Gloempang te maroheeren, van daar in oostelijke riohting de kampongs in te gaan, vervolgens zuidwaarts af te alaan en in die riohting door te maroheeren tot Panteh karang, een kampong beoosten Montassik. De tweede oolonne moest, na.de eerste tot nabij Kroeng Gloempang gevolgd te zgn, in Z.O. riohting af slaan en vervolgens zuidwaarts mar oheeren tot kampong Mon Tassik, daarbij verbinding houdende met de le oolonnede reohtervleugel aan geleund tegen den weg Kroeng-Gloem- parg-Senelop. Een derde oolonne, samengesteld uit het 12e en 14e bat. onder oom- mando van den overste Soeters moest den weg Lampermei Kroeng Gloem pang vasthouden, terwijl een vierde oolonne, gevormd door 2 oomp. van het 15de bat. en 2e oom. van het garnizoensbataljon, de reserve vorm den. Zooals men ziet was er dien dag een aardige troepenmaoht op de been. Het geheel stond onder com. van den kolonel Stemfoort, ohef van den staf overste van Vliet. Te IVa uur 's naohts maroheerde de le oolonne uit den kraton af een uur later gevolgd door den 2e en een half uur daarna door de Se. Over Lampermei ging het naar Kroeng- Gloempang, waaruit de voorhoede hel eerste vuur ontving van een paar vijandelijke Atjehers, die daar de waoht hielden, dooh spoedig bij de nadering onzer troepen het hazenpad kozen. De le (linker) oolonne marcheerde door het onder water staande terrein tot aan de kampong Teping Balé zonder veel tegenstand te ontmoeten, sloeg daarna zuidwaarts af en kreeg bjj kampong Hoho verbinding met de 2e (reohter) oolonne. Het terrein was bier heuvelaohtig, afgewisseld door diepe sawahsde vijand had uitstekend daarvan gebruik gemaakt tot het aanleggen zgner versterkin- kingenop de hoogste heuveltoppen gelegen domineerde hij den gehee- len omtrek. Dank zg eohter de mare- ohaussee en de repeteergeweren van het 3e bat. hielden de Atjehers ner gens stand en vluchtten zij in ooste lijke riohting naar het gebergte. Bij de kampong Ba Dilip gekomen, bereikte de linkervleugel de uitge strekte Blang Boeng Toedjoe, te mid den waarvan de Atjehers een groote i versterking hadden opgericht, waaruit zij het 3e bat. voortdurend bestook ten. Daar de artillerie de linkercolonne door het zeer geaooidenteerde terrein niet had kunnen volgen, doch naar Gloempang was teruggekeerd en deze vlakte Jinks moest laten liggen, aan gezien de linie anders te uitgestrekt werd, moest men den vijand alleen door infanteriesalvo's van het lijf houden en bezorgde hij ons daar versoheidene gewonden. Eindelijk, langzaam avanoeerende, kwam de oolonne te 3 uur 's namiddags in kampong Lampasei aan, waar zg in stelling bleef liggen. Van dit oogenblik kunnen we ge bruik maken om na te gaan, welke verliezen deze oolonne geleden had. De kapitein Thijssen was bg kampong Hoho gewond geworden en had een sohot in de reohterborst gekregen met deze levensgevaarlijke wond heeft deze flinke oflioier den geheelen mid dag door medegeloopen. Aan minde ren waren er drie gesneuveld en een twaalftal gewond. Wat was er intus- sohen met de reohteroolonne onder de bevelen van den overste Van Heutz voorgevallen Aohter de linkeroolonne aanmar- oheerende met het 7e bat. aan het hoofd, was zij iets voor Kroeng GloempaDg in Z.O. riohting afgesla gen. De oolonne commandant, tereoht inziende, dat hij zijn reohterflank moest