haar taak voor dit kortstondig bijeen
zijn afgedaan.
Zij ging tot nadere bijeenroeping
uiteen.
G. Jr.
Uit de Staatscourant.
bij Konbesluit is
aan A. A. van Elk, op zijn verzoek,
met ingang van 1 Mei, eervol ontslag
verleend als kantonrechter-plaatsver-
vanger in het kanton Ridderkerk
A. Bruins Slot benoemd tot burge
meester der gemeente Schiermon
nikoog
aan dr. H. Treub, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als hoogleer
aar aan de rijksuniversiteit te Leiden,
met ingang van 9 Mei;
aan den luitenant ter zee 2e klasse
bij de Kod. Ned. Marine reserve J.
Schol, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend uit den dienst bij die reserve
op hun verzoek, eervoi ontslag
verleend: aan P. Lammers8 als dijk
graaf van den polder Velgersdijk, en
aan J. Oosthoek, als heemraad van
dien polder;
aan P. L. Willems, met toepassing
van art. 52 der wet op het notaris
ambt, eervol ontslag verleend als
xxotaiiö te O ader-Am stel.
Atjah.
Bij het telegram van Woensdag
over het ontzet van Tjot Rang geeft
het Bbld. het volgende bijschrift:
Tjot Rang en Lam Goet liggen
Na hevig verzet zijn Woensdag
twee personen, waarvan een een ge
laden revolver had, door vier politie
agenten op beeterdaad van diefstallen
op Zuid-Beveland betrapt, gearres-
heide ten oosten onzer stelling. Eerst- j teerd en naar Middelburg gebracht,
genoemde versterking was docr onze
Tentoonstelling te Zaandam.
Op den Burcht te Zaandam, het
terrein der tentoonstelling van Zaan-
sche nijverheid, heerscht reeds een
zeer groote bedrijvigheid. Met alle
macht wordt gewerkt aan den grond
slag van het hoofdgebouw, dat den
vorm van een winkelhaak verkrijgt,
waarvan de beide armen 72 en 84 M.
lang en 20 M. breed wordeD, met den
hooidingang aan de binnenzijde van
den hoek. Voor een groot gedeelte is
het terrein reeds afgeschut, zoodat
weldra de toegang afgesloten zal zqn.
De ingang komt aan de Noordzijde,
bewesten het Raadhuis.
Naar wij vernemen is de ie vering
van het benoodigde hout gedeeltelijk
opgedragen aan de firma H. Simons
en Zoon, gedeeltelijk aan den heer
P. Schipper, beide te Zaandam, voor
een gezamenlijk bedrag van 110,000.
Tel.
Het kantongerecht te Wageningen
heeft den heer N. Zerbet, directeur
der inrichting tot verpleging van ze
nuwlijders „Ingenetta" te Eede, we
gens verpleging van krankzinnigen,
waarvan niet behoorlijk aangifte was
gedaaD, veroordeeld tot f 100 boete
of 20 dagen hechtenis. Dj eiech was
f300 o 30
Militaire administratie.
Als een curieuse bqdrage tot
de Nederlandsohe (militaire) admini-
nistratie eohrqft de Haagsche Sprok
kelaar in het U. D.
Een jongen uit Den Haag kwam
onlangs te Leiden „voor zqn nom-
nier,, op, maar bleek alras, een ge
brek te hebben, dat hem ongesohikt
maakte voor den werkelijken dienst,
en hij werd alsnog afgekeurd en
huiswaarts gezonden. Maar hij was
inmiddels, op voorschot, gekleed
zijn infanteriegarderobe lag hem
te waohiensplinternieuwonge-
troepen, Lam Goet door onze „At-
jehscho bondgenooten" bezet.
Uit het bericht blijkt, dat zoo het
gerucht, als zou Toekoe Oemar zich
weder willen onderwerpen, waarheid
bevat, de geneigdheid in ieder geval
nog niet tengevolge heeft gehad dat
de vijandelijkheden worden gestaakt.
Deze worden thans ten oosten van
onze linie voortgezet.
