Leger bewezen. Hg stelde voor een j
driewerf hoerah op het Koninklijk
Huïb aan te heffen, waaraan men
staande voldeed; een vaarwel aan
Amsterdamaan de overheden van
Nederland; aan de predikanten; aan de
pers die een minimum van oritiek;
maar een maximum van waardeering
en hulp over het werk van het Leger
had doen hooren, waarvoor de kolonel
zeer erkentelgk was en ten laatste aan
de officieren van het Leger des Heils
Strijdt den goeden strijd, riep hij
dezen toe en houdt het geloof. Laat
niemand uw kroon neme, die God u
heeft gegeven en weest getrouw tot in
den dood. Al zien wij dan wellicht
elkander hier op aarde niet weer meer,
wfi zullen het hier boven doen.
Daarom vaarwel
Van de zijde Kalverstraat komt een
kalm, doodbedaard.
„Doorloopen menschenblijft daar
nou niet staan, der is immers niets
te zien. L9at die meneer nou stil
teekenen.
De menigte gaat schoorvoetend uit
een de jonge man drentelt kalm den
Nieuwendijk op, een paar jongens,
die niets beters te doen hebben, gaan
mede.
Uit is 'tZoo ontstaan te Am
sterdam volksverzamelingen. Amster
dammers zijn niet nieuwsgierig!
(BdtL)
en nog eens vaarwel tot wederziens
en nog eens. (Langdurig gejuioh.)
Daarna sprak mevrouw Olipbant,
die met een: .God zegene mevr. Oli-
phant" werd ontvangen. Zij vond het
een moeielijke taak afscheid te nemen
en was dankt aar dat zij haar vader
land als kolonel had mogen dienen,
wat zg even goed als een kolonel in
het staande leger had gedaan. Haar
hart zou altijd voor Holland blgven
kloppen. Dank bracht zg den goeden
officieren en de trouwe staf, die haar
zoo getrouw hadden bijgestaan. Gods
zegen smeekte zg over hare ouders
af. Met een dapper hart ging zg, zoo
zg zeide, naar Zweden om daar Gods
wü te doen. Waar zij hier niet meer
een solo zou zingen, zou zij voor het
Nederlandsohe volk bidden. Zg ein
digde met een vaarwel tot wederziens
hier beneden of daarboven.
Dinsdagnaoht is, vermoedelgk door
het slingeren der boot, op de reis
van Amsterdam naar Zwolle, over
tot wederziens 1 boord geslagen en verdronken het
14-jarig zoontje van den heer S,
machinist van een der stoomgemalen
nabij Genemuiden. Dit is de derde
jongen uit hetzelfde huisgezin, binnen
den tijd van vier jaren door verdrin
ken om het leven gekomen.
Ook thans scheen het gejuich haast
geen einde te nemen.
Nadat daarop allen, terwijl de
muziek en het orgel speelden den
kolonels een afscheidslied hadden
toegezongen, eindigde de bijeenkomst
te 10 uur.
Hoe een volksverzameling
ontstaat.
Door de justitie wordt een onder
zoek ingesteld naar den dood van
een zes-jarigen knaap te Wijde Wor-
mer, die door een elf-jarigen jongen
geslagen, en kort daarna gestorven is.
Een verkooping, die niet
doorging.
Uit Zaandijk wordt aan de Zaanl.
Ct. geschreven
Zderdaz was er verkooping in „de
Zwaan." Een 14 tal belangstellenden
waren aanwezig. Z o'n verkooping
om 6 uur uitgeschreven begint ge
woonlijk om 7 unr. Vijf minuten na
7 zei éen der opgekomenen: „zouden
we dien verkoop maar niet ophou
den, de heeren hebben al den tijd,"
en allen waren het oogenblikkelijk
eens en verlieten de zaal. Daar ver
schijnt de afslager en roept: „Heeren!
we zullen beginnen„Te Laat 1"
wordt hem toegeroepen en de koopers
verlieten de zaal, waardoor de ver
koop niet doorging.
Dit is zeker het eerste geval van
dien aard in Nederland.
Een lastige reiziger.
