van het personeel", staat «en drie-
armige lichtkroon, sierlijk bewerkt.
De Lustrumfeesten te Utrecht.
Aan de receptie, die, Maximiliaan
van Bohemen Donderdagmiddag gaf,
ging vooraf eene openbare Senaats
vergadering in de kleine zaal, alwaar
door Utreohtsohe jongedames ei
gesobenk zou worden aangeboden.
De oommissie bestond uit de dames
de Louter, Sandberg, Froger, Brond-
geest, Snellen, Coblqn, Merkus En
gelman, van Heeokeren van Brand
senburg, van Lutterveld en van
Ba er le.
Nadat het „IÖ vivat" staande ge
zongen was, werd het Corpslied aan
geheven en alstoen opende jhr. Van
Karnebeek, reotor van het „U. S. C."
de vergadering en gaf, na het welkom
te hebben uitgesproken, het woord
aan Mej. De Louter, die met eene
keurige toespraak, namens de Utreoht
sohe jonge dames, een antieke kast
aanbood.
De kast is geheel gebeeldhouwd,
in den stgl der 17e eeuw en bestemd
tot opneming van het arohief van het
oorps.
Eene perkamenten oorkonde ver
gezelde het geschenk.
Nadat de fanfares en het applaus
geëindigd waren, betuigde de rector
aan de dames commissie de groote
erkentelijkheid van het corps voor
het schoone geschenk, dat .eene
wondeplek heeft in de senaatskamer."
Donderdagmiddag te 2 uur ving
het concert door de Italiaansche kapel
in den tuin van Tivoli aan. Het werd
aan den Senaat aangeboden door
van gouden en zilveren werken, van de !:Pan,;a No*ta" en .et Litteris".
- - In 't eerst was de tuin aan alle
^en recht fantastischen indruk ma
ken. Een gekostumeerde gondelvaart
zou bij deze omgeving zeker passend
zijn en in de verbeelding een water
feest voor oogentooverer, zooals onze
voorouders ze plachten te vieren.
(D.)
Al8 tegenhanger van het bericht
„Boerhave overtroffen", voor eenige
dagen temeld, diene het volgende:
Dezehde wereldbekende wandelaar
en spon man, de heer L. C. Dudok
de Wit van „Slangenvecht" te Breu
kelen, maakte Zondag 21 Junijl. een
voetr;.i-je naar Noordbrabantte Zalt-
bommei in een der voornaamste ho
tels willende overnachten, werd aan
Z.Ed. het nachtverblijf geweigerd,
omdat hij geen bagage bij zich
had.
De ziekte op Hr. Ms. Friso.
Uit Nieuwediep meldt men, dat nog
veertig man van Hr. Ms. Friso, welke
Woensdag uit Indië aankwam, naar
het ho:-pitaal gezonden zijn, dus 140
in het geheel.
Ieder die onder officieren en man-
sc appen door zwelling van beenen
verschijnselen der berri-berri toonde,
moest naar het hospitaal. Zou het
niet weneohelijk zijn het sohip buiten
dienst te stellen en volkomen te ont
smetten
De fabriek van Van Kempen
Zonen.
Heden viert de Kon. Ned. fabriek
heeren J. N. van Kempen Zonen
te Voorschoten, haar 60 jarig bestaan.
Alle werkliedenzouden vandaag een
tocht naar het eiland Marken maken
en daarna in Artis een gezellig samen-
zgn hebben.
De zaak, welke thans zulk een
grooten omvang heeft bereikt, werd,
naar het L. D. herinnert, in 1835
opgericht te Utreoht, door den heer
J. M. van Kempen, die, aanvankelijk
voor een wetensohappelgke loopbaan
bestemd, zich zoo aangetrokken ge
voelde tot de kunstnijverheid, dat hg
besloot te doen wat in zgn vermogen
was, om het zilverBmidsvak in ons
land wederom in eere te brengen.
Hij riohtte daartoe eene werkplaats
in de Cbcorstrast te Utreoht in en het
eerste werkstuk van groote beteeke-
nis, dat deed zien, wat er uit die be
scheiden werkplaats komen kon, was
een G thieke bokaal, die in 1847 aan
Koning Willem II te Utreoht werd
aangebodeneen werkBtuk, waarop
do roemrgkste helden uit het huis
vi n Oranje Nassau waren afgebeeld,
en dat dus een historisohe gedachte
uitdrukte.
