regeeren voor U maar zonderUt" van f 2859.07. Tot dusver werd een
H. A. GANUS Jr. totaal ontvaDgan van f16,152.97.
Uit de Staatscourant.
Bij kon. besluit is aan jhr. H. M,
van der Wijck, minister van marine,
te 's Gravenhage, verlof verleend tot
het aannemen der versierselen van
ridder-grootkruis der militaire orde
van de Heilige Maagd of der Ontvan
genis van Villa Visosa, waartoe bij
door Z. M. den koning van Portugal
is benoemd.
Bij kon. besluit zqn, met ingang
van 1 Mei:
I. op pensioen gesteldde kolonel,
commandant van het korps mariniers
A. H. W. .de Gelder, en de le luit.
van het korps mariniere J. C. van
Hoek, en i3 hun toegekendaan
eeri-tgenoemde een pensioen van f2100
's jaars en aan laatstgenoemde een
pensioen van f539 's jaars, benevens
eene verhooging van ieders pensioen
ingevolge, artikel 1, c, der wet van
1 April 1875 (ötbl. no. 33), respeetie-
velqk ten bedrage van f76 en 1225
's jaars
II. bij het korps mariniers bevor
derd tot kolonel, commandant van
het korpB, de luit.-kolonel J. H. van
"YY'eiytot luit.-kolonel, de kapitein
J. R. J. P. Cambier, en tot kapitein,
de le luit. J. C. J. B. A. de Josselin
de Jong.
Bq kon. besluit is bepaald, d t de
bi] art. 31 van hetjreglement voor het
Kon. Instituut voor de marine te
Willemeoord bedoelde commissie voor
het eindexamen van de adelborsten
der 2e kl., in dit jaar zal bestaan uit:
den gepensioneerden vice-admiraal-
titulair W. L. A. Gericke, voorzitter
der commissie tot het examineeren
van zeeofficieren en adelborsten, als
voorzitterde kapts. ter zee H. R. J.
J. Thorbecke en H. O. Feith, den
kapt.-luit. ter zee J. D. Hordijk en
den luit. ter zee le kl. J. P. van
Rossum, lid van laatstgenoemde com
missie, als ledende kapts. ter zee
H. van den Pauvert en P. Heyning
als plaatsverv. ledenen dat aan be-
doe de commissie als adviseerend lid
wordt toegevoegd de kapt. ter zeeA.
P. Tadema.
Bij kon. besluit zijn de heeren J.
Jutte en J. Yeenhoven benoemd tot
adelborst le kl. bij de Kon. Ned.
marine-reserve.
Bij kon. besluit is aan E. J. Teu-
niBsen, eervol ontslagen schrijver le
kl. bij de Pyrotechnische werkplaatsen
te Delft met instandhouding van
het hem vroeger toegekend Indisch
gagement met ingang van 1 Oct.
een tweede pensioen toegekend van
1347 's jaars.
Bij kon. be-luit is de generaal ma
joor W- G. Rompelman, commandant
der le diviBie infanterie, op zijne aan
vrage, op pensioen gesteld en het
bedrag van het pensioen bepaald op
i 2700 '8 jaars.
Bij kon. besluit zijn benoemd bij
het wapen der infanterie, bq den staf
van het wapen, tot generaal-majoor,
commandant der le divisie, de kolonel
C. P. van Pommeren, commandant
van het 8e reg.bij het reg. grenadiers
en jagers, tot luit.-kol. de majoor T.
W. J. Buys, van het korpsbij het
le reg., tot kapt., de eerste Iuit.-ad-
judant H. C. Verheul en tot eerste
luit,, de tweede luit. L. A. Ort, bei
den van het korpsbij het 4e reg.,
tot majoor, de kapt. A. D. Petter,
adjudant van het reg. grenadiers en
jagersbij het 8e reg., tot commandant
van het korps, de kolonel J. T. T. C.
van Dam van Iseeit, a la suite van
het 3e reg., thans belast met de l'unc-
tiën van hoofdofficier voor het reser
vekader.
Bij kon. besluit ie, met ingang van
1 April, benoemd tot opzichter der
lste kl. voor het stoomwezen de op
zichter der 2de kl. R. van der Valk.
