regeeren voor U maar zonderUt" van f 2859.07. Tot dusver werd een H. A. GANUS Jr. totaal ontvaDgan van f16,152.97. Uit de Staatscourant. Bij kon. besluit is aan jhr. H. M, van der Wijck, minister van marine, te 's Gravenhage, verlof verleend tot het aannemen der versierselen van ridder-grootkruis der militaire orde van de Heilige Maagd of der Ontvan genis van Villa Visosa, waartoe bij door Z. M. den koning van Portugal is benoemd. Bij kon. besluit zqn, met ingang van 1 Mei: I. op pensioen gesteldde kolonel, commandant van het korps mariniers A. H. W. .de Gelder, en de le luit. van het korps mariniere J. C. van Hoek, en i3 hun toegekendaan eeri-tgenoemde een pensioen van f2100 's jaars en aan laatstgenoemde een pensioen van f539 's jaars, benevens eene verhooging van ieders pensioen ingevolge, artikel 1, c, der wet van 1 April 1875 (ötbl. no. 33), respeetie- velqk ten bedrage van f76 en 1225 's jaars II. bij het korps mariniers bevor derd tot kolonel, commandant van het korpB, de luit.-kolonel J. H. van "YY'eiytot luit.-kolonel, de kapitein J. R. J. P. Cambier, en tot kapitein, de le luit. J. C. J. B. A. de Josselin de Jong. Bq kon. besluit is bepaald, d t de bi] art. 31 van hetjreglement voor het Kon. Instituut voor de marine te Willemeoord bedoelde commissie voor het eindexamen van de adelborsten der 2e kl., in dit jaar zal bestaan uit: den gepensioneerden vice-admiraal- titulair W. L. A. Gericke, voorzitter der commissie tot het examineeren van zeeofficieren en adelborsten, als voorzitterde kapts. ter zee H. R. J. J. Thorbecke en H. O. Feith, den kapt.-luit. ter zee J. D. Hordijk en den luit. ter zee le kl. J. P. van Rossum, lid van laatstgenoemde com missie, als ledende kapts. ter zee H. van den Pauvert en P. Heyning als plaatsverv. ledenen dat aan be- doe de commissie als adviseerend lid wordt toegevoegd de kapt. ter zeeA. P. Tadema. Bij kon. besluit zijn de heeren J. Jutte en J. Yeenhoven benoemd tot adelborst le kl. bij de Kon. Ned. marine-reserve. Bij kon. besluit is aan E. J. Teu- niBsen, eervol ontslagen schrijver le kl. bij de Pyrotechnische werkplaatsen te Delft met instandhouding van het hem vroeger toegekend Indisch gagement met ingang van 1 Oct. een tweede pensioen toegekend van 1347 's jaars. Bij kon. be-luit is de generaal ma joor W- G. Rompelman, commandant der le diviBie infanterie, op zijne aan vrage, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op i 2700 '8 jaars. Bij kon. besluit zijn benoemd bij het wapen der infanterie, bq den staf van het wapen, tot generaal-majoor, commandant der le divisie, de kolonel C. P. van Pommeren, commandant van het 8e reg.bij het reg. grenadiers en jagers, tot luit.-kol. de majoor T. W. J. Buys, van het korpsbij het le reg., tot kapt., de eerste Iuit.-ad- judant H. C. Verheul en tot eerste luit,, de tweede luit. L. A. Ort, bei den van het korpsbij het 4e reg., tot majoor, de kapt. A. D. Petter, adjudant van het reg. grenadiers en jagersbij het 8e reg., tot commandant van het korps, de kolonel J. T. T. C. van Dam van Iseeit, a la suite van het 3e reg., thans belast met de l'unc- tiën van hoofdofficier voor het reser vekader. Bij kon. besluit ie, met ingang van 1 April, benoemd tot opzichter der lste kl. voor het stoomwezen de op zichter der 2de kl. R. van der Valk. De Nederlandsche Bell-Telephoon Maatecnappij heeft, naar wij vernemen, een gunstige beschikking verkregen op haar request, om het tarief voor het gebruik van de publieke telephoon- stations in lokaal verkeer belangrijk