Kantte i en Wetenschappen een bazaar geopend, die tot en met Donderdag zal voortduren. Een rijkesohat van aïler- lei voorwerpen door de da mes werksters van „Tesselschade" vervaardigd, is ten toon gesteld en wordt door een 70-tal Utrechtsche jonge dames te koop aan geboden. j Een aanranding. Een heer nam Maandagnacht om 2 uur op den Dam te Amsterdam een aapje om daarmede naar den Haar lemmerdijk te rijden. De koetsier scheen niet vrij van sterken drank te zijn. Hij is althans niet naar het op gegeven adres gereden, maar naar den Spaarndammerdijk, waar hij voor een huis stil stond. Plotseling werd het portier geopend en de heer door eenige onbekende kerels uit het rijtuig ge sleurd en berootd van eene portefeuille, inhudende f 100 aan bankpapier en vau eene portemonnaie met f 15, alsmede van njn gouden horloge met ketting. De aanranders hebben den bestolene toen vrijgelaten, het rijtuig was in middels weggereden, De heer spoedde zich naar het politiebureau aan de Haarlemmerpoort om daar aangifte van de aanranding te doeD. Gelukkig wist hij daar medetedeelen, dat een der boomen van het rijtuig onbeschilderd was, zoodat het niet moeilijk viel den koetsier op te sporeD, die gevolgd door een groote menigte Dinsdagmorgen naar denzelfden politiepost gebracht werd. De koeteier heeft een gevange nisstraf van vijf jaar achter den rug. Het is te hopen, dat nu men den koetsier heeft, men ook de andere kerels, die in het complot betrokken zijn, zal weten te ontdekken. Hbld. Werkstaking te Amsterdam. Men schrijft uit Amsterdam, dd. 2 Maart aan het U. D.\ In de hedenochtend door de stakende roosje38lijpersen gezellen in „PJancius" gehouden vergadering werd de mede- deeling gedaan, dat éan eigenwerk maker, zoowel aan zgn werklieden in huis als buitenshuis, de verlangde 22^ pet. loonsverhoog-ng heelt toege staan. De leden van het hooldcomité beschouwen dit algemeen als een ver blijdend teeken voor de spoedige op lossing der hangende quaestie. De bierhuishcuder De Wolff, die Vrijdag jJL door het gerechtshof te Amsterdam tot 4 jaren gevangenisstraf werd veroordeeld en in den avond van dienzelfden dag uit de cellulaire ge vangenis aan de Weteringschans wi6t te ontsnappen, is Maandagnacht door een inspecteur van politie in zijn woning in de St. Annastrsat gevat. De leerlingen der H. B. S. te Arn hem hebben Maandagavond hun directeur, dr. H. van de Stadt, ter gelegenheid van zijn benoeming tot ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw een serenade ge bracht. Te kwart voor achten begaf zich de stoet met fakkels, lampions, enz. van de burgerschool naar het huis van dr. Van de Stadt. Een der leer lingen hield namens zijn makkere een toespraak, waarna de heer v. d. S. op hartelijke wijze den leerlingen dank zegde voor hun bewijs van sympathie. Te Vechel komt een heer een calé binnen en verzoekt beleefd een hond van den nog eenigen beschikbaren stoel te verwjjdereD. „Pardon," ant woordt de eigenaar van het dier, „mijn hond heeft evenveel recht van een zitplaats gebruik te mogen als de andere heeren, hij verteert hier zijn geld. Aannemen Jan, nog een pot voor Philax." Een ernstige brand. Maandagnacht om 12 uur brak te Oude Pekela brand uit in stroo bij de kartonfabriek Albion. Verbrand zijn 1% millioen kilo stroo, 50 dag werk tuif en twee loodsen. De brand weer van Winschoten verleende hulp. Fabriek en pakhuizen werden met moeite behouden. Alles wa6 verzekerd op beurspolie. De oorzaak is vermoe delijk kwaadwilligheid. De brandweer heelt zich flink