fweede
Toor onze Vensters.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
De IJzeren Zeeroover.
13e Jaargang
Donderdag 19 Maart 189 6
No. 3900
'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
A T~) V hiK'.T'-FTNr'-pT-m-Nr-
Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentién worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de PiibUcité Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Slice,, Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, by de Tol; Haarlemmermeer, C. DOEKES; Spaarndam, C. HARTENDORP
Zandvoort, J. ZWEMMER; VehenL. VENUS; IJmuiden. J. J. TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE\ Konins-straat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
In de étalage voor de vensters van
bet Bureau van dit Blad zijn de na-
tolgende afbeeldingen gelegd
De reis van den president van
Frankrqk, Felix Faure1. Huldebetui-
ingen aan hem voor het stadhuis te
oulon. 2. Het bezoek van Felix Faure
a&n den vorst van Monaco. 3. Bezoek
jan Marseille. 4. De aankomst aan
bet stadhuis te Marseille. 5. Bezoek
aan een eskader.
De gebeurtenissen in Abessynië.
De negus Menelik te midden van
jne krijgslieden. 2. Menelik en zijn
geleide. 3. Het Abesaynische leger een
ivier doorwadende. 4. Een wacht-
jaats van het AbeBsynisohe leger.
Het defileeren van de Abessyniscne
infanterie.
Het plan voor een nieuw gebouw
roor den graafsohapsraad te JLonden.
Prins Henri ran Orleans en zqne
eisgezellen in Calcutta met zijn escorte
ran Thibetanen.
De „Boboli"-tuinen te Florenoe.
Wijlen prins Henri van Battenberg
ialt houdend op den weg naar Prahzu.
Een debutante na de voorstelling
p weg naar den fotograaf.
Een type van vrouwelijk sohoon.
\'aar de schilderij van Henry Lévy.
De restjes van het ontbijt
Een bokswedstrijd in 1896: „Time!"
De ijzer.-melterq. Naar de schilderij
ran Adolf Menzel.
Overvallen door Atjehers.
De woning van president Kruger
ie Pretoria.
Gezicht op de kerk te Aap eren vóór
den brand en Asperen na den brand
(Deze uit Eigen Haard.')
Politieke platen en portretten.
Politiek Ovarsiokt.
Dinsdag kwam de italiaansche Ka-
er bijeen. In deze bijeenkomst be
sprak markies di Rndini de houding
ran het nieuwe kabinet inzake de
Oost-Afrikaansche toestanden. Het-
;een hij in zijne rede zeide komt op
het volgende neer
De zwakheden en misslagen in de
aanvoering der troepen in Afrika zul
len streng gestraft worden. Wij kun-
sen nog geen precise inlichtingen
over de gebeurtenissen geven, maar
(ie ernst van den toestand blijke uit
de volmacht, aan generaal Baldiseera
gegeven. Den 8sten Maart werd bevel
gegeven op de beste voorwaarden
Mogelijk vrede te sluiten. Daaruit
big kt dat het vorige kabinet de nood-
Bielijkheid begreep om den vrede te
bespoedigen. Baldiseera heeft geseind,
iat hij de tweede helft der verster-
xingen, die nog niet vertrokken zijn,
nog niet noodig heeft. Wij zullen de
nedesonderhar.delingen met fierheid
waardigheid voortzetten. Intus-
schen zullen de vijandelijkheden
voortduren en niet afgebroken worden
voor betamelijke yoorwatrden bedon
gen zijn. Wat het lot onzer wapenen
moge z;jn wij zullen niet streven
naar het bezit van Tigre, we zonden
het land zelfs afwijzen als het ons
aangeboden werd, want wij zonden
macht eoch rijkdom in Ethiopië vin
den. Wij moeten onze positie als
groote mogendheid niet verzwakken.
Wij willen geen protectoraat over
Abessinië. Om een behoorlijken vrede
te verwerven, moeten wij ons echter
op het voortzetten van den oorlog
voorbereiden. Wij vragen 140,000,000
lire tot den laatsten December
van dit jaar. Wij zullen ons die som
verschaffen door eene binnenlandsche
leening, met zeer geringe verzwaring
van de lasten van het loopende dienst
jaar.