In den trein Rotterdam—Amsterdam
't Was Woensdagochtend negen uur
en niet druk op den Dam. Op de
geasphalleerde vlakte om het monu
ment drenteldeeen jongmensch. Uiter
lijke kenteekenen lichte nantaloD,
dad Donderhond een „eerplaat
I eet tijd had om het mannelijk uiterlijkpinten, d« nader gebleken is, een
te hehhen i lastl£ heer te ZHD-
In de linkerhand een blad papier,! l0en de ,r«° Haarlem ge-
dat nader bleek een boekje teïnn.ül P»?»®erd bemerkte de remger,
de rechterband een potlood zonder dat er een passag.er meer tn de coupe
punt. De j onge man drentelde ergrat dan vorens het reglement geoor
lang/aam, tellens bleet bij staan nS 'oofd was' H« !»lde Du dal
turnde bi eenige ogenblikken ernstig deze overcomplete onmiddellgk den
naar het paleis, dan weder wendde j z°u verlaten, al eiaohte hn
hij den blik erèn ernstig naar de met' dat deze ongelukkige in volle
Groote Club; straks drentelt hij vir- *aart DIt het [aamPJ.6.z°u springen,
der om weder stil te staan en als iets fe nauwgezette reiziger was zoo
hoogst merkwaardigs het Oomman-1 hu?'aan 6ïen aan den noodrem te
dantshuis van boven tot onder op te i trekken.
nemen en begrgpt het nooizakelgk ge-
Twee metaelaarejongens komen "'«J groote ocneternatie onder pa
lange hem, zien hem kijken naar hetbl,ek en treinpersoneel. VVie over-
Cemmandantshuis en kijken er ook comP^eet ^on m6('Uitgemaakt
naar, eikaar vragende: „Ziejij walmorden, wel wie aan de noodrem
Neen niks Ik ook niet£etr°kken had. Daarom besloot de
,",Wat zon dié snoeshaan willen?" leidende oonduoteur deaan beer als
„Weet ik 't, zeker een meter."
„Wel neen. Ja, een van de tele-
phoon."
Onderwijl ia de jonge man met
het boekje en het potlood weer ver
der gedrenteld en blijft nu staan,
strak den blik gericht op de Nieuwe
Kerk.
De metselaarsjongens vlak naast
hem, ook turende op de kerk, en
kort daarna staan er twintig, dertig
anderen mee te turen en van alle
overcompleet te beschouwen en uit
den trein te doen verwijderen. Ten
einde eohter het proces-verbaal te
doen opmaken (de lastige reiziger
weigerde zijn naam op te geven) deed
men hem weer instappen en werd
teruggestoomd naar Haarlem.
Hier werd de politie ter hulp ge
roepen, doch de man bleef weiger
achtig naam en adres te noemen en
wilde zelfs niet goedschiks den trein
verlaten. De sterke arm haalde hem
echter voor den dag en geleidde den
reiziger, die nooit geleerd had, dat
zijden komen menschen aangeloopen
om te zien wat daar te doen is.
De jonge man bekijkt zijn potloodp*en zlcb op reis moet weten te be
en ziet dat het zonder punt is. Hij j helpen, naar een Haar.emsch politie-
haalt een mesje uit zijn zak en opentbureau.
het. Een moeder met een kind aan i Hier eindigt de eerste acte van het
de hand, trekt dit haastig terug enkluohtspelletje, dat bij de talrijke toe
fluistert een naast haar staande vrouw schouwers veel sucoes had. Tel.
toe„La' we wat op zij gaan, je kan
nooit weten wat rare vent 't is."
De jonge man slijpt een punt aan
zijn potlood, doodbedaard steekt hij
het mesje weer in den zak en tuurt
weer naar de kerk, en al meer men-
De werkstaking te Rotterdam.