Toen het later bleek dat men te
Ui-recht op den duur niet kon biijven,
viel de keuze op Voorschoten, waar
een nieuwe ruime fabriek werd ge
bouwd. Verschillende prachtige werk
stukken werden daar afgeleverd, o.a.
het gelenxteeken van 1813 te's-Hage,
het standbeeld van Pietersz. Koen te
Batavia, enz.; maar vooral in gouden
en zilveren werken werd een schat
van wersstukken en feestgeschenken
vervaardigd.
De stichter der firma overleed in
1877 en liet de bloeiende zaak aan
zijne zonen na, die den arbeid huns
vaders waardig hebben voortgezet.
De fabriek heelt een eigenaardig
leerlingstelsel. Daar voor werkstuk
afzonderlijk het loon bepaald
wordt, kan de werkman een hooger
lo >n verdienen dan voorheen. Maar
nu heeft hij nog een ander voordeel.
Hem wordt een leerling toegevoegd,
die op de fabriek teekenonderwijs
ontvangt en den werkman kosteloos
hulp verleent in de eerste jaren. La
ter, bij meerdere ontwikkeling van den
leerling, wordt de overwinst op een
werkstuk tus;chen werkman en leer
ling naar verhouding verdeeld. Voor
het personeel bestaan een zieken- en
begr> fenicfondseen vereeniging tot
aankoop van levensmiddeleneen
zgden mooi bezet, doch ternauwernood
was de koning vau Bohemen de
groote ridderzaal ingetreden, of de
gansohe stoet van edelen, dames en
heeren volgde hem daarheen.
Nadat hg op den voor hem be
stemden zetel op het podium had
plaats genomen, ving de steeds wis
selende promenade voor den vorBte-
lgken troon aan. De voornaamste
gaBten des konings, de aartshertog
Ferdinand en de keurvorst van Sak
sen en hunne edelen, namen naast
den koning plaats. Alle dames ont
vingen uit de handen der pages, die
op de trappen des troons stonden,
bloemruiker;, de heeren een herinne
ringsmedaille.
Tal van autoriteiten, civiele en mi
litaire, hadden zich laten inso'nrgven.
Maximiliaan ontving tal van kran
sen van afgevaardigden. Hij was ge
kleed in witte zgde met gouden bor
duursels, de wijde broek nauw over
de knie sluitend. Een zwart fluweelen
mantel met hermelijnen rand en even
eens met gouden borduursel versierd,
maakte met dat wit costuum een
allergunstigst contrast.
De leden van het soherm- en gym
nastiek gezelsohap Olympia en de
roeivereeniging Triton boden des
avonds te 8 uur in den tuin een groot
militair concert en.bal champêtre aan.
Dit concert werd gegeven door het
stafmuziekkorps van het 2e regiment
infanterie uit 's Hertogenbosoh. onder
directie van den heer B. J. A. Rehl,
den vervaardiger van den aoademi-
sohen feestmarsch. Toen als eerste
nummer na de pauze deze ten ge-
hoore werd gebracht, werd de heer
Rehl luide toegejuicht.
In den tuin was nabg den ingang
van de zaal een tent opgeslagen,
waarin een kleine tentoonstelling werd
gehouden van eenige merkwaardig
heden alle betrekking hebbende
op de vereenigingen Olympia en
Triton.
O. a. was te beziohtigen een roei
boot, waarmede eenige overwinningen
door Triton zijn behaald, tal van pho-
tographieën, verschillende medailles,
enz. enz. De tentoonstelling trok een
druk bezoek.
Heden hebben de tweede opvoering
van het Ridderhofspel, en daarna het
volksfeest plaats.
