Gloempang te maroheeren, van daar
in oostelijke riohting de kampongs
in te gaan, vervolgens zuidwaarts
af te alaan en in die riohting door
te maroheeren tot Panteh karang,
een kampong beoosten Montassik.
De tweede oolonne moest, na.de
eerste tot nabij Kroeng Gloempang
gevolgd te zgn, in Z.O. riohting af
slaan en vervolgens zuidwaarts mar
oheeren tot kampong Mon Tassik,
daarbij verbinding houdende met de
le oolonnede reohtervleugel aan
geleund tegen den weg Kroeng-Gloem-
parg-Senelop.
Een derde oolonne, samengesteld
uit het 12e en 14e bat. onder oom-
mando van den overste Soeters moest
den weg Lampermei Kroeng Gloem
pang vasthouden, terwijl een vierde
oolonne, gevormd door 2 oomp. van
het 15de bat. en 2e oom. van het
garnizoensbataljon, de reserve vorm
den.
Zooals men ziet was er dien dag
een aardige troepenmaoht op de been.
Het geheel stond onder com. van den
kolonel Stemfoort, ohef van den staf
overste van Vliet.
Te IVa uur 's naohts maroheerde
de le oolonne uit den kraton af een
uur later gevolgd door den 2e en een
half uur daarna door de Se. Over
Lampermei ging het naar Kroeng-
Gloempang, waaruit de voorhoede
hel eerste vuur ontving van een paar
vijandelijke Atjehers, die daar de
waoht hielden, dooh spoedig bij de
nadering onzer troepen het hazenpad
kozen.
De le (linker) oolonne marcheerde
door het onder water staande terrein
tot aan de kampong Teping Balé
zonder veel tegenstand te ontmoeten,
sloeg daarna zuidwaarts af en kreeg
bjj kampong Hoho verbinding met
de 2e (reohter) oolonne. Het terrein
was bier heuvelaohtig, afgewisseld
door diepe sawahsde vijand had
uitstekend daarvan gebruik gemaakt
tot het aanleggen zgner versterkin-
kingenop de hoogste heuveltoppen
gelegen domineerde hij den gehee-
len omtrek. Dank zg eohter de mare-
ohaussee en de repeteergeweren van
het 3e bat. hielden de Atjehers ner
gens stand en vluchtten zij in ooste
lijke riohting naar het gebergte.
Bij de kampong Ba Dilip gekomen,
bereikte de linkervleugel de uitge
strekte Blang Boeng Toedjoe, te mid
den waarvan de Atjehers een groote i
versterking hadden opgericht, waaruit
zij het 3e bat. voortdurend bestook
ten. Daar de artillerie de linkercolonne
door het zeer geaooidenteerde terrein
niet had kunnen volgen, doch naar
Gloempang was teruggekeerd en deze
vlakte Jinks moest laten liggen, aan
gezien de linie anders te uitgestrekt
werd, moest men den vijand alleen
door infanteriesalvo's van het lijf
houden en bezorgde hij ons daar
versoheidene gewonden. Eindelijk,
langzaam avanoeerende, kwam de
oolonne te 3 uur 's namiddags in
kampong Lampasei aan, waar zg in
stelling bleef liggen.
Van dit oogenblik kunnen we ge
bruik maken om na te gaan, welke
verliezen deze oolonne geleden had.
De kapitein Thijssen was bg kampong
Hoho gewond geworden en had een
sohot in de reohterborst gekregen
met deze levensgevaarlijke wond heeft
deze flinke oflioier den geheelen mid
dag door medegeloopen. Aan minde
ren waren er drie gesneuveld en een
twaalftal gewond. Wat was er intus-
sohen met de reohteroolonne onder
de bevelen van den overste Van Heutz
voorgevallen
Aohter de linkeroolonne aanmar-
oheerende met het 7e bat. aan het
hoofd, was zij iets voor Kroeng
GloempaDg in Z.O. riohting afgesla
gen. De oolonne commandant, tereoht
inziende, dat hij zijn reohterflank
moest dekken, liet het 7e bat. een
stelling innemen bij den Kroeng
Lingkar nabij den grooten weg Sene-
lop-Kroeng Gloempang, hetgeen zon
der eenigen tegenstand tot stand werd
gebraoht. Het bataljon ontving eenige
sohoten uit Senelop.