Ten acht uur Maandagmorgen ar
riveerde H. M. pantserdekschip Kor-
tenaer voor de stad en nam ligplaats
aan de Boompjes voor het wachtio-
woon stil. Slechts enkele booten liggen
aan de Boompjes, waarvan de Fitz
Clarence grootendeels door de beman
ning gelost wordt. Aan de Orange
mouth werd des middags nog niet
gewerkt. Aan de Huil en Bühao boo
ten aan de Nassaukade werd geregeld
bewerktterwijl ook op de stoom
schepen, liggende in de Binnen- en
Spoorweghaven, bijna alle gewerkt
werd, ook in de] Katendrech sche
haven lagen twee ertsbooten te
Van de schutterij bleven des nachts
enkele compagnieën in dienBt, zij
werden van des morgens door de
schutters, die Dinsdagavond naar huis
gezonden waren, afgelost.
Het aantal kwaadwillige werksta
kers wilde Woensdagmiddag te
half drie, na afloop der beurs, een
der firmanten te lijf van de firma
W. H. Müller en Co.
Genoemde heer moest bescherming
zoeken in het politiebureau Witte de
Withstraat.
De politie joeg de zeer kwaadge-
zinde menigte uit elkaar.
De volgende firma's zijn bereid bij
onmiddellijke hervatting hunDer werk
zaamheden erts te doen lossen tot
ultimo December 1896 tegen den tot
heden betaalde prijs van 5 cents p-r
last; Brueckwilder Co.; Vve Cnai-
naye Disery, P. A. van Es Co.,
Hudig Blokhuyzen, Kruppscbe spe-
dition, Pb. van Omroeren, Joh. Oiten
Zoon, Ruys Co., Selleveld
Van der Meer.
De firma Wm. H. Müller Co.
heeft zioh bij herhaling bereid ver-;
klaard eveneens 5 cents te betalen
voor alle ertsen door baar in lasten
verwerkt.
en stak het in de schede, waarna bij
den man liet inrukken. Onder het
zingen van het straatliedje „Sientje
laat me los," vertrok deze landsver
dediger! Vele sohuttera zijn echter in
het geheel niet opgekomen, omdat
zij van hunne werkzaamheden niet
gemist konden worden.
In een gehouden vergadering van
Bleepersknechts, gepresideerd door
den tweeden voorzitter van de Boot-
werkers-vereeniging „de Nederland-
sche Vlag," F. Palte, werd ook de
toestand van deze catagorie werklie
den besproken en een loonlijst vast
gesteld, welke aan de patroons zal
worden voorgelegd.
r\ «au ub Duumu co vuur met nauunu-
n loopen toe en turen. De jonge kaa, der boot/erkerB. De onverwachte
uren neemt den het teekenboek voork t d; oorlo^echip maakte
nioa en begint eentge kreboels te noeal indrnk.
maTea"„ -- ,j De commandant begaf zich met
.Jen .roept een vrouw„h, gaat em ;jner tfficieren n|ar het 6tad.
je uttteekenen. Sla toch sol. ie, en had daar een conferentie
Maar „Jen' wil_ niet uitgeteekend met'den bargemeeEter, in hoeïerte
de marine in deze zal optredeü.
Om zeven uur Woensdag was een!
vergadering van stuwedoors uitge
schreven, welko echter niet gehouden
is in den vorm zooals bedoeld was,
omdat het bestuur der Bootwerkers
de leiding wilde. Na het vertrek van
dit bestuur vergaderden eenige stu
wedoors om een vereeniging van stu
wedoors op te richten. Hierbij werdj
de pers geweigerd.
Om acht uur werd een vergadering
van bootwerkers gehouden. De zaal
was stampvol. Al het gesprokene
kwam daarop neer, dat de firma Wm.
Müller Oo. de schuld van alles is,
doch dat men hoopte dat door de
staking de goede firma's zich ook
tegen de heeren Müller zouden Kan
ten. Ook betreurde men dat vele
bootwerkers nog niet doordrongen
zijn van het groote gewicht der zaak.
De vraag, of men bij het binnenwerk
het werk zou hervatten, werd met
een donderend „algemeene werksta
king" beantwoord.