gehouden. Zij wist de omliggende perceelen te behouden. Pers Overzicht. De doodstraf. Naar aanleiding van de in Rotter dam op touw gezette beweging tot herBtel van de doodstraf, heeft de Haagsche Avondpost aan eenige recht; geleerden en overheidspersonen hier te lande gevraagd, hoe zij over even- tueele wederinvoering der doodstraf dachten. De beeren prof. H. van der Hoeven te Leiden en Prof. J. Domela Nieu- wenhuis te Groningen hebben hierop geantwoord. De eerste hoogleeraar verklaart zich een tegenstander der wederinvoering, omdat z. i. de noodzakelijkheid daar van niet bewezen is. „Aan de statistieke cijfers, tot dus verre bij de bestndeering van het vraagstux gebruikt, hecht ik geen groote waarde," zegt hij, „omdat zij alleen de veroordcelingen betreffen, en alzoo buiten rekeniDg zijn gelaten de zeer talrijke kapitale misdrijven, vóór en na 1870 gepleegd, waarvan de daders onbekend zijn gebleven. „Indien het mogelijk ware het totale cijfer der gepleegde kapitale misdrgven over laat ons zeggen de laatste 50 of 75 jaren te reconstru- eeren, dan zou misschien blijken, dat de totalen over de geheele periode 18701895, of over de laatste 5 of 10 jaren in vergelijking met de cijfers vóór 1870 ongunstig zijn; misschien ook omgekeerd „Al mocht het eerste het geval zijn. dan zou daarin alleen nog geen vol doende grond tót wederinvoering van de doodstraf zijn gelegeD. Immers, dan zou bovendien het causaalverband tusscben de afechsffing dier straf en die ongunstige cijfers moeten worden aangetoond. Eo of dat ooit mogelijk zal zijn, betwijfel ik." Prof. Nieuwen huis gaat nog iets verder dan zijn Leidsche collega. Hij verklaart een absoluut tegenstander van de doodstraf te zijn en zegt we derinvoering er van hier te lande ten stelligste te ontraden te achten. Hij acht de doodstraf niet een goed straf middel, omdat zij onherstelbaar is in geval van rechterlijke dwaling. Daarbij zij is niet deelbaar: zij kan niet wor den geproportionneerd naar den schuldgraad. „Bedreigt men," zoo zegt hij, „nu tegen moord absoluut de doodstraf, dan moeten, ook bij zeer verschillen den schuldgraad, allen, wier schuld aan moord bewezen is, ter dood worden veroordeeld. Doet msn het, gelijx sommigen willen, niet absoluut, maar alternatief, dat is ter keuze van den rechter, daD zullen de rechtban ken, wier leden uit innige overtuiging absolute tegenstanders der doodstraf zijn, die straf wellicht nooit opleggen en andere rechtbanken dat meerma len doen en dan zal er eene hoogst ongelijke rechtsbedeeling ontstaan in hetzelfde land, ongetwijfeld een hoogst bedenkelijk verschijnsel 1 Be dreigt men die straf gbeoluut, dan zal het gevaar ontstaan, dat de rech ter, om de z. i. te zware strafoplegging in een bepaald geval te ontgaan, allicht den beklaagde ook bg] eigen lijk bewezen schuld zal vrijspreken. Eu ook dit zal een voor de handha ving der gerechtigheid ten hoogste bedenkelijk verschijnsel zijn. Hierbij komt, dat het veelvuldig toepassen van het recht van gratie, de doodstraf toch illusoir maakt, terwijl ook nog de be teekenis van „zoen" voor de gepleegde misdaad, bij de doodstraf volstrekt niet beter uit komt dan bij levenslange gevangenis straf. Prol. Domela Nieuwenhuia stelt daarna nog eens in net licht, hoe een streng rechtzinnig man als prof. B. I. Gratama in 1870 |verklaarde dat de Bgbel volstrekt de doodstraf niet voor alle tijden en volken gelastte, doch slechts het recht daartoe verleende aan de overheid, die naar verkiezing daar al of niet van gebruik kan maken en ten slotte toont hij aan dat het aantal kapitale misdaden niet vermeerderd is in de laatste decenniën. lation, dr. C. Phiaaiix, Assistant de Physiologie au Muséum. 