Terwijl de art. op den grooten weg
bleef, werden 2 oompagniën van het
9ie bat. in oostelijke richting afge
zonden, teneinde verbinding te zoe
ken met de linkeroolonne. Bij den
Krceng Lingkar in Kampong Hoho
gekomen, ontvingen deze oompag
niën het eerste vijandelijk vuur na
dit riviertje echter gepasseerd en
overgestoken te hebben, vluchtte de j
vijand in Z. O. richting, en kwamen
de compagnieën in stelling bij Pasar
Hoho en Tjot Mentjang. Van hieruit
i kreeg men maar geen verbinding met
j de linkercolonnelater bleek dat
deze nog verre achter was en door
haar artillerie slechts langzaam kon
avanceeren. Het 9de bat. zag veel
volk uit de tegenover liggende kam
pongs in oostelijke richting aftrekken
en een benting bezetten, op een heu
vel gelegen. Van weerszijden werd er
een vuurgevecht aangegaan, dat aan
onze zijde geen verliezen
zaakte.
Na ongeveer een uur daar gelegen
te hebben, kwam het 6e bat. op de
linkerflank van het 9e en eing men
nu welgemoed voorwaarts. Ondereen
hevig vuur (dat, waarbij de kapitein
Thijssen gewond werd) rukte men
door de eawah op de tegenoverliggende
heuvels aan en waren deze, zoomede
de omliggende kampongs, weldra van
vijanden gezuiverd. De rechtexcolonne
kreeg hier een gewonde. Alle huizen
die beide colonnes op hun weg tegen
kwamen, werden verbrand, zoodat
men nu door de brandende kampongs
gemakkelijk de colonnes kon volgen.
Het 9e marcheerde langzaam zuid
waarts naar Aloe LintaDg en Aloe
Oew, steeds verbinding houdende met
het 7e op den rechter- en het 6e op
den linkervleugel, stak vervolgens de
sawah over naar Masdjid Mon Tassik
en kampong Lambada en bereikte
den rechteroever der Atjehrivier.
Het 7e bat. was intusechen tot ons
oude blokhuis Mata Ajer tegenover
Anak Galoeng voortgexukt, waar het
van de overzijde der Atj8h-rivier
vuur ontving. Het einddoel van den
tocht was hiermede bereikt. Alle
huizen in de kampongs waren ver
brand geworden en dichte rookko
lommen stegen allerwege opwaarts,
den vijand de plaats wijzende, waar
wij geweest waren.
Daar de kolonel besloten had het
bivak te Kroeng Gloempang te be
trekken, trokken beide colonnes door
de kampong3 op Senelop terug. De
vijand, die nu weer op kwam dagen,
bracht de troepen natuurlijk thuis en
eerst te 7 uur 's avonds was het ge
heel om en bij Kfoeng Gloempang
vereenigd, alwaar aoor de goede zor
gen van de intendance de manschappen
een broodje met gehakt ontvingen.
Allen konden hun beenen e8ns heer
lijk uitstrekken en een weinig ruBt
genieten, die ze waarlijk wel noodig;
hadden. Den geheelen dag door had
men door een zwaar begroeid en I
onder water staand terrein moeten
gaan en den volgenden morgen zou j
dit spelletje opnieuw beginnen. Ge-
lukkig, dat de vijand de troepen dien
nacht met rust liet en zij alleen door
de muskieten geplaagd werden.
De totale verliezen bedroegen op
dien dag aan gesneuvelden 4, aan
gewonden 29, waaronder een officier.
Voor den volgenden morgen werd
door het hoofdkwartier de volgende
dispositie uitgevaardigd
Het 6e bataljon en 3 comp. van
het 3e bat. met 1 sectie genietroepen
onder comd. van den overste Bisschoff
v. Heemskerk znllen in Z. W. rich
ting naar Lamsoet marcheeren en
door de Lam Dam over Siroen naar
Lambaroe gaan.
Het 7e, 12e, 14e, 9e bat., 2 comp.
van het gam. bat. en 1 comp. repe
teergeweren van het 3e bat. met de
noodige hulpwapens zullen in noor
delijke richting naar Toengkoep mar-
cheereü.
Het 7e bat. en 1 comp. repeteerge
weren zullen onder commando van
den overste v. Heutsz de kampong
beoosten den weg, het 12e onder
commando van den overste Soeters
de kampongs bewesten den weg
Gloempang Toengkoep doortrekken.
