Kantte i en Wetenschappen een bazaar
geopend, die tot en met Donderdag zal
voortduren. Een rijkesohat van aïler-
lei voorwerpen door de da mes werksters
van „Tesselschade" vervaardigd, is ten
toon gesteld en wordt door een 70-tal
Utrechtsche jonge dames te koop aan
geboden. j
Een aanranding.
Een heer nam Maandagnacht om
2 uur op den Dam te Amsterdam een
aapje om daarmede naar den Haar
lemmerdijk te rijden. De koetsier
scheen niet vrij van sterken drank
te zijn. Hij is althans niet naar het op
gegeven adres gereden, maar naar den
Spaarndammerdijk, waar hij voor een
huis stil stond. Plotseling werd het
portier geopend en de heer door eenige
onbekende kerels uit het rijtuig ge
sleurd en berootd van eene portefeuille,
inhudende f 100 aan bankpapier en vau
eene portemonnaie met f 15, alsmede
van njn gouden horloge met ketting.
De aanranders hebben den bestolene
toen vrijgelaten, het rijtuig was in
middels weggereden, De heer spoedde
zich naar het politiebureau aan de
Haarlemmerpoort om daar aangifte
van de aanranding te doeD. Gelukkig
wist hij daar medetedeelen, dat een der
boomen van het rijtuig onbeschilderd
was, zoodat het niet moeilijk viel den
koetsier op te sporeD, die gevolgd door
een groote menigte Dinsdagmorgen
naar denzelfden politiepost gebracht
werd. De koeteier heeft een gevange
nisstraf van vijf jaar achter den rug.
Het is te hopen, dat nu men den
koetsier heeft, men ook de andere
kerels, die in het complot betrokken
zijn, zal weten te ontdekken.
Hbld.
Werkstaking te Amsterdam.
Men schrijft uit Amsterdam, dd. 2
Maart aan het U. D.\
In de hedenochtend door de stakende
roosje38lijpersen gezellen in „PJancius"
gehouden vergadering werd de mede-
deeling gedaan, dat éan eigenwerk
maker, zoowel aan zgn werklieden in
huis als buitenshuis, de verlangde
22^ pet. loonsverhoog-ng heelt toege
staan. De leden van het hooldcomité
beschouwen dit algemeen als een ver
blijdend teeken voor de spoedige op
lossing der hangende quaestie.
De bierhuishcuder De Wolff, die
Vrijdag jJL door het gerechtshof te
Amsterdam tot 4 jaren gevangenisstraf
werd veroordeeld en in den avond van
dienzelfden dag uit de cellulaire ge
vangenis aan de Weteringschans wi6t
te ontsnappen, is Maandagnacht door
een inspecteur van politie in zijn
woning in de St. Annastrsat gevat.
De leerlingen der H. B. S. te Arn
hem hebben Maandagavond hun
directeur, dr. H. van de Stadt, ter
gelegenheid van zijn benoeming tot
ridder in de orde van den Neder-
landschen Leeuw een serenade ge
bracht.
Te kwart voor achten begaf zich
de stoet met fakkels, lampions, enz.
van de burgerschool naar het huis
van dr. Van de Stadt. Een der leer
lingen hield namens zijn makkere een
toespraak, waarna de heer v. d. S.
op hartelijke wijze den leerlingen
dank zegde voor hun bewijs van
sympathie.
Te Vechel komt een heer een calé
binnen en verzoekt beleefd een hond
van den nog eenigen beschikbaren
stoel te verwjjdereD. „Pardon," ant
woordt de eigenaar van het dier,
„mijn hond heeft evenveel recht van
een zitplaats gebruik te mogen als
de andere heeren, hij verteert hier
zijn geld.
Aannemen Jan, nog een pot voor
Philax."
Een ernstige brand.
Maandagnacht om 12 uur brak te
Oude Pekela brand uit in stroo bij
de kartonfabriek Albion. Verbrand
zijn 1% millioen kilo stroo, 50 dag
werk tuif en twee loodsen. De brand
weer van Winschoten verleende hulp.
Fabriek en pakhuizen werden met
moeite behouden. Alles wa6 verzekerd
op beurspolie. De oorzaak is vermoe
delijk kwaadwilligheid. De brandweer
heelt zich flink gehouden. Zij wist de
omliggende perceelen te behouden.