2. Experiences sur les Rayons de RoentgenMode d'aotion de ces rayons sur les plaques photographiques, M, L. Dufour, Professeur de Physique 2 l'Université de Laueanne. 3? Les récents perlectionnementa du Phonographe, M. G. Lavergne, Ing. civil deB Mines. 4. Revue annuelle de 2oologie, M. R. Koehler, Professeur de Zoologie a la Fdculté des Sciences de Lyou. 5. Aotualités scientifiquea etindus- trielles: l'Elasticimètre de M. Ch. Fréonont pour l'étudedupoingmnage, M. G. Charpy, Dooteur ès sciences. 6. Notices et comptes rendus biblio- graphiques. 7. Académies et Soeiétés savantes de la France et de PEtranger. 8. Correspondence Sur l'Hygiène des Vervier^, M. Emile Damour, Ancien Ingénieur dea Verreries de Folembray. M. G. Guéroult, Ancien Ingénieur des Yerreries de Baccarat. Bij de Erven Van der Kamp Groningen is de tweede druk versche nen van een werkje dat voor paarden liefhebbers en paardenhandelaars van belang moet worden geacht. Het is getiteld „Deouderdomskenmerken van het paard", door den rijksveearts te Leiderdorp A. van Leeuwen. Het boekje is voorzien van figuren in den tekst en 4 gekleurde platen. (Zie adv.) Naar men meldt zal binnenkort b g den uitgever L. J. Veen te Am sterdam verschijnen een nieuw boek van Louis Couperus getiteld „Hooge Troeven". Letteren en Kunst. Iahoud van !het No. van 29 Febr. van „Revue Générale Des Sciences" pures et appliquées. DirecteurLouis Olivier, docteur è3 sciences. 1. L'état actuel de nos connaissan- ces Jsur les veninsMoyens d'en en- rayer Paction aprè3 morsure et inocu- Onder een buitengewonen toeloop van mensohen is men Maandag te Pargs begonnen de schilderijen en kunstvoorwerpen te veilen, nagelaten door Alexandre Dumas.'t Voornaam ste van zijn artistieke bezittingen heeft de sohrijver reeds tgdens zijn leven weggedaan, maar noohtans was er Maaadag nog een Corot te koop (11,000 fr.) en een Delacroix en twee JuleB Dupré's en een zelf portret van Gérioault. Betrekkelijk hooge prfjzen, hoewel er geen prima- werken bij waren. Wedstrijd in beeldhouwkuust- De Slct. bevat het program van het jaarlij ksche examen in esthetica, kunstgeschiedenis, ontleedkunde en doorzichtkunde aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, dat ditmaal den Saten Juni zal aan vangen. Den 29en Juni begint, over eenkomstig art. 12 der wet tot rege ling van het onderwijs aan de academie, voor hen die het examen met goeden uitslag hebben afgelegd een wedstrijd, ditmaal in de beeldhouwkunst. De wedstrijd bestaat in een proef- kamp en een eindkamp. Hoogstens ten getale van zes worden de mededingers die bet best in den proef- kamp voldeden tot den eindkamp toe gelaten. De jury, door de commissie van toezicht op de Academie benoemd, bestaat uit de h.b. Aug. Allele, H. P. Berlage Nzn., Bart van Hove en Ferd. Lsenhoff. Overeenkomstig de wet zijn een gouden en een zilveren medaille en voor den primus vier jaar lang een jaargeld van f1200 te verwerven. Nadere bizonderheden bevat de Staatscourant van heden. Op de Donderdag in De Brakke Grond gehouden sohildergenveiling uit de nalatenschap van wglen de heeren J. van der Keilen, kunsthan delaar te Rotterdam, en W. Veeter te Heemstede, werden o.a. de volgende hooge prijzen besteed 1. Louis Apol, Boschgezicht bij winter"' f 6452. dezelfde, Avond landschap, f 2204. Bastert, Aan de Veoht, f150; 38. H. W. Eiokelberg, Heide