In verband met het vroegere be
richt. dat Biloel en Lamkoenjit, teu
zuiden der linie, gesleoht zijn, ver
dient het verbranden van Lam Goet
aandachi. Daaruit toch schijnt men
de gevolgtrekking te mogen maken,,
dat generaal Vetter den posienkring j bruikt. „Majoor, wat moet ik met die
buiten de linie, althans voor zoover i spullen doen vroeg de jongen,
die door de „bondgenooten* bezet Meenemen was het antwoord en be
was, wil opheffen. waren. „Waarom majoor?' Dat weet
De late lu tenant H. L. Maarsohalk ik niet. -Mag ik ze verkoopen
bereikte den leeftijd van sleoht3 29 Neen I «Maar majoor..." Geen maren
jaren. Den 2osten Juli 18S9 werd hij die spullen zijn je door H. M. ge
aangesteld tot 2de luitenant, den 19ageven ze zijn hier verantwoord, ik
Augustus 1893 bevorderd tot lste- zou ze op geen enkelen staat weten
luitenant. j terug te verantwoordenje neemt
ze mee. En zoo ging onze afge-
De N. R. Ct. zegt er het volgendekeurde milicien huiswaarts met een
overj soldatenpak, waarmee hg liefhebberij-
Na het ontzetten en slechten dercomedie spelen mag, en dat aan
tijdelijke posten Biloel en Lamkoenjit i 'a lands schatkist (i. e. aan ons be
en het ten minste tijdelijk terugtrek- lastingbetalers) een f29 of meerheeft
ken uit de IX Moekims ten zuiden gekost en waarin nooit een krqgs-
der geconcentreerde linie, blijkt nu i man den vaderlandschen grond zal
de beurt te zijn aan de tijdelijke bewaken.
posten in de XXVI Moekims.
Tjot Rang was door ons bezet,
Lamgoet door Toekoe Hoesara Long. Met 'ngang ran 1 Me. sullen de
balts die dsar woont. Deze werd in I k.lometerboekjea en de abonnemente-
Deeember 1893 door Toekoe Oemar *aar'e,n ,v°°r de «ro0Pe£ P..60 Pd
overgehaald tot onze zijde. Hii lage-1 der Staatsspoorwegen ook geldig z,n
huwd met een doohter van Toekoe °PdB '<l0. fcmard-Heraogenrath.
Nan te, hoofd der VI .Moekims, nichtv°°rla io verband met de menwe
van Toetoe Oemar. Lamgoet ligt ^palingen voor het vervoer van km
midden in moerassen en is een sterk der0o> °J>k bet vervoer ven kinderen
neet, waar Tenkoe di Toro vroeger "fn ,d0n tha:™ «nohtprfl. met
huisde kdometerboekjeB daarmede in over-
Nn wij een pont maohtig zijn opeenatemming gebracht door enb 5o
den weg, die loopt van Toengkoep!d8 voorwaarden den leeftijd „van 3
langs Lamgoet, Tjot Rang, Gloem-
pang, Senelop en Anagaloeng, kan
Gloempang ontzet worden door het
oprukken daarlangr of langs wege i
van Lampermai ea Lambaroe daar
heen voerende over Gbani en Tjot
Madé.
Op eerstgenoemden weg is een zeer
gevaarlijk punt. Met de andere daar
aan gelegen door Atjehers bezette
punten maakt het nu dien weg hoogst
onveilig.
Dat niet iederen dag uitgerukt
wordt met grootetroepenmacht, vindt
zijn oorzaak wellicht in gebrek aan
transportmiddelen. Onder het vijan
delijk vuur zijn ossenkarren onbruik
baar on de Atjehers zqn als koelies
onwillig.
Men meldt uit Scherpenzeel
Niettegenstaande het gure weer
dat het trekkerswerk haast ondoen-
lijK maakt, zijn toch bijna al ce
trekkers aan den gang: jl. Zaterdag
avond hebben de beide grootste veen
bazen, die ieder pl. m. 50 span aan
het werk hebben, het door de arbei
ders gestelde aocoord van 90 en 95
cent per roede aangenomen.
Dit is een der weinige malen dat
de arbeiders hier hun zaak hebben
gewonnen.
Handel in paardenvleesch.