Wq dienen eohter voor het dienst
jaar 1896/7 maatregelen te nemen.
Daartoe zullen wq ter zqner tijd voor
stellen doen. Wij moeten ons in
Afrika een blqvende plaats verzekeren.
Wjj moeten, naar de draagkraoht der
begrooting, het leger verbeteren.
Het werk van dit kabinet zoo
vervolgde de minister-president is
het herstellen en behoeden van de
openbare vrijheden en de monarchie
te verdedigen tegen alle aanslagen.
Wij zullen zoowel in den klassen
strijd naar vrede streven, als de maat
schappelijke instellingen verdedigen.
In de buitenlandsche politiek zullen
wij die voorzichtige gedragslijn vol
gen, die ons vrienden en bondgenoo-
ten bezorgd heeft, in wie wij ons ge
loof denken te bewaren. Wij vragen
uw vertrouwen- Wij zullen trachten
dat te verdienen. De minister
kondigde eene hervorming aan in de
benoeming van burgemeesters, als
een teeken van vrijzinnigen, onpartij-
digen en ruimen geest, waarmede het
ministerie dacht te regeeren. Ds bood
schap eindigde met een beroep op
alle deugden tn krachten van het
volk, welke zich bij uitnemendheid
moesten openbaren in deze moeilqke
tijdeD, opdat Italië, na de rampen
van het heden te boven gekomen te
zijn, kon streven naar die ware en
onvergankelijke grootheid, die de
droom was van de krachtige mannen,
aan wie het vaderland zijn herrijzenis
dankte.
Door bijvalsbetuigingen werd zijne
rede nu en dan onderbroken. Toen
hq de dapperheid en de kranige hou
ding van het leger besprak, weer
klonken de toejuichingen van alle
kanten. Met bijna algemeene stem
men werd een voorstel van di Ru-
dini aangenomen, betreffende de dili-
gentie voor de kredietvoorstellen en
de benoeming van eene oommissie
van 'onderzoek van negen leden.
Hierna werd de vergadering verdaagd.
Ook in den Senaat werd de mi-
nisterieele boodsohap voorgelezen.
Toen Imbriani na aan de loyanteit
en geestkracht van het kabinet hulde
te hebben gebracht, zijn vertrouwen
uitsprak, dat op eervolle wqze vrede
zal worden geBloten, zooals uit het;
woord van den negus kan worden
opgemaakt, deden zich hier en daar
woorden van protest hooren Hij
zeide nog, dat de nationale eer is
gered en dat hij hoopte dat Crispi in
staat van beschuldiging zal worden
gesteld.
Gavalotti sloot zich bq Imbriani
aan. Hg aanvaardde het programma
van het Kabinet. Wat Afrika betreft,
drong hq er op aan, dat de regee
ring de vredesonderhandelingen met
kalmte voere. Hij hoopte, dat de
benoemde oommissie goed zal toe
zien.
Sonnino verdedigde Crispi. Baldis-
sera heeft gevraagd over den vrede
te mogen onderhandelen, maar het
kabinet Crispi kon niet antwoorden,
aangezien het zijn ontslag had ge
nomen.
Generaal Macoenni waohtte met
kalmte het oordeel over het vorige
kabinet af, als alle stukken openbaar
zijn gemaakt. Hq bevestigde, dat
Baldissera gevraagd heeft, vrede te
mogen sluiten.
Di Rndini verzekerde, dat alle
stukken zoodra mogelijk gepubliceerd
zullen worden. Hij heeft niet de be
doeling gehad de vorige regeering
te berispen. Hij heeft er zich toe
bepaald, aan te toonen, dat dit kabi
net niet om den vrede heeft gebedeld.
Het rapport van de commissie zal
Maandag voorgelezen worden.
In een ministerraad, gepresideerd
door Felix Faure, heeft het iransche
Kabinet kennis genomen van een
schrijven van den eDgelscben gezant te
Parqs, waarin kennis wordt gegeven
van het plan der engelsche regeering
tot eene expeditie naar Dongola.
Daarna had Berthelot een onderhoud
met <ien gezant en hem, inlichtingon
vragende omtrent de aanleiding tot
de expeditie, op de ernstige gevolgen
er van geweren.