te verlagen. Met iDgang van 1 April zal slechts f 0,10 per gesprek berekend worden en het aantal publieke stations in de gemeente 's Gravenhage zal nu weldra belangrijk worden uitgebreid. Dagbl. Bij de commissie tot inzameling van gelden ten behoeve der slacht offers van de dynamietontploffing te Johannesburg zijn nader giften inge komen tot een gezamenlijk bedrag Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde-! Het bestnur van de Bloemen- en Plantencommissie van bovengenoemde Maatschappij maakt bekend, dat in hare op 14 Maart jl. in „Artis" te Amsterdam gehouden vergadering de navolgende onderscheidingen zijn toe gekend Getuigschriften le klasse aan 1. Verzameling S tamst mi krozen als nieu we cultuurproef ingezonden door den heer J. v. Houten, tuinman-bloemist op „Wisseloord" te Hilversum. 2. Galantu» robustus van de firma E. H. Krelage Zoon, te Haailem en van den 'heer C. G. van Tabergen Jr., te Haarlem. 3. Iris Bornmulleri van den heer C. G. van Tabergen Jr., te Haar lem. 4. Iris reticulata Juno, o. do. do. Mars, 6. do. do. Stella, van de firma Peter (van Velsen Zonen, te Over- veeD. 7. Lachenalia bybr. C*wston gem. van den heer C. G. van Tuber- gen Jr., te Haarlem. 8. Tolipa viola- cea, van de firma E. H. Krelage Zoon, te Haarlem, en van den heer C. G. van Tubergen Jr., te Haarlem. Getuigschriften van verdienste, aan 9. Cyclamen pereicum giganteum, als resultaat van bemesting met bloe- menmest van de firma Krol Co., te Zwolle. 10. Galanthns Elwesi Aidin, van de firma E. H. Krelage Zoon, te Haarlem. 11. Galanthus Ikariae, van de firma E. H. Krelage Zosn, te Haarlem en vaD den heer C. G. van Tabergen Jr., te Haarlem. |12. Lachenalia pendula gigantea, van den heer Van Tubergen Jr., ts Haarlem. Botanisch getuigschrift aan 13. Sternbergia Fischeriana, van den heer C. G. van Tubergen Jr. te Haarlem. No. 2, 3, 7, 8, 10, 11, 12 en 13 in gezonden als nieuw ingevoerde. No. 4, 5 en 6 als nieuw gewonnen planten. Brongas. Een nieuwe gasbron is in de on- middellijke nabijheid van Amsterdam ontdekt en wel op het fabrieksterrein der heeren J. en C. Blooker. In den stal bevond zich reeds sedert lang eene wel. Deze wel blqkt gas te leveren in zulke hoeveelheid en van zulke uitstekende qualiteit dat de fabrikanten er aan denken ook op andere punten van het terrein de bron aan te boren het gas dan aan te wenden tot het verhitten der spitten, waarin de oaoaoboonen worden geroosterd. Voorloopig is op de wel een een voudige gasketel geplaatst met hst beste gevolg. Het gas is rsukeloos en geeft goede hitte. Door een toeval is de bron ontdekt. De koetsier zou des avonds laat water uit de wet putten eu maakte daarbij gebruik van een vetkaars. Plotseling zag hij eene blauwe vlam boven het water zweven, wat de zeker heid versohafte, dat de wel gas be vatte. In de aanstaande Paaschweek zal, naar Het Vad. verneemt, een gezel schap van 75 personen, heeren en dames, de leden van de Relormclub te Manchester, een bezoek aan ons land brengen, om de voornaamste bijzonderheden onzer groote steden te bezichtigen. Het gezelschap zal Am sterdam, Rotterdam, Haarlem, Doid- recht en Den Haag bezoeken. Het langst zal men in de residentie ver toeven. Een opatootje. Vrijdagavond ontstond voor net café van Reens op het Rembrandts- plein te Amsterdam een oploop van menBohen, omdat een drietal matrozen, die daar binnen waren, spectakel maakien. Een inspecteur daar ter plaatse gekomen, trof vijf agenten aan, die é9n der matrozen wilden arresteeren, terwijl de anderen