Zijn Uitgaansdag.
Een avoiilaiiF op M
eiland Cuba.
Neen, hq gaat natuurlijk weer niet
mee!
Kom, flauwe rent I wees niet
benauwd. Wq zullen je niet in ver
leiding brengen 1
Ik lean mijnheer wel ergens een
glaasje bier laten drinken, dat niet
meer dan een stuiver behoeft te kos
ten.
Maar Karei van der Mey sohudde,
hoewel droefgeestig zeer beslist ont
kennen 1 het hoofd en sloeg weldra
eene zijstraat in, welke hem onttrok
aan de plagerijen zijner makkers.
Hij en zq gingen nu in een geheel
tegenovergestelde riohting. Zq op weg
naar eene buiten de stad gelegen
uitspanning, waarheen een lommer
rijke laan den wandelaar voerde op
de aangenaamste wijze. Hg naar zijn
kleine bovenkamer, op een warmen
zomeravond als dezen dubbel eng en
bedompt.
In zqne verbeelding ziet hq zijne
ambt- en lotgenooten de sohoone
wandeling doen, pratende en schert
sende, nu een--- stilstaande, om een
vriendelijk bloempje te plukken, dan
in den looppas verder op de maat
van een vroolqk lied. Hq aansohouwt
hen. zooals zq aankomen ter bestemde
plaats. Daar gaan ze onder de linden
zitten en roepen met groote luidruch
tigheid den kellner. Straks slaan er
een paar op den schommel of zij
beproeven de zware ballen hun even
wicht te doen behouden op de kegel
baan. Nog meer bier en eindelijk
vermoeid, maar toch naar lio! aam en
ziel verfrisoht, naar huis terug, om
morgen den eentonigen arbeid te
hervatten op het kantoor.
Hq kan zioh alles best voorstellen.
Meermalen heeft hij als jongen daar
buiten zioh kostelqk vermaakt. Boven
dien den geheeleu warmen dag heb
ben zq voor hunne lessenaars niet
veel anders gedaan, dan afspraken
met elkander te maken en elkaar
alle geneugten voor te spiegelen, die
ze buiten zouden smaken ver van
het gewoel der straten en de muffe
hitte van het kantoor. Was er ook
geen water, waarin ze konden baden
en roeien Hemzelf is bq de gedaohte
aan ai deze heerlijkheden het water
in den mond gekomen, overdrachte
lijk gesproken natuurlqk, want den
geheelen dag kleefde hem de tong
aan net verhemelte. Het was zoo
warm enbij zou weder niet van
de partij mogen zijn. Tegen het oogen-
blik, waarop het kantoor gesloten
wordt en ieder hunner zqns weegB
gaat, ziet hg verbazend op. 't Zal niet
de eerBte maal zijn.
Gelukkig is het nu voorbij. Hij zit
met de handen onder het hoofd op
zqu benauwd kamertje. Hq' is zeer
moe van bet kantoorwerk bij zooveel
graden hitte: zelfs de wandeling naar
huis heeft hem eer afgemat dan op
geknapt. Het is genoeglqk, half droo-
mend de verbeeldingskracht haar
gang te laten gaan. Half bewust van
zijn omgeving en zijne omstandighe
den kwellen hem de spotternijen, ja,
beleedigingen der klerken en bedien
den niet langer. Bijna was hq inge
slapen
Met een sohok wordt hq wakker,
klaar wakker. Hij gevoelt levendig
de pijn. hem straks in de ziel ver
oorzaakt. Als ze e6ns wisten
De gedaohte aan hetgeen zij niet
wisten, maar hem alleen bekend is,
schijnt Karei eensklaps te bezielen
met nieuwe werkkracht. Haastig staat
hq op en neemt uit een kleine kast
eenige papieren. Deze op de tafel
gereed leggen, inktkoker en pen daar
naast, is het werk van een oogenblik.
Alvorens te gaan zitten blqfl hq
eenige minuten staan voor een pho-
tographietie aan den muur, nagenoeg
de eenige kamerversiering. Met lief
devollen blik slaat hq de oogen daar
heen op Er parelen tranen in die
trouwe 00,.'en en zijn stem beeft een
üAAiilibjM! HALLhï.ltV
Esn Zit ;rd:gav onipraaij
CCOI.
Al sinds een paar jaar zijn de ver-,
ceni^iugSh, die het mishandelen van
dieren wenschen tegen te gaan, [er
op uit om in de provinciale wetten,,
bepalingen i.pgenoiuen te krijgen,
waarbij het lot van "do arme dieren
die voor handkarren moeten loopen,
een weinig wordt wordt verzacht.
