all een: Wie ral beslissen? Is dit aan generaal Vetter overgelaten Reikt xttne instructie zoover? Of zal op zijn advies de Gouverneur-Generaal beslissen Ook dit laatste dunkt de Stand, zou te gewaagd zijn. „De beslissing in een zoo gewichtig vraag-tuk zegt het waaraan ten slotte geheel onze positie als koloniale mogendheid kan hangeD, behoort van de Regeering zelve uit te gaanen het ware geraden, dat de Rsgeering de noodige stappen deed, om zich voor haar plan de medewer king van de S aten-Generaal te ver gewissen. „Steeds meer wint het gevoelen veld, dat we op het land tegenover Atjeh zwak, op zee tegenover heel den staat sterk zyn. „Had men al deze jaren aan dit feit zijn regel van gedraging ontleend, zoo zou waarschijnlijk het verzet reeds lang gebroken zijn en voor minder geld, dan we thans wilden, tevens onze Indische marine in sterkte verdubbeld zijn." brengen van meer grondgebied. Ivalerie op een versterking, die echter. Uitbreiden, zonder van die uitbrei-'jloen er een paar salvo's uit derepe- Kieswet. De Haageche correspondent der Zaani. Ct. wijst er op, dat de loep der gebeurtenissen er toe dwingt om het voorstal Van HoutenRoëll te acoepteeren. „De wet-Van Houten, zoo schrijft hm moet er komen. Dat is 't, pa rool. „Men heeft geen reden daarin een toeleg te zien om speciaal den mi nister van biuuenlandsche zaken een krans te vlechten. Noch de anti-revo- lutiounfciren, die de onderwijsposten, nog in de maag zit, noch de katho lieken, die .ie Bolland-benoeming niet vergeten hebben, zullen er op uit zijn mr. Van Houten op een voetstuk te plaatsen. „Maar de loop der gebeurtenissen dwingen er toe het voorstel van het Kabinet—Roëll te acoepteeren, wil men zijn eigen gedragslijn tegenover 't ontwerp-Tak niet desavoueeren en tegenover het volk niet erkennen, dat men uit parti pris een voordraobt verwierp, die veel meer dan de tegen woordige in overeenstemming was met de eiachen van recht en billijk heid en met de plechtigste verklarin gen en beloften, sedert jaar en dag aan H volk gedaan. „De wet —Van Houten zal er komen. .Maar een nationale wet kan 't nooit zijn. Van stonde af zal er en m6t reden een nieuwe kiesrechtbewe ging uit geboren worden; en ten siotle zullen de vooruitstrevende libe ralen, de eenigen, die consequent zijn gebleven en geen duim breed zijn afgeweken van hun eenmaal ingeno men standpunt, zegevieren. „De numerieke meerderheid zal bij de eindstemming de overwinning verschaffen aan Van Houtende moreele zegepraal is aan Tak en de zgnen". Koloniën, Atjeh, Aan een briet uit Kota-Radja van 24 April, aan het Bat. Nieuwsblad, is hst volgende ontleend Woensdag 15 en Donderdag 16 dezer was 't rustdag voor 't geheel. Nu, 't was noodig ook, wanneer ten minste onze brave soldaten de zware taak zoaden volbrengen, die hun den volgenden dag zou worden opgelegd. De approviandeering van Tjót Rang op 14 April had opnieuw bewezen, dat het vasthouden der posten buiten de geooncentreerde linie ons te veel menschen zou kostsn, zoodat wgse- Igk werd besloten alle tijdelijke ver sterkingen behalve Tjoet-Goë te ont ruimen en aan de vlammen prijs te geven. Een ieder, die de Atjehzaak uit een praotisoh oogpunt bekijkt, zal dit besluit zeker toejuichen, want wat heeft 't ons opgeleverd het bezetten van die grootere strook van de Atjeh- vallei Dooden en gewonden, maar voordeel zéker niet. Het aandeel in de hasohil, die geheven werd van van daar naar huiten uitgevoerde