Pers Overzicht.
De doodstraf.
Naar aanleiding van de in Rotter
dam op touw gezette beweging tot
herBtel van de doodstraf, heeft de
Haagsche Avondpost aan eenige recht;
geleerden en overheidspersonen hier
te lande gevraagd, hoe zij over even-
tueele wederinvoering der doodstraf
dachten.
De beeren prof. H. van der Hoeven
te Leiden en Prof. J. Domela Nieu-
wenhuis te Groningen hebben hierop
geantwoord.
De eerste hoogleeraar verklaart zich
een tegenstander der wederinvoering,
omdat z. i. de noodzakelijkheid daar
van niet bewezen is.
„Aan de statistieke cijfers, tot dus
verre bij de bestndeering van het
vraagstux gebruikt, hecht ik geen
groote waarde," zegt hij, „omdat zij
alleen de veroordcelingen betreffen,
en alzoo buiten rekeniDg zijn gelaten
de zeer talrijke kapitale misdrijven,
vóór en na 1870 gepleegd, waarvan
de daders onbekend zijn gebleven.
„Indien het mogelijk ware het
totale cijfer der gepleegde kapitale
misdrgven over laat ons zeggen
de laatste 50 of 75 jaren te reconstru-
eeren, dan zou misschien blijken, dat
de totalen over de geheele periode
18701895, of over de laatste 5 of 10
jaren in vergelijking met de cijfers
vóór 1870 ongunstig zijn; misschien
ook omgekeerd
„Al mocht het eerste het geval zijn.
dan zou daarin alleen nog geen vol
doende grond tót wederinvoering van
de doodstraf zijn gelegeD. Immers,
dan zou bovendien het causaalverband
tusscben de afechsffing dier straf en
die ongunstige cijfers moeten worden
aangetoond. Eo of dat ooit mogelijk
zal zijn, betwijfel ik."
Prof. Nieuwen huis gaat nog iets
verder dan zijn Leidsche collega. Hij
verklaart een absoluut tegenstander
van de doodstraf te zijn en zegt we
derinvoering er van hier te lande ten
stelligste te ontraden te achten. Hij
acht de doodstraf niet een goed straf
middel, omdat zij onherstelbaar is in
geval van rechterlijke dwaling. Daarbij
zij is niet deelbaar: zij kan niet wor
den geproportionneerd naar den
schuldgraad.
„Bedreigt men," zoo zegt hij, „nu
tegen moord absoluut de doodstraf,
dan moeten, ook bij zeer verschillen
den schuldgraad, allen, wier schuld
aan moord bewezen is, ter dood
worden veroordeeld. Doet msn het,
gelijx sommigen willen, niet absoluut,
maar alternatief, dat is ter keuze van
den rechter, daD zullen de rechtban
ken, wier leden uit innige overtuiging
absolute tegenstanders der doodstraf
zijn, die straf wellicht nooit opleggen
en andere rechtbanken dat meerma
len doen en dan zal er eene hoogst
ongelijke rechtsbedeeling ontstaan in
hetzelfde land, ongetwijfeld een
hoogst bedenkelijk verschijnsel 1 Be
dreigt men die straf gbeoluut, dan
zal het gevaar ontstaan, dat de rech
ter, om de z. i. te zware strafoplegging
in een bepaald geval te ontgaan,
allicht den beklaagde ook bg] eigen
lijk bewezen schuld zal vrijspreken.
Eu ook dit zal een voor de handha
ving der gerechtigheid ten hoogste
bedenkelijk verschijnsel zijn.
Hierbij komt, dat het veelvuldig
toepassen van het recht van gratie,
de doodstraf toch illusoir maakt,
terwijl ook nog de be teekenis van
„zoen" voor de gepleegde misdaad, bij
de doodstraf volstrekt niet beter uit
komt dan bij levenslange gevangenis
straf.
Prol. Domela Nieuwenhuia stelt
daarna nog eens in net licht, hoe een
streng rechtzinnig man als prof. B. I.
Gratama in 1870 |verklaarde dat de
Bgbel volstrekt de doodstraf niet voor
alle tijden en volken gelastte, doch
slechts het recht daartoe verleende
aan de overheid, die naar verkiezing
daar al of niet van gebruik kan
maken en ten slotte toont hij aan
dat het aantal kapitale misdaden
niet vermeerderd is in de laatste
decenniën.
lation, dr. C. Phiaaiix, Assistant de
Physiologie au Muséum.