De Vacature ontving de volgende
Bpaur- en vcorschctkas; eon wedu- merkwaardige aanvrage:
wentonds en een peneioen Ion ds. Dat „Daar ik gepasseerde maand Maart
de verhouding tusschen patroon en mijr Akte heeft behaald voor onder
werklieden uitstekend is, blijkt o. a. wijzere?, ben ik zoo vrg uw te vragen
daaruit, dat er 42 werklieden aan de of uw ook mij eiken Dinsdag de
fabriek zijn met 25 tot 50 jaren Courant Vacature gratis wil overzen-
dieust.
Donderdagmiddag
Kiezerahumor.
Onder de verschillende biljetten
voor de verkiezing van een lid der
Provinciale Staten in het Hoefdkies
district Zaltbommei, ingeleverd, waren
er twee met de volgende rijmpjes be
schreven
1. Geen mestvaalt voor gezondheid
[aan den dijk.
Ik stem op B. van Bergeik.
2. Niet Bergeik met zgn meisjes
gezicht,
Maar ik stem Lenshoek, een man
[van gewicht.
Een afschuwelijke dood.
Te Wijnandsrade in Limburg bracht
Woensdag een twaalfjarige jongen
een paar koeien naar de weide. Hij
had de onvoorzichtigheid het touw
waarmede hij éen der beesten vast
hield zich om het lijf te knoopen
het dier werd onderweg schuw en
sloeg op hol. Het sleepte den knaap
door het land mede, en toen op zijn
hulpgeschreeuw een paar arbeiders
toeschoten en het dier tot staan brach
ten, blies de knaap ernstig verminkt
den laatsten adem uit onder de he
vigste pijnen.
Een muizenplaag-
Te Rouveen vertoonen zich weder
om, als voor drie jaren, een groot
aantal muizeneen groot deel van
den oogst zoowel te Staphorst als te
Rouveen is door die dieren verwoest.
Eerst zjjn vele roggeakkere, die eem
rgken oogst beloofden, vernield daar-
na kree-' de haver een beurt. Bn waar
bier en daar een weide tusschen het
bouwland ligt, wordt ook deze niet
overgeslagen. Al het jonge, malscbe
gras wordt weggevreten, terwijl de
harde stengels onaangeroerd blijven
staan. Verschillende landbouwers
schaften zich daarom pref. F. Loeffler'
Mause-Bacillus aan en met aan
vankelijk goeden uitslag. Een
tweede middel, dat ook vele muizen
het leven kost, bestaat in het graven
van tamelijk diepe, aan de wanden
steil oploopende gaten. De muiten,
die in deze kuilen terechtkomen,
kunnen langs de wanden: niet weer
naar boven klauteren en worden des
morgens gedood. Meermalen vindt
men ze bij tientallen in een kuil.
Een derde middel is het bestrooien
van den akker met muizentarwe,
mogelijk wel aan te bevelen, doch in
alle gevallen te kostbaar om alge
meen toegepast te worden. Slechts
een paar stukken grond werden er
tot nog toe mee bestrooid.
Daar echter niet alle landbouwers
die middelen toepaseen, blijven nog
genoeg dieren over om hun verschij
ning een ware ramp te achten.
Pers Overzicht.
Atjeh.
De jongste beriohten uit Atjeh wek
ken volgeDs de Standaardbevreem
ding. Generaal Vetter is ontheien
van zijn mandaat. Een nieuw militair
en civiel gouvernement is aangesteld.
Wij zgn dus uit de eerste in de
tweede periode overgegaan. En toch
ontbreekt zoo uit Indië als van uit
het plein elke aanduiding, wat de
beteekenie zij, die wij aan dezen
overgang hebben te heohien.
Zoo oppervlakkig maakt het, meent
de Standaardden indruk, alsof we
nu uit den baitengewonen weer in
den gewonen toestand zijn terugge
keerd alsof het werk der tuchtiging
is afgeloopenen alsof we nu weer
binnen onze linie gaan zitten wachten
op de dingen die komen zullen.
Is dit zoo en gaan we weer op den
uitkijk staan als voorheen, dan vreest
het blad, dat na niet langen tijd met
de Atjehers het oude lieve leventje
weer van voren af aan zal beginnen
en dat zij straks weer in onderhandelin
gen zullen treden, die op nieuwe
teleurstelling moeten uitloopen.