De Nederlandsche Bell-Telephoon
Maatecnappij heeft, naar wij vernemen,
een gunstige beschikking verkregen
op haar request, om het tarief voor
het gebruik van de publieke telephoon-
stations in lokaal verkeer belangrijk
te verlagen. Met iDgang van 1 April
zal slechts f 0,10 per gesprek berekend
worden en het aantal publieke stations
in de gemeente 's Gravenhage zal nu
weldra belangrijk worden uitgebreid.
Dagbl.
Bij de commissie tot inzameling
van gelden ten behoeve der slacht
offers van de dynamietontploffing te
Johannesburg zijn nader giften inge
komen tot een gezamenlijk bedrag
Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en
Plantkunde-!
Het bestnur van de Bloemen- en
Plantencommissie van bovengenoemde
Maatschappij maakt bekend, dat in
hare op 14 Maart jl. in „Artis" te
Amsterdam gehouden vergadering de
navolgende onderscheidingen zijn toe
gekend
Getuigschriften le klasse aan 1.
Verzameling S tamst mi krozen als nieu
we cultuurproef ingezonden door den
heer J. v. Houten, tuinman-bloemist
op „Wisseloord" te Hilversum. 2.
Galantu» robustus van de firma E. H.
Krelage Zoon, te Haailem en van
den 'heer C. G. van Tabergen Jr., te
Haarlem. 3. Iris Bornmulleri van den
heer C. G. van Tabergen Jr., te Haar
lem. 4. Iris reticulata Juno, o. do. do.
Mars, 6. do. do. Stella, van de firma
Peter (van Velsen Zonen, te Over-
veeD. 7. Lachenalia bybr. C*wston
gem. van den heer C. G. van Tuber-
gen Jr., te Haarlem. 8. Tolipa viola-
cea, van de firma E. H. Krelage
Zoon, te Haarlem, en van den heer
C. G. van Tubergen Jr., te Haarlem.
Getuigschriften van verdienste, aan
9. Cyclamen pereicum giganteum, als
resultaat van bemesting met bloe-
menmest van de firma Krol Co.,
te Zwolle. 10. Galanthns Elwesi Aidin,
van de firma E. H. Krelage Zoon,
te Haarlem. 11. Galanthus Ikariae,
van de firma E. H. Krelage Zosn,
te Haarlem en vaD den heer C. G.
van Tabergen Jr., te Haarlem. |12.
Lachenalia pendula gigantea, van den
heer Van Tubergen Jr., ts Haarlem.
Botanisch getuigschrift aan 13.
Sternbergia Fischeriana, van den heer
C. G. van Tubergen Jr. te Haarlem.
No. 2, 3, 7, 8, 10, 11, 12 en 13 in
gezonden als nieuw ingevoerde. No.
4, 5 en 6 als nieuw gewonnen planten.
Brongas.
Een nieuwe gasbron is in de on-
middellijke nabijheid van Amsterdam
ontdekt en wel op het fabrieksterrein
der heeren J. en C. Blooker. In den
stal bevond zich reeds sedert lang
eene wel. Deze wel blqkt gas te leveren
in zulke hoeveelheid en van zulke
uitstekende qualiteit dat de fabrikanten
er aan denken ook op andere punten
van het terrein de bron aan te boren
het gas dan aan te wenden tot
het verhitten der spitten, waarin de
oaoaoboonen worden geroosterd.
Voorloopig is op de wel een een
voudige gasketel geplaatst met hst
beste gevolg. Het gas is rsukeloos
en geeft goede hitte.
Door een toeval is de bron ontdekt.
De koetsier zou des avonds laat
water uit de wet putten eu maakte
daarbij gebruik van een vetkaars.
Plotseling zag hij eene blauwe vlam
boven het water zweven, wat de zeker
heid versohafte, dat de wel gas be
vatte.
In de aanstaande Paaschweek zal,
naar Het Vad. verneemt, een gezel
schap van 75 personen, heeren en
dames, de leden van de Relormclub
te Manchester, een bezoek aan ons
land brengen, om de voornaamste
bijzonderheden onzer groote steden te
bezichtigen. Het gezelschap zal Am
sterdam, Rotterdam, Haarlem, Doid-
recht en Den Haag bezoeken. Het
langst zal men in de residentie ver
toeven.
Een opatootje.
