haar taak voor dit kortstondig bijeen zijn afgedaan. Zij ging tot nadere bijeenroeping uiteen. G. Jr. Uit de Staatscourant. bij Konbesluit is aan A. A. van Elk, op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei, eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsver- vanger in het kanton Ridderkerk A. Bruins Slot benoemd tot burge meester der gemeente Schiermon nikoog aan dr. H. Treub, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als hoogleer aar aan de rijksuniversiteit te Leiden, met ingang van 9 Mei; aan den luitenant ter zee 2e klasse bij de Kod. Ned. Marine reserve J. Schol, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit den dienst bij die reserve op hun verzoek, eervoi ontslag verleend: aan P. Lammers8 als dijk graaf van den polder Velgersdijk, en aan J. Oosthoek, als heemraad van dien polder; aan P. L. Willems, met toepassing van art. 52 der wet op het notaris ambt, eervol ontslag verleend als xxotaiiö te O ader-Am stel. Atjah. Bij het telegram van Woensdag over het ontzet van Tjot Rang geeft het Bbld. het volgende bijschrift: Tjot Rang en Lam Goet liggen Na hevig verzet zijn Woensdag twee personen, waarvan een een ge laden revolver had, door vier politie agenten op beeterdaad van diefstallen op Zuid-Beveland betrapt, gearres- heide ten oosten onzer stelling. Eerst- j teerd en naar Middelburg gebracht, genoemde versterking was docr onze Tentoonstelling te Zaandam. Op den Burcht te Zaandam, het terrein der tentoonstelling van Zaan- sche nijverheid, heerscht reeds een zeer groote bedrijvigheid. Met alle macht wordt gewerkt aan den grond slag van het hoofdgebouw, dat den vorm van een winkelhaak verkrijgt, waarvan de beide armen 72 en 84 M. lang en 20 M. breed wordeD, met den hooidingang aan de binnenzijde van den hoek. Voor een groot gedeelte is het terrein reeds afgeschut, zoodat weldra de toegang afgesloten zal zqn. De ingang komt aan de Noordzijde, bewesten het Raadhuis. Naar wij vernemen is de ie vering van het benoodigde hout gedeeltelijk opgedragen aan de firma H. Simons en Zoon, gedeeltelijk aan den heer P. Schipper, beide te Zaandam, voor een gezamenlijk bedrag van 110,000. Tel. Het kantongerecht te Wageningen heeft den heer N. Zerbet, directeur der inrichting tot verpleging van ze nuwlijders „Ingenetta" te Eede, we gens verpleging van krankzinnigen, waarvan niet behoorlijk aangifte was gedaaD, veroordeeld tot f 100 boete of 20 dagen hechtenis. Dj eiech was f300 o 30 Militaire administratie. Als een curieuse bqdrage tot de Nederlandsohe (militaire) admini- nistratie eohrqft de Haagsche Sprok kelaar in het U. D. Een jongen uit Den Haag kwam onlangs te Leiden „voor zqn nom- nier,, op, maar bleek alras, een ge brek te hebben, dat hem ongesohikt maakte voor den werkelijken dienst, en hij werd alsnog afgekeurd en huiswaarts gezonden. Maar hij was inmiddels, op voorschot, gekleed zijn infanteriegarderobe lag hem te waohiensplinternieuwonge- troepen, Lam Goet door onze „At- jehscho bondgenooten" bezet. Uit het bericht blijkt, dat zoo het gerucht, als zou Toekoe Oemar zich weder willen onderwerpen, waarheid bevat, de geneigdheid in ieder geval nog niet tengevolge heeft gehad dat de vijandelijkheden worden gestaakt. Deze worden thans ten oosten van onze linie voortgezet. In verband met het vroegere be richt. dat Biloel en Lamkoenjit, teu zuiden der linie, gesleoht zijn, ver dient het verbranden