treurig gevolg, dat het logeetje ver-1 listen in het bloed en tegenover die dronk en de andere knaap met veel j drie partijen zuilen wij een harden moeite werd gered. strijd te voeren hebben. De toekomst "Wat dit ongeluk nog treffenderlacht ons neg zoo schoon niet toe als maakt is het feit, dat de ouders van aan Mr. Baffmars. Dat komt zeker, het verdronken knaapje reedB vier dat wij jonger zijn en het optimisme kinderen door den dood verloren en in kiesrtchtzaken bij ons te lande een thans hnn eenig overgebleven kind I karaktertrek is van de ouden, moeten mieBen. j „En we krijgen protectie, zegt Mr. Haffmans, als de liberalen .vallen." J Ook als de sooialisten hun plaats in I komen nemen Die 2ijn anders niet Men sohrijft uit Ter Apel aan de j voor den boer en zorgen er maar voor, IV. R. Ct.: 'dat jhet brood niet 'duurder wordt Drank bestr ij ding. Het is in de Groninger Veenkolo niën van oudsher een vast gebruik, dat bij het kanaalgraven, hetwelk altqd op 't turfgraven volgt dus nu aan den gang is een zeer stevige borrel gedronken wordt en zoo matig bet manvolk in dien tijd van het turfgraven is, zoo onmatig wordt men bij het kanaalgraven. Ook is het spreekwoordelijk geworden dat men van de wijkgravers voor een borrel meer gedaan krijgt dan voor een kwartje. Daarom verdient het te meer aandaoht en waardeering, dat deze «ewoonte in de Ekeloër- en Valterveneo met succes bestreden wordt, en men ziet daar nu de lieden met lust en ijver werken zonder den zoogenaamden onontbeerlijken borrel. De daghuur was altijd f 1.15 en een dubbel maatje jenever, thans ia deze gebraoht op f 1.30 zonder jenever. De beweging is uitgegaan van den evangelist (Ned. Herv.) Blom, bij wien zioh tal van verveners en arbeiders bobben aangesloten. In alle overige veenderijen is het dat is een mooie leus voor het volk, ook al heelt het geen geld om brood te koopen. Wij hopen, dat Mr. Haffmans een echt proleet is, maar eerst moeten wij het zien, voor wij het gelooven." De Maastrichtsche Glasslijpers. In De Avondpost is opgenomen een „Open Brie! aan den heer Louis Re- gout, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, industrieel te Maas tricht", waarin het lid der Tweede Kamer, de heer Pyttersen, voorstelt in het hangende geschil door een ver- zoeningsraad te doen besliesen. De heer P. zet de gunstige werking van zulke raden, samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers der patroons en der werklieden, welke vooral in Engeland meermalen is ge bleken, uiteen. „li onderzoek i.och beoordeel wie der partijen, in den strijd, thans door uwe firma met eenige uwer werklieden oude gebruik nog in zwang, doch I gevoerd, gelijk heeft," zegt de heer P. zou door genoemd suooes wel eens1 in het slot van zijn brie!„ook de een stoot kunnen krygen. En dat deze punten van geschil waarover de strijd beweging een maatsohappelyk belaDgloopt, laat ik onaangeroerd. Dit te voor deze streken mag heeten, voeltonderzoeben, behoort tot de taak van ieder, wanneer men weet dat in de j den Verzoeningsraad, die geroepen veenstreken aan de einden van hetmoet worden over alles te oordeelen. Stads- en Terapel-kanaal ODgeveer! „Door alle weidenkenden evenwel 1200 man aan de kanaalwerken bezigzal die partij in het ongelijk worden zyn en dat wel voor den tyd van gesteld, welke weigert alle punten van 2 a 3 maanden jaar op jaar. oor. w w*ii ««n Het ontslag Den Bartog. onder het bruggehoofd te Telok Se- De