bezigheid twee jaar en e'f maanden
•van de zeveatig. De onderdooien van
laatstgenoemd tijdverlies zyn een
studie waard. Ala we twee minuten
rekenen vooi hemd, sokken en boord
reap, kosten deze drie soorten van
kleedingstukken te zamen drie maan
den, twee weken en vier dagen. Das,
vest en jas kannen berekend worden
op een tydverbruik van zeven weken,
een ogfer, dat ook door de sohoenen
•wordt in beslag genomen.
Wassohen van gezioht en handen
zal naar alle waaraohijnlqkheid met
een tijdverlies van vier maanden en
een week gelijk staan, terwijl het
soheren, berekend op ongeveer vijf
tien minuten, bet niet geringe tijds
verloop van drie vierde van een jaar
inneemt, met aohturigen werkdag,
gesteld dat men op aohttienjarigen
leeftijd begint.
Aoderhalf jaar wordt met ontbijten
doorgebracht en twee en een kwart
tot drie jaar met dineeren. De krant
lezen kost ons tussohen de een en
zes jaar. Drie vier volle maaDden
van ons le?en worden met open en
diohtslaau van deuren gepasseerd,
een maand met poken in 't vuur. Twee
jaar brengt een gewoon mensoh in
den spoortrein door en waarschijn
lijk een jaar met wachten aan
stations.
'tUitkleeden duurt minstens negen
maanden; 'tbierdrinfcen zes, negen
of meer jaren; het stilstaan op straat
om naar „standjes" te kijken van drie
maanden tot een jaarhet aansteken
van sigaren, cigaretten of pijpjes,
mirstens een maand; handen-geven
omstreeks twaalf dagenhorloge op
winden circa een maand, trappen
loopen drie maanden. Met theaters,
cricket, fietsen, biijardspelen en dan
sen, worden ongeveer negen jaar
van ons leven verbruikt.
Tot zoover Tavenu. En nu bedenke
men nog hoeveel tijd verbeuzeld woidt
door het maken van dergelijke be
rekeningen.
Koloniën.
Atjeh.
In de IV Moekima.
Een correspondent van het Bat'
N.blad schrijft 6 Juni uit Kotaradja
over de operaties van 4 en 5 Juni het
volgende
'a Morgens te 4 uur rukten op den
4den Juni van Lam Djamoe naarSt.
Seboen uit de marechaussees, het 6e
3e en 9e bataljon met de noodige
hulpwapens. Ter hoogl9 van Lrm
Pisang gekomen stootte de voorhoede,
uit marechaussees bestaande, op een
bende van een veeitigtal AtjeherB.
Na een salvo werd dadelijk geatta
queerd, met het gevolg dat ds vijand
ijlings de vlucht nam naar Bt. Seboen,
twee dooden met Beaumontgeweren
bewapend in onze handen achterla
tende. De vijandelijke troep was in
zijn wilde vlocht bij Bt. Seboen tot
staan gekomen en begon onB van
daaruit te oeschieten, echter zonder
resultaat. Wij rukten zoo vlug moge
lijk vooruitj en toen wij den Bt. Se
boen naderden, retireerde de vijand
zoo vlug mogelijk in de richting van
Tandjoeng. Te 6 uur 'a morgens waren
alle troepen bij den uitgang vun de
kloof in de IV Moekims vereenigd.
Indien ge nu de oude kaart van
Groot-Atjeh d.d. 1878 voor u neemt,
geachte lezers, zult ge gemakkelijker
de verdere bewegingen onzer troepen
kunnen volgen.
Het 6e bataljon met 1 sectie berg-
artillerie moest den uitgang van de
kloot bezetten en nam daartoe stel
lingen in te Anaq Paja, Tamljoeng,
Bt. Lam Tjong, Bt. Seboen en bezette
tevens de hellingen van het weste
lijk gebergte.
Het 2e bataljon en de marechaus
sees met 2 sectiën bergartillerie en
1J£ sectie genietroepen, later versterkt
door 2 compagniën van het 9e batal
jon, rukte in westelijke richting door
de kampongs langs den voet van het
gebergte van Seboen tot Menasah
Baroe op.