Voorts werd besloten, den burge
meester te verzoeker, de verleende
bescherming voor de firma Muller in
te trekken, terwijl, wanneer de sta
king heden tot geen succes heelt
geleid, men zal trachten ook de slee
pers, de boterfabrieken, de brouwe
rijen, de gasfabriek enz. tot staking
te bewegen. Nog weid besloten dat
'het werk niet hervat zal worden voor
van het wachtlokaal aan de Boompjes
de Ned. vlag waait.
Het groote machtsvertoon der po
litie vond men ongemotiveerd. Hier
over zal een motie van at keuring aan
den burgemeester worden gezonden.
De voorzitter sloot de vergaderig met
de waarschuwing zich te verspreiden,
om niet met de bajonetten in aanra
king te komen.
Men meldt uit Bergen-op-Zoom dato
13 Mei
Hedenmorgen zouden honderd ar
beiders naar Rotterdam vertrekken,
om daar in plaats van de werkstakers
in dienst te treden. Tengevolge van
een defect aan de spoorbrug bij Dord
recht ondervindt echter heden de
treinenloop vertraging en moest hun
vertrek worden uitgesteld.
worden en staat niet stil.
De joDge teekenaar werkt kalm r v
door, de menigte verdringt zich om I
hem en hangt hem bijna over zijn Langs de handelskade en binnen-
sohetsboek. havens was het dien dag buitenge
In d8 te Rotterdam verschijnende
Nederl. lezen wij
De schutters hebben het goed, veel j
te goed zelfs, zoodat de politie Dins-:
dag verscheidene beschonkenen moe3t
pbergen. In de Boompjes viel er
een op do straat in zwaar beschonken
toestand. Zijn luitenant raapte hem
op, nam zijn bajonet van het geweer
Men meldt uit Nieuwediep:
Ook het panlserschip Evertaen en
de gaffelschoener Argus zijn naar
Rotterdam vertrokken, om bij de
hand te zijn bij eventueele ongere-
geldheden.
Donderdagochtend had op de Hil
legersbergsche plas bg Rotterdam een
treurig onu-eluk plaats. Een viertal
jongelui uit Sohiedam waren met
een open landauer naar deJardinde
plaisanoe van den beer Frerioks te
Hiilegersberg gegaan en hadden daar
een roeiboot afgehuurd.
Op de Plas zagen zg een boot,
waarin een viertal meisjes gezeten
waren. Zij roeiden daarop af, doch
waarschgnlgk doordat zg zich allen
aan een zijde begaven om de boot
der meisjes te grijpen, sloeg hunne
boot om en geraakten allen vier te
water met het ongelukkig gevolg dat
twee gered werden en twee verdron-
1 ken.
I Ook aan de meisjes die van dat
vreeselijk voorval getuige waren,
moest nadat zij naar den kant geroeid
waren, hulp worden verleend, ten
einde van den sohrik te bekomen.
Stremming in het verkeer.
Het met hout geladen stoomschip
Spring fell is Woensdagmorgen bg
afvloeiend water te Dordreoht bin
nenkomend, met het talud van een
der peilers van de openstaande spoor
brug in aanraking gekomen, en bleef
daarop zitten. Naar men wil was de
loods door den brugwachter gewaar
schuwd, dat het groote en diepgaande
vaartuig in de gegeven omstandig
heden gevaar liep. Wellicht was het
ongeval voorkomen geworden, indien
de Springfell het midden van de vaar
geul had kunnen houden, maar de
snelle eb sohijnt dit onmogelijk te
hebben gemaakt.
Hoe dit zij, de brug kon niet ge
sloten worden en men moest in den
kortst denkbaren tijd voorzieningen
treffen, om zooveel mogelgk het ver
keer zijn geregelden loop te laten
hebben.
Te half zeven was het ongeval ge
beurd, en te 6.55 (Greenw.) wachtte
menden Vlissingschen mailltrein.Men
had toen nog geen stoombootjes
er waren nog geen steigers gelegd
en ook had men aan de overzijde
nog geeD treinen gereedstaan. In dien
nood werd kort en goed het besluit
genomen, de mail te vervoeren met
de boot van Fop Smit. Van het hotel
Ponsen werden rijtuigen gerequireerd
men stopte er de reizigers iü, en
voort ging het naar het Groothoofd,
waar men nog net de boot haalde.
