bezigheid twee jaar en e'f maanden •van de zeveatig. De onderdooien van laatstgenoemd tijdverlies zyn een studie waard. Ala we twee minuten rekenen vooi hemd, sokken en boord reap, kosten deze drie soorten van kleedingstukken te zamen drie maan den, twee weken en vier dagen. Das, vest en jas kannen berekend worden op een tydverbruik van zeven weken, een ogfer, dat ook door de sohoenen •wordt in beslag genomen. Wassohen van gezioht en handen zal naar alle waaraohijnlqkheid met een tijdverlies van vier maanden en een week gelijk staan, terwijl het soheren, berekend op ongeveer vijf tien minuten, bet niet geringe tijds verloop van drie vierde van een jaar inneemt, met aohturigen werkdag, gesteld dat men op aohttienjarigen leeftijd begint. Aoderhalf jaar wordt met ontbijten doorgebracht en twee en een kwart tot drie jaar met dineeren. De krant lezen kost ons tussohen de een en zes jaar. Drie vier volle maaDden van ons le?en worden met open en diohtslaau van deuren gepasseerd, een maand met poken in 't vuur. Twee jaar brengt een gewoon mensoh in den spoortrein door en waarschijn lijk een jaar met wachten aan stations. 'tUitkleeden duurt minstens negen maanden; 'tbierdrinfcen zes, negen of meer jaren; het stilstaan op straat om naar „standjes" te kijken van drie maanden tot een jaarhet aansteken van sigaren, cigaretten of pijpjes, mirstens een maand; handen-geven omstreeks twaalf dagenhorloge op winden circa een maand, trappen loopen drie maanden. Met theaters, cricket, fietsen, biijardspelen en dan sen, worden ongeveer negen jaar van ons leven verbruikt. Tot zoover Tavenu. En nu bedenke men nog hoeveel tijd verbeuzeld woidt door het maken van dergelijke be rekeningen. Koloniën. Atjeh. In de IV Moekima. Een correspondent van het Bat' N.blad schrijft 6 Juni uit Kotaradja over de operaties van 4 en 5 Juni het volgende 'a Morgens te 4 uur rukten op den 4den Juni van Lam Djamoe naarSt. Seboen uit de marechaussees, het 6e 3e en 9e bataljon met de noodige hulpwapens. Ter hoogl9 van Lrm Pisang gekomen stootte de voorhoede, uit marechaussees bestaande, op een bende van een veeitigtal AtjeherB. Na een salvo werd dadelijk geatta queerd, met het gevolg dat ds vijand ijlings de vlucht nam naar Bt. Seboen, twee dooden met Beaumontgeweren bewapend in onze handen achterla tende. De vijandelijke troep was in zijn wilde vlocht bij Bt. Seboen tot staan gekomen en begon onB van daaruit te oeschieten, echter zonder resultaat. Wij rukten zoo vlug moge lijk vooruitj en toen wij den Bt. Se boen naderden, retireerde de vijand zoo vlug mogelijk in de richting van Tandjoeng. Te 6 uur 'a morgens waren alle troepen bij den uitgang vun de kloof in de IV Moekims vereenigd. Indien ge nu de oude kaart van Groot-Atjeh d.d. 1878 voor u neemt, geachte lezers, zult ge gemakkelijker de verdere bewegingen onzer troepen kunnen volgen. Het 6e bataljon met 1 sectie berg- artillerie moest den uitgang van de kloot bezetten en nam daartoe stel lingen in te Anaq Paja, Tamljoeng, Bt. Lam Tjong, Bt. Seboen en bezette tevens de hellingen van het weste lijk gebergte. Het 2e bataljon en de marechaus sees met 2 sectiën bergartillerie en 1J£ sectie genietroepen, later versterkt door 2 compagniën van het 9e batal jon, rukte in westelijke richting door de kampongs langs den voet van het gebergte van Seboen tot Menasah Baroe op. Er werd hierbij nagenoeg geen te genstand ondervonden en het bataljon was 's morgens te