redactie van Het Schoolblad (de maiTÓ gez:eD. Bq de nadering eener beeren B. de Baal. dr. Vitus Bruine- uitgezonden patrouille ramen zij de ma en O. H. den Herto?) betoogt invlucht. een hooidartikei de wemchelrikheid, Volgens berichten van T.TjibiGe- dat het voorstel van B. en W. omdor;g zou Tengkoe Baioen (zie vorig den onderwyzer Den Hartog te ont- j vers-ag) niet naar Groi.t-Aljeh zyn slaan, door dén Gemeenteraad worde vertrokken, evenminals Nja^Sjam aangenomen. Bet Schoolblad meent, dat niet de politieke overtuiging van dezen onderwijzer de aanleiding is geweest tot deze voordracht„wat de heer Den Hartog deed, was een onbeschaamde beleediging van een van Simpang Anap, die met 12 vol gelingen naar S?gli getrokken zoude zijn. Oostkust. Op de Kedei te Bagoh ontstond wegens eene oude weer- wraakzaak een gevecht tusschen twee paar collega-onderwyzera, op de open- j P^direezen^waarbij zich vele bewoners bare straat." n" Dit moet gestraft wordenanders zou de toepassing van de gemeente verordeningen op den duur onmoge lijk worden. En de voorgedragen straf, ontslag, acht Bet Schoolbladmet het oog op vroegere handelingen van den heer Den Hartog, nl. zijn gesohrqf in het „schendblaadje" De Volkson derwijzer.niet te zwaar. Het smart der redactie dat zij deze meening moet uitspreken „maar bet heiligste belang behoort het zwaarste te wegen en dit heiligste belang is hier het onderwijs te Amsterdam." „Het beeft ons genoegen gedaan," zegt het Alg. Hbld. „deze op merkingen van zeker niet a priori jegens den heer Den Hartog ongun stig gestemde zijde, te lezen." Ongelukken. Te Rijesen zijn Dinsdag door een zandtrein twee spoorarbeiders over reden. Hun toestand is hopeloos. Maandagavond is te Elshout een werkman op de in aanleg zijnde stoomtram Den Bosch-Heusden door een mschiDe gegrepen, met het ge volg, dat hem een voet werd afgereden. Te Maastricht is Maandagavond een 18-jarige jongeling, de smidsge zel B., by het baden in de Maas on der de gemeente St. Pieter verdronken. Pers Overzicht. JEen die in zijn schik is met de kieswet. De heer T. v. R. schrijft onder dit opzicht in de katholieke Noord- JBrabanter aldus „Als er iemand blij is met de kies wet, dan is het Mr. Hafimans en dat spreekt hij luide uit. Nu stemt de uitslag van België hem weer tot vreugde met het oog op het geen ons te wachten staat. Waar wan hebben de katholieken in België den vooruitgang hunner partij te danken? Aan het zeer uit gebreid kiesrecht, zegt hij en hij ver volgt „Het ding is dus zoo kwaad nog niet. Wel heeft men in België twee cor rectieven (het meervoudig kiesrecht en het verplicht stemmen) welke wij niet hebben. Maar daar staat tegen over, dat bet kiesrecht in België veel meer van het algemeen kiesrecht heeft dan het onze. Men mag dus veronderstellen dat de gevolgen van de kieswet-Van Souten veel zullen hebben van de gelukkige gevolgen, die de kieswet-Beernaertin België heeft gehad. Ook ten onzent zullen het de libe ralen zwaar te verantwoorden hebben." Dat de liberalen het hard te ver antwoorden zullen hebben, gelooven wij gaarne, maar het zal bij ons ook wel gaan als bij onze burende socia listen zullen ook met een deel van den buit gaan strijken en dan.... in België slaan de Roomschen tegenover net vervallend liberalisme en het yeldwinnend socialisme en by ons hebben de anli-revolutionnairen nog iets mee te zeggen en die drie verbon den maken, dat de uitkomst heeloo auders zal zijn .dan