De Engelsche bladen vermelden
een geval, dat pas voor het politie
hof aan de Theems te Londen behan
deld werd. Het gold een wreede be
handeling van een dier. Een paard,
dat lam was aan een der voorbeenen
tengevolge van een ziek lid het
had een zweer aan den poot had
men naar de dokken laten loopen.
De eigenaar van het paard werd tot
een boete veroordeeld. Bij de behan
deling der zaak bleek, dat het dier
voor Rotterdam bestemd was, om
daar geslacht te worden, ten einde
het vlee8ch in consumtie te brengen,
waarvan met afkeer werd gewaagd.
Over de behandeling der dieren
aan boord werd daarbij in ongunsti-
gen zin gesproken.
Naar aanleiding van deze zaak
hebben wij inlichtingen ingewonnen.
Uit betrouwbare bron deelde men
ons het volgende mede
Het is een feit, dat vele afgewerkte
paarden uit Engeland daar ter stede
worden aangevoerd om als slachtdie
ren op de wekelijksche markt ver
kocht en naar alle streken in ons
land gezonden te worden. Dat men
in Engeland van dezen handel afseer
heelt is niet te verwonderen, daar
paardevleeech daar slechts als dieren-
voedsel wordt gebruikt, en worden
nu uitgeputte individuen naar Hol
land verscheept, dan bereikt de weer
zin zijn toppunt.
Men zij echter niet ongerust. Voor
zooverre deze dieren niet gedurende
de reis succombeeren, waarna zij als
cadaver naar het abattoir worden
gebracht om daar te worden vernie
tigd, worden zij na slechting nauw
keurig geïnspecteerd, zoodat men de
zekerheid heeft, dat te Rotterdam
niet anders dan gezond vleesch daar
van gegeten wordt.
Het vervoer van de arme dieren
laat echter buitengewoon veel te
wenschen over. Vooral bij slecht weer
komen de paarden dikwijls in deer
niswekkender! toestand aan, en daar
kan niet genoeg tegen geageerd
worden. N. R. Ct.
woord nederlandsch, kan toch veran
derd worden in 't engelsche, 't
8paansche, 't duitsche enz.
Vervolgens vraagt hijIs ons volks
lied een liedl Hierop antwoordt
hij als volgt„Laat zien I De dichter
begint met een uitnoodiging tot
zingentot het zingen van een lied,
een feestlied nogwei. Hier zij opge
merkt, dat een volkslied, ia den zin,
waarin wij het hier bespreken, niet
uiisluitend een feestWed zijn mag.
Ook in dagen van druk en kommer
voor het volk, moet het in het hart
en op de lippen kunnen zijn. Doch
de vraag is bovendien gewettigd, of
de dichter ons geeft, wat hij in de
eerste vier coupletten belooft. En dan
meen ik van neen. Tot een liedwekt
hij ons op een gebed van vijf cou
pletten legt hij zijn vclk op de lip
pen, een gebed, dat van uit ons feest-
gedruischden hemel indringen moet.
Resuenterende, zegt de schrijver in
„Sta PalV', ons „Wien Neerlandseh
bloed" i9 niet geboren't is gemaakt
staat niet in den volkstoonie te lang
en te leegis niet nationaalis geen
lied ergo geen volkslied.
Pauwels.
De gastvoorstellingen van den heer
D. Pauwels aan het hoftheater te
Berlijn zullen 10 Mei een aanvang
nemen. De eerste partij door den
zanger te vervullen^ zal zijndeRaoul
in de Hugenooten.
Samson, die Woensdagmiddag te
tot 10 jaren" te wijzigen in
tot beneden 10 jaren."
WerkBtakiag in de venen.
In navolging van die te Beets
hebben ook de arbeiders in de venen
langs het Tjongerbanaal (onder Olde-
berkoop, Nijeholtpa en Nijehorne)
Dinsdagmorgen den arbeid gestaakt.
Toen een afdeeling der stakers in
Oldeberkoop kwam, hebben de bazen
het loon 5 a 10 cent per roede ver
hoogd, waarna de trekkers het werk
hebben hervat.