Menasah Baroe aangekomen. Een compagnie van het 3e ging nu noordwaarts lot kampong Lampenera om een weg te zoeken langs den voet van het gebergte naar het strand. Deze compagnie keerde echter terug, toen de commandant order kreeg door de sawah langs een voetpad naar Lambaroe op te rukken. Veel oponthoud veroorzaakte een brug, die men in een nipahbosch moest aanleggen, doch eindelijk te 1 uur 's middags rukten de troepen op naar Lambaroe en Lampoeoeh, waar bij men enkele schoten ontving van een heuvel aan den voet van het ge bergte, zoodat een korporaal licht ge wond werd. Te 4 uur 's middags waren alle troepen te Lambaroe ver eenigd en besloot de kolonel aldaar het bivak te betrekken. De twee ach tergebleven compagnieën van het 9 ie ware# intusschen met een transport vivres. gevolgd en ook tegen oen uur 01 vier te Lambaroe i augekoman. Hoewel de tegenstand dier. dag als nihil kan beschouwd worden en de kampongs alle verlaten waren, hadden de troepen toch een hoogst vermoeien- den marsch door de sawahs moeien maken over een lengte van een kleine 2 K. M. Vooral voor de beide sec tiën bergartillerie en later voor de mot vivres beladen koel'ies was de taak zwaar geweest, want door een eawah, waar men tot over de knieën, op sommige plaatsen zelfs tot aan het benedenlijl er in gaat, loopt men niet zoo gemakkelijk als op don bou levard des Italiens te Parijs. De troepen waren, hoewel vermoeid, toch opgeruimd en spoedig ging men aan het kappen en inrichten van het bivak, dat bij Lambaroe werd betrok ken door het 3e en 9e hat., 1 cornp. van het 14e, de marechaussee, 2 sec tiën bergart. 1 peloton cav, en lVa sectie genietroepen met de noodige ambulance en trein. De intendance had dien dag goed voor de vivres zorg gedragen en de majoor Boers was zelf medegekomen. De manschappen kregen dien avond dan ook warm eten en gingen met een gevulde maag ter ruste. Gedurende den nacht werd het bi vak niet verontrust en gingen de marechaussees met 1 comp. van het 3e bataljon de Blangkalakloof in. Laten wij nu eens zien, wat er dien dag verder gebeurd was. 's Morgens waren 1 comp. van het 14e en 1 comp. van het IBs bat. onder den majoor Thomson van Bt* Seboen naar den Gletaroempas gemarcheerd. Zy moes ten dezen bergpas door vaan en langs de Kroeng Daroe naar Ketapang Doe- wa marcheeren. Deze beweging zou van uit Ketapang Doewa door een colonne onder den overste Bisechoff van Heemskerk ondersteund worden, Alles ging naar wensoh en bside co lonnes waren dien middag te Keta pang Doewa vereenigd, ten kosia van een gewonde. De vijand was nl. uit de IX Moekims opgedrongen. Den volgenden dag (5 Juni) rukte de noordercolonne onder overste Van Heutsz naar Lampagger op, vond echter alle kampongs verlaten» werd beschoten uit het gebergte door een troepje van 5 Atjehers, en bekwam daardoor nog een gewonde. Intusschen waren de marechaussees den geheelen Blangkala-pas doorgegaan zonder een vijand te zien en reikten zij do colonne Van Heutsz de hand zonder eenigen tegenstand ontmoet te hebben. De geheele tocht was daardoor zon der resultaat gebleven, en beide co lonnes keerden dan ook dien dag terug, nadat de zuidercolonne zijn geheelen trein eerst aan boord van twee oorlogsstoomers, die in de Kroen- graba baai lagen, had geladen. Door deze woeste mooie streek met zijn prachtige gebergte en groote kampongs ging men langzaam huiswaarts, en 's avonds om 8 uur waren de laatste troepen te Kotaradja