Het 9e is reserve voor do reohter-
het 14e voor de linkeroolonne en
volgt met de art. en de 2 oomp. van
het garn. bat. den grooten weg.
Het 5de bat. zal van Tjot Iri naar
Tjot Rang marcheeren en daar de
colonne uit het zuiden inwachten.
De marechaussee keeren met den
trein Daar Lampermei terug.
Den 17den Juni, 's morgens te 7Vs j
uur, marcheerden de verschillende
troepenafdeelingen af.
De oolonne Bisschoff v. Heemskerk
ontmoette op haar tooht nergens
weerstand, ontving uit onze oude
benting Lamsoet een paar schoten i
(welke later door ons verlaten werd j
bevonden) en kwam zonder verlie-
zen 's middags te twee uur te Lam
Baroe aan.
De noorderoolonne marcheerde door
de kampongs rechts en links van
den weg tot aan Tjot Rang zonder
tegenstand te ontmoeten, en kreeg hier
verbinding met h6t 5de bat', dat nu
den weg volgde.
Bg het oversteken der sawahs be
noorden Tjot Rang, werd de oolonne
Van Heutsz een weinig besohoten,
dooh verdreef al spoedig den vqaad;
hetzelfde gebeurde met het 5de bat.
bg Lam Goet, dat met eenige huizen
in de naburige kampongs werd ver
brand.
Het 7de, 12e en 5e bat. met 1 oomp.
repeteergeweren van het 3e, rukten
noordwaarts door naar Kroeng Kali,
terwijl het 14e en 9e bat. over Toeng
koep naar Boekit Karang terugtrok
ken en 2 comp. van het garn.-bataljon
met een seotie bergart. bg de benting
Batoe in reserve hieven.
Het 5e bat. rukte langs den grooten
weg voort tot onze onde benting
Kroeng Kali, die bestormd, dooh door
den vijand tgdig verlaten werd. De
lste luitenant Van der Molen werd
daarbg gewond en ontving een sohot
in den rechterschouder. Twee oom
pagniën bleven nu in stelling in de
kampongs Lam Lohen en Lamdoero.
De beide andere bat. rukten door de
kampoDgs beoosten den weg Daar
Masdjied Siem en Kroeng Kali, zon
der noemenswaardigen tegenstand te
ontmoeten.
Gezamenlijk zouden nu de troepen
op Toengkoep terugtrekken, het 5de
noordelijk, het 7de op en het 12de
zuidelijk van den weg Kroeng Kali-
Toengkoep. Doordat eohter het 5de
bat. te laat de order ontving, kwa
men twee oompagnieën bg Masdjid
Siem aan, toen de andere troepen al
teruggekeerd warenzij hadden het
nu nogal bard te verantwoorden te
genover den opdringenden vijand.
Financieels Mededeelingen.
Volgens het .Weekblad voor Inoou-
rante Fondsen" van Broekman
Honders zijn in de week, eindigende
28 dezerverhandeld de volgende
fondsen:
AaDd. Drentsohe Kan.Mij.
(zwart)f 10
Noord Willem8 Kan.
Maatschappij 5& pCt.
Algemeene Waarb.-
Maatsohappij 100
Maats, tot expl. van
.De Brakke Grond". 30
Nederl. Zuid-Afrik.
Hypotheekb. serie A. 55
Nederl. Zuid-Afrik.
Hypotheekb. seiie B. f280
Maats, tot expl. van
het „Poolsche Kof
fiehuis" 100
Vlaardingeohe Wa
ter! Maats, (gewone) 60
Landbouw-Af aatsob.
„TemoeloeB" 104
Almelosohe Stoom
spinnerij], Weverij en
Verwerij15
Kon. Ned. Beiersoh
Bierbrouwerij. 77)4
Nederl. Oliefabriek
te Delft40
Zekerheidsfonds v.
d. Onderl. Levens-
verzek. van .Eigen
Hulp"99)4
Hol). Sooieteit van
Levensverzekering. 238)4
Bachtszaken.
die uit hei gebergte kwam opzetten. De «°>>tbank te Breda heeft on-
Tenen zee uur 's avonde bereiklee laDK" "tspraak gedaan in een proces
legen zee uur savonds bereikten tu8eohen lwe0 „htgenooten. De
Tegen
deze compagnieën ten koste van tweo
dooden en vgf gewonden Toengkoep
en een uur later Boekit KaraDg.