Een later bericht meldt
De heer Lankhorst, vervecer te
Bee tsterzwaag, heeft op verzoek van
j zijn arbeiders te Beets, hun verhoogd
Amsterdam in de schuttersuniform loon toegestaan en wel 75 cent ia
van Roens in de Kalverstraat colpor-den bak. Hij had tot dusverre nog
teerde, is dcor de politie ingerekendniet met. de werkzaamheden laten
en naar de poBt op den Singel ge-aanvangen.
bracht, onder toevloed van eene
nieuwsgierige menigte. I
Letteren en Kunst.
Ons „Wien Neerlandseh bloed"
geen volkslied?
Ean inzender verkondigt in „Sta
Pal", orgaan van den Orarjehond
van Orde, de leer dat ons Wien
Neerlandseh bloed in den engen zin
vsn 't woord geen lolkslicd is en zulks
in d8 verste verte niet.
J JAIs eisoheü, die men aan een
vclkslied moet stellen, noemt hijle.
zij het uit den drang der omstandig
heden geloren-, 2e. zij het in beschaaf
den volkstoon gezongen3&. zij net kort,
maar aan inhoud rijk; 4e. drage het
den stempel der nationaliteit; oe. zij
het in elk gevaleen lied.
Aan deze eischen nu voldoet, naar
bij uiteenzet, ons Wien Neerlandseh
bloed niet.
Geboren is het, zoo betoogt hij, niei;
het is gemaakt, gemaakt op uilnoodi-
ging eener commissie, gemaakt om
goudhet is het volk gegeven, in den
mond gelegden liüi laat het volk
zich niet doen.
Dan vraagt de schrijver: is het in
den beschaafden volks toon gözongen
Hij geeft hierop ten antwoord, dat
het wel beschaafd is; hier en daar
zelfs te beschaafd, doch dat het niet
in den volkstoon staat. Zoo trekt bij
het bijv. in sterken twijfel of hf. volk
iets van de beteeken is der suLjonc-
tief ontdekt, of m. a. w. of het inder
daad een vjensch, een bede ont ekt in
de regels:
„Doe nog ons laatst, ons jongst
[gezang
Dien eigen wensch gestand
Sport en Wedstrijden.
De olympische spelen.
De uitdeeling der prijzen aan de
overwinnaars in de spelen geschiedde
Woensdag door den koniDg. De prij
zen bestonden uit takken van de
olijfboomen van Olymphia het plan
om den overwinnaars zilveren kran
sen uit te reiken, had men laten va
ren, maar allen ontvingen een me
daille en een fraai diploma.
Do koning plaatste den overwin
naars een lauwerkrans op het hoofd,
en aldus getooid defileerden zij, voor
afgegaan door den starter, door het
Stadion, terwij de muziek de volks
liederen speelde. Daarna verklaarde
de koning de Olympische spalen voor
geëindigd.
Van het comité ontving de kroon
prins een lauwerkrans, onder het
geestdriftig gejuich van de tienduizen
den, die de plechtigheid bijwoonden.
Onder de overwinnaars zijn11
Amerikanen, 10 Grieken, 7 Duit-
schere, 5 Franschen, 3 Eogelschen, 2
Bongsren, 2 Oostenrijkers, 2 Austra
liërs, 1 Deen en 1 Zwitser.
Het internationaal comité heeft be
sloten, dat de Olympische spelen over
vier jaar weer ta Athene zullen ge
houden worden.
Keehtrnkeu.
Beslaglegging op traktementen
Laat de wet toe op de traktemen
ten van gemeente-ambtenaren beslag
te leggen is eene vraag, die zich
in den laatsten tijd meermalen heeft
voorgedaan.
Dinsdag is voor de rechtbank te
Amsterdam in zulk een zaak gepleit,
daar een openbaar onderwijzer, op
wiens salaris beslag was gelegd, daar
tegen in verzet was gekomen.
Voor den onderwijzer trad mr. B.
E. Assoher op, die eerst de juistheid
ontkende van de beweringen dat het
verzet later is uitgebracht dan de wet
toelaat, en dat art. 757 Wetb. van
Burg. Rechtsv. (dat beslag op bezol
digingen en pensioenen wegens amb
ten of bedieningen verbiedt, behalve
voor zooveel en zoodanig als bij
bizondere wetten wordt bepaald) niet
toepasselijk zou zijn op een executo
riaal beslag.