terug zonder door den vijand verontrust te zijn. Waar zit dan toch de vyand Had hij zulk een les gehad, dat hij een weak later nog have en goed achter liet, uit vrees dat de gehate „orang blanda" nog souden komen? Dien morgen meldde zich in het bivak het hoofd van Lampoeseh aan, die verzocht of zijn kampong gespaard mocht blijven. Hij kreeg ten antwoord dat wanneer üij de geweren van zijn kampong inleverde, zijn huizen ook niet verbrand zouden worden. Dit wilde hij gaarne doen of het echter gebeurd is kan ik u niet met zeker heid zeggen. Daarmede was de tocht afgeloopen en we 2ijn nu in afwachting van den laatsten naar de XXII Moekims, beter bekend onder den naam van het Lamkraksche. Groot-Atjeh. Het openkappen van het terrein en de versterkingen voor de vallei van Lampisang werden onder bescherming onzsr troepen voortgezet tot den 2den Juni. Slechts enkele schoten vielen bij het in stelling komen; overigens kon de arbeid rustig worden vervolgd. Teneinde Toekoe Nja Makam te büSfcrtffm voor het deelnemen aan de gevechten in de VI Moekims, waar vier zyner volgelingen gesneuveld en verwond waren, werd Lamnga den 3den Juni door de marine getuch tigd. De nederlaag van Toekoe Oemar en het succes der troepen in Groot- Atj'-ih heeft over het algemeen in het gewest grooten indruk gemaakt. Een groot gedeelte va a het uit de Noordkust overgekomen volk, dat aan den strijd tegen ons gezag in Groot-Atjeh heeft deelgenomen, is volgens berichten van den controleur van Segli, weder huiswaarts gekeerd en de vijandig gezinden aldaar moe ten zeer ontmoedigd zijn door de tuch iging van Toekoe Oemar, van wien groote verwachtingen werden Den 4den en öden Juni rukte een troepenmacht uit in de VI Moekims met het doel kwaadwilligen, die zich aldaar mochten ophouden te verdrij ven en vijandelijke versterkingen te beslechten. Het Sn euvelen van Toekoe Mar 9 oer en Keljiq Bintang van Lam Loem- poer, alsmede het verwonden van Toekoe Moesa, de eerste en de laatste broeders van Toekoe Oemar, werd nader bev-stigd. Onderhoorigheden Noordkust. Toe koe Radja Pakeh Pedir beklaagde zich weder bij het bestuur over de door Keraangau gehandhaafde sluiting van den weg Pedir-Tjoemboek, tegen welks openstalling in de ond6rhoof- den in het Kemangan'sche bezwaar hebbenuit vreesdat Tjoem- boek alsdan weder aanvallend zal optreden. De bekende Oelama Tengkoe Ba- roen zou met eenige gewapenden naar Groot-Atjeh zijn getrokken om zich aan te sluiten bij de partij van ver zet. Oostkust. Nja Maraat Perlak hield zich sedert zijne verwonding rustig. Westkust. Eens bende uit de XXII Moekims onder Toekoe Semboeh en Toekoe Ali viel in Lambesoi, doch werd na er Panglima Lamsioh ge dood te hebben, door Panglima Palim ieruggeroepen. Datoe Djawab van Si Maloer ia tijdens zijn verblijf te Melaboeh over leden. Van Pceloe Web werdengeen bijzon derheden vernomen. Da weersgesteldheid was droog en warm. In Bageh (Oostkust) kwamen eenige gevallen van waterpokken voor, waaronder twee met aoodelijken afloop. Overiger s was de gezondheids toestand bevredigend. Rechtszaken. Tegen het vonnis, den oOsten Juni door de arrondisaements-reohtbank te Alkmaar gewezen in de zaak tegen den ontslagen gemeen'e-ontvanger en gemeente-secretaris, is noch door dezen, nooh door den offioier van justitie appèl aangeteekend. Pinancieele Mededeelingen. Volgens het «Weekblad voor Incou rante Fondsen" van Broekman Honders zijn in de week, eindigende 14 dezerverhandeld de volgende fondsen Oblig. Straatweg langs de Zuiderzee Amersf. Zwolle104 pCt. Aand. Amst. Galerij Maats. 