Wie dat ziekelijke phllantropie
noemt (en zoo zijn er) heelt zich nooit
de moeite gegeven, eens goed naar
die hondenequipagöB te kijken. Van
de tien honden, die onder of voor
karren loopen, nebben er negen een
last te dragen, die var boven hunne
krachten gaat. Deze stakkers loopen
dan ook met de tong uit den beis,
Jhygend voort en zouden zeker i,et
werk opgeven, indien ze niet door,
den voerman met stok- of zweepsla
gen werden aangezet.
Maar dat zien we in de stad niei.
Daarvoor mouten we wezen op het
platteland, op de toegangswegen naar
de stad. Wie denkeu mocht dat ix
overdrijf, moet op marktdagen maar
eeus gaan kijken op den weg naar
Schalkwijk, op den Spaarndammer-
dijit en andere buitenwegen.
Vroeger is gevraagd of de Provin
ciale Staten zouden willeu bepalen
de toijze van aanspanning van den
hond en, toen dat afgewezen werd,
Ï6 aan Ged. Staten opgedragen na t-n
gaan, of er ook een minimale grootte
voor den hond als trekhond zuu kun
nen worden bepaald.
Dat zou alvast een stap tot den vrede
wezen, niet waar? Werd er een mi
nimum grootte bepaald, dan zou
den kleine honden niet meer over-
weinig, als hij half luide zegt„Ik"
zal volhouden."
Eerst nu het gloeiende hoofd en
vervolgens de brandende handen in
een kom met koud water gedompeld;
anders is hq niet bekwaam om net
jes en zonder fouten te sohrqven. En
als het werk niet goed wordt afge
leverd, dan krqgt hq spoedig zgn
afsoheid. Er zqn liefhebbers genoeg
om eenige stuivers met kopieerwerk
te verdienen, 't Valt hem van avond
bq zonder zwaar. Het is buiten aller
heerlijkst. Meer dan immer kwelden
hem de spot en onverdiende aantij
gingen, hem van middag ten deel
gevallen. Maar als hjj dreigt te be-
zwqken, dan vat hq weer moed door
naar het photographietje te zien en
te mompelen: .Vader, ik zal vol
houden."
Bq hield inderdaad vol, des mor
gens en 's middags {op het kantoor,
's avonds op zqn kamertje. Somiqda
was er ook nog laat te werken voor
den patroondan moest de naohtrust
gedeeltelijk worden opgeofferd voor
den arbeid. Het ellendigste van deze
gssohiedenis was, dat het overwerken
ten kantore meestal in voorjaar of
najaar plaats haddan kostte hem
zqn kopieëren bqnaj zooveel aan
lioht als hqzelf er mee verdiende.
Toch bleef hq volharden. Hq hield
vol, jaar en dag dezelfde kleeren te
dragen, al was bijna geen verstelling
of opknappen meer mogelijk. Hq hield
vol, niet alle dagen van de week warm
eten te gebruiken. Hg hield vol, nooit
zioh eenige uitspanning te geven. Hij
rookte niet, dronk niets dan water,
hg biljartte niet, hg las zelfs geen
oouranten. En dat alles ondanks den
spot en de beleedigmg van zqn ka
meraden ondanks, wat nog erger
scheen, hun afkeer of de onverschil
ligheid, waarmee zq ten laatste hem
bejegenden.
Sleohts zelden verhelderde een glim
lach zijn ernstig gelaat Enkele malen
echter kwam die werkelqk te voor
sohijn Zie, daar gaat hij naar zgn
kastje, waar zqn sohrijfwerk, zqn
onderkleeren en eenige huishoudelijke
zaken bewaard wordeu. Afsluiten ts
onnoodig. Een laadje is er in en
daarvan heeft hq een sleutel. Nu is het
geopend. Met angstigen blik ziet hij
rond, of iemand hem hier bespiedt.
Hq buigt zioh met glinsterend oog
over het laadje, als een gierigaard
over zqn schatten.
Wat? Liggen daarin werkelqk sohat-
ten? Is dat geld en geldswaardig pa
pier Wordt er weer iets aan den reeds
verzamelden schat toegevoegd Is
Karei van der Mey een vrek
Hij zal u geen antwoord geven. Dat
geeft hij aan niemand. Trouwens,;hq
is aan niemand rekenBohap en ver
antwoording schuldig. Nog niet al
thans. Tot zoolang moogt gij denken
van hem, wat gy wilt.