dekken, liet het 7e bat. een stelling innemen bij den Kroeng Lingkar nabij den grooten weg Sene- lop-Kroeng Gloempang, hetgeen zon der eenigen tegenstand tot stand werd gebraoht. Het bataljon ontving eenige sohoten uit Senelop. Terwijl de art. op den grooten weg bleef, werden 2 oompagniën van het 9ie bat. in oostelijke richting afge zonden, teneinde verbinding te zoe ken met de linkeroolonne. Bij den Krceng Lingkar in Kampong Hoho gekomen, ontvingen deze oompag niën het eerste vijandelijk vuur na dit riviertje echter gepasseerd en overgestoken te hebben, vluchtte de j vijand in Z. O. richting, en kwamen de compagnieën in stelling bij Pasar Hoho en Tjot Mentjang. Van hieruit i kreeg men maar geen verbinding met j de linkercolonnelater bleek dat deze nog verre achter was en door haar artillerie slechts langzaam kon avanceeren. Het 9de bat. zag veel volk uit de tegenover liggende kam pongs in oostelijke richting aftrekken en een benting bezetten, op een heu vel gelegen. Van weerszijden werd er een vuurgevecht aangegaan, dat aan onze zijde geen verliezen zaakte. Na ongeveer een uur daar gelegen te hebben, kwam het 6e bat. op de linkerflank van het 9e en eing men nu welgemoed voorwaarts. Ondereen hevig vuur (dat, waarbij de kapitein Thijssen gewond werd) rukte men door de eawah op de tegenoverliggende heuvels aan en waren deze, zoomede de omliggende kampongs, weldra van vijanden gezuiverd. De rechtexcolonne kreeg hier een gewonde. Alle huizen die beide colonnes op hun weg tegen kwamen, werden verbrand, zoodat men nu door de brandende kampongs gemakkelijk de colonnes kon volgen. Het 9e marcheerde langzaam zuid waarts naar Aloe LintaDg en Aloe Oew, steeds verbinding houdende met het 7e op den rechter- en het 6e op den linkervleugel, stak vervolgens de sawah over naar Masdjid Mon Tassik en kampong Lambada en bereikte den rechteroever der Atjehrivier. Het 7e bat. was intusechen tot ons oude blokhuis Mata Ajer tegenover Anak Galoeng voortgexukt, waar het van de overzijde der Atj8h-rivier vuur ontving. Het einddoel van den tocht was hiermede bereikt. Alle huizen in de kampongs waren ver brand geworden en dichte rookko lommen stegen allerwege opwaarts, den vijand de plaats wijzende, waar wij geweest waren. Daar de kolonel besloten had het bivak te Kroeng Gloempang te be trekken, trokken beide colonnes door de kampong3 op Senelop terug. De vijand, die nu weer op kwam dagen, bracht de troepen natuurlijk thuis en eerst te 7 uur 's avonds was het ge heel om en bij Kfoeng Gloempang vereenigd, alwaar aoor de goede zor gen van de intendance de manschappen een broodje met gehakt ontvingen. Allen konden hun beenen e8ns heer lijk uitstrekken en een weinig ruBt genieten, die ze waarlijk wel noodig; hadden. Den geheelen dag door had men door een zwaar begroeid en I onder water staand terrein moeten gaan en den volgenden morgen zou j dit spelletje opnieuw beginnen. Ge- lukkig, dat de vijand de troepen dien nacht met rust liet en zij alleen door de muskieten geplaagd werden. De totale verliezen bedroegen op dien dag aan gesneuvelden 4, aan gewonden 29, waaronder een officier. Voor den volgenden morgen werd door het hoofdkwartier de volgende dispositie uitgevaardigd Het 6e bataljon en 3 comp. van het 3e bat. met 1 sectie genietroepen onder comd. van den