liet Appelplakken.
Nadat meneer en juffrouw Jansen
dertig jaar lang van den morgen tot
den avond baring, zoutevieoh, blikjes
sardines, sprot en andere delicatessen
verkoobt hadden, konden zy hun
ideaal verwezenlijken. Dat ideaal was
de zaak goed te verkoopen en buiten
te gaan wonen.
Derhalve koobt meneer Jansen op
een mooien dag eenige vierkante
meters grond in Sloterdijk en liet
daar door een metselaarBbaasje een
soort van steenen doos op zetten, die
de echtelieden Jansen bestempelden
mot den weelderigen naam van
„Bloemvilla". Er was een prachtige
tuin by, met éen boom er in, een
echten, met heusche bladeren, die
groeien in het voorjaar en afvallen
in den herfst. Met het oog op schaduw
in den zomer was dit een kostbaar be
zit. Er wasook een waterval, gevormd
door vier gemetselde steenen rondom
een soort van blikken bak, met bet
m -ndstuk van een gieter, zorgvuldig
tusBohen twee steenen verborgen, er
boven.Deeohtelieden Jansen noemden
dezen toestel hun Niagara, een Nia
gara in miniatuur, gevoed door een
blikken reservoir, dat met emmers
water moest worden gevuld, als men
de fontein wilde laten werken. Het was
een vermoeiend werk om de Niagara
te voeden, maar Jansen, die daarmee
belast was,troostte zich met de overwe
ging, dat geen genot kan wordea
verkregen zonder inspanning.
Zoo is het aardsch paradijs, waarin
het eohtpaar Jansen is gaan wonen,
met het vaste voornemen om er
duohtig van te genieten.
Nu, dat hebben ze gedaan. Ze
hebben gezeten in de schaduw van
hun boom, ieder op zyn beurt, daar
hy nog te jong is om twee mensohen
tegelyk te besohutlen zy hebben den
Niagara laten werken een ver
moeiend werkje die Niagarazy
hebben hun tuintje opgeharkt, sla
geplant, het gras begoten, kortom zij
hebben zich gebaad in de zee van
landelyke genietingen.
Daarna begonnen de heer en me
juffrouw Jansen met dezelfde een
parigheid te geeuwen.
Niet ongestraft ledigt men den be
ker des genots tot aan den bodem 1
„Zullen we de Pietersens aanstaanden
Zondag eens op de koffie vragen?"
.Dat is een goed idee," zei juf
frouw Jansen. „Dat zal ons afleiding
geven en ze zullen ons helpen bij
het appelsplukken."
Die meervoudsvorm appels riekte
naar bluf. De geheele oogst bestond
uit éen enkelen appel en die was nog
aangestoken. Zijn ziekelijke toestand
evenwel maakte hem nog belang
wekkender.
Derhalve werd de uitnoodiging ge
daan. De PieterBens antwoordden, dat
zy de invitatie aannamen en den vol
genden Zondag om elf uur zouden
komen, als het mooi weer was.
II.
Het was geen kleinigheid om de
Pietersens te ontvangen. Zij gingen
door voor mensohen, die spoedig
bereed waren met hun kritiek en
daarftftfl mCfst mep ?iyh bloot
stellen, npoh kan hunne söiierpe ton
gen 2é gelegenheid geven, om zich
"ion koste van de villa te vermakeD.
Jansen keek niet op de kosten.
Wat noodig was zou hij betalen.
HAARLEMMER HALLETJES.
Bei Zatardagavonipraat
ccLXXxin.
Niet lang geleden luisterde ik in
den trein naar een praatje over alles
en nog wat, tusschen eeu paar haar-
lemaohe ingezetenen. Natuurlijk werd
Jameson daarby duohtig onder handen
Senomen, de personeel© belasting
esproken en eindelijk kwamen de
twee op het onuitputtelijke onderwerp,
dat bij geen gesprek ontbreken mag
de slechte tyden. De een klaagde zeer
en gooide de schuld op de tijds-
omstandighedeu, op de machines, op
de ooncurrentie, weet ik almaar de
ander bekeek de zaak opgewekter en
meende, dat de toestand nog zoo
slecht niet was.