in België, wantjlcven aanneemt, het „liever Turksch dan Paapsch" zit èn liberalen èr. Calvinisten èn socia- ihil aan het oordeel van hetzij een Verzoeningsraad, hetzij van de te be noemen scheidsmannen te onderwer pen, deze zij dan patroon of werkman. „Het tijdstip zal, naar ik hoop, wel dra komen, waarin u en ik. aan ver schillende zijden van het Binnenhof, geroepen zullen worden ons oordeel uit te spreken, onze stem uit te bren gen over het ontwerp tot instelling van Kamers van Arbeid. „Van hoe groote beteekenis zou höt dan zyn, indien wij konden wijzen op het voorbeeld door O gesteld 1" De redactie van de Katholieke Werkman zegt in een bijschrift ge plaatst achter een ingezonden stuk handelende over een brochure, uit gaan ds van de Maastrichtsche glas- slijpersvereeniging „Vergelding": „Afgezien van hetgeen onze inzen der heeft gemeend te moeten opmer ken betreffende den socialistischen invloed, waaronder die vereeDÏging verkeert en die ook in deze brochure zichtbaar is, moeten wij gulhartig be kennen, dat de indruk, door de lezing op ons gemaakt, gunstig is voor de werkstakers. „De grieven die daarin genoemd worden, betrefien: lo de loonsver lagingen 2o. de wederinvoering der potée-passeering3o, de fournituren (gereedschappen) quaestie; 4o. het tarievenboek. „Indien deze grieven volkomen naar waarheid zijn weergegeven en dat kunnen wij moeilijk betwijfelen dan gelooven wij werkelijk, dat een flinke katholieke werkliedenvereeni- ging met alle recht hetzelfde badge- daan, als de Maastrichtsche glasslij- pers. Alleen had men wellicht niet zoo plotseling het werk behoeven te staken, maar een termijn kunnen vaststellen. „Zander grondige weerlegging van genoemde grieven kan o.i. geen ander oordeel geveld worden. „Jammer dat deze glasslij pers veree- niging bestaande uit katholieke mannen geen christelijke vereeni- ging is naar den geest van de ency- oiek „Rerum Novarum.* Daardoor mist zij noodzakelijk de sympathie en den steun der katho lieken. Werklieden immers, die katholiek willen zijn, kunnen geen sociale ver- eeniging vormen, die niet de katho lieke leer en de pauselijke encycliek als grondslag voor h.nar vereenigings- Koloniën. BATAVIA, 26 Juni. Atjeh. Uit de Javasche Ct. (gebeurtenissen van 7 tot en met 13 Juni) Groot-Atjeh. Volgens stellige berich ten is Toekoe Hoesin Longbattah in den nacht van 4 op o dezer met twee zijner volgelingen gesneuveld, by gelegenheid van eene ontmoeting met eene patrouille marechaussees in de vallei van Beradin, nabij Lampi- sang. Zijn lijk werd, wegens de aanwezig heid onzer troepen aldaar, eerst in den morgen van den 6en weggehaald en i?, volgens sommigen te Lamblang bij Lamgo°t, volgeDS anderen te Tjot Preh in het Lamrabosche be graven. van de Kedei voegden. De Aria, het Kedeihooid, werd gedood en eenige anderen werden gewond. Westkust. In Lambesi is een Btrijd uitgebroken tusschen de Datoe's Moe- tara en Mela. Poeloeh Weh. Met het opstellen der havenlichten te Poeloe Kelas en Oedjoeng Penimpoen werd voortge gaan. Er_ viel gedurende den verslagtyd weinig regen. De gezondheidstoestand was bevre digend, Uit Kotaradja is den loden Juni aan de Snm. Ct. getelegrafeerd Toekoe Oemar heeft aan den re- geerings-oommissaris een brief ge schreven, waarin hy opnieuw zyn onderwerping aanbiedt en voorstelt het door ons in 1881 bezette en toen verlaten gebied in Groot-Atjeh voor ons te heroveren. Onzerzijds blyft het antwoord uitlevering