„Zoo is wel de pijnlijke zweer
bloedig doorgesneden iaat het blad
er op volgen en voor het oogen-
blik gezuiverd, maar uit het kwade
„Dat men kiezen of deelen zal. omtrent de reden, die hem heeft bewo-
„Dat men toont te weten, wat men gen zgn ontslag te nemen als voorzitter
wil." van de Club van R. K. Kamerleden.
Toen verschillende bladen het onjuiste
geruoht verspreidden, dat die ontslag
neming een gevolg was van het feit,
„dat de meerderheid der vergadering
niet met het advies van den nestor der
olub wenschte mede te gaan," heb
ik,' om eenerzijds de waarheid te die
nen, maar om anderzgds zelfs den
eohgn te vermijden den heer Haffmans
iets onaangenaams te willen aandoen,
mg bepaald tot de mededeeling, „dat
de naaste aanleiding tot mr. Haff
mans' ontslagneming niet was de af
stemming van zijn iu de club uitge-
braoht advies."
Op de daarna gestelde vraag„wat
dan wel de naaste aanleiding was",
bleef ik het antwoord sohuldig, niet
omdat ik het niet kon geven, maar
omdat ik den heer Haffmans de gele
genheid niet wilde benemen, dit ant
woord zelf te formuleeren.
Tol heden echter bevatte het Ven-
loosck Weekblad dienaangaande niets,
ja zelfs vermeldde het nog met geen
enkel woord het reeds van 20 Mei
dagteekenend feit van mr. Haffmans'
aftreding als voorzitter der Club.
Missohien dat zijn drukke be
moeiingen met mgn persoon bedoelde
aangelegenheid geheel aan zgn aan-
daoht onttrokkenhet kan daarom
nuttig zgn, hem te herinneren, dat er
nog altijd lieden zgn, die gelooven
dat het ontsteken van „licht,meer licht"
over deze zaak belangrgk zou kunnen
bijdragen tot verkrijging van een juist
inzicht omtrent de wgze waarop, en de
middelen waardoor, sommige met het
vertrouwen hunner partijgenooten ver
eerde personen meenen de bereiking
van een door hen gewenscht doel te
mogen bevorderen."
De Staat ala toongever.
De N. Amsterdammer heeft gelezen
dat de minister van oorlog de bepa
lingen nopens de bezoldiging van de
burger-geëmployeerden op daggeld,
in de militaire bakkerijen werszaam
heeft aangevuld. Aangevuld in dier
voege, dat te rekenen van 1 Juni
1896 aan „vorenbedoelde" geëm
ployeerden, bg arbeid van langoren
duur dau 12 uur per dag, eene ver
goeding per uur kan worden toege
kend, berekend naar het Vu gedeelte
van het bedrag van het gewoon dag
geld.
De N. Amat. merkt nu op:
„Hier is allereerst sprake van een
werkdag van 12 uur.
Neenvan arbeid van langeren
duur dan 12 uur per dag.
En den burger-geëmployeerden, van
wien zulk een lange arbeidstijd wordt
geëisoht, wordt niet extra-vergoeding
daarvoor toegezegd, maar een ver
goeding kan hem worden toege
kend.
Men kan van den Staat eisehen,
dat [hij, ook waar hij werkgever is,
als toongever optrede.
Kwijt een minister zioh op deze
wgze van den pliohi, die in dit op-
zioht op hem rust?"
De eindstemming.
De bekende Haagsche eorrespon
dent van de Zutph. Cour. maakt o. m.
dez8 twee opmerkingendat deze
kieswet alles behalve een nationale
wet isdaar er ze fa onder de 56
voorstemmers velen zgn, die hun stem
voor niet van harle hebben uitge
bracht en dat er over de uitbreiding
van het aantai kiezers niet veel te
zeggen valt; daarover zal de praktijk
pas uitspraak kunnen doen.
De A'. Prov. Gron. Cour. zegt dat
de fouten, die aan het bestaande kies
recht kleven, door deze wet bestendigd
en vermenigvuldigd worden en vreest
dat Yan Houten, hetzij hij nog kort
of lang aanblgve, van de door hem
zelf geprovoceerde agitatie wil zal
hebben.