Daarmede was de tooht naar de
XXV en XXVI Moekims afgeloopen
en had de regeeringsoommissaris vol
gens zeggen het laatste gedeelte van
zgn programma volbracht. De ver
liezen, door deze beide dagen gi le
den, bedroegen drieëndertig gewon
den en zes dooden.
Het spreekwoord zegtwaar ge
hakt wordt vallen spaanders; dit is
zoo, zeker, dooh het moet iedereen
toch treurig stemmen steeds te moe
ten hooren van de verliezen, die wij
hebben te lijden. Dit duurt nu reeds
23 jaar, waar blijft het eind©? Het
totaal aantal verliezen van den Sen
April af bedraagt nu a^n gesneuvel
den en gewonden23 officieren en
550 minderen, een respectabel getal,
dat het ogfer onzer verliezen te Lom
bok zeer nabij komt.
De cnef van den staf maakte ver
leden week met een der marinesche
pen een verkenning langs de kust
van Lepong en bevond daarbij, dat
het met de steeds waaiende weste
winden voorloopig onmogelijk is om
te landen. Daaruit kan men opmaken,
dat generaal Vetter Toekoe Oemar
nog niet met rust wilde laten en hem
zelfs tot in zijn laatste schuilplaats
op zal zoeken. Want dat het gebeurt,
daar is ieder zeker van.
Den 20eten Juni hebben het 6e,
14e, 2 comp. van het 7e en 2 comp.
van het 5e bat. militaire machtsver-
tooningen gemaakthet 14e tot aan
Biloel, het 5e van de Boekit Daroe
tot Passar Uleh Glie, het 6e naar de
Koeng Raba.
Nergens ontmoette men eenigen
tegenstand, alleen het 6de werd te-
rugkeerende door volk uit Lepong
een weinig thuisgebracht, zoodat nog
een cavaleriepaard gewond werd Te
12 uur waren alle troepen weer thuis.
vrouw had den man aangesproken
tot betaling van kleedgeld, waarvoor
zij f450 per jaar meende te kunnen
vorderen. De rechtbank besliste eoh
ter overeenkomstig de beweringen
van den gedaagden man, dat de vor
dering niet gegrond was op de wet,
daar het beheer der gemeensohap be
rust bg den man, in strijd met welke
bepaling de vrouw niet het reoht mag
verkrijgen over een deel der gemeen
sohap naar willekeur le besobikken.
Zelfs al had de vrouw overeenkom
stig haar eisoh geld van den man
verkregen, dan nog zou de vrouw
voor de besteding van het geld den
bijstand van haar man moeten inroe
pen, want zonder hem mag zg toch
geen verbintenissen aangaan. En ook
het beroep op art. 162 B. W. gaat
niet op, want de man is wel ver-
plioht zijn vrouw het roodige te ver
sohaffen, maar daarvoor geld en een
jaargeld uitkeeren, dat behoeft hg
niet. De eisoh werd afgewezen.
De rechtbank te Rotterdam veroor
deelde een kaartlegster uit Gouda
wegens oplichting tot 9 maanden
gevangenisstraf.
Letteren en Kunst.
De 17de jaarlijksche examens der
Nederl. Toonkunstenaars-Vereeniging
zijn Dinsdag te 's Gravenhage, in
het lokaal „Pulchri Studio" voort
gezet.
Van de 5 candidaten zgn geslaagd:
voor Piano (L O.) de dames J. Sem-
ber, nit Wageningen A. B. H. Weber,
uit Alkmaar, en de heer J. H. de
Klark, van Rosendaal bg Arnhem.
Afgewezen 2 candidaten.
Leger en Vloot.
Sport en Wedstrijden.
Sohaken.
Uitslag van de zevende ronde op
het Neurenberger toernooiPillsbury
won van Marco, Maroczy van Albin,
Schallop van Porges, Tsjigorin van
Charousek, Walbrodt van Winawer,
Showalter van Janowski, Tarrasch
van Teichmann en Steinitz van Black-
burne. De partij van Schiffers en
Schlechter bleef onbeslist. Lasker
speelde niet.