Vrijdagavond ontstond voor net
café van Reens op het Rembrandts-
plein te Amsterdam een oploop van
menBohen, omdat een drietal matrozen,
die daar binnen waren, spectakel
maakien. Een inspecteur daar ter
plaatse gekomen, trof vijf agenten
aan, die é9n der matrozen wilden
arresteeren, terwijl de anderen zich
hiertegen krachtdadig verzetten. Een
groote volksmenigte bemoeilijkte de
agenten door opdringen en trachtte
den arrestant te ontzetten, waarom
de inspecteur voornoemd, die in
burgerkleeding was, met den sabel
van een der agenten ruimte heeft
gemaakt. Na veel moeiie slaagde men
er in een der matrozen naar den post
op het Rembrandtsplein te geleiden
en bleek dat deze door een mes- of
sabelsteek in den buik was verwond.
Hij is onder geleide van den inspec
teur en twee agenten per raderbaar
naar het militair hospitaal vervoerd,
alwaar de dienstdoende officier van
gezondheid verklaarde, dat de wonde
hoegenaamd niet gevaarlijk en de
huid slechts gekwetst was. Onderweg
heeft de inspecteur nog te vergeefs
getracht ook een der andere matrozen
te arresteeren.
Den agent, die het eerst adsistentie
had verleend, ia de helm van het
hoofd geslagen en heef', evenals de
andere agenten trappen en schoppen
bekomen. Bij onderzoek is gebleken,
dat de matrozen uit gemeld café de
bezoekers wilden verdrijven, hetgeen
hun door den houder en zijne vrien
den is belet.
Brand te Botterdam.
De brand, die Vrijdagnacht in de
Baan te Rotterdam woedde, en waarvan
reeds een en ander in ons vorig blad
is opgenomen, werd door het kracht
dadig optreden der brandweer, die
m°t 8 brandspuiten en twee stoom-
brandspuiten werkte, beperkt tot de
bovenverdiepingen van het f*brieks
gebouw.
In het ondergedeelte was gevestigd
de Nederlandsche Kistenfabr ek voor
heen Dubbelman Co., terwijl op
de bovenverdiepingen gevestigd is een
fabriek van meubelen der firma Sche
rm Co. Een groote voorraad fijn
timmerhout en meubelen waren daar
aanwezig en gaven het vuur ruim
voedsel. In de kistenfabriek is weinig
brandschade doch dea te meer water
schade aangericht. Tegen 6 uur in
den ochtend was de brand gebluscht.
Assurantie dekt de schade.
Pers Overzicht.
Eet recht van initiatief.
Mr. R. van Boueval Faure heeft
de redevoeringen, welke hij in de
Eerste Kamer heeft gehouden bij da
behandeling van het vooratel-Hartogh
in druk lateu verschijnen, waarbij
hij eene voorrede heeft gevoegd, waarin
hij een onderwerp bespreekt, dat hij
in die redevoeringen niet had behan
deld de vraag, „of het wenschelijk
zij dat de Tweede Kamer, ten aaa-
zien van andere onderwerpen als deze,
van haar recht van initiatief gebruik
make".
Hij beantwoordt deze vraag ontken
nend en zegt o. a. dat in deze zaak
de „natuurlijke loop der dingen" na
tuurlijker en ook gemakkelijker te
volgen zou geweest zijn.
„Wij ontmoeten dus ook bij dezen
echrijver", merkt het Alg. Bbld. hierbij
op, „meer de opvatting, dat het niet
de natuurlijke loop der dingen is,
wanneer een lid der Tweede Kamer
gebruik maakt van het uitdrukkelijk
ia de Grondwet toegekend recht en
wanneer dus op zijn aanstichting een
ontwerp tot wet wordt verheven.
Waarom was het ontwerp-Hartogh
„uit zijn aard" minder geschikt om
op initiatief der Tweede Kamer wet
te worden Leest men dan niet bij
prof. Buys (bl. 617) ook nog deze
opmerking .De Grondwet heeft niet
alleen het recht van initiatief gege
ven, maar dit ook zoo ruim en zoo
breed mogelijk"?