met schapen, f 20543. Gabriël, Poldergezioht f440; 66. Klinkenberg Stadsgezioht, f 600; 97b. H. W. Mes dag, Boschlaan, f800; 121. Sadée, Strandgezicht, f1000; 122. H. Savry, Hollandsohe weide met vee, f130; 138. Springer, Oud-Hollandsch markt- gezicht, f410; 136. P. v. d. Velde Sober maal, f 310138. E Verveer Home sweet home, f310; 162. Wes terbeek, Schaapskooi, f160: 166. Wgsmuller, Winter, f380; 167. De zelfde, „Zomer, molen aan de vaart f265. Financieele ïïededeelingen. Het Weekblad van Broekman en Honders bevat o. a. de volgende op gave van minder courante of incou rante fondsen, in de week, tot den datum van 3 dezer 1895, door hun tusschénkomst verhandeld. Aand. Bouwondem. „Wil lemspark" f450. Maatsch. voor Gem.- Cred. Serie A. 190 pCt. Nederl. Bouwmaats. f260. Maatsch. tot expL van Bouwterreinen „Weltevreden" 55 Bouw -Maatschappij „Nieuw Bu88um" 110 Maatschappij „Eeh Nationaal Belang" 90 Kon. Nederl. Locaal Spoorweg - Maatsch. te Apeldoorn 58jf Kon. Ned. Beiersch Bierbrouwerij80 Utrechtp. Brood- en Meelfabriek 101 Cert. Grenada Hectares 7Vi, 8 Ct. Aand. Actiën-Gesellechaft „Prinz Leopold". 15 pCt. Verz.-Maats.„Fievo" 60* Rechtszaken. Het sluitingsuur. Dat 't bekende arrest van'denHoo- gen Raad over de Zwolsche herbergen- verordening ook toepasselijk is op de Amsterdamsche verordening (art. 164) werd Dinsdag voorj'tHof aldaar gepleit door Mr. B. E. Asscher. Iemand nl. had op de tentoonstelling (wereldba- zaar) een calé met bar, dat, als ieder calé, om 12 uur gesloten moest zijn, hoewel bij feestelijke gelegenheden oogluikend toegestaan werd later open te blijven. Zoo had de man op Koninginnedag geweigerd aan 't bevel tot sluiting om 12 uur, hem door den hoofdopzichter gegeven, te voldoen. De rij ksveldwacht der tentoonstelling werd er bij geroepen om 'tcafé met geweld te ontruimen. Verzet van den oaféhouder volgde en bij de 5e kamer der rechtbank werd hg wegens verzet (art. 180) tot 145 dagen veroordeeld. Vandaar appèl. Mr. Jolles meende dat de straf te zwaar was en eischte 1100 boete. Voor 't geval dat de ver dediging zich zou beroeoen op 't be kende arrest van den Hoogen Raad voerde epr. reeds bij voorbaat aan, dat 'thier een gansch andere zaak gold. Het sluitingsuur toch was hiereeu quaestie tusschen 't uitvoerend comité der tentoonstelling en den caféhouder en dus geen uitvloeisel van eenige wet of verordening. Mr. Asscher was ten hoogste ver baasd over deze argumentatie. Immers, wanneer 't sluitingsuur slechts aange wezen is, niet bij wet of verordening, maar blootelij k tij gewone civiele over eenkomst, dan kan de overtreding daarvan grond opleveren voor schade vergoeding, al of niet met ontbinding der overeenkomst, maar nooit 't recht geven tot optreden van de politie. Stel eens, zeide pl., dat men als eige naar zijn huis verhuurt aan een tap per en bedingt dat deze om 6 uur moet si uiten. Zou men dan bij weige ring van den tapper de hulp der politie kunnen inroepen om de naleving der overeenkomst te verzekeren? Stellig niet. De redeneering van mr. Jolles achtte pleiter tegen een oogenblik nadenkens niet bestand. Een vervolging kon hier alleen 'be rusten op overtreding van art. 164 der Amst. politieverordening en dat art. hield pl. op grond van 't bekende arrest, voor onverbindend. Dienten gevolge konden de veldwachters niet geweest zijn in de rechtmatige uitoe fening hunner bediening en moest dus hier een ontslag van rechtsvervolging plaats hebben. Uitspraak over 8 dagen. Hbld. Voor de Vierde Kamer der recht bank te Amsterdam