artikelen, stond in geen verhouding tot de uitgaven, &an het in stand houden dier posten verbonden, tot de traktementen, be taald aan de zoogenaamd bevriende hoofden, enz. Tooh kan alleen het. behalen van voordeel Nederland nopen tot het onder reohtstreeksob bestuur ding voordeel te trekken, is een weelde, die wg ons in de tegenwoor dige tijdsomstandigheden niet mogen veroorloven. Wel werd door het oprichten dier tweede linie de zoogenoemde geoon- oentfeerde niet meer bestookt, maar ,het beweren van enkelen, dat wjj op de buitenlinie minder dooden en gewonden kregen dan vioeger op de posten der geconcentreerde, zal nog door statistieken moeten worden uit gemaakt. Biloel en Lamkoenjit waren voor gegaan Anakgaloeng, Lamsoet Lambarih en Senelop zouden volgen Daartoe werden den 17den April het 6de, 9de, 12de en 14de benevens het met repeteergeweren bewapende pe loton van het 3de bataljon infanterie, zes brigades marechaussee de beide bergbattergen, de cavalerie, twee, detachementen genietroepen en het noodige hospitaal personeel naarLam- baroe gedirigeerd, om van daar uit in twee coionnes, de een naar Lam barih, Lamsoet en Anakgaloeng, de andere naar Senelop op te rukken, die posten te ontzetten, van den in ventaris mede te nemen zooveel als mogelijk zou blgken en het overige met de gebouwen aan de vlammen prijs te geven. Het geheel stond onder oommando van den kolonel Stemfoort. De linker-oolonne onder bevel van den luit. kol. Van Heutz, die den vorigen dag per gouvernemeutsstoo- meer van Medan was gekomen, be stond uit hei 14e bataljon infanterie, de mareohattssee, de repeteergeweren van het 3de, een peloton oavalerie, een bergbatterg en een detachement genietroepen- De overige troepen, behalve het 9e bat-, dat te Lambarih in reserve bleef onder den chef van den staf, den luit.-kol. Van Vliet, vormden de reohter-oolonne. Lambarih, Lamsoet en Anakga loeng werden zonder groote verliezen bereikt en de bevrijders met gejuioh door de zoo lang van gemeenschap met de buitenwereld verstoken ge bleven makkers begroef. De vreugde zou nog grooter zijn geweest, wanneer het 12e bat. niet het verlies te betreuren had gehad van zes dooden en vgf gewonden, niet gevallen door 's vijands lood of de scherpte van zijn zwaard, maar jammerlijk neergeworpen en ver- soheurd door de scherven van twee onzer granaten, die, in plaats bij den vijand, bg de le compagnie van het 12e tereohtkwameu en ons dit zware verlies toebrachten. Onvoorzichtigheid of toeval Het onderzoek zal dit moeten uitmaken, maar hoe 'tzg de treurigheid van 't gebeurde vér- mindert er niet door en de herinne ring daaraan zal hen, die bg dit drama minder een actieve dan wel een lgdts- lijke (lijdende) rol vervulden, voorze ker wel immer bgblgven. Anakgaloeng was dan bereist en de bezetting onder den kapitein der infanterie Bodemeier verliet de ver sterking, die zij zoo lang met eere tegen den vijand bad verdedigd. Het kraohtig .optreden van dezen kapitein, die, toen de Atjehers, in den aanvang van zijn verbigf aldaar, zich tot op 300 Meters van de benting waagden, hen uit hun loopgraaf ge jaagd en een gevangene had buitge maakt, was oorzaak geweest, dat de vgand zioh op een eerbiedigen afstand had gehouden en hem weinig meer had verontrust. Vgf huizen in kampoog Siöreh en het blokhuis Bak Tjerlak werden door kapitein Bodemeier verbrand en de brugwacht tot het laatste toe bezet. De weinige verliezen, door ons bg