zich hiertegen krachtdadig verzetten. Een groote volksmenigte bemoeilijkte de agenten door opdringen en trachtte den arrestant te ontzetten, waarom de inspecteur voornoemd, die in burgerkleeding was, met den sabel van een der agenten ruimte heeft gemaakt. Na veel moeiie slaagde men er in een der matrozen naar den post op het Rembrandtsplein te geleiden en bleek dat deze door een mes- of sabelsteek in den buik was verwond. Hij is onder geleide van den inspec teur en twee agenten per raderbaar naar het militair hospitaal vervoerd, alwaar de dienstdoende officier van gezondheid verklaarde, dat de wonde hoegenaamd niet gevaarlijk en de huid slechts gekwetst was. Onderweg heeft de inspecteur nog te vergeefs getracht ook een der andere matrozen te arresteeren. Den agent, die het eerst adsistentie had verleend, ia de helm van het hoofd geslagen en heef', evenals de andere agenten trappen en schoppen bekomen. Bij onderzoek is gebleken, dat de matrozen uit gemeld café de bezoekers wilden verdrijven, hetgeen hun door den houder en zijne vrien den is belet. Brand te Botterdam. De brand, die Vrijdagnacht in de Baan te Rotterdam woedde, en waarvan reeds een en ander in ons vorig blad is opgenomen, werd door het kracht dadig optreden der brandweer, die m°t 8 brandspuiten en twee stoom- brandspuiten werkte, beperkt tot de bovenverdiepingen van het f*brieks gebouw. In het ondergedeelte was gevestigd de Nederlandsche Kistenfabr ek voor heen Dubbelman Co., terwijl op de bovenverdiepingen gevestigd is een fabriek van meubelen der firma Sche rm Co. Een groote voorraad fijn timmerhout en meubelen waren daar aanwezig en gaven het vuur ruim voedsel. In de kistenfabriek is weinig brandschade doch dea te meer water schade aangericht. Tegen 6 uur in den ochtend was de brand gebluscht. Assurantie dekt de schade. Pers Overzicht. Eet recht van initiatief. Mr. R. van Boueval Faure heeft de redevoeringen, welke hij in de Eerste Kamer heeft gehouden bij da behandeling van het vooratel-Hartogh in druk lateu verschijnen, waarbij hij eene voorrede heeft gevoegd, waarin hij een onderwerp bespreekt, dat hij in die redevoeringen niet had behan deld de vraag, „of het wenschelijk zij dat de Tweede Kamer, ten aaa- zien van andere onderwerpen als deze, van haar recht van initiatief gebruik make". Hij beantwoordt deze vraag ontken nend en zegt o. a. dat in deze zaak de „natuurlijke loop der dingen" na tuurlijker en ook gemakkelijker te volgen zou geweest zijn. „Wij ontmoeten dus ook bij dezen echrijver", merkt het Alg. Bbld. hierbij op, „meer de opvatting, dat het niet de natuurlijke loop der dingen is, wanneer een lid der Tweede Kamer gebruik maakt van het uitdrukkelijk ia de Grondwet toegekend recht en wanneer dus op zijn aanstichting een ontwerp tot wet wordt verheven. Waarom was het ontwerp-Hartogh „uit zijn aard" minder geschikt om op initiatief der Tweede Kamer wet te worden Leest men dan niet bij prof. Buys (bl. 617) ook nog deze opmerking .De Grondwet heeft niet alleen het recht van initiatief gege ven, maar dit ook zoo ruim en zoo breed mogelijk"? „De heer Van Boneval Faure heeft in een zijner redevoeringen er zijn verbazing over uitgesproken, dat in het departement van den minister van justitie, volgens de verklaring van dezen, geen gegevens voorhanden waren voor het wetsontwerp of zijn beoordeeiing \an belang. Maar of de heer Faure er verb-asd over was of niet, gegevens waren er niet. En eigenlijk zouden deze toch de eenige reden kunnen zijn, waarom de Re- geering