Boor, hij mompelt„Ziezoo, dat is
weer zoo veel. Zij hebben vandaag
steilig weer een sohelling verteerd, ais
het niet veel meer is. En ik ik
doe netjes wel vier schellingen in
myn potje."Er glijdt een zonnestraaltje
over zijn gelaat, nu hg de lade zorg
vuldig sluit.
Maar op zekeren dag was hq zoo
vroolqk als zelden of nooit iemand
hem had gezien. Was dat Karei van
der Mey, die met opgeriohten houfde
hm kantoor binnentrad in plaats, van
zooals gewoonlijk, stil naar zijn les
senaar te sluipen Hooren de auderen
goed Vroeg hij een halven dag vrij
aan den patroon
Waarachtig 't was om te lachen.
Heb je een erfenis gekregen,
Kareitje Van der Mey gaat straks
trouwen, begrijp jelui dan niet. Nu
moet hij zijn paleis nog in orde
maken.
Maar ook nu tchuddo Karei van
'der Mey zeer beslist, hoewel geens
zins droefgeestig, het hoofd. Het ging
hua niets aan. En hem vergezellen
konden ze ook niet. Zq hadden ge6n
vrijen dag.
Alleen gaat hg er op uitJa, hij zal
matig belast kunnen worden, zooals
nu dagelijks gebeurt. Maar neen, men
heeft een reeks van bezwaren ge
vonden. De grootte van den hond
alleen doet 'tem niet, heet het; men
moet ook iu 'l oog houden de gestel
beid van het dier, het soort, de leef
tijd ea wee: ik wat al niet meer.
Daarbij zal hef heel moeilijk
wezen otu ove- iredingen te consta-
teeren. Slotsom van deze bezwaren
het is niet geraden een minimale groot
te voor te schrijven.
Deze argumenten nu lijken uit de
erte gezien wonderwat, maar ais ze
v&u nabij bekeken worde beduiden
ze niet veel. Ze komen eigenlijk hier
op neer: de eene hond ir de anderej
niet. Nu, dat wisten we we! De eene
mensen >s ook de andere niet en toch
staan alle Nederlanders onder éen
wet. Om een oonoreet voorbeeld te
geven. Tuen indenyd de wet op de
kinderarbeid werd uitgevaardigd
waarbij bepaald wordt dat een kind'
beneden de zestien jaar sleohts zoo-
en zoolang en niet langer dan
zooiaat zou werken, had men ook
kunnen zeggen .hel hangt niet al
leen van den leeftijd af, maar ook
van üohaamsbouw, spierkracht, phy-
eieke gesteldheid, wilskracht.
„Ja," zou de wetgever dan geant
woord hebben, „maar al die verschil
lende gevallen afz nderlyk te beoor-
deolen, is onmogelijk. Ik moet wel
een wet maken, die over allen iB ge
steld."
Nog mooier is het argument, dat
overtreding zoo moeiiyk te bewijzen
is. Ik weet nog iets, dat moeiiqk te be
wijzen is-: een moord. Volgens dezelfde
redeneering zon men nu ook moeten
zeggen „moorden zijn zoo moeilijk
te bewyzen, lateo we er dus ook
maar geen straf voor bepalen."
En nu, nadat we al deze bezwa-
r mot aandacht hebben besproken
3 e schade inhalen van al zyne ont
beringen Nu zal hq een pret hebben
van belang. Hn rioht zqn sohreden
naar de poort Neen, naar het station
Neen, naarOch 1 GiB liever niet.
Gq zoudt niet komen, waar Karei
nu aangeland is: in het kantoor van
de heeren N. 8c Co. Hadden hem zqn
makkers daar gezien, ze waren zeker
omgevallen van het lachen. Niet de
drank, niet het spel, niet de natuur
is zijn hartstooht maar het kantoor.
Daarvan is hij niet af te slaan. Be
lachelijk.
En ja, zie, ook hijzelf laoht. 't Is
een eenigszins zenuwaohlig laoben,
wanneer hq aan den patroon zijn
naam bekend maakt.
„Van der Mey?" herhaalt deze.
„Tooh niet familie vau dien Van der
Mey, die
„Om u te dienen, mynheer I U be
doelt zeker van uw vroegeren boek
houder? Jawel, mijnheer, zqn zoon.