het terugtrekken geleden, mogen dan ook zeker voor een goed deel worden ge weten aan dea heilzamen schrik, door dezen postcommandant den vijand ingeboezemd. Hadden gedurende de laatste 'jaren alle postoomraandanten zóo mogen handelen, het respect van den Atjeher voor de oompagnie zou thans zeker grooter zijn en veel wellicht geheel anders. Tot de weinige gewonden, die wij bg den terugtooht kregen, behoorde ook de majoor Okhugzen, oomman- dant van het 6e bataljon, die dicht t ott-orati an ïïnnsi" bij Lambarih door een kogel, die tot in het lichaam van het paard door-' HoUaildscha Lelie, drong, in de reohterkuit getroffen j werd. j In 't jongste nommer van De Bol-j De linker-oolonne vond[ niet zulklandsche Lelie neemt mevr. Thétèsej een effen weg. Nauwelijks voorbij Hoven, die als redactrice werkzaam Lamsoet stuitte de verkennende ca- was sedert mevr. Van Wermesker-1 teergeweren op waren afgegeven, verlaten werd. De weg van Lamsoet naar Senelop was als 't ware bezaaid met .versterkingen, die allo genomen moesten worden. Het was voornamelijk do mare chaussee, die hier bet werk deed. TelkenB ging zg met do klewang er op in en negen Atjehsohe koppen werden door haar buitgemaakt, waar van zg er twee als zegeteekenen naar Kota-Radja braobt. Ook hot met repeteergeweren ge wapende peloton van het 3e had 't zwaar te verantwoordenibg den opmarsch als voorhoede ingedeeld, werd zij bg het teruggaan meeBt achterhoede, want de Atjehers hebben reeds eerbied gekregen voor de kogels, die bgna door geen hindernis worden tegengehouden. Nadat eindelgk Senelop bereikt en vau de bewapening alles en daarna van de kazerneeriDg en het provi and medegenomen was, hetgeen met de aanwezige transportmiddelen kon worden verroerd, stak men de ge bouwen en de daarin achtergelaten vivres in brand en werd de terug tooht ondernomen. Hierbg werd men zeer bemoeielijkt door het groot aantal gewonden, waaronder ook de le luit. der artil lerie J. B. Zon, die op 't laatst door een geweerschot boven de linkerlong werd gewond. Voortdurend bestookt door 's vg ands vuur, was men blijde eindelijk een toevlucht te vinden aohter de wallen van het nog niet verbrande Lamsoet. Zooveel menschen, dieren, vuur monden, transportkarren enz. opeen gehoopt in zulk een klein bestek, maakte het verblgven aldaar schier onmogelijk. Derhalve voort naar Lambaroe. Nauwelijks had de troep zich in ba- weging gezet en de benting verlaten, of er kwam tegenbevel, omdat men vreesde door de gewonden te veel in zijn bewegingen belemmerd te zullen worden. Een gedeelte van de colonne was echter reeds te ver om het bevel te kunnen vernemen, nl. een bergbst- terjj der mareohaussee en een deel van het 14e. Deze troepen bereikten ook gelukkig Siroen en Lambaroe. Een veldstuk van 7 cM. afkomstig van Senelop, moest echter tusschen Lamsoet en Siroen worden achterge laten, daar de soldaten te uitgeput waren, om het nog verder te kunnen slepen. Het sluitstuk werd eohter naar Siroen medegenomen. Wel beproefde het 3e bat. dat onder den majoor Steinmetz den vol genden dag om 4 uur 's morgens naar Siroen vertrok, het stuk terug te vinden, doch tevergeefs. De affuit werd eenhonderd vijftig voeten van de plaats, waar zg was achtergelaten teruggevonden, doch het kanon was verdwenen. Zullen de Atjehers in staat zijn iets te vervaardigen, dat het ontbrekende sluitstuk kan vervangen Wg moe ten 't afwachten; onmogelijk is het evenwel niet, dat, als wg