overste Bisschoff v. Heemskerk znllen in Z. W. rich ting naar Lamsoet marcheeren en door de Lam Dam over Siroen naar Lambaroe gaan. Het 7e, 12e, 14e, 9e bat., 2 comp. van het gam. bat. en 1 comp. repe teergeweren van het 3e bat. met de noodige hulpwapens zullen in noor delijke richting naar Toengkoep mar- cheereü. Het 7e bat. en 1 comp. repeteerge weren zullen onder commando van den overste v. Heutsz de kampong beoosten den weg, het 12e onder commando van den overste Soeters de kampongs bewesten den weg Gloempang Toengkoep doortrekken. Het 9e is reserve voor do reohter- het 14e voor de linkeroolonne en volgt met de art. en de 2 oomp. van het garn. bat. den grooten weg. Het 5de bat. zal van Tjot Iri naar Tjot Rang marcheeren en daar de colonne uit het zuiden inwachten. De marechaussee keeren met den trein Daar Lampermei terug. Den 17den Juni, 's morgens te 7Vs j uur, marcheerden de verschillende troepenafdeelingen af. De oolonne Bisschoff v. Heemskerk ontmoette op haar tooht nergens weerstand, ontving uit onze oude benting Lamsoet een paar schoten i (welke later door ons verlaten werd j bevonden) en kwam zonder verlie- zen 's middags te twee uur te Lam Baroe aan. De noorderoolonne marcheerde door de kampongs rechts en links van den weg tot aan Tjot Rang zonder tegenstand te ontmoeten, en kreeg hier verbinding met h6t 5de bat', dat nu den weg volgde. Bg het oversteken der sawahs be noorden Tjot Rang, werd de oolonne Van Heutsz een weinig besohoten, dooh verdreef al spoedig den vqaad; hetzelfde gebeurde met het 5de bat. bg Lam Goet, dat met eenige huizen in de naburige kampongs werd ver brand. Het 7de, 12e en 5e bat. met 1 oomp. repeteergeweren van het 3e, rukten noordwaarts door naar Kroeng Kali, terwijl het 14e en 9e bat. over Toeng koep naar Boekit Karang terugtrok ken en 2 comp. van het garn.-bataljon met een seotie bergart. bg de benting Batoe in reserve hieven. Het 5e bat. rukte langs den grooten weg voort tot onze onde benting Kroeng Kali, die bestormd, dooh door den vijand tgdig verlaten werd. De lste luitenant Van der Molen werd daarbg gewond en ontving een sohot in den rechterschouder. Twee oom pagniën bleven nu in stelling in de kampongs Lam Lohen en Lamdoero. De beide andere bat. rukten door de kampoDgs beoosten den weg Daar Masdjied Siem en Kroeng Kali, zon der noemenswaardigen tegenstand te ontmoeten. Gezamenlijk zouden nu de troepen op Toengkoep terugtrekken, het 5de noordelijk, het 7de op en het 12de zuidelijk van den weg Kroeng Kali- Toengkoep. Doordat eohter het 5de bat. te laat de order ontving, kwa men twee oompagnieën bg Masdjid Siem aan, toen de andere troepen al teruggekeerd warenzij hadden het nu nogal bard te verantwoorden te genover den opdringenden vijand. Financieels Mededeelingen. Volgens het .Weekblad voor Inoou- rante Fondsen" van Broekman Honders zijn in de week, eindigende 28 dezerverhandeld de volgende fondsen: AaDd. Drentsohe Kan.Mij. (zwart)f 10 Noord Willem8 Kan. Maatschappij 5& pCt. Algemeene Waarb.- Maatsohappij 100 Maats, tot expl. van .De Brakke Grond". 30 Nederl. Zuid-Afrik. Hypotheekb. serie A. 55 Nederl. Zuid-Afrik. Hypotheekb. seiie B. f280 Maats, tot expl. van het „Poolsche Kof fiehuis" 100 Vlaardingeohe Wa ter! Maats, (gewone) 60 Landbouw-Af aatsob. „TemoeloeB" 104 Almelosohe Stoom spinnerij], Weverij en Verwerij15 Kon. Ned. Beiersoh Bierbrouwerij. 