treurig gevolg, dat het logeetje ver-1 listen in het bloed en tegenover die
dronk en de andere knaap met veel j drie partijen zuilen wij een harden
moeite werd gered. strijd te voeren hebben. De toekomst
"Wat dit ongeluk nog treffenderlacht ons neg zoo schoon niet toe als
maakt is het feit, dat de ouders van aan Mr. Baffmars. Dat komt zeker,
het verdronken knaapje reedB vier dat wij jonger zijn en het optimisme
kinderen door den dood verloren en in kiesrtchtzaken bij ons te lande een
thans hnn eenig overgebleven kind I karaktertrek is van de ouden,
moeten mieBen. j „En we krijgen protectie, zegt Mr.
Haffmans, als de liberalen .vallen."
J Ook als de sooialisten hun plaats in
I komen nemen Die 2ijn anders niet
Men sohrijft uit Ter Apel aan de j voor den boer en zorgen er maar voor,
IV. R. Ct.: 'dat jhet brood niet 'duurder wordt
Drank bestr ij ding.
Het is in de Groninger Veenkolo
niën van oudsher een vast gebruik,
dat bij het kanaalgraven, hetwelk
altqd op 't turfgraven volgt dus
nu aan den gang is een zeer
stevige borrel gedronken wordt en
zoo matig bet manvolk in dien tijd
van het turfgraven is, zoo onmatig
wordt men bij het kanaalgraven. Ook
is het spreekwoordelijk geworden dat
men van de wijkgravers voor een
borrel meer gedaan krijgt dan voor
een kwartje. Daarom verdient het te
meer aandaoht en waardeering,
dat deze «ewoonte in de Ekeloër- en
Valterveneo met succes bestreden
wordt, en men ziet daar nu de lieden
met lust en ijver werken zonder den
zoogenaamden onontbeerlijken borrel.
De daghuur was altijd f 1.15 en een
dubbel maatje jenever, thans ia deze
gebraoht op f 1.30 zonder jenever.
De beweging is uitgegaan van den
evangelist (Ned. Herv.) Blom, bij wien
zioh tal van verveners en arbeiders
bobben aangesloten.
In alle overige veenderijen is het
dat is een mooie leus voor het volk,
ook al heelt het geen geld om brood
te koopen.
Wij hopen, dat Mr. Haffmans een
echt proleet is, maar eerst moeten wij
het zien, voor wij het gelooven."
De Maastrichtsche Glasslijpers.
In De Avondpost is opgenomen een
„Open Brie! aan den heer Louis Re-
gout, lid van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, industrieel te Maas
tricht", waarin het lid der Tweede
Kamer, de heer Pyttersen, voorstelt
in het hangende geschil door een ver-
zoeningsraad te doen besliesen.
De heer P. zet de gunstige werking
van zulke raden, samengesteld uit een
gelijk aantal vertegenwoordigers der
patroons en der werklieden, welke
vooral in Engeland meermalen is ge
bleken, uiteen.
„li onderzoek i.och beoordeel wie
der partijen, in den strijd, thans door
uwe firma met eenige uwer werklieden
oude gebruik nog in zwang, doch I gevoerd, gelijk heeft," zegt de heer P.
zou door genoemd suooes wel eens1 in het slot van zijn brie!„ook de
een stoot kunnen krygen. En dat deze punten van geschil waarover de strijd
beweging een maatsohappelyk belaDgloopt, laat ik onaangeroerd. Dit te
voor deze streken mag heeten, voeltonderzoeben, behoort tot de taak van
ieder, wanneer men weet dat in de j den Verzoeningsraad, die geroepen
veenstreken aan de einden van hetmoet worden over alles te oordeelen.