tegen hen uitrukken, deze zelfde 7 oM. ons een onaangenaam welkom zaltegen- brommen. Tot ontzet van de oolonne Van Heutz waren intuasohen het 6e en van uit Lambaroe naar Lamsoet opgerukt en werkelgk gelukte het nog allen en alles behouden naar eeratgenoemden post over te bren- geD. Lamsoet werd echter, om de aandaoht van den vijand niet te trek ken, niei in brand gestoken. De infanterie keerde nog dien avond naar Kota-Radja terug; kolo nel Stemfoort, de artillerie en de ge wonden bleven tot den volgenden morgen te Lambaroe aohter. Dai de troepen dood af waren, zal ieder be grijpen en een paar dagen rust was hoog ncodig, om de uitgeputte krach ten eenigszina te herstellen. Het aantal zieken neemt zeer toe; op 't oogenblik bevinden zioh. met de ge wonden mee, ongeveer 700 verpleeg den in het hospitaal. ken—Junius zich verpiio'ct zag het werk te staken ten gevolge van de grievende besohuldiging tot haar ge richt, afscheid van haar lezeressen met eenige vriendelijke woorden. I Daaronder leest men: I In No. 22 (oiroa een half jaar ge ledon) nam ik afscheid van u met deze woorden: „In de gegeven om standigheden aoht ik het beter tijde lijk mgn werk in andere handen te geven. Den smet, die op mijn naam is gelegd, wensoh ik geheel te zien weggenomen, eer ik mg weer aan het hoofd stel van mgn jeugdige en geestdriftvolle troepen, die zoo vol vertrouwen volgden, waar ik hen leidde. Alleen als gebleken is, dat ik dit vertrouwen geen oogenblik heb verbeurd, keer ik tot hen terug. „Die dag is nu gekomen. „Johanna van \Voude.: Sara Bernhardt. Sara Bernhardt is van haar Ameri kaan sehen toer te Parijs teruggekeerd en zal nu naar Londen gaan. Zij zal daar een dag of veertien bigven en dan eenige welverdiende rust nemen te Belie Isle. In Augustus maakt zij een kunstreis door Frankrijk en zal bij den aanvang van het seizoen voor het eerst optreden in een nieuw stuk van de Porte Riche. Rechtszaken. Den 20sten Maart circa half tien uur 's avonds drukte de gevangene J. R., die ter zake van diefstal in de gevangenis le Groningen verblijf hield, op het eleotriscb belletje dat zich in zijn cel bevond. Op dat sein ging een der bewaarders naar zgn cel, opende de dour en kreeg van den gevangene, die dadelijk buiten de cel schoot, ernstige slagen met een gzeren beugel. Op het hulpge roep van den bewaarder, die ver schillende wonden bekwam snelde een collega hem te hulp, die even eens met een mes, dat de gevangene gekregen had om gevangeniswerk te verriohten, verwond werd. Het gelukte hun beiden den man meester te worden. Voor en na dit voorval deed de gevangene alle mogelijke om zich als krankzinnig aan te stellen. Hij bevuil de op alle manieren zijn cel, weigerde een veertien dagen lang alle voedsel, wondde voor zich niets meer te ber inneren enz. Eohter was hij daar in deu laatsten tijd op teruggekomen en ter terechtzitting waar de be klaagde een paar rijksveldwachters naast zich staan had verklaarden dan ook twee deskundige genees kundigen dat bekl. simulant was. Hg zou het gedaan hebben om of in een krankzinnigengesticht of in gemeenschap met andere gevangenen opgesloten te worden. Het O. M. vroeg 9 maanden gevan genisstraf. Gemengd Nieuws. Da Événement verzekert, dat de Fran8che minister van oorlog de Lebel-geweren zal doen vervangen door nieuwe geweren van een kali ber van 6V2 millimeter. De kosten bedragen 120 milliocn francs, voor drie miüioen geweren. De schilder Benjamin