2. Experiences sur les Rayons de
RoentgenMode d'aotion de ces rayons
sur les plaques photographiques, M,
L. Dufour, Professeur de Physique 2
l'Université de Laueanne.
3? Les récents perlectionnementa du
Phonographe, M. G. Lavergne, Ing.
civil deB Mines.
4. Revue annuelle de 2oologie, M.
R. Koehler, Professeur de Zoologie
a la Fdculté des Sciences de Lyou.
5. Aotualités scientifiquea etindus-
trielles: l'Elasticimètre de M. Ch.
Fréonont pour l'étudedupoingmnage,
M. G. Charpy, Dooteur ès sciences.
6. Notices et comptes rendus biblio-
graphiques.
7. Académies et Soeiétés savantes
de la France et de PEtranger.
8. Correspondence Sur l'Hygiène
des Vervier^, M. Emile Damour,
Ancien Ingénieur dea Verreries de
Folembray. M. G. Guéroult, Ancien
Ingénieur des Yerreries de Baccarat.
Bij de Erven Van der Kamp
Groningen is de tweede druk versche
nen van een werkje dat voor paarden
liefhebbers en paardenhandelaars van
belang moet worden geacht. Het is
getiteld „Deouderdomskenmerken van
het paard", door den rijksveearts te
Leiderdorp A. van Leeuwen.
Het boekje is voorzien van figuren
in den tekst en 4 gekleurde platen.
(Zie adv.)
Naar men meldt zal binnenkort
b g den uitgever L. J. Veen te Am
sterdam verschijnen een nieuw boek
van Louis Couperus getiteld „Hooge
Troeven".
Letteren en Kunst.
Iahoud van !het No. van 29 Febr.
van „Revue Générale Des Sciences"
pures et appliquées. DirecteurLouis
Olivier, docteur è3 sciences.
1. L'état actuel de nos connaissan-
ces Jsur les veninsMoyens d'en en-
rayer Paction aprè3 morsure et inocu-
Onder een buitengewonen toeloop
van mensohen is men Maandag te
Pargs begonnen de schilderijen en
kunstvoorwerpen te veilen, nagelaten
door Alexandre Dumas.'t Voornaam
ste van zijn artistieke bezittingen
heeft de sohrijver reeds tgdens zijn
leven weggedaan, maar noohtans
was er Maaadag nog een Corot te
koop (11,000 fr.) en een Delacroix
en twee JuleB Dupré's en een zelf
portret van Gérioault. Betrekkelijk
hooge prfjzen, hoewel er geen prima-
werken bij waren.
Wedstrijd in beeldhouwkuust-
De Slct. bevat het program van het
jaarlij ksche examen in esthetica,
kunstgeschiedenis, ontleedkunde en
doorzichtkunde aan de Rijksacademie
van Beeldende Kunsten te Amsterdam,
dat ditmaal den Saten Juni zal aan
vangen. Den 29en Juni begint, over
eenkomstig art. 12 der wet tot rege
ling van het onderwijs aan de academie,
voor hen die het examen met goeden
uitslag hebben afgelegd een wedstrijd,
ditmaal in de beeldhouwkunst.
De wedstrijd bestaat in een proef-
kamp en een eindkamp. Hoogstens
ten getale van zes worden de
mededingers die bet best in den proef-
kamp voldeden tot den eindkamp toe
gelaten.
De jury, door de commissie van
toezicht op de Academie benoemd,
bestaat uit de h.b. Aug. Allele, H.
P. Berlage Nzn., Bart van Hove en
Ferd. Lsenhoff.
Overeenkomstig de wet zijn een
gouden en een zilveren medaille en
voor den primus vier jaar lang een
jaargeld van f1200 te verwerven.
Nadere bizonderheden bevat de
Staatscourant van heden.