„Daar heb je nu," zei hij, „de ha r-
lemsohe winkeliers. Ze bouwen in de
laatste jaren winkels meneer, als
paleizen en klagen daarby nog over
de belastingen. .En daarop volgden
de staaltjes, want de twee schenen
volstrekt niet beducht voor het noemen
van namen in den trein (een ver
keerde gewoonte van velen)die
rentenierde, gene kocht maar huizen,
een derde liet zijn zoon studeeren,
kortom wanneer men hem had mogen
gelooven, moesten alle winkeliers in
Haarlem millionaire zijn of de zeker
heid hebben, het te zullen worden.
Nu geloof ik wel, dat er nog ver
schillende flinke winkelzaken in Haar
lem zyn, maar die rentenieren of
huizen koopen zijn toch over 't alge
meen geèn jongere winkeliers. En
wat de mooie winkels aangaat, ik
geloof niet, dat die nu juist het be-
wys zijn, dat de winkelier op zijn
vijftigste jaar un rentenieren zal kun
nen gaan en zijn zaak aan zyn zoon
oadeau geven.
De manier van zaken doen is ook,
wat de winkelnering betreft, veran
derd. Vroeger werden er tienduizen-1
den omgezet en duizenden verdiend, j
aohter een toonbank van vuren hout
dat nog geen meter lang waser lag
een nietig, klein uitstallinkje aohter
de kleine ruitjes en de eigenaar zelf,
wanneer hij eens een luohfje wou
scheppen, zette zyn pet op en ging
hangen over de onderdeur. In dezen
Maar de Pietersens moesten verblind
worden door Sardanapalusaohtige
weelde, om hen goed te doen begrij
pen, welk een afstand er is tusschen
den eigenaar van een villa en de
bewoners van een derde bovenhuis
in de Govert Fiinckstraat. Mocht er
al eens het een of ander mislukken,
dan konden de Jansens nog altijd,
met geveinsde nederigheid zeggen
..ooh, ja, ziet ge, we zyn maar bui
ten P
Eindelyk brak de Zondag aan;
by het krieken van den morgen wa
ren Jansen en zijn vrouw opgestaan
en hadden de lucht geïnspecteerd.
.Het wordt mooi weer," zeiden ze,
„de Pietersens komen stellig."
Daarop begonnen zy, niet aan hun
toilet, maar aan dat van den tuin.
Juffrouw Jansen stofte de rozen
struiken af en verpleegde den kost
baren appelboom met moederlijke
teederheid. Zy ging zelfs zoover,
dat zij al de bladeren bestrooide met
inseotenpoeder. Jansen had zyn jas
uitgetrokken en was in zijn hemds
mouwen met onovertrefbaren jjver
aan het pompen gegaan. Met dui
zelingwekkende snelheid volgden de
emmers water elkander in het blikken
reservoir op. De eigenaar van den
Niagara transpireerde geweU"
maar wat kwam er dat op aan?
Niagara moest vaod*ag geen gebrek
aan water hebben.
In dien tyd weerde Agathade
dikke keukenmeid, zich wat ze kon
▼oor het fornuis en kookte
braaddeals voor een bruiloft.
Toen de Jansens eindelyk bun
werk af hadden, wierpen zij een laat-
sten blik op hun tuintje, dat er uit
zag als een lustoord en wis-e djn
een glimlaoh van tevredenheid.
,Nu zullen die kwaadsprekers, die
Pietersens, niets hebben aan te mer
ken."
„Als ze maar komen," mompelde
Jansen.
„En waarom zouden ze niet ko
men vroeg juffrouw Jansen scherp
by de gedaohte, dat dan al dat werk
voor niets zou zyn geweest.
„Daar komt een wolk," zei haar
man en wees naar de luoht,
krygen regen
„Houd je toch stil met je sombere
voorspellingen
Dit incident had geene verdere ge
volgen. Er was ook geen tijd voor
twisten, want d© gastheer en gast
vrouw moesten om hun toilet den
ken.
Mijnheer Jansen was gauw klaar.
Hij trok een witten pantalon aan,
een zwart luster huisjasje en zette
een grooten stroohoed met breede
randen op. Meer heeft men buiten
niet noodig. Juffrouw Jansen had meer
tyd noodig om zioh in gala te klee-
den en eerst na een uur kwam zy te
voorschijn, met de majesteit van een
Juno die zich rijgt.