Intusschen waren de steiger ge
haald, en in allerijl aan de spoorhaven
aangebrachtmaar intusschen was
trein p trein aangekomen en aan
het station liep iedereen het hoofd om.
Toen de steigers eenmaal gelegd
en de bootjes bg de hand waren,
ging alles verder vrij geregeld. Het
meeste getop had men aan den Zwijn-
drechtschen wal, waar de passagiers
een groot terrein van mul zand moes
ten oversteken. Door het leggen van
planken heeft men de bezwaren, aan
dien tocht verbonden, zooveel moge
lijk weggenomen.
De boot zat inmiddels nog altijd
in de opening, en men moest waca-
ten tot het intreden van den vloed, i
alvorens men de pogingen om haar'
los te krijgen hervatten kon. De
Springfell had in dien tusschentijó
een aanzienlijk gedeelte van de lading
gelost, en was daardoor vrij wat ge-
lioht. Maar eerst toen de vloed zijn
hoogste punt had bereikt, te kwart
voor 6, mocht het gelukken haar los
te krijgen.
Onmiddellijk daarop werd het spoor
wegverkeer op den gewonen voet
hersteld.
Het te Eemnes aangespoelde lijk is
herkend als de 28 jarige huisvrouw
van sohipper Fiietstra. wiens vaartuig
den 27 Maart nabg Enkhuizen om
sloeg, waardoor de geheele beman
ning, man, vrouw, kind en knecht
het leven verloor.
Uit Bolsward is Woensdag de 80-
jange Jan Brouwer lid vandegefail
leerde kassiers-firma, per rijtuig in
arrest gebraoht naar Leeuwarden.
Werkstaking te Maastricht.
Men meldt uit Maastricht aan de
Tijd
Woensdag werd aan de fabriek der
firma Regout de kennisgeving aange
plakt, dat de stakers, die vóór a.s.
Zaterdag het werk niet hervatten, als
ontslagen zullen besobouwd worden.
Het valt te betwijfelen, of veel
stakers van deze gelegenheid tot
terugkeer naar de fabriek zullen ge
bruik makeD, daar de meesten zioh
solidair hebben verklaard met de
zeven ontslagen arbeiders.
De heeren Regout schgnen hunner
zijds vast besloten om die ontslagenen
niet terug te nemen.
Deze besliste houding schijnt eohter
niet tegen het vereenigingsleven als
„zoodanig" gericht, zooals in eenige
bladen wordt voorgesteld.]
Het ontslag der zeven arbeiders,
tevens bestuurleden, heeft eerst plaats
gehad nadat zij in een door hen onder-
teekende circulaire ongegronde be
schuldigingen tegen een ounner pa
troons hadden uitgebracht. (Dit blijkt
o.a. ook uit het feit dat in deze eerste
circulaire van een ontslag geen
sprake is.)
De firma heeft in deze handelwijze
een aanleiding gevonden om degenen
die door hunne onderteekening de
verantwoordelijkheid voor den belee-
digenden inhoud der oirculaira op
zioh hadden genomen, in geen geval
meer in haar dienst te houden.
Pers Overzicht.
Volgens de Telegraaf kwam in de
uiterst populaire, maar niet zeer reoht
op het doel afgaande redevoering,
waarmede de heer Van Kerdijk de
kieswetdebatten opende, ésn waar
woord voor, nl. dat de geringe be
langstelling, die de kieswetkwestie
thans in den lande wekt zeer begrij
pelijk moet geacht worden, omdat de
aardigheid er al lang af is.
„Inderdaad, naarmate men meer
belangstelling heeft gehad voor het
ontwerp van den heer Tak, zegt de
Teldes te minder kans bestaat weer
in vuur te raken. Nadat diens poging,
om een rationetle sobeiding tusschen
kiezers en niet kiezers te trekken, op
grondwettige bezwaren afstuitte, is de
aardigheid er daarom af, wgl het
daarvoor in de plaats gestelde systeem
om op te sommen alles waaruit
iemands geschiktheid en welstand
alzoo zou kunnen blijken, een even
kleingeestig als onmogelijk werk is,
dat nooit tot een bevredigend resultaat
kan leiden.