De Patriote te Bruesel heeft den
secretaris van den Kongo-Staat Van
Eetvelde geïnterviewd over de tijding,
als zou de Kongo-Staat een overeen
komst met F. ankrijk gesloten hebben
om gemeen schappelijk op te treden
tegen een inval der Derwisjen aan den
Boven-Nijl. Van Eetvelde verklaarde
dat het bericht van allen grond ont
bloot ip, Er bestaan geen andere ver
dragen tu6schen Frankrijk en den
Vrijstaat, dan de reeds lang bekende.
In het engelsche Lagerhuis zeide
de ondersecretaris van buitenlandsche
zaken Curson Dinsdag het volgende
Tusschen Engeland en Italië zijn i
mededeelingen gewisseld betreffende
den veldtocht tegen Soedan. DeItali- j
aansche regeering ziet den opmarsch
met genoegen, aangezien hq hare
stelling te Kessala ten goede komt.
Er is geenerlei belofte gedaan om
Italië te helpen.
Het gerucht, dat China Lapa aan
Duitschland heeft afgestaan, schijnt
den minister ongegrond.
Whiteley stelde eene motie voor,
waarbij de regeering nitgenoodigd
werd al het mogelijke te doen om
door een samengaan der mogendheden
een vaste verhouding tusschen zilver
en goud te vestigen, welke na eene
rede van den minister van financiën
met algemeene stemmen werd aan
genomen.
In de franpche Kamer is Dinsdag
bij de behandeling van het ontwerp
van wet op de parijsche wereldten
toonstelling in 1900 het amendement
ter tafel gekomen van Vaillant.
Het eerste gedeelte, betrekking j Bij kon, besluit is aan den ontvan-
hebbende op de regeling van den ger der directe belastingen en accijn-
arbeid voor de tentoonstelling, werd zen.
aangenomen.
Na bestrijding van Bourgeois ver
wierp de Kamer het tweede gedeelte
betrekking hebbende op den acht-
urigen werkdag en het minimumloon.
Het voorstel van Baudry om Zon
dags voor de tentoonstelling niet t9
laten werken werd eveneens verwor
pen. Het geheele ontwerp werd
daarna aangenomen.
STADSNIEUW 8
eerste en derde pagina.
Haarlem18 Maart.
De Stel. bevat de statuten der ver-
eeniging Anti-sociaal-democratisohe
vereeniging van Nederlandsoh Spoor
wegpersoneel onder de zinspreuk
„Reoht en Plicht," alhier.
Schouwburg.
Vrijdag a. s. voert het gezelschap
van Lier alhier op .Anne-Mie" het
bekende oorspronkelijke drama in
vier bedrijven van Rosier Faassen.
Dit drama, dat wel als een der best
geslaagde van de vele volksstukken
van dezen auteur mag beschouwd
worden, zal ongetwijfeld ook nu niet
nalaten zijne gewone aantrekkings
kracht op het publiek uit te oefenen.
De heer A. J. Cats alhier herdenkt
Zaterdag den dag, waarop hij voor
25 jaar de waardigheid van Opper -
voorzanger der Nederl.Isr. Gemeente
alhier heeft aanvaard.
Voor het akte-examen nuttige hand
werken zijn te 's-Gravenhage geslaagd
de dames M. J. Donoker, C. J. de
Hartog en F. van Gelder, allen alhier
De agent van politie J. B. Huqs-
mans alhier is benoemd tot oonduc-
teur bq de te openen tramlijn Haar
lem-Beverwijk.
De bazen zijn verzot op de jonge
spruitjes der crocussen. En daar de
jachtwet ontkent, dat ieder op zqn
J. L. van Gennep te Voorborg
c. s., op zijn verzoek, eervol ontslag
uit 's Rijks dienst verleend, behoudens
aanspraak op pensioen.
Bij kon. besluit is, met ingang van
1 Mei 1896, benoemd tot direo enr
van het post- en telegraaf-kantoor te
Ternenzen, J. Spaanstrs, thans direc
teur van het telegraafkantoor te Amers
foort.