Zy vond haar man onder een boom
in den tuin. Hij stond met bezorgd
heid naar de luoht te staren en zei, zoo
dra hij zyn vrouw zag: „De wolk is
grooter geworden."
Je bent mal met je wolk," zei zij
kwaadaardig, „waar zie je dan tooh
een wolk?"
„Daar vrouwtje, boven het dak."
„Dat is geen wolk, dat is rook."
,J». Ï..0.0.A, rook," verklaarde
juffrouw Jansen uitdagend. „Rook 6tl
niets anders. Je zoudt wel willen dat
het een wolk was, omdat de Pioter-
dan niet komen en ofi»dat ik
het ben, die hen heb uitgenoodigd.
tijd willen de mensohen ook van
buiten wat zien ze verlangen aller-
eeist een grooten voorraad, om groote
keus te hebben vervolgens willen ze
sierlijke etalage en mooie spiegelrui
ten, om die etalage te kunnen be
kijken.
Zoo zyn langzamerhand die win
kelpaleizen in de wereld gekomen.
Dat ging des te gemakkelijker, om
dat in den laatsten tijd de kapitalisten
met hun geld geen raad weten. Het
beleggen in land is al even onvoor-
deelig als de belegging in effecten,
onder welke laatste wel solide zyn,
maar toeval ig 1die de laagste
rente geven. Een solide eerste hypo
theek was dus de aangewezen weg.
Bewyst dit dan nu, dat de winkel
stand over 't algemeen overdreven
winsten maakt en ten onrechte klaagt
over de drukkende lasten Immers
neen. De winkel mag groot zijn ge
worden, maar bet kapitaal dat er in
steekt, wordt ook des te grooter, de
eisohen van het publiek klimmen
tevens en de zorgen van den eige
naar vermeerderen in gelijke mate.
Nooit meer dan in dezen tijd heelt
men behoefte gehad aan groot kapi
taal, om een winkelzaak op te zetten
en te dryven. Het gesprek van de
twee medeburgers in den trein deed
mij dan ook denken aan een latynsoh-
hollandsch rijmpje, dat met een
kleine variant voor de gelegenheid
pasklaar kan worden gemaakt:
Labor vincit omnia
„Dat lieg je." zei Peounia
„Waar ik, Pecunia, niet en bin,
„Daar kom jy, Labor, zelden in."
De lieve etraatjeugd wordt nu ferm
achterna gezeten. We hebben er re
chercheurs voor gekregen en die
sporen de kleine misdadigers op met
evenveel goeden wil, als de justitie
zoekt naar de moordenaars van de
laatste jaren. Alleen hebben eorstge-
noemden meer suooes.
Ik sprak daar van kleine misdadi
gers, maar de vraag is of die af
metingsbepaling wei op de daders
van allerlei kleine en groote straat
schenderijen van toepassing is. Nog
Maar het zal niet regenen 1" En toen
haar man de schouders optrok, her
haalde zy met groote zekerheid
„Het., zal. niet., regeuenl
„Intussohen komen ze toch niet
heel gauw," hernam Jansen.
Juist werd er gebeld.
„En ik wed dat ze er zyn," grinnikte
juffrouw Jansen spottend.
„Drommels," zei Jansen, „en de
Niagara loopt nog niet."
Fluks draaide hg het kraantje open,
zoodat de wateren zioh in den bak
stortten met een snelheid van minstens
twee liter per uur en ging daarop
kyken, wie gebeld bad.
Hy kwam evenwel on verzeld terug.
„Zijn ze er nog niet?" vroeg de
vrouw des huizes.
„Neen, het is de boodsohapper, die
een naaimachine brengt. Heb je een
naaimaohine gekocht?"
„Ja, ik heb een naaimachine
kooht. Daar heb ik tooh wel het recht
toe, zou ik denken."
„Zeker, zeker."
„Je zult me nu zeker nog willen
verwijten, dat ik een naaimaohine heb
gekocht."
„Wel neen."
„Er zyn mannen, die bly zouden
zijn als hunne vrouwen een naaima
chine kochten. Maar mynheer zou
liever zien, dat ik diamanten kooht.
Nu goed, ik zal diamanten koopen,
wacht maar."