beter in staat was een ontwerp tot wijziging van het Wetboek van Rechtsvordering uit ts werken, dan ean bij uitstek deskundig lid der Kamer." Wat heeft men toch tegen wetten op initiatief van de Tweede Kamer tot stand gekomen? vraagt het übld. Is de Regeering zoo vlug in het ma ken en indienen van noodige wets ontwerpen, dat het zou zijn aleofeen Kamerlid zich indrong in het werk eens ministers, wanneer hij een ont werp vervaardigde Heeft de minister niet het recht en de gelegenheid zich te doen gelden bij de behandeling van ontwerpen door een lid bij het bureau der Kamer gedeponeerd Kan de Regeering, wanneer een lid der op positie een wetsontwerp indient, niet evengoed rekenen op den steun narer meerderheid, als wanneer zij zelf een voorstel doet? En de degelijkheid van behandeling loopt die eenigszins gevaar wanneer een Kamerlid zich bq ons waagt aan het gebruik maken van zijn recht van initiatief, bij ons zoo zeldea toegepast? Zal hij juist om .de zeldzaamheid van het geval niet zorgen zooals trouwens de heer Hartogh gedaan heeft bqzou- der goed beslagen ten ijs te komen? „Wie weet noe herhaaldelijk van het recht van initiatief gebruik ge maakt wordt in bijna alle parlementen van Europa," dus besluit het Alg. Hbld„en er dan op let hoe bitter weinig onze wetgevende machine jaar aan jaar voortbrengt, zal zich moeten verheugen dat onze Kamerleden in den laataten tijd zich beqveren den parlementairen arbeid iets meer pro ductief te makeo. „Eu is het niet nogal merkwaardig, dat zoo menig voorstel van wet, dat in de laatste 25 jaren rijn ontstaan aan het initiatief van Kamerleden te danken heeft gehad, ook werkelijk den weg naar het Staatsblad heeft gevonden Zoo heel slecht schijnen die ontwerpen, die buiten den „na tuurlijken loop der dingen" in be handeling gekomen rijn, toch niet te zijn geweest 1'' Leger en Vloot Den lSen April vertrekt per stoom schip Primes Amalia van Amsterdam naar Oost-Ind.ë een detachement aan- vullingstroepèn ter sterkte van twee onderofficieren en 40 minderen, onder bevel van den van verlof terugkee renden kapt. der inf. O.-I. leger F. W. FT. Tuinenburg en onder medegeleide van den voor dat leger bestemden 2e luit. der inf. J. P. Donk. Letteren en Kunst. Inhoud van de „R vue Générale des Sciences pures et Appliqué; van 15 Maart. 1. L'étal actuel de la Pisciculture marine. M. W. Fulton. 2. Le3 faits nouvellement acquis Bur les Rayons de Roentgen. M. C. Ravean. Les Hypotheses aotuelles sur la nature des rayons de Rceütgen. M. Olivier Lodge. 4. Expérience8 a tenter sur leB Rayons de Roentgen. Lord Keivin. 5. Les récentes ótudeB Bur les Faunes les plus anciennes. M. J. Bergeron. 6. Actualités scientifiques et indus trielies: Les nouveaux toneurs a adhérence Magnétique. 7. Notices et oomptes rendus bi- bliographiques. Rechtszaken. Voor de rechtbank te Arnhem ver- soheen Zaterdag G. Barbeider, oud 29 jaar, tsr zake van afpersing, poging tot afpersing en poging tot doodslag. In den avond van 8 Februari belde bekl. aan bq den landbouwer A. Cos- termans, te Eist en toen de deur werd opengedaan, zeide hq„geld of ik steek den boel in brand." CoBtermans kwam daarop zelf uit bed en stak een gulden door de reet van de deur. „Dat is niet genoeg", zeide bekl. tn ver dween in de duisternis. Drie dagen later wachtte bekl. 