„De heer Van Boneval Faure heeft
in een zijner redevoeringen er zijn
verbazing over uitgesproken, dat in
het departement van den minister
van justitie, volgens de verklaring
van dezen, geen gegevens voorhanden
waren voor het wetsontwerp of zijn
beoordeeiing \an belang. Maar of de
heer Faure er verb-asd over was of
niet, gegevens waren er niet. En
eigenlijk zouden deze toch de eenige
reden kunnen zijn, waarom de Re-
geering beter in staat was een ontwerp
tot wijziging van het Wetboek van
Rechtsvordering uit ts werken, dan
ean bij uitstek deskundig lid der
Kamer."
Wat heeft men toch tegen wetten
op initiatief van de Tweede Kamer
tot stand gekomen? vraagt het übld.
Is de Regeering zoo vlug in het ma
ken en indienen van noodige wets
ontwerpen, dat het zou zijn aleofeen
Kamerlid zich indrong in het werk
eens ministers, wanneer hij een ont
werp vervaardigde Heeft de minister
niet het recht en de gelegenheid zich
te doen gelden bij de behandeling van
ontwerpen door een lid bij het bureau
der Kamer gedeponeerd Kan de
Regeering, wanneer een lid der op
positie een wetsontwerp indient, niet
evengoed rekenen op den steun narer
meerderheid, als wanneer zij zelf een
voorstel doet? En de degelijkheid
van behandeling loopt die eenigszins
gevaar wanneer een Kamerlid zich
bq ons waagt aan het gebruik maken
van zijn recht van initiatief, bij ons
zoo zeldea toegepast? Zal hij juist
om .de zeldzaamheid van het geval
niet zorgen zooals trouwens de
heer Hartogh gedaan heeft bqzou-
der goed beslagen ten ijs te komen?
„Wie weet noe herhaaldelijk van
het recht van initiatief gebruik ge
maakt wordt in bijna alle parlementen
van Europa," dus besluit het Alg.
Hbld„en er dan op let hoe bitter
weinig onze wetgevende machine jaar
aan jaar voortbrengt, zal zich moeten
verheugen dat onze Kamerleden in
den laataten tijd zich beqveren den
parlementairen arbeid iets meer pro
ductief te makeo.
„Eu is het niet nogal merkwaardig,
dat zoo menig voorstel van wet, dat
in de laatste 25 jaren rijn ontstaan
aan het initiatief van Kamerleden te
danken heeft gehad, ook werkelijk
den weg naar het Staatsblad heeft
gevonden Zoo heel slecht schijnen
die ontwerpen, die buiten den „na
tuurlijken loop der dingen" in be
handeling gekomen rijn, toch niet te
zijn geweest 1''
Leger en Vloot
Den lSen April vertrekt per stoom
schip Primes Amalia van Amsterdam
naar Oost-Ind.ë een detachement aan-
vullingstroepèn ter sterkte van twee
onderofficieren en 40 minderen, onder
bevel van den van verlof terugkee
renden kapt. der inf. O.-I. leger F. W.
FT. Tuinenburg en onder medegeleide
van den voor dat leger bestemden
2e luit. der inf. J. P. Donk.
Letteren en Kunst.
Inhoud van de „R vue Générale
des Sciences pures et Appliqué;
van 15 Maart.
1. L'étal actuel de la Pisciculture
marine. M. W. Fulton.
2. Le3 faits nouvellement acquis
Bur les Rayons de Roentgen. M. C.
Ravean.
Les Hypotheses aotuelles sur la
nature des rayons de Rceütgen. M.
Olivier Lodge.
4. Expérience8 a tenter sur leB
Rayons de Roentgen. Lord Keivin.
5. Les récentes ótudeB Bur les
Faunes les plus anciennes. M. J.
Bergeron.
6. Actualités scientifiques et indus
trielies: Les nouveaux toneurs a
adhérence Magnétique.
7. Notices et oomptes rendus bi-
bliographiques.
Rechtszaken.
Voor de rechtbank te Arnhem ver-
soheen Zaterdag G. Barbeider, oud
29 jaar, tsr zake van afpersing, poging
tot afpersing en poging tot doodslag.
In den avond van 8 Februari belde
bekl. aan bq den landbouwer A. Cos-
termans, te Eist en toen de deur werd
opengedaan, zeide hq„geld of ik
steek den boel in brand." CoBtermans
kwam daarop zelf uit bed en stak een
gulden door de reet van de deur. „Dat
is niet genoeg", zeide bekl. tn ver
dween in de duisternis.