van wapens en munitie. Een aantal hoofden buiten de linie hebben per brief hun onder worping aangeboden. Den 21 en sohreef D. H. aan het genoemde blad Een groot aantal hoofden der IV Moekims hebben zioh by het bestuur hier aangemeld, dit hebben wy te danken aan den hoeloebalang van dat landsobap, Toekoe Tjoet Bantah, die ons goed gezind gebleven is en tydens de laatste verwikkelingen zyn verblijf binnen de linie niet verlaten heeft. Aan deze hoofden is nogmaals de bekende proolamatie van den regee- Toekoe Oemar zoude zich met pl. rings-oommissaris voorgehouden, on- m, 60 getrouwen teLamtihophouden!der mededeeling dat zy ongehinderd op de grens van Lepong en Lehong. uaar hun kampongs terugkeeren kon Zyne goederen van waarde en de nog, I den en bij de nadering van onze in zijn bezit zijnde geweren moeten troepen niet bevreesd behoefden te in veiligheid gebracht zijn in een dal, zyn, zoolang zij geen vijandelijkheden van de Boekit Gelah. De tuchtiging van Lepong door de marine werd op 8 en 9 dezer voort gezet, met het gevolg dat eenige huizen werden in brand geschoten. Toekoe Tjoet Toengkoep bleef in zyne vijandige houding volharden en hield zich op te Tjot Karoeng. Aan de buiten de geconcentreerde stelling gevestigde hoofden en de be volking werd te kennen gegeven, dat zij bij troepenbewegingen rustig in hunne kampongs moeten blyven en stipt de bevelen van het bestuur hebben op te volgen, zullende zij anders als vijandig beschouwd wor den. Den 9en Juni rukte eene troepen macht uit tot tuchtiging der Lam- Krakstreek. Zij ondervond betrekke lijk weinig tegenstand en kon in den namiddag van den lOden weder naar Kota-Radja terugkeeren.Van de bende- hoofden moeten bij deze excursie tegenover oos hebben gestaan Toekoe Moesa Auaq Batoe, T. Amat Amih Tiro, Panglima Haesan en T. Malim, stiefbroeder van T. Ali Pagar Ajer, die bij Ateuh gewond moet zijn. Onderhoorigheden, Noordkust. Een Gajoesch onderhoofd van Boekit, Panglima Prang Inten, maakte zijne opwachting bij het bestuur te Telok Semawé. T. Bintara Kemangan zond T Bintara Blang Rana Wangsa naar Segli om het bestuur vergunning te vragen zich met Tjoemboek te ver zoenen, waartoe T. Bintara Blang Rana Wangsa als bemiddelaar zou optreden. Aan T. Bintara Tjoemboek werd door het bestuur schriftelijk aanbevolen de aangeboden verzoening te aanvaarden. T. Bintara Kemangan verzamelde al zijn volk te Bambi om te strijden tegen Gigiëng (Paleuh). De Maharadja van Telok Semawé arresteerde het bekende bendehoofd Tengkoe di Atjeh en veroordeelde hem wegens rustverstoring tot drie jaren dwangarbeid. In den avond van den 6 Jen Juni werden eenige Atjehers sluipende pleegdenj; doch dat elke kampoDg, waaruit onze patrouilles moohten worden verontrust, aan plundering en algeheele verwoesting prijsgegeven zal worden, evenals reeds in zoo vele andere negoryen gebeurd is. Voor het overige werd hun de ver- pliohtiDg opgelegd om onze troepen in alles zooveel mogelyk behulpzaam te zyn, waartegenover hun in geval van nood bescherming zal verleend worden. De heeren weten dus nu, waaraan zij zich te houden hebbenmaar of zy zich aan de gegeven instructiëa zullen storen, is een vraag waarover wel bet een en ander zou te zeggen zijn. De groote quaeetie is, dat vele Atjehers die naar den terugkeer van orde en ru3t verlangen, in hun streven verlamd worden door eene sterke minderheid, die het hecht nog altijd in handen heeft en de goedgezinden