stond Dinsdag middag terecht Tn. M. Frenkel, di recteur der Gasgloeilicht-Maatschappij te 's Gravenhage, beschuldigd van mishandeling en beleediging van zijn stiefvader D. H. Brondgeest. De heer Brondgeest is in proces met zijn echtgenoote, mevr. Bouwmeester, en de zoon achtte het, volgenB de verklaring voor de rechtbank, zijn plicht, voor zijn moeder partij te trekken. In het begin van Nov. ten vorigen jare heeft hij den heer Brond geest op het Rokin etaande gehouden en gevraagd naar de oorzaak ran dit proces en toen daarop als antwoord een beschuldiging volgde van zijn moeder, heeft bekl. zijn stiefvader met een stok geslagen, waarop deze bij de politie aangifte is gaan doen. Den volgenden dag ontving de heer Brond geest een briefkaart van bekl., waarin deze dreigde hem telken male te zullen aanvallen, wanneer hij hem ontmoette. Verder heelt bekl. zgn stiefvader beleedigende woorden naar het hoofd ge-lingerd aan het station Weesper- poort, in bijzijn van twee getuigen, die ter terechtzitting de verklaringen van den heer B. bevestigden. De heer Brondgeest gat van het gebeurde op het Rokin een andere lesing dan bekl. en ontkende elke woordenwisseling. Hij was onverhoeds aangevallen en had geen tijd gehad, zich te verdedigen. Het O. M. waargenomen door mr. Regout, waarschuwde bekl. voor her haling van het hem ten laste gelegde en eischte een geldboete van £15. Uitspraak over 8 dagen. Voor de Haagsche rechtbank zijn Dinsdag de pleidooien gevoerd in zake de vordering van ongeveer £50.000, welke de heer v. S. beweert te kun nen doen gelden op mevr. de wed. Bulkley, wegens een hem door die dame verstrekte opdracht betreffende familieaangelegenheden. Koloniën, Medan. Iemand, die na eenige jaren afwe zigheid naar Sumatra's Oostkust terugkeerde, geelt op de volgende wijze in de Deli-Ct. den indruk weder dien het terugzien van Medan op hem maakte Daar waar nog geen halve eeuw geleden het inlandsch despotismus heerschte waar 's menBchen le yen weinig goldwaar ondoordringbare wouden een geliefkoosde schuilplaats van wilde dieren warenwaar moe rassen eene verpestende lucht ver spreidden, en waar geen enkele be rijdbare weg bestondwaar de rivier, door alles heen kronkelende, zich een uitweg baande naar de waarschijnlijk sedert de i chopping bestaande straat van Malakka; daar is door den ijver en het beleid van enkele kloeke Europeanen een stadje verrezen, dat tot voorbeeld kan strekken aan an deren eene nederzetting die het centrum is van eene industrie zoo wereldberoemd als de besteeene induBtrie die millioenen achats heeft opgebracht; eene industrie die de wereld voorziet van een absoluut on misbaar geworden artikel van djn wereldhandel, een artikel dat zijn evenknie nergenB vindt. Daar wap pert heden Neêrlands driekleur als teeken van civilisatie en eerlijke be doelingen. Welk eene lieve verschijning, die op zijn Zwiteersch gebouwde links van de baan staande woningen der spoorbeambten. Welk een „comfort" ia die werkzame personen bedeeld, ja, een „comfort" dat de meeste plan ters' adsistenten moeten missen in de rijk aan ongedierte voor hen bestemde hukje3 met atappen wanlen en atap- pen daken. En als de trein het hoofdstation nadert welk een schouwspel, welk verrukkelijk gezicht op het groene pleintje dat aan de hoofdplaats der residentie Oostkust van Sumatra, den naam van „lief stadje" zou kunnen verleenen. Het station bereikt, wat een drukte; welk eene verscheidenheid van men- schenra8senwelk eene verlichame- lijking van vlijt, bedrgf, verkeer en