Stads- en Terapel-kanaal ODgeveer! „Door alle weidenkenden evenwel
1200 man aan de kanaalwerken bezigzal die partij in het ongelijk worden
zyn en dat wel voor den tyd van gesteld, welke weigert alle punten van
2 a 3 maanden jaar op jaar. oor. w w*ii ««n
Het ontslag Den Bartog. onder het bruggehoofd te Telok Se-
De redactie van Het Schoolblad (de maiTÓ gez:eD. Bq de nadering eener
beeren B. de Baal. dr. Vitus Bruine- uitgezonden patrouille ramen zij de
ma en O. H. den Herto?) betoogt invlucht.
een hooidartikei de wemchelrikheid, Volgens berichten van T.TjibiGe-
dat het voorstel van B. en W. omdor;g zou Tengkoe Baioen (zie vorig
den onderwyzer Den Hartog te ont- j vers-ag) niet naar Groi.t-Aljeh zyn
slaan, door dén Gemeenteraad worde vertrokken, evenminals Nja^Sjam
aangenomen. Bet Schoolblad meent,
dat niet de politieke overtuiging van
dezen onderwijzer de aanleiding is
geweest tot deze voordracht„wat
de heer Den Hartog deed, was een
onbeschaamde beleediging van een
van Simpang Anap, die met 12 vol
gelingen naar S?gli getrokken zoude
zijn.
Oostkust. Op de Kedei te Bagoh
ontstond wegens eene oude weer-
wraakzaak een gevecht tusschen twee
paar collega-onderwyzera, op de open- j P^direezen^waarbij zich vele bewoners
bare straat." n"
Dit moet gestraft wordenanders
zou de toepassing van de gemeente
verordeningen op den duur onmoge
lijk worden. En de voorgedragen straf,
ontslag, acht Bet Schoolbladmet het
oog op vroegere handelingen van den
heer Den Hartog, nl. zijn gesohrqf
in het „schendblaadje" De Volkson
derwijzer.niet te zwaar. Het smart
der redactie dat zij deze meening
moet uitspreken „maar bet heiligste
belang behoort het zwaarste te wegen
en dit heiligste belang is hier het
onderwijs te Amsterdam."
„Het beeft ons genoegen gedaan,"
zegt het Alg. Hbld. „deze op
merkingen van zeker niet a priori
jegens den heer Den Hartog ongun
stig gestemde zijde, te lezen."
Ongelukken.
Te Rijesen zijn Dinsdag door een
zandtrein twee spoorarbeiders over
reden. Hun toestand is hopeloos.
Maandagavond is te Elshout een
werkman op de in aanleg zijnde
stoomtram Den Bosch-Heusden door
een mschiDe gegrepen, met het ge
volg, dat hem een voet werd afgereden.
Te Maastricht is Maandagavond
een 18-jarige jongeling, de smidsge
zel B., by het baden in de Maas on
der de gemeente St. Pieter verdronken.
Pers Overzicht.
JEen die in zijn schik is met de kieswet.
De heer T. v. R. schrijft onder dit
opzicht in de katholieke Noord-
JBrabanter aldus
„Als er iemand blij is met de kies
wet, dan is het Mr. Hafimans en dat
spreekt hij luide uit.
Nu stemt de uitslag van België hem
weer tot vreugde met het oog op het
geen ons te wachten staat.
Waar wan hebben de katholieken
in België den vooruitgang hunner
partij te danken? Aan het zeer uit
gebreid kiesrecht, zegt hij en hij ver
volgt
„Het ding is dus zoo kwaad nog
niet.
Wel heeft men in België twee cor
rectieven (het meervoudig kiesrecht
en het verplicht stemmen) welke wij
niet hebben. Maar daar staat tegen
over, dat bet kiesrecht in België veel
meer van het algemeen kiesrecht heeft
dan het onze.
Men mag dus veronderstellen dat de
gevolgen van de kieswet-Van Souten
veel zullen hebben van de gelukkige
gevolgen, die de kieswet-Beernaertin
België heeft gehad.
Ook ten onzent zullen het de libe
ralen zwaar te verantwoorden hebben."
Dat de liberalen het hard te ver
antwoorden zullen hebben, gelooven
wij gaarne, maar het zal bij ons ook
wel gaan als bij onze burende socia
listen zullen ook met een deel van
den buit gaan strijken en dan.... in
België slaan de Roomschen tegenover
net vervallend liberalisme en het
yeldwinnend socialisme en by ons
hebben de anli-revolutionnairen nog
iets mee te zeggen en die drie verbon
den maken, dat de uitkomst heeloo
auders zal zijn .dan in België, wantjlcven aanneemt,
het „liever Turksch dan Paapsch" zit
èn liberalen èr. Calvinisten èn socia-
ihil aan het oordeel van hetzij een
Verzoeningsraad, hetzij van de te be
noemen scheidsmannen te onderwer
pen, deze zij dan patroon of werkman.