terroriseert. Konden wij er iets op vinden om dezen bescherming te ver zekeren en genen te nekken, de kan sen zouden dan weldra geheel ten onzen gunste verkeerd zijn. Maar dat „ietB", waar het te vinden! De Jav. Ct. meldt Den 20sten dezer werden verschil lende colonnes uitgezonden, n.l. in de IX Moekims en de III Moekims Da- roe, waar de bevolking rustig was. in de VI Moekims, waar de bevolking van Lampagar ten deele was terug gekeerd en door de kloof van Bera din, welke nog geheel verlaten was, tot Kroeng Raba, waar de inwoners der IV Moekims in de kampongs werden aangetroffen. Siechts uit bet terrein oostelijk van Kroen Ra ba en bij den terug raarscb van de oostelijke hellingen in de kloof vuurden enkele vijanden, die geen verlies toebraohten. Den 22sten rukten colonnes uit door de kloof van Beradin en Cléta- roem tot Kroeng Raba. Da bevolking in de IV Moekims en de III Moe kims Daroe was rustig, alleen oost van Kroeng Raba hield zich eene kleine bende op door wier vuur twee cavaleristen lioht gewond werden. Bij den terugmarsch door de kloof van Beradin vielen enkele schoten van de we?telyke heuvels. De fuse'ier Tybofcb, algemeen etamboeknummer 36420, en de kanonier Forster, alge- meer) stamboeknummer 27720, zijn aan hunne wonden overleden. In den namiddag word een colonne geëmbarkeerd aan boord vanoorlogs- en gonvernements atoomschepen waarmede zij des nachts werd over gevoerd naar de baai van Kroeng Raja. Bij Ladoeng geland, rukte de colonne te zes uur in den ochtend van den 23sten uit ovsr het gebergte naar eene op den Glé Broe (beoos ten Kroeng Kali) gelegen vijandelijke stelling, terwijl de marine-landingsdi- visie Ladoeng Oost bezet hield. Tevens rukte dienzelfden ochtend eene colonne uit van Lamjong en ondervond tot Kroeng Kali geen tegenstand in de moekim Larabaroe was de bevolking aanwezig en geheel rustig. Na de vijandelijke versterkingen oost van Kroeng Kali genomen, het gebergte doorkruist, de aldaar aan wezige schuilplaateen vernield en een tiental tromplaadgeweren buitge maakt te hebben, keerden alle troepen in den avond van den 23en binnen de geconcentreerde stelling terug. De ondervonden tegenstand was onbe- teekenend. de vijand vuurde op groo- ten afstand. Aan onze zijde sneuvelde de fuee- lier Thieleü, algemeen ;stambuek no. 40063 en werden zeven mindere mili tairen gewond. Een wolkbreuk. De Sum. Ct. geeft esn verhaal van een wolkbreuk die zich 12 Juni boven Padacg en omstreken heeft ontlast. Reeds in den namiddag pakten zich donkere wolken samen, en tegen 7 uur in den avond stroomde de regen alsof het water met bakken uit den hemel gegoten werd. Binnen het uur bandjirde het in de Cbineesche Kamp als gewoonlyk, terwijl de meeste buur ten alhi-r onder water stonden. In de Ommelanden is de door het water aangerichte schade zeer aanzienlijk vele sawahvelden werden overstroomd en met slik overdekt, terwijl menig stuk yan den rivieroever het ontgel den moest en met huiB en tuin mede- gesleurd werd en verloren ging. Nog grooter was echter de verwoesting in de Emmahaven en men noemt een aantal inlanders, die bij ,de overstroo: ming het leven zouden verloren hebl ben. Volgens een ooggetuige moeten tengevolge van den zwaren regenval eenige gedeelten der berghellingen, om Emmahaven gelegen, losgeraakt zijn en belangrijke aardstortingen ver oorzaakt hebben. De aldus losgeraakte aarde werd weldra opgelost in een geweldige moddermassa, welke de hellingen