Er werd hierbij nagenoeg geen te
genstand ondervonden en het bataljon
was 's morgens te Menasah Baroe
aangekomen. Een compagnie van het
3e ging nu noordwaarts lot kampong
Lampenera om een weg te zoeken
langs den voet van het gebergte naar
het strand. Deze compagnie keerde
echter terug, toen de commandant
order kreeg door de sawah langs een
voetpad naar Lambaroe op te rukken.
Veel oponthoud veroorzaakte een
brug, die men in een nipahbosch
moest aanleggen, doch eindelijk te 1
uur 's middags rukten de troepen op
naar Lambaroe en Lampoeoeh, waar
bij men enkele schoten ontving van
een heuvel aan den voet van het ge
bergte, zoodat een korporaal licht ge
wond werd. Te 4 uur 's middags
waren alle troepen te Lambaroe ver
eenigd en besloot de kolonel aldaar
het bivak te betrekken. De twee ach
tergebleven compagnieën van het 9 ie
ware# intusschen met een transport
vivres. gevolgd en ook tegen oen uur
01 vier te Lambaroe i augekoman.
Hoewel de tegenstand dier. dag als
nihil kan beschouwd worden en de
kampongs alle verlaten waren, hadden
de troepen toch een hoogst vermoeien-
den marsch door de sawahs moeien
maken over een lengte van een kleine
2 K. M. Vooral voor de beide sec
tiën bergartillerie en later voor de
mot vivres beladen koel'ies was de
taak zwaar geweest, want door een
eawah, waar men tot over de knieën,
op sommige plaatsen zelfs tot aan
het benedenlijl er in gaat, loopt men
niet zoo gemakkelijk als op don bou
levard des Italiens te Parijs.
De troepen waren, hoewel vermoeid,
toch opgeruimd en spoedig ging men
aan het kappen en inrichten van het
bivak, dat bij Lambaroe werd betrok
ken door het 3e en 9e hat., 1 cornp.
van het 14e, de marechaussee, 2 sec
tiën bergart. 1 peloton cav, en lVa
sectie genietroepen met de noodige
ambulance en trein. De intendance
had dien dag goed voor de vivres
zorg gedragen en de majoor Boers
was zelf medegekomen.
De manschappen kregen dien avond
dan ook warm eten en gingen met
een gevulde maag ter ruste.
Gedurende den nacht werd het bi
vak niet verontrust en gingen de
marechaussees met 1 comp. van het
3e bataljon de Blangkalakloof in.
Laten wij nu eens zien, wat er dien
dag verder gebeurd was. 's Morgens
waren 1 comp. van het 14e en 1 comp.
van het IBs bat. onder den majoor
Thomson van Bt* Seboen naar den
Gletaroempas gemarcheerd. Zy moes
ten dezen bergpas door vaan en langs
de Kroeng Daroe naar Ketapang Doe-
wa marcheeren. Deze beweging zou
van uit Ketapang Doewa door een
colonne onder den overste Bisechoff
van Heemskerk ondersteund worden,
Alles ging naar wensoh en bside co
lonnes waren dien middag te Keta
pang Doewa vereenigd, ten kosia van
een gewonde. De vijand was nl. uit
de IX Moekims opgedrongen.
Den volgenden dag (5 Juni) rukte
de noordercolonne onder overste Van
Heutsz naar Lampagger op, vond
echter alle kampongs verlaten» werd
beschoten uit het gebergte door een
troepje van 5 Atjehers, en bekwam
daardoor nog een gewonde. Intusschen
waren de marechaussees den geheelen
Blangkala-pas doorgegaan zonder een
vijand te zien en reikten zij do colonne
Van Heutsz de hand zonder eenigen
tegenstand ontmoet te hebben.
De geheele tocht was daardoor zon
der resultaat gebleven, en beide co
lonnes keerden dan ook dien dag
terug, nadat de zuidercolonne zijn
geheelen trein eerst aan boord van
twee oorlogsstoomers, die in de Kroen-
graba baai lagen, had geladen. Door
deze woeste mooie streek met zijn
prachtige gebergte en groote kampongs
ging men langzaam huiswaarts, en
's avonds om 8 uur waren de laatste
troepen te Kotaradja terug zonder
door den vijand verontrust te zijn.