Daarna kwam pleiter tot de vraag
of genoemd artikel toepasselijk is op
gemeente-ambtenaren.
Do ^verbodsbepaling kwam reeds
voor m art 5S0 van den Code de
Procédure Civile, maar daar enkel
ten behoeve van „staats ambtenaren."
toegelaten is. Zulk een wettelijke be
paling is nl. niet bekend. In een wet
van 1815 wordt wel van diensten,
aan de gemeente bewezen, gespro
ken, maar alleen wat betreft werken,
gemaakt tot waterkeering. Het verzet
is aldus gegrond.
Mr. G. Kirberger, die voor den be
slaglegging optrad, liohtte de reeds
genoemde redenen tot bestrijding van
het verzet toe. Voor de geldigheid
van de beslaglegging op traktemen
ten als in dit geval, beriep hij zioh
op sohrijvers als Oudeman, Diephuie,
De Martini e. a., en op de vonnissen
der rechtbanken te Zwolle en Breda
op 3 Januari 1844 en 2 Maart 1847
gewezen.
De uitspraak is bepaald op 21 April.
De aanvaring tusschen de
„Elbe" en „Crathie".
In de zitting van de arr.-rechtbank
te Rotterdam, afdeeling Handelsza
ken, werd Woensdagmiddag ten 12
uur uitspraak gedaan in zake de
aanvaring tusschen de stoomschepen
Elbe en Gnathic.
De rechtbank veroordeelde de maat
schappij der Crathie tot schadever
goeding van den gevorderden eiech
der Norddeutscher Lloyd tot een be
drag van 5 ton.
De maatschappij d°r Crathie werd
tevens veroordeeld in de kosten.
Het gerechtelijk onderzoek naar de
aansprakelijkheid voor de instorting
van het huis in de Rijkloff van Goens-
straat te 's Graveohage waarbij een
der werklieden het leven verloor,
heeft grond opgeleverd voor eene
vervolging van den metselaar, die
den bouw had aangenomen en den
Bteen liet verwerken. Deze strafzaak
zal a.s. Maandag voor de rechtbank
in behandeling komen. Er zijn 13
getuigen, waaronder deskundigen, ge-
Gemengd Nieuws
Moordenaars oiitd8kt.
Z>oals voor eenigen tijd is mede
gedeeld werd op 13 Februari een
alleenwonend heer in zijne woning
in Musweli Hill bij Londen vermoord
gevonden. Hoe men intusschen ook
naar de daders zocht, het mocht der
politie niet gelukken hen te ont
dekken.
Zondagavond is men er evenwel
in mogen slagen de daders in han
den te krijgen. Toen de moord be
kend werd en de politie in de wo
ning en den tuin onderzoek deed,
vond zij behalve voetstappen die
nauwkeurig opgenomen werden, een
goedkoop soort dievenlantaarn en een
tabaksdoos, maar niemand wist te
vertellen van mannen, die vöor of
tijdens den moord in die buurt ge
zien waren. Het was dan ook geen
gemakkelijke taak voor de politie om
het net te ontwarren. Tegen einde
Maart, toen de recherohe bijna reeds
alle hoop opgaf, ontdekten* twee in
specteurs, dat een beruchte ex-ver-
oordeelde met zijn familie uitKensal
New Toron verdwenen was en dat
behalve deze familie Dog een ander
ontslagen gevangene met hen mede-
gegaan was.
Deze lieden waren tot kort vóór
den moord vrijwel zonder bron van
inkomsten, doch na den moord sche-,
nen zij geld te hebben.
Intusschen waren zij verdwenen;
waarheen wist niemand. De moeder
van een der gearresteerden verklaarde
niets te weten; een andere bloedver
want echter deed door zijn verkla
ringen bij de politie bet vermoeden
bevestigd worden, dut zij op het
goede spoor was. Deze, een broer
van een der mannen, gaf door de
politie daartoe gedreveD, een beschrij
ving van een dievenlantaarn, die in
zijn bezit geweest was en die tot in
de kleinste bijzonderheden overeen
kwam met de gevondene.