's avonds den landbouwer Vlemmen op, na eerst aan diens huis geluisterd te hebben, waardoor hq wist dat V. niet thuis was. Hij sprak toen V. aan op een eenzamen weg en vroeg hem, met een revolver op de borat gericht: geld 1 „Hoeveel'" vroeg V. „Tweehon derd gulden" V. zei, „ik zal ze gaan halen" en liep naar huis, waarop bekl. hem vervolgde en de revolver afsohoot en daardoor V. aan het oor een kleine wond toebraoht. Bekl. bekende al het hem ten laste gelegde, alleeu hield hq vol niet ge schoten te hebben met het oogmerk om V. te dooden. Hij wilde hem bang maken en hoopte dat V. dan de ge vraagde f200 zou geven. Bekl. ver klaarde, steeds sohreiend en diep dit niet bewezen aohtte en ei?ohte tegen bekl. ter zake van afpersing en poging tot afpersing 6 jaar gevan genisstraf. De toegevoegde verdediger mr. W. Thomas z&g zqn taak zeer verlioht nu de poging tot doodslag uit da aan klacht was vervallen en riep met verwqzing naar het gunstig verleden en het diep berouw van bekl. de dementie der reohtbank in. Uitspraak 31 dezer. Afdreiging Onlangs is een heer, een oppas send man, door de rechtbank te Am sterdam veroordeeld tot twee maan den gevangenis wegens onzedelijke handelingen. De rechtbank pntte het bewqs van het misdrqf nit de ver klaringen van drie onder cede ge hoorde getuigen. Thans echter zal de zaak in hooger beroep worden be handeld en wel om de volgende reden Terwijl het geding aanhangig was, had een heer, op de Leliegracht woonachtig, zich bij de politie be klaagd over het volgende feit. Op een avond, eenige dagen geleden, hadden zich, terwijl hij afwezig was, ten zijnen huize vervoegd drie per sonen, die mevrouw persoonlijk een vertrouwelijke naededeeling hadden te doen. Niet dan schoorvoetend stond de vrouw dei huize* deze mannen te woord, die haar een som gelds vroe gen voor het verzwijgen van onze delijke handelingen, die haar man zou gepleegd hebben. Zij wilde daar van eohter niets hooren, en verzocht tamelijk onzacht maar beslist den mannen heen te gaan, die daarop het hazenpad kozen. Toen deze zaak ter kennis van de justitie kwam, achtte rij voldoende termen aanwezig, om op het vonnis der rechtbank terug te komen, en de zaak zal nn in hooger beroep voor het Hof komen op Dinsdag s. s. (Bbld) berouw toonend, dat hq zich op deze hoed op. wqze geld had willen verschaffen om in het huwelijk te kunnen treden. Het O. M. liet na het eindigen der getuigenverhooren de aanklacht po- Gemengd Nieuws. Ramp op zee. In het Kanaal van Bristol heeft Donderdag tijdens een storm en mistig weer een aanvaring plaats gehad tus- schen de bark Forest Belle van New port en de brigantijn Zenith van Fal mouth, met het gevolg dat de Zenith zonk en alle opvarenden verdronken, behalve een matroos die op de bark oversprong. De Matin zegt, dat sommige voor- Darae royalisten voornemens zijn, den hertog van Orleans te verzoeken af stand te doen van rijn rechten op den Franschen troon, ten voordeele van prins Henri van Orleans, den bekenden reiziger. Keizer Wilhelm en keizerin Augusta zullen met hun kinderen den 24 Maart te Marseille aankomen, maar onmid dellijk met de Bohsnzollern naar Napels vertrekken. Iu een Berlijnsch blad stond on langs een artikeltje van den heer Saville, een tooneelecarijver; die vroe ger secretaris aan het Wallner thea ter te Berlijn was, met het opschrift „Hoe ik een ongehoorzame Oost- Pruis werd". Saville vertelde hierin, dat hij vroeger altijd de eer had om vorstelijke gasten, als zij den schouw burg bezochten, te ontvangen. Zoo ontmoette hij op een avond van het jaar 1883 ook eens den toenmaligen kroonprins Friedrich Wilhelm. „Het was een echt hondenweer; het sneeuw de hevig en er woei een scherpe, koude wind over het plein van den schouwburg. Maar ik was toch op mijn post in rok gekleed en wachtte de komst van den kroonprins af. Daar kwam het rqtuig het plein op rijden en ik haasite mij, terwijl het sneeuwwater van mijn gezicht liep, met den hoed in de hand. den hoo- gen gast te ontvangen. Uit het rij tuig werd me echter door den kroon prins toegevoegd: .,W It u wel eens gauw uw hoed opzetten 1" Ik deed het nist. Toen hij uitgestegen was, herhaalde de prins: „Zet toch uw u zult kou vatten!