De stand is nuSteinitz 5)4, Wal
brodt 5Vs. Tsjigorin 5, Lasker 5,
Janowski 4)4, Blackburne 4, Maroczy
4, Schlechter 4, Schilfers SVs, Pills
bury 3, Albin 2%, Wiüawer 2)4, Marco
2Vs, Charousek 2", Schallop 2, Showal
ter li/s, Porges Va, Teichmann Va-
Gemengd Nieuws,
Het vergaan der „Drummond
Castle."
Het Wreck Inquiry Courtheeft
zgn oordeel uitgesproken omtrent
het vergaan van de Drummond Cattle.
De Drummond Cattle wordt een
goed zeewaardig schip genoemd en
uitstekend geschikt voor den dienst,
waarvoor het gebruikt werdook het
aantal booten was voldoende.
Op het oogenblik van het onheil
werd het schip eohter niet met vol
doende zorg bestuurdhet peilen is
j veronachtzaamdmet het oog op hei
to xvi I mistige weer en de gevaarlijke om-
De heer dr. R. A. J. Snethlage, g0vjDg hacl het te groote snelheid.
officier van gez. le kl. (kapitein) bg
het O. I. leger, met verlof alhier is TomOBnn
bevorderd tot dirigeerend offioier van Proces tegen Jameson,
gez. 2e kl. (majoor). j Het proces tegen dr. Jameson en
zgne medebeschuldigden werd Dins
dag voortgezet. Het hof was dioht I
gevuld met belangstellenden. Diepe
stilte heersohte toen de lord chief
justioe, lord Russell of Killowen, begon
met de niteenzetting der zaak voor,
de jury. Lord Ru?sell zeide, dat indien
de jury overtuigd is dat de beklaagden
te Pit8ani en te Mafeking de gebeur
tenissen in Transvaal voorbereidden
en aanzetten tot de uitvoering er van,
het er niets toe doet of Pessani ge
legen is binnen het Engelsch gebied
of niet en of de Foreign Enlistment
Aot'er van kraoht is.
In den namiddag werd het vonniB
uitgesproken.
De jury verklaarde al de beklaag
den schuldig, waarna Jameson ver
oordeeld werd tot 15 maanden ge
vangenisstraf zonder dwangarbeid,
Willoughby tot 10, majoor White tot
7, Coventry, Grey en kolonel White
elk tot 5 maanden.
Een spoorwegongeluk.
Bg Castel is de sneltrein, die des
avonds om 10 unr 40 minuten uit
Frankfort vertrektontspoord. De
locomotief en een goederenwagen
vielen om en werden vernield. De
machinist bleef op de plaats dood,
terwijl de hoofdconduoteur zware
inwendige kneuzingen bekwam, waar
aan hij nog denzelfden nacht over
leed. De stoker i3 eveneens zwaar
gekwetst en in het ziekenhuis te Wies
baden opgenomen.^ Geen der passa
giers is gewond.
Een gruwelijke moordge
schiedenis.
Te Berlgn heeft Zondagavond een
vreeselijke moord plaats gehad. Inde
Markuestraat bewoonde de weduwe
Schmidt twee kamers en een keuken,
waar zij saaien leefde met haar 22-
jarige dochter Eiise, haar anderhaif-
jarige kleindochter Emilie, haar zoon
Otto en den smid Otto PieBke. Deze
laatste had bij haar eeri slaapstede
gehuurd. Pieske was een sterke, bru
tale kerel, die z6er dikwijls dronken
was en menigmaal aanleiding gaf tot
verstoring van den kuiselijken vrsde.
Vrouw Schmidt had daarom den
laatsten tijd dikwijls gedreigd hem
de slaapstede op te zeggen en het
was ook werkelijk haar plan zich
van haar lastigen klant te ontdoen.
Dit ccbijnt Pieske gebracht te heb
ben tot het plegen van den moord.
Zondagmiddag liep hij vele kroegen
af, zoodat hij in een zeer opgewon
den toestand huiswaarts keerde. Kort
daarop hoorde men een vreeselijk
gegilPieske had alles kort en klein
gesli gen en met een slagersmes, dat
hij gekocht had, den zevenjarigen
Otto het lichaam opengesneden, zoo
dat de knaap den geest gaf. Vrouw
Schmidt en haar dochter Elise snel
den te halp, doch beiden werden
door den woestelir g gegrepen en
vreeselijk verminkt aan hoofd, arm
en hals.