Ik ken de gesohiedenis natuurlqk,
al weet ik de heeren niet genoeg te
bedanken, dat zq de zaak hebben
stilgehouden- Anders had ik met zulk
een naam niet lioht ergens een plaats
kunnen krijgen. De naam van der
Mey ia nu niet gesohandvlekt. Voor
de wereld althans niet maar ik
heb geen rust, mijnheer, vóór de
geheele schuld is afgedaan. Als 't u
blieft I"
Zoo sprekende, telt hq de ronde
som van twaalfhonderd gulden op de
tafel uit. De heer N., of Co., wie het
wezen moge, kqkt verbluft. Ja, hq
herinnert zich nog uitstekend, hoe,
jaren geleden, de oude Van der Mey
op hnn kantoor oneerlijkheden had
gepleegd en hoe het bedrag der ont
vreemde gelden bq de ontdekking
de som van f1200 had bedragen.
Ook wist hq zioh te binnen te
brengen, dat de daarop, naar het
heette om gezondheidsredenen, ont
slagen boekhouder, na verloop van
eenige jaren was gestorven, van hart
zeer wellicht. Maar over de geheele
zaak was niet meer gesprokende
8ohade was door hen in stilte gedragen.
En nu komt de zoon de treurige
geschiedenis weer opwarmen. Onnoo
dig Dat geld het kan door hen
gemist worden.
Wij hadden 't al lang vergeten,
Van der Mey
Maar deze had het niet vergeten.
Hij had jarenlang van zijn inkomentje
v n vierhonderd gulden, buiten de
extra-verdiensten, op zij gelegd wat
hij kon missen en dikwijls zelfs wat
hij eigenlijk niet missen kon. Hij had
ontbeerd, gestreden ter wille van du
eer van zijns vaders naam, maar eok
uit innige liefde voor den vader, die
zwak wne geweest, maar voor wiens
fout de zoon geen wrok moest koes
teren.
Wij kunnen het niet aanneaien,
Van der Mey het is uw bespaard geld.
Op uw naam kleeft toch geen smet.
Neen, mijnheer, het is geld, dat
u toekomt. Zoolan - u 't niet terug
heeft ontvangen, is onze naam wei
degelijk bevlekt. Maar daarna hoop
en vertrouw ik, zal hij weer geheel
zqn gezuiverd. Och, my'nheer neem 't
als 't u blieft aan. Bederf mij deze
dag niet. Ik heb er jrret» al naar uit
gezien, als naar mijn heerlijksten
uitgaansdag.
N. en Co. zorgden, dat deze dag
de onvergeteiijkste dag zijns leven?
bleef. O. C.
Tusschen Morro Castle, nabq San
tiago, en kaap Maisi, de oos elijke
punt van Cuba, is de kustlijn door
een aantal diepe insnijdingen als het
ware ingekerfd, waardoor allerlei, mee-
rendeels slechts van uit zee. toeganke
lijko haaien en fjorden ontstaan zgn,
die slechts ten deele bekend en van
en overwogen, komt er nog een
laatste bezwaar. De zaak is namelijk
niet bq het Provinoiaai Bestuur te
recht, men moet bij den Rykswetge-
ver wezen.
Da >r hebben we, zullen de tegen
standers van dierenmishandeling zeg
gen, nu twee jaar voor gewerkt om
ten slotte te moeten hooren, dat we
niet terecht zgn. 't Doet me denken
aan iemand, die ergens aanbelt, ont
vangen wordt door den huisheer,
dezen zijn boodsohap overbrengt en
nadat hq daarover twee uren met
hem geconfereerd heelt, van den
f eer des huizes moet hooren„ja
meneer, om u de waarheid te zeggen,
u :s hier niet terecht, u zal hierover
moeten wezen I"
Ik verbeeld me, dat de bezoeker
zou antwoorden: „Maar, inet'uw
welnemen, dat had u mij tooh wel
wat eerder kunnen zeggen
Iutusschen zqn de ongelukkige
trekhonden van 't geval de dupes.
Want als de Provinoiaie Staten ook
van oordeel ®iju, dat de Rykswetge-
ver de zaak regelen moet. dan duurt
het nog wel een paar jaartjes, om
maar het minste te noemen, voordat
de zaak iu den Haag een heel klem
beetje en train raakt. Tot zoolang
moeten de honden nog maar mishan
deld worden I
Wie met den loop van de zaak
zeker buitengewoon zal zij.u inge-
Doraen, dat is de Noordhollandeciie
vereeniging van rijders met honden
„Broedertrouw," waaraan geen ster
veling dien ik er naar vroeg, ooit te
voren heeft gehoord. En daar zyü
nogal zevenhonderd handteekenmgen
op het request I Dat moet wel een
pacifieke, rustige vereeniging wezen,
zou je zoo zeggen, die zevenhonderd
leden telt en bq niemand bekeud is.