van Lam Goet aandachi. Daaruit toch schijnt men de gevolgtrekking te mogen maken,, dat generaal Vetter den posienkring j bruikt. „Majoor, wat moet ik met die buiten de linie, althans voor zoover i spullen doen vroeg de jongen, die door de „bondgenooten* bezet Meenemen was het antwoord en be was, wil opheffen. waren. „Waarom majoor?' Dat weet De late lu tenant H. L. Maarsohalk ik niet. -Mag ik ze verkoopen bereikte den leeftijd van sleoht3 29 Neen I «Maar majoor..." Geen maren jaren. Den 2osten Juli 18S9 werd hij die spullen zijn je door H. M. ge aangesteld tot 2de luitenant, den 19ageven ze zijn hier verantwoord, ik Augustus 1893 bevorderd tot lste- zou ze op geen enkelen staat weten luitenant. j terug te verantwoordenje neemt ze mee. En zoo ging onze afge- De N. R. Ct. zegt er het volgendekeurde milicien huiswaarts met een overj soldatenpak, waarmee hg liefhebberij- Na het ontzetten en slechten dercomedie spelen mag, en dat aan tijdelijke posten Biloel en Lamkoenjit i 'a lands schatkist (i. e. aan ons be en het ten minste tijdelijk terugtrek- lastingbetalers) een f29 of meerheeft ken uit de IX Moekims ten zuiden gekost en waarin nooit een krqgs- der geconcentreerde linie, blijkt nu i man den vaderlandschen grond zal de beurt te zijn aan de tijdelijke bewaken. posten in de XXVI Moekims. Tjot Rang was door ons bezet, Lamgoet door Toekoe Hoesara Long. Met 'ngang ran 1 Me. sullen de balts die dsar woont. Deze werd in I k.lometerboekjea en de abonnemente- Deeember 1893 door Toekoe Oemar *aar'e,n ,v°°r de «ro0Pe£ P..60 Pd overgehaald tot onze zijde. Hii lage-1 der Staatsspoorwegen ook geldig z,n huwd met een doohter van Toekoe °PdB '<l0. fcmard-Heraogenrath. Nan te, hoofd der VI .Moekims, nichtv°°rla io verband met de menwe van Toetoe Oemar. Lamgoet ligt ^palingen voor het vervoer van km midden in moerassen en is een sterk der0o> °J>k bet vervoer ven kinderen neet, waar Tenkoe di Toro vroeger "fn ,d0n tha:™ «nohtprfl. met huisde kdometerboekjeB daarmede in over- Nn wij een pont maohtig zijn opeenatemming gebracht door enb 5o den weg, die loopt van Toengkoep!d8 voorwaarden den leeftijd „van 3 langs Lamgoet, Tjot Rang, Gloem- pang, Senelop en Anagaloeng, kan Gloempang ontzet worden door het oprukken daarlangr of langs wege i van Lampermai ea Lambaroe daar heen voerende over Gbani en Tjot Madé. Op eerstgenoemden weg is een zeer gevaarlijk punt. Met de andere daar aan gelegen door Atjehers bezette punten maakt het nu dien weg hoogst onveilig. Dat niet iederen dag uitgerukt wordt met grootetroepenmacht, vindt zijn oorzaak wellicht in gebrek aan transportmiddelen. Onder het vijan delijk vuur zijn ossenkarren onbruik baar on de Atjehers zqn als koelies onwillig. Men meldt uit Scherpenzeel Niettegenstaande het gure weer dat het trekkerswerk haast ondoen- lijK maakt, zijn toch bijna al ce trekkers aan den gang: jl. Zaterdag avond hebben de beide grootste veen bazen, die ieder pl. m. 50 span aan het werk hebben, het door de arbei ders gestelde aocoord van 90 en 95 cent per roede aangenomen. Dit is een der weinige malen dat de arbeiders hier hun zaak hebben gewonnen. Handel in paardenvleesch. De Engelsche bladen vermelden een geval, dat pas voor het politie hof aan de Theems te Londen behan deld werd. Het gold een wreede be handeling van een dier. Een paard, dat lam was aan een der voorbeenen tengevolge van een ziek lid het had een