35 Neder 1. Zuid-Afrik. Hypotheekb, serie A 55J4 Billiton Maatschap. Ie rubr. te 'sHage. f850. Maats, tot expl. van het land Widodaren. 100 Oblig. Noord - Zuid - Holl. Stoomtram Maatsoh. HaarlemLeiden 101 Aand. Rijnl. Stoomtramw. Maatsoh. te 'sHage. 118 Guar.-Kapit. Spaar bank Amsterdam 75 Oblig. Vrije Gem., Amst. 76 Oblig. Santa Fé (Argent.) 50 Aand. Holl. Brand- en Le- vensverz.-Sooieteit 142 N.-Holl. Brandverz. Maatsohapijij 90 officieel. Letteren en Knust. Aan de jongste rapporten omtrent; Naar uit Amsterdam wordt gemeld, de gebeurtenissen van 31 Mei tot 6 zal de heer D. Panwels in het a. s. Juni wordt door de Java Cthet vol-seizoen niet deel uitmaken van het, gen de ontleend: gezelschap der Nederlandeche Opera. Gemengd Nieuws, Te Plymouth zijn Zaterdag 'met de Norham Castle eenige leiders van de Jobannesburger Hervormingspartij aangekomen. Het zqn de heeren J. Bay Hammond, S. B. Joel, Percy, •Sidney Farrsr en Lionel Philips, die allen eenigen tyd in de „tronk" te Pretoria hebben doorgebraoht. Een ongeluk. In de wereldberoemde likenrfabriek van de Benedictijnen te Féeamp heeft een 'vreeseliik ongeluk plaats gehad. Twee fitters waren bezig met een spirituslamp een buis te soldeeren, toen de lamp ontplofte en een vat alcohol van 1400 liter inhoud in vlammen zette. Het vat ontplofte met geweldigen slag en het deksel vloog in duizend stukken door het labora torium. Een der fitters kon, ofschoon vreeselijk gebrand, zich met behulp van een ladder redden, maar de ander viel in den brandenden aicohol en werd later, toen de brand was ge- bluscht, geheel verkoold terugge vonden. Prins Karl van Denemarken, do toe komstige echtgenoot van prinses Maua van Wales, is te Londen aangekomen met zijn ouderen broeder, prins Chris- tiaan. De kroonprins en prins Nicolaas van Griekenland zijn uit Athene ver trokken ter bqwoning der huwelijks plechtigheid. Pas is jCurtius overleden, en weer betreurt Duitschland een zijner we reldberoemde geleerdende groote scheikundige August Kekulé is Maan dagavond te Bonn overleden. De nieuwe Shah van Perzië in Teheran. Het Kaukasische blad Kaapidat ta Tiflis het licht ziet, deelt eenige bysonderheden rned9 omtrent de vrij geheimzinnige wijzewaarop Shah Muzsfter van Perzië den intocht heeft gedaan in de hoofdstad van zyn rijk. De vorst was voornemens den nacht van den 263ten Juni door te brengen te Yachtabad, een koninklijke villa, op ongeveer acht mijlen van de hoofd stad. Tegen alle verwachting in arri veerde hij daar reeds in den avond van den 2Ö3ten, vergezeld van een tal rijk militair escorte, en de Russische en Engelsohe consuls-generaal. Vroeg in den morgen van den 26en kwam een bode te paard uit Teheran met een verzegeld schrijven van den vorst. De boodschapper had zooveel gereden, dat zijn paard bijna onder hem bezweek. Zijne Majesteit was reeds gekleed en had blijkbaar inspanning op de komst van den boodschapper gewacht. Nadat hij de geheimzinnige missive gelezen had, reed Muzaffer-ed Din on middellijk per rijtuig in galop naar de hoofdstad, zonder eenig e~corte. Intusschen had het regiment, bekend onder den naam van de kozakken- brigade, en onder bevel staande van twee r.ussische officieren, n.l. kolonel Kossagoffsky en kapitein Suckoff, kalm en zonder veel gerucht te maken den weg algezet van het