Constant, wien de eere medaille van het salon is verleend, heeft menig reporter anecdoten uit zgn leven moeten ver tellen. Zoo heeft hg 0. a. de volgende gesohiedenis verhaald„In 1862 de buteerde ik in het salon met een schilderij, die ik Trop tard had ge noemd. Zg stelde de godinnen van het geluk en roem voor, die bij een kunstenaar waren binnengetreden, toen deze juist op een ellendig bed den laatsten adem had uitgeblazen. Tegenover de godinnen stond grijn zend de dood. De sohilderg h3a veel suooes, en van alle kanten regende het gelukwenschen. Onder deze was ook een brief van een leeraar van het Conservatorium te Parijs, die hem verzocht hem met een bezoek te komen vereeren, daar bij te oud en te stram was om naar het atelier te gaan. Benjamin Oonstant voldeed aan dit verlangen en begaf zich naar den leeraar. Nauwelijks had de pro fessor hem eohter gezien of zgn rim pelig gezioht vertoonde nog diepere plooien, die duidelijk te kennen ga ven dat hij zeer teleurgesteld was. „Wat, bent u de Eobilder," vroeg hij met klimmende verbazing, „die dei sohilderij bedacht en vervaardigd heeft? Ik daoht, dat het leven u evenzeer had miskend als mij en dat uw werk de klacht was van een on gelukkige. Maar ik zie dat ge jong en gezond zgt. Wat gij hebt gemaakt is dus holle rhetoriek. Uw Trop tard had me aangegrepen. Nu zie ik echler, dat het sleohts een middel was om te vroeg uw doel te bereiken. Ik stel in het geheel geen belang stelling meer in u, je zijt een grap penmaker, scheer je weg 1" Een hevige twist is ontstaan tus- sohen maarsohalk Martinez Campos en generaal Borrero, naar aanleiding van het optreden van den eerste te genover de Cubaansohe opstandelin gen. Generaal Borrero moet den maarsohalk daarover een brief vol beleedigende uitdrukkingen hebben gezonden, waarom Martinez Campos hem twee getuigen zond. De kapitein-generaal van Madrid heeft eohter een duel weten te voor komen. De beide vijanden en hun secondanten hebben op hun woord van eer moeten beloven dat zg zioh tot nader order ter beschikking van den minister van oorlog zullen stelllen. Dit schandaal mo6t in Madrid een zeer onaangenamen indruk hebben gemaakt, vooral aan het hof derKo- ningin Regentes. Hoe men in Spanje verkiezingen maakt: Twee dagen vóór de verkie zingen te Muohamiel, een plaatsjein de Spaansohe provincie Alicante, begaf de burgemeester zich met den vrederechter en den veldwachter naar de verschillende boeren en verlangde den zwijnenstal te bezichtigen. Waar een varken werd aangetroffen, werd het onschuldige dier opgeschrikt uit zgn rustige rust en naar het stad huis gevoerd. Verbluft vroeg dan de boer, waarom de heer burgemeester zulks deed en de heer burgemeester antwoordde„Wanneer gij stemt voor den regeeringscandidaat, krijgt gij uw varken terug na afloop der verkie zing. Anders laat ik het dr wegens triohinose dood maken eu verbran den." Tarfesclie rechtsverdraaiing. Omtrent den geheimzinnigen moord te Pera, waarbij twee vrouwen en haar Armenischen bediende het leveu verleren, wordt thans, dat is 14 dagen na den moord, door het ministerie van justitie een nieuwe lezing gege ven. Nu heet het, dat do bediende op zijn jonge meesteres verliefd was, deze vermoordde, vervolgens haar moeder en eindelijk zioh zelf. De be wijzen, die het ministerie hiervoor aanvoert, zijn wel de moeite waard genoemd te worden. Eenige er 7an laten we hier volgen, om aan te too- nen hoe het Turksche bestuur