Waar zit dan toch de vyand Had
hij zulk een les gehad, dat hij een
weak later nog have en goed achter
liet, uit vrees dat de gehate „orang
blanda" nog souden komen?
Dien morgen meldde zich in het
bivak het hoofd van Lampoeseh aan,
die verzocht of zijn kampong gespaard
mocht blijven. Hij kreeg ten antwoord
dat wanneer üij de geweren van zijn
kampong inleverde, zijn huizen ook
niet verbrand zouden worden. Dit
wilde hij gaarne doen of het echter
gebeurd is kan ik u niet met zeker
heid zeggen.
Daarmede was de tocht afgeloopen
en we 2ijn nu in afwachting van den
laatsten naar de XXII Moekims,
beter bekend onder den naam van
het Lamkraksche.
Groot-Atjeh. Het openkappen van
het terrein en de versterkingen voor
de vallei van Lampisang werden
onder bescherming onzsr troepen
voortgezet tot den 2den Juni. Slechts
enkele schoten vielen bij het in
stelling komen; overigens kon de
arbeid rustig worden vervolgd.
Teneinde Toekoe Nja Makam te
büSfcrtffm voor het deelnemen aan de
gevechten in de VI Moekims, waar
vier zyner volgelingen gesneuveld en
verwond waren, werd Lamnga den
3den Juni door de marine getuch
tigd.
De nederlaag van Toekoe Oemar
en het succes der troepen in Groot-
Atj'-ih heeft over het algemeen in het
gewest grooten indruk gemaakt.
Een groot gedeelte va a het uit de
Noordkust overgekomen volk, dat
aan den strijd tegen ons gezag in
Groot-Atjeh heeft deelgenomen, is
volgens berichten van den controleur
van Segli, weder huiswaarts gekeerd
en de vijandig gezinden aldaar moe
ten zeer ontmoedigd zijn door de
tuch iging van Toekoe Oemar, van
wien groote verwachtingen werden
Den 4den en öden Juni rukte een
troepenmacht uit in de VI Moekims
met het doel kwaadwilligen, die zich
aldaar mochten ophouden te verdrij
ven en vijandelijke versterkingen te
beslechten.
Het Sn euvelen van Toekoe Mar 9 oer
en Keljiq Bintang van Lam Loem-
poer, alsmede het verwonden van
Toekoe Moesa, de eerste en de laatste
broeders van Toekoe Oemar, werd
nader bev-stigd.
Onderhoorigheden Noordkust. Toe
koe Radja Pakeh Pedir beklaagde
zich weder bij het bestuur over de
door Keraangau gehandhaafde sluiting
van den weg Pedir-Tjoemboek, tegen
welks openstalling in de ond6rhoof-
den in het Kemangan'sche bezwaar
hebbenuit vreesdat Tjoem-
boek alsdan weder aanvallend zal
optreden.
De bekende Oelama Tengkoe Ba-
roen zou met eenige gewapenden naar
Groot-Atjeh zijn getrokken om zich
aan te sluiten bij de partij van ver
zet.
Oostkust. Nja Maraat Perlak hield
zich sedert zijne verwonding rustig.
Westkust. Eens bende uit de XXII
Moekims onder Toekoe Semboeh en
Toekoe Ali viel in Lambesoi, doch
werd na er Panglima Lamsioh ge
dood te hebben, door Panglima Palim
ieruggeroepen.
Datoe Djawab van Si Maloer ia
tijdens zijn verblijf te Melaboeh over
leden.
Van Pceloe Web werdengeen bijzon
derheden vernomen.
Da weersgesteldheid was droog en
warm. In Bageh (Oostkust) kwamen
eenige gevallen van waterpokken
voor, waaronder twee met aoodelijken
afloop. Overiger s was de gezondheids
toestand bevredigend.
Rechtszaken.
Tegen het vonnis, den oOsten Juni
door de arrondisaements-reohtbank
te Alkmaar gewezen in de zaak tegen
den ontslagen gemeen'e-ontvanger
en gemeente-secretaris, is noch door
dezen, nooh door den offioier van
justitie appèl aangeteekend.
Pinancieele Mededeelingen.