keizerlijk pa leis naar de Am Davanipoort der hoofdstad. Behalve deze belde olficieren had niemand het flauwste vermoeden, dat. de Shah op weg was naar zijn hoofd stad. Niemand was dan ook over de komst van den vorst meer verbaasd, dan de minister van politie. De Shah werd aan de AmDavani-j poort ontvangen door kolonel Koesa-j goffsky en kapitein Suckcfi, die hem i naar het paleis vergezelden, terwijl üe brigade den weg afgesloten hield. Zoodra de vorst zijn paleis bereikt- had, benoemde hij den kolonel tot generaal en schonk hij den russischen j kapitein den rang van luiteuant-gene- raal. De prinsen van het Koninklijke Huis, de vreemde gezanten «n de mi- nieters waren ten zeerste verbaasd, toen het gewone aantal saluutschoten do aanwc-z'gbeid var. den Sraii inde hoofdstad verkondigden. Het viel verder op, dat de vorst bg de ontvangst der gezanten en later bij de ontvangst der ministers geen ander eereteeken droeg dan dat der Russi sche orde van Sint Andries. Dit directe compliment aan oen Czaar kreeg nog meer beteekenis, toen bij den beiden Russischen officieren de hoogste Per zische riddeiorde schonk. Aldus luidt het verhaal van de KaapiMaar wat die geheimzinnige reis eigenlijk beteekende, meldt het blad niet, Een telegram nit Key West ver zekert, dat er een paniek onder de Spa&nsche soldaten heersoht, wegens het uitbreken der gele koorts. De [sterfte moet 40 tot 60 pCt. be dragen. Zaterdagmiddag betraden vier ge wapende mannen heel kalm het bureau eener biscuitfabriek in Ran dolph Street te Chicago, knevelden den kassier en verdwenen daarna met 2000 dollars baar geld. Verscheidene klerken waren in de nabijheidvier honderd personen waren in het gebouw aanwezig; de politie was niet ver en toch zijn de dieven ontsnapt. De „Drummond Castle. Het gereohtelijk onderzoek van den Board of Trade naar den ramp van de Drummond Castle is Maandag be gonnen. Een der advooaten besohreef de omstandigheden waaronder de ramp had plaats gehad, maar de inlichtin gen hoe het vaartuig op de plaats des onheilB was verzeild geraakt waren, zeide hij, zeer gering. De Drummond Castle had niet, zooals meer moderne aohepeo, een dubbelen bo dem. Een der direoteuren van de reederij deelde mede, dat het schip getaxeerd was op 45,000, maar daarvan waa feitelijk slechts 1500 verzekerd en de rest in eigen risico. Kapitein Hawson, die vroeger op de Drummond Cattle had gevaren, zeide dat het schip op de plaats van het onheil stellig buiten zijn koers was bij twijfelde niet of de geheele bodem w«s vanvoren weggesoheurd, zoodat er geen tyd overbleef om in de booten te gaan. Het onderzoek werd daarop ver daagd. Ee 1 aanslag op Felix Faure Bij een tropisohe hitte i3 gisteren het nationale feest van den 14n Juli te Parijs op de gebruikelijke wijze gevierd. De Gil Bias had al gezegd, dat men iets moest bedenken om af wisseling te brengen in het feest, en men heeft ook iets bijzonders te zien gekregen een aanslag op den presi dent der republiek.! Wel geen heu- schen aanslag, maar hei had er toch veel van en het maakte een geduohte sensatie. De gebruikelijke revue wordt, zooals men weet, gehouden te Longohamp. De president der republiek reed uit in een landauer, waarin ook de miniB- ter-president Méline en de generaals Tournier en Boisdöffre hadden plaats genomen. Mevrouw Faure en hare dochter Luoie waren een half uur te voren uitgereden. Toen de daumoht van don presi dent Dinsdagmiddag tegen drie