zweer aan den poot had men naar de dokken laten loopen. De eigenaar van het paard werd tot een boete veroordeeld. Bij de behan deling der zaak bleek, dat het dier voor Rotterdam bestemd was, om daar geslacht te worden, ten einde het vlee8ch in consumtie te brengen, waarvan met afkeer werd gewaagd. Over de behandeling der dieren aan boord werd daarbij in ongunsti- gen zin gesproken. Naar aanleiding van deze zaak hebben wij inlichtingen ingewonnen. Uit betrouwbare bron deelde men ons het volgende mede Het is een feit, dat vele afgewerkte paarden uit Engeland daar ter stede worden aangevoerd om als slachtdie ren op de wekelijksche markt ver kocht en naar alle streken in ons land gezonden te worden. Dat men in Engeland van dezen handel afseer heelt is niet te verwonderen, daar paardevleeech daar slechts als dieren- voedsel wordt gebruikt, en worden nu uitgeputte individuen naar Hol land verscheept, dan bereikt de weer zin zijn toppunt. Men zij echter niet ongerust. Voor zooverre deze dieren niet gedurende de reis succombeeren, waarna zij als cadaver naar het abattoir worden gebracht om daar te worden vernie tigd, worden zij na slechting nauw keurig geïnspecteerd, zoodat men de zekerheid heeft, dat te Rotterdam niet anders dan gezond vleesch daar van gegeten wordt. Het vervoer van de arme dieren laat echter buitengewoon veel te wenschen over. Vooral bij slecht weer komen de paarden dikwijls in deer niswekkender! toestand aan, en daar kan niet genoeg tegen geageerd worden. N. R. Ct. woord nederlandsch, kan toch veran derd worden in 't engelsche, 't 8paansche, 't duitsche enz. Vervolgens vraagt hijIs ons volks lied een liedl Hierop antwoordt hij als volgt„Laat zien I De dichter begint met een uitnoodiging tot zingentot het zingen van een lied, een feestlied nogwei. Hier zij opge merkt, dat een volkslied, ia den zin, waarin wij het hier bespreken, niet uiisluitend een feestWed zijn mag. Ook in dagen van druk en kommer voor het volk, moet het in het hart en op de lippen kunnen zijn. Doch de vraag is bovendien gewettigd, of de dichter ons geeft, wat hij in de eerste vier coupletten belooft. En dan meen ik van neen. Tot een liedwekt hij ons op een gebed van vijf cou pletten legt hij zijn vclk op de lip pen, een gebed, dat van uit ons feest- gedruischden hemel indringen moet. Resuenterende, zegt de schrijver in „Sta PalV', ons „Wien Neerlandseh bloed" i9 niet geboren't is gemaakt staat niet in den volkstoonie te lang en te leegis niet nationaalis geen lied ergo geen volkslied. Pauwels. De gastvoorstellingen van den heer D. Pauwels aan het hoftheater te Berlijn zullen 10 Mei een aanvang nemen. De eerste partij door den zanger te vervullen^ zal zijndeRaoul in de Hugenooten. Samson, die Woensdagmiddag te tot 10 jaren" te wijzigen in tot beneden 10 jaren." WerkBtakiag in de venen. In navolging van die te Beets hebben ook de arbeiders in de venen langs het Tjongerbanaal (onder Olde- berkoop, Nijeholtpa en Nijehorne) Dinsdagmorgen den arbeid gestaakt. Toen een afdeeling der stakers in Oldeberkoop kwam, hebben de bazen het loon 5 a 10 cent per roede ver hoogd, waarna de trekkers het werk hebben hervat. Een later bericht meldt De heer Lankhorst, vervecer te Bee tsterzwaag, heeft op verzoek van j zijn arbeiders te Beets, hun verhoogd Amsterdam in de schuttersuniform loon toegestaan en wel 75 cent ia van Roens in de Kalverstraat colpor-den