„Maar Grietje
„Er is bier geen Grietje, mynheer
Er is er is
„O wee, de Niagara loopt nog!"
riep Jansen, op eens bedenkende
dat hij het kraantje niet gesloten had
en hy haastte zioh die fout te herstellen.
Toen hij terugkwam stak hy den neus
in de luohtde hemel werd steeds
meer betrokken en de zon wae aohter
inktzwarte wolken verdwenen.
„Er is meer rook gekomen," zei hy
spottend.
Zyn vrouw beet zioh op de lippen,
klapte met de vingers, haalde de
schouders op, maar zei overigens geen
woord. Een nieuwe stilte volgde.
III.
Een half uur later kwam de dikke
Agatha op de stoep en riep van boven
at„Het is twaalf uur, het dejeuner is
klaar. Komen uw gasten niet? Het
gaat regenen."
„Of het regent of niet," zei juffrouw
Jansen, „je kunt nog een half uur
wachten met opdoen."
„Neen, maar dat is al te kras
riep Jansen, wiens geduld nu uit was.
„Ik voel al druppels. Agatha, dien
dadelijk op."
Agatha, ik verbied het je 1"
„Agatha, ik beveel het je 1"
De eohtgenooten stonden als twee
verwoede leeuwen tegenover elkaar.
Jansen verliet het eerst het slagveld
en rende het huis binnen, terwijl hij
de dikke keukenmeid nog toebrulde:
„Dadelijk opdoen, versta je, dadelijk I"
Juffrouw Jansen, koppig geworden,
wou onder den boom blijven, maar
ze was weldra doornat en ging op
haar beurt het huis binnen, waar
haar man met het servet voor, aan
tafel zat.
„Ei kijk," zei hij spottend, jaagt
de rook je naar binnen
Door het venster kon hij zien, dat
er een ware waterzee op het tuintje
neeïSÏ9Ftt§. Juffrouw Jansen Jsree£
er haast flauwte van, ze had
haar eohtvrieDd wel aan willen vlie
gen, maar bedwong èloh. Intusschen
moest zy noodzakelijk hare woede
Arbeid overwint alles.
Geld.
niet Jang geleden was een meisje van
23 jaar voor den kantonrechter ver-
sohenen, omdat ze 's naohts om half
een een puistje gevangen, m. a. w.
deurtjebei gedaan had. Men zou zoo
zeggen, dat meiBjes van 23 jaar op
dat uur behoorden te snorken. De
straf bleef dan ook niet uit, want
hetzy met opzet, of by toeval, ze had
haar wanbedrijf juist gepleegd aan
het huis van den deurwaarder bij het
kantongerecht, den heer Glaser. Deze,
die uit den aard van de zaak beter
weet dan een ander hoe hy den lan
gen arm der justitie in beweging
moet brengea, nam revanche voor
den hem toegebrachten naohtelyken
sohrik door haar voor den kanton
rechter te laten komen.
Puistjes vangen is geen halsmis
daad, maar ik vraag mij maar altijd
afwat hebben de mensohen er aan
Wat voor plezier is er voor dat meisje
in gelegen, om een familie in den
nscht een schrik aan te jagen Wat
voor genot ligt er in het bederven
van een mooie deurplaat of in het
bekrassen van een pas geverfde
schutting Het schieten met catapul-
ten begrijp ik nog. Daar is een vaste
hand en een juist oog voor noodig,
het is een soort van jacht; zooals
een liefhebber jaagt op eenden en
konynen, jaagt de straatjongen op
lantaarns en dakvensterruiten. Alleen
met dit versohil, dat de straa'jongen
daar geen jaohtacte voor heeft en
die zelfs niet krijgen k&D.
„Natuurlyk zal ik het wel uit mijn
hoofd laten, die soort van glasruiten-
sport daarom te verontschuldigen. Ik
kan me integendeel heel best begrjj-
pen, dat eenige weken geleden een
agent van politie in de Kleine [Hout
straat het nuttig vond, een bengel, die
met een catapult sohoot op andermans
breekbare eieendommen, bij zyn kraag
te pakken. Hy had den jongen willen
meenemen naar het bureau, wat voor
het aanvallig knaapje ongetwijfeld
een zeer leerzame reis zou zyn ge
weest, wanneer niet een buurmeisje,
dat de arrestatie had aansohouwd, op
de wieken der ontzetting naar de
moeder van den jongen was gesneld, j
om haar met de by zulke gelegen-1
heden gebruikelijke overdrijving mede
te deelen, dat Jan of Kees of Klaas
(ik weet niet hoe de held van 't ver- j
haal heette) door de politie werd.
aan iemand koelen en het slachtoffer
was de dikke keukenmeid, die juist
het eerste gerecht, een praohtige pa
ling, bracht.