Pieske zelf sneed zich daarna met
een ander mes het lichaam open. Hij
overleed kort daarop in het zieken
huis. De toestand van vrouw Schmidt
niet levensgevaarlijk, doch haar
dochter Elise zal haar wonden wel
niet te boven komen. Haar dochtertje
Emilie, dat zij tijdens de worsteling
met den moordenaar in de armen
droeg, werd slechts licht gewond.
Te Stein, bij Neurenberg, is over
leden de ohef van de firma A. W.
Faber, de fabrikanten van de beroem
de Faberpotlooden. De overledene,
Lothar von Faber, 79 jaren oud, was
sedert 1864 lid van den Beiersehen
rijksraad en droeg sedert 1881 den
titel van baron.
Reeds eeuwen lang was in de om
streken van Neurenberg de fabricatie
van potlooden als tak van huisnijver
heid inheemsch, totdat in 1760 A.W.
Faber, de stichter der firma en over
grootvader van Lothar, eene fabriek
oprichtte, in welke hij met 20 werk
lieden den arbeid aanving. Die fabriek
werd in 1839 geërfd door Lothar, die
zich door verblijf in het buitenland
met name te Parijs, goed op de hoogte
had gesteld van zgn vak, groote her
vormingen invoerde, zelf nieuwe ont
dekkingen deed en filialen stichtte,
of tot verdere ontwikkeling bracht, te
New-York, Parijs, Londen, Weenen,
St. Petersburg en Berlgn. In 1856
bereikte de zaak haar hoogste punt,
toen de firma het monopolie verwierf
van het uitstekende graphiet van het
Sajani-gebergte in Oost Siberië.
Rusgiscll.
Voor zoover de zaak van de rad
op het Chodynskojeveld te Moskó
nog verder onderzooht zal wordcj
is het onderzoek weer in handen g
steld van graaf Pdhlen, den opp«
ceremoniemeester bg de heilige kri
ning. Reeds dadelijk na de ran)
vroeg de Keizer hem om raad
wilde hem met het onderzoek bela)
ten. Pablen, een oud staatsman, et
vriend en reohterband van keiz|
Alexander II, onder wien hij ministj
van 't hof was, gaf toen in Moskq
zeer kras zgn meening te kennen
zei dat men over 't algemeen geij
grootvorsten moest belasten met
regeling van de feesten, waarbij alti
aanzienlijke leveranties voorkome|
Grootvorsten, zei Pdhlen, zgn uitsti
kende mensohen als aanvoerders vq
leger en vloot, maar waar zij mi
leveranciers te doen hebben worde
zg per se bedrogen.
Graaf Pdhlen staat in hoog aai
zien aan 'tbof en kan tamelijk vei
zeggen. Grootvorst Wladimir Alexas
drowiisj was bij die uitlating tegei
woordig en protesteerde natuurlgl
waarop de graaf zioh de vrghej
veroorloofde, den grootvorst de oj
merking te maken, dat hg Wladimj
zelf een goed voorbeeld was, dat al
bevestiging van zijn beweren koi
worden aangehaald. Zgn Hooghei
moest maar eens denken aan de
langzamen vooruitgang in den boui
van de kerk die ter nagedaohtenj
aan Alexander II in Petersburg gi
bouwd wordt, op de plaats waar d
Tsaar gedood is, bij het Mioha'è
paleis.
Deze kerk, die onder toezioht va-
Wladimir gebouwd wordt, wach
reeds tien of twaalf jaar op hare voj
tooiing. Gedurende al dien tijd is e
aan gewerkt, en nu nog staan stei
gers en schuttingen om het geboui
en vertoonen zioh nog slechts de ge
raamten der koepels in de luchl
Over dezen bouw zgn in Petersburj
zeer ongunstige geruohten in omloop
die waarsohijnlgk ook niet geheel 0|
losse schroeven staan. Reeds veli
bouwmeesters en leveranoiers moetei
zioh bij dit werk verrijkt hebben.
Maar om op graaf Pahlen terug tl
komen, Wladimir beduidde den Kei
zer dat de graat niet de rechte mai
was voor 't onderzoek, en de keize;
wendde zich tot prins Dolgoróekol
Eerst werd toen verteld, dat de ge
heele zaak in den doofpot zou gera
ken, daar te hooggeplaatste personet
bg 't onderzoek zouden worden ge
compromitteerd maar nu dezer dager
heeft toch Pahlen de zaak in handen
gekregen.