Dit conservatief geknutsel kan geen
stand houden. Gelukt het vooreerst
de natie aan dit Byzantgnsch peuter-
werk te gewennen, het zal, vreest het
biad, spoedig blijken, dat we er
weinig verder meê komen, omdat er
geen wezenlgk nieuw bloed door
komt in het kiezerscorps en dus de
weg tot sooiale hervormingen voor-
loopig blijft gesloten.
Grondbezit.
Onder dit opsohrift lezen wg in de
Raag8che Courant het navolgende
„Meer en meer dringt het besef
door, dat in den grondeigendom een
der groote faotoren schuilt van eco-
nomisohe hervormingen.
„Dit blijkt nu weer u t het Voor-
loopig Verslag der Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot goedkeuring
van de uitgifte in erlpaont van grond
tusschen den Staatsspoorweg en het
Scheur onder 's Gravenzande (Hoek
van Holland).
„Van verschillende zijden vond het
nl. toejuiching, dat de Staat den
eigendom van het bedoelde terrein
niet overdraagt. Zoodoende zal het
voordeel van eventueele waardever
meerdering niet verloren gaan voor
het Rgk, zeide men, blijkens het V. V."
De Katholieke Kamerclub.
Het Kamerlid mr. Harte zendt het
volgend schrijven aan De Tijd:
„Sinds ettelijke weken geniet ik de
eer, door mgn collega, het lid der
Tweede Kamer mr. Haffmans te wor
den besproken in het Venloosch Week
blad.
Blijkbaar meent de geachte achrg-
strook begint het gebied vanToek
Oemar; een rand van struikgew
arenpalmen, suikerriet en pisai
boomen sluit hier het gezicht af
vele klapperboomen en de enk
daken die men tusschen bet gro
ziet doorschemeren, doen tot een w
varend gebied besluiten. In den vod
sten rand kan men zelfs met h
bloote oog versohillende versterki
gen van den vgand zien liggen, hl
bloed zal de oude zweer telkens weer ver, dat toon en inhoud van die artike-
oploopen en nieuwe operatie zal on-
vermgdelgk zijn.
jlen zgner waardig zijn, weshalve ik
ook niet zal traohten hem tot staking
den aan onderstaand adres,
bad reeds de „ik wilde nu ook eens gaarne naar
Koloniën.
Atjeh.
Aan een brief uit Kota-Radja in
de Java Bode, gedateerd 16 Mei, dus
nog voer de Pinksteroperaties, iB het
volgende ontleend
De benting Lamdjamoe ziel er zeer
gezellig uit en is gebouwd volgens
het meestal op Atjeh gevolgd model:
een vierhoek met op de N. O. en
W. hoekpunten een oirkelbaetiou,
bewapend met een kanon van 12 cM.
A. Langs de houten borstwering, aan
de voorzijde van een flinke ijzerdraad-
en aloëversperring voorzien, loopt
het banket, de verhooging waarop de
bezetting plaats neemt, wanneer ge
vuurd moet worden.
Op de vrg groote binnenruimte
bevinden zich het soldaten-logies en
de woningen van de o'fioieren der
bezetting, op het oogenblik een kapi
tein en drie luitenantshoewel na
tuurlijk geen paleizen, zgn tooh deze
woningen werkelijk veel minder pri
mitief da»; men wel zou denken;
voorzien van voor- en aohtergalerij
en flinke slaapkamer, bieden zij alles
aan wat een ongetrouwde zich zou
wensohen heeft men een groot gezin
b'j zioh. dan wordt het eenigszins
bedenkelijker, maar een groot gezin
is ook minder op zijn plaats op een
post waar het fluit6n van de kogels
een dikwgls voorkomende muziek is.
In den N. W. hoek is het verhoogde
schilderhuis geplaatBt, een wachtpost,
ongeveer tien Meter hoog, en bezet
door een man van de vaste bezetting
en twee man met het repeteergeweer
bewapend van het 3e bataljon de op
Aijeh aanwezige repeteergeweren zgn
namelgk uitgereikt aan een peloton
van de le compagnie Europeanen
van het 3e bataljon van de met
deze geweren bewapende mansohap-
pen is in den laatsten tijd steeds een
detachement van pl. m. 25 man op
Lamdjamoe aanwezig.