bak. Hij had tot dusverre nog teerde, is dcor de politie ingerekendniet met. de werkzaamheden laten en naar de poBt op den Singel ge-aanvangen. bracht, onder toevloed van eene nieuwsgierige menigte. I Letteren en Kunst. Ons „Wien Neerlandseh bloed" geen volkslied? Ean inzender verkondigt in „Sta Pal", orgaan van den Orarjehond van Orde, de leer dat ons Wien Neerlandseh bloed in den engen zin vsn 't woord geen lolkslicd is en zulks in d8 verste verte niet. J JAIs eisoheü, die men aan een vclkslied moet stellen, noemt hijle. zij het uit den drang der omstandig heden geloren-, 2e. zij het in beschaaf den volkstoon gezongen3&. zij net kort, maar aan inhoud rijk; 4e. drage het den stempel der nationaliteit; oe. zij het in elk gevaleen lied. Aan deze eischen nu voldoet, naar bij uiteenzet, ons Wien Neerlandseh bloed niet. Geboren is het, zoo betoogt hij, niei; het is gemaakt, gemaakt op uilnoodi- ging eener commissie, gemaakt om goudhet is het volk gegeven, in den mond gelegden liüi laat het volk zich niet doen. Dan vraagt de schrijver: is het in den beschaafden volks toon gözongen Hij geeft hierop ten antwoord, dat het wel beschaafd is; hier en daar zelfs te beschaafd, doch dat het niet in den volkstoon staat. Zoo trekt bij het bijv. in sterken twijfel of hf. volk iets van de beteeken is der suLjonc- tief ontdekt, of m. a. w. of het inder daad een vjensch, een bede ont ekt in de regels: „Doe nog ons laatst, ons jongst [gezang Dien eigen wensch gestand Sport en Wedstrijden. De olympische spelen. De uitdeeling der prijzen aan de overwinnaars in de spelen geschiedde Woensdag door den koniDg. De prij zen bestonden uit takken van de olijfboomen van Olymphia het plan om den overwinnaars zilveren kran sen uit te reiken, had men laten va ren, maar allen ontvingen een me daille en een fraai diploma. Do koning plaatste den overwin naars een lauwerkrans op het hoofd, en aldus getooid defileerden zij, voor afgegaan door den starter, door het Stadion, terwij de muziek de volks liederen speelde. Daarna verklaarde de koning de Olympische spalen voor geëindigd. Van het comité ontving de kroon prins een lauwerkrans, onder het geestdriftig gejuich van de tienduizen den, die de plechtigheid bijwoonden. Onder de overwinnaars zijn11 Amerikanen, 10 Grieken, 7 Duit- schere, 5 Franschen, 3 Eogelschen, 2 Bongsren, 2 Oostenrijkers, 2 Austra liërs, 1 Deen en 1 Zwitser. Het internationaal comité heeft be sloten, dat de Olympische spelen over vier jaar weer ta Athene zullen ge houden worden. Keehtrnkeu. Beslaglegging op traktementen Laat de wet toe op de traktemen ten van gemeente-ambtenaren beslag te leggen is eene vraag, die zich in den laatsten tijd meermalen heeft voorgedaan. Dinsdag is voor de rechtbank te Amsterdam in zulk een zaak gepleit, daar een openbaar onderwijzer, op wiens salaris beslag was gelegd, daar tegen in verzet was gekomen. Voor den onderwijzer trad mr. B. E. Assoher op, die eerst de juistheid ontkende van de beweringen dat het verzet later is uitgebracht dan de wet toelaat, en dat art. 757 Wetb. van Burg. Rechtsv. (dat beslag op bezol digingen en pensioenen wegens amb ten of bedieningen verbiedt, behalve voor zooveel en zoodanig als bij bizondere wetten wordt bepaald) niet toepasselijk zou zijn op een executo riaal beslag. Daarna kwam pleiter tot de vraag of genoemd artikel toepasselijk is op gemeente-ambtenaren. Do ^verbodsbepaling kwam