77)4 Nederl. Oliefabriek te Delft40 Zekerheidsfonds v. d. Onderl. Levens- verzek. van .Eigen Hulp"99)4 Hol). Sooieteit van Levensverzekering. 238)4 Bachtszaken. die uit hei gebergte kwam opzetten. De «°>>tbank te Breda heeft on- Tenen zee uur 's avonde bereiklee laDK" "tspraak gedaan in een proces legen zee uur savonds bereikten tu8eohen lwe0 „htgenooten. De Tegen deze compagnieën ten koste van tweo dooden en vgf gewonden Toengkoep en een uur later Boekit KaraDg. Daarmede was de tooht naar de XXV en XXVI Moekims afgeloopen en had de regeeringsoommissaris vol gens zeggen het laatste gedeelte van zgn programma volbracht. De ver liezen, door deze beide dagen gi le den, bedroegen drieëndertig gewon den en zes dooden. Het spreekwoord zegtwaar ge hakt wordt vallen spaanders; dit is zoo, zeker, dooh het moet iedereen toch treurig stemmen steeds te moe ten hooren van de verliezen, die wij hebben te lijden. Dit duurt nu reeds 23 jaar, waar blijft het eind©? Het totaal aantal verliezen van den Sen April af bedraagt nu a^n gesneuvel den en gewonden23 officieren en 550 minderen, een respectabel getal, dat het ogfer onzer verliezen te Lom bok zeer nabij komt. De cnef van den staf maakte ver leden week met een der marinesche pen een verkenning langs de kust van Lepong en bevond daarbij, dat het met de steeds waaiende weste winden voorloopig onmogelijk is om te landen. Daaruit kan men opmaken, dat generaal Vetter Toekoe Oemar nog niet met rust wilde laten en hem zelfs tot in zijn laatste schuilplaats op zal zoeken. Want dat het gebeurt, daar is ieder zeker van. Den 20eten Juni hebben het 6e, 14e, 2 comp. van het 7e en 2 comp. van het 5e bat. militaire machtsver- tooningen gemaakthet 14e tot aan Biloel, het 5e van de Boekit Daroe tot Passar Uleh Glie, het 6e naar de Koeng Raba. Nergens ontmoette men eenigen tegenstand, alleen het 6de werd te- rugkeerende door volk uit Lepong een weinig thuisgebracht, zoodat nog een cavaleriepaard gewond werd Te 12 uur waren alle troepen weer thuis. vrouw had den man aangesproken tot betaling van kleedgeld, waarvoor zij f450 per jaar meende te kunnen vorderen. De rechtbank besliste eoh ter overeenkomstig de beweringen van den gedaagden man, dat de vor dering niet gegrond was op de wet, daar het beheer der gemeensohap be rust bg den man, in strijd met welke bepaling de vrouw niet het reoht mag verkrijgen over een deel der gemeen sohap naar willekeur le besobikken. Zelfs al had de vrouw overeenkom stig haar eisoh geld van den man verkregen, dan nog zou de vrouw voor de besteding van het geld den bijstand van haar man moeten inroe pen, want zonder hem mag zg toch geen verbintenissen aangaan. En ook het beroep op art. 162 B. W. gaat niet op, want de man is wel ver- plioht zijn vrouw het roodige te ver sohaffen, maar daarvoor geld en een jaargeld uitkeeren, dat behoeft hg niet. De eisoh werd afgewezen. De rechtbank te Rotterdam veroor deelde een kaartlegster uit Gouda wegens oplichting tot 9 maanden gevangenisstraf. Letteren en Kunst. De 17de jaarlijksche examens der Nederl. Toonkunstenaars-Vereeniging zijn Dinsdag te 's Gravenhage, in het lokaal „Pulchri Studio" voort gezet. Van de 5 candidaten zgn geslaagd: voor Piano (L O.) de dames