Van uit dit verhoogde schilderhuis
heeft men een uitmuntend gezicht op
den ingang van de kloof van Bera-
dinop den voorgrond heeft men de
opengehakte strook vóór de linie,
hier 8-50 M. breed en begroeid met
vrij hooge alang-alang; door de he
vige regens is het hier vrij lage ter
rein op verscheidene plaatsen in eene
eawah herschapenaan de Noordzijde
strekt zioh eene vrij groote .lagune
uitiets Noordelijker van den post
„Dit nu is geen stelsel, het is geen van deze zijne werkzaamheid te bewe-
systeem, het is geen staatkunde. 'gen. Hij ga er mede voort tot hij-zelfen ongeveer 250 M. daarvan verwij-
„Zoo blgft het hinken op twee ge-; er genoeg van krijgt. derd, bevinden zioh twee heuveltjes,
dachten voortduren. Vroeg of iaat zal dat oogenblik wel waarsohijnlgk Atjehsohe graven, van
„En juist wat men in Indië zoowel aanbreken, en met het oog daarop; waar aohter de benting eenige dagen
pen een prachtig geschenk aangebo- zonden K rijgt, zou ik toch gaarne een als hier te lande vóór alle dingen (meen ik hem in overweging te mogen geleden herhaaldelijk des naohts be
den. Op een voetstuk, waarop met antwoord van uw Edls wachten." j vraagt, is dat aan
vergulde letters is aangebracht „Hulde een einde komen.
eerste plechtigheid plaats. Door het eenige betrekkingen zier.
personeel werd den heeren Van Kèm- „Wanneer ik de courant niet ge-
vraagt, is dat aan de besluiteloosheid geven, alsdan het belangstellend pu schoten werd, doch hierover later.
eene oomplete benting, daar ei
zware loopgraaf, ja, eigenlijk zou m(
wel kunnen zeggen, dat die rai
éene doorloopende linie van verste
kingen iskijkt men nauwkeurig n
een kijker, dau ontdekt men telke
aohter dien voorsten rand wed
nieuwe loopgraven, kleine bentinj
borstweringen bamboe doeri, verspe
ringen enz.; ook op de hellingen
de toppen der heuvels, die den
gang der kloof begrenzen ontde
men vijandelijke versterkingen, t<
wijl de Boekit Seboen, inhetmidd
der kloof gelegen, met eene zwa
benting bekroond is.
Het huis van Toekoe Oemar
Pakan Badak, even voor deningai
der kloof gelegen, en dat door he
door een zwaren aarden wal en bai
boedoeri-versperriag omgeven wa
is door onze artillerie in eikand
gesohoten, terwijl onze projeotieli
Belangrijke gaten in de borstwerii
geslagen hebben.
Van de kampong Lam Pisang,
waarschijnlijke residentie van Toek<
Oemar, ziet men niets, deze is ongt
veer in het midden der kloof gelegi
en halverwege de Boekit Seboen.
De heuvels aan weerszijden van
kloof zijn op het oog steil en gedee
teliik met zwaar hout begroeid, g
deeltelijk kaalvermoedelgk zijn
geheel onbewoond, althans men zi
geen enkel teeken van leven.
Uit deze korte besohrgving zultj
kunnen opmaken lezer, dat het gee
peulschilletje zal zijn, om onzen vriei
Oemar in zgne residentie te gas
opzoeken. Wel heeft de op onze poi
ten Lamdjamoe, Lamtih en Blang o
gestelde artillerie de versterkingen
den ingang der kloof en in de naastgt
legen kampong gelegen voor een groi
gedeelte vernield en wordt deze g
heele terreinstrook voortdurend dot
ons geschut erg onveilig gemaak
wel is daardoor de bevolking gi
dwongen geworden in de terrei
plooien tussohen de heuvels eer
schuilplaats te zoeken en is zg voor
bij de tegenwoordige weersgestel
heid daar aan vele misères blootgi
steld, maar toch is het naar mgr
bescheiden meening wel te voorziei
dat ze bg een oprukken van om
zijde in massa hare schuilplaatse
verlaten en hare versterkingen bi
zetten zal.