zich soms aan rechtsverdraaiingen schuldig maakt om den 'waren misdadiger, als deze een aanzienlijk persoon is, te sparen. Het heet nu geblsken te zijD, dat de moord werd gepleegd met een keukenmes, -dat in de keuken werd gevonden. Bij het eerste onder zoek echter, dat terstond op de plaats van de fmisdaad werd ingesteld en waarbij ook Europeanen tegenwoordig waren, is even wei een dergelijk mes niet gevonden eu men meende als zeker te kannen aannemen dat de misdaad met een scheermes gepleegd werd. Uit het onderzoek bleek, dat de kok, terwijl hij bez:g was met glazen afdrogen, vsu achteren werd aangevallen en met een mes in den nek gestoken, waarna hem nog de keel werd afgesneden. De ruededee- lingen van de justitie luiden thans ec-hter anders. De kok heeft zich eerst met een mes in den nek willen ste ken (wat vrijwel eene onmogelijkheid was) en daarna heeft nij zioh de keel afgesneden. Een vlek op den muur van een bebloede hand afkomstig, gaf precies den vorm weer van de hand van den kok, want toen men bat lijk rechtop hacl gezet en een der armen had uitgestrekt, had de hand de plek juist bedekt. (Op het oogen blik, dat deze proef zon genomen zijn, Jag het slachtoffer reeds acht dagen j onder den grond.) j Eerst had de politie, om toch maar i een zondenbok ts hebben, een armen barbier beschuldigd, en vermeldden de dagbladen allerlei bewijzen tegen h8m. Toen eohter het oogenblik was genaderd, waarop de barbier voor bet gereoht zou worden gesteld, werd bevreesd, dat hij den waren schuil zou noemen en besloot men een dere lezing vr zaak te geven. Uit Cuba wordt berioht, dat opstandelingen nabij Guarra een b in de lucht hebben laten sprinj De dienst der treinen is daard gestaakt. Zïtr ernstige .beriohten komen Madagascar: De regeering hee t telegram ontvangen van den resii te Tananarive, meldeDdedat een he Fahavolo's, sterk 1500 man, Au bade beeft aangevallen en verbn Cholera. Dinsdag werden te Alexandriëi Kaïro 35 en elders 45 gevallen oholera aangegeven. Sedert September van het vorig zgn in Egypte 3030 personen dooi ziekte aangetast, van wie overleden. Hoe lang kan men bnite voedsel Veel heeft men er reeds over sproken, geschreven, maar er is geen grens bepaald, tot hoever hongeren van een mensch zioh uitstrekken. Groot opzien baarde indertijd ter Tanner, die een hongerkuur veertig dagen ondernam en ten bracht. Toch werd bij in 1886 troffen door de twee bekende aansohe hongerlijders Mierlatti Sucoi. De eerste gebruikte gedurf vijftig dagen geen voedsel, de lai moest het na een vasten van dagen opgeven, om daarna Westminster-aquarium te Londen nieuwe kuur van 52 dagen aa vangen, die hg evenwel niet ve dan tot den 44sten dag kon bren Dit waren echter beroepvan! die zelf de omstandigheden regel waaronder zij hun proef volbrac en zich vooraf hadden geoefend, traind, zooals de sportsmen zeg Een heel ander geval is het, wan men onverwachts en tegen zgn t -t hongerlijden genoodzaakt is, als dat bg tal van gelegenhi plaats had. Met dergelgfee 2evj heeft de wetenschap zioh dan veel ernstiger bezig te houdeD, dan die hongerkunststukjeB, welke meer zjjn dan een soort van spo in geen enkel opz'oht tot basis nen dienen. Een der Duitechege dea heeft hierover een interes artikel geschreven, waarin hij al geloofwaardige gevallen van geni zaakt hongerlijden nagaat, en te: volge waarvan hij den gemidde tijd, dien een volwassen mensch der voedsel leven kan, op acht di heeft