Volgens het «Weekblad voor Incou
rante Fondsen" van Broekman
Honders zijn in de week, eindigende
14 dezerverhandeld de volgende
fondsen
Oblig. Straatweg langs de
Zuiderzee Amersf.
Zwolle104 pCt.
Aand. Amst. Galerij Maats. 35
Neder 1. Zuid-Afrik.
Hypotheekb, serie A 55J4
Billiton Maatschap.
Ie rubr. te 'sHage. f850.
Maats, tot expl. van
het land Widodaren. 100
Oblig. Noord - Zuid - Holl.
Stoomtram Maatsoh.
HaarlemLeiden 101
Aand. Rijnl. Stoomtramw.
Maatsoh. te 'sHage. 118
Guar.-Kapit. Spaar
bank Amsterdam 75
Oblig. Vrije Gem., Amst. 76
Oblig. Santa Fé (Argent.) 50
Aand. Holl. Brand- en Le-
vensverz.-Sooieteit 142
N.-Holl. Brandverz.
Maatsohapijij 90
officieel. Letteren en Knust.
Aan de jongste rapporten omtrent; Naar uit Amsterdam wordt gemeld,
de gebeurtenissen van 31 Mei tot 6 zal de heer D. Panwels in het a. s.
Juni wordt door de Java Cthet vol-seizoen niet deel uitmaken van het,
gen de ontleend: gezelschap der Nederlandeche Opera.
Gemengd Nieuws,
Te Plymouth zijn Zaterdag 'met de
Norham Castle eenige leiders van de
Jobannesburger Hervormingspartij
aangekomen. Het zqn de heeren J.
Bay Hammond, S. B. Joel, Percy,
•Sidney Farrsr en Lionel Philips, die
allen eenigen tyd in de „tronk" te
Pretoria hebben doorgebraoht.
Een ongeluk.
In de wereldberoemde likenrfabriek
van de Benedictijnen te Féeamp
heeft een 'vreeseliik ongeluk plaats
gehad. Twee fitters waren bezig met
een spirituslamp een buis te soldeeren,
toen de lamp ontplofte en een vat
alcohol van 1400 liter inhoud in
vlammen zette. Het vat ontplofte met
geweldigen slag en het deksel vloog
in duizend stukken door het labora
torium. Een der fitters kon, ofschoon
vreeselijk gebrand, zich met behulp
van een ladder redden, maar de ander
viel in den brandenden aicohol en
werd later, toen de brand was ge-
bluscht, geheel verkoold terugge
vonden.
Prins Karl van Denemarken, do toe
komstige echtgenoot van prinses Maua
van Wales, is te Londen aangekomen
met zijn ouderen broeder, prins Chris-
tiaan. De kroonprins en prins Nicolaas
van Griekenland zijn uit Athene ver
trokken ter bqwoning der huwelijks
plechtigheid.
Pas is jCurtius overleden, en weer
betreurt Duitschland een zijner we
reldberoemde geleerdende groote
scheikundige August Kekulé is Maan
dagavond te Bonn overleden.
De nieuwe Shah van Perzië in
Teheran.
Het Kaukasische blad Kaapidat
ta Tiflis het licht ziet, deelt eenige
bysonderheden rned9 omtrent de vrij
geheimzinnige wijzewaarop Shah
Muzsfter van Perzië den intocht heeft
gedaan in de hoofdstad van zyn rijk.
De vorst was voornemens den nacht
van den 263ten Juni door te brengen
te Yachtabad, een koninklijke villa,
op ongeveer acht mijlen van de hoofd
stad. Tegen alle verwachting in arri
veerde hij daar reeds in den avond
van den 2Ö3ten, vergezeld van een tal
rijk militair escorte, en de Russische
en Engelsohe consuls-generaal.
Vroeg in den morgen van den 26en
kwam een bode te paard uit Teheran
met een verzegeld schrijven van den
vorst. De boodschapper had zooveel
gereden, dat zijn paard bijna onder
hem bezweek. Zijne Majesteit was reeds
gekleed en had blijkbaar inspanning
op de komst van den boodschapper
gewacht.