Het nemen van den eersten ran
zal onder bescherming van ons gi
schut en vooral wanneer dit in de
vroegen oohtend verrassender wgz
geschiedt, waarsohijnlgk geen of we
nig verliezen kosten, maar dan b(
gint eerst «le moeilijkheid. De aan d
kloof grenzende heuvels zullen bi
klommen, de zioh daarop bevindend
versterkingen zullen genomen mo<
ten worden en dit nu zo ider de
maohtigen steun der artillerie; vof
voor voet zal er terrein moeten gi
wonnen worden, versterking na ve
sterking zullen we moeten nemei
waarsohgnlijk ten koste van vele vei
liezen; misschien ook verlaat de vi
and, zioh op zgne beide flanken be
dreigd ziende, vrijwillig zgne stellii
gen en bepaalt hg zioh tot de hare
nekkige verdediging van zijn redui
de Boekit Seboenmissohien gee
hg ook dit vrgwillig prgs en verdwgi
hg bij ons oprukken in het gebergt
om met zooveel mogelijk geweren e
mansohappen ons behoorlijk te kun
nen tehnisbrengen.
Dit alles ligt echter nog in het on
bestemde, is nog onzeker, maar zeke
is, dat wanneer de uitslag van deze
tocht evenredig zal zgn aan de gees
drilt waarmede onze troepen tegen de
aartsverrader zullen oprukken,dat da
eene zege zal bevochten worden, di
éene van de schoonste bladzgdeu i
het roemrijke historieboek van he
Indische leger zal mogen vulien.
De Tangkoebau Prahoo.
Uit BandoeDg werd aan de Jav
Bode gesohreven, dd. 23 Mei
De Tangkoeb&n prahoe is aan he
werken. Men ziet uit de kota n
witten dan zwarten rook van de
platten rug zijner kroon als kolomme
bliek eens volledig te willen inliohten Aan het einde der opengekapte opstijgen. De krater van dezen 207
„Ha zoo, en jij hebt de voorwaarde die Leo gesteld den kogel vreest, welke aan zijn ellendig bestaan een
wa i om zich te redden, voor je zeiven aangenomen," einde zou maken. Leo, die de zorg maar liever op zijn
hoonde Eugenie al knarsetandend voort.
Waar wa3 de welluidendheid dezer zoete stem geble
ven, waarheen de engelachtige zachtheid der groote
oogen geweken?
Het hoofd van den jongen kapitein zonk op diens
borst neer.
„Leo zou het niet gekund hebben, hij ware onderge
gaan in het slijk het lot was te zwaar voor hem 1"
„Maar jij, :ij die mij trouw beloofd hebt, o, jegens mij
jieb je geen beloften te houden, niet waar?"
„Juist daarom ben ik hier. Zie ik heb geweten, dat
het een zware strijd zou geven, doch ik heb gemeend,
dat je even als ik aan het ongeluk de voorkeur zou
geven boven de schande."
„Leo's plicht ware het geweest, zijn fout weder goed
te maken, hij had moeten boeten, niet wij, die niets
misdreven hebben, dan dat wij elkander liefgehad heb
ben. En is het soms geen schande om de dochter van
den woekeraar hu als zgn vrouw zijn woning
binnen te voeren. Ik vind geen woorden, om den af
schuw te schilderen, die zich bij deze gedachte van mij
meester maakt. Egon, Egon, laat het onweer maar ko
men en inslaan, wg beiden redden ons."
„En mijn broeder zou als een vogelvrij verklaarde
het land moeten mgden, en onze moeder dan Zij zou
het laatste, wat zij bezat, opofferen om die schuld te
delgen neen, Eugenie, je kent het eergevoel der Hall-
wey's nog niet."
„Bij wien zou ik het bewonderen, bij Leo soms, die
broeder laadt Ha, ik zou van schande door den grond
kunuen zinken, moet ik jou eergevoel Boms bewon
deren, die mij, je verliefde bruid, in den steek wilt
laten, om je hof te maken aan de rijke dochter van
Kemper 1"
„Eugenie 1" riep Hallwey met opvlammende oogen,
„ik wil je woorden alleen toeschrijven aan de smart,
die je baheerscht. Je behoort thans niet zwak te zijn.