Drie dagen later wachtte bekl.
's avonds den landbouwer Vlemmen
op, na eerst aan diens huis geluisterd
te hebben, waardoor hq wist dat V.
niet thuis was. Hij sprak toen V. aan
op een eenzamen weg en vroeg hem,
met een revolver op de borat gericht:
geld 1 „Hoeveel'" vroeg V. „Tweehon
derd gulden" V. zei, „ik zal ze gaan
halen" en liep naar huis, waarop
bekl. hem vervolgde en de revolver
afsohoot en daardoor V. aan het oor
een kleine wond toebraoht.
Bekl. bekende al het hem ten laste
gelegde, alleeu hield hq vol niet ge
schoten te hebben met het oogmerk
om V. te dooden. Hij wilde hem bang
maken en hoopte dat V. dan de ge
vraagde f200 zou geven. Bekl. ver
klaarde, steeds sohreiend en diep
dit niet bewezen aohtte en ei?ohte
tegen bekl. ter zake van afpersing en
poging tot afpersing 6 jaar gevan
genisstraf.
De toegevoegde verdediger mr. W.
Thomas z&g zqn taak zeer verlioht
nu de poging tot doodslag uit da aan
klacht was vervallen en riep met
verwqzing naar het gunstig verleden
en het diep berouw van bekl. de
dementie der reohtbank in.
Uitspraak 31 dezer.
Afdreiging
Onlangs is een heer, een oppas
send man, door de rechtbank te Am
sterdam veroordeeld tot twee maan
den gevangenis wegens onzedelijke
handelingen. De rechtbank pntte het
bewqs van het misdrqf nit de ver
klaringen van drie onder cede ge
hoorde getuigen. Thans echter zal de
zaak in hooger beroep worden be
handeld en wel om de volgende
reden
Terwijl het geding aanhangig was,
had een heer, op de Leliegracht
woonachtig, zich bij de politie be
klaagd over het volgende feit. Op
een avond, eenige dagen geleden,
hadden zich, terwijl hij afwezig was,
ten zijnen huize vervoegd drie per
sonen, die mevrouw persoonlijk een
vertrouwelijke naededeeling hadden
te doen.
Niet dan schoorvoetend stond de
vrouw dei huize* deze mannen te
woord, die haar een som gelds vroe
gen voor het verzwijgen van onze
delijke handelingen, die haar man
zou gepleegd hebben. Zij wilde daar
van eohter niets hooren, en verzocht
tamelijk onzacht maar beslist
den mannen heen te gaan, die daarop
het hazenpad kozen.
Toen deze zaak ter kennis van de
justitie kwam, achtte rij voldoende
termen aanwezig, om op het vonnis
der rechtbank terug te komen, en de
zaak zal nn in hooger beroep voor
het Hof komen op Dinsdag s. s.
(Bbld)
berouw toonend, dat hq zich op deze hoed op.
wqze geld had willen verschaffen om
in het huwelijk te kunnen treden.
Het O. M. liet na het eindigen der
getuigenverhooren de aanklacht po-
Gemengd Nieuws.
Ramp op zee.
In het Kanaal van Bristol heeft
Donderdag tijdens een storm en mistig
weer een aanvaring plaats gehad tus-
schen de bark Forest Belle van New
port en de brigantijn Zenith van Fal
mouth, met het gevolg dat de Zenith
zonk en alle opvarenden verdronken,
behalve een matroos die op de bark
oversprong.
De Matin zegt, dat sommige voor-
Darae royalisten voornemens zijn, den
hertog van Orleans te verzoeken af
stand te doen van rijn rechten op
den Franschen troon, ten voordeele
van prins Henri van Orleans, den
bekenden reiziger.
Keizer Wilhelm en keizerin Augusta
zullen met hun kinderen den 24 Maart
te Marseille aankomen, maar onmid
dellijk met de Bohsnzollern naar
Napels vertrekken.