Bij kon. besluit is, met ingang van
1 Mei 1896, aan W. F. Slegt, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend
uit zijne betrekking van directeur
van het postkantoor te Bergen op
Zoom.
Bij kon. besluit is de Oost-Indische
ambtenaar met verlof J. A. Bonner
man, laatstelijk onderwyzer 3e kl.bij
het o. 1. onderwijs voor Europeanen
en met dezen gelijkgestelden in Ned*-
Indië, met ingang van 1 April 1896
wegens physieke ongeschiktheid eervol
uit 's lands dienst ontslagen.
De uniforme bepalingen voor het
vervoer van kinderen op de Neder-
landsche spoorwegen zijn door de re
geering goedgekeurd, met dien ver
stande dat de bepaling voor bet
vervoer van m kind, zoodanig worde
aangevuld, dat op de plaatskaarten
vc or heen en terug geen vermindering
van vrachtprijs wordt toegestaan.
Door de spoorwegen zullen, bij het
in werking treden der aldus aange
vulde nieuwe bepalingen voor het
vervoer van kinderen, tevens de plaats-
kaarten enkele reis algemeen zoodanig
worden ingericht, dat zij in tweeën
kunnen worden gesplitst, zoodat de
helft daarvan kan worden uitgereikt
aan éen kind, dat voor den hal ven
vrachtprijs wordt vervoerd.
Hoe het volgens de bepalingen
onzer postwet in een enkel geval
goedkooper kan zijn een boekje als
brief dan als gedrukt stuk te ver
zenden, heeft een Amsterdammer
Maandag ervaren.
Het boekje dat iets meer dan 150
gram woog, was bestemd voor iemand
wonende binnen den kriDg van stads-
port. Hij wilde het als drukwerk ver
zenden en zou daarvoor, zooals
een poetambtenaar hem inlichtte
inspecteurs van den opsporingsdiens
te 's Gravenhage onderrichten.
De moord te Velp.
Omtrent dezen moord deelt men nog
mede
De dader, Martinns Alberts, oud
50 jaar, is bleekersknecht en gewezen
O.-I. militair. Sedert eenige jaren is
bij gehuwd met Hendrina P., wed.
van v. d. E. Hij viel zijne vrouw met
een slagersmes eau en bracht haar
negen wonden toe, waarvan éen ge
stoken werd in de rechter long, éen
in het linker sleutelbeen, twee gesne
den wonden aan den rechter onder
arm, terwijl van het bekleedsel van
haren schedel een stuk was afgesne
den ter grootte van de palm van een
hand, en ook over de linkerwang
een groote gesneden wond was toe
gebracht.
De verslagene, die 57 jiar oud
was, heeft nog kracht gehad om op
de straat te vluchten tot de woning
van den arbeider H. D. in de Broek
straat, waar zij weldra tengevolge van
verbloeding overleed. De dader sloot
zich in zijne woning op doch werd
na hevig verzet en nadat het raam
en de deur verbrijzeld waren, gearres
teerd en voorloopig in net arrestan
tenlokaal te Velp opgesloten. Maan
dagmiddag stelden de rechter-ci >mmia-
saris mr. Gratama en de substituut
officier van justitie bij de rechtbank
te Arnhem, te Velp een onderzoekin,
terwijl twee dokters uit Arn.'iem de
sectie verrichtten. Bij het lijk zijner
vrouw gebracht bekende A. dadelijk
de misdaad. Alberts stond bij de
politie zeer slecht bekendhij heeft
een ongunstig verleden aohter zich.
Eenige jaren geleden deed hij eene
poging tot zelfmoord.
eigen terrein meester is over het 7lk cent port hebben moeten betalen.
.Maar als ik er nu een brief van
maak
.Een brief beneden 200 gram
eischt binnen den stadskring 5 cent
port".
De afzender sloot nu de enveloppe,
plakte er een stuiverspostzegel op
en deed den .brief' in de bus.
Hbld.
wild, zqn de kweekers van alle kan
ten gebonden en moeten zq zeer veel
kosten maken om te traohten hunne
velden te beschermen. Eenige kwee
kers te Lisse, wier gronden gelegen
zijn nabij het wildrqke landgoed
„Keukenhof," hebben onlangs aan de
eigenares daarvan, barones van Pal-
landt, gevaaagd, door draadwerk het
wild in hare bössohen te houden;
dooh op dat verzoek werd afwijzend
besohikt.