Zelfs wanneer Kemper van zijn verlangen afstand zou
willen doen, zou ik thans toch niet tot een huwelijk
met je overgaan nimmer, niet voordat de laatste
pfennig betaald is. Hst geld is eerlijk geleend en moet
ook eerlijk teruggegeven worden. Voortaan zal er stren
ge spaarzaamheid op Hallwey heerschen. Jou echter
voor de zorgen des levens te vrijwaren, dit zal mijn
voornaamste streven zijn. Wil je bij mijn moeder komen
inwonen
„Of ik wil En gij dan, Egon
„Ik Een diepe zacht ontsnapte er aan Egon's borst.
„God kan licht een verandering doen plaats vinden.
Hij is niet meedoogenloos. Wellicht, dat Hg mij spoe
dig van nit het juk redt. Hij kent toch immers de
maat, tot hoever wij, uienechen, het dragen kunnen."
E8n harde strijd teekende zich in de schoone trekken
van den graaf af. Met groote schreden liep hij de
kamer op en neer en bleef eindelijk voor de ionge hof
dame staan.
„Eugene, je geeft mij dus mijne vrijheid vroeg hij
met een onbeschrijfelijke droefheid in de stem en bgna
onhoorbaar zacht.
„De eer gaat boven alles, ja, ik geel je je vrijheid."
Eugenie was opgestaan, de oude heldengeest harer
voorvaderen scheen over haar neergedaald, om voor een
oogenblik alle zwakke en zelfzuchtige gevoelens harer
ziel te verdringen.
„Ik dank je!" zeide Egon Hallwey, kuste de kleine, blan
ke hand, die zijn verlovingsring droeg en schreed naar de
deur. „Ik wil mij naar mijne moeder spoeden, nog
weet zij niets, niet waar. Eugenie, ik zie je spoedig bij
haar 6n je blgft haar troost en haar steun ik zal
vaak thuis komen om mij te troosten ir: uw beider
aanblik en frissche hoop te putten op een betere toe
komst."
„Ja, ik Egon, Egonriep zij in waanzinnigen
angst hem omstrengelend. „En je liefde!"
Tr-nen verstikten hare stem, wild snikkend hing zij
aan zijr. hals.
„Mijn liei-ie behoort jou, zij behoort jou voor immer 1"
Smartelijk bewogen streelde bij het blonae baar van
het schoone meisje, om welks bezit honderden hem be
nijd hadden.
„Maar wat zal de dochter van den woekeraar voor je
zijn?" vroeg zij in de grootste spanning.
„Een voorwerp van 7oortdurenden afschuw voor
mijn oogen een onbeschrijfelijke foltering wijl ik
daarbij aan jou zal denken."
„Ga in vrede, Egon, ik wil je lot niet nog zwaarder
maken door verwijten en klachten. Ga en verzuim niets
ter redding van je familie-eer, ik help je dragen en kam-
pen, ik ben immers sterk in het bezit van je liefde."
HOOFDSTUK VII.
Vader en dochter.
In de geopende vensters van het grijze huis in P
die op fle plaats uitzagen, zaten een menigte musschei
en pikten de broodkruimels van de vensterbank, di
een kleine, licht bruin getinte meisje haDd heimelijk or
den hoek wierp.
De zon straalde helder door den kouden wintermon
gen en bracht een gouden weerschijn op de dikke
zwartbruine haarvlecht, die zich aebter den venstervlen|
gel heen en weer bewoog en eindelijk kwam een smal
brain gezichtje te voorschgn loeren en een paarzwartq
schitterende oogen blikten lachend over de vroolijkpie|
pende vogelenschaar heen. Verschrikt vloog deze ech
ter plotseling weg.
De slanke meisjesgestalte, die zoolang Dp den grond
gehurkt had, sprong op en keek de vluchtelingen naj
die op het dak van het achterhuis neergestreken wa.'
ren. „Schuwe, schuwe vogeltjes, die je bent het waj
een roofvogel, maar hij while jelui niets doen 1" sprafi
zg met ee.i welluidend weeke stem en strekte verlanj
gend de armen uit.
Wordt vervolgd).