Nadat hij de geheimzinnige missive
gelezen had, reed Muzaffer-ed Din on
middellijk per rijtuig in galop naar
de hoofdstad, zonder eenig e~corte.
Intusschen had het regiment, bekend
onder den naam van de kozakken-
brigade, en onder bevel staande van
twee r.ussische officieren, n.l. kolonel
Kossagoffsky en kapitein Suckoff,
kalm en zonder veel gerucht te maken
den weg algezet van het keizerlijk pa
leis naar de Am Davanipoort der
hoofdstad.
Behalve deze belde olficieren had
niemand het flauwste vermoeden, dat.
de Shah op weg was naar zijn hoofd
stad.
Niemand was dan ook over de komst
van den vorst meer verbaasd, dan de
minister van politie.
De Shah werd aan de AmDavani-j
poort ontvangen door kolonel Koesa-j
goffsky en kapitein Suckcfi, die hem i
naar het paleis vergezelden, terwijl üe
brigade den weg afgesloten hield.
Zoodra de vorst zijn paleis bereikt-
had, benoemde hij den kolonel tot
generaal en schonk hij den russischen j
kapitein den rang van luiteuant-gene-
raal. De prinsen van het Koninklijke
Huis, de vreemde gezanten «n de mi-
nieters waren ten zeerste verbaasd,
toen het gewone aantal saluutschoten
do aanwc-z'gbeid var. den Sraii inde
hoofdstad verkondigden.
Het viel verder op, dat de vorst bg
de ontvangst der gezanten en later bij
de ontvangst der ministers geen ander
eereteeken droeg dan dat der Russi
sche orde van Sint Andries. Dit directe
compliment aan oen Czaar kreeg nog
meer beteekenis, toen bij den beiden
Russischen officieren de hoogste Per
zische riddeiorde schonk.
Aldus luidt het verhaal van de
KaapiMaar wat die geheimzinnige
reis eigenlijk beteekende, meldt het
blad niet,
Een telegram nit Key West ver
zekert, dat er een paniek onder de
Spa&nsche soldaten heersoht, wegens
het uitbreken der gele koorts.
De [sterfte moet 40 tot 60 pCt. be
dragen.
Zaterdagmiddag betraden vier ge
wapende mannen heel kalm het
bureau eener biscuitfabriek in Ran
dolph Street te Chicago, knevelden
den kassier en verdwenen daarna met
2000 dollars baar geld.
Verscheidene klerken waren in de
nabijheidvier honderd personen
waren in het gebouw aanwezig; de
politie was niet ver en toch zijn de
dieven ontsnapt.
De „Drummond Castle.
Het gereohtelijk onderzoek van den
Board of Trade naar den ramp van
de Drummond Castle is Maandag be
gonnen. Een der advooaten besohreef
de omstandigheden waaronder de ramp
had plaats gehad, maar de inlichtin
gen hoe het vaartuig op de plaats
des onheilB was verzeild geraakt
waren, zeide hij, zeer gering. De
Drummond Castle had niet, zooals meer
moderne aohepeo, een dubbelen bo
dem. Een der direoteuren van de
reederij deelde mede, dat het schip
getaxeerd was op 45,000, maar
daarvan waa feitelijk slechts 1500
verzekerd en de rest in eigen risico.
Kapitein Hawson, die vroeger op de
Drummond Cattle had gevaren, zeide
dat het schip op de plaats van het
onheil stellig buiten zijn koers was
bij twijfelde niet of de geheele bodem
w«s vanvoren weggesoheurd, zoodat
er geen tyd overbleef om in de booten
te gaan.
Het onderzoek werd daarop ver
daagd.
Ee 1 aanslag op Felix Faure
Bij een tropisohe hitte i3 gisteren
het nationale feest van den 14n Juli
te Parijs op de gebruikelijke wijze
gevierd. De Gil Bias had al gezegd,
dat men iets moest bedenken om af
wisseling te brengen in het feest, en
men heeft ook iets bijzonders te zien
gekregen een aanslag op den presi
dent der republiek.! Wel geen heu-
schen aanslag, maar hei had er toch
veel van en het maakte een geduohte
sensatie.
De gebruikelijke revue wordt, zooals
men weet, gehouden te Longohamp.