„Niemand zou dan ook zoo iets
beproeven, ware het niet, dat die taak
in de praktijk tot kleinere proportion
kan herleid worden, door nl. in de
eerste plaats toe te laten allen die
belasting betalen. Op zichzelf zou
dit een grens tussohen kiezers en
niet kiezers kunnen opleveren, doch
men is het er sinds lang over eens,
dat die grens niet meer van onzen
tijd is en dat ook zij, die niet in de
directe belastingen bijdragen, voor de
kiesbevoegdheid in aanmerking be-
hooren te kunnen komen.
„Om dat mogelijk te maken wor
den er nu naast dat éene groote ori-
terium, de eigenlijke hoofddeur van
het stemlokaal, verschillende kleine
neventoegangen gemaakt, waardoor
niet belastingbetalers zullen worden
toegelaten, mits zij éen van de in
art. lb gestelde kenteekenen ver-
toonen."
De overgangsbepalingen.
De N. Amsterd. herinnert er aan,
dat toen de invoering der wet op het
personeel werd uitgesteld in haar
Kamer-overzicht stond
„In elk geval staat dit vast, dat
het nieuwe personeel thans niet meer
grondslag kan zijn van het kiesrecht,
waaronder de verkiezingen van Ij
zullen plaats hebben. Wg gelcov
dat de Regeering verstandig z
handelen door zioh thans in haar
te schikken en zich te bepalen
een „voorloopige" uitbreiding v
het kiesreoht, op den grondslag c
„bestaande" wet op het persona
waarin de Kamer ongetwijfeld z
toestemmen."
'tWare eenvoudiger geweest, voe
het blad hieraan thans toe, indien
Regeering tot zulk een voorloop;
regeling zich had bepaald. Dan zc
den daarover, en daarover alleen,
discussiën in de Kamer hebben ku
nen loopen.
De „overgangsbepalingen" zulli
nu toch het hoofdpunt uitmaken vi
het debat, en door den uitslag daarvj
zal de verkiezing in '97 worden
heersoht.
Daarna vestigt het blad erdeaa
dacht op, dat het bestuur der Lil
rale Unie het, blijkens zijn dezer a
gen aan de kiesvereenigingen verzo
den circulaire, reeds onnoodig het
geacht de kieswet opzettelijk te b
handelen het kiesreohtvraagstuk t
bij de verkiezingen toch wei er op d«
voorgrond staan. De regeling die thai
zal moeten getr».ffdn worden, zal ui
teraard van voorloopigen aard we ze
en, wat thans het lot der kiesw
moge zijn, de dan op broederen grom
slag verkozen Kamer zal hu t in has
macht hebben over het kiesrecht va
nieuws te beslissen.
Maar dan is, volgens de N Amsteri
de behandeling dezer kieswet oo
verloren tijd en moeite. Alleen za
zij leideD tot zuiverder groepeeri
der partijen en zienswijzen op r
punt.
,De natie intusschenwacht.'
Het Vaderland en de N. li. 0
voeren met elkander eene polemit
over de overgangsbepalingen.
Z joals men weet had laatstgenoeou
blad, naar aanleiding van een artike
van eerstgenoemd blad opgemerkt
dat het Vad. de grondwet in ge
dachte aanvulde met iets wat er nis
in staat, en dat men, op die gedachte
maar niet bestaande aanvulling eern
overgangsbepaling der kieswet groa
den e, ongrondwettig handelde.
Het Vaderland antwoordt hier o. as
op, dat als de wetgever geen stap
mocht doen, zonder aldus tot in alle
bijzonderheden zijn weg door den
Grondwetgever voorgeschreven te
zieD, de Grondwet nog wel zes rnaa!
langer moest zgn, op gevaar af van
anders elk oogenblik den wetgever
tot werkeloosheid te doemen. Naar
zgn oordeel ligt hetgeen het beoogde
in den geest der grondwettelijke be
paling betreffende het kiesreoht.