„Het tijdstip zal, naar ik hoop, wel
dra komen, waarin u en ik. aan ver
schillende zijden van het Binnenhof,
geroepen zullen worden ons oordeel
uit te spreken, onze stem uit te bren
gen over het ontwerp tot instelling
van Kamers van Arbeid.
„Van hoe groote beteekenis zou höt
dan zyn, indien wij konden wijzen op
het voorbeeld door O gesteld 1"
De redactie van de Katholieke
Werkman zegt in een bijschrift ge
plaatst achter een ingezonden stuk
handelende over een brochure, uit
gaan ds van de Maastrichtsche glas-
slijpersvereeniging „Vergelding":
„Afgezien van hetgeen onze inzen
der heeft gemeend te moeten opmer
ken betreffende den socialistischen
invloed, waaronder die vereeDÏging
verkeert en die ook in deze brochure
zichtbaar is, moeten wij gulhartig be
kennen, dat de indruk, door de lezing
op ons gemaakt, gunstig is voor de
werkstakers.
„De grieven die daarin genoemd
worden, betrefien: lo de loonsver
lagingen 2o. de wederinvoering der
potée-passeering3o, de fournituren
(gereedschappen) quaestie; 4o. het
tarievenboek.
„Indien deze grieven volkomen naar
waarheid zijn weergegeven en dat
kunnen wij moeilijk betwijfelen
dan gelooven wij werkelijk, dat een
flinke katholieke werkliedenvereeni-
ging met alle recht hetzelfde badge-
daan, als de Maastrichtsche glasslij-
pers. Alleen had men wellicht niet
zoo plotseling het werk behoeven te
staken, maar een termijn kunnen
vaststellen.
„Zander grondige weerlegging van
genoemde grieven kan o.i. geen ander
oordeel geveld worden.
„Jammer dat deze glasslij pers veree-
niging bestaande uit katholieke
mannen geen christelijke vereeni-
ging is naar den geest van de ency-
oiek „Rerum Novarum.*
Daardoor mist zij noodzakelijk de
sympathie en den steun der katho
lieken.
Werklieden immers, die katholiek
willen zijn, kunnen geen sociale ver-
eeniging vormen, die niet de katho
lieke leer en de pauselijke encycliek
als grondslag voor h.nar vereenigings-
Koloniën.
BATAVIA, 26 Juni.
Atjeh.
Uit de Javasche Ct. (gebeurtenissen
van 7 tot en met 13 Juni)
Groot-Atjeh. Volgens stellige berich
ten is Toekoe Hoesin Longbattah
in den nacht van 4 op o dezer met
twee zijner volgelingen gesneuveld,
by gelegenheid van eene ontmoeting
met eene patrouille marechaussees in
de vallei van Beradin, nabij Lampi-
sang.
Zijn lijk werd, wegens de aanwezig
heid onzer troepen aldaar, eerst in
den morgen van den 6en weggehaald
en i?, volgens sommigen te Lamblang
bij Lamgo°t, volgeDS anderen te
Tjot Preh in het Lamrabosche be
graven.
van de Kedei voegden. De Aria, het
Kedeihooid, werd gedood en eenige
anderen werden gewond.
Westkust. In Lambesi is een Btrijd
uitgebroken tusschen de Datoe's Moe-
tara en Mela.
Poeloeh Weh. Met het opstellen
der havenlichten te Poeloe Kelas en
Oedjoeng Penimpoen werd voortge
gaan.
Er_ viel gedurende den verslagtyd
weinig regen.
De gezondheidstoestand was bevre
digend,
Uit Kotaradja is den loden Juni
aan de Snm. Ct. getelegrafeerd
Toekoe Oemar heeft aan den re-
geerings-oommissaris een brief ge
schreven, waarin hy opnieuw zyn
onderwerping aanbiedt en voorstelt
het door ons in 1881 bezette en toen
verlaten gebied in Groot-Atjeh voor
ons te heroveren. Onzerzijds blyft het
antwoord uitlevering van wapens en
munitie. Een aantal hoofden buiten
de linie hebben per brief hun onder
worping aangeboden.