J. Sem- ber, nit Wageningen A. B. H. Weber, uit Alkmaar, en de heer J. H. de Klark, van Rosendaal bg Arnhem. Afgewezen 2 candidaten. Leger en Vloot. Sport en Wedstrijden. Sohaken. Uitslag van de zevende ronde op het Neurenberger toernooiPillsbury won van Marco, Maroczy van Albin, Schallop van Porges, Tsjigorin van Charousek, Walbrodt van Winawer, Showalter van Janowski, Tarrasch van Teichmann en Steinitz van Black- burne. De partij van Schiffers en Schlechter bleef onbeslist. Lasker speelde niet. De stand is nuSteinitz 5)4, Wal brodt 5Vs. Tsjigorin 5, Lasker 5, Janowski 4)4, Blackburne 4, Maroczy 4, Schlechter 4, Schilfers SVs, Pills bury 3, Albin 2%, Wiüawer 2)4, Marco 2Vs, Charousek 2", Schallop 2, Showal ter li/s, Porges Va, Teichmann Va- Gemengd Nieuws, Het vergaan der „Drummond Castle." Het Wreck Inquiry Courtheeft zgn oordeel uitgesproken omtrent het vergaan van de Drummond Cattle. De Drummond Cattle wordt een goed zeewaardig schip genoemd en uitstekend geschikt voor den dienst, waarvoor het gebruikt werdook het aantal booten was voldoende. Op het oogenblik van het onheil werd het schip eohter niet met vol doende zorg bestuurdhet peilen is j veronachtzaamdmet het oog op hei to xvi I mistige weer en de gevaarlijke om- De heer dr. R. A. J. Snethlage, g0vjDg hacl het te groote snelheid. officier van gez. le kl. (kapitein) bg het O. I. leger, met verlof alhier is TomOBnn bevorderd tot dirigeerend offioier van Proces tegen Jameson, gez. 2e kl. (majoor). j Het proces tegen dr. Jameson en zgne medebeschuldigden werd Dins dag voortgezet. Het hof was dioht I gevuld met belangstellenden. Diepe stilte heersohte toen de lord chief justioe, lord Russell of Killowen, begon met de niteenzetting der zaak voor, de jury. Lord Ru?sell zeide, dat indien de jury overtuigd is dat de beklaagden te Pit8ani en te Mafeking de gebeur tenissen in Transvaal voorbereidden en aanzetten tot de uitvoering er van, het er niets toe doet of Pessani ge legen is binnen het Engelsch gebied of niet en of de Foreign Enlistment Aot'er van kraoht is. In den namiddag werd het vonniB uitgesproken. De jury verklaarde al de beklaag den schuldig, waarna Jameson ver oordeeld werd tot 15 maanden ge vangenisstraf zonder dwangarbeid, Willoughby tot 10, majoor White tot 7, Coventry, Grey en kolonel White elk tot 5 maanden. Een spoorwegongeluk. Bg Castel is de sneltrein, die des avonds om 10 unr 40 minuten uit Frankfort vertrektontspoord. De locomotief en een goederenwagen vielen om en werden vernield. De machinist bleef op de plaats dood, terwijl de hoofdconduoteur zware inwendige kneuzingen bekwam, waar aan hij nog denzelfden nacht over leed. De stoker i3 eveneens zwaar gekwetst en in het ziekenhuis te Wies baden opgenomen.^ Geen der passa giers is gewond. Een gruwelijke moordge schiedenis. Te Berlgn heeft Zondagavond een vreeselijke moord plaats gehad. Inde Markuestraat bewoonde de weduwe Schmidt twee kamers en een keuken, waar zij saaien leefde met haar 22- jarige dochter Eiise, haar anderhaif- jarige kleindochter Emilie, haar zoon Otto en den smid Otto PieBke. Deze laatste had bij haar eeri slaapstede gehuurd. Pieske was een sterke, bru tale kerel, die z6er dikwijls dronken was en menigmaal aanleiding gaf tot verstoring van den kuiselijken vrsde. Vrouw Schmidt had daarom