De president der republiek reed uit
in een landauer, waarin ook de miniB-
ter-president Méline en de generaals
Tournier en Boisdöffre hadden plaats
genomen. Mevrouw Faure en hare
dochter Luoie waren een half uur te
voren uitgereden.
Toen de daumoht van don presi
dent Dinsdagmiddag tegen drie uur
zich naar het terrein van de wapen
schouwing begaf, loste een man, een
veertiger naar het scheen en vrij goed
gekleed, die zich bij een boom op den
weg tusso -en den waterval en den
molen opge3teld had, twee schoten
in de richting van president Fanre
De menigte wierp zich op den dader
agenten van politi8 namen hem daarop
gevangen en brachten hem naar den
politiepost bij den waterval. De man
beweerde met losss patronen gescho
len te hebben.
De dader van den aanslag heet
Frangois. Hij is een schrijver en
woont inde Rue Ciéry. Het is dezelfde
die onlangs met papteren in de Kamer
gegooid heeft. Hij had op hetoogen-
blik van zijne gevangenneming geen
geld bij zich. Hij beweerde alleen de
aandacht te hebben willen trekken,
en met los kruit in de lucht te heb
ben geschoten. Zijne revolver bevatte
nog drie patronen. Frangois is onder
geleide naar het dépot gebracht.
De aanslag had dus niets te be-
teekenen en was het werk van een
hal ven gek, die een paar schoten met
los kruit afvuurdemaar het publiek
wist dit op dat oögenblik niet, en
met de herinnering aan den moord
van C-irnot >3 het te begrijpen, dat
j er een groote ontroering heerschte.
De heer Faure werd dan ook, toen
bij dö tribune betrad, met geestdrift
toegejuicht, als om hem geluk te
wentellen dat hij aan den moordaan-
islag ontkomen was.
Li-Hung Chang, die op het punt
van aanslagen ook kan meepraten,
woonde de revue bij.
Burgerlijke Stand.
Ondertrouwd - 15 Juli. J. Pro
voost en A. M. Moerkerken. O. M.
Biemond en M. Bronkhorst. J. Blank
water en M. v. d. Raadt. J. B. v.
Duffelen en T. Houweling.
Getrouwd: 15 Juli. J Yerheqde
en M. C. Longepee. J B. Th. Zwart
en J. v. Houten. P, de Wilde en M.
H. v. Woning.
Bevallen: 14 Juli. J. Jansse—
Pep6r d.
Overleden: 13 Juli. J Meijer
—Meyer 72 j 14. Rozenstr. J. J. Ver
steeg 2 j. z. Heerenlaan.
Vervolg Stadsnieuws.
Provinciale Staten
VAN NOORD HOLE.AND.
Vervolg en slot van de zitting van
Dinsdag lé Juli.
Aan de orde kwam verder de
wijziging in de verordening op de
trambanen. Verworpen werd een
amendement van den heer Boreel,
strekkende dat op looomotieven slechts
een lantaarn behoeft te branden.
Eenigzins gewijzigd werd de veror
dening na bespreking goedgekeurd.
Het aubBidie in de kosten van de
behandeling van een gedeelte van den
zuidelijken dijk van het Noordzee
kanaal werd toegestaan.
Bij het voorstel tot vernietiging
van het besluit van den Thamerbin-
nenpolder tot onttrekking van den
weg het Zgdveld aan het polderver-
keer, betoogde de heer Mouthaan.
dat, als de Staten niet mogen beslis
sen over de vraag of het Zgdveld
openbare weg is, of niet, zij ook
niet een besluit van den polder mogen
vernietigen.
De heer Kraakman meent, dat de
openbaarheid van den weg voldoende
vaststaatde polder erkent dit zelf
door zgn eigen besluit.
De heer Rutgers van Rozenburg
betoogde dat de ingelanden niet be
voegd zgn uit te maken, dat de Zgd
veld een openbare weg is.
De heer Vau Hamel kwam daar-
gen op en betwijfelde of het besluit
wel is in strijd met de bestaande ver
ordening. De weg is nog niet op den
ligger gebracht. Spr. opperde de
mogelijkheid dat het besluit vernie
tigd wordt met het oog op het belang
der provincie.