Den 21 en sohreef D. H. aan het
genoemde blad
Een groot aantal hoofden der IV
Moekims hebben zioh by het bestuur
hier aangemeld, dit hebben wy te
danken aan den hoeloebalang van
dat landsobap, Toekoe Tjoet Bantah,
die ons goed gezind gebleven is en
tydens de laatste verwikkelingen zyn
verblijf binnen de linie niet verlaten
heeft.
Aan deze hoofden is nogmaals de
bekende proolamatie van den regee-
Toekoe Oemar zoude zich met pl. rings-oommissaris voorgehouden, on-
m, 60 getrouwen teLamtihophouden!der mededeeling dat zy ongehinderd
op de grens van Lepong en Lehong. uaar hun kampongs terugkeeren kon
Zyne goederen van waarde en de nog, I den en bij de nadering van onze
in zijn bezit zijnde geweren moeten troepen niet bevreesd behoefden te
in veiligheid gebracht zijn in een dal, zyn, zoolang zij geen vijandelijkheden
van de Boekit Gelah.
De tuchtiging van Lepong door de
marine werd op 8 en 9 dezer voort
gezet, met het gevolg dat eenige
huizen werden in brand geschoten.
Toekoe Tjoet Toengkoep bleef in
zyne vijandige houding volharden
en hield zich op te Tjot Karoeng.
Aan de buiten de geconcentreerde
stelling gevestigde hoofden en de be
volking werd te kennen gegeven, dat
zij bij troepenbewegingen rustig in
hunne kampongs moeten blyven en
stipt de bevelen van het bestuur
hebben op te volgen, zullende zij
anders als vijandig beschouwd wor
den.
Den 9en Juni rukte eene troepen
macht uit tot tuchtiging der Lam-
Krakstreek. Zij ondervond betrekke
lijk weinig tegenstand en kon in den
namiddag van den lOden weder naar
Kota-Radja terugkeeren.Van de bende-
hoofden moeten bij deze excursie
tegenover oos hebben gestaan Toekoe
Moesa Auaq Batoe, T. Amat Amih
Tiro, Panglima Haesan en T. Malim,
stiefbroeder van T. Ali Pagar Ajer,
die bij Ateuh gewond moet zijn.
Onderhoorigheden, Noordkust. Een
Gajoesch onderhoofd van Boekit,
Panglima Prang Inten, maakte zijne
opwachting bij het bestuur te Telok
Semawé.
T. Bintara Kemangan zond T
Bintara Blang Rana Wangsa naar
Segli om het bestuur vergunning te
vragen zich met Tjoemboek te ver
zoenen, waartoe T. Bintara Blang
Rana Wangsa als bemiddelaar zou
optreden. Aan T. Bintara Tjoemboek
werd door het bestuur schriftelijk
aanbevolen de aangeboden verzoening
te aanvaarden.
T. Bintara Kemangan verzamelde
al zijn volk te Bambi om te strijden
tegen Gigiëng (Paleuh).
De Maharadja van Telok Semawé
arresteerde het bekende bendehoofd
Tengkoe di Atjeh en veroordeelde
hem wegens rustverstoring tot drie
jaren dwangarbeid.
In den avond van den 6 Jen Juni
werden eenige Atjehers sluipende
pleegdenj; doch dat elke kampoDg,
waaruit onze patrouilles moohten
worden verontrust, aan plundering en
algeheele verwoesting prijsgegeven
zal worden, evenals reeds in zoo
vele andere negoryen gebeurd is.
Voor het overige werd hun de ver-
pliohtiDg opgelegd om onze troepen
in alles zooveel mogelyk behulpzaam
te zyn, waartegenover hun in geval
van nood bescherming zal verleend
worden.
De heeren weten dus nu, waaraan
zij zich te houden hebbenmaar of
zy zich aan de gegeven instructiëa
zullen storen, is een vraag waarover
wel bet een en ander zou te zeggen
zijn. De groote quaeetie is, dat vele
Atjehers die naar den terugkeer van
orde en ru3t verlangen, in hun streven
verlamd worden door eene sterke
minderheid, die het hecht nog altijd
in handen heeft en de goedgezinden
terroriseert. Konden wij er iets op
vinden om dezen bescherming te ver
zekeren en genen te nekken, de kan
sen zouden dan weldra geheel ten
onzen gunste verkeerd zijn. Maar dat
„ietB", waar het te vinden!