handel, die ons menig buitenlandsche binnenstad kan bengden. En met dit alles een orde en lataoen, een „quiet gentility", die nergens in de Straits bijvoorbeeld, aangetroffen wordt. Hier wordt de Europeaan niet door een half naakten Cnineea ol een brutalen Maleijer omvergeloopen met eene verregaande onbeschoftheid. Het station is veel verbeterd en uitgebreid. De wachtkamers zijn netjes gemeubileerd. In die van de eerste klasse hangt het portret van de jeug dige Koningin en op een ezel staat dat van den Sultan. In het midden van de kamer staat eene tafel, waarop eenige couranten, waaronder de Indi sche Mercuur. Van deze kamer treedt men, zoo noi.dig, in de toiletkamer zindelijk en met genot te gebruiken. Het perron staat vol van op vrienden wachtende ingezetenen en planters, allen met een blos van gezoadhi op de wangenanders dan bij Europeanen op de Javasche ku plaatsen. Buiten het station zijn de vroej zco onooglijke op den grooten w geataan hebbende inlandsohe kedt weggeruimd, een ruime standpla daarstellende voor de velehuurrijt gen, w<lke, ik moet het zeggeD, e veel netter aanzien hebben dan vr ger, en bespannen zijn met flia ponies. Van de koetsiers dier vo tuigen kan ik niet zeer vleiend j tuigen. De daarvoor fangeereo Maleijer heeft zeker nog weinig g profiteerd van de Europeesche ci lisatie. Hij rookt zijn stinkende ro brutaal weg terwijl hg met onB w xgdt, en slaat geen acht op onze geui verwondering dat hij geen beU manieren heeft. Zijne kleeding, voo: als hg voor een inlandechen eigens werkt, is alles behalve „comiue faut en hij zorgt niet zoo goed vo zijn voertuig en paard als die v Earopsesche verhuurders. Ofschoi de dos-d-dos hunne nummers duid lijk genoeg dragen, heb ik bij ge enkele nog het vastgestelde tar aangetroffen, en het blijft nog aiti bij het oude liedjede voerde trachten immer bg afwezigheid vj dat tarief de huurders beet te neme Aan van het bestuur der reside tie Ternate en Oiiderhoorighedi onder dagteekening van 15 en dezer ontvangen telegrammen wei door de Jav. Ct. het volgende on leend Op het bericht dat 2 gedroste g vaügenen te Goerapin (Westkust vj Halmaheira) zich schuil hielden, we de cipier bij 's lands gevangenis Ternate, A. J. Dousee met eeni| oppas ers en Tidoreezen daarha gezonden. Men .slaagde erin een der vlucht lingen op te vatten, maar deze wer door een gewapende bende, die h huis van het kamponghoofd Vi Goerapin bestookte, weder ontzet, welke gelegenheid een danoe vi Tindore en 2 volgelingen van genoet den Dousee werden gedood. Naar aa leiding hiervan begaf zich de residec vergezeld van een detachement mil tairen en eenige oppassers, per goi vernements stoomer Zeemeeuw nai Halmaheira om de schuldigen tuchtigen, waartoe echter niet ko worden overgegaan, daar de weerspa: nige Alfoeren hunne kampong verl ten hadden. Deze werd intussche om hen te straffen, verbrand. Nadat de orde te Goerapin herstel was, keerde de resident, met achtei lating aldaar, ter bewaking der kan pong, van een sergeant en eenig politiedienaren, naar Ternate tem c Tot het opsporen der schuldigen de hulp van het inlandsch bsstu ingeroepen. Complot in de Preangor. Uit Batavia is do. 3 Maart geseind „Er is een complot van dwepei ontdekt, te Trogong bij Garoet (i de Preanger regentschappen). 