-' Ikant woordde„De eerbied verbiedt mij om voor Uwe Keizerlijke Hoogheid met gedekt hoofd te staan!" „Och kom, u zult in dien tocht kou vat- Keizerlijke Hoogheid is wel bezo: voor mijne gezondheid, maar ik een Oost-Pruis en aan ruw weer wend", veroorloofde ik mij te woorden. „Oost-Pruis of Zuid-P^ om het even; u zult kou vatten, dat wil ik niet, zet dadelqk uwho op," klonk het antwoord, en omd hij nn op een bevelenden toon h gesproken, voldeed ik aan rijn langen. „Na afloop der voorBtelli wensch ik u te zien in overjas, grijpt u?" Ik boog en de kroonprij ging naar binnen. Toen de vooral ling was afgeloopeD, begeleidde ik kroonprinses, die met haar geen was meegegaan en het eerst de la had verlaten, naar het rijtuig, kroonprins volgde. Toen deze zag, de prinses met me sprak, riep lachend„Praat niet met dien oud Oost-Pruis, die me zoo ongehoorzu ie!" I* had geen overjas aan en tuurlijk weer mijn hoed in de ham Zoo werd ik een oude ongehoorzanj Oost-Pruis, en zoo ben ik altijd lafe door Zijne Keizerlijke Hoogheid noemd." Zondag heelt het duel tusschen de; gewezen Italiaanschen minister oorlog, generaal Mocenni, en beer Barzilaï een gevolg van d Kamer debatten van Zaterdag - plaats gehad. De heer Barzilaï werd aan de lia kerwang gewond. De feesten te Moskon. De dag der kroning van den ctai: is nu vastgesteld en wel op 25 Mei Het officieele feestprogramma luidt als volgt: Tegen het midden van April zulle: de teekenen der keizerlijke waardig beid en de staatsierijtuigen reeds vat het Winterpaleis te St. Petersburg per extra-trein naar Moskou worden vervoerd. Op 18 Mei komen de Czair en de Czarina in het Petrowskyp» leis bij Moskou aan, waar de geboot tedag des Keizers zal worden gevierd en waar zij blijven tot den 21e; op dien dag doen zq hun feestelijken intocht in Moskou. Nadat het keizer lijk paar een Te Deum in de Uspensky kathedraal zal hebben gehoord, zulleu rij den Archangel- en de Blagoveet- sohensk kathedralen bezoeken, ten einde den aldaar aanwezigen rele- quieëu de noodige eer te bewijzen en gebedea op te zenden bij de graven der voorvaderen. Op dien dag betrekt het keizerlijk paar het Alexandrinsky- paleis, bq MoBkou, waar rij blijven tot den 25e. Op 22 en 23 Mei zullen de Czaai en de Czarina in de troonzaal van I het Kreml de gelnkwenschen der vreemde gezantschappen ontvangen; op deze dagen en ook op den 24en zullen herauten met afdeelingen ca valerie door de stad trekken ten einde de kroning te verkondigen en mani festen onder het volk te verspreiden. Van den 23 n tot den 26en trekken de Czaar en de Czarina zich in af- zonderling terug, ter vervulling van hun kerkelijke plichten. Den 24n ïb er intus^chen eene revue over de Ismailowsky-regimenten en over het bataljon mineurs, gevolgd door de inzegening der keizerlijke vlag in het Nowoje Oruzeinoje-palei8 binnen het Kreml. Den volgenden dag worden de teekenen der keizerlijke waardigheid plechtiglijk overgebracht van het Alexandrinsky-paleis Daar het Kreml 's avi nds wordt in alle kerken eene bijzondere mis gelezen. De 