„Agatha, ik had je verboden op te
doen 1"
„Maar juffrouw, meneer zei..."
„Zwyg, 'k jaaS j® we£ 1"
„Agatha 1" brulde Jansen, „ik ver
dubbel je loon 1"
„Zou die meid my trotseeren
riep juffrouw Jansen, bleek van woede
en, het ontstelde meisje den dampen
den schotel ontrukkende,opende zy het
raam en wierp alles naar buiten in
den tuin.
„Gaat dat zoo 1" riep Jansen en
op zyn beurt greep hij een sohaal
crème a Ia vanille, een lievelings
kostje van zijn vrouw en smeet dat
boven op de paling.
Zyn lieve wederhelft antwoordde
door een kreeft op de vla te doen
volgen. Toen begon tusschen de eoht
genooten een gedenkwaardige strijd,
waarbij eetwaren en aardewerk het
gelag moesten betalen"sohotels,
borden, karaffen en flessohen vlogen
het raam uit
„Daar!"
„Daar 1
„En daar dan
„En daar danl"
„Je zult zien of ik karakter heb I"
„En ik dan 1',
Bet was een verschrikkelijk ge
kraak van gebarsten porselein en
aardewerk.
De keukenmeid, aanvankelijk ver
suft door het geval, werd weldra
door de algenaeene vernielzucht aan
gestoken en braoht, om zioh op hare
meesteres te wreken, zonder ophou
den de schotels aan, die de strijdenden
tot ammunitie dienden.
O Homerus waarom waart gy
niet daar, om dezen Sloterdijksohen
heldenstrijd te bezingen!
Het regende nog maar altijd door.
IV.
Maar er kwam een einde aan dien
regen, die al deze binnenlandsohe
onlusten teweeg gebraoht had en de
strijdlust van het echtpaar verdween
met den regen. De weder verschij
nende zon goot vrede in hunne
harten.
„Als de Pietersens nu eens kwa
men daohten beiden en beschouw
den den stapel gebroken aardewerk
en modderige levensmiddelen, die
voor den Niagara lag.
Gelukkig kwamen de Pietersens
nietl
Doch toen de woede had plaats
gemaakt voor kalmte, deed zioh een
geduchte eetlust gevoelen, die nog
geprikkeld was door het werpspel,
waarmede ze zich hadden bezig ge
houden en met groote moeite konden
ze in de keuken een stukje kaas
vinden, dat ze op eene snede oud
bakken brood verorberden. En dat
terwijl hunne blikken weidden over
het heerlijke dejeuner, dai Agatha
met zooveel kook' en bakkunst had
gereed gemaakt. Helaa^ I
Als besluit van dezen karigen
maaltijd wilden ze dan toch den
eenigen appel plukken. Maar toen
juffrouw Jansen hem doorsneed, vond
zij binnenin niets dan een dikken,
vetten worm.
„Enfin," zei Jansen, „die als het
yo9dig was, de zaken wel yan den
Wysgèérigên kant wist óp te nemen,
„die regen heeft in elk geval ie's
goeds gtd»an, namelijk het reservoir
van den Niagara tot aan den rand
gevuld. Wat de Pietersens betreft,
die moeten het volgend jaar maar
komen om appelen te plukken 1"
Dat kon moeder natuurlyk niet
onder zioh laten. Ze vloog ten deure
uit, alarmeerde gauw even de buren
en weldra was er in de Kleine Hout
straat een leger aanwezig, zoo verwoed
en ontdaan, alsof de Saracenen voor
de stad lagen. Een gevecht ontspon
zioh tussohen de vertoornde buurt en
den agent, die intussohen hulp had
gekregen van een kameraad. Dat ze
evenwel met hun beiden niet bestand
waren ïtegen de politiehaat van de
mannen, nooh tegen de trekkende
liefde van de moeder (trekkend ook
in letterlijken zin, daar ze haar jongen
bepaald van de agenten aitrok), dat
de agenten, zeg ik, tegen die oombi-
natie van natuurkrachten niet bestand
waren, laat zioh denken. Eeu hunner
kreeg zelfs zulke harde klappen, dat
hij een paar dagen zyn dienst niet
kon waarnemen.