De Jav. Ct. meldt
Den 20sten dezer werden verschil
lende colonnes uitgezonden, n.l. in de
IX Moekims en de III Moekims Da-
roe, waar de bevolking rustig was. in
de VI Moekims, waar de bevolking
van Lampagar ten deele was terug
gekeerd en door de kloof van Bera
din, welke nog geheel verlaten was,
tot Kroeng Raba, waar de inwoners
der IV Moekims in de kampongs
werden aangetroffen.
Siechts uit bet terrein oostelijk van
Kroen Ra ba en bij den terug raarscb
van de oostelijke hellingen in de kloof
vuurden enkele vijanden, die geen
verlies toebraohten.
Den 22sten rukten colonnes uit
door de kloof van Beradin en Cléta-
roem tot Kroeng Raba. Da bevolking
in de IV Moekims en de III Moe
kims Daroe was rustig, alleen oost
van Kroeng Raba hield zich eene
kleine bende op door wier vuur twee
cavaleristen lioht gewond werden. Bij
den terugmarsch door de kloof van
Beradin vielen enkele schoten van
de we?telyke heuvels. De fuse'ier
Tybofcb, algemeen etamboeknummer
36420, en de kanonier Forster, alge-
meer) stamboeknummer 27720, zijn
aan hunne wonden overleden.
In den namiddag word een colonne
geëmbarkeerd aan boord vanoorlogs-
en gonvernements atoomschepen
waarmede zij des nachts werd over
gevoerd naar de baai van Kroeng
Raja. Bij Ladoeng geland, rukte de
colonne te zes uur in den ochtend
van den 23sten uit ovsr het gebergte
naar eene op den Glé Broe (beoos
ten Kroeng Kali) gelegen vijandelijke
stelling, terwijl de marine-landingsdi-
visie Ladoeng Oost bezet hield.
Tevens rukte dienzelfden ochtend
eene colonne uit van Lamjong en
ondervond tot Kroeng Kali geen
tegenstand in de moekim Larabaroe
was de bevolking aanwezig en geheel
rustig.
Na de vijandelijke versterkingen
oost van Kroeng Kali genomen, het
gebergte doorkruist, de aldaar aan
wezige schuilplaateen vernield en een
tiental tromplaadgeweren buitge
maakt te hebben, keerden alle troepen
in den avond van den 23en binnen
de geconcentreerde stelling terug. De
ondervonden tegenstand was onbe-
teekenend. de vijand vuurde op groo-
ten afstand.
Aan onze zijde sneuvelde de fuee-
lier Thieleü, algemeen ;stambuek no.
40063 en werden zeven mindere mili
tairen gewond.
Een wolkbreuk.
De Sum. Ct. geeft esn verhaal van
een wolkbreuk die zich 12 Juni boven
Padacg en omstreken heeft ontlast.
Reeds in den namiddag pakten zich
donkere wolken samen, en tegen 7
uur in den avond stroomde de regen
alsof het water met bakken uit den
hemel gegoten werd. Binnen het uur
bandjirde het in de Cbineesche Kamp
als gewoonlyk, terwijl de meeste buur
ten alhi-r onder water stonden. In
de Ommelanden is de door het water
aangerichte schade zeer aanzienlijk
vele sawahvelden werden overstroomd
en met slik overdekt, terwijl menig
stuk yan den rivieroever het ontgel
den moest en met huiB en tuin mede-
gesleurd werd en verloren ging. Nog
grooter was echter de verwoesting in
de Emmahaven en men noemt een
aantal inlanders, die bij ,de overstroo:
ming het leven zouden verloren hebl
ben. Volgens een ooggetuige moeten
tengevolge van den zwaren regenval
eenige gedeelten der berghellingen,
om Emmahaven gelegen, losgeraakt
zijn en belangrijke aardstortingen ver
oorzaakt hebben.