Een struisvogelmaag.
Juni kwam, wordt uit Odessa ge
meld, alhier een bekend koopmac
uit Jalta aan met zgn zieke vrouw
Hij begaf zich naar dr. Frioher, var
het evangelische ziekenhuis, en ver
telde dezen, dat zgn vrouw aan eer
zenuwziekte leed en tijdens de aan-
vallen dier ziokte alle mogelijke voori
werpen verslond.
Zoo had zg voor en na ingeslikl
een vork. een lepel, spijkers, ijzer,
glas enz. Hij had zich met zgn vrouv
bij verschillende geneesheeren ti
Charkow, Poltawa en Jalta aangemeh
maar niemand die raad wist.
Nadat dr. Fricher de zieke nauw
keurig had onderzooht, werd det
volgenden dag tot de operatie over
gegaan en nu vond men in de maag
der patiente 37 voorwerpen.
Onder deze voorwerpen bevonden
zioheen vork, een stuk ijzer vaD
drie duim lengte, 1)4 duim breedte en
duim dikte, twee theelepeltjes, een
naald, twee spijkers, elk twee tot dri»
duim lang, glassplinters, knoopen enz
De gevangenen van Menelik
De gevangen Italiaansche officierer
schijnen aan de Abessyniërs goede
diensten te bewijzen. Een brief var
den Abessynischen opperbevelhebbel
Batha-Amonos aan de Oaz. Piemontesa
te Turiju, deelt hieromtrent het vol
gende mede:
„Lach niet, ik meen het ernstig
onze residentiestad Addis-Abeba be
gint al meer en meer te gelijkt-n op
uwe stedenwij danken dat aan den
goeden smaak en de buitengewonf
bekwaamheden der gevangen Itali
aansche officieren, die nieuwe en re
gelmatige straten hebben aangelegd
en deze, wat in Abessynië nog nooit
is gezien, gedeeltelijk hebben gepla
veid. De nieuwe straten krijgen na
men, die aan onze overwinningen
en vroeg reeds meer dan eens na|r je. Op dit oogen
blik heeft zij logés, je komt dns juist van pas, geen
twijfel of je zult je wel acclimatiseeren on onze kiin-
gen?^
„Vandaag al? Ik was van plan om met Egon naar
de stad te rijden, ten einde een notaris de uitbetaling
van het geld aan Kemper op te dragen. Die zaak brandt
mij op het hart, ik zal niet eerder rust hebben, dan
wanneer de laatste pfennig betaald is."
„Dat treft magnifiek. Ik heb tegen den middag den
notaris van ons huis hier doen ontbieden, ten einde
met hem te Bpreken over Egon's echtscheiding, de
zaak zal weinig moeielijkheden opleveren, draag hem
gerust de ganBche aangelegenheid op, ze is bij hem in
goede banden toevertrouwd, Leo
Gruvin Hallwey lachte met zelfbehagen voor zich uit.
Het heldere morgenrood eener onbezorgde toekomst
doemde voor haar op.
„Zen er voor Egon dan nog de mogelijkheid bestaan
voor een tweede huwelijk?"
„Wel natuurlijk. Hij heeft van den beginne af geschei
den van zijn vrouw geleefd, onoverwinnelijke afkeer en
een gedwongen huwelijk zijn toch, dunkt me, voldoende
redenen tot scheiding. De nuntius en alle hooge prela
ten, dien ik in deze zaak om raad vroeg, hebben mij
de verzekering gegeven, dat de Heilige Vader na onder
zoek der feiten, *wel niet anders zou kunnen han
delen." BEShcIB^'
„En behandel je deze^quaestie, die je toch zoo van
nabij aangaat, niet zelfvroeg Leo op zeer ernstige wqze
aan zgn broeder.
„Waartoe. Mama behandelt die zaak veel beter en
grondiger, zij toch is een geboren diplomate 1"
Er klonk als 't ware een zekere verbittering uit de
weinige woorden.
Verwonderd beschouwde Leo zijn ouderen broeder, die
j ongeduldig was.