BINNENLAND.
Uit de Staatscourant.
Bij kon. beelu t is nan den off. v.
gez. Ie kl. dr. K. A. E. Seipgens, op
zijn verzoek, met lo. April a.s.
eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend.
Pers Overzicht.
De politieke toestand.
De Grondwet wijst op bet herhaal
delijk waarneembaar verschijnsel, dat
kiezers, ondanks alle pogingen, om
hen van den grooten politieken weg
te voeren naar de moerassen der per
soonlijke en stoffelijke belangen, toch
in het algemeen blijven wat zij waren.
Daar mogen al leiders komen, die hen
willen vereenigen in clubs als van
„Handel en Nijverheid". „Algemeen
belang", .Eigen Ho lp", „Protectie ver-
eenigingen" of dergelijke, de legertros
blijft altijd in het eind in handen van
de bestaande groote politieke par-
tqen.
Het blad begrijpt eohter niet, hoe
katholieken zich bij dergelijke neutrale
kiesvereenigingen kunnen aansluiten
of heil kunnen verwachten van cau-
didaten door dergelijke vereenigingen
voorgesteld. Zij toch weten dat 't hun
plicht is, vóór alles te letten op de
godsdienstige en politieke richting van
üen candidaat. Met ons eng en be
nauwd kiesstelsel schijnen echter meer
meer persoonlijke en stoffelijke
Bertillonage.
In de strafgevangenis te Rotterdam
heeft Dinsdag in tegenwoordigheid
van verschillende leden der rechter
lijke macht eene proefneming plaats
gehad met het etelael-Bertillon.
Ben der vertrekken van het hoofd- belangen op den voorgnyid te treden
oommissariaat van politie te 's Gra-en, al zijn de kiezers tot dusver wijzer
venhage wordt ingericht uitsluitend i geweest dan velen hunner leiders, ala
voor den dienst der lichaamametingvol-de politieke toestand zoo verward
gene dit stelsel. Dinsdag kwamen tweeblijft, als de partijen zich niet weten
jpolitie-ambtenaren uit Rotterdam de te organiseeren, dan bestaat er ge.
Naar het engdsch
MAX KEMBERTON.
HOOFDSTUK XIX.
De moordenaars in de Baai.
32)
Bij die woorden kwamen zq allen, geen man uitge-
Knderd, terug en gingen bevreesd naar den waterkant.
Dertig van hunne makkers lagen dood of gewond op
de eteenen en velen die naar ons toe kwamen kruipen,
èadden kogels in hun lichaam. Black evenwel dacht
dear niet aan.
„Waar ie uw aanvoerder?" vroeg hij en «q wezen
naar den Amerikaan, die daar neerlag, terwijl het bloed
Git een wond in de linker zijde gutste.
,Is hem dat?" schreeuwde de verwoede man. „Wel,
wij zullen hem voor bederf bewaren, zooals wij ham
doen. Haalt uw toortsen en legt hem tusschen het ijs."
Zijne hartstochten overmeesterden hem, maar ik kon
niet begrijpen wat hij meende en ik vroeg:
„Wat gaat gij doen met den man
„Wat ik met hem doen ga," gilde hij, zonder er op
te letten, wie hem de vraag deed, „ik ga hem be
graven."
Het was merkwaardig te zien, hoe de mannen die
een oogenblik te voren hem getrotseerd hadden, hem
gehoorzaamden als slaven. Er heerschte een volkomen,
diepe stilte; een ieder was stom; maar zij allen hielpen
hem met zijn vreeselijken arbeid en haalden graven en
schoppen.
Wat den Amerikaan betreft, die zat te kreunen van
pijn op het strand, ik kan niet begrijpen hoe iemand
nog iets wenschte toe te voegen aan zijn ellende; maar
hij vroeg niet om hun medelijden en het was duidelijk,
dat hg wist, wat zij gingen doen. Soms werd hij aan
getast door een koortsachtige razernij en balde hq zijn
vuisten, dan weder goot hij zijn toorn uit over Black,
die met welgevallen naar hem luisterde, blij dat hij
zijn toorn had opgewekt. En hoe meer de man vloekte,
hoe meer voldaan de ander scheen te zijn.