Op de Donderdag in De Brakke
Grond gehouden sohildergenveiling
uit de nalatenschap van wglen de
heeren J. van der Keilen, kunsthan
delaar te Rotterdam, en W. Veeter te
Heemstede, werden o.a. de volgende
hooge prijzen besteed
1. Louis Apol, Boschgezicht bij
winter"' f 6452. dezelfde, Avond
landschap, f 2204. Bastert, Aan de
Veoht, f150; 38. H. W. Eiokelberg,
Heide met schapen, f 20543. Gabriël,
Poldergezioht f440; 66. Klinkenberg
Stadsgezioht, f 600; 97b. H. W. Mes
dag, Boschlaan, f800; 121. Sadée,
Strandgezicht, f1000; 122. H. Savry,
Hollandsohe weide met vee, f130;
138. Springer, Oud-Hollandsch markt-
gezicht, f410; 136. P. v. d. Velde
Sober maal, f 310138. E Verveer
Home sweet home, f310; 162. Wes
terbeek, Schaapskooi, f160: 166.
Wgsmuller, Winter, f380; 167. De
zelfde, „Zomer, molen aan de vaart
f265.
Financieele ïïededeelingen.
Het Weekblad van Broekman en
Honders bevat o. a. de volgende op
gave van minder courante of incou
rante fondsen, in de week, tot den
datum van 3 dezer 1895, door hun
tusschénkomst verhandeld.
Aand. Bouwondem. „Wil
lemspark" f450.
Maatsch. voor Gem.-
Cred. Serie A. 190 pCt.
Nederl. Bouwmaats. f260.
Maatsch. tot expL
van Bouwterreinen
„Weltevreden" 55
Bouw -Maatschappij
„Nieuw Bu88um" 110
Maatschappij „Eeh
Nationaal Belang" 90
Kon. Nederl. Locaal
Spoorweg - Maatsch.
te Apeldoorn 58jf
Kon. Ned. Beiersch
Bierbrouwerij80
Utrechtp. Brood- en
Meelfabriek 101
Cert. Grenada Hectares 7Vi, 8 Ct.
Aand. Actiën-Gesellechaft
„Prinz Leopold". 15 pCt.
Verz.-Maats.„Fievo" 60*
Rechtszaken.
Het sluitingsuur.
Dat 't bekende arrest van'denHoo-
gen Raad over de Zwolsche herbergen-
verordening ook toepasselijk is op de
Amsterdamsche verordening (art. 164)
werd Dinsdag voorj'tHof aldaar gepleit
door Mr. B. E. Asscher. Iemand nl.
had op de tentoonstelling (wereldba-
zaar) een calé met bar, dat, als ieder
calé, om 12 uur gesloten moest zijn,
hoewel bij feestelijke gelegenheden
oogluikend toegestaan werd later open
te blijven. Zoo had de man op
Koninginnedag geweigerd aan 't bevel
tot sluiting om 12 uur, hem door den
hoofdopzichter gegeven, te voldoen.
De rij ksveldwacht der tentoonstelling
werd er bij geroepen om 'tcafé met
geweld te ontruimen. Verzet van den
oaféhouder volgde en bij de 5e kamer
der rechtbank werd hg wegens verzet
(art. 180) tot 145 dagen veroordeeld.
Vandaar appèl. Mr. Jolles meende
dat de straf te zwaar was en eischte
1100 boete. Voor 't geval dat de ver
dediging zich zou beroeoen op 't be
kende arrest van den Hoogen Raad
voerde epr. reeds bij voorbaat aan,
dat 'thier een gansch andere zaak
gold.
Het sluitingsuur toch was hiereeu
quaestie tusschen 't uitvoerend comité
der tentoonstelling en den caféhouder
en dus geen uitvloeisel van eenige
wet of verordening.
Mr. Asscher was ten hoogste ver
baasd over deze argumentatie. Immers,
wanneer 't sluitingsuur slechts aange
wezen is, niet bij wet of verordening,
maar blootelij k tij gewone civiele over
eenkomst, dan kan de overtreding
daarvan grond opleveren voor schade
vergoeding, al of niet met ontbinding
der overeenkomst, maar nooit 't recht
geven tot optreden van de politie.
Stel eens, zeide pl., dat men als eige
naar zijn huis verhuurt aan een tap
per en bedingt dat deze om 6 uur
moet si uiten. Zou men dan bij weige
ring van den tapper de hulp der politie
kunnen inroepen om de naleving der
overeenkomst te verzekeren? Stellig
niet. De redeneering van mr. Jolles
achtte pleiter tegen een oogenblik
nadenkens niet bestand.