De knaap werd ondsr politietoezicht
naar een ander deel van Londen ge
bracht, waar hij nog verblijft, daar
de politie vreesde, dat men hem leed
zou doer, naar aanleiding van zijn
getuigenis. Met veel moeite en na
lang zoeken werden de vluchtelingen,
die van plaate tot plaats troksen
Bij de behandeling in onze Kamer
werd gevraagd waarom de bepaling
ook niet zou gelden voor provinciale
en gemeente-ambtenaren, en toen is j nagegaan, totdat men ze Maandag
het woord „staat" geschrapt, zoodat I in Bath ontdekte, waar zij gezamen-
het artikel zeer algemeen luidt. Het lijk een kamer bewoonden en reeds
Hierna betoogt de schrijver dat het j beslag op het traktement van een weer aan lager wal waren, zóo zelfs j
lang, veel te lang en bovendien leeg ambtenaar in 'talgemeen is dus ver- dat zij een revolver hadden moeten'
is; ook is het niet nationaal. Hei boden, tenzij dit bij afzonderlijke wet beleenen, hetgeen tot hunne ontdek-
king in die plaats aanleiding gaf.
Drie rechercheurs uii Bath, bijge
staan door een dertigtal agenten die
de woning omsingelden, en op ern-
stigen tegenstand verdacht en daarop
gewapend waren, gingen het huis
binnen, waar zij onverwachts de hand
op de vluchtelingen legden. Een he
vig gevecht ontstond nu, waarbij de
rechercheurs van hunne wapens ge
bruik moesten makeD, en een der
moordenaars gewond werd. Zij wer
den evenwel overweldigd en gevan
kelijk weggevoerd.
Bij de huiszoeking werd een kof
fertje met allerlei soort van icbre-
kersmateriaal gevonden, benevens een
revolver en 40 patronen.
Engelsche manieren.
In een opstel der Nineteenth Century
van April over den naijver tusschen
de verschillende volken, legt prof.
Mahaffy in naam van zqne landge-
nooten een zeer merkwaardige be
lijdenis af. Hjj bekent ronduit, dat
deze naijver, althans voor zoover En
geland daaronder lijdt, te wijten ia
aan de Engelsohe ongemanierdheid
en eigenwaan. Opreohtheid en
waarheidsliefde is tooh een der be-
wonderingswaardigste eigenschappen
van den Eogelschman.
Zeer sterk uit zich naijver bij na
burige volkenIeren, Fransohen,
Duit8ohers, Italianen en zelfs Noord-
Amerikanen,een naijver diezeer be
slist op Engeland is gemunt.
Sinds geruimen tijd doet d9 Fran
sche pers alles wat zij ken om de
Engelsohen in de oogen der Fran
sohen zwart te maken. Prof. Mahaffy
gelooft dat de nationale antipathie in
Frankrijk aldus veel te soherp wordt
uitgesproken. Zoo ook in Ierland.
Men overdrijft. Zij die er belang bij
hebben het water troebel te maken,
oefenen veel invloed in Europa en
Amerika en sohilderen vaak de on
vriendschappelijke stemming jegons
Engeland in zwarte kleuren af.
En toch, die vijandige gezindheid
is voor een groot deel zeer bogrijpe
ljjk. We werden zoo zegt de schrij
ver ongeveer onlangs opgesohrik'
door de bewering, dat Engeland al
leen staat in de wereld en geen en
kelen vriend heeft. Is dit waarlijk
zoo, laat onB dan eens zoeken naar
de redenen laat ons pogen, die weg
te nemen indien aan ons de schuld
ligt of, indien anderen de oorzaak
zijn, ze trachten te verklaren.
En dan bekent hij dat de vijand
schap ten deele wel teweeggebracht
kan zijn door de slechte manieren en
den onbeminnelijken aard van het
volk. Wie met een stalen gezicht
kwetsende dingen zegt en niet inziet
hoe iemand zich daardoor beleedigd
kan gevoelen, maakt zich niet gemak
kelijk vrienden onder gevoelige men
schen. Dezen halen minachtend de
sohouders op over zulk een lomp
heid. Vooral Ieren zelfs regeerings-
gezinde worden door die Engel
sohe stekeligheid telkens gekwetst.