reeds voor m art 5S0 van den Code de Procédure Civile, maar daar enkel ten behoeve van „staats ambtenaren." toegelaten is. Zulk een wettelijke be paling is nl. niet bekend. In een wet van 1815 wordt wel van diensten, aan de gemeente bewezen, gespro ken, maar alleen wat betreft werken, gemaakt tot waterkeering. Het verzet is aldus gegrond. Mr. G. Kirberger, die voor den be slaglegging optrad, liohtte de reeds genoemde redenen tot bestrijding van het verzet toe. Voor de geldigheid van de beslaglegging op traktemen ten als in dit geval, beriep hij zioh op sohrijvers als Oudeman, Diephuie, De Martini e. a., en op de vonnissen der rechtbanken te Zwolle en Breda op 3 Januari 1844 en 2 Maart 1847 gewezen. De uitspraak is bepaald op 21 April. De aanvaring tusschen de „Elbe" en „Crathie". In de zitting van de arr.-rechtbank te Rotterdam, afdeeling Handelsza ken, werd Woensdagmiddag ten 12 uur uitspraak gedaan in zake de aanvaring tusschen de stoomschepen Elbe en Gnathic. De rechtbank veroordeelde de maat schappij der Crathie tot schadever goeding van den gevorderden eiech der Norddeutscher Lloyd tot een be drag van 5 ton. De maatschappij d°r Crathie werd tevens veroordeeld in de kosten. Het gerechtelijk onderzoek naar de aansprakelijkheid voor de instorting van het huis in de Rijkloff van Goens- straat te 's Graveohage waarbij een der werklieden het leven verloor, heeft grond opgeleverd voor eene vervolging van den metselaar, die den bouw had aangenomen en den Bteen liet verwerken. Deze strafzaak zal a.s. Maandag voor de rechtbank in behandeling komen. Er zijn 13 getuigen, waaronder deskundigen, ge- Gemengd Nieuws Moordenaars oiitd8kt. Z>oals voor eenigen tijd is mede gedeeld werd op 13 Februari een alleenwonend heer in zijne woning in Musweli Hill bij Londen vermoord gevonden. Hoe men intusschen ook naar de daders zocht, het mocht der politie niet gelukken hen te ont dekken. Zondagavond is men er evenwel in mogen slagen de daders in han den te krijgen. Toen de moord be kend werd en de politie in de wo ning en den tuin onderzoek deed, vond zij behalve voetstappen die nauwkeurig opgenomen werden, een goedkoop soort dievenlantaarn en een tabaksdoos, maar niemand wist te vertellen van mannen, die vöor of tijdens den moord in die buurt ge zien waren. Het was dan ook geen gemakkelijke taak voor de politie om het net te ontwarren. Tegen einde Maart, toen de recherohe bijna reeds alle hoop opgaf, ontdekten* twee in specteurs, dat een beruchte ex-ver- oordeelde met zijn familie uitKensal New Toron verdwenen was en dat behalve deze familie Dog een ander ontslagen gevangene met hen mede- gegaan was. Deze lieden waren tot kort vóór den moord vrijwel zonder bron van inkomsten, doch na den moord sche-, nen zij geld te hebben. Intusschen waren zij verdwenen; waarheen wist niemand. De moeder van een der gearresteerden verklaarde niets te weten; een andere bloedver want echter deed door zijn verkla ringen bij de politie bet vermoeden bevestigd worden, dut zij op het goede spoor was. Deze, een broer van een der mannen, gaf door de politie daartoe gedreveD, een beschrij ving van een dievenlantaarn, die in zijn bezit geweest was en die tot in de kleinste bijzonderheden overeen kwam met de gevondene. De knaap werd ondsr politietoezicht naar een ander deel van Londen ge bracht, waar hij nog verblijft, daar de politie vreesde, dat men hem leed zou