Of dit geval daar de aanleiding
voor is geweest, kan ik niet zeggen,
maar zeker is het, dat in den laat
sten tijd de agenten van politie lee-
ren loopen. Dat wil zeggenniet
als een baby, die waggelend, van wal
steekt en na een paar passen omvalt;
evenmin met de bedoeling, om aan
dieven en ander gespuis ten spoe
digste de hielen te kunnen laten zien,
maar ze leeren flink, kranig, militair
loopen, voorts leeren ze houding en
saiueeren.
Eiken middag worden er vijf of meer
tegelyk door een van de adjunct in
specteurs onderricht en dat onder
toezicht van een inspecteur, die in
het leger gediend heeft. „Hoofd op!
borst vooruit l buik inEen twee,
een twee!" Men waant zioh op de
binnenplaats van eene infanterieka-
zerne en ik vrees, dat het voor de
gemeenteambtenaren, wier kantoren
op deze plaats uitzien, een groote
afleidiDg is.
Ik vind h^t denkbeeld uitstekend,
maar mij dunkt, dat de manier
waarop een agent loopen moet, al
thans de loop-oefeningen wel wat
overbodig maakt. By den langzamen
gang, dien hij zioh moet aanwennen,
om niet datgene waar hg op te letten
heeft, voorbg te draven zonder het i
te zien, is het bgna onmogelijk om
het hoofd reohtop, de knieën zooveel'
mogelyk gestrekt, de borst vooruit
en den buik ingetrokken te houden.!
BINNENLAND,
Vrydag vergaderden in de Tweede
Kamer nog enkele Commissiën van
Rapporteurs voor laatstelijk in de
afdeelingen onderzochte wetsontwer
pen, o. a. dat tot wyziging der on
derwijswet met betrekking tot de
vrye- en orde-oefeningen.
By de vele rampen, die de
Am8terdamsohe hoogesohool in den
laatsten tyd hebben getroffen, zal zy
zioh thans nog het verlies hebben
te getroosten van prof. J. Forster,
hoogleeraar in de hygiëne en bacte
riologie.
Hem is een leerstoel aangeboden
aan de Landesuniversiiat te Straats
burg onder omstandigheden, die de
hoop op eene weigering van dat aan
bod benemen.
Vrydag zijn by het afbreken der
ijzeren geraamten van de tentoon
stelling te Amsterdam een tweetal
spanten met de hystelling gevallen.
Twee werklieden, die beneden ston
den, kregen de ijzeren balken op het
lichaam. Een hunner brak een arm,
terwijl de andere zwaar gekneusd
werd aan de ribben. Beiden werden
in het Gasthuis verbonden.
Tengevolge van dit oogeval hebben
de werklieden, die by het afbreken
bezig zijn, den arbeid neergelegd. Zy
eisohen 3 cent loon per uur meer,
dus 25 cent per uur, Aan de firma
Bertaux te Brussel, eigenaars van de
halleD, is telegrafisch bericht gezon
den van het gebeurde.
Ontploffing aan boord.
In het marinehospitaal te Nieuwe
diep zyn ter verpleging opgeno
men de machinist Van Velsen en
de stoker De Bruyn, van de daar
uit de Noordzee aangekomen stoom
trawler Bet»y H. D. 348). aan boord
waarvan in of nabij het kolenhok eene
ontploffing moet hebben plaats gehad,
waardoor beide mannen ernstige
brandwonden bekwamen. De juiste
toedraoht van het gebeurde is niet
bekend gewordennöoh de gekwetsten
nooh de overige opvarenden weten
er eenige verklaring van te geven,
men vermoedt echter dat een of ander
ontplofbaar voorwerp in de steenkolen
verborgen was en het ongeluk heeft
veroorzaakt.
Een Duit*oh oorlogsschip te
Rotterdam.