Dat zijn met recht: stillen iu den
lande.
tqd tot tijd bezocht worden. Onder
anderen bevindt zich hier Port Escon
dido of de verborgen haven met eene
opening aan den zeekant van mis*
sohien honderd voet breed. Door de
eigenaardige formatie der kust kan
een sohip de havenmonding herhaal
delijk voorbqzeilen zonder den ingang
te vinden.
Geen twaalf uur zeilens van San
tiago, in de richting van Esoondido,
bevindt zioh een grot, dikwjjls door
toeristen vermeld, die nooit onderzocht
is, om reden men aanneemt, dat geen
boot, die er zich in waagt, ooit terug
zal keeren. Een avontuur, dat ik in
mqn jonge dagen doorstond, kan het
bewqs leveren, dat er meer waarheid
dan verdiohting schnilt in die verha
len omtrent die grot. Mijne zuster
Bertina en ik, beiden door en door
vertrouwd met de regelmatige wisse
lende zee- en landbries aan deze kust,
waren daardoor in staat samen tal
van verrukkelijke zeiltoohtjes te onder
nemen gedurende de jaren, dat onze
ouders in Santiago woonden. Wij
plaohtten met den laataten ademtocht
der inkrimpende landbries de engte
uit te zeilen en zeewaarts te stevenen
en dan langs de knst te honden, tot
de zeebries zwakker werd ea nog juist
kraoht genoeg bezat om in de haven
terug te brengen.
Bertina had al eens van tijd tot tqd
voorgesteld, dat wij de grot zonder
naam eens zouden onderzoeken en
hoewel ik in het eerst het hoofd
sohudde en denkende dat hetslechls
een voorbijgaande gril van haar was,
weigerde haar voorstel in overweging
te nemen, kwam zq tooh zoo dikwijls
op het plan terug, dat ik eindelijk
toegaf.
Het werd dus vastgesteld, dat wij
een der nationale feestdagen van het
jaar 1853 zouden wyden aan een zee
tochtje naar de geheimzinnige grot.
Wy passeerden, des morgens bij goed
doorstaanden landwind, de dreigende
bastions van Fovt Morro en stuurden
langs de ksst naar het oosten en
nog vóór o'e periode van windstilte
kwam, die den overgang vormt tus-
sohen land- en zeewind, waren wij
voor de grot. De boeg van onze boot
werd rechts op de opening gerioht
en de inaBt gestrekenhoewel dit
laatste een geheel overbodige voor
zorg soheen.
Het was een verrukkelijke gewaar
wording, toen de koelte van de duistere
poort ons omgaf.
De mstroomende lucht van buiten
veroorzaakte een merkbare strooming
in het water der grot van de monding
naar den donkeren achtergrond. Ik
had de voorzorg genomen een dieven
lantaarn mee te nemen en ontstak
die nuons anker werd aan boord
genomen en de stroom dreef ons
langzaam de grot binnen. De lantaarn,
als het lioht van een looomotief, wierp
daarbg een bundel stralen recht voor
ons uit in de duisternis; als een mis
schien niet overbodige voorzorg tegen
mogelijke collisies met de deelen van
de rots boven ons. Doch er scheen
geen bezwaar voor te bestaan-; hoewel
de rote, naarmate wy verder dreven
voortdurend lager werd. Voor zoover
het lioht van onze lantaarn het toe
liet, bleef eobter het laagste punt nog
op meer dan een manshoogte boven
het water. De wijdte van de grot was
echter zeer toeg.-nomen
Wat is het hier goddelijk, ver-
rukkegk! riep Bertina voor de aoo-
veelste maal uit.
Het water om ons was donkerge
kleurd, glad en rustig. Ik had jui -t
eene. opmerking gemaakt over de
waarschijnlijk groote diepte, toen.
een liohte schok de boot deed
trillen.
We raken aan den grond, zeide
Bertina. Ik stak nmiddellijk mijn
riem zoo diep als ik kon in het water,
doch voelde niets
Hoe vreemd, zeide mgn zuster,
opeens ernstiger wordende.
Na eenige vademen verder gedreven
te zijn, ontving de boot een tweeden
De houden in Noordholiand hebben
reden om met elkander kaartjes te
wisselen p. c.
Een v:.n mijn bekenden verweet mij
onlangs, dat ik in deze rubriek z o
dikwijls de edele rij wie import behan
delde. Maar ik vraag u hoe kan dat
ander - Ik maak geen nieuws de
onderwerpen voor mijn Zaterdagavono-
p aatjes moet ik kiezen uit de du.^e-
iij i-ohd geschiedenis. Ea in die ge
schieden!? V'.n. den dag speelt de
fiets een bijzonder groote rol.