doer, naar aanleiding van zijn getuigenis. Met veel moeite en na lang zoeken werden de vluchtelingen, die van plaate tot plaats troksen Bij de behandeling in onze Kamer werd gevraagd waarom de bepaling ook niet zou gelden voor provinciale en gemeente-ambtenaren, en toen is j nagegaan, totdat men ze Maandag het woord „staat" geschrapt, zoodat I in Bath ontdekte, waar zij gezamen- het artikel zeer algemeen luidt. Het lijk een kamer bewoonden en reeds Hierna betoogt de schrijver dat het j beslag op het traktement van een weer aan lager wal waren, zóo zelfs j lang, veel te lang en bovendien leeg ambtenaar in 'talgemeen is dus ver- dat zij een revolver hadden moeten' is; ook is het niet nationaal. Hei boden, tenzij dit bij afzonderlijke wet beleenen, hetgeen tot hunne ontdek- king in die plaats aanleiding gaf. Drie rechercheurs uii Bath, bijge staan door een dertigtal agenten die de woning omsingelden, en op ern- stigen tegenstand verdacht en daarop gewapend waren, gingen het huis binnen, waar zij onverwachts de hand op de vluchtelingen legden. Een he vig gevecht ontstond nu, waarbij de rechercheurs van hunne wapens ge bruik moesten makeD, en een der moordenaars gewond werd. Zij wer den evenwel overweldigd en gevan kelijk weggevoerd. Bij de huiszoeking werd een kof fertje met allerlei soort van icbre- kersmateriaal gevonden, benevens een revolver en 40 patronen. Engelsche manieren. In een opstel der Nineteenth Century van April over den naijver tusschen de verschillende volken, legt prof. Mahaffy in naam van zqne landge- nooten een zeer merkwaardige be lijdenis af. Hjj bekent ronduit, dat deze naijver, althans voor zoover En geland daaronder lijdt, te wijten ia aan de Engelsohe ongemanierdheid en eigenwaan. Opreohtheid en waarheidsliefde is tooh een der be- wonderingswaardigste eigenschappen van den Eogelschman. Zeer sterk uit zich naijver bij na burige volkenIeren, Fransohen, Duit8ohers, Italianen en zelfs Noord- Amerikanen,een naijver diezeer be slist op Engeland is gemunt. Sinds geruimen tijd doet d9 Fran sche pers alles wat zij ken om de Engelsohen in de oogen der Fran sohen zwart te maken. Prof. Mahaffy gelooft dat de nationale antipathie in Frankrijk aldus veel te soherp wordt uitgesproken. Zoo ook in Ierland. Men overdrijft. Zij die er belang bij hebben het water troebel te maken, oefenen veel invloed in Europa en Amerika en sohilderen vaak de on vriendschappelijke stemming jegons Engeland in zwarte kleuren af. En toch, die vijandige gezindheid is voor een groot deel zeer bogrijpe ljjk. We werden zoo zegt de schrij ver ongeveer onlangs opgesohrik' door de bewering, dat Engeland al leen staat in de wereld en geen en kelen vriend heeft. Is dit waarlijk zoo, laat onB dan eens zoeken naar de redenen laat ons pogen, die weg te nemen indien aan ons de schuld ligt of, indien anderen de oorzaak zijn, ze trachten te verklaren. En dan bekent hij dat de vijand schap ten deele wel teweeggebracht kan zijn door de slechte manieren en den onbeminnelijken aard van het volk. Wie met een stalen gezicht kwetsende dingen zegt en niet inziet hoe iemand zich daardoor beleedigd kan gevoelen, maakt zich niet gemak kelijk vrienden onder gevoelige men schen. Dezen halen minachtend de sohouders op over zulk een lomp heid. Vooral Ieren zelfs regeerings- gezinde worden door die Engel sohe stekeligheid telkens gekwetst. Geen wonder. Op een bouwwerk