den laatsten tijd dikwijls gedreigd hem de slaapstede op te zeggen en het was ook werkelijk haar plan zich van haar lastigen klant te ontdoen. Dit ccbijnt Pieske gebracht te heb ben tot het plegen van den moord. Zondagmiddag liep hij vele kroegen af, zoodat hij in een zeer opgewon den toestand huiswaarts keerde. Kort daarop hoorde men een vreeselijk gegilPieske had alles kort en klein gesli gen en met een slagersmes, dat hij gekocht had, den zevenjarigen Otto het lichaam opengesneden, zoo dat de knaap den geest gaf. Vrouw Schmidt en haar dochter Elise snel den te halp, doch beiden werden door den woestelir g gegrepen en vreeselijk verminkt aan hoofd, arm en hals. Pieske zelf sneed zich daarna met een ander mes het lichaam open. Hij overleed kort daarop in het zieken huis. De toestand van vrouw Schmidt niet levensgevaarlijk, doch haar dochter Elise zal haar wonden wel niet te boven komen. Haar dochtertje Emilie, dat zij tijdens de worsteling met den moordenaar in de armen droeg, werd slechts licht gewond. Te Stein, bij Neurenberg, is over leden de ohef van de firma A. W. Faber, de fabrikanten van de beroem de Faberpotlooden. De overledene, Lothar von Faber, 79 jaren oud, was sedert 1864 lid van den Beiersehen rijksraad en droeg sedert 1881 den titel van baron. Reeds eeuwen lang was in de om streken van Neurenberg de fabricatie van potlooden als tak van huisnijver heid inheemsch, totdat in 1760 A.W. Faber, de stichter der firma en over grootvader van Lothar, eene fabriek oprichtte, in welke hij met 20 werk lieden den arbeid aanving. Die fabriek werd in 1839 geërfd door Lothar, die zich door verblijf in het buitenland met name te Parijs, goed op de hoogte had gesteld van zgn vak, groote her vormingen invoerde, zelf nieuwe ont dekkingen deed en filialen stichtte, of tot verdere ontwikkeling bracht, te New-York, Parijs, Londen, Weenen, St. Petersburg en Berlgn. In 1856 bereikte de zaak haar hoogste punt, toen de firma het monopolie verwierf van het uitstekende graphiet van het Sajani-gebergte in Oost Siberië. Rusgiscll. Voor zoover de zaak van de rad op het Chodynskojeveld te Moskó nog verder onderzooht zal wordcj is het onderzoek weer in handen g steld van graaf Pdhlen, den opp« ceremoniemeester bg de heilige kri ning. Reeds dadelijk na de ran) vroeg de Keizer hem om raad wilde hem met het onderzoek bela) ten. Pablen, een oud staatsman, et vriend en reohterband van keiz| Alexander II, onder wien hij ministj van 't hof was, gaf toen in Moskq zeer kras zgn meening te kennen zei dat men over 't algemeen geij grootvorsten moest belasten met regeling van de feesten, waarbij alti aanzienlijke leveranties voorkome| Grootvorsten, zei Pdhlen, zgn uitsti kende mensohen als aanvoerders vq leger en vloot, maar waar zij mi leveranciers te doen hebben worde zg per se bedrogen. Graaf Pdhlen staat in hoog aai zien aan 'tbof en kan tamelijk vei zeggen. Grootvorst Wladimir Alexas drowiisj was bij die uitlating tegei woordig en protesteerde natuurlgl waarop de graaf zioh de vrghej veroorloofde, den grootvorst de oj merking te maken, dat hg Wladimj zelf een goed voorbeeld was, dat al bevestiging van zijn beweren koi worden aangehaald. Zgn Hooghei moest maar eens denken aan de langzamen vooruitgang in den boui van de kerk die ter nagedaohtenj aan