bepaald. Hg begint met historisch persoon, graaf Ugi Gherardesca, die mat zgn zone den toren van Gualandi werd eloteD om den hongerdood te oc gaan. Nadat al zijne zonen hem v voorgegaan, stierf hg na verloop aoht dagen. Slechts in enkele gevallen zijo menschen lammere hongerperi; waargenomen. In het jaar 1805 den in Frankrijk arbeiders bedo in een koude, vochtige steengri waaruit zij na veertien dagen levend, met een uitgeteerd lich en nauw merkbaren polsslag vi gered. Echter zijn er nog bijomstam den, die veel invloed uitoefena den tijd, dat een mensch het hoi lijden kan verdragen. Zoo kan mt veel langer uithouden, wanneer niet tevens door dorst gekweld w Dan hebben ook noglichaamgru geestestoestand een ernstig mee te praten. In een geaeeeku tijdschrift wordt van geloof waai zijde een bericht medegedeeld zeven mannen, die 17 dagen b doorgebracht op een ijssohots Oostzee en niets dan zeewater gebi hadden, tot zij door eilandbewo nog levend werden gered. Dat de hongerdood door het van water aanmerkelijk verscb kan worden, is door verschil! feiten gestaald. Meermalen krankzinnigen, die alle voedsel gerden, maar daarentegen veel dronken, een middelbare levene van 44 dagen geconstateerd, stierf in 1831 te Toulouse een df arbeider, die 63 dagen achtereei voedsel had geweigerd en alleen1 had gedronken. eenig vermoeden te koesteren van het onweder, dat nog binnen het uur boven hunne hoofden zou losbarsten. Zoocra zij vertrokken was, liet de heer Harding zijn rijtuig voorkomen, om zich andermaal naar We3t End te begeven. Ook ditmaal vergezelde Daintree hem, en toen zg bij bet wegrijden omkeken, zagen zij een bleek gelaat verdwijnen van betzelfde venster, waar het licht zich vertoond had, dien nacht, op het oogenblik dat zij van hun avondwandeling wederkeerden. De jonge man knarste met de tanden, maar zeide geen woord, en beider, reden, evenzeer in gedachten verdiept, verder. De velden waren verblindend groen, in den heerlij ken, warmen zonneschijn; duizenden smaragden schenen op de heggen te flonkeren, en op den heuvel aan hunne 'rechterhand onder een groep wilde kastanjeboomen, wier jeugdige bladeren die plek overschaduwden, merkte Harding's rustelooze blik aanstonds de witte broeken en glimmende hoeden van eene menigte politieagenten op, De zon viel helder op de koele, groene plek waar zij stonden, en een der ambtenaren kwam, vergezeld van een forscagebouwden man in burgerkleedinv, het hellende pad af, in de richting van den weg, dien het rijtuig volgde. „Er schijnt daarginds iet3 gaande te zijn," merkte Daintree op, terwijl hij naar de mannen op den heuvel wees. De heer Harding wierp een blik in de aangeduide richting, en bleef daarna strak voor zich uit turen, tot dat de roode daken van WeBt End boven de heg aan hunne linkerzijde uitstaken. In de woning, waar Blaydes zich gevestigd had, «ra« nog niets verder bekend. De brave vrouw des huizes putte zioh uit in beleefdheid, als wilde zij de onvriendelijke ontvangst van den afgelcopen nacht weder goed maken; doch zij kon hare bezoekers niets „nieuws vertellen. Op het oogenblik echter dat zij zich "verwijderen zouden, ging het hek van den tuin open, en stonden tij tegenover- een politieagent en een langen forscben man in burgerkleeding. „De twee lieden, die wij daar straks hebben gezien 1" riep Daintree uit, terwijl Nicelaas Harding hem bij den arm greep. „Weet gij misschien ook iets van ka pitein Blaydes at, vriend?' „Kwaamt