„Daar komt freule Von Bietinghoff, ik ben niet in een
stemming om de tegenwoordigheid van vreemden te ver-
dragen. Wil je mij naar het park begeleiden, Leo
Bereidwillig stond deze op. Zijn verbazing groeide aan.
j Beschouwde Egon Eugenie dan ook als een vreemde en
ontweek hij haar?
i „Verontschuldig me een enkele minuut. Ik heb mijn
sigarenkoker niet bij me, hij moet zeker op mijn kamer
liggen." Graaf Egon snelde reeds door het zijportaal de
trap op. Leo volgde met langzame schreden en wan
delde in den corridor op en neer. Een lichte schaduw
had zich over zijn oogen verspreid, hem was het niet
ontgaan, dat Egon zeer ongelukkig was. Zou hij immer
het volle geluk zijner liefde bezitten, nimmer vergald
door de schaduwen der herinneringen? Leo wist, hoe
zwaar het offer deB broeders woog en dankte er hem
voor met alle gevoelens van zijn rijk hart. En gisteren
avond, toen Egon van het feest teruggekeerd waB, en
den jongeren broeder op zijn kamer vond, wiens aan
wezigheid Dietrich hem gemeld had, toen zij elkander
sprakeloos aan de borst gedrukt en omarmd gehouden
hadden, had hg het eerst verzocht: „Geen woord over
het verleden en over mij, geen woord Leo, ik bid het
je I" Leo had zwggend met het hoofd geknikt, hij wist
terstond hoe verwond de ziel moest zgn, wgl zij niet de
minste aanraking dulden wilde en hij had den wensch
geëerbiedigd, geen syllabe kwam er over zijne lippen,
met geweld trok hg het hart terug, opdat het niet over-
loopen en den geliefden broeder verraden zou, dat hij
hem niet alleen de redding yan het verderf, van de
oneer, maar ook het bewustzijn van zijn kwade eigen
schappen te danken had. Zijn beter „ik", de sluimerende
kern van het echte Hallweykarakter, was ontwaakt en
had hem tot een energieken man doen rijpen.
Graaf Leo streek met de hand over het ontbloote
voorhoofd, evenals wilde hij de op hem instormende
gedachten verjagen, en plotseling af brekende wendde hij
zich naar de oude olieverfschilderijen, die, vroegere be
zittingen en landschappen der heerlijkheid Hallwey
voorstellende, tegen de wanden van de gang hingen.
Plotseling boog hij, groetend, het donker gebruinde
hoofd en een glimlach licht als zonneschijn gleed over
zijne trekken.
In de halve schemering van den corridor was een
slanke vrouwengestalte opgedoken, die zijne aanwezig
heid bemerkende, glinss terug wilde keeren.
„Wees niet bang, ik ben een ding van vleesch en
bloed, ondanks mijn wce3t voorkomen," schertste hij
vroolijk geluimd. „Een bijzondere eter schijnt mij voor
gelicht te hebben, dat ik u aanstonds op dezen mor
gen ontmoet, nadat gij mij gister avond zoo onverschil
lig in den eteek hebt gelaten."
„Deze ster heet Margarethazij maakt het feestmaal
gereed ter eere van den teruggekeerden zoon, waartoe
zij alle handen in beweging brengt. Ach, wat hebben
wij ons van daag al moeten afsloven."
LindiB' oogen keken ietwat moedwillig naar hem op.
„Ach ja, de verloren zoon. Nu wordt ook zeker het
gemeste kalf geslacht en de groote gouden ring aan
mijn vinger gestokenis 't niet zoo
„Ik geloof het wel. Margarethe heeft ten minste
den kalkoen reeds in de pan gedaan en hare beste
kleeren aangetrokken, doch wat den gouden ring be
treft
„Nn?"
„Hij wacht reeds op u, strek slechts de hand uit, bij
is voor u in gereedheid gehouden."
„Hm I" Een diepe blik trof vorschend Lindis' aange
zicht.
Was het werkelijk slechts scherts, wat het meisje
zeide
„Het is de band van een werkman en daaraan past
slecht een ring," lachte hij zacht en natuurlijk. Zijn
trekken helderden merkbaar op.
„Het gebeurt echter tcch wis en zeker
„We zullen zien. De kalkoen schgnt delicieus te zijn.
De geur streelt mgn neus, ik dacht
„Juffrouw WernerJuffrouw Werner I" riep Marga
retha uit een deur op den achtergrond.
{Wordt vervolgd).