontloktê.
Ricard, de minister van ju-titie,
toonde de onwaarheid aan van de in
den Senaat uit esproken beweringen
betreffende de vervaneing van den
rechter Rumples door Le Poittevin in
zake de Zaiderspoorwegen (zie num
mer van 13 dezer.)
Verschillende moties van orde van
radicale afgevaardigden werden voor
gelezen.
Bourgeois protesteerde togen de be
schuldigingen, in den Senaat geuit
hij betreurde het, dat leden van de
rechterlijke macht vertrouwen hebben
gevonden onder de leden van het par-
ment. De regeling is niet bij machte
het recht te doen bukken voor de
politiek. Als gij gelooft, zeide de
minister tot de Kamer dat de ro
geering getrouw haren plicht vervul -,
om iedere materieele aan sprakelij kheia
bloot te leggen, dan zult gij uw ver
trouwen in ons bestendigen. Da rech
terlijke macht zal in onafhankelijkheid
haar werk voortzetten en de regeeriag
zal spoed maken m-1 het ten uitvoer
brengen van een hervormingsplan.
Spreker hukte de politici die dit ka
binet willen doen struikelen overeen
oranje-schilletje. Deze regeering heelt
in de Kamer de eensgezindheid her
steld onder de vooruitstrevende repu
blikeinen" Het is omdat wij ons pro
gramma willen toepassen, dat men
tracht ons omver te werpen.
Wij willen niet dubbelzinnig zijn
wij willen gesteund worden door de
democratie in haar geheel". Bourgeois
eindigde met te verslaren dat de re-
geering de motie, strekkende om over
te gaan tot de orde van den dag
'zonder meer, zal beschouwen als een
'votum van wantrouwen.
De motie werd daarop verworpen
met 341 tegen 222 Btemmen. De mi
nisters werden levendig gelukge-
wenscht; er werd luide en lang ge-
juichtaan de linkerzijde roept men
leve de republiek Ileve Bourgeois
oorlog aan den Senaat
De motie van orde, voorgesteld door
Sarrien en luidende De Kamer, ver
trouwen stellend in het vast - voorne
men der regeering, om het volle licht
te doen opgaan over de zaak van de
Zuider Spoorwegmaatschappij, alle
aansprakelijke personen op te sporen,
en de beloofde hervormingen tot stand
te brengen, wordt aangenomen met
326 tegen 243 stemmen. Onder het
geroepbravoleve het ministerie!
werd de vergadering gesloten.
Onmiddellijk na afloop der verga
dering liep het gerucht, dat Ricard
zijn ontslag had aangeboden, maar dit
is tegengesproken.
Naar de Times uit Konstantinopel
verneemt, moet de sultan besloten
hebben van Stojilofs wenk t9 volgen
en een gezeten Boelgaar in het Ma-
cedoniech hervoriningscomité te be
noemen. De gezanten der vreemde
mogendheden hebben besloten om
verdere onderhandelingen met de
Porte over Armenië door middel van
den Rnssischen gezant te voeren, daar
Rusland uitsluitend prestige bij deu
sultan schijnt te hebben.
Uit Jokobama wordt gemeld, dat
in Seool Dinsdag een opstand is
uitgebroken. De eerste minister en 7
beambten zijn vermoord. De Koning
en de kroonprins hebben de wijk ge
nomen in het gebouw van het Rus
sische gezantschap, waar zich ook de
vader van den Koning bevindt. Naar
men verneemt heeft de Koning den
eerstee rcinisier ter doo 1 veroordeeld.
Eene Russische krijgsmacht van 200
man is aan land uegaan en bewaakt
het Russische gezantschapsgeoouw.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem13 Februari.
Teyier.
Woensdag hield prof. Dr. C. Winkler
uit Utrecht een voordracht in Teylers
gehoorzaal, de laatste in dit seizoon.
Tot onderwerp had hij gekozen de
crimineels anthropologie en als uit
gangspunt daarbij de bewering van
dea geleerde Mauouvrier, geuit naar
aanleiding van het congres te Parijs,
dat namelijk de misdadiger gevormd
wordt door de omstandigheden.
Deze conclusie staat lijnrecht tegen
over de slotsom, waartoe prof. Lom-
broso gekomen is, van welken ge
leerde spreker een bewonderaar ver
klaarde te zijo. Misschien evenwel
is ook deze zijnerzijds te ver gegaaD,
waar hij betoogde dat het de misda
diger door aanleg en erfelijke belasting
is, die de omstandigheden maakt en
niet omgekeerd. De waarheid, zeide
prof. Winkler, zal ia deze wei in het
midden liggen.
Tot toelichting van zijn betoog gaf
spr. een vluchtig overzicht van een
familie, waar in de rechte lijn en in
de zijtakken tal van gevallen voor
komen van suicide (zelfmoord), alco
holisme, idiotisme en krankzinnigheid
en groepeerde deze personen om het
cuimineereadö punt in dezen droevigen
stamboom een misdadiger. Hij ging
na, wat drie categoriëen van deskun
dige medici te zengen hadden over
Naar het engelsch
van
IVIAX PEM1BERTON.
HOOFDSTUK IV.
jEen zonderling schouwspel aan boord.