Iu een Berlijnsch blad stond on
langs een artikeltje van den heer
Saville, een tooneelecarijver; die vroe
ger secretaris aan het Wallner thea
ter te Berlijn was, met het opschrift
„Hoe ik een ongehoorzame Oost-
Pruis werd". Saville vertelde hierin,
dat hij vroeger altijd de eer had om
vorstelijke gasten, als zij den schouw
burg bezochten, te ontvangen. Zoo
ontmoette hij op een avond van het
jaar 1883 ook eens den toenmaligen
kroonprins Friedrich Wilhelm. „Het
was een echt hondenweer; het sneeuw
de hevig en er woei een scherpe,
koude wind over het plein van den
schouwburg. Maar ik was toch op
mijn post in rok gekleed en wachtte
de komst van den kroonprins af.
Daar kwam het rqtuig het plein op
rijden en ik haasite mij, terwijl het
sneeuwwater van mijn gezicht liep,
met den hoed in de hand. den hoo-
gen gast te ontvangen. Uit het rij
tuig werd me echter door den kroon
prins toegevoegd: .,W It u wel eens
gauw uw hoed opzetten 1" Ik deed
het nist. Toen hij uitgestegen was,
herhaalde de prins: „Zet toch uw
u zult kou vatten!-' Ikant
woordde„De eerbied verbiedt mij
om voor Uwe Keizerlijke Hoogheid
met gedekt hoofd te staan!" „Och
kom, u zult in dien tocht kou vat-
Keizerlijke Hoogheid is wel bezo:
voor mijne gezondheid, maar ik
een Oost-Pruis en aan ruw weer
wend", veroorloofde ik mij te
woorden. „Oost-Pruis of Zuid-P^
om het even; u zult kou vatten,
dat wil ik niet, zet dadelqk uwho
op," klonk het antwoord, en omd
hij nn op een bevelenden toon h
gesproken, voldeed ik aan rijn
langen. „Na afloop der voorBtelli
wensch ik u te zien in overjas,
grijpt u?" Ik boog en de kroonprij
ging naar binnen. Toen de vooral
ling was afgeloopeD, begeleidde ik
kroonprinses, die met haar geen
was meegegaan en het eerst de la
had verlaten, naar het rijtuig,
kroonprins volgde. Toen deze zag,
de prinses met me sprak, riep
lachend„Praat niet met dien oud
Oost-Pruis, die me zoo ongehoorzu
ie!" I* had geen overjas aan en
tuurlijk weer mijn hoed in de ham
Zoo werd ik een oude ongehoorzanj
Oost-Pruis, en zoo ben ik altijd lafe
door Zijne Keizerlijke Hoogheid
noemd."
Zondag heelt het duel tusschen de;
gewezen Italiaanschen minister
oorlog, generaal Mocenni, en
beer Barzilaï een gevolg van d
Kamer debatten van Zaterdag -
plaats gehad.
De heer Barzilaï werd aan de lia
kerwang gewond.
De feesten te Moskon.
De dag der kroning van den ctai:
is nu vastgesteld en wel op 25 Mei
Het officieele feestprogramma luidt
als volgt:
Tegen het midden van April zulle:
de teekenen der keizerlijke waardig
beid en de staatsierijtuigen reeds vat
het Winterpaleis te St. Petersburg
per extra-trein naar Moskou worden
vervoerd. Op 18 Mei komen de Czair
en de Czarina in het Petrowskyp»
leis bij Moskou aan, waar de geboot
tedag des Keizers zal worden gevierd
en waar zij blijven tot den 21e; op
dien dag doen zq hun feestelijken
intocht in Moskou. Nadat het keizer
lijk paar een Te Deum in de Uspensky
kathedraal zal hebben gehoord, zulleu
rij den Archangel- en de Blagoveet-
sohensk kathedralen bezoeken, ten
einde den aldaar aanwezigen rele-
quieëu de noodige eer te bewijzen en
gebedea op te zenden bij de graven
der voorvaderen. Op dien dag betrekt
het keizerlijk paar het Alexandrinsky-
paleis, bq MoBkou, waar rij blijven
tot den 25e.
Op 22 en 23 Mei zullen de Czaai
en de Czarina in de troonzaal van I
het Kreml de gelnkwenschen der
vreemde gezantschappen ontvangen;
op deze dagen en ook op den 24en
zullen herauten met afdeelingen ca
valerie door de stad trekken ten einde
de kroning te verkondigen en mani
festen onder het volk te verspreiden.