„Wij zullen moeten sterven, beiden," zei de Amerikaan
ten laatste, toen zijn woede verminder 'e„gij zoowel
als ik, Black en veel anders hebben wij niet te ver
wachten maar God zal dit van mijn rekening af
trekken en bq de uwe tellen. Ga voort, en leg mij
hier zooals ik hier zit; maar ik zal weder op
staan en de dag zal komen, wanneer gij eiken dollar
zoudt willen geven om mij weer op te grayen en mij
weder in het leven te kunnen roepen."
Het een hielp den man al even weinig als het ander.
Ik geveelde op dat oogenblik groot medelqden met hem
en ik trok Black aan den arm en wilde voor hem gaan
pleiten; maar toen hij mij zag balde hij zijn vuist en
ik deed een schrede achteruit, want aan de uitdrukking
van zijn oogen zag ik, dat hij op dat oogenblik niet
minder krankzinnig was, dan de ergste krankzinnige in
een gekkenhuis. Want hij stond daar met schuim op
zijn mond, en mompelde; zijn handen had hij dicht
geklemd, zijn hoed lag op de sneeuw en de zweetdrop
pels parelden op zijn gebronsd voorhoofd. Hoe de
mannen zich ook haastten, zij waren niet half vlug
genoeg, en toen -zij begonrien te graven, haastte hij ze
nog meer, totdat zij een grooten berg hadden uitge
graven.
Het was een spookachtig tooneel spookachtiger
dan ik ooit iets aanschouwde.
Wij stonden in een sneeuwknil te midden van de
heuvels en boven ons verhieven zich de pyramiden ven
basalt. Geen spoor van eenigen plantengroei was te zien,
zelfs niet van mos daar op die vlakte boven de zee; en
het geschreeuw van zeemeeuwen verstomde in de stilte
van den nacht. De maan, die hoog aan den onbe wolk ten
hemel stond verlichtte de rotsspleten en besprenkelde
de golven met een gloed van vuur. Er woei geen wind,
zelfs niet een nachtelijke koelte, men hoorde niets dan
de zwaarmoedige stdte van den alom tegenwoordigen
nacht, het vallen van de sneeuw van de lawiuen, het
kreunen van den veroordeelde.
In die sneeuwvlakte, welke het middelpunt vormde
van deze verlatenheid, werd het graf gegraven voor den
levende. Van verre slóeg ik het tooneel gade vast
gehouden door die on ver kin ar bare aantrekking en ik
zag, dat zij hem in den kuil rolden, welken zq gegraven
hadden en de sneeuw met schoppen op hem wierpen.
Zwijgend zag hq het aan maar toen alleen zijn hoofd
nog niet bedekt was, uitte hij een kreet van doodsangst,
welke verrees als van een man voor God en het duur
de minuten voordat de echo wegstierf. Toen was alles
stil, de mantel des doods was op hem gevallen. Lang
zaam namen zij die het werk verricht hadden, hun ge
reedschap op en gingen naar het strand maar kapitein
Black was niet in staat heen te gaan van den man, die
geen vijf minuten geleden hem vervloekt had. Bloots
hoofds en alleen stond hij bij het graf van Bneeuw
en zag neer op den graiheuvel die nu schitterde van de
ijskristallen.
En terwijl hij daar Etond kwam er een luide,
vreemde klucht van een ver verwijderden heuvel, een
doordringende kreet als van een tot de eeuwigheid
ingaande ziel en het geluid werd weerkaatst van berg
top tot bergtop, van rotspleet tot rotsspleet het was
een wilde, woeste kreet van smart, verdriet en ellende
en ik wist dat het de kreet was van een der zeelieden
die men uit de mijn had weggejaagd van iemand
die misschien den dood van vriend oi broeder be
treurde.
Bij het hooren van dien kreet schrok Black op en
hij huiverde als van kou, toen ging hij heen van het
graf en wendde zijne schreden naar het strand. Hij
kwam tot bezinning.