Een vervolging kon hier alleen 'be
rusten op overtreding van art. 164
der Amst. politieverordening en dat
art. hield pl. op grond van 't bekende
arrest, voor onverbindend. Dienten
gevolge konden de veldwachters niet
geweest zijn in de rechtmatige uitoe
fening hunner bediening en moest dus
hier een ontslag van rechtsvervolging
plaats hebben.
Uitspraak over 8 dagen. Hbld.
Voor de Vierde Kamer der recht
bank te Amsterdam stond Dinsdag
middag terecht Tn. M. Frenkel, di
recteur der Gasgloeilicht-Maatschappij
te 's Gravenhage, beschuldigd van
mishandeling en beleediging van zijn
stiefvader D. H. Brondgeest.
De heer Brondgeest is in proces met
zijn echtgenoote, mevr. Bouwmeester,
en de zoon achtte het, volgenB de
verklaring voor de rechtbank, zijn
plicht, voor zijn moeder partij te
trekken. In het begin van Nov. ten
vorigen jare heeft hij den heer Brond
geest op het Rokin etaande gehouden
en gevraagd naar de oorzaak ran dit
proces en toen daarop als antwoord
een beschuldiging volgde van zijn
moeder, heeft bekl. zijn stiefvader met
een stok geslagen, waarop deze bij de
politie aangifte is gaan doen. Den
volgenden dag ontving de heer Brond
geest een briefkaart van bekl., waarin
deze dreigde hem telken male te zullen
aanvallen, wanneer hij hem ontmoette.
Verder heelt bekl. zgn stiefvader
beleedigende woorden naar het hoofd
ge-lingerd aan het station Weesper-
poort, in bijzijn van twee getuigen,
die ter terechtzitting de verklaringen
van den heer B. bevestigden.
De heer Brondgeest gat van het
gebeurde op het Rokin een andere
lesing dan bekl. en ontkende elke
woordenwisseling. Hij was onverhoeds
aangevallen en had geen tijd gehad,
zich te verdedigen.
Het O. M. waargenomen door mr.
Regout, waarschuwde bekl. voor her
haling van het hem ten laste gelegde
en eischte een geldboete van £15.
Uitspraak over 8 dagen.
Voor de Haagsche rechtbank zijn
Dinsdag de pleidooien gevoerd in zake
de vordering van ongeveer £50.000,
welke de heer v. S. beweert te kun
nen doen gelden op mevr. de wed.
Bulkley, wegens een hem door die
dame verstrekte opdracht betreffende
familieaangelegenheden.
Koloniën,
Medan.
Iemand, die na eenige jaren afwe
zigheid naar Sumatra's Oostkust
terugkeerde, geelt op de volgende
wijze in de Deli-Ct. den indruk weder
dien het terugzien van Medan op hem
maakte
Daar waar nog geen halve eeuw
geleden het inlandsch despotismus
heerschte waar 's menBchen le yen
weinig goldwaar ondoordringbare
wouden een geliefkoosde schuilplaats
van wilde dieren warenwaar moe
rassen eene verpestende lucht ver
spreidden, en waar geen enkele be
rijdbare weg bestondwaar de rivier,
door alles heen kronkelende, zich een
uitweg baande naar de waarschijnlijk
sedert de i chopping bestaande straat
van Malakka; daar is door den ijver
en het beleid van enkele kloeke
Europeanen een stadje verrezen, dat
tot voorbeeld kan strekken aan an
deren eene nederzetting die het
centrum is van eene industrie zoo
wereldberoemd als de besteeene
induBtrie die millioenen achats heeft
opgebracht; eene industrie die de
wereld voorziet van een absoluut on
misbaar geworden artikel van djn
wereldhandel, een artikel dat zijn
evenknie nergenB vindt. Daar wap
pert heden Neêrlands driekleur als
teeken van civilisatie en eerlijke be
doelingen.
Welk eene lieve verschijning, die
op zijn Zwiteersch gebouwde links
van de baan staande woningen der
spoorbeambten. Welk een „comfort"
ia die werkzame personen bedeeld, ja,
een „comfort" dat de meeste plan
ters' adsistenten moeten missen in de
rijk aan ongedierte voor hen bestemde
hukje3 met atappen wanlen en atap-
pen daken.
En als de trein het hoofdstation
nadert welk een schouwspel, welk
verrukkelijk gezicht op het groene
pleintje dat aan de hoofdplaats der
residentie Oostkust van Sumatra, den
naam van „lief stadje" zou kunnen
verleenen.