De wetgever, merkt het Vad op.
handelt tallooze malen naar den
geest eener grondwettelijke bepaling
zonder formeel door de Grondwet ge
machtigd te zgn. Zoo onlangs nog bj;
de wettelijke regeling der schadeloos
stelling in het wetsontwerp betrefiende
de inundaties, schijnbaar naar d6
letter in strgd met de Grondwet, in
werkelijkheid overeenkomstig de be-
doeli'jg der Grondwet."
Dit geeft de N. H. Ct. weder aan-
leiding te sohrijven, dat io het geval
waarover de quaestie loopt, de Grond
wetgever de zaak duidelijk geregeld
heeft.
„Op den door de Grondwet ge-
s'eicten regel, dat indien aanslag in
de personeel e belasting of het bezit
van een grondslag dier belasting als
eisch voor toekenning van het kies
recht gesteld wordt, zij die hun aan
slag in de personeele belasting niet
voldaan hebben, van de uitoefening
van het kiesrecht worden uitgesloten,"
schrgft het blad, „wordt door de
Grondwet geen enkele uitzondering
gemaakt. Ook als het kiesrecht dus
berust op den aanslag in een perso
neele belasting, die op het oogenblik
van de vaststelling der kiezerslijsten
door een andere vervangen is, of op
het bezit van een grondslag van
zoodanige belasting, moet de uitslui
ting der niet-betalers gehandhaafd
worden. Anders te handelen ware
niet schijnbaar, maar blijkbaar met
het voorschrift der Grondwet
strijd.
De quaestie van de al ofnietweu-
sohelijkheid van eenige uitzondering
op het door de Grondwet gegeven
voorsohrift is, toen de grondwetsher
ziening can de orde was, niet behan
deld. Zelfs al meent men dat, indien
het thans zich voordoend geval toen
besproken was. de Staten-Generaal
Nieuwsgierig en belangstellend sloegen de beklaagde
en de zijnen dit tooneeltje gade. Den wanhopige geeft
iedere gebeurtenis hoop immers zijn toestand kan
niet verergeren maar wei verbeteren. Met een vage hoop
sloegen deze bijna bopelooze menschen de ontmoeting
der beide ambtenaren gade.
Dezen spraken nu met elkaar op haastigen, zachten
toon. Na een kort gesprek traden beiden op de bank
der rechters toe en de officier zeide:
„Edelachtbare heeren, ik verzoek de beschuldiging
tegen den beklaagde te mogen intrekken. Ik neb in
mijne hand een officieel telegram van den mayor van
New-Orleans, waarin wordt meegedeeld dat de vermiste
dame, Astrea Greville leeft en goed en wel
Hier werd hij in de rede gevallen.
Met luide kreten van vreugde stonden de beklaagde
en zijne familieleden op en wierpen zich in eikaars
ariren. Dit werkte aanstekelijk. De aanwezigen verkeer
den in een toestand van groote opgewondenheid.
Er zijn crisissen in het leven, waarbij tgd, plaat3 en
conveQtioneele begrippen alle vergeten worden in de
hevige ontroering. Een oogenblik dacht niemand er aan
de menigte tot de orde te roepen. De gemoederen moes
ten zich uiten. In dien tusscüentijd was het officieele
telegram aan den rechter overhandigd. Eindelijk richtte
hij eenige woorden tot een suppoost, die met een luide
stem, welke boven het rumoer in het vertrek uitklonk,
riep
„Stilte in de zaal voor den president I"
En plotseling heerschte diepe stilte onder het publiek.
De rechter stond nu op, en sprak het navolgende:
„De beklaagde is uit de voorloopige hechtenis ontsla -
gen, en de zitting is verdaagd." En na dese woorden
trad hij uit de bank en drukte kolonel Greville en
kapitein Faljoy hartelijk de band.