26e Mei is de voor de kroning vastgestelde dag, welke plechtigheid gevolgd wordt door een groot feest in het Granowitaja-paleis. Gedurende de volgende drie dagen zullen de Czaar en Czarina cour houden tot het ont vangen van geluk wenschen in het Kreml, terwijl ook op den 27en een staatsdiner wordt gegeven in hetzelfde paleis, waartoe de hooge geestelijkheid en de voornaamste ambtenaren znllen worden uitgenoodigd. Op den 27en en den 28en zal de stad ecbitterend worden verlioht en de keizer en de keizerin zullen door de straten rijden ten einde de verlichting te aanschou wen, waarna op den 28sten receptie wordt gehouden in het Kreml. Op den 29e zullen de teekenen der keizerlijke waardigheid weder van de troonzaal naar het Oruzeinoje-paleis worden overgebracht en er zal eene galavoorstelling in den grooten schouwburg worden gegeven. Op den 30an is er een groot volksfeest op het Hodyoskyplein en een bal bij den Franschen gezant. Op den 31en weder boomgaard, het groene weiland. De heggen waren ver sierd met late herlstbloemende paarden en mannen met blauwe kielen aan gingen huiswaarts naar de ver warmde en helder verlichte woningen. De lucht was nog bezwangerd met de geuren van het vereche hooi en in de verte hoorde ik het gelui der klok van|den Gothischen toren welke zich verhief boven het dorp en den groenen heuvel. Heldere lichtstralen vielen nit alle veneters van elk klein stadje, dat wij passeerden het avondrood stak sterk af tegen den donkeren hemel en ik zag hoe het land heuvelachtiger werd in de richting van Londen eu Chatham. Het vreedzame van dat tooneel evenwel sprak het luidst tot mijmaar boven alles de gedachte „lk ben in Engeland." Onwillekeurig gingen mijne ge dachten terug naar den tijd, dat ik met Roderick en Mary naar Londen ging om ietB te weten te komen be treflende den man, die nu naast mij zat in een Engelschen sneltrein. Waar waren thans de anderen het meisje dat als een zuster, de man, die als een broeder voor mq geweeet wasin welke mate had de vrees over mijn dood een waas van treurigheid geworpen over dat kinderlqk gelaat, dat tot nog toe zoo weinig verdriet gekend had in de zestien levensjaren? Het waB een zon derlinge gedachte te denken dat Mary misschien naar Londen terug waa gekeerd en dat ik, dien zij misschien dood waande, zoo nabij haar was, maar in een zekeren zin verder van haar verwijderd, dan wanneer ikin mijngraf had gelegen. En Black, die door alle regeeringen vervolgd werd zat naast mq een sigaar te rooke», blqkbaar volstrekt niet denkend aan gevaar. Er rijn vele wonderlqke tegen- strijdigheden in het leven, maar geen, daar ben ik zeker van, grooter dan deze. Het was over tienen toen de rit volbracht was en Black en Osbart volgend in een gesloten rijtuig, reed ik weg van het station. Ik denk, dat wij ongeveer vijf tien minuten of meer reden ten laatste hielden wij sül voor een huis in een nauwe doodloopende straat, waar wij naar boven gingen naar kamers die voor one in gereedheid waren gebracht. Na een uitstekend avondmaal genoten te hebben, ver liet Osbart ons, maar Black bracht m»j naar een kamer, waar twee bedden stondenhij zeide mij, dat hij mij geen oogenblik uit het oog kon verliezen en ik daarom rijn slaapkamer moest deelen. „Jongen, als gij éen poging doet om mij om den tuin te leiden," zeide hij, „dan zal ik je voor je kop schieten, ook al waart gij mijn eigen zoon." Toen begaf hij zich ter ruste in eene gemelijke, on heilspellende stemming en ik haastte mij zijn voorbeeld te volgen. Den