Na lange discussie werd het voorstel
der oommissie ten slotte aangenomen
met 42 tegen 7 stemmen.
Heden morgen ten ruim 8 ure is
een felle brand uitgebroken ten huize
van den Heer G. W. F. Coelen, boek
houder, woonachtig aan de Ged. Oude-
gracht, ontstaan op een boven-achter-
kamer, bewoond door den heer Hoff-
stedc, vermoedelijk door onvoorzich
tigheid van deze bij het aansteken
van een kaars, die daarna in aanraking
is gekomen met de vitrage-gordijnen
voor het raam, dat open stond. In
korten tijd stond het bovenhuis in
lichte laaie. De kinderen van Coelen
zijn met moeite gered. Het boven
huis is geheel uitgebrand, terwijl het
benedenhuis en de belendende per-
ceelen, bewoond door de weduwe Kiel
en de weduwe Putman Cramer, deze
laatste is uitstedig veel water
schade hebben bekomen.
De politie met haar slangenwagen
heeft het eerste water gegeven; later
geholpen door verschillende spuiten,
waa de brand ten ruim 10 ure ge-
blusebt. Alles was verzekerd. De
Heer Burgemeester, benevens de Wet
houders de Breuk en de Kanter waren
aanwezig.
Morgen (Donderdag) vóór 40 jaar
werd het standbeeld van Laurens
Janszoon Coster op de Groote
Markt te Haarlem in tegenwoordig
heid van duizenden toeschouwers
onthuld.
Uit bijdragen uit alle deelen van
Nederland was het opgericht en werd
het fraaie beeld een meesterstuk van
Roger, bij monde van Mr. L. Met-
manVoorzitter der hoofdcommissie,
ding had ontvangen, dat hij zelf komen zou om zijn
rekening met den woekeraar te vereffenen, kon zij het
thuis niet langer uithouden, haar eenige streven was
nn nog slechts om alles weder te brengen, zooals het
vroeger geweest was; „den geesel" uit het slot te ver
wijderen en Egon het huwelijk met de geliefde zijner
jeugd mogelijk te maken.
Ook Leo's toekomst kon nog een heerlijke zijn, wan
neer hij maar eens eerst hier was. Gravin Stephanie
was een vrouw, die tegen geen moeite opzag. Zij was
naar den Nuntius gereisd, om de eerste stappen tot een
echtscheiding te doen.
Graaf Egon en Eugenie von Bietinghoff waren door
prinses Adéle te dineeren gevraagd, wijl er in de afwe
zigheid van de gravin-moeder van geen geregelden mid-
dagdisch sprake kon zijn; het lag toch immers voor de
hand dat een alleenzijn der voormalige verloofden voor
deze zei ven zeer pijnlijk moest wezen.
Graat Egon was voor de kieeche opmerkzaamheden
van prinses Adèle minder gevoelig dan zijn moeder en
zgn voormalige bruid. Daarom dan ook had hij voor
heden terstond na het diner, het plan gevormd tot een
vierdaagsch uitstapje naar L., naar een bevrienden grond
bezittere
Lindis stond naaat Margaretha in den grooten corridor
en keek door het venster beiden na, terwijl zij daar
naar den gondel wandelden om het meer over testeken.
Eugenie zweefde gelgk een blauwe wolk, met bouquetten
van lelietjes der dalen getooid, de landingstrap af. Een
breede Italiaansche strooien hoed, besohaduwde haar
blondlokkig hoofd.
Graaf Egon reikte haar de hand tot instappen, zij
was echter zóo allerliefst onhandig daarbij, dat hij den
arm om haar midden slaan en haar in den gondel tillen
moest.
Zij lachte melodisch en keek hem daarbij overgelukkig
aaD, ook hij laohte, doch het was droefgeestig en half
gedwongen, niet de bekoorlijke trotsohe lachwaarmede
hij haar vroeger als zijne bruid omstrengeld had.
Graaf Egon rceide zelf; de kleine, sierlijke gondel
schoot pijlsnel over de golven en werd aan de overzijde
van het meer bij de, van verre schitterende marmeren
trap door de prinselijke bedienden opgewacht.