Oordeel zelf. Nu heeft Sinjeur V lo
zoo waarlijk zijn intocht ge<U-*u in
de muziekzaal van de Bocieteit „Ver
eeniging". Van aanstaanden Dmedag
af zullen luëschen de glazen wanden
daaiee en heeren de eerste schrerJen
zetten op 't gladde pad der wielrij-
kuns?. Haydn, HaudeJ, von Weber
en andere alasBieken, wier name-; in
vergulde tutters uaa de wanden zijn
gegrift, zullen neerzien op den leèrling-
wi-,lrijder, der- fin de sièciist (cyclist).
Ziedaar dan de gro.-ie Muziekzaal
geworden tot een Velodromischen
Muzentempej. Welk een combinatie!
Vulos coöpereert met Apollo!
Ziedaar de tegenhanger van het
voor jare?. besproken plan, tot op
richting van een echo1 wburg, die nuetj
een voor badhuis zou kunnen dienen.
Dai-rvan is evenwel nio.s gekomen ea
de wielrijecbuol in de groote zalj
der sooieteit „Vereeniging" begint
Dinsdag. j
Het is niet alleen eeeü school,
tot onderricht van on bedrevener:,
maar zal ook abonnementen ver- i
ieenen aan heD, die in den
herfst en in den winter, eens een
uurtje willen rijden en geen lust
hebben, zioh op vuile en glibberige
straten le wagen, met de kans boven-
sohok. Het was eon hoogst eigen
aardige gewaarwording, het deed
denken aan een snelvarend vaartuig,
dat een ondiepte van zachten
modder even raakt. Dadelyk daarop
kregen wijj een derden sohok, ditmaal
onder den aohtersteven van deakiff,
zoodat de boot vooruitsohoot, als had
iemand haar een duw gegeven of met
den voet vooruit gesohoven. Ik liet
het lioht op het watervlak achter ons
spelen, doeh zag niets; vreemd alleen
kwam het mij voor, dat ons kleine
bootje zulk een onstuimig kleizog
aohterliet.
De volgende schok en stoot v«n
aohteren was nog wat sterker dan de
vorige en no riohtte ik, daarop voor
bereid, meteen den lichtbundel van
mgn lantaarn op het water achter de
boot en zag heel duidelyk, heen en
weer schietend in de woelingen achter
de boot, de rugvin van een haai.
Ik zag er niet éen, maar twee, drie,
vier en meer ik kon ze niet zoo
gauw tellen, zoo snel schoten ze heen
en weer sn zoo plotseling verdwenen
zy op de eene plaats, om op de
andere weer te voorschijn te komen.
De vreeselyke waarheid schoot mg
met bliksemsnelheid do->r den geest.
Wij waren in een dier indèKaraïbi
sohe zee zou veelvuldig voorkomende
verborgen broedplaatsen var» deze ge
vaarlijke zeemonsters geraakt;in een
plaats die de haaien voor de kweek
plaats hunner talrijke nakomeling
schap hadden uitverkoren. Onze boot
had hen zeker verschrikt. Het was
volkomen nutteloos te beproeven de
boot te wenden en onzen terugtocht
uit de grot op die wijz8 te bewerk
stelligen. Het liohte notendopje was
in de wielingen en kolken, door de
bewegingen der kolossale zeemonsters
veroorzaakt, totaal onhandelbaar.
Blijkbaar was het de bedoeling der
haaien ons vaartuig om te doen slaan
Na de zwakke stootjes, die ons aan
vankelijk reeds verontrust haddeD,
werden de schokken gaandeweg zóo
sterk, dat het veel geleek op het stam
pen van een zeiljacht overeen ondiepte,
die nog juist niet gevaarlqk genoeg is
den gang van het vaartuig geheel te
stuiten. Onze eenige kans op redding
bestond daarin, dat wij aan de andere
zijde van de grot een uitweg voor onze
boot vonden.
Bertina waB gelukkig niet zenuw
achtig of ongerust. Zij begreep blyk-
baar niet den gebeelen omvang van
het gevaarwat met mij integendeel
wel het geval was. Ik profiteerde
dadelijk zooveel mogelijk van mgn
zusiers kalmte, De stroom dreef ons
nog steeds zaohtkens voorwaarts.