te Londen vroeg de schrijver eens den opziohter of hq lersche werklieden gebruikte. „O ja," was he! antwoord, „er is er een, die al 16 jaren lang bij mij werkt; het is de bsste man dien ik heb. Er is een ander die mij 8 jaren lang dient; hij belooft even goed te worden. Wij verachten nie mand. mijnheer." Prof, Mahaffy vindt hot verklaar baar, als zulk een opzichter voor lersche werklieden onuitstaanbaar „Men houdt in Europa niet van ons," zeide een Pruisisch offioier eens tot den schrijver, „omdat onze ma nieren bijna even sleoht zijn als van u, Engelsohen." Overal in de wereld, waar de En- gelscben in aanraking komen mot ge voelige mensohen, kwetsen zq, geven zij aanstoot,dikwijls doordat zq het niet noodig vinden een bewustzijn van meerderheid te verhelen, dikwijls on bewust door hun meerderheid als een uitgemaakte zaak te besohouwen. Noord-Amerikanen bijv. ergeren zij door hen als provincialen te behan delen. Deze gebreken maken alleen onbe mind. Doch met naijver, haat, kwaad willigheid, worden Engelsohen door andere volken aangezien. Dit komt omdat het dit onbemin nelijke volk beter dan eenig ander gelukt is, zijn invloed uit te breiden over de geheele wereld en een ont zaglijken nationalen rijkdom te ver zamelen. De Engelsohen zqn rijker dan Franschen en Duitsohers en bo- „O, wees daarvoor niet bang mijn kind. Stellig zullen zij u herkennen. Zij kennen toch uwe oogen en lieve stem. En wat uw bruine kleur betreft, die kan na ver loop van eenigen tijd weggewasechen wordendat zult ge zien." „Neen, ik vrees van niet; het schijnt dat zeep en wa'.er ze nog donkerder maken. Ze is donkerder dan eerst. O, dat was een duiveleche daad." „Ja, eene gemeene daad. Als zij u nog maar goed zwart hadden geverfd zooals mij, dan zou het nog zoo kwaad niet zijn geweest. Maar om je die gemeene kleur te geven van gemengd bloed 1" Misschien beschouwde Astrea dit niet als eene nog Bterker befeediging, want zq antwoordde niet op deze woorden. „Heb je ook eenisr idee waar wij heengaan en hoe ver wij vaD een haven zijn verwijderd of wanneer wij zullen landen?" vroeg zij. „Ja, mijn kind, de kapitein maakt er nu geen geheim meer van 1 Ik heb er die menechen op dek over hooren spreken. Wij gaan naar New-Orleans terug. Waarom wij er terugkeeron na alleen in die kleine kreek te zijn geweest gaat mijn verstand te boven. Het schijnt of de geheele reis tot doel had om jou te halen. Sedert wij New-Orleans hebben verlaten en het anker in de kreek hebben laten vallen, hebbben we nergens opgehouden. En zoodra wij je aan boord hebben floep I het anker weer op en terug naar de stad van waar wij kwamen. Dat lijkt me toch erg vreemd." „Dat doet het werkelijk; het schijnt, dat mijn ongelukkig persoontje het eenige doel van de reis was." „Ja, er zit me3r achter dan wij denken." „Zoo is hetnu mijn lot zal wel te New-Orleans be slist worden. Weet je ook wanneer zij denken die etad te bereiken?" „Overmorgen als de wind gunstig blijft, dat zeggen tenminste de matrozen. En nu mijn kind denk er aan, flet heeft acht bellen geluid, dat wil zeggen dat het middernacht is neem mijn raad dus aan en ga slapen." Daar deze raad werd uitgesproken op een zeer slape rigen toon, waaruit bleek, dat noch verdriet, angst en medelijden deze vrouw, die tot een slaaplievend ras behoorde, langer wakker konden houden, wenschte Astrea haar goeden nacht en zette hare gedachten voort in een