Op hetzelfde oogenblik kwam de sheriff nader, gaf
kolonel Greville het telegram en zeide
„Dit document bevat eene mededeeling over uwe
vrouw, die veel belangstelling zal inboezemen aanhaie
familieleden en kennisen, maar waarmee het publiek
minder te maken heeft, zoodat het Zijn Edel Gestrenge
onnoodig voorkwam het in de vergaderzaal voor te lezen
reeds het feit, dat zij leeft, wat bewezen is voor de
autoriteiten te New-Orlean3, is voldoende om u on
middellijk uwe vrijheid weer te geven. Hier is het
papier en aanvaard het gelijk met mijne hartelijkste
gelukwenschen."
„En ook de mijnehoewel u mij hebt teleurgesteld, J
daar ik een van de mooiste requisitoir-toespraken,
welke ik ooit op papier heb gebracht, nu niet kon
uitspreken. Maar met eene kleine verandering komt zij
mij misschien bij eene volgende gelegenheid nog wel te
pas," zeide de officier.
„Dank u, dank uMaar vertelt u mij eene, is mijne
vrouw werkelijk gezond en wel?"
„Zsker, leest u zelf maar."
Andere vrienden naderden nu kolonel Greville om
hem geluk te wenschen, en dit had wel drie uur lang
kunnen aanhouden, als kapitein Fuljoy niet tusschen-
beide was gekomen met de woorden
„Heeren, mevrouw de Glacie heeft behoefieaan rust
en versterking na al deze vermoeienissen en opwinding.
Sta ons toe van u afscheid te nemen en haar weg te
brengen."
En met eene diepe buiging nam de flinke, oude zee
man afscheid van zijne vriendin, gaf mevrouw de Glacie
een arm en bracht haar weg in gezelschap van kolo
nel Greviile, vergezeld van de beste wenschen der aan
wezigen.
Zij keerden terug naar het logement, waar zij hun
intrek hadden genomen. Na wat gebruikt en zich ver-
frischt te hebben en nadat kapitein Faljoy's rijtuig
was voorgekomen, vertrokken zij naar het eiland, om
er echter slechts een nacht door te brengen.
De namiddag en avond werden doorgebracht met het
haastig toebereidselen maken voor de reis.
Den volgenden morgen hes'-hen zij de rooie vlag om
de boot, die dagelijks voorbij voer een sein te geven
en vertrokken daarmee naar Baltimore. Vandaar reis
den zij met de Baltimore en Ohio spoorweg naar
St. Louis, waar zij zich inscheepten op 'de „Southern
Queen," op weg naar New-Orleans.
HOOFDSTUK XXI.
Besluit.
Het was een prachtige namiddag in het begin van den
herfst. De oude plantage telde nu twee bewoners meer,
namelijk eene nicht van wijlen Rumford en di8ns erf
gename, met hare dochter. Zij waren zeer beschaafde
hartelijke menschen, zoodat Astrea, wier geschiedenis
spoedig aan mevrouw Welby zoo heette de erfge-
name was verteld, in haar hoogst aangenaam gezel-
i schap vond. Op het oogenblik, dat wij naar de plantage
t-.jrugkeeren wandelen moeder en dochter op het terras
J voor de galerij, terwijl Astrea in een rieten stoel was
gezeten aan het einde van de galerij, in gedachten ver-
diept.
Mevrouw Greville was op dat oogenblik wellicht
schooner dan zij ooit geweest was. Haar gelaatskleur
straalde van gezondheideen glans vol hoop lag in
hare oogen, en heur haar lag in korte, fijne krulletjes
om haar blank voorhoofd. Zij droeg eene japon van
iriech rood barege,afgezet met prachtige zijde en een collier
van paarlen. De gedachten, die haar bezig hielden
waren te heilig, te gelukkig om ze met anderen te
deelen. Daarom zat zij afgezonderd. Dagelijks verwachtte
zij dekomstvanhaar echtgeaoot, haar moeder en pleeg
vader, en reeds verscheidene dagen had zij tevergeefs
uitgezien. Evenwel had zij nog geen raden om zich
ongerust te maken.g Zg verwachtte hem nog dezen
avond te zien komen.]
Hare gelukkige droomen werden eindelijk afgebro
ken door Venuedie sedert zij tot de waardigheid van
kamenier was opgeklommen, met waardigheid hare
plichten al3 zoodanig vervulde.
(Slot vol$t).