Van den 23 n tot den 26en trekken
de Czaar en de Czarina zich in af-
zonderling terug, ter vervulling van
hun kerkelijke plichten. Den 24n ïb
er intus^chen eene revue over de
Ismailowsky-regimenten en over het
bataljon mineurs, gevolgd door de
inzegening der keizerlijke vlag in het
Nowoje Oruzeinoje-palei8 binnen het
Kreml. Den volgenden dag worden de
teekenen der keizerlijke waardigheid
plechtiglijk overgebracht van het
Alexandrinsky-paleis Daar het Kreml
's avi nds wordt in alle kerken eene
bijzondere mis gelezen.
De 26e Mei is de voor de kroning
vastgestelde dag, welke plechtigheid
gevolgd wordt door een groot feest in
het Granowitaja-paleis. Gedurende de
volgende drie dagen zullen de Czaar
en Czarina cour houden tot het ont
vangen van geluk wenschen in het
Kreml, terwijl ook op den 27en een
staatsdiner wordt gegeven in hetzelfde
paleis, waartoe de hooge geestelijkheid
en de voornaamste ambtenaren znllen
worden uitgenoodigd. Op den 27en
en den 28en zal de stad ecbitterend
worden verlioht en de keizer en de
keizerin zullen door de straten rijden
ten einde de verlichting te aanschou
wen, waarna op den 28sten receptie
wordt gehouden in het Kreml.
Op den 29e zullen de teekenen der
keizerlijke waardigheid weder van de
troonzaal naar het Oruzeinoje-paleis
worden overgebracht en er zal eene
galavoorstelling in den grooten
schouwburg worden gegeven. Op den
30an is er een groot volksfeest op het
Hodyoskyplein en een bal bij den
Franschen gezant. Op den 31en weder
boomgaard, het groene weiland. De heggen waren ver
sierd met late herlstbloemende paarden en mannen
met blauwe kielen aan gingen huiswaarts naar de ver
warmde en helder verlichte woningen. De lucht was nog
bezwangerd met de geuren van het vereche hooi en in
de verte hoorde ik het gelui der klok van|den Gothischen
toren welke zich verhief boven het dorp en den groenen
heuvel. Heldere lichtstralen vielen nit alle veneters van
elk klein stadje, dat wij passeerden het avondrood stak
sterk af tegen den donkeren hemel en ik zag hoe het
land heuvelachtiger werd in de richting van Londen
eu Chatham. Het vreedzame van dat tooneel evenwel
sprak het luidst tot mijmaar boven alles de gedachte
„lk ben in Engeland." Onwillekeurig gingen mijne ge
dachten terug naar den tijd, dat ik met Roderick en
Mary naar Londen ging om ietB te weten te komen be
treflende den man, die nu naast mij zat in een Engelschen
sneltrein. Waar waren thans de anderen het meisje
dat als een zuster, de man, die als een broeder voor
mq geweeet wasin welke mate had de vrees over
mijn dood een waas van treurigheid geworpen over dat
kinderlqk gelaat, dat tot nog toe zoo weinig verdriet
gekend had in de zestien levensjaren? Het waB een zon
derlinge gedachte te denken dat Mary misschien naar
Londen terug waa gekeerd en dat ik, dien zij misschien
dood waande, zoo nabij haar was, maar in een zekeren
zin verder van haar verwijderd, dan wanneer ikin mijngraf
had gelegen. En Black, die door alle regeeringen vervolgd
werd zat naast mq een sigaar te rooke», blqkbaar volstrekt
niet denkend aan gevaar. Er rijn vele wonderlqke tegen-
strijdigheden in het leven, maar geen, daar ben ik zeker
van, grooter dan deze.
Het was over tienen toen de rit volbracht was en
Black en Osbart volgend in een gesloten rijtuig, reed
ik weg van het station. Ik denk, dat wij ongeveer vijf
tien minuten of meer reden ten laatste hielden wij sül
voor een huis in een nauwe doodloopende straat, waar
wij naar boven gingen naar kamers die voor one in
gereedheid waren gebracht.
Na een uitstekend avondmaal genoten te hebben, ver
liet Osbart ons, maar Black bracht m»j naar een kamer,
waar twee bedden stondenhij zeide mij, dat hij mij
geen oogenblik uit het oog kon verliezen en ik
daarom rijn slaapkamer moest deelen.
„Jongen, als gij éen poging doet om mij om den
tuin te leiden," zeide hij, „dan zal ik je voor je kop
schieten, ook al waart gij mijn eigen zoon."