Ga languit in den boeg van de
boot liggen, zoo dicht by den voor
steven, als je maar kunt, beval ik en
zij deed onverwijld wat ik haar zeide.
Ik zette mij aohterin met de eene
hand aan het ro9r. Wij lagen op die
manier zoo goed en vast mogelijk in
het water en ofschoon de beweging dei-
haaien in het water ons het gevoel
gaf, als gingen wg door een korten
vengnigen golfslag, was het gevaar
voor omsla n ten gevolg van hunne
siagen niet zoo groot meer. Al heel
gauw echter deed zich een nieuw ge
vaar voor. Het kanaal waardoor wij
dreven, werd nauwer 6n wat erger
was, het gewelf werd lager. Ik tunrde
voor de boot uit, mg afvragende, of
ik Bertina niet met onze vreeselyke
positie zou bekend maken, toen ik
opeens een zwak lichtschijnsel ont
waarde. Als er voor ons uit een ope-
niug was, waardoor wij kondeD ont
snappen, dan was het mogelyk, dat
hei ons in een bassin zou brengen,
waar de jonge haaien geboren worden
en blijven, tot zij zioh op eigen initia
tief ia dieper water wagen.
Op6ens schuurde de boeg var: onze
boot tegen de. rots boven ons hoofd.
Ooze vy'anden vervolgdeu ons nog
steeds en gingen voort ons meer of
minder kiaoiitige stooten toe te
brengen.
De Jautaarn verduisterde juist onder
den p!ot8elingen iuvtoed van iets, wat
dien nog door een regenbui te wor
den overgoten.
Eu mocht deze of gene hes betreu
ren, dat de zaal der kunst wordt ge
bruik! voor wielrgders-oefeniogslo-
kaal, dan bedenke hg, dat in elk geval
de kunst de overhand zal behouden.
Wanneer de zaal afgehuurd wordi voor
een concert, dan is zij voor de fiets-
■yders gesloten, evenals bij de zo-
merooucerten in den tuin en in de
kermiyweek. Velos vlucht vol eerbie
digen schroom by do nadering van
Apollo.
Aetueel is ook het plan tot de
feestviering op den 31 sten Augustus,
den verjaardag van koningin Wïlhei-
mina. Daar hebben we in jaren niet
veel aau gedaan en wanneer het plan
dat'nu om.worpen i niet slaagt,, dan
zal het zeker niet zijn omdat <i- feest
commissie te klein ïb. Ben ik wel
ingelicht dan telt zy op 't moment
oiros üonderd leden, dat is evenveel
als de Tweede Kamer, be geen een
vleiende overeenkomst in... voor1
de leden der Tweede Kamer.
Maar alle gekheid op een stokje,
dat feest zal we' slagen. Waarom zou
hei niet? De liefhebberg om nu ein-
delyk dien dag eeDS tot een eoüte
feestdag te maken, is er wel en wan
neer die er maar eerst is, dan komen
de dubbeltjes vanzelf. Als ik dubbeltjes
zeg, dan bedoei ik eigenlijk rij s-
da«lders, want het plan is nogal uit
gebreid en zal h6eiwat geld kosten.
De commissie voor de finanoiën
ziet met vreugde nu reeds van
alle hoeken der stad de rijksdaal
ders en de gouden tientjes aanrollen.
Ze komen aangerold uit de parken,
uit de straten, van de gcachten, om
gezamenlyk de brandkast van den
penningmeester binnen te rollen.
volkomen op zonlioht leek, toen de
boot tegen de rots stootte en éen
seconde soheen het mq alsof de baaien
en de stroom ons dwarastrooms zou
den doen draaien en wq zoo meteen
zouden omslaan en voor ons was
het lioht, dat ons wellioht redding
beloofde.
Leg je hand tegen de rots en duw
de boot naar omlaag, riep ik Ber
tina toe.
Mijn dappere zuster zag, dat dit het
kritieke moment was. Zij stak, zon
der van houding te veranderen, beide
handen omhoog en stuurde door
omzichtigen druk de boeg langs de
plaatsjes waar net nog ruimte voor
hem was en een paar seconden later
waren wq in een open meertje te
midden der hemelhooge rotsen, maar
met den blauwen hemel boven ons.
Het scheen wel, of het bassin in de
rotsen was uitgehouwen, zoo steil
waren de wanden die het insloten.