af stroomde, een uitweg naar de zee zocht en alles in haar vaart mede- voerde of vernielde. De meeste bam boezen woningen aan den voet van het gebergte werden weggeslagen of onbewoonbaar en moesten de bewo ners een goed heenkomen zoeken. Weldra stroomde de modder ook de verder meer zeewaarts gelegen steenen huizen binnen, en moesten ook dezsn door de bewoners verlaten worden. Het duurde niet lang of het stations gebouw was vol mannen, vrouwen en kindereD, die bun woningen ont vlucht waren en elk oogenblik gereed Btonden een laatste schuilplaats te zoeken aan boord van het in de haven liggende gouvernementsstoomschip Zwaluw. Gelukkig bleek dit niet noo- dig te zijn en bedaarde de regen tegen middernacht, doch wie schetst tegen den morgen de ontzetting van Emmahaven'8 bewoners, toen de ver woesting bij het daglicht opgenomen worden kon? De meeste plaatsen lagen onder water, terwyl al bet overige eenige voeten onder een vette moddermassa bedolven lager zijn huizen versoho- ven, gehavend, of waarin het slyk een halve manshoogte opgehoopt lag. Vele goederen waren dan ook totaal bedorven, terwyl de andere sohade nog niet te schatten is. Volgens de eerste ingekomen berichten 'kunnen wij mededeelen, dat de europeesohe buurt, de kampongs Gaoeng, Ta- loeka Niboeng, Soengei Braraei en zuidelijk van de Emmahaven nog een groot aantal kampongs voor een deel verwoest geworden zijn. Men noemt ons een 6 8- en 14-tal inlanders, die by deze ramp vermist worden, dooh wy deelen dit slechts ondei voorbehoud mede. Den volgenden morgen begaven zioh de Assislent-Resident voor de politie en de eerstaanwezend inge! nieur van den waterstaat naar Emmal haven om den toestand op te nemen en de noodige voorzieningen te treffen. Men deelt ons mede, dat reeds gisteren een aanvang gemaakt is met de op ruiming, by welken arbeid 2 lyken gevonden zyn van inlanders, die door den modderstroom overvallen en me degesleept, in het slik een jammer lijken dood gevonden hebben. De trein van Emmahaven bracht een aantal bewoners van daar herwaarts, die na een slapeloozen nacht te Padang ver- poozing kwamen zoeken, terwyl een groot aantal Padangers, zoowel Euro peanen als Inlanders, naar Emma haven vertrokken om daar de aan- geriohte verwoesting in oogensohouw te nemen. Letteren en Kunst. De 17de jaarlijk?che examens der| Nederland8cbe Toonkunstenaars-Ver- eeniging zyn Dinsdag te 's Gravenhage in het lokaal „Pulchri Studio" voort- gezet. Van de 4 candidaten zyn geslaagd: I Voor piano (Lager onderwqy) de heer H. B. M. Meddens te Hilversum; voor piano (middelbaar onderwijs) mejuffrouw J. L. Wolter, te Amers foort. en de heer Jac. F. van Zuiphen. te Gouda. Eén candidaat nam geen deel aan het examen. Justus van Maurik heeft in Indië voordrachten gehouden. Hij deed het I o. a. te Padang en te Batavia, telkens I met zeer veel succes, 't Was in de Harmonie te Batavia nog nooit zoo vol geweest. Financieels Mededeelmgen. Volgens het „Weekblad voorlnoou- rante Fondsen" van Broekman Honders zijn in de week, eindigende 21 dezer, verhandeld de volgende fondsen: Oblig. Aand. Ob[ig. Aand. Oblig. Aand. Gemeente 's Grav. (1872-74) Alg. Waterleiding Maatsohappij Amsterdams. Galery Maatsohappy Nederlands. Bouw- Maatsohappy Hotel de la Prome nade Moluksche Haud.- Vennootsohap, Oost Java Cultuur- Maatsohappy Kon. Nederl Locaal Spoorweg-Maatsoh. te Apeldoorn Noord—Zuid -Holl. Stoomtram-Maat8oh. HaarlemLeiden Stiohtsohe Tramw.