Lindis wendde zich zwijgend af, ook Margaretha deed
het, die tot dusver het paar met de oogen gevolgd was.
„Nu zijn zij er 1" zeide zij droogjes.
Lindis zweeg en ging later naar het park, waar zij
heden ongestoord haar gedachten den vrijen teugei kon
laten. Voor een uurtje was zij naar Cieka in de pacht
hoeve g8gaan, die wegens den hooioogst de handen vol
werk had met de belofte om spoedig terug te komen,
ging zij h6en. Langzaam wandelde zij langs den oever
van het meer, waar zij vroeger ook eens met Gutheim
had geloopen en zie daar dook ginds ook eindelijk
de watertoren op. Een onzeker vermoeden doortrilde
haar; wanneer zij daar eens in koude komep, slechts
een enkelen keer.
Hij moest ongesloten zijn; nu, zij die spelevaarden op
het meer, vermeden hem dan ook gaarne, dien huive-
ringwekkenden toren met zijn dooden. De zon neigde
ter kimme. „Het diner in het prinselijke lustkasteeltje
is reeds lang afgeloopen, en graaf Egon zal zeker al op weg
zijn naar L." overlegde Lindis schielijk. Van deze zgde be
hoefde zij alzoo geen storing van haar plan te vreezen.
In de bocht naast den kruisweg welke naar de pacht
hoeve voerde, lag een oude boot. Lindis had haar des
tijds al bemerkt en vernomen, dat zij tot Hallwey be
hoorde maar nooit werd gebruikt. Met rassche schreden
snelde zg de helling af; hare lichte gestalte zou de
verweerde boot wel dragen, en zij was nog zeer stevig,
gelijk zij zich overtuigde. Zij maakte de ketting van den
ring los, nam met beide handen den roeiriem en sprong
in de boot. Aanvankelijk danste zij wel wat schomme
lend op het water, maar bij Lindis's roeislagen en den
kalmen bijna bewegingloozen spiegel, gleed zij toch zacht»
kens het meer op.
Een kinderlijke vreugde maakte zich van Lindis
meester, dat zij thans de macht bezat om iets naar
haren wil te besturen, totdusver hadden de golven van
het noodlot met haar gespeeld, en haar rondgeworpen
gelijk een bal, dien de zwakste kinderhand werpen
kon.
Dichte jeneverstrniken omzoomden den oeverrand,
welke de ranke boot beengleed. Een dikke, afge
zaagde boomstronk stak, door het water luchtig be-
spoeld en door slingerplanten omwoekerd, boven het
meer uit, en bood een gemakkelijke gelegenheid aan
om in en uit te stappen. De takken van het dichte
wilgenboBch langs den zoom van het park hingen on-
beweegliik diep in het water en beletten iederen blik
in het park; slechts op enkele, bijzonder fraaie gezichts
punten had men het hout langs den oever wat ge
dund toen Lindis zoo even lanvs zulk een plaats voer,
had het haar toegeschenen, alBof zij een gestalte gezien
had, die glings in de schaduw van het boech voort
schreed. Zij dacht er nog aan, ol het wellicnt get*
zelfbedrog was geweest, toen er plotseling „halt" ge
roepen werd.
Met een krachtigen ruk hield de boGt stil.
Graaf Egon stond op een boomstronk en hield de
boot vast. Hij had zich zóóver voorover gebogen, dat
zijn schoon gelaat zich slechts op korten alstand van
haar bruine wangen bevond. Zijne trekken waren som
ber als altijd, wanneer hij zijne vrouw zag.
Lindis ontstelde hevig, de roeiriem ontviel hare
hand.
Hij greep hem en werkte zich in de boot, doordien
hij den roeiriem een steunpunt tegen den boomstronk
gaf. „Ge kunt niet roeien en wilt toch op het meer
Weet ge wel, dat het zeer lichtzinnig van u ia, om dit
plan uit te voeren
Er sprak geen bezorgdheid, veeleer gemelijke beris
ping uit zijne woorden.
„Bij deze windstilte is het gevaar denkelijk zoo groot
niet, en al ware dit wel het geval, dan zoudt ge zooveel
eerder verlost zijD."
Hij beet zich op de lippen.
{Wordt vervolgdj.