Geen wonder. Op een bouwwerk te
Londen vroeg de schrijver eens den
opziohter of hq lersche werklieden
gebruikte. „O ja," was he! antwoord,
„er is er een, die al 16 jaren lang
bij mij werkt; het is de bsste man
dien ik heb. Er is een ander die mij
8 jaren lang dient; hij belooft even
goed te worden. Wij verachten nie
mand. mijnheer."
Prof, Mahaffy vindt hot verklaar
baar, als zulk een opzichter voor
lersche werklieden onuitstaanbaar
„Men houdt in Europa niet van
ons," zeide een Pruisisch offioier eens
tot den schrijver, „omdat onze ma
nieren bijna even sleoht zijn als van
u, Engelsohen."
Overal in de wereld, waar de En-
gelscben in aanraking komen mot ge
voelige mensohen, kwetsen zq, geven
zij aanstoot,dikwijls doordat zq het niet
noodig vinden een bewustzijn van
meerderheid te verhelen, dikwijls on
bewust door hun meerderheid als
een uitgemaakte zaak te besohouwen.
Noord-Amerikanen bijv. ergeren zij
door hen als provincialen te behan
delen.
Deze gebreken maken alleen onbe
mind. Doch met naijver, haat, kwaad
willigheid, worden Engelsohen door
andere volken aangezien.
Dit komt omdat het dit onbemin
nelijke volk beter dan eenig ander
gelukt is, zijn invloed uit te breiden
over de geheele wereld en een ont
zaglijken nationalen rijkdom te ver
zamelen. De Engelsohen zqn rijker
dan Franschen en Duitsohers en bo-
„O, wees daarvoor niet bang mijn kind. Stellig zullen
zij u herkennen. Zij kennen toch uwe oogen en lieve
stem. En wat uw bruine kleur betreft, die kan na ver
loop van eenigen tijd weggewasechen wordendat zult
ge zien."
„Neen, ik vrees van niet; het schijnt dat zeep en
wa'.er ze nog donkerder maken. Ze is donkerder dan
eerst. O, dat was een duiveleche daad."
„Ja, eene gemeene daad. Als zij u nog maar goed
zwart hadden geverfd zooals mij, dan zou het nog zoo
kwaad niet zijn geweest. Maar om je die gemeene kleur
te geven van gemengd bloed 1"
Misschien beschouwde Astrea dit niet als eene nog
Bterker befeediging, want zq antwoordde niet op deze
woorden.
„Heb je ook eenisr idee waar wij heengaan en hoe ver
wij vaD een haven zijn verwijderd of wanneer wij zullen
landen?" vroeg zij.
„Ja, mijn kind, de kapitein maakt er nu geen geheim
meer van 1 Ik heb er die menechen op dek over hooren
spreken. Wij gaan naar New-Orleans terug. Waarom
wij er terugkeeron na alleen in die kleine kreek te zijn
geweest gaat mijn verstand te boven. Het schijnt of de
geheele reis tot doel had om jou te halen. Sedert wij
New-Orleans hebben verlaten en het anker in de kreek
hebben laten vallen, hebbben we nergens opgehouden.
En zoodra wij je aan boord hebben floep I het anker
weer op en terug naar de stad van waar wij kwamen. Dat
lijkt me toch erg vreemd."
„Dat doet het werkelijk; het schijnt, dat mijn ongelukkig
persoontje het eenige doel van de reis was."
„Ja, er zit me3r achter dan wij denken."
„Zoo is hetnu mijn lot zal wel te New-Orleans be
slist worden. Weet je ook wanneer zij denken die etad
te bereiken?"
„Overmorgen als de wind gunstig blijft, dat zeggen
tenminste de matrozen. En nu mijn kind denk er aan,
flet heeft acht bellen geluid, dat wil zeggen dat het
middernacht is neem mijn raad dus aan en ga slapen."
Daar deze raad werd uitgesproken op een zeer slape
rigen toon, waaruit bleek, dat noch verdriet, angst en
medelijden deze vrouw, die tot een slaaplievend ras
behoorde, langer wakker konden houden, wenschte
Astrea haar goeden nacht en zette hare gedachten voort
in een g6bed.