Het station bereikt, wat een drukte;
welk eene verscheidenheid van men-
schenra8senwelk eene verlichame-
lijking van vlijt, bedrgf, verkeer en
handel, die ons menig buitenlandsche
binnenstad kan bengden. En met dit
alles een orde en lataoen, een „quiet
gentility", die nergens in de Straits
bijvoorbeeld, aangetroffen wordt. Hier
wordt de Europeaan niet door een
half naakten Cnineea ol een brutalen
Maleijer omvergeloopen met eene
verregaande onbeschoftheid.
Het station is veel verbeterd en
uitgebreid. De wachtkamers zijn netjes
gemeubileerd. In die van de eerste
klasse hangt het portret van de jeug
dige Koningin en op een ezel staat
dat van den Sultan. In het midden
van de kamer staat eene tafel, waarop
eenige couranten, waaronder de Indi
sche Mercuur. Van deze kamer treedt
men, zoo noi.dig, in de toiletkamer
zindelijk en met genot te gebruiken.
Het perron staat vol van op vrienden
wachtende ingezetenen en planters,
allen met een blos van gezoadhi
op de wangenanders dan bij
Europeanen op de Javasche ku
plaatsen.
Buiten het station zijn de vroej
zco onooglijke op den grooten w
geataan hebbende inlandsohe kedt
weggeruimd, een ruime standpla
daarstellende voor de velehuurrijt
gen, w<lke, ik moet het zeggeD, e
veel netter aanzien hebben dan vr
ger, en bespannen zijn met flia
ponies. Van de koetsiers dier vo
tuigen kan ik niet zeer vleiend j
tuigen. De daarvoor fangeereo
Maleijer heeft zeker nog weinig g
profiteerd van de Europeesche ci
lisatie. Hij rookt zijn stinkende ro
brutaal weg terwijl hg met onB w
xgdt, en slaat geen acht op onze geui
verwondering dat hij geen beU
manieren heeft. Zijne kleeding, voo:
als hg voor een inlandechen eigens
werkt, is alles behalve „comiue
faut en hij zorgt niet zoo goed vo
zijn voertuig en paard als die v
Earopsesche verhuurders. Ofschoi
de dos-d-dos hunne nummers duid
lijk genoeg dragen, heb ik bij ge
enkele nog het vastgestelde tar
aangetroffen, en het blijft nog aiti
bij het oude liedjede voerde
trachten immer bg afwezigheid vj
dat tarief de huurders beet te neme
Aan van het bestuur der reside
tie Ternate en Oiiderhoorighedi
onder dagteekening van 15 en
dezer ontvangen telegrammen wei
door de Jav. Ct. het volgende on
leend
Op het bericht dat 2 gedroste g
vaügenen te Goerapin (Westkust vj
Halmaheira) zich schuil hielden, we
de cipier bij 's lands gevangenis
Ternate, A. J. Dousee met eeni|
oppas ers en Tidoreezen daarha
gezonden.
Men .slaagde erin een der vlucht
lingen op te vatten, maar deze wer
door een gewapende bende, die h
huis van het kamponghoofd Vi
Goerapin bestookte, weder ontzet,
welke gelegenheid een danoe vi
Tindore en 2 volgelingen van genoet
den Dousee werden gedood. Naar aa
leiding hiervan begaf zich de residec
vergezeld van een detachement mil
tairen en eenige oppassers, per goi
vernements stoomer Zeemeeuw nai
Halmaheira om de schuldigen
tuchtigen, waartoe echter niet ko
worden overgegaan, daar de weerspa:
nige Alfoeren hunne kampong verl
ten hadden. Deze werd intussche
om hen te straffen, verbrand.
Nadat de orde te Goerapin herstel
was, keerde de resident, met achtei
lating aldaar, ter bewaking der kan
pong, van een sergeant en eenig
politiedienaren, naar Ternate tem
c Tot het opsporen der schuldigen
de hulp van het inlandsch bsstu
ingeroepen.
Complot in de Preangor.
Uit Batavia is do. 3 Maart geseind
„Er is een complot van dwepei
ontdekt, te Trogong bij Garoet (i
de Preanger regentschappen). 1}
aanvoerder» zijn gevangen genoom
en naar de hoofdplaats Bandoen
gebracht."