uur zich naar het terrein van de wapen schouwing begaf, loste een man, een veertiger naar het scheen en vrij goed gekleed, die zich bij een boom op den weg tusso -en den waterval en den molen opge3teld had, twee schoten in de richting van president Fanre De menigte wierp zich op den dader agenten van politi8 namen hem daarop gevangen en brachten hem naar den politiepost bij den waterval. De man beweerde met losss patronen gescho len te hebben. De dader van den aanslag heet Frangois. Hij is een schrijver en woont inde Rue Ciéry. Het is dezelfde die onlangs met papteren in de Kamer gegooid heeft. Hij had op hetoogen- blik van zijne gevangenneming geen geld bij zich. Hij beweerde alleen de aandacht te hebben willen trekken, en met los kruit in de lucht te heb ben geschoten. Zijne revolver bevatte nog drie patronen. Frangois is onder geleide naar het dépot gebracht. De aanslag had dus niets te be- teekenen en was het werk van een hal ven gek, die een paar schoten met los kruit afvuurdemaar het publiek wist dit op dat oögenblik niet, en met de herinnering aan den moord van C-irnot >3 het te begrijpen, dat j er een groote ontroering heerschte. De heer Faure werd dan ook, toen bij dö tribune betrad, met geestdrift toegejuicht, als om hem geluk te wentellen dat hij aan den moordaan- islag ontkomen was. Li-Hung Chang, die op het punt van aanslagen ook kan meepraten, woonde de revue bij. Burgerlijke Stand. Ondertrouwd - 15 Juli. J. Pro voost en A. M. Moerkerken. O. M. Biemond en M. Bronkhorst. J. Blank water en M. v. d. Raadt. J. B. v. Duffelen en T. Houweling. Getrouwd: 15 Juli. J Yerheqde en M. C. Longepee. J B. Th. Zwart en J. v. Houten. P, de Wilde en M. H. v. Woning. Bevallen: 14 Juli. J. Jansse— Pep6r d. Overleden: 13 Juli. J Meijer —Meyer 72 j 14. Rozenstr. J. J. Ver steeg 2 j. z. Heerenlaan. Vervolg Stadsnieuws. Provinciale Staten VAN NOORD HOLE.AND. Vervolg en slot van de zitting van Dinsdag lé Juli. Aan de orde kwam verder de wijziging in de verordening op de trambanen. Verworpen werd een amendement van den heer Boreel, strekkende dat op looomotieven slechts een lantaarn behoeft te branden. Eenigzins gewijzigd werd de veror dening na bespreking goedgekeurd. Het aubBidie in de kosten van de behandeling van een gedeelte van den zuidelijken dijk van het Noordzee kanaal werd toegestaan. Bij het voorstel tot vernietiging van het besluit van den Thamerbin- nenpolder tot onttrekking van den weg het Zgdveld aan het polderver- keer, betoogde de heer Mouthaan. dat, als de Staten niet mogen beslis sen over de vraag of het Zgdveld openbare weg is, of niet, zij ook niet een besluit van den polder mogen vernietigen. De heer Kraakman meent, dat de openbaarheid van den weg voldoende vaststaatde polder erkent dit zelf door zgn eigen besluit. De heer Rutgers van Rozenburg betoogde dat de ingelanden niet be voegd zgn uit te maken, dat de Zgd veld een openbare weg is. De heer Vau Hamel kwam daar- gen op en betwijfelde of het besluit wel is in strijd met de bestaande ver ordening. De weg is nog niet op den ligger gebracht. Spr. opperde de mogelijkheid dat het besluit vernie tigd wordt met het oog op het belang der provincie. Na lange discussie werd het voorstel der oommissie ten slotte aangenomen met 42 tegen 7 stemmen. Heden morgen ten ruim 8 ure is een felle brand uitgebroken ten huize van den Heer G. W. F. Coelen, boek houder, woonachtig aan de Ged. Oude- gracht, ontstaan