all een: Wie ral beslissen? Is dit aan
generaal Vetter overgelaten Reikt
xttne instructie zoover? Of zal op
zijn advies de Gouverneur-Generaal
beslissen
Ook dit laatste dunkt de Stand, zou
te gewaagd zijn.
„De beslissing in een zoo gewichtig
vraag-tuk zegt het waaraan
ten slotte geheel onze positie als
koloniale mogendheid kan hangeD,
behoort van de Regeering zelve uit
te gaanen het ware geraden, dat de
Rsgeering de noodige stappen deed,
om zich voor haar plan de medewer
king van de S aten-Generaal te ver
gewissen.
„Steeds meer wint het gevoelen
veld, dat we op het land tegenover
Atjeh zwak, op zee tegenover heel
den staat sterk zyn.
„Had men al deze jaren aan dit
feit zijn regel van gedraging ontleend,
zoo zou waarschijnlijk het verzet
reeds lang gebroken zijn en voor
minder geld, dan we thans wilden,
tevens onze Indische marine in sterkte
verdubbeld zijn."
brengen van meer grondgebied. Ivalerie op een versterking, die echter.
Uitbreiden, zonder van die uitbrei-'jloen er een paar salvo's uit derepe-
Kieswet.
De Haageche correspondent der
Zaani. Ct. wijst er op, dat de loep
der gebeurtenissen er toe dwingt om
het voorstal Van HoutenRoëll te
acoepteeren.
„De wet-Van Houten, zoo schrijft
hm moet er komen. Dat is 't, pa
rool.
„Men heeft geen reden daarin een
toeleg te zien om speciaal den mi
nister van biuuenlandsche zaken een
krans te vlechten. Noch de anti-revo-
lutiounfciren, die de onderwijsposten,
nog in de maag zit, noch de katho
lieken, die .ie Bolland-benoeming niet
vergeten hebben, zullen er op uit zijn
mr. Van Houten op een voetstuk te
plaatsen.
„Maar de loop der gebeurtenissen
dwingen er toe het voorstel van het
Kabinet—Roëll te acoepteeren, wil
men zijn eigen gedragslijn tegenover
't ontwerp-Tak niet desavoueeren en
tegenover het volk niet erkennen,
dat men uit parti pris een voordraobt
verwierp, die veel meer dan de tegen
woordige in overeenstemming was
met de eiachen van recht en billijk
heid en met de plechtigste verklarin
gen en beloften, sedert jaar en dag
aan H volk gedaan.
„De wet —Van Houten zal er komen.
.Maar een nationale wet kan 't nooit
zijn. Van stonde af zal er en m6t
reden een nieuwe kiesrechtbewe
ging uit geboren worden; en ten
siotle zullen de vooruitstrevende libe
ralen, de eenigen, die consequent zijn
gebleven en geen duim breed zijn
afgeweken van hun eenmaal ingeno
men standpunt, zegevieren.
„De numerieke meerderheid zal bij
de eindstemming de overwinning
verschaffen aan Van Houtende
moreele zegepraal is aan Tak en de
zgnen".
Koloniën,
Atjeh,
Aan een briet uit Kota-Radja van
24 April, aan het Bat. Nieuwsblad,
is hst volgende ontleend
Woensdag 15 en Donderdag 16
dezer was 't rustdag voor 't geheel.
Nu, 't was noodig ook, wanneer ten
minste onze brave soldaten de zware
taak zoaden volbrengen, die hun den
volgenden dag zou worden opgelegd.
De approviandeering van Tjót Rang
op 14 April had opnieuw bewezen,
dat het vasthouden der posten buiten
de geooncentreerde linie ons te veel
menschen zou kostsn, zoodat wgse-
Igk werd besloten alle tijdelijke ver
sterkingen behalve Tjoet-Goë te ont
ruimen en aan de vlammen prijs te
geven.
Een ieder, die de Atjehzaak uit
een praotisoh oogpunt bekijkt, zal
dit besluit zeker toejuichen, want wat
heeft 't ons opgeleverd het bezetten
van die grootere strook van de Atjeh-
vallei Dooden en gewonden, maar
voordeel zéker niet.
Het aandeel in de hasohil, die
geheven werd van van daar naar
huiten uitgevoerde artikelen, stond
in geen verhouding tot de uitgaven,
&an het in stand houden dier posten
verbonden, tot de traktementen, be
taald aan de zoogenaamd bevriende
hoofden, enz. Tooh kan alleen het.
behalen van voordeel Nederland nopen
tot het onder reohtstreeksob bestuur
ding voordeel te trekken, is een
weelde, die wg ons in de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden niet mogen
veroorloven.
Wel werd door het oprichten dier
tweede linie de zoogenoemde geoon-
oentfeerde niet meer bestookt, maar
,het beweren van enkelen, dat wjj
op de buitenlinie minder dooden en
gewonden kregen dan vioeger op de
posten der geconcentreerde, zal nog
door statistieken moeten worden uit
gemaakt.
Biloel en Lamkoenjit waren voor
gegaan Anakgaloeng, Lamsoet
Lambarih en Senelop zouden
volgen
Daartoe werden den 17den April
het 6de, 9de, 12de en 14de benevens het
met repeteergeweren bewapende pe
loton van het 3de bataljon infanterie,
zes brigades marechaussee de beide
bergbattergen, de cavalerie, twee,
detachementen genietroepen en het
noodige hospitaal personeel naarLam-
baroe gedirigeerd, om van daar uit
in twee coionnes, de een naar Lam
barih, Lamsoet en Anakgaloeng, de
andere naar Senelop op te rukken,
die posten te ontzetten, van den in
ventaris mede te nemen zooveel als
mogelijk zou blgken en het overige
met de gebouwen aan de vlammen
prijs te geven.
Het geheel stond onder oommando
van den kolonel Stemfoort.
De linker-oolonne onder bevel van
den luit. kol. Van Heutz, die den
vorigen dag per gouvernemeutsstoo-
meer van Medan was gekomen, be
stond uit hei 14e bataljon infanterie,
de mareohattssee, de repeteergeweren
van het 3de, een peloton oavalerie,
een bergbatterg en een detachement
genietroepen- De overige troepen,
behalve het 9e bat-, dat te Lambarih
in reserve bleef onder den chef van
den staf, den luit.-kol. Van Vliet,
vormden de reohter-oolonne.
Lambarih, Lamsoet en Anakga
loeng werden zonder groote verliezen
bereikt en de bevrijders met gejuioh
door de zoo lang van gemeenschap
met de buitenwereld verstoken ge
bleven makkers begroef.
De vreugde zou nog grooter zijn
geweest, wanneer het 12e bat. niet
het verlies te betreuren had gehad
van zes dooden en vgf gewonden,
niet gevallen door 's vijands lood of
de scherpte van zijn zwaard, maar
jammerlijk neergeworpen en ver-
soheurd door de scherven van twee
onzer granaten, die, in plaats bij den
vijand, bg de le compagnie van het
12e tereohtkwameu en ons dit zware
verlies toebrachten. Onvoorzichtigheid
of toeval Het onderzoek zal dit
moeten uitmaken, maar hoe 'tzg
de treurigheid van 't gebeurde vér-
mindert er niet door en de herinne
ring daaraan zal hen, die bg dit drama
minder een actieve dan wel een lgdts-
lijke (lijdende) rol vervulden, voorze
ker wel immer bgblgven.
Anakgaloeng was dan bereist en
de bezetting onder den kapitein der
infanterie Bodemeier verliet de ver
sterking, die zij zoo lang met eere
tegen den vijand bad verdedigd.
Het kraohtig .optreden van dezen
kapitein, die, toen de Atjehers, in den
aanvang van zijn verbigf aldaar, zich
tot op 300 Meters van de benting
waagden, hen uit hun loopgraaf ge
jaagd en een gevangene had buitge
maakt, was oorzaak geweest, dat de
vgand zioh op een eerbiedigen afstand
had gehouden en hem weinig meer
had verontrust.
Vgf huizen in kampoog Siöreh en
het blokhuis Bak Tjerlak werden door
kapitein Bodemeier verbrand en de
brugwacht tot het laatste toe bezet.
De weinige verliezen, door ons bg het
terugtrekken geleden, mogen dan ook
zeker voor een goed deel worden ge
weten aan dea heilzamen schrik, door
dezen postcommandant den vijand
ingeboezemd. Hadden gedurende de
laatste 'jaren alle postoomraandanten
zóo mogen handelen, het respect
van den Atjeher voor de oompagnie
zou thans zeker grooter zijn en veel
wellicht geheel anders.
Tot de weinige gewonden, die wij
bg den terugtooht kregen, behoorde
ook de majoor Okhugzen, oomman-
dant van het 6e bataljon, die dicht t ott-orati an ïïnnsi"
bij Lambarih door een kogel, die tot
in het lichaam van het paard door-' HoUaildscha Lelie,
drong, in de reohterkuit getroffen j
werd. j In 't jongste nommer van De Bol-j
De linker-oolonne vond[ niet zulklandsche Lelie neemt mevr. Thétèsej
een effen weg. Nauwelijks voorbij Hoven, die als redactrice werkzaam
Lamsoet stuitte de verkennende ca- was sedert mevr. Van Wermesker-1
teergeweren op waren afgegeven,
verlaten werd. De weg van Lamsoet
naar Senelop was als 't ware bezaaid
met .versterkingen, die allo genomen
moesten worden.
Het was voornamelijk do mare
chaussee, die hier bet werk deed.
TelkenB ging zg met do klewang er
op in en negen Atjehsohe koppen
werden door haar buitgemaakt, waar
van zg er twee als zegeteekenen naar
Kota-Radja braobt.
Ook hot met repeteergeweren ge
wapende peloton van het 3e had
't zwaar te verantwoordenibg den
opmarsch als voorhoede ingedeeld,
werd zij bg het teruggaan meeBt
achterhoede, want de Atjehers hebben
reeds eerbied gekregen voor de kogels,
die bgna door geen hindernis worden
tegengehouden.
Nadat eindelgk Senelop bereikt en
vau de bewapening alles en daarna
van de kazerneeriDg en het provi
and medegenomen was, hetgeen met
de aanwezige transportmiddelen kon
worden verroerd, stak men de ge
bouwen en de daarin achtergelaten
vivres in brand en werd de terug
tooht ondernomen.
Hierbg werd men zeer bemoeielijkt
door het groot aantal gewonden,
waaronder ook de le luit. der artil
lerie J. B. Zon, die op 't laatst door
een geweerschot boven de linkerlong
werd gewond.
Voortdurend bestookt door 's vg
ands vuur, was men blijde eindelijk
een toevlucht te vinden aohter de
wallen van het nog niet verbrande
Lamsoet.
Zooveel menschen, dieren, vuur
monden, transportkarren enz. opeen
gehoopt in zulk een klein bestek,
maakte het verblgven aldaar schier
onmogelijk.
Derhalve voort naar Lambaroe.
Nauwelijks had de troep zich in ba-
weging gezet en de benting verlaten,
of er kwam tegenbevel, omdat men
vreesde door de gewonden te veel
in zijn bewegingen belemmerd te
zullen worden.
Een gedeelte van de colonne was
echter reeds te ver om het bevel te
kunnen vernemen, nl. een bergbst-
terjj der mareohaussee en een deel
van het 14e. Deze troepen bereikten
ook gelukkig Siroen en Lambaroe.
Een veldstuk van 7 cM. afkomstig
van Senelop, moest echter tusschen
Lamsoet en Siroen worden achterge
laten, daar de soldaten te uitgeput
waren, om het nog verder te kunnen
slepen.
Het sluitstuk werd eohter naar
Siroen medegenomen.
Wel beproefde het 3e bat. dat
onder den majoor Steinmetz den vol
genden dag om 4 uur 's morgens
naar Siroen vertrok, het stuk terug
te vinden, doch tevergeefs. De affuit
werd eenhonderd vijftig voeten van
de plaats, waar zg was achtergelaten
teruggevonden, doch het kanon was
verdwenen.
Zullen de Atjehers in staat zijn iets
te vervaardigen, dat het ontbrekende
sluitstuk kan vervangen Wg moe
ten 't afwachten; onmogelijk is het
evenwel niet, dat, als wg tegen hen
uitrukken, deze zelfde 7 oM. ons
een onaangenaam welkom zaltegen-
brommen.
Tot ontzet van de oolonne Van
Heutz waren intuasohen het 6e en
van uit Lambaroe naar Lamsoet
opgerukt en werkelgk gelukte het
nog allen en alles behouden naar
eeratgenoemden post over te bren-
geD. Lamsoet werd echter, om de
aandaoht van den vijand niet te trek
ken, niei in brand gestoken.
De infanterie keerde nog dien
avond naar Kota-Radja terug; kolo
nel Stemfoort, de artillerie en de ge
wonden bleven tot den volgenden
morgen te Lambaroe aohter. Dai de
troepen dood af waren, zal ieder be
grijpen en een paar dagen rust was
hoog ncodig, om de uitgeputte krach
ten eenigszina te herstellen. Het
aantal zieken neemt zeer toe; op 't
oogenblik bevinden zioh. met de ge
wonden mee, ongeveer 700 verpleeg
den in het hospitaal.
ken—Junius zich verpiio'ct zag het
werk te staken ten gevolge van de
grievende besohuldiging tot haar ge
richt, afscheid van haar lezeressen
met eenige vriendelijke woorden.
I Daaronder leest men:
I In No. 22 (oiroa een half jaar ge
ledon) nam ik afscheid van u met
deze woorden: „In de gegeven om
standigheden aoht ik het beter tijde
lijk mgn werk in andere handen te
geven. Den smet, die op mijn naam
is gelegd, wensoh ik geheel te zien
weggenomen, eer ik mg weer aan
het hoofd stel van mgn jeugdige en
geestdriftvolle troepen, die zoo vol
vertrouwen volgden, waar ik hen
leidde. Alleen als gebleken is, dat ik
dit vertrouwen geen oogenblik heb
verbeurd, keer ik tot hen terug.
„Die dag is nu gekomen.
„Johanna van \Voude.:
Sara Bernhardt.
Sara Bernhardt is van haar Ameri
kaan sehen toer te Parijs teruggekeerd
en zal nu naar Londen gaan. Zij zal
daar een dag of veertien bigven en
dan eenige welverdiende rust nemen
te Belie Isle. In Augustus maakt zij
een kunstreis door Frankrijk en zal
bij den aanvang van het seizoen voor
het eerst optreden in een nieuw stuk
van de Porte Riche.
Rechtszaken.
Den 20sten Maart circa half tien
uur 's avonds drukte de gevangene
J. R., die ter zake van diefstal in de
gevangenis le Groningen verblijf
hield, op het eleotriscb belletje dat
zich in zijn cel bevond. Op dat sein
ging een der bewaarders naar zgn
cel, opende de dour en kreeg van
den gevangene, die dadelijk buiten
de cel schoot, ernstige slagen met
een gzeren beugel. Op het hulpge
roep van den bewaarder, die ver
schillende wonden bekwam snelde
een collega hem te hulp, die even
eens met een mes, dat de gevangene
gekregen had om gevangeniswerk te
verriohten, verwond werd. Het gelukte
hun beiden den man meester te
worden.
Voor en na dit voorval deed de
gevangene alle mogelijke om zich als
krankzinnig aan te stellen. Hij bevuil
de op alle manieren zijn cel, weigerde
een veertien dagen lang alle voedsel,
wondde voor zich niets meer te ber
inneren enz. Eohter was hij daar in
deu laatsten tijd op teruggekomen
en ter terechtzitting waar de be
klaagde een paar rijksveldwachters
naast zich staan had verklaarden
dan ook twee deskundige genees
kundigen dat bekl. simulant was.
Hg zou het gedaan hebben om of
in een krankzinnigengesticht of in
gemeenschap met andere gevangenen
opgesloten te worden.
Het O. M. vroeg 9 maanden gevan
genisstraf.
Gemengd Nieuws.
Da Événement verzekert, dat de
Fran8che minister van oorlog de
Lebel-geweren zal doen vervangen
door nieuwe geweren van een kali
ber van 6V2 millimeter. De kosten
bedragen 120 milliocn francs, voor
drie miüioen geweren.
De schilder Benjamin Constant,
wien de eere medaille van het salon
is verleend, heeft menig reporter
anecdoten uit zgn leven moeten ver
tellen. Zoo heeft hg 0. a. de volgende
gesohiedenis verhaald„In 1862 de
buteerde ik in het salon met een
schilderij, die ik Trop tard had ge
noemd. Zg stelde de godinnen van
het geluk en roem voor, die bij een
kunstenaar waren binnengetreden,
toen deze juist op een ellendig bed
den laatsten adem had uitgeblazen.
Tegenover de godinnen stond grijn
zend de dood. De sohilderg h3a veel
suooes, en van alle kanten regende
het gelukwenschen. Onder deze was
ook een brief van een leeraar van
het Conservatorium te Parijs, die
hem verzocht hem met een bezoek
te komen vereeren, daar bij te oud
en te stram was om naar het atelier
te gaan. Benjamin Oonstant voldeed
aan dit verlangen en begaf zich naar
den leeraar. Nauwelijks had de pro
fessor hem eohter gezien of zgn rim
pelig gezioht vertoonde nog diepere
plooien, die duidelijk te kennen ga
ven dat hij zeer teleurgesteld was.
„Wat, bent u de Eobilder," vroeg hij
met klimmende verbazing, „die dei
sohilderij bedacht en vervaardigd
heeft? Ik daoht, dat het leven u
evenzeer had miskend als mij en dat
uw werk de klacht was van een on
gelukkige. Maar ik zie dat ge jong
en gezond zgt. Wat gij hebt gemaakt
is dus holle rhetoriek. Uw Trop tard
had me aangegrepen. Nu zie ik
echler, dat het sleohts een middel
was om te vroeg uw doel te bereiken.
Ik stel in het geheel geen belang
stelling meer in u, je zijt een grap
penmaker, scheer je weg 1"
Een hevige twist is ontstaan tus-
sohen maarsohalk Martinez Campos
en generaal Borrero, naar aanleiding
van het optreden van den eerste te
genover de Cubaansohe opstandelin
gen. Generaal Borrero moet den
maarsohalk daarover een brief vol
beleedigende uitdrukkingen hebben
gezonden, waarom Martinez Campos
hem twee getuigen zond.
De kapitein-generaal van Madrid
heeft eohter een duel weten te voor
komen. De beide vijanden en hun
secondanten hebben op hun woord
van eer moeten beloven dat zg zioh
tot nader order ter beschikking van
den minister van oorlog zullen stelllen.
Dit schandaal mo6t in Madrid een
zeer onaangenamen indruk hebben
gemaakt, vooral aan het hof derKo-
ningin Regentes.
Hoe men in Spanje verkiezingen
maakt: Twee dagen vóór de verkie
zingen te Muohamiel, een plaatsjein
de Spaansohe provincie Alicante,
begaf de burgemeester zich met den
vrederechter en den veldwachter naar
de verschillende boeren en verlangde
den zwijnenstal te bezichtigen. Waar
een varken werd aangetroffen, werd
het onschuldige dier opgeschrikt uit
zgn rustige rust en naar het stad
huis gevoerd. Verbluft vroeg dan de
boer, waarom de heer burgemeester
zulks deed en de heer burgemeester
antwoordde„Wanneer gij stemt voor
den regeeringscandidaat, krijgt gij uw
varken terug na afloop der verkie
zing. Anders laat ik het dr wegens
triohinose dood maken eu verbran
den."
Tarfesclie rechtsverdraaiing.
Omtrent den geheimzinnigen moord
te Pera, waarbij twee vrouwen en
haar Armenischen bediende het leveu
verleren, wordt thans, dat is 14 dagen
na den moord, door het ministerie
van justitie een nieuwe lezing gege
ven. Nu heet het, dat do bediende
op zijn jonge meesteres verliefd was,
deze vermoordde, vervolgens haar
moeder en eindelijk zioh zelf. De be
wijzen, die het ministerie hiervoor
aanvoert, zijn wel de moeite waard
genoemd te worden. Eenige er 7an
laten we hier volgen, om aan te too-
nen hoe het Turksche bestuur zich
soms aan rechtsverdraaiingen schuldig
maakt om den 'waren misdadiger,
als deze een aanzienlijk persoon is,
te sparen. Het heet nu geblsken te
zijD, dat de moord werd gepleegd met
een keukenmes, -dat in de keuken
werd gevonden. Bij het eerste onder
zoek echter, dat terstond op de plaats
van de fmisdaad werd ingesteld en
waarbij ook Europeanen tegenwoordig
waren, is even wei een dergelijk mes
niet gevonden eu men meende als
zeker te kannen aannemen dat de
misdaad met een scheermes gepleegd
werd. Uit het onderzoek bleek, dat
de kok, terwijl hij bez:g was met
glazen afdrogen, vsu achteren werd
aangevallen en met een mes in den
nek gestoken, waarna hem nog de
keel werd afgesneden. De ruededee-
lingen van de justitie luiden thans
ec-hter anders. De kok heeft zich eerst
met een mes in den nek willen ste
ken (wat vrijwel eene onmogelijkheid
was) en daarna heeft nij zioh de keel
afgesneden. Een vlek op den muur
van een bebloede hand afkomstig,
gaf precies den vorm weer van de
hand van den kok, want toen men
bat lijk rechtop hacl gezet en een der
armen had uitgestrekt, had de hand
de plek juist bedekt. (Op het oogen
blik, dat deze proef zon genomen zijn,
Jag het slachtoffer reeds acht dagen
j onder den grond.)
j Eerst had de politie, om toch maar
i een zondenbok ts hebben, een armen
barbier beschuldigd, en vermeldden
de dagbladen allerlei bewijzen tegen
h8m. Toen eohter het oogenblik was
genaderd, waarop de barbier voor bet
gereoht zou worden gesteld, werd
bevreesd, dat hij den waren schuil
zou noemen en besloot men een
dere lezing vr
zaak te geven.
Uit Cuba wordt berioht, dat
opstandelingen nabij Guarra een b
in de lucht hebben laten sprinj
De dienst der treinen is daard
gestaakt.
Zïtr ernstige .beriohten komen
Madagascar: De regeering hee t
telegram ontvangen van den resii
te Tananarive, meldeDdedat een he
Fahavolo's, sterk 1500 man, Au
bade beeft aangevallen en verbn
Cholera.
Dinsdag werden te Alexandriëi
Kaïro 35 en elders 45 gevallen
oholera aangegeven.
Sedert September van het vorig
zgn in Egypte 3030 personen dooi
ziekte aangetast, van wie
overleden.
Hoe lang kan men bnite
voedsel
Veel heeft men er reeds over
sproken, geschreven, maar er is
geen grens bepaald, tot hoever
hongeren van een mensch zioh
uitstrekken.
Groot opzien baarde indertijd
ter Tanner, die een hongerkuur
veertig dagen ondernam en ten
bracht. Toch werd bij in 1886
troffen door de twee bekende
aansohe hongerlijders Mierlatti
Sucoi. De eerste gebruikte gedurf
vijftig dagen geen voedsel, de lai
moest het na een vasten van
dagen opgeven, om daarna
Westminster-aquarium te Londen
nieuwe kuur van 52 dagen aa
vangen, die hg evenwel niet ve
dan tot den 44sten dag kon bren
Dit waren echter beroepvan!
die zelf de omstandigheden regel
waaronder zij hun proef volbrac
en zich vooraf hadden geoefend,
traind, zooals de sportsmen zeg
Een heel ander geval is het, wan
men onverwachts en tegen zgn
t -t hongerlijden genoodzaakt is,
als dat bg tal van gelegenhi
plaats had. Met dergelgfee 2evj
heeft de wetenschap zioh dan
veel ernstiger bezig te houdeD, dan
die hongerkunststukjeB, welke
meer zjjn dan een soort van spo
in geen enkel opz'oht tot basis
nen dienen. Een der Duitechege
dea heeft hierover een interes
artikel geschreven, waarin hij al
geloofwaardige gevallen van geni
zaakt hongerlijden nagaat, en te:
volge waarvan hij den gemidde
tijd, dien een volwassen mensch
der voedsel leven kan, op acht di
heeft bepaald. Hg begint met
historisch persoon, graaf Ugi
Gherardesca, die mat zgn zone
den toren van Gualandi werd
eloteD om den hongerdood te oc
gaan. Nadat al zijne zonen hem v
voorgegaan, stierf hg na verloop
aoht dagen.
Slechts in enkele gevallen zijo
menschen lammere hongerperi;
waargenomen. In het jaar 1805
den in Frankrijk arbeiders bedo
in een koude, vochtige steengri
waaruit zij na veertien dagen
levend, met een uitgeteerd lich
en nauw merkbaren polsslag vi
gered.
Echter zijn er nog bijomstam
den, die veel invloed uitoefena
den tijd, dat een mensch het hoi
lijden kan verdragen. Zoo kan mt
veel langer uithouden, wanneer
niet tevens door dorst gekweld w
Dan hebben ook noglichaamgru
geestestoestand een ernstig
mee te praten. In een geaeeeku
tijdschrift wordt van geloof waai
zijde een bericht medegedeeld
zeven mannen, die 17 dagen b
doorgebracht op een ijssohots
Oostzee en niets dan zeewater gebi
hadden, tot zij door eilandbewo
nog levend werden gered.
Dat de hongerdood door het
van water aanmerkelijk verscb
kan worden, is door verschil!
feiten gestaald. Meermalen
krankzinnigen, die alle voedsel
gerden, maar daarentegen veel
dronken, een middelbare levene
van 44 dagen geconstateerd,
stierf in 1831 te Toulouse een df
arbeider, die 63 dagen achtereei
voedsel had geweigerd en alleen1
had gedronken.
eenig vermoeden te koesteren van het onweder, dat nog
binnen het uur boven hunne hoofden zou losbarsten.
Zoocra zij vertrokken was, liet de heer Harding zijn
rijtuig voorkomen, om zich andermaal naar We3t End
te begeven. Ook ditmaal vergezelde Daintree hem, en
toen zg bij bet wegrijden omkeken, zagen zij een bleek
gelaat verdwijnen van betzelfde venster, waar het licht
zich vertoond had, dien nacht, op het oogenblik dat
zij van hun avondwandeling wederkeerden. De jonge
man knarste met de tanden, maar zeide geen woord,
en beider, reden, evenzeer in gedachten verdiept, verder.
De velden waren verblindend groen, in den heerlij
ken, warmen zonneschijn; duizenden smaragden schenen
op de heggen te flonkeren, en op den heuvel aan hunne
'rechterhand onder een groep wilde kastanjeboomen,
wier jeugdige bladeren die plek overschaduwden, merkte
Harding's rustelooze blik aanstonds de witte broeken
en glimmende hoeden van eene menigte politieagenten
op, De zon viel helder op de koele, groene plek waar
zij stonden, en een der ambtenaren kwam, vergezeld
van een forscagebouwden man in burgerkleedinv, het
hellende pad af, in de richting van den weg, dien het
rijtuig volgde.
„Er schijnt daarginds iet3 gaande te zijn," merkte
Daintree op, terwijl hij naar de mannen op den heuvel
wees.
De heer Harding wierp een blik in de aangeduide
richting, en bleef daarna strak voor zich uit turen, tot
dat de roode daken van WeBt End boven de heg aan
hunne linkerzijde uitstaken.
In de woning, waar Blaydes zich gevestigd had,
«ra« nog niets verder bekend. De brave vrouw des
huizes putte zioh uit in beleefdheid, als wilde zij de
onvriendelijke ontvangst van den afgelcopen nacht
weder goed maken; doch zij kon hare bezoekers niets
„nieuws vertellen. Op het oogenblik echter dat zij zich
"verwijderen zouden, ging het hek van den tuin open,
en stonden tij tegenover- een politieagent en een langen
forscben man in burgerkleeding.
„De twee lieden, die wij daar straks hebben gezien 1"
riep Daintree uit, terwijl Nicelaas Harding hem bij
den arm greep. „Weet gij misschien ook iets van ka
pitein Blaydes at, vriend?'
„Kwaamt gg hem opzoeken?"
„Ja, ot liever gezegd, deze heer hier wensobte hem
te ppreken."
„Dan kunt gij die hoop opgeven, mijnheer, althans
in deze wereld."
„Wat?" riep Harding uit, en hij was nog dieper ge
troffen door de waarheid, dan zelfs de huiejuffrouw van
den doode. Zij haalde een stoel uit haar keuken, en
Nicolaas Harding zonk daar op neer, terwijl hij als van
koude zat te rillen in de blakerende zon, en met het
volbloedig, thans purperkleurig gelaat op zijn wandel
stok leunde.
„Hij was een der vrienden van mgn vriend," sprak
Daintree met gesmoorde stem, om de zaak op te hel
deren, maar reeds had Harding hem verstaan.
„Een mgner vrienden?" herhaalde hij. „Nu, daar
weet de Hemel alles vanmaar ik verwachtte hem
gisteren avond bij mij aan huis, en begreep niet waar
hij bleef."
De man in burgerkleeding verklaarde een detective
van Scotland-Yard te zgn, en zeide tot de huisjuffrouw,
dat hij haar even afzonderlijk moest spreken. Beiden
traden het huis binnen. D9 politie-agent bleef echter
buiten, en liet zich door middel van een goudstuk be
wegen het stilzwijgen te verbreken. De beide heeren
vernamen sldns nog dienzelfden morgen alles wat in
de avondbladen verschijnen zou; de agent voegde er
slechts bij dat de politie zich reed3 op bet sptor van
den misdadiger bevondmaar kon nog niets zeggen
omtrent hetgeen den o vei leden e toebehoord had en hem
was ontstolen, want daarnaar zocht men binnenshuis.
„En wat doet men, in dergelijke gevallen, met de
papieren van een doode?" vroeg de heer Harding, naar
een tweede goudstuk tastende.
„Wel, men moet ze allereerst vinden," gal de agent
met een grijnslach ten antwoord.
„Maar in dit geval hebt gij natuurlijk iets gevon
den, of hoe zoudt gij anders hebben ontdekt wie hij
was."
„En toch vonden wij geen papieren."
„Geen papieren?"
„Geen snipper zelfs, maar zijn linnengoed was ge
merkt, en daardoor wisten wij alles omtrent den man.
Het spijt mij te moeten zeggen, dat wg al eenigen tijd
lang alles van hem afwisten Het was alleen de vree-
selijke toestand waarin zijn hoofd verkeerde..."
.,Dat is voldoende," zeide Daintree, die zich over den
stoel van den heer Harding heenboog. „Gij igt ontsteld,
mijnheer," fluisterde hij. „Laat mij u zonder uitstel
huiswaarts voeren."
Harding gaf toe en strompelde naar zijn rijtuig, met
de woorden„Ik heb hem uur op uur verwacht, en
dit was duB de reden, dit was de reden!"
Toen zij terugkeerden, bevond Claire zich nog
I boven, en voordat hij haar het nieuws ging overt
gen, zocht haar vader geestkracht te vinden in een
j cognac. Maar het bericht trof haar minder dan da
1 hem zelf ontroerd had. Hare eerste vraag klonk
laas Harding sl heel zonderling in de ooren. Zij
j weten met welk soort wapen de misdaad gepleegd
Hij zeide haar (wat hij van den agent vernomen I
dat de moord door middel van een zwaren, ruwen
was geschied, en zij knikte op raadselachtige wijn
wilde zg te kennen geven dat zij geen ander ant*
had verwacht. Zij had, inderdaad, van den aanvat
het ernstigste verwacht. Maar hare gevoelloos
maakte hem voor al het overige blind, en hij t
haar dan ook hoe het mogelijk was dat zg het bef
zgn kon verliezen door eene onbestemde vrees,
zij rustig bleef onder de ontzettende waarheid.
„Dat zult gij maar al te spoedig weten," gaf C
ten antwoord.
„Maar gij scheent zoo angstig omtrent dien
lukkige Blaydes
„Dat was ik ook."
{Word' tervolf