Toen begaf hij zich ter ruste in eene gemelijke, on
heilspellende stemming en ik haastte mij zijn voorbeeld
te volgen.
Den volgenden morgen verliet Black vroegtijdig het
huis, maar hij sloot Osbart en mq op in ouze kamer.
„Niet," zooals hij zeide, „omdat hij niet vertrouwde op
mijn woord, maar omdat hij niet wilde, dat iemand on-
noodig in de kamer zou komen."
Laat in den avond kwam hij terug en vond mij, zoo
als hij mij verlaten had met een roman van Paul
Bourget in de handwant Osbart had den geheelen
middag geslapen ea was altijd gemelijk, als hij aan
wal was.
Het uitricht uit mqn raam op een balkonnetje en de
achterramen van nabijgelegen huizen was niet bekoor
lijk en mqn gegeven woord deed mij alle ijdele ge
dachten aan ontsnapping van mij zetten.
ging tot doodslag varen, omdat het ten!" klonk zijn antwoord. ,U we een diner in het Kreml,ditmaal voor de
Londen, dus ingericht, was weinig var- zitten, trok dezen bij het venster en nam mijn boek op
kiese qk beven het leven op het schip en ik had den. Het was eene vreemdsoortige gewaarwording mij geheel al-
m t -w vra£ei? k°e .Llack in de stad gevaren wasleen in het midden van Londen te bevinden, terwijl ik door
ook naa ik geen lust zijne talrnke mkoonen van mi- mijne belofte gebonden niet de minste poging kon doen
om te ontsnappen ik kon evenwel de gedachte niet
van mij zetten, dat ik het toppunt had bereikt en dat
het einde, zij het ten goede of ten kwade, nabij was.
geen lust zijne talrijke inkoopen van mi
niatuurportretten en eigenaardige edelsteenen, welke hij
op de tafel had uitgespreid, nader te bezichtigen.
De volgende dag was een Donderdag. Dien dag zal ik
mij altijd herinneren, want ik beschouw hem alB den
gedenkwaardigsten mijns levene. Black ging zooals ge
woonlijk vroeg in den morgen het huis uiteven als
den vorigen dag was zqn doel, te weten te komen, als
dit mogelijk was, wat de admiraliteit zon doen ten
gevolge van de plundering van de „Bellonic" en Os
bart die weigerde om op te staan en aan het ontbijt
te komen, lag in zijn bed de courant te lezen.
Ongeveer een uur waren wij zoo samen geweest, toen
er een telegram kwam voor den dokter, hetwelk hij
ia3 ender een woedenden uitroep. „Ik moet noodzake
lijk naar den kapitein gaan," zei hij, „en het eenige
wat ik doen kan is u hier te laten. Wij vertrouwen u
volkomen; maar wees verzekerd, indien gij een halve
poging doet om ons te verraden, dan zal het de laatste
daad zijn uws levens. Misschien kom ik in tien minu
ten terug. Gij moet u de vernedering laten welgevallen
van opgesloten te worden; en mijn waarde, denk niet,
dat gij hier in huis hulp zoudt krijgen, want de man
aan wien dit huis toebehoort is een der onzen en
als gij gerucht maakt, zult gij gauw tot zwijgen worden
gebracht."
Met een zekeren zwier ging hij de deur uit en ik keek
hem na, niet denkende, dat ik hem nooit terugzien zou.
Teen hij was heengegaan, ging ik in den leuningstoel
Uit het raam mijner kamer kon ik het gegons hooren
van het stadsgewoel ea hoorde ik de omnibussen rol
len. Ik kon zelfs de menschen zien in de hnizen tegen
over mij en de gedachte kwam in mij op. Wat als ik
het raam open en om hulp roep? ik had mijn
woord gegeven, het is waarmaar moeet mqn woord
gegeven onder zulke omstandigheden binden. Maar wat
had ik daarmede te maken. Ik wist, dat een redenee
ring ten gunste van een verkeerdheid het geestelijk
gehemelte aangenaam ismaar ik verzette mij
tegen de neiging, want ik geloofde dat het breken
van mijn woord mij op éen lijn van zedelijkheid zou
zetten met de mannen, aan wie ik mijn woord gege
ven had.
(Wordt vervolgd.)