g6bed. De wind bleef voorspoedig en op den avond van den derden dag hierna, zeilde de „Kitty" de Misïissippy op en liet het anker vallen voor New-Orleans. En Astrea werd in haar hut opgesloten. HOOFDSTUK V. Astrea verkocht. Astrea was in haar kajuit opgesloten en zag slechts Venus bij zich. Venus werd voortdurend door den ka pitein binnengelaten, die zorgvuldig de deur achter haar sloot en den sleutel bij zich hield zoolang zij binnen was, waarna hij er haar weer uitliet en de deur onmid dellijk weer sloot. Aldus verliepen verscheidene dagen terwijl het schip eenige mijlen onder de stad voor an ker lag. Astrea vond deze onzekerheid nog het vreeeelijkete van hare reis. Zij had va=t besloten, dat zij zoodra zq zich aan wal bevond, hare werkelijke positie bekend zou maken aan den eerste den beste, dien zij zou ont moeten en dcor dezen de hulp van de overheid zou in roepen. En aldus zag zij het uur tegemoet van hare landing als ware het dat van hare bevrijding. Maar verecheidene dagen verliepen en steeds bhefzij in de kajuit opgesloten, en bleef het schip op dezeltde plaats voor anker liggen. Zij vroeg er hare oppasseres over. „Waarom blijven wij hier zoo lang VenuB?"" „Waarom vraag je mij dat nu, mijn kind Hoe weet ik dat nu Evenmin als de groote mast. Ik heb toch gezegd, dat de kapitein mij nooit iets vertelt." „Maar je hebt er toch wel je eigen meening over." „Hoe zou ik dat hebben Ik weet er totaal niets van," vervolgde de negerin, die niet in eene spraakzame bui echeen te verkeeren. Aan Astrea's spanning zou echter spoedig eene einde komen. Den volgenden morgen gebeurde er iets, dat haar eenig denkbeeld gaf van hetgeen haar wachtte. Het was ongeveer acht uur inden morgen toen Venus haar als naar gewoonte haar ontbijt bracht. Zij zette het neer op tafel, naderde Astrea en fluisterde haar toe: „Er gebeurt iets mijn kind de kapitein is in de groote boot naar wal gegaande stuurman heeft den sleutel van de fcajuit." „De kapitein aan wal gegaan? Naar de stad?"vroeg Astrea, die de hoop koesterde dat iedere gebeurtenis een stap was naar Hi.re bevrijding. „Neen mijn kind, wij liggen te ver van de stadhij is naar de kuBt gegaan, rechtuit naar het cypressen- boschdat is alles wat ik weet." Verecheidene vermoedens werden door Astrea geop perd wat betreft dit tochtje van den kapitein, muar geen daarvan scheen haar of de negerin waarschijnlijk toe, en toen zij ten slotte haar eenvoudigen maaltijd had verricht, nam Venus het blad op en bracht het weg, terwijl zij bij het weggaan fluisterde „Ik zal goed uitkijken met mijne oogen en als ik je middagmaal breng, zal ik alles zeggen wat ik heb ont dekt." Nadat Venus de kajuit had verlaten, verviel Astrea in een diep, droevig gepeins. Al haar hoop op ontviuch ting was gebaseerd op de omstandigheid, dat zij in de drukte der stad aan wal gaan en menschen ontmoeten zou, wier hulp zij kon inroepen. Maar wanneer zij nu landde in de wildernis? Uitgeput door deze en dergelqke gedachten, wierp Astrea zich eindelijk op haar kooi neer en wendde haar gelaat naar het kleine venster aan den achterkant om wat friseche lucht in te ademen. Het raampje was open, maar een klein mousseline gordijn, dat er voor hing, verborg de bewoonster van de kajuit voor den blik van degenen, die zich aan stuurboordzijde buiten) het bene- dendek bevond. [(Wordt vervolgd)..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2