- Maatsohappij Kon. Stoomweverij Nijverdal. te Almelo. Kweekschool voor Maohioisten Arnhemeobe Verz. Maatsohappy tegen Brandschade 103 ji pCt. 90 35 f245 80 100 115 57H 101 120 173 53 1Q3JÉ Sport en Wedstrijden. Zondag jl. werd door de gy mnastiek- vereenigingen „Concordia" en „Door Oefening Sterker" hunne jaarlijksche wandeltocht gehouden onder leiding van hunnen Directeur, den heer Meijerink. Hoewel het weder zich Zaterdag niet best liet aanzien, was het Zondag zeer mooi. Nadat men des morgens halfzeven in sporteostuum was tezamen gekomen werd de tocht aanvaard. Voorafgegaan door een tamboer trok men langs den Schoterweg, Santpoort, Meerenberg naar het tlloemendaalsche bosch. In dien tijd werd ook de inwendige mensch niet vergeten. Daarna over Bloemen- daal enz. naar Vogelenzang gewandeld, waar in „Graaf Floris" het twaalf uurtje werd genuttigd. Na een kwar tier pauze ging men over Vogelen zang, langs wegen en velden naar Hillegom. Na een uur rust werd de tocht vervolgd langs den Veenen burger weg naar L:.sse. Hier liep, evenals op alle dorpen het geval was, het dorp bijna ledig en werd men tot aan de „Wt ie Zwaan" door verscheidene nieuwsgierigen gevolgd. Nadat men zich daar met eenige gymnastische oi wat ontstemd en onspraakzaam was geworden 6inds het voorval in den watertoren. „Dat kan ook niet anders," beantwoordde zij de uit eenzetting der gravin. „Gij hebt toch de inleidende stappen gedaan „Dat spreekt van zelf. De zaak zal den Heiligen Va der voorgelegd en zooveel mogelijk bespoedigd worden.' De stemming in het Blot was tevredener dan zij ge weest was, de dagelijks te verwachten aankomst van den tweeden zoon, van graai Leo, had in de eerste plaats veel bijgedragen tot de algemeens vreugde. Met Leo zou immers de groote triomf over de verlossing uit de slavernij, waarin men door den woekeraar gehouden werdaanvangen. In gravin Stephanie's wezen had immers altijd het stilzwijgende protest tegen de onge paste omgeving gelegen en nu hoopte zij te kunnen hern-lemen van den druk, en het volle geluk den drem pel te zien overtrekken. Zij was vriendelijker en toege vender jegens hare omgeving en droeg het grijze hoofd trotBcher dan ooit te voren. Het was op een der eerstvolgende morgens, dat Lin- dis, van een wandeling terugkeerend, in den aanblik van het droomerig stille meer verzonken, nietsvermoe dende, dqtaxusheg omliep, die van deze zijde het slotter- ras begrensde. Verschrikt deinsde zij terug. Waande zij de slotbawoners op dit tamelijk vroege ochtenduur nog in slaap, dat zij, zich niet storende aan het geluid der stemmen en met vasten tred, den kring binnentrad. Eugenie von Bietinghoff begon scherp en spottend te lachen. „Het is waarlijk kluchtig om die tengere benauwde gestalte met de ongekamde, verwarde haren daar als een landloopster te zien wandelen. Zij wierp een triumfeerenden blik naar den graaf heen, die met haar en zijn moeder de morgenkoffie gebruikte. Egon trok de wenkbrauwen samen, zijne zoo even nog vroolyke luim echeen geweken. Het kopje in de handen der gravin-weduwe beefde. Met een strenge uitdrukking blikte zij naar de jonge vrouw heen. Lindi8 was zoo zeer verschrikt, dat zy buiten staat was een verontschuldiging uit te brengen. Een donkere blos schoot haar naar de wangen en de prachtige rui ker van boschbloemen, dien zij in de hand hield, viel op den grond. De witte doek, om Liüdis' donker hoofd, trok het eerst de aandacht van do