De wind bleef voorspoedig en op den avond van den
derden dag hierna, zeilde de „Kitty" de Misïissippy op
en liet het anker vallen voor New-Orleans.
En Astrea werd in haar hut opgesloten.
HOOFDSTUK V.
Astrea verkocht.
Astrea was in haar kajuit opgesloten en zag slechts
Venus bij zich. Venus werd voortdurend door den ka
pitein binnengelaten, die zorgvuldig de deur achter haar
sloot en den sleutel bij zich hield zoolang zij binnen
was, waarna hij er haar weer uitliet en de deur onmid
dellijk weer sloot. Aldus verliepen verscheidene dagen
terwijl het schip eenige mijlen onder de stad voor an
ker lag.
Astrea vond deze onzekerheid nog het vreeeelijkete
van hare reis. Zij had va=t besloten, dat zij zoodra zq
zich aan wal bevond, hare werkelijke positie bekend
zou maken aan den eerste den beste, dien zij zou ont
moeten en dcor dezen de hulp van de overheid zou in
roepen. En aldus zag zij het uur tegemoet van hare
landing als ware het dat van hare bevrijding.
Maar verecheidene dagen verliepen en steeds bhefzij
in de kajuit opgesloten, en bleef het schip op dezeltde
plaats voor anker liggen.
Zij vroeg er hare oppasseres over.
„Waarom blijven wij hier zoo lang VenuB?""
„Waarom vraag je mij dat nu, mijn kind Hoe weet
ik dat nu Evenmin als de groote mast. Ik heb toch
gezegd, dat de kapitein mij nooit iets vertelt."
„Maar je hebt er toch wel je eigen meening over."
„Hoe zou ik dat hebben Ik weet er totaal niets
van," vervolgde de negerin, die niet in eene spraakzame
bui echeen te verkeeren.
Aan Astrea's spanning zou echter spoedig eene einde
komen.
Den volgenden morgen gebeurde er iets, dat haar eenig
denkbeeld gaf van hetgeen haar wachtte.
Het was ongeveer acht uur inden morgen toen Venus
haar als naar gewoonte haar ontbijt bracht. Zij zette
het neer op tafel, naderde Astrea en fluisterde haar
toe:
„Er gebeurt iets mijn kind de kapitein is in de groote
boot naar wal gegaande stuurman heeft den sleutel
van de fcajuit."
„De kapitein aan wal gegaan? Naar de stad?"vroeg
Astrea, die de hoop koesterde dat iedere gebeurtenis een
stap was naar Hi.re bevrijding.
„Neen mijn kind, wij liggen te ver van de stadhij
is naar de kuBt gegaan, rechtuit naar het cypressen-
boschdat is alles wat ik weet."
Verecheidene vermoedens werden door Astrea geop
perd wat betreft dit tochtje van den kapitein, muar geen
daarvan scheen haar of de negerin waarschijnlijk toe,
en toen zij ten slotte haar eenvoudigen maaltijd had
verricht, nam Venus het blad op en bracht het weg,
terwijl zij bij het weggaan fluisterde
„Ik zal goed uitkijken met mijne oogen en als ik je
middagmaal breng, zal ik alles zeggen wat ik heb ont
dekt."
Nadat Venus de kajuit had verlaten, verviel Astrea
in een diep, droevig gepeins. Al haar hoop op ontviuch
ting was gebaseerd op de omstandigheid, dat zij in de
drukte der stad aan wal gaan en menschen ontmoeten zou,
wier hulp zij kon inroepen.
Maar wanneer zij nu landde in de wildernis?
Uitgeput door deze en dergelqke gedachten, wierp
Astrea zich eindelijk op haar kooi neer en wendde haar
gelaat naar het kleine venster aan den achterkant om
wat friseche lucht in te ademen. Het raampje was open,
maar een klein mousseline gordijn, dat er voor hing,
verborg de bewoonster van de kajuit voor den blik van
degenen, die zich aan stuurboordzijde buiten) het bene-
dendek bevond.
[(Wordt vervolgd)..