Aan het verslag omtrent de voo:
naamste gebeurtenissen ia het goi
vernement Atjeh en Onderhoor gil
den, loopende van 5 tot en met 1
Januari, wordt door de „Jav. Ct."l
volgende ontleend
Groot-Aljeh. Onze posten van d
buitenlinie Biloel, Anagaloeng, Sent
lop en Kroeng-Gloempang werde
slechts nu en dan door enkele sohote
verontrust-
In den weg Lampermé-Kroecg
Gloempang, bewesten de karnpoc
Gani zijn in den nacht van 1 op
Januari 6 giamplanken weggehaai
door e8ne bende onder Tjoet Mal
panglima prang van Toekoe Ali Page
Ajer, omdat de bevolking weigerd
wang sabil op te brengen.
In den nacht van 16 op 17 deze
trachtten eenige vijandige bende
onder aanvoering van Toekoe Bin
Toekoe Sabil de kampong B9ra*
(Masdjid Raja-rechteroever) binne
te dringen, doch werden door de bt
volking met geweervuur verjaagd. 0j
haren terugtocht stuitte de achter
hoede dier benden op eene patrouiUi
onder den civiel gezagvoerder var
Pakan-Kroeng-Tjoet en werd haar
doode toegebracht, die in handende
onzen achterbleef.
De civiele- en militaire goevernen
keerde den 17den dezer van zijöi
dienstreis naar Batavia terug.
te zoeken en na rijp beraad te overdenken wat de vol
gende stap zou zijn, dien ik doen moest om kapitein
Black te vervolgen. De schipper moest vrienden opzoe
ken in Nieuw-York en wij kwamen overeen, dat hij mij
over een paar uur naar de „Celsie" zou volgen en dat
hij de anderen in het hotel zou vinden, als zij van hunne
wandeling terug waren gekomen. Dit plan werd goed
gekeurd en vroolgk nam ik afscheid, terwijl ik mijn
jas dicht knoopte. Als ik toen eens geweten had, dat
ik ze pas weer zou zien na weken van gevaar, na een
verblijf op vreemde plaatsen en een leven onder vree-
Belg ke menschen!
Ik had een rijtuig genomen, bereikte in korten tijd
de aanlegplaats en kwam zonder ongeval aan boord.
Een* man hield de wacht op dek en Dan was naar
de hut van den zieke gegaan om hem drinken te bren
gen. Hij vertelde mij, dat de zieke rustiger wae en dat
hij een uur geleden in een diepen slaap was gevallen.
Dat nieuws verheugde mij eu ix ging naar mijn eigen
hut om mijn papieren, mgn revolver en andere zaken,
die ik a .n wal noodig kon hebben, te halen.
Met dit werk was ik veertig minuten of langer bezig;
maar toen ik gereed was de anderen weer te gaan op
zoeken, wierp ik even een blik in Paolo's hut en
eenigeztns tot mijne verwondeing zag ik dat hij gekleed
was en blijkbaar op het punt het jacht te verlaten.
Deze ontdekking bracht mij van allerlei in de gedach
ten. Indien de man aan wal ging, waarheen kon hij
dan gaan: naar zijne makkers, naar de menschen, die
in de een of andere verhouding stonden tegenover Black
en zgne bemanning? Was dat niet wat ik gehoopt bad
te zullen uitvindensedert ik geweten had, dat wij een
spion aan boord hadden Anders zou ik misschien een
jaar of langer moeten wachten, alvorens iets van den
man of zijn werk te vernemen, uitgenomen de zeetij
dingen, die tot ons zouden komen. In een oogenblik
had ik dan ook een besluit genomenik zou Paolo
volgen, wat ik ook zou wagen, al was het mijn leven.
Deze gedachte deed mij naar den voorplecht gaan,
waar Dan was.
„Hei, Danzeide ik, geef mij de uitrusting van een
zeeman een wollen buis. een broek, een muts
gauw," en terwijl de oude mg verbluft aanstaarde,
begon ik reeds zijn kist te doorenufislenen in minder
dan geen tijd had ik mij gekleed en borg mijne papie^
ren, pistolen en mijn geld in mijne nieuwe kleeren; al
het andere liet ik op den grond liggen.