5
Op deze wijze ging de morgen voorbij, een langdurige
!'gen, gedurende welke de zee spiegelglad was en de
zich vertoonde in den nevel als een groote, roode,
T?e schijf. Uren lang wandelden wij van de voor
at naar de roerpen, van de roerpen naar de voor
at, en wisselden deze beweging af met zoo nauw-
^ig mogelijk alle vaartuigen, die aan den horizont
hemden, gade te slaan. Eenige uren later lagen wij
paar mijlen verder westwaarts en was het eiland
^stuurboord nog zichtbaar, maar minder duidelijk,
loen wij gingen lunchen was de hitte beneden ver-
'ikkelijk en was de zon op dek ondragelijk en nog
er van een bries niets merkbaar. Weer eenige uren
't doemden eenige donkere wolkjes op in het zuiden,
1 de zon weldra aan onze oogen onttrokken. Een half
uur later deed zich een schel gefluit in de touwen hoo-
ren en viel de regen kletterend neer op dek, terwijl de
leizeilspieren bogen, zoodat wij ze gedeeltelijk van de
drukking der zeilen bevrijdden. Toen kwamen er ruk
winden en het Kanaal vertoonde zijne lange rjjen schui
mende golven, terwijl in het zuiden de hemel zoo zwart
werd als inkt.
Aan boord heerschte slechts vreugdemet blijdschap
sloegen wij het gade hoe de „Celsis" voortstoof en vrij
danste op de golven als een losgelaten hond, het Bchuim
in wolken deed opstuiven, die het sterk hellende dek
bevochtigden.
Een uur lang, gedurende welken tijd wij elfknoopen
maakten, blies de wind sterk en verminderde daarna
een weinig zoodat wij de fok vierden en spoedig daarop
ook het groote zeil. Wij waren allen verrukt over onze
snelle vaart, en gaven aan onze vreugde lucht, en zelfs
de schipper uitte zijne gevoelens, terwijl wij over de zee
staarden naar de breede wolkenmassa, verlicht door de
gouden stralen der ondergaande zon, die tevens een
prachtige regenboog had te voorschijn geroepeD, die in
fraaie kleuren zich ever den oostelijken hemel
welfden.
Tegen den nacht nam de bries niet af maar begon
nog krachtiger te blazen, en toen wij gingen dineeren
doorkliefde de „Celsis" schuimend de golven onderden
bevigen druk op hare zeilen en alleen een ervaren zee
man kon op het dek blijven. Maar niemand dacht hier
aan, want nauwelijks waren wy boven of wy hoorden
Dan roepen
„Een jacht aan bakboord."
„De naam?" klonk het uit twintig kelen.
„La France," zeide Dan, en nauwelijks waren deze
woorden hem over de lippen gekomen, of de kapitein
beval met luider stemme:
„Houdt u gereed om bij te draaien
Eenige minuten duurde het alvorens het woord „bij
draaien" werd uitgesproken. De schoener behield den
zelfden koers en naderde snel het jacht, dat wij zochten.
Van het eerste oogenblik af had er geen twijfel be
staan omtrent zijn naam, die in groote gouden letters
op den boeg stond. Dan had bet gelezen toen hij bet
jacht had opgemerkt, en op onze beurt doortintelde
ons een vreugdegevoel, toen wij de overtuiging
kregen, dat hij goed had gezien en het vaartuig
gadesloegen, dat niet den steven wendde in de
richting van Plymouth maar van de naastbij zijnde
kust. Maar dit was niet het eenige zonderlinge in zijn
koers, want toen bet de kust een paar honderd meters
dichter was genaderd, wendde het plotseling den ste
ven, wat met een heftigen ruk gepaard ging, en daar
niemand het toezicht op den pïekeval of den gaffelval
scheen te hebben, vertoonde het groote zeil weldra een
grooten scheur bij de loef, terwijl de fok van de tou
wen was loBgemkt, zoodat het jacht een droevigen aan
blik opleverde toen het omkeerde en weer in de rich
ting van Frankrijk koers zette.
Zulk een staaltje van zeevaartkunst bracht onze be
manning in verbazing.
„Steek bij den wind op, botterikken, steek by den
wind op 1" schreeuwde Dan, in de verkeerde verwach
ting, dat zijne stem op een afstand van een kwart mg*
kon worden gehoord. „Gooit het roer naar beneden en
steek bij den wind op ik wil hangen als het niet
weer hierheen komt, daar gaat het rechtuit. Jullie dom
me botterikken, een beetje loeven. Heeft men ooit zoo
iets gezien
De kapitein zeide niets, maar toen het jacht recht
tegen den wind loefde, kreunde hij als een man, die
pijnlijk gekwetst is. Jack de Huilebalk kesk ook som
ber, en zeide bijna met tranen in zijne oogen:
„Neem mij niet kwalijk mijnheer, maar bebt u een
paar oogen in uw hoofd en kunt u ook iets ongewoons
aan boord zien
„Het ia eene zonderlinge bemanning als je dat be
doelt en met hun allen hebben zy niet genoeg kennis
van zeilen om een waachtobbe te sturen. Is er ook nog
iets anders te onderscheiden?"
„Zeer veel mijnheer, ziet u eens, er is geen levende
ziel op del^ zoo waaraebtig als ik bier sta."
„Waarlijk je hebt gelijk, dat is zonderling. Er is nie
mand te zien."
„Bijdraaien," riep de kapitein en allen snelden naar
hun post, terwijl ik kapitein York op den schouder
klopte en hem wees op het schijnbaar verlaten en
ronddrijvende jacht.
Maar de |kapitein had ook geen grasmaaiersoogen
hij had van mij geen hulp noodfg; wat wij hadden ge
zien was door hem ook reeda opgemerkt, en hij knikte
bevestigend op mijne onuitgesproken vraag.
„Wat denk je, dat dit te beteekenen heeft?" vroeg ik?
toen wij scherp tegen den wind opzeilden, „zouden zy
zich voor ons verbergen, of is het jacht verlaten?"
Het eenige antwoord dat ik op mijn vraag kreeg was
het woord „zonderling", uitgesproken kortaf en met
'nadruk em dat werd overgenomen door Dan, die zeide: