I Am. C. "Het zag er netjes uit bq de Wage naars. Zelfs een geoefend vrouwen oog zou niet op den vloer, noohop een der meubels ook maar bet geringste stofje hebben kunnen ontdekken. Mevrouw Wagenaar hielp haar man bij het aantrekken van zqn zwarten rok, trok zqn boord tereoht en gaf hem daarbq goeden raad. „Je moogt niet met de deur in het Buis vallen, Melohior'" vermaande zij hem. „Meneer mag niet meenen, dat je onze Elise met alle geweld wilt verbinden met hem." „Ben je dan zoo zeker, beste Anra, dat de man goede bedoelingen heeft?" vroeg de heer Wagenaar twijfelende. „Zie, het is niet de eerste keer dat je mg, een nauwgezetten ambtenaar, overhaalt om een dag verlof te ne men, len einde een aspirant naar de hand onzer doohter in oogensohouw te nemen. Als het nu maar eindelqk de rechte was!" zuchtte bij. „Ja, beste Melohior, deze rehijnt voorgoed toe te bijten," antwoordt zqn wederhelft, terwql zij het tafel kleed over de tafel spreidt en een bontgestikten looper in het midden daarvan legt „Telkens als wij op de ijsbaan kwamen, soheen hij te wach ten op Elise, en dan week hq niet van haar zqde. Gister verzooht hjj onB, om ons naar huis te mogen vergezellen en toen hij bij de buisdeur bescheiden terug wilde gaan, achtte ik het den tijd hem uit te noodigen eens bq ons te komen." De heer Wagenaar had intussch6n uit de kast een kistje sigaren te voor- sohqn gehaald en op een klein zij tafeltje geplaatst, waar ook reeds een flesoh oogDao en een paar glaasjes zioh bevonden. „Kon jij of Eiise dan heelemaal niets gewaar worden van zijn fa milieomstandigheden vroeg hij zijn vrouw. „Met mij heeft hij maar heel wei nig gesproken," antwoordde mevrouw Wagenaar, „en onze doohter vreesde onbescheiden te zqn, als zij hem met allerlei vragen lastig viel. Hij stelde zich aan ons voor als de agent Edu- ard Brons, hij schijnt een g06de op voeding genoten te hebben, draagt fijn en helder linnen en is altijd mo dem gekleed. Het andere moet jij maar uit hem zien te krijgen." De heer Wagenaar vertrok bij doze vermelding van betgeen zqn taak was, den mond, krabde zich het hoofd en begon toen onrustig op en neer te loopen. „Kijk eens, Emma, dat alles zou niet noodig geweest zqn, als mjjnplan dat de ambtenaarsvereeniging zioh zou bekommeren om de huwlijken onzer dochters, ware goedgekeurd in onze vergadering. Voor vijf had ik het voorstel reeds klaar. Alle col lega's gaven mij gelijk, maar hadden n:et den moed, het plan te ondertse- kenen. Wie heeft echter ook maar een vermoeden van de Tantaluskwel liegen van een ambtenaar, die een 24 jarige ongehuwde dochter heeft, en die dagelijks viermaal met uit zondering van zon en feestdagen in de vestibule van het raadhuis, de huwelijksafkond:gingen van het ge- heele district heelt aan te pakken Eo al neemt men zioh ook nog zoo zeer voor die papieren met onver stoorbare kalmte aan to zien, ik zeg je, het verdriet iemand toch, wanneer iiuin dag aan dag .".zqn eigen, kind '•uder en ouder ziet worden, zonder '.at men het plezier beieeft haar in het kastje te zien ophangen." „Ja, ja, beste Melohior", stelde zijn vrouw hem gerust. „Ik kan dat zeer goed begrijpen. Maar ditmaal ik heb er een voorgevoel van, ditmaal is de rechte gekomen. Deman staat HAAIILBJim HALLETJES. Eet Zai^rdagavonlpraatjf. CCXCVIIl. Hoewel ik een afkeer heb van pro- cedeeren, ga ik nu toch een proces beginnen en wel tegen den gemeen teraad. Het zal namelqk een oiviele vervolgisg worden wegens het ver storen van mqn nachtrust en |ge zult zien, dat ik daar reden voor heb. Ik had namelijk zooveel en zoolang gesoesd over de overbrugging van den Kruisweg, dat ik er ten slotte in een van de warme nachten, die we doorleven, van ben gaan droomen. Daar verrees op eenmaal de brug uit den grond, een lange dunne brug, mager alsof ze de toring had en op eco paar echte spillebeenen van poo- '.en. Maar dat was nog het ergste niet. De brug zag er uit als een lap pendeken. Hier was een roodgeverfde plank, daar z>g ik een stuk groen geverfde balk, ginds een nieuwe uit- gesohaafde deel, kortom het geheel was zoo kakelbont, als een kalkoen- sr-he haan maar zou verlangen. Ik vroeg aan iemand, die naast mij stond, waarom er toch allerlei oud hout v.ior de brug gebruikt was, waarop hij antwoordde, dat anders de brug meer dan vie duizend gulden gekost zou hebben. Daarom hadden ze al het oude hout, dat hier en daar nog lag van oude afbraak, verzameld en in beestenwagens getransporteerd naar Haarlem. Terwijl ik daar zoo stond, kwamen Burgemeester en Wethouders aan en bekeken de brug een poosje onder pleohtig stilzwijgen. Toen verschoof] de heer de Breuk zqn lorgnet en weliswaar niet meer in den bloei zijner jaren, Elise schat hem op 40 jaar maar hij heeft een mooie ge stalte, innemende manieren en weet zich zeer goed uit te drukken. Nu, je zult immers zien het is elf uur, hg moet spoedig komen." In het volgend oogenblik kwam Elise binnen. Haar moeder snelde op haar toe, versohikte iets aan haar toilet en stak haar een kunstroos, uit een bloemvaas genomen, in het haar. „Heeft de jonge man, dien wq van daag verwachten, je te verstaan ge geven, dat je hem niet onversohillig bent, lieve Elise?" vroeg haarvader haar, wien de ophelderingen zqcer vrouw niet geheel voldaan schenen te hebben. „Aob, papa, hq was altqd zoo aardig voor mij, hq kuste mq vaak de hand, giBter zelfs de riemen aan mqn schaatsen, die hq tot aan ons huis droeg." „Zoo, zoo, zoo I HmNu ja, eu beviel hq u?" vroeg de vader. „Mqn God, papa, mqn ideaal is hq niet geheel en al, maar op vier-en- twintig jarigen leeftqd mag men niet zoo kiosohkeurig meer wezen, zegtu altqd." „Zeker, zeker, raqn kind," gaf hq toestemuieud ten antwoord, terwijl mevrouw Wagenaar er bijvoegde „Een mooie man is hq, Melohior. Hq heeft ook mij gi3ter, toen hq af- soheid nam, de band gekust. Denke lijk een buitenlander; van een die hier is opgevoed, is me dat nog nooit overkomen." Een ruk aan de schel maakte een einde aan het gesprek. De heer Wa genaar stelde zioh in postuur aan zijn schrijftafel, Elize nam uit een werkmandje een handwerk ter hand, mevrouw Wagenaar snelde naar de gang om den gast te ontvangen. Hq was het, de verwachte meneer Eduard Brons. Nadat mevrouw Wagenaar hem aan haar echtgenoot had voorgesteld, ontspon er zioh een dier alledaagsohe, gesprekken, die den lezer niet veel belang inboezemen. Van den strengen winter kwam men op de aangenaam heden van een warm huis en het kostte maar éen stap om thans een loflied aan te heffen op een goed in gerichte huishouding, waarover een degelijke vrouw het beheer voert. „Ik heb alle hoop, dat mqn dooh ter daarin volkomen baar moeder zal evenaren," besloot de heer Wagenasr zqn verklaringen met een dankbaren blik op zqn echtgenoote, „die als een model van een goede, verstandige huisvrouw bekend staat." Mevrouw Wagenaar hield haar man de hand voor den mond, natuurlijk eerst toen hq uitgesproken had. „Werkelijk, Melohior, je doet mij blozen, hoe kan je, in mijn tegen woordigheid, zoo van mij spreken. Maar als het u belieft, meneer Brons, bedient u ziob." Elsie hiöld hem een blad met sand wiches voor, de heer Wagenaar kwam aanloopen met de sigaren en den cog nac, en de gast liet zich ook niet lang bidden, maar hield een geduchte op ruiming onder het gebak. „U hebt daar een voortreffslijken cognac," zeide hij, toen er een pauze ontstond en klapte met de tong. De heer Wagenaar glimlachte, blijk baar zeer voldaan over de lofspraak van den gast. „U schijnt een kenner te wezen, meneer Brons, het is een mandje cog nac, dat mqn bureau-chef mij op mqn verjaardag heeft gesohGnken. Een goed merk Toen den gast de sigaren werden aangeboden, vonden de dames het tijd zich terug te trekken. „Verontschuldigt u ons een kwar tiertje," zeide de huisvrouw, terwijl zq haar man wenkte, dat zij hem het veld vrq liet voor zqn diplomatieke werkzaamheid. Eerst ontsiond er een „'t komt mq voor, dat hier een mieverstand bestaat ten aanzien van de keuze van de bsnoodigde mate rialen." Een nijdig oud heertje die het hoorde, brouwde: ,'t is tenminste maar gelukkig, dat onze scholen niet zoo miserabel gebouwd worden." De - jer Huócnbcitz vond deklau terpM-fij nogal machtig, maar de heer de Kanter zei: 'tMocht wat. Danken ze waren de burgers van Haar lem) dat ze voor tweeduizend gulden een tandradbaan krqgen? Ze motten maar klimmen, dat is gezond. Toen ik nog op zee wa3, liet ik ze nog we! anders k^uteren." Ik keek eo^is rond of er n:g geen andere autoriteiten aanwezig waren en zietdaar kwam de gemeente- architect aanwandelen, vergezeld van den hoofdopzichter. „Wat dunkt U van de brug. meneer Leijh?" vroeg de burgemeester „Burgemeester.' antwoordde de arohitect, „'tkanvrie zen, 't kan dooien, 't Kan regenen, 't kan vraaieu. Als 't vriest is de brug te koud, als 't dooit te glad, als 't regent te nat en als 't waait, dan waail hij Dog ee. s weg. Overigens is het een prachlbrug. Maar ik zou toch willen voorsteden tc bepalen, welk maximum gewicht er op mag wor den toegelaten „Maar 't is geen brug voor wagens en karren," zei do wethouder van publieke werken. „Dat is zoo," zei de architect, ..inaur met het oog op de iaat ons zeggen luontige constructie, zou het tooh Dutttg kunnen zijn. te bepalen, dat niemand boven een zeker gewicht op de biug wordt toegelaten. Men- sohen die meer wegen dan honderd en vijftig pond, zou ik beslist op deze i brug niet toelaten." „Maar dan kan ik er niet over," zei de heer de Breuk droevig, „en ik pqnlqke stilte, die eenige minuten duurde. Eindelqk nam de heer Brons bet woord. „U hebt u werkelqk heel netjes ingerioht, meneer Wagenaar, maar zooals ik van mejuffrouw uw doch ter vernam, hebt u vergeten uw meu bilair te verzekeren." De heer Wagenaar gaf toe, dat hg sinds jaren niet had gedaobt aan zqn brandverzekering. „Twintig jaren lang waren wq ver zekerd," zeide hij tegen den gast, „zon der dat er ook maar een enkele uiaal brand bij ons is ontstaan, en nu heb ik sinds vier jaar het geld voor de verzekeringspremie bespaard." De heer Brons bracht hem het ver keerde van zijn handelwijze onder het oog, het onvoorzichtige. „U bent het aan u en uwe familie verplicht, meneer Wagenaar, het ver zuimde terstond in te halen, en u kunt het beschouwen als een geluk kige beschikking der Voorzienigheid, dat u in mij een inspecteur der Phoe nix voor u ziet, die u verzoekt u de som op te geven, waarvoor u zich wilt verzekeren, in een paar dagen kan ik u dan uw polis zenden." De heer Wagenaar, die in den laat- sten tijd reeds dikwijls klachten en berispingen had moeten hooren van zqn vrouw over de gevolgen zijner onvoorzichtigheid, dacht nu twee vl;e- gen in éen klap te vangen, als hij de aanbieding van den inspecteur aan nam. Hg kon zich dan toegeefeliik betoonen voor zqn vrouw en tegelijk tegemoetkomend voor zijn aanstaan den schoonzoon, en zoo onderteekende hij zonder bedenken een Boort van ge drukt inachrijvingsbiljet, dat de heer Brons voor hem neerlegde. Toen deze zaak was afgedaan, werd er nogmaals een glaasje cognac ge dronken eu verkreeg de heer Wage naar moed en schikte dichter naar zijn gast toe. „Mijn vrouw en mijn dochter heb ben mij heel voel goeds van u ver teld, meneer daarop boog de heer Brons zeer beleefd „wij zullen denkelijk wel goede vrienden worden," hier volgde opnieuw een buiging, „voorloopig ben ik zoo vrij u in naam van mijn gezin uit te noodigen op een partijtje, dat elk jaar onze amb ten aars-vereeniging omstreeks dezen tijd pleegt te geven." „Ik zal zeer zeker gebruik maken van uw vriendelijkheid," antwoordde de heer Brons. Intuaechen waren zijn vrouw en dochter onhoorbaar binnengekomen. De heer Wagenaar stond op en nam uit zqn portefeuille een toegangskaart, welke hij aan den gast overhandigde, die haar eerst bekeek en toen met een hoffelijk lachje zeide „Maar dat is immers een heeren kaar t „Jawel, meneer Brons, zjj is voor u bestemd. Wij zullen gaarne voor u een plaats aan ons tafeltje open houden." „Zeer verplicht, meneer, zeer ver plicht!" hernam de inspecteur, „maar zou u ook nog niet een dameskaart voor mij hebben?" „Voor mevrouw uw mama, of voor mejuffrouw uw zuster?" vroeg me- vroum Wagenaar. „Noch voor de eene, noch voor de andere", antwoordde d9 heer Brons. „Mqn cutlers zijn reeds lang gestor ven en ik was hun eenig kind." Nieuwsgierig keken nu drie paar oogen naar Brons, die toen heel on- scLuldig vervolgde: „Met drie dagen komt nl. mijn vrouw van een lang verblijf bij haar verwanten in Arnhem terugdie zou ik gaarne meenemen op het partijtje, als u het toestaat." De gezichten der familie Wagenaar nu te kunnen weergeven, zou een leest zijn geweest voor een oarriea- tuur-teekenaar. De heer Wagenaar drukte zqn woede uit, door dadelijk den cognac en de sigaren weg te zet zei: «ja, burgemeester, 't valt me had nogal zoo gehoopt, dat ik nu irtnh maLrnfiel" Damheer JiLaLler zei:^po« taan niet meer voor de hekken zou behoeven te wachten." „Ik ook niet," zei de heer Leijh, „als ik naar 't Mausoleum moet." „Dat is allemaal goed en wel," bromde de heer de Kan ter, „maar je kunt, tooh niet met 't bloote oog zien hoe zwaar de mensohen zijn „Er zal aan weerskanten van de brug een bascule moeten worden gezet." antwoordde de architect, „be diend door een gemeente ambtenaar. Voorts zal de toegang .tot de brug moeten worden ontzegd aan mensohen die waterlaarzen of schoenen met spijkers aan hebben, want die trappen er door heen." „Maar hoe kunnen die gemeente wegers beletten, dat de mensohen die boven de wicht zqn, toch de brug overgaan Op dit oogenblik weerklonk een luid hoorngeschal en midden door de menschenmenigte kwam op aller- kunstigste wijze de Commissaris van politie aangereden op een fiets, ge volgd door de inspecteurs, de adjunct- inspecteurs en de rechercheurs; allen op wielen.'r Was een praehtig schouw spel. De Commissaris sprong in een oogwenk van zqn wiel af en maakte front. Zijn gevolg deed desgelijks. „Burgemeester," zei de Commis saris, ..de toegang tot de brug zal aan mensohen die er niet over mogen, met geweld moeien worden belei. We hebben nu al recherche voor mis drijven, voor drankwet overtreding eu voor baldadigheid ik stel U voor, ook een brug-reohercb,e aan te willen stellen." Een goedkeurend gemompel ging door den kring. „Dat is evenwel nog niet alles"' ging de Commissaris voort. „Daar zelfs de recherohe niet in staat zal zijn, den stroom van mensohen op Zon en feestdagen behoorlqk na te wegen, zou ik in overweging willen geven, de brug op Zon en feestdagen ten, en mevrouw Wagenaar wist den heer Brons, tegen wien *q plotseling een groote antipathie had opgevat, heel gauw de deur uit te krqgen met de ijskoude opmerking, dat hij zich voor een dameskaart had te wenden aan het bestuur der Vereeniging, die ech ter zeer streng toezag op de toelating der gasten. Nu eerst scheen de heer Brons te begrijpen, wat de familie Wagenaar in hem zag: een toekomstigen schoon zoon. Hij ging haastig heen en liet de beide dames over aan de itraf- predikatie van den heer Wagenaar, die den tekst daarvoor reeds gereed had. BINNENLAND. Atjeh. De correspondent van de N. R. Ct. te Batavia seinde onder dagteekening van Vrijdag. Men meldt, dat onderhandelingen, met Toekoe Baid gevoerd, mislukt zijn. Een tocht naar zijn gebied wordt nu verwaoht. Bij het departement van koloniën is van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, ontvangen het volgende, van Vrqdag dagteekenende telegram betreffende de~ krijgsverrichtingen in Atjeh „Eergisteren keerde een gedeelte der troepen direct teiug in de linie terwijl een ander gedeelte over T,ot- Bak-Tjoe, LamPreh, Lepong en Kroeng-Kali (alle in de 26 Moekime) terugkeerde. Tegenstand bij het nemen van een benting beoosten Kroeng-Kali. Terugmareob tusschen Siem Toengkoep, gewond een officier en 21 militairen beneden dien rang." Amersfoort heeft dezer dagen de eer genoten van bet bezoek van een heer, voor wien voorzichtigheid zij aanbevolen. Hij stapte Donderdag af in een der beste hótels, liet het daar zioh goed smaken en begaf zioh vervolgens naar een kapper, die hem volgens de regelen der kunst friseerde. Zoo opgefrisoht, kooht hq in een magazijn een passenden zomerhoed met wat Jaeger-ondergoed, van de beste kwa liteit. Een ander magazqnhouder moest hem vliegensvlug een mooi sportoo8tuum leveren. Een sigaren handelaar genoot eveneens de eer van een flinke order. Een rijwiel handelaar was minder vlug ia het leveren. Toen het eohter op betalen aan kwam, was meneer niet te spreken. De versohillende debiteuren eohter hadden in het hótel een vrq lange comparitie met onzen siDjeur, tenge volge waarvan hij heel blij was, dat een agent hem ten slotte kosteloos logieB verstrekte. Maandag vertrok hq in zqn oude plunje de leveranciers waren zoo onedelmoedig om hem alles te doen teruggeven, na nog terloops op kos ten van een restaurateur te hebben geluncht. De mooiste stukken van zijn toilet bestaan uit een jookeypet en een paar roodlederen wandelschoenen. Hij is afkomstig uit het Noorden en moet kellner geweest zqn. Rechtszaken. Verduistering. Donderdag verscheen voor deRot- terdamsobe rechtbank <.p het bankje der beschuldigden S. P. T36 jaar, en wel wegens het plegen van 13 vervalsohingen. Als hoofdbeambte van het hulpkantoor A der bank van leening had hij een kas van f 6000. Nadat hij zich f1200 wederrechte lijk had toegeëigend, vulde bij, ten te houden. Dit kan nimmer bezwaar opleveren, aangezien de uien sohen op zulke dagen toch geen haast hebben, of althans niet behooren te hebben." De burgemeester knikte goedkeu rend en wilde iets zeggen, toen eenige heeren voorbijkwamen, geheel in het zwart gekleed en met breede rouw banden om den hoed. „Wie zijn dat vroeg de heer de Kanter verwonderd. „Dat zqn de leden van 't bestuur van de verfraaiïngs vereeniging," gaf de heer Miohielse ten antwoord. ,En waarom zijn die heeren zoo in diepen rouw „Over deze brug," zei de hoofdop zichter. Nauw was men van de ontsteltenis uver dit incident een weinig bekomen, of daar kwam de voorzitter van de afd. Haarlem van het Witte Kruis aan en, zoovele autoriteiten bq elkander zieDde, waande hij zich in eene ver gadering en zei tot den burgemeester: „President, ik zal een adres aan den Raad indienen om een kiosk met verbandmiddelen bij de orug te mogen zetten." Waarvoor moet dat dienen, meneer?" vroeg de burgemeester ve;wonderd. „Om de eerste hulp te bewijzen aan voetgangers, die door de brug zakken of van de trapen vallen." „Zoo zal de ruimte wel een weinig beperkt worden," zei de architect en trok een bedenkelqk gezicht. „We hebben nu al twee woeglokalen, en aan eiken kant van de brug, twee politiebureaux en dan ook nog een kiosk voor het Witte Kruis! 't Zal wat vol worden, burgemeester. „Er blijft geen ruimte over voor wagens eu karren I" „Meneer Leyb," zei de burgemees ter, „de voetganger gaat boven alles. En nu naan we de brug eens be klimmen." einde dat tekort in ka^ te dekken, een 13tal kortebriefjes valsohelijk in, door daarin met gefingeerde namen als beleend te vermelden een aantal gouden horloges. Bq de laatste kasopneming werd een tekort van f1500 ontdekt en bleken de doosjes in plaats van horloges stukjes lood te bevatten. Het O. M. in aanmerking nemende zqn vroegeren onberispelijken le venswandel, eisohte 1 jaar gevange nisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. G. H. M. Delprat, wees er op dat de bekl. eigenlijk door den beklaagde uit de volgende zaak D. uit het rechte spoor was geleid, want voor bq in den beginne alles wilde bekennen, had deze hem daarvan teruggehou den. Ook wees hq op de gebrekkige oontrole, terwql hg er eindelqk op wees, dat bekl. de genoemde f1200 zioh niet wederreohtelqk had toege- eigend, doch hij die gelden verduis terd had. Pleiter vroeg een demente straf en vrijspraak voor het tweede ge deelte van de aanklacht. Daarna versoheen voor de reoht- bank H. A. D., 22 jaar, vroeger amb tenaar aan de Bank van Leening. Deze beschuldigde had als amb tenaar van de Bank van Leening hulpkantoor A, op verschillende data in het grootboek van dat kantoor een totaal ivan 771 [panden geboekt tot een bedrag van f 4005.75, hetwelk móest zijn een totaal van 672 panden tot een bedrag van f2454.75, alzoo het aantal en bedrag der panden grooter vermeld dan het in werke lijkheid was en wel met het oogmerk om dit alzoo valsohelqk opgemaakt grootboek voor eoht en onvervalscht te doen doorgaan. Uit het getuigenverhoor bleek hoe het mogelqk was dat, bekl. in gemeen overleg met den bekl. uit de vorige zaak de gepleegde falsifioatiën heeft kunnen doen. Het O. M. dat voor dezen bekl. niet als voor den vorige verzachtende omstandigheden kon aannemen, eisoh te 1 jaar en 6 maanden. De toegevoegde verdediger, mr. E. M. Driebeek betoogde, dat zijn cliënt niet als mededader, hoogsteüs als medepliohtige kon veroordeeld wor den. Subsidiair pleitte hq verzachtende omstandigheden. GEMENGD NIEUWS Eene goed geslaagde operatie. Dezer dagen meldde zioh in het algemeene ziekenhuis te Weeneneen slotenmaker aan, wiens ooren bijzon der wqd van het hoofd stonden en zioh van deze kwaal wilde Jaten ge nezen. De meDschen lachten hem daarom uit en eens zelfs «eide hij is mij eene goede betrekking ontgaan, op grond dat mijjae onder geschikten zich vroolijk zouden ma ken over mijne ooren. Professor Weinlecher verklaarde zich bereid en wist eerst van het rechter, en daarna van bet liukeroor zooveel uit te Bnijden. dal de man met een paar gewone ooren het zie kenhuis verliet. Voor den telegraafdienst gedurende de kroningsfeesten te Moskou hebben de Russische autoriteiten uiistekead gezorgd. Op het centrarB-telegraaf- kantoor alleen werkten 80 Morse toestellen, 26 Hugues-toestellen, vier duplex-toesteilen en vijf automatische Wbeatstone apparatoD. Het aantal der dienstdoende telegrafisten bedroeg nacht en dag 180 Gemiddeld werden uit Moskou dagelijks van 380 000 tot 420 0UO woorden getelegrafeerd. Om deze reuzentaak te vervullen, waren uit alle deelen van Rusland de tele grafisten, die de meeste ervaring had den en het best met vreemde talen Daarop beklom net. dagelijksoh be stuur de trappen, gevolgd door den Commissaris en de andere politie ambtenaren. De arohitect en de hoofd opzichter evenwel bleven beneden en zeiden tot elkaar: „ik zou je danken, dat is niet secuurNauwelijks was dan ook het gezelsohap boven op de brug gearriveerd, of, daar begon de brug te kraken, dat het zoo'n aard had. De architect riep nog tegen een over weg wachter, die vlak onder de brug stond„van onderen maar het was te laat. Met ijzingwekkend Kekraak stortte de brug in en de stationschef, toesnellende, ;hief de han den in diepe wanhoop, omhoog en schreeuwde: „daar komt de bliksem- trein 1" Een dof gerommel deed zioh hoo ren, ik sloot in doodsangst do oogen om den afsohuwelqken duod van het dagelijksoh bestuur niet te zien toen ik opeens wakker werd en mij gelukkig gevoelde; toen ik bemerkte dat deze ijselijke gebeurtenis maar een droom was geweest. Wat ik voor den naderenden blik- semtrein hield, was het wagentje van den melkboer maar geweest. Maar den doodsangst, dien ik heb uitgestaan, zal ik toch op den Raad verhalen. Binnenkort dien ik een klacht tegen dat coilege in, wegens indirecte verstoring van mqn nacht rust. Immers, wanneer de Raad ds brug niet had goedgekeurd, zou ik er niet van gedroomd bebben. Mijn advocaat raadt mij aan, duizend gul den schadevergoeding te vragen en zegt, dat er nog wel maller processen zqn gewonnen. Het eenige waar ik bang voor ben is dat mijn prooes nog wel eens aan hangig zou kunnen wezen, als het vierduizendguldensbruggetje al lang tot stof is vergaan. Eindelqk is er dan nu ook te bekend waren,naar Moskou gezonden. Vooral de Engelsohe en de Ameri- kaansohe dagbladen lieten zioh kon' lossale dépêches zenden: telegrammen van 34000 woorden kwamen dik- wqls vooreene enkele dépêche telde zelfs meer dan 10,000 woorden. Markies de Morés. De Temps ontvangt van zijn cor respondent te Tnnis de volgende bq- zonderheden betreffende de vermoor ding van den markies de Moiè3. De markieB zou van Gabes, in Tunis, naar El-biod, de laatste ver sterkte plaats van Frankrqk in Alge- rië trekken. Hq ging op weg met fi personen, 45 kameelen enkoopwarer ter waarde van fre. 40,000. Te Nef- zaoua (zuiden van Tunis) gekomen keerde bq plotseling in oostelijki riohting, omdat hq vernomen hac dat generaal Larooque een offioie! naar Bir Esaof had gezonden on hem bij zqn aankomst aldaar te ar resteeren. De expeditie was zeer gewaagd maariuitnemend georganiseerd. Zqil in bet verderf gestort door het tl groote vertrouwen dat men in Toearegs gesteld heeft. De markies trok nu voort langs d< grens van Tripoli, met een tolk ei_ twee rijke kooplieden nit Tunis. T" El-Onatia bij Sinaoen ontmoette hjï Toearegs die hem overhaalden zq| escorte en kameelen weg te zende" en hnn geleide aan te nemen. D gebeurde den 5den JunielechtB <f~ Tunesisohe kooplieden, de tolk e vqf negers bleven bq hem. De snq- vuurgeweren van het weggezondelj escorte werden onbegrqpelqkerwijzt onder de Toearegs uitgedeeld. k Ali-ben-Zmerli, een van de Tunu sisohe kooplieden, doet het volgencjj, verhaal van de vermoording Den 8sten Juni begon de expeditijB nadat de kameelen waren aangekfij men, haar tocht. De tolk Abd el-HaB ging vooraan, dan volgde Mor^r met Hadj-Ali, den koopman en tw<r bedienden, allen op kameelen, 3(jr meter daarachter het konvooi ondl geleide van de Toearegs. Nadat ei kilometer waren afgelegd, viel^ drie Tuearegs Morè3 met sabels aap Deze doodde er een door een revc(D versohot; de anderen vluohtten. 2$e wierpen zich de Toearegs eensklap op het konvooi en op het troepje vfa de Morè3. Ali-ben-Zmerli die zich Hoi het convooi bevond, werd gebondtP De kameelen werden ontladen en |B waren weggesleept. p Een verwoede Btrijd begon thaP tusschen de Toearegs en de gropb van Mores, die zich vier uren v dedigde. Intussohen werden de vangenen weggesleept, maar kondl later ontsnappen. Ali-ben ZmerL ke! de daarna ïjaar de plaate van gevecht terug en vond de lijken den markies, van den koopman van den tolk, naakt en met wondt geheel overdekt. De Morè3 lag jD den buik, met de armen lang uitp strekt langs het hoofd. nl De plaats van het nheil ligt |fl 250 kilometer afstand van den lagi sten Ffanschen post iu Tunis. Ip 16 den kwam Zmerli te Tunis aan.(er VARIA. Een fotografie met X. stralen. P verdrongen zich rondom de fetoa^ fie met X-straien genomen eu beP ken die nauwkeurig. Pj „Zqn lever," zeiden zij, „is evenbeeld van dien van zqn maar zijne longen heeft hq van moeders kant." p Bezoekster„Maar vindt u fa geen vreeselijke gedachte, dat u® dochter nu midden op den Ooe*1 is Oude dame: Wel neen, volsti niet. Zij kan zwemmen. Haarlem een feestcommissie opger D tot viering van den KoninginnedBc De eer van het initiatie! daartop hebben genomen komt aan de atpn iing Haarlem van den VoiksbondjH We zaten er dan ook, om zoo te# gen, op te waohten. In andere pijBc sen was deze dag reeds lang Bil algemeene feestdag en in H atfk leek het nog nergens naar. We krej e een parade te zien, nu ja, maar L7 zoo'n klein garnizoentje ais hierp' is dat niet eens een bijzonder mP waardig schouwspel. Enkele kantjcl gaven vrijaf, maar de jougelui^ daarop werkten, wisten Diet wajie met hun vrijen dag midden irj~ week zouden boginnen. Er was ij stad toch niets la beleven. Dat zal nu anders gaan w >rd Een groote feestcommissie is geof ni8eerd, daaruit zija negen persj gekozen, die de hoofddreden in I den houden en de overige leden den verdeeld in Bub-commisi'.ënJ elk met een onderdeel van dj f^ viering zijn belast. Het WBseena denkbeeld om de fi-estcommissiel uitgebreid te maken, ten eerste on zoodoende het werk verdeeld worden en niet alles neerkomt ofc\ schouders van enkele raenachec,' tweede, omdat daardoor iedereen men noemt kan werden „geka^ en geen gevoeligheidjes behoeveeE worden opgewekt. L Als nu ieder die wat voelt vcoiji Oranjefeest ook maar eens dienaj eenkoui8tig zijn portemonnaie []j open doen. Niet alieen het kfet kringetje van de rijken, maar oojec groo'ere kring van de gegoedei ook de grootste kring, die aLs minder gegoeden, een ieder naa|et maat van zijne krachten. Een algenj feestviering moet bet worden, l0j eerst zal hot goed zqn. FIDELigj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 6