gravin. „Alsof ze zoo regel recht uit het hospitaal komt I" zeide zij met giftigen spot* „Zij wil zich zeker interessant maken," antwoordde Eugenie. „Juffrouw Werner, u zoekt ongetwijfeld mij 1" Met deze woorden kwum Margaretha van een dientafeltje aangesneld, om door hare tussohenkomst den stroom af te leiden. „Ja, ik dank a!" De jonge vrouw wilde omkeeren. „Metuw verlof!" Graaf Egon trad haar in den weg. „Wanneer gij van den morgenstond geprofiteerd hebt, om een wandelingetje te maken, dan zult ge zeker ook wel eetlust hebben. Mag ik u daarom uitnoodigen, om een kop koffie met ons te gebruiken?" Eugenie's schetterend hoonlachen wekte ginds in het prinselijk bosch een echo op. Gravin Hallwey zat als verstomd. Een lichte schrik ging er over Lindis' liefelijk ge zichtje, ten tweede male vielen de bloemen, die Mar garetha weder in hare hand had gedrukt, op den grond. Ditmaal echter raapte de graaf ze op. Hij sprak beleefd maar koel, zijn gelaat was streng. „Doe mij het genoegen en sla het niet af?:" „Maar, Egon, ben je nu mal geworden. Zoo V8r mag de scherts niet gaan.* Woedend was gravin Stephanie opgestaan. „Blijf bedaard zitten, moeder, Lindis zal deze plaats innemen I" Hij wees tamelijk nadrukkelijk op den stoel, waarop bij te vorsn had gezeten, en wenkte Margaretha met de hand. Deze plukte in een onbeschrijfelijke verlegenheid aan den band van haar schort. Nu vloog zij echter heen om een tweeden stoei voor haren meester en een kopje voor diens jonge vrouw te halen. Met een hysterischen uitroep sprong Eugene op en snelde strijdvaardig aan de zyde van de gravin-weduwe. „Dat is werkelijk om je ziek te lachen 1" verzekerde zij met een onheilspellend fonkelen der oogen. „Egon, bedenk, dat het je moeder is, die je zulk een affront aandoet; je zult toch zeker niet van haar ver langen, om met die persoon daar aan éen tafel te zitten. De erkentelijkheid voor dat weinigje moed van onlangs, is werkelyk te groot, zy kan in een anderen vorm betoond worden. En zoo'n heldenfeit was het trouwens ook niet, Gutbeim was immerB reeds opweg ter redding. Verlies niet uit het oog mijn zoon, dat ik de gravin Hallwey ben." „Kalmeer u, en ook freule Von Bietinghoff deed er het verstandigst aan daar te blijven zitten, de ver- sohuldigde eerbied is geen oogenblik uit het oog ver loren. De majesteit uwer waardigheid iB niet beleedigd, ik ben graaf Hallwey en die dame daar is gravin Hall wey. Margaretha de koffie is koud geworden, wilt ge zoo goed zijn mij andere te geven." De oude dienstbode greep met haast naar het aan gereikte kopje en spoedde zich naar het dientafeltje terug in haar hoofd bromde het als een baBinstru- ment. Ginds zag het er net zoo uit als tijdens het leven van graaf Nicolaus, het onweder kon ied6r oogenblik inslaan, de wolken waren te donker, [en de de electri- citeit had zich tot bergen opgehoopt. Margaretha's grijs hoofd knikte echter voldaan. Graaf Egon was een recht vaardig man. Wanneer het maar eerst eens flink blik semde en donderde en de opgewonden gemoederen op elkander spatten, dan zou later de lucht weer helder en zacht worden; deze onheilspellende wolk mocht voaral niet op het slot Hallwey drukken. Het arme kind, de dochter van Kemper, moest op het oogenblik, dat zij reeds éénen voet buiten het slot had, nog alge heele voldoening wedervarenzij toch was onschuldig, volkomen onschuldig aan het ongeluk. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2