De aldus losgeraakte aarde werd
weldra opgelost in een geweldige
moddermassa, welke de hellingen af
stroomde, een uitweg naar de zee
zocht en alles in haar vaart mede-
voerde of vernielde. De meeste bam
boezen woningen aan den voet van
het gebergte werden weggeslagen of
onbewoonbaar en moesten de bewo
ners een goed heenkomen zoeken.
Weldra stroomde de modder ook de
verder meer zeewaarts gelegen steenen
huizen binnen, en moesten ook dezsn
door de bewoners verlaten worden.
Het duurde niet lang of het stations
gebouw was vol mannen, vrouwen en
kindereD, die bun woningen ont
vlucht waren en elk oogenblik gereed
Btonden een laatste schuilplaats te
zoeken aan boord van het in de haven
liggende gouvernementsstoomschip
Zwaluw. Gelukkig bleek dit niet noo-
dig te zijn en bedaarde de regen
tegen middernacht, doch wie schetst
tegen den morgen de ontzetting van
Emmahaven'8 bewoners, toen de ver
woesting bij het daglicht opgenomen
worden kon?
De meeste plaatsen lagen onder
water, terwyl al bet overige eenige
voeten onder een vette moddermassa
bedolven lager zijn huizen versoho-
ven, gehavend, of waarin het slyk
een halve manshoogte opgehoopt lag.
Vele goederen waren dan ook totaal
bedorven, terwyl de andere sohade
nog niet te schatten is. Volgens de
eerste ingekomen berichten 'kunnen
wij mededeelen, dat de europeesohe
buurt, de kampongs Gaoeng, Ta-
loeka Niboeng, Soengei Braraei en
zuidelijk van de Emmahaven nog een
groot aantal kampongs voor een deel
verwoest geworden zijn. Men noemt
ons een 6 8- en 14-tal inlanders,
die by deze ramp vermist worden,
dooh wy deelen dit slechts ondei
voorbehoud mede.
Den volgenden morgen begaven
zioh de Assislent-Resident voor de
politie en de eerstaanwezend inge!
nieur van den waterstaat naar Emmal
haven om den toestand op te nemen
en de noodige voorzieningen te treffen.
Men deelt ons mede, dat reeds gisteren
een aanvang gemaakt is met de op
ruiming, by welken arbeid 2 lyken
gevonden zyn van inlanders, die door
den modderstroom overvallen en me
degesleept, in het slik een jammer
lijken dood gevonden hebben. De trein
van Emmahaven bracht een aantal
bewoners van daar herwaarts, die na
een slapeloozen nacht te Padang ver-
poozing kwamen zoeken, terwyl een
groot aantal Padangers, zoowel Euro
peanen als Inlanders, naar Emma
haven vertrokken om daar de aan-
geriohte verwoesting in oogensohouw
te nemen.
Letteren en Kunst.
De 17de jaarlijk?che examens der|
Nederland8cbe Toonkunstenaars-Ver-
eeniging zyn Dinsdag te 's Gravenhage
in het lokaal „Pulchri Studio" voort-
gezet.
Van de 4 candidaten zyn geslaagd: I
Voor piano (Lager onderwqy) de
heer H. B. M. Meddens te Hilversum;
voor piano (middelbaar onderwijs)
mejuffrouw J. L. Wolter, te Amers
foort. en de heer Jac. F. van Zuiphen.
te Gouda.
Eén candidaat nam geen deel aan
het examen.
Justus van Maurik heeft in Indië
voordrachten gehouden. Hij deed het I
o. a. te Padang en te Batavia, telkens I
met zeer veel succes, 't Was in de
Harmonie te Batavia nog nooit zoo
vol geweest.
Financieels Mededeelmgen.
Volgens het „Weekblad voorlnoou-
rante Fondsen" van Broekman
Honders zijn in de week, eindigende
21 dezer, verhandeld de volgende
fondsen:
Oblig.
Aand.
Ob[ig.
Aand.
Oblig.
Aand.
Gemeente 's Grav.
(1872-74)
Alg. Waterleiding
Maatsohappij
Amsterdams. Galery
Maatsohappy
Nederlands. Bouw-
Maatsohappy
Hotel de la Prome
nade
Moluksche Haud.-
Vennootsohap,
Oost Java Cultuur-
Maatsohappy
Kon. Nederl Locaal
Spoorweg-Maatsoh.
te Apeldoorn
Noord—Zuid -Holl.