Onze vijanden volgden ons Diet
langer. Met snelle wendingen en
vlugge slagen, waarbij wij hun af
schuwelijk muilen en witte buik her
haaldelijk te zien kregen, verdwenen
zij onder de rots, een aantal draai
kolken achterlatende in het stille
water, die echter snel weer verdwenen
Wij waren nu aan de haaien ont
snapt, doch het scheen, dat wij in
een meer zonder uitgang gevangen
waren. Ev-nwel, al heel ganw werd
ik gewaar, dat wij, door de boot achter
te laten op zeker punt tegen de rot
sen zouden kunnen opklauteren en
zoo den terugweg naar Santiago
inslaan. Op die plaats waren een
soort van treden in de rotB aange
bracht, die ook door anderen, die
waarschijnlijk niets van de onder-
aardeche verbinding met de kust
afwisten, gebruikt schenen. Wij be
reikten ook werkelijk den top van
den heuvelrug en vandaar den weg
naar Santiago, die lange bo?cbrijke
hellingen en vruchtbare dalen ons
weer huiswaarts leidde. Het was
daarbij een groot geluk voor ons, dat
de hitte dien dag niet bijzonder groot
was, zoodat wij kort na zonsonder-1
gang ons huis wisten te bereiken, j
C.
BINNENLAND
Parlementaire praatjes.
10 JULI.
Zooals wel te voorzien was had
de Eerste Kamer hoegenaamd geen
bezwaar om haren qverigen commies
griffier, den heer mr. A. Zillesen, veri
lote verleenen om het ambt van
kantonrechter plaatsvervanger in den
Haag aan te nemen. Een man van!
zqn werkkracht en ijver kan twee
dergelijke ambten gemakkelqk waar
nemen, en meer dan dat.
Behalve de wijziging en aanvulling
der hinderwet, de uitbreiding van het
personeel der rechtbanken 2e kl. en
de kieswet heeft de Kamer heden
alle aanhangige wetsontwerpen afgej
daan.
Onnoodig ze allen nog eens op le
sommende onteigening voor de ver'
betering voor de verbetering van dt
Berkel, de wijziging en aanvulling
der jachtwet, de verbetering van d<
Veoht, in Overysel, de wijziging del
militaire pensioenen bij de zeemaohj
de spoorweg Batavia—Anjer, metzy
akkem en de grensverandering vat
Leiden waren de voornaamsten.
Ai deze wetsontwerpen werden aan
genomen zonde: hoofdelykestemming
behalve de Leidsche grensregeling
waaL tegen zioh drie leden v eek laaf
den op grond van 't bezwaar tevei
geeis door den Minister van binnenhui
ache Zaicen tegenover den heer Enge
berta weerlegd, de gemeentewet nie
was nageleefd, doordien op 't gew^i
zigde plan de gemeenten niet waref
gehoord.
Overigens gaf de Minister van bi\
nenlandsche zaken eenige inlichting
over den stand van bat mond
klauwzeer, naar aanleiding van ee
De penningmeester evenwel he<
ze ook niet voor „de hou", zooals w
vroeger als jongens 'zeiden. Overei
week of wat, als al de fcoebereidseh
tot het feest betaald moeten worde
dan rollen ze zijn brandkast en zj
deur weer uit, naar allerlei levera
oiers in de gemeente, die er dus o<
weer wat aan verdienen.
Dat is voor velen al éen voorde
Een ander, d:>t niét onbeduidend
zal zqn de groote t eloop van bezo
kers van elders. Ik wil nog niet eei
voorspellen, dat menig Ameterdaij
nier zal komen overwippen, maar d
iügesüieneii van Bloemend:al, Heei
stede, Haarlemmermeer zullen steil
niet ontbreken; evenmin als de bu
gerij van Schoten, Velsen en Bevt
verwijk, waarvoor de direoteur vi
de nieuws stoomtram wel wat exti
treintjes zal laten loopen.
Wat er zoo al te doen zal wez
staat in groote omtrekken te lezen
het eerste blad van dit nummer. W
er meer van weten wil, zal nog w
dienen te waohten. Ik zou U nu v
kunnen zeggen, dat er een paar
zgn ballon captifs zullen word
opgelaten, dat er gratia muntjes v
tien zuilen worden rondgedeeld
dat den heelen dag aan eiken bezi
ker iu Hotel Funckler gratis e
diner van een rijksdaalder zal wc
den geoffreerd, maar dat zoudt
toch niet gelooven.
Alleen wou ik u dan ook ma
den indruk geven, dat het feest fli
wordt opgezet cd dat het daan
verdient te worden gesteund. Dat
dus rolien, de guldentjes, de ryl
daaldertjes, de tientjes I Met lus
menschen, met luat6l Als je er n
gauw bij bent, is 'i misschien te la
FIDE LIO.