Te Rotterdam ligt, zooals gemeld
is, ten anksr het Duitsohe oorlogs
schip Sloich, dat Maandag a. s. waar
schijnlijk weder naar Kiel vertrekt.
De commandant, de kapt. ter zee
A. Thiele, en eenige officieren van
dezen oorlogsbodem braohten Don
derdag, vergezeld van den Duitschen
consul, een bezoek aan den burge
meester op het stadhuis te Rotterdam,
dat Vrijdag door een tegenbezoek
van den burgemeester aan boord werd
beantwoord.
Donderdag werd de commandant
bij de Koningin-Regentes in audiëntie
öutvangen.
Heden zou de burgemeester met
den heer A. Thiele, diens offioieren
20 in getal), en de onge
Bij de infanterie gaat dat wel, maar
die marcheert vlugger. Ik voor my
vind een slappen agent geen zielver
heffend gezicht, maar dat zyn hou
ding en gang door het heen en weer
draaien in oen straat er niet flinker
op worden, dat kan ik my levendig
begrijpen.
Misschien gaan nu voortaan cata-
pultschietende bengels 6Q verwoede
buren al voor de kranige houdmg
van de agenten aan deu haal. Het
zou misschien overweging verdienen,
de bovengenoemde oefeningen aan
te vullen met
a. wenkbrauwfronsen.
b. knevelopdraaien.
c. over den sohouder aanzien.
Dit zyn drie dingen, waarmee mis
schien de boosdoende menschheid
ook nog wel een beetje geïntimideerd
kan worden.
Ik weet niet, hoe het den lezer
gegaan is. maar toen ik het vérslag
las in het vorig nummer van deze
oourant over den toestand van de
plannen voor den aanleg van den
spoorweg Haarlem-Nieuwersluis, toen
dacht ik by mijzelven, dat dit een
plan is in heel wijde zakken. De
Hollandsohe Spoor wil niet meewerken
tot de noodige aansluiting aan hare
lijnen, omdat zij de streek te dun
bevolkt vindt en zich geen illusies
maakt vau een druk personen- eu
goederenvervoer. Men zal nu nog
eens probeeren, de Maatschappij te...
veer 35 cadets en 15 adelborsten,
die zich aan boord van de Stosch
bevinden, do haveninrichtingen be
zichtigen.
De Deutsohe Verein zal den com
mandant en zynen offioieren vermoe
delijk des avonds eene soirée aan
bieden.
Aan het voornemen om meer fes
tiviteiten te geven, kan geen gevolg
gegeven worden wegens het overlijden
nu onlangs van den oud-minister van
marine VonStosoh.
Do minister van marine gaat waar
schijnlijk Zondag een bezoek breDgen
aan het oorlogsschip.
Man meldt uit Vlieland
De Ned. bark Montrosekapt.
Visser, met eene lading houtexFin-
sale van Terschelling naar Plymouth
is hier gestrand. Het sohip is gebro
ken en de masten liggen ove. boorch
Het volk is gered.
Pers Overzicht.
Treurige utoningm.
In Nier landa Volksblad wordt het
volgende verhaald van de wyze waar
op in Nederland menBohen wonen en
leven.
Het betreft een deel van Schoter-
land in Friesland, en geeft allereerst
een beschrijving van een groot aan
tal hutten op het vlakke veid. Op een
aarden wal van een meter hoog rust
het gebindte, met stroo en riet ge
dekt, waarover een aardlaag.
De gevelmet inbegrip van den
schoorsteen, plm. 3 M. hoog, bestaat
uit ruwe plankjes op dien aarden
wal. Van buiten gemeten is de hut
6 Meter lang en 5 breed. Men be
denke dat de aarden wal aan den
voet 1 Meter dik is, zoodat die
breedte van de afmeting binnen er
afgaat. Aan den aohterkant is de in
gang. Binnengekomen zien wy
eerst een ruimte van ongeveer an-
derhalven meter lang en de geheele
breedte vaa de hut beslaande. Dit is
de bergplaats vooral voor turf en de
gereedschappen voor den arbeid. Deze
ruimte is afgescheiden van het voorste
gedeelte door een schutting van
1& Meter hoog, dus niet reikende tot
het dak. Die sohutticg doorgaande,
valt ons oog op de reten in den gevel
en op twee raampjes van 50 bij 40
oM., waardoor koude en lioht binnen
komen. Tusschen die raampjes is een
houten rookleiding, van ouderdom
vol openingen, die ons toelaten den
rook naar buiten te zien trokken,
nadat hij geregeld eerst het vertrek
gevuld heeft. Er is geen zoldering
die belet aan de binnenzijde het
gebindte te zien. Dit bestaat uit 10
ruw gekapte boomstammetjes ter
dikte van 15 cM. waarover zioh twaalf
latjes scheren. Hierop rust het dak
van riet en stroo, waarvan de plui-
mes en aren naar beneden hangen
vol roet en stof.