1} aanvoerder» zijn gevangen genoom en naar de hoofdplaats Bandoen gebracht." Aan het verslag omtrent de voo: naamste gebeurtenissen ia het goi vernement Atjeh en Onderhoor gil den, loopende van 5 tot en met 1 Januari, wordt door de „Jav. Ct."l volgende ontleend Groot-Aljeh. Onze posten van d buitenlinie Biloel, Anagaloeng, Sent lop en Kroeng-Gloempang werde slechts nu en dan door enkele sohote verontrust- In den weg Lampermé-Kroecg Gloempang, bewesten de karnpoc Gani zijn in den nacht van 1 op Januari 6 giamplanken weggehaai door e8ne bende onder Tjoet Mal panglima prang van Toekoe Ali Page Ajer, omdat de bevolking weigerd wang sabil op te brengen. In den nacht van 16 op 17 deze trachtten eenige vijandige bende onder aanvoering van Toekoe Bin Toekoe Sabil de kampong B9ra* (Masdjid Raja-rechteroever) binne te dringen, doch werden door de bt volking met geweervuur verjaagd. 0j haren terugtocht stuitte de achter hoede dier benden op eene patrouiUi onder den civiel gezagvoerder var Pakan-Kroeng-Tjoet en werd haar doode toegebracht, die in handende onzen achterbleef. De civiele- en militaire goevernen keerde den 17den dezer van zijöi dienstreis naar Batavia terug. te zoeken en na rijp beraad te overdenken wat de vol gende stap zou zijn, dien ik doen moest om kapitein Black te vervolgen. De schipper moest vrienden opzoe ken in Nieuw-York en wij kwamen overeen, dat hij mij over een paar uur naar de „Celsie" zou volgen en dat hij de anderen in het hotel zou vinden, als zij van hunne wandeling terug waren gekomen. Dit plan werd goed gekeurd en vroolgk nam ik afscheid, terwijl ik mijn jas dicht knoopte. Als ik toen eens geweten had, dat ik ze pas weer zou zien na weken van gevaar, na een verblijf op vreemde plaatsen en een leven onder vree- Belg ke menschen! Ik had een rijtuig genomen, bereikte in korten tijd de aanlegplaats en kwam zonder ongeval aan boord. Een* man hield de wacht op dek en Dan was naar de hut van den zieke gegaan om hem drinken te bren gen. Hij vertelde mij, dat de zieke rustiger wae en dat hij een uur geleden in een diepen slaap was gevallen. Dat nieuws verheugde mij eu ix ging naar mijn eigen hut om mijn papieren, mgn revolver en andere zaken, die ik a .n wal noodig kon hebben, te halen. Met dit werk was ik veertig minuten of langer bezig; maar toen ik gereed was de anderen weer te gaan op zoeken, wierp ik even een blik in Paolo's hut en eenigeztns tot mijne verwondeing zag ik dat hij gekleed was en blijkbaar op het punt het jacht te verlaten. Deze ontdekking bracht mij van allerlei in de gedach ten. Indien de man aan wal ging, waarheen kon hij dan gaan: naar zijne makkers, naar de menschen, die in de een of andere verhouding stonden tegenover Black en zgne bemanning? Was dat niet wat ik gehoopt bad te zullen uitvindensedert ik geweten had, dat wij een spion aan boord hadden Anders zou ik misschien een jaar of langer moeten wachten, alvorens iets van den man of zijn werk te vernemen, uitgenomen de zeetij dingen, die tot ons zouden komen. In een oogenblik had ik dan ook een besluit genomenik zou Paolo volgen, wat ik ook zou wagen, al was het mijn leven. Deze gedachte deed mij naar den voorplecht gaan, waar Dan was. „Hei, Danzeide ik, geef mij de uitrusting van een zeeman een wollen buis. een broek, een muts gauw," en terwijl de oude mg verbluft aanstaarde, begon ik reeds zijn kist te doorenufislenen in minder dan geen tijd had ik mij gekleed en borg mijne papie^ ren, pistolen en mijn geld in mijne nieuwe kleeren; al het andere liet ik op den grond liggen. „Dan," zeide ik, „die Italiaan gaat aan wal en ik ga hem volgen. Gij moet ons niet volgen, anders wordt de zaak bedorven. Vertel den wacht te doen, al3of hij niets ziet, als de schelm voorbij gaat en haal mijne