op een boven-achter- kamer, bewoond door den heer Hoff- stedc, vermoedelijk door onvoorzich tigheid van deze bij het aansteken van een kaars, die daarna in aanraking is gekomen met de vitrage-gordijnen voor het raam, dat open stond. In korten tijd stond het bovenhuis in lichte laaie. De kinderen van Coelen zijn met moeite gered. Het boven huis is geheel uitgebrand, terwijl het benedenhuis en de belendende per- ceelen, bewoond door de weduwe Kiel en de weduwe Putman Cramer, deze laatste is uitstedig veel water schade hebben bekomen. De politie met haar slangenwagen heeft het eerste water gegeven; later geholpen door verschillende spuiten, waa de brand ten ruim 10 ure ge- blusebt. Alles was verzekerd. De Heer Burgemeester, benevens de Wet houders de Breuk en de Kanter waren aanwezig. Morgen (Donderdag) vóór 40 jaar werd het standbeeld van Laurens Janszoon Coster op de Groote Markt te Haarlem in tegenwoordig heid van duizenden toeschouwers onthuld. Uit bijdragen uit alle deelen van Nederland was het opgericht en werd het fraaie beeld een meesterstuk van Roger, bij monde van Mr. L. Met- manVoorzitter der hoofdcommissie, ding had ontvangen, dat hij zelf komen zou om zijn rekening met den woekeraar te vereffenen, kon zij het thuis niet langer uithouden, haar eenige streven was nn nog slechts om alles weder te brengen, zooals het vroeger geweest was; „den geesel" uit het slot te ver wijderen en Egon het huwelijk met de geliefde zijner jeugd mogelijk te maken. Ook Leo's toekomst kon nog een heerlijke zijn, wan neer hij maar eens eerst hier was. Gravin Stephanie was een vrouw, die tegen geen moeite opzag. Zij was naar den Nuntius gereisd, om de eerste stappen tot een echtscheiding te doen. Graaf Egon en Eugenie von Bietinghoff waren door prinses Adéle te dineeren gevraagd, wijl er in de afwe zigheid van de gravin-moeder van geen geregelden mid- dagdisch sprake kon zijn; het lag toch immers voor de hand dat een alleenzijn der voormalige verloofden voor deze zei ven zeer pijnlijk moest wezen. Graat Egon was voor de kieeche opmerkzaamheden van prinses Adèle minder gevoelig dan zijn moeder en zgn voormalige bruid. Daarom dan ook had hij voor heden terstond na het diner, het plan gevormd tot een vierdaagsch uitstapje naar L., naar een bevrienden grond bezittere Lindis stond naaat Margaretha in den grooten corridor en keek door het venster beiden na, terwijl zij daar naar den gondel wandelden om het meer over testeken. Eugenie zweefde gelgk een blauwe wolk, met bouquetten van lelietjes der dalen getooid, de landingstrap af. Een breede Italiaansche strooien hoed, besohaduwde haar blondlokkig hoofd. Graaf Egon reikte haar de hand tot instappen, zij was echter zóo allerliefst onhandig daarbij, dat hij den arm om haar midden slaan en haar in den gondel tillen moest. Zij lachte melodisch en keek hem daarbij overgelukkig aaD, ook hij laohte, doch het was droefgeestig en half gedwongen, niet de bekoorlijke trotsohe lachwaarmede hij haar vroeger als zijne bruid omstrengeld had. Graaf Egon rceide zelf; de kleine, sierlijke gondel schoot pijlsnel over de golven en werd aan de overzijde van het meer bij de, van verre schitterende marmeren trap door de prinselijke bedienden opgewacht. Lindis wendde zich zwijgend af, ook Margaretha deed het, die tot dusver het paar met de oogen gevolgd was. „Nu zijn zij er 1" zeide zij droogjes. Lindis zweeg en ging later naar het park, waar zij heden