Stoomtram-Maat8oh.
HaarlemLeiden
Stiohtsohe Tramw.-
Maatsohappij
Kon. Stoomweverij
Nijverdal. te Almelo.
Kweekschool voor
Maohioisten
Arnhemeobe Verz.
Maatsohappy tegen
Brandschade
103 ji pCt.
90
35
f245
80
100
115
57H
101
120
173
53
1Q3JÉ
Sport en Wedstrijden.
Zondag jl. werd door de gy mnastiek-
vereenigingen „Concordia" en „Door
Oefening Sterker" hunne jaarlijksche
wandeltocht gehouden onder leiding
van hunnen Directeur, den heer
Meijerink.
Hoewel het weder zich Zaterdag
niet best liet aanzien, was het Zondag
zeer mooi.
Nadat men des morgens halfzeven
in sporteostuum was tezamen gekomen
werd de tocht aanvaard. Voorafgegaan
door een tamboer trok men langs den
Schoterweg, Santpoort, Meerenberg
naar het tlloemendaalsche bosch. In
dien tijd werd ook de inwendige mensch
niet vergeten. Daarna over Bloemen-
daal enz. naar Vogelenzang gewandeld,
waar in „Graaf Floris" het twaalf
uurtje werd genuttigd. Na een kwar
tier pauze ging men over Vogelen
zang, langs wegen en velden naar
Hillegom. Na een uur rust werd de
tocht vervolgd langs den Veenen burger
weg naar L:.sse. Hier liep, evenals op
alle dorpen het geval was, het dorp
bijna ledig en werd men tot aan de
„Wt ie Zwaan" door verscheidene
nieuwsgierigen gevolgd. Nadat men
zich daar met eenige gymnastische
oi wat ontstemd en onspraakzaam was geworden 6inds
het voorval in den watertoren.
„Dat kan ook niet anders," beantwoordde zij de uit
eenzetting der gravin. „Gij hebt toch de inleidende
stappen gedaan
„Dat spreekt van zelf. De zaak zal den Heiligen Va
der voorgelegd en zooveel mogelijk bespoedigd worden.'
De stemming in het Blot was tevredener dan zij ge
weest was, de dagelijks te verwachten aankomst van
den tweeden zoon, van graai Leo, had in de eerste plaats
veel bijgedragen tot de algemeens vreugde. Met Leo
zou immers de groote triomf over de verlossing uit de
slavernij, waarin men door den woekeraar gehouden
werdaanvangen. In gravin Stephanie's wezen had
immers altijd het stilzwijgende protest tegen de onge
paste omgeving gelegen en nu hoopte zij te kunnen
hern-lemen van den druk, en het volle geluk den drem
pel te zien overtrekken. Zij was vriendelijker en toege
vender jegens hare omgeving en droeg het grijze hoofd
trotBcher dan ooit te voren.
Het was op een der eerstvolgende morgens, dat Lin-
dis, van een wandeling terugkeerend, in den aanblik
van het droomerig stille meer verzonken, nietsvermoe
dende, dqtaxusheg omliep, die van deze zijde het slotter-
ras begrensde. Verschrikt deinsde zij terug. Waande zij
de slotbawoners op dit tamelijk vroege ochtenduur nog
in slaap, dat zij, zich niet storende aan het geluid der
stemmen en met vasten tred, den kring binnentrad.
Eugenie von Bietinghoff begon scherp en spottend te
lachen.
„Het is waarlijk kluchtig om die tengere benauwde
gestalte met de ongekamde, verwarde haren daar als
een landloopster te zien wandelen.
Zij wierp een triumfeerenden blik naar den graaf
heen, die met haar en zijn moeder de morgenkoffie
gebruikte.
Egon trok de wenkbrauwen samen, zijne zoo even
nog vroolyke luim echeen geweken. Het kopje in de
handen der gravin-weduwe beefde. Met een strenge
uitdrukking blikte zij naar de jonge vrouw heen.
Lindi8 was zoo zeer verschrikt, dat zy buiten staat
was een verontschuldiging uit te brengen. Een donkere
blos schoot haar naar de wangen en de prachtige rui
ker van boschbloemen, dien zij in de hand hield, viel
op den grond.