gutta percaa schoenen uit mgn kofier. Dan krabde zijn hoofd en scheen te denken, dat het mij in mijn hoofd scheelde, maar hij haalde de schoe nen en geen oogenblik te vroeg, want toen ik op dek kwam. zag ik een schaduw op de trap van de valreep. De man verliet het jacht en ik volgde hem, mijn muts diep over mijne ooren getrokken. Nadat hij eenmaal in de stad was en zich éen of tweemaal overtuigd had, dat niemand hem volgde sloeg Paolo den weg in naar Broadway; van daar ging hij met zijn waggelenden gang, een gevolg van zijn zwak heid, regelrecht naar het stadhuis, sloeg daar een zij straat in en kwam zoo in Chathfua Street en Bpwery. Ten laatste, na een lange wandeling, en toen hij bijna neerviel van vermoeidheid, bleef hij stilstaan voor een open deur in een der vuilste straten, waar wij door waren gegaan en verdween op hetzelfde oogen- blik. Bijna onmiddelijk nadat hij binnen wa3 gegaan ging ik naar de deur toeik stond voor een hooge. steile trap en door een glazen deur zag ik mannen, die zaten te rooken en te drinken en ruwe liederen uit gilden. Het was een vreeBeiijk hol, bewoond door vreeselijke menschenalle volkeren en alle sóórten van schurken waren daar vertegenwoordigd; schelmachtige Engelschen, Fransehen, Russen, ja zelfs negers en Chineezen, en toch moest ik dat hol binnengaan, wilde ik Paolo tot het einde toe volgen. Gij zult mij wel willen vergeven, dat ik een oogenblik aarzelde; een oogenblik den kans berekende, of men mij zou herkennen. Zelfs toen had ik wel tot het besluit kunnen komen, dat het gevaar te groot was, de zekerheid van mijne ontdekking te tastbaar; maar op dat oogenblik kwam een zestal ruwe zeelui aanloopen, zij gingen naar de trap, en mijn muts diep over mijne ooren trekkend, volgde ik hen door de doorslaande deur en betrad de gevaarlijkste platte, waar ik ooit geweest ben. De kamer was lang en smal, langs de muren ston den banken, welke eens met rood fluweel bekleed wa ren geweest, maar welke nu overal gaten vertoonden, terwijl het paardenhaar, waarmede ze waren opgevuld er hier en daar uitstak. Er hingen spiegels, die van de ruggen der banken tot de zwart berookte zoldering reikten, en sommige hadden het grootste gedeelte van het gias verloren. Voor het gemak van de drinker stonden er tafeltjes met marmeren bladen, oud, verBl» ten, bevlekt met vuil, zooals het geheele holmaai onder onze voeten hadden wij niets dan planken het ellendige buffet aan het boveneind der kamer wai niet anders dan een eenvoudige houten plank met eei hooge kruk voor den man, die bediende; hij was ee groote neger, bespottelijk aangekleed als een man var de wereld. Had de geheele plaats niet zulk een dreigen den aanblik gehad, ik zou zijn blijven stilstam om u lachen om dien donkeren schavuit, met zijn witter hoed, zwierig scheef op zijn hoofd en zijn uitgesneden zwarte jas versierd met een groot bouquet witte bloe men. Maar zijn gelaat sprak van groote boosheid zoo ook de gezichten der andere mannen, die op banken zatenen toen ik een oogenblik had stilge staan om de kamer goed op te nemen, ging ik vlDf naar een bank bij de deur en nam plaats naast eel blondharigen zeeman, aan wiens uiterlijk ik zag, dat eeu Rus moest zijn. Het tooneel was mij geheel nieuw. Ik had wel hoo- ren spreken over het bestaan van die drinkholen ii de slecht befaamde wijk van Nieuw York, de Bowert genaamd maar mijne Amerikaansche vrienden had den mij gewaarschuwd er nooit heen te gaan, als il hun stad bezocht. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2