volgenden morgen verliet Black vroegtijdig het huis, maar hij sloot Osbart en mq op in ouze kamer. „Niet," zooals hij zeide, „omdat hij niet vertrouwde op mijn woord, maar omdat hij niet wilde, dat iemand on- noodig in de kamer zou komen." Laat in den avond kwam hij terug en vond mij, zoo als hij mij verlaten had met een roman van Paul Bourget in de handwant Osbart had den geheelen middag geslapen ea was altijd gemelijk, als hij aan wal was. Het uitricht uit mqn raam op een balkonnetje en de achterramen van nabijgelegen huizen was niet bekoor lijk en mqn gegeven woord deed mij alle ijdele ge dachten aan ontsnapping van mij zetten. ging tot doodslag varen, omdat het ten!" klonk zijn antwoord. ,U we een diner in het Kreml,ditmaal voor de Londen, dus ingericht, was weinig var- zitten, trok dezen bij het venster en nam mijn boek op kiese qk beven het leven op het schip en ik had den. Het was eene vreemdsoortige gewaarwording mij geheel al- m t -w vra£ei? k°e .Llack in de stad gevaren wasleen in het midden van Londen te bevinden, terwijl ik door ook naa ik geen lust zijne talrnke mkoonen van mi- mijne belofte gebonden niet de minste poging kon doen om te ontsnappen ik kon evenwel de gedachte niet van mij zetten, dat ik het toppunt had bereikt en dat het einde, zij het ten goede of ten kwade, nabij was. geen lust zijne talrijke inkoopen van mi niatuurportretten en eigenaardige edelsteenen, welke hij op de tafel had uitgespreid, nader te bezichtigen. De volgende dag was een Donderdag. Dien dag zal ik mij altijd herinneren, want ik beschouw hem alB den gedenkwaardigsten mijns levene. Black ging zooals ge woonlijk vroeg in den morgen het huis uiteven als den vorigen dag was zqn doel, te weten te komen, als dit mogelijk was, wat de admiraliteit zon doen ten gevolge van de plundering van de „Bellonic" en Os bart die weigerde om op te staan en aan het ontbijt te komen, lag in zijn bed de courant te lezen. Ongeveer een uur waren wij zoo samen geweest, toen er een telegram kwam voor den dokter, hetwelk hij ia3 ender een woedenden uitroep. „Ik moet noodzake lijk naar den kapitein gaan," zei hij, „en het eenige wat ik doen kan is u hier te laten. Wij vertrouwen u volkomen; maar wees verzekerd, indien gij een halve poging doet om ons te verraden, dan zal het de laatste daad zijn uws levens. Misschien kom ik in tien minu ten terug. Gij moet u de vernedering laten welgevallen van opgesloten te worden; en mijn waarde, denk niet, dat gij hier in huis hulp zoudt krijgen, want de man aan wien dit huis toebehoort is een der onzen en als gij gerucht maakt, zult gij gauw tot zwijgen worden gebracht." Met een zekeren zwier ging hij de deur uit en ik keek hem na, niet denkende, dat ik hem nooit terugzien zou. Teen hij was heengegaan, ging ik in den leuningstoel Uit het raam mijner kamer kon ik het gegons hooren van het stadsgewoel ea hoorde ik de omnibussen rol len. Ik kon zelfs de menschen zien in de hnizen tegen over mij en de gedachte kwam in mij op. Wat als ik het raam open en om hulp roep? ik had mijn woord gegeven, het is waarmaar moeet mqn woord gegeven onder zulke omstandigheden binden. Maar wat had ik daarmede te maken. Ik wist, dat een redenee ring ten gunste van een verkeerdheid het geestelijk gehemelte aangenaam ismaar ik verzette mij tegen de neiging, want ik geloofde dat het breken van mijn woord mij op éen lijn van zedelijkheid zou zetten met de mannen, aan wie ik mijn woord gege ven had. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2