Dit is de „woning" voor zeven per
sonen. Afmeting 4 bij 3 Meter*
Het geheele „ameublementbestaat
uit een kastje van vuronhout, waarop
eenig gebroken aardewerk; een vuur-
houten tafel, een oud brabantsch
fornuis, enkele oude stoelen en een
klok. Twee bedsteden zyn aan de
zijden onder het sohuir.e dak afge
schoten met dunne plankjes. Wij
vragen of wij den inhoud mogea
zien. Die bestaat, wat ligging be~
treft, voor 't eene bed uit siroo en
is gegeven, om onze verbinding met
de Meer te verbeteren door de brug
over de Ringvaart te herstellen, klinkt
mij eene spoorwegverbinding Hoofd
dorp—Sloten—Amsterdam niet heel
vroolijk in de ooren.
Maar laat ons niet bezorgd zijn vóór
den tyd. Het Haarlemmermeorsche
spoorwegnet zit misschien even diep
als het plan-Krieger en men weet, dat
wat eenmaal in wijde zakken zit, licht-
in de plooien verward raakt en nooit.
voor den dag komt.
Aanstaanden Maandag wórdt er in
de Raohtbank een interessante zaak
behandeld, namelijk die tegen den heer
H. F. Bultman Hz. te Haarlemmer
meer, die een paar boekjes geschreven
heeft, waarin hij de persoon en de
handelingen van den luitenant der
huzaren, den heer ten Cate, beoordeelt
op zoodanige wyze, dat de heer ten
Cate een klacht by de justitie heeft
ingediend wegens smaad.
Ik zal den reporter van dit biad de
taak niet uit de handen n6men, om de
bijzonderheden van dit geval te ver
tellen, maar wijs er alleen op, dat de
heer Bultman, naar 't sohynt, zioh ver
dedigen zal met de bewering, dat hij
deze boekjes gesohreven heeft, uit
zelfverdediging, aangezien de heer
ten Cate zijne uitdaging tot een duet
niet had aangenomen. Hij was dus
wel genoodzaakt zich in geschrifte
tegen dezen te verweren.
Nu is het merkwaardige van het
vermurwen, maar het verslag geeft geval, dat men zioh hier beroept op
den indruk, dat de ondernemers zei-een middel tot beslechting van een
ven zich daarvan niet bijzonder veel (geschil dat door de wet verboden is,
voorstellen.
Wel wil de Maatschappij (maar dat
is heel iets anders) twee lynfjes uit
de Haarlemmermeer waarvan een
lokaallrjntje AalsmeerHoofddorp-
Haarlem en éen van Hoofddorp naar
Amsterdam, over Sloten en daar
aansluitende aan de iyn der Holl.
Spoor.
De gevolgen van een spoorweg
plan zijn altyd moeielyk te be-
oordeelen, maar oppervlakkig be-
sohouwd zou Haarlem by dat om een
spoorwegverbinding met Amsterdam
te vestigen, niet al te bost varen.
Juist op dit oogenblik, nu er in deze
gemeente moeite is gedaan en geld
namelijk een duel. Op het houden van
een tweegvecht staan inderdaad strenge
straffen, voor de duellanten en hunne
getuigen te gader. En de kalme mede-
deeling aan de justitie, dat er een
uitdaging tot een duel is gedaan,
bewij-t, dat hier nog weer eenmaal
de traditie, de overlevering van het
tweegeveoht, den wetgever te sterk
is geweest.
Harer Majesteits wetgevers stellen
het duel strafbaar.
Harer Majesteits offioieren willen
het duel niet afsohaffen.
O, afstand tussohen toga en degen!
FIDKLIO.