De witte doek, om Liüdis' donker hoofd, trok het
eerst de aandacht van do gravin. „Alsof ze zoo regel
recht uit het hospitaal komt I" zeide zij met giftigen
spot*
„Zij wil zich zeker interessant maken," antwoordde
Eugenie.
„Juffrouw Werner, u zoekt ongetwijfeld mij 1" Met
deze woorden kwum Margaretha van een dientafeltje
aangesneld, om door hare tussohenkomst den stroom
af te leiden.
„Ja, ik dank a!" De jonge vrouw wilde omkeeren.
„Metuw verlof!" Graaf Egon trad haar in den weg.
„Wanneer gij van den morgenstond geprofiteerd hebt,
om een wandelingetje te maken, dan zult ge zeker ook
wel eetlust hebben. Mag ik u daarom uitnoodigen, om
een kop koffie met ons te gebruiken?"
Eugenie's schetterend hoonlachen wekte ginds in het
prinselijk bosch een echo op.
Gravin Hallwey zat als verstomd.
Een lichte schrik ging er over Lindis' liefelijk ge
zichtje, ten tweede male vielen de bloemen, die Mar
garetha weder in hare hand had gedrukt, op den grond.
Ditmaal echter raapte de graaf ze op. Hij sprak beleefd
maar koel, zijn gelaat was streng.
„Doe mij het genoegen en sla het niet af?:"
„Maar, Egon, ben je nu mal geworden. Zoo V8r mag
de scherts niet gaan.*
Woedend was gravin Stephanie opgestaan.
„Blijf bedaard zitten, moeder, Lindis zal deze plaats
innemen I" Hij wees tamelijk nadrukkelijk op den stoel,
waarop bij te vorsn had gezeten, en wenkte Margaretha
met de hand.
Deze plukte in een onbeschrijfelijke verlegenheid aan
den band van haar schort. Nu vloog zij echter heen om
een tweeden stoei voor haren meester en een kopje
voor diens jonge vrouw te halen.
Met een hysterischen uitroep sprong Eugene op en
snelde strijdvaardig aan de zyde van de gravin-weduwe.
„Dat is werkelijk om je ziek te lachen 1" verzekerde
zij met een onheilspellend fonkelen der oogen.
„Egon, bedenk, dat het je moeder is, die je zulk een
affront aandoet; je zult toch zeker niet van haar ver
langen, om met die persoon daar aan éen tafel te zitten.
De erkentelijkheid voor dat weinigje moed van onlangs,
is werkelyk te groot, zy kan in een anderen vorm
betoond worden. En zoo'n heldenfeit was het trouwens
ook niet, Gutbeim was immerB reeds opweg ter redding.
Verlies niet uit het oog mijn zoon, dat ik de gravin
Hallwey ben."
„Kalmeer u, en ook freule Von Bietinghoff deed er
het verstandigst aan daar te blijven zitten, de ver-
sohuldigde eerbied is geen oogenblik uit het oog ver
loren. De majesteit uwer waardigheid iB niet beleedigd,
ik ben graaf Hallwey en die dame daar is gravin Hall
wey. Margaretha de koffie is koud geworden, wilt ge
zoo goed zijn mij andere te geven."
De oude dienstbode greep met haast naar het aan
gereikte kopje en spoedde zich naar het dientafeltje
terug in haar hoofd bromde het als een baBinstru-
ment. Ginds zag het er net zoo uit als tijdens het leven
van graaf Nicolaus, het onweder kon ied6r oogenblik
inslaan, de wolken waren te donker, [en de de electri-
citeit had zich tot bergen opgehoopt. Margaretha's grijs
hoofd knikte echter voldaan. Graaf Egon was een recht
vaardig man. Wanneer het maar eerst eens flink blik
semde en donderde en de opgewonden gemoederen op
elkander spatten, dan zou later de lucht weer helder
en zacht worden; deze onheilspellende wolk mocht
voaral niet op het slot Hallwey drukken. Het arme
kind, de dochter van Kemper, moest op het oogenblik,
dat zij reeds éénen voet buiten het slot had, nog alge
heele voldoening wedervarenzij toch was onschuldig,
volkomen onschuldig aan het ongeluk.
(Wordt vervolgd