„Dan," zeide ik, „die Italiaan gaat aan wal en ik ga
hem volgen. Gij moet ons niet volgen, anders wordt
de zaak bedorven. Vertel den wacht te doen, al3of hij
niets ziet, als de schelm voorbij gaat en haal mijne
gutta percaa schoenen uit mgn kofier.
Dan krabde zijn hoofd en scheen te denken, dat het
mij in mijn hoofd scheelde, maar hij haalde de schoe
nen en geen oogenblik te vroeg, want toen ik op dek
kwam. zag ik een schaduw op de trap van de valreep.
De man verliet het jacht en ik volgde hem, mijn muts
diep over mijne ooren getrokken.
Nadat hij eenmaal in de stad was en zich éen of
tweemaal overtuigd had, dat niemand hem volgde sloeg
Paolo den weg in naar Broadway; van daar ging hij
met zijn waggelenden gang, een gevolg van zijn zwak
heid, regelrecht naar het stadhuis, sloeg daar een zij
straat in en kwam zoo in Chathfua Street en Bpwery.
Ten laatste, na een lange wandeling, en toen hij
bijna neerviel van vermoeidheid, bleef hij stilstaan voor
een open deur in een der vuilste straten, waar wij
door waren gegaan en verdween op hetzelfde oogen-
blik. Bijna onmiddelijk nadat hij binnen wa3 gegaan
ging ik naar de deur toeik stond voor een hooge.
steile trap en door een glazen deur zag ik mannen, die
zaten te rooken en te drinken en ruwe liederen uit
gilden.
Het was een vreeBeiijk hol, bewoond door vreeselijke
menschenalle volkeren en alle sóórten van schurken
waren daar vertegenwoordigd; schelmachtige Engelschen,
Fransehen, Russen, ja zelfs negers en Chineezen, en
toch moest ik dat hol binnengaan, wilde ik Paolo tot
het einde toe volgen.
Gij zult mij wel willen vergeven, dat ik een oogenblik
aarzelde; een oogenblik den kans berekende, of men
mij zou herkennen.
Zelfs toen had ik wel tot het besluit kunnen komen,
dat het gevaar te groot was, de zekerheid van mijne
ontdekking te tastbaar; maar op dat oogenblik kwam
een zestal ruwe zeelui aanloopen, zij gingen naar de
trap, en mijn muts diep over mijne ooren trekkend,
volgde ik hen door de doorslaande deur en betrad de
gevaarlijkste platte, waar ik ooit geweest ben.
De kamer was lang en smal, langs de muren ston
den banken, welke eens met rood fluweel bekleed wa
ren geweest, maar welke nu overal gaten vertoonden,
terwijl het paardenhaar, waarmede ze waren opgevuld
er hier en daar uitstak. Er hingen spiegels, die van de
ruggen der banken tot de zwart berookte zoldering
reikten, en sommige hadden het grootste gedeelte van
het gias verloren. Voor het gemak van de drinker
stonden er tafeltjes met marmeren bladen, oud, verBl»
ten, bevlekt met vuil, zooals het geheele holmaai
onder onze voeten hadden wij niets dan planken
het ellendige buffet aan het boveneind der kamer wai
niet anders dan een eenvoudige houten plank met eei
hooge kruk voor den man, die bediende; hij was ee
groote neger, bespottelijk aangekleed als een man var
de wereld. Had de geheele plaats niet zulk een dreigen
den aanblik gehad, ik zou zijn blijven stilstam om u
lachen om dien donkeren schavuit, met zijn witter
hoed, zwierig scheef op zijn hoofd en zijn uitgesneden
zwarte jas versierd met een groot bouquet witte bloe
men. Maar zijn gelaat sprak van groote boosheid
zoo ook de gezichten der andere mannen, die op
banken zatenen toen ik een oogenblik had stilge
staan om de kamer goed op te nemen, ging ik vlDf
naar een bank bij de deur en nam plaats naast eel
blondharigen zeeman, aan wiens uiterlijk ik zag, dat
eeu Rus moest zijn.
Het tooneel was mij geheel nieuw. Ik had wel hoo-
ren spreken over het bestaan van die drinkholen ii
de slecht befaamde wijk van Nieuw York, de Bowert
genaamd maar mijne Amerikaansche vrienden had
den mij gewaarschuwd er nooit heen te gaan, als il
hun stad bezocht.
Wordt vervolgd.)