ongestoord haar gedachten den vrijen teugei kon laten. Voor een uurtje was zij naar Cieka in de pacht hoeve g8gaan, die wegens den hooioogst de handen vol werk had met de belofte om spoedig terug te komen, ging zij h6en. Langzaam wandelde zij langs den oever van het meer, waar zij vroeger ook eens met Gutheim had geloopen en zie daar dook ginds ook eindelijk de watertoren op. Een onzeker vermoeden doortrilde haar; wanneer zij daar eens in koude komep, slechts een enkelen keer. Hij moest ongesloten zijn; nu, zij die spelevaarden op het meer, vermeden hem dan ook gaarne, dien huive- ringwekkenden toren met zijn dooden. De zon neigde ter kimme. „Het diner in het prinselijke lustkasteeltje is reeds lang afgeloopen, en graaf Egon zal zeker al op weg zijn naar L." overlegde Lindis schielijk. Van deze zgde be hoefde zij alzoo geen storing van haar plan te vreezen. In de bocht naast den kruisweg welke naar de pacht hoeve voerde, lag een oude boot. Lindis had haar des tijds al bemerkt en vernomen, dat zij tot Hallwey be hoorde maar nooit werd gebruikt. Met rassche schreden snelde zg de helling af; hare lichte gestalte zou de verweerde boot wel dragen, en zij was nog zeer stevig, gelijk zij zich overtuigde. Zij maakte de ketting van den ring los, nam met beide handen den roeiriem en sprong in de boot. Aanvankelijk danste zij wel wat schomme lend op het water, maar bij Lindis's roeislagen en den kalmen bijna bewegingloozen spiegel, gleed zij toch zacht» kens het meer op. Een kinderlijke vreugde maakte zich van Lindis meester, dat zij thans de macht bezat om iets naar haren wil te besturen, totdusver hadden de golven van het noodlot met haar gespeeld, en haar rondgeworpen gelijk een bal, dien de zwakste kinderhand werpen kon. Dichte jeneverstrniken omzoomden den oeverrand, welke de ranke boot beengleed. Een dikke, afge zaagde boomstronk stak, door het water luchtig be- spoeld en door slingerplanten omwoekerd, boven het meer uit, en bood een gemakkelijke gelegenheid aan om in en uit te stappen. De takken van het dichte wilgenboBch langs den zoom van het park hingen on- beweegliik diep in het water en beletten iederen blik in het park; slechts op enkele, bijzonder fraaie gezichts punten had men het hout langs den oever wat ge dund toen Lindis zoo even lanvs zulk een plaats voer, had het haar toegeschenen, alBof zij een gestalte gezien had, die glings in de schaduw van het boech voort schreed. Zij dacht er nog aan, ol het wellicnt get* zelfbedrog was geweest, toen er plotseling „halt" ge roepen werd. Met een krachtigen ruk hield de boGt stil. Graaf Egon stond op een boomstronk en hield de boot vast. Hij had zich zóóver voorover gebogen, dat zijn schoon gelaat zich slechts op korten alstand van haar bruine wangen bevond. Zijne trekken waren som ber als altijd, wanneer hij zijne vrouw zag. Lindis ontstelde hevig, de roeiriem ontviel hare hand. Hij greep hem en werkte zich in de boot, doordien hij den roeiriem een steunpunt tegen den boomstronk gaf. „Ge kunt niet roeien en wilt toch op het meer Weet ge wel, dat het zeer lichtzinnig van u ia, om dit plan uit te voeren Er sprak geen bezorgdheid, veeleer gemelijke beris ping uit zijne woorden. „Bij deze windstilte is het gevaar denkelijk zoo groot niet, en al ware dit wel het geval, dan zoudt ge zooveel eerder verlost zijD." Hij beet zich op de lippen. {Wordt vervolgdj.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2