gg hem opzoeken?" „Ja, ot liever gezegd, deze heer hier wensobte hem te ppreken." „Dan kunt gij die hoop opgeven, mijnheer, althans in deze wereld." „Wat?" riep Harding uit, en hij was nog dieper ge troffen door de waarheid, dan zelfs de huiejuffrouw van den doode. Zij haalde een stoel uit haar keuken, en Nicolaas Harding zonk daar op neer, terwijl hij als van koude zat te rillen in de blakerende zon, en met het volbloedig, thans purperkleurig gelaat op zijn wandel stok leunde. „Hij was een der vrienden van mgn vriend," sprak Daintree met gesmoorde stem, om de zaak op te hel deren, maar reeds had Harding hem verstaan. „Een mgner vrienden?" herhaalde hij. „Nu, daar weet de Hemel alles vanmaar ik verwachtte hem gisteren avond bij mij aan huis, en begreep niet waar hij bleef." De man in burgerkleeding verklaarde een detective van Scotland-Yard te zgn, en zeide tot de huisjuffrouw, dat hij haar even afzonderlijk moest spreken. Beiden traden het huis binnen. D9 politie-agent bleef echter buiten, en liet zich door middel van een goudstuk be wegen het stilzwijgen te verbreken. De beide heeren vernamen sldns nog dienzelfden morgen alles wat in de avondbladen verschijnen zou; de agent voegde er slechts bij dat de politie zich reed3 op bet sptor van den misdadiger bevondmaar kon nog niets zeggen omtrent hetgeen den o vei leden e toebehoord had en hem was ontstolen, want daarnaar zocht men binnenshuis. „En wat doet men, in dergelijke gevallen, met de papieren van een doode?" vroeg de heer Harding, naar een tweede goudstuk tastende. „Wel, men moet ze allereerst vinden," gal de agent met een grijnslach ten antwoord. „Maar in dit geval hebt gij natuurlijk iets gevon den, of hoe zoudt gij anders hebben ontdekt wie hij was." „En toch vonden wij geen papieren." „Geen papieren?" „Geen snipper zelfs, maar zijn linnengoed was ge merkt, en daardoor wisten wij alles omtrent den man. Het spijt mij te moeten zeggen, dat wg al eenigen tijd lang alles van hem afwisten Het was alleen de vree- selijke toestand waarin zijn hoofd verkeerde..." .,Dat is voldoende," zeide Daintree, die zich over den stoel van den heer Harding heenboog. „Gij igt ontsteld, mijnheer," fluisterde hij. „Laat mij u zonder uitstel huiswaarts voeren." Harding gaf toe en strompelde naar zijn rijtuig, met de woorden„Ik heb hem uur op uur verwacht, en dit was duB de reden, dit was de reden!" Toen zij terugkeerden, bevond Claire zich nog I boven, en voordat hij haar het nieuws ging overt gen, zocht haar vader geestkracht te vinden in een j cognac. Maar het bericht trof haar minder dan da 1 hem zelf ontroerd had. Hare eerste vraag klonk laas Harding sl heel zonderling in de ooren. Zij j weten met welk soort wapen de misdaad gepleegd Hij zeide haar (wat hij van den agent vernomen I dat de moord door middel van een zwaren, ruwen was geschied, en zij knikte op raadselachtige wijn wilde zg te kennen geven dat zij geen ander ant* had verwacht. Zij had, inderdaad, van den aanvat het ernstigste verwacht. Maar hare gevoelloos maakte hem voor al het overige blind, en hij t haar dan ook hoe het mogelijk was dat zg het bef zgn kon verliezen door eene onbestemde vrees, zij rustig bleef onder de ontzettende waarheid. „Dat zult gij maar al te spoedig weten," gaf C ten antwoord. „Maar gij scheent zoo angstig omtrent dien lukkige Blaydes „Dat was ik ook." {Word' tervolf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2