Alexander II in Petersburg gi bouwd wordt, op de plaats waar d Tsaar gedood is, bij het Mioha'è paleis. Deze kerk, die onder toezioht va- Wladimir gebouwd wordt, wach reeds tien of twaalf jaar op hare voj tooiing. Gedurende al dien tijd is e aan gewerkt, en nu nog staan stei gers en schuttingen om het geboui en vertoonen zioh nog slechts de ge raamten der koepels in de luchl Over dezen bouw zgn in Petersburj zeer ongunstige geruohten in omloop die waarsohijnlgk ook niet geheel 0| losse schroeven staan. Reeds veli bouwmeesters en leveranoiers moetei zioh bij dit werk verrijkt hebben. Maar om op graaf Pahlen terug tl komen, Wladimir beduidde den Kei zer dat de graat niet de rechte mai was voor 't onderzoek, en de keize; wendde zich tot prins Dolgoróekol Eerst werd toen verteld, dat de ge heele zaak in den doofpot zou gera ken, daar te hooggeplaatste personet bg 't onderzoek zouden worden ge compromitteerd maar nu dezer dager heeft toch Pahlen de zaak in handen gekregen. Een struisvogelmaag. Juni kwam, wordt uit Odessa ge meld, alhier een bekend koopmac uit Jalta aan met zgn zieke vrouw Hij begaf zich naar dr. Frioher, var het evangelische ziekenhuis, en ver telde dezen, dat zgn vrouw aan eer zenuwziekte leed en tijdens de aan- vallen dier ziokte alle mogelijke voori werpen verslond. Zoo had zg voor en na ingeslikl een vork. een lepel, spijkers, ijzer, glas enz. Hij had zich met zgn vrouv bij verschillende geneesheeren ti Charkow, Poltawa en Jalta aangemeh maar niemand die raad wist. Nadat dr. Fricher de zieke nauw keurig had onderzooht, werd det volgenden dag tot de operatie over gegaan en nu vond men in de maag der patiente 37 voorwerpen. Onder deze voorwerpen bevonden zioheen vork, een stuk ijzer vaD drie duim lengte, 1)4 duim breedte en duim dikte, twee theelepeltjes, een naald, twee spijkers, elk twee tot dri» duim lang, glassplinters, knoopen enz De gevangenen van Menelik De gevangen Italiaansche officierer schijnen aan de Abessyniërs goede diensten te bewijzen. Een brief var den Abessynischen opperbevelhebbel Batha-Amonos aan de Oaz. Piemontesa te Turiju, deelt hieromtrent het vol gende mede: „Lach niet, ik meen het ernstig onze residentiestad Addis-Abeba be gint al meer en meer te gelijkt-n op uwe stedenwij danken dat aan den goeden smaak en de buitengewonf bekwaamheden der gevangen Itali aansche officieren, die nieuwe en re gelmatige straten hebben aangelegd en deze, wat in Abessynië nog nooit is gezien, gedeeltelijk hebben gepla veid. De nieuwe straten krijgen na men, die aan onze overwinningen en vroeg reeds meer dan eens na|r je. Op dit oogen blik heeft zij logés, je komt dns juist van pas, geen twijfel of je zult je wel acclimatiseeren on onze kiin- gen?^ „Vandaag al? Ik was van plan om met Egon naar de stad te rijden, ten einde een notaris de uitbetaling van het geld aan Kemper op te dragen. Die zaak brandt mij op het hart, ik zal niet eerder rust hebben, dan wanneer de laatste pfennig betaald is." „Dat treft magnifiek. Ik heb tegen den middag den notaris van ons huis hier doen ontbieden, ten einde met hem te Bpreken over Egon's echtscheiding, de zaak zal weinig moeielijkheden opleveren, draag hem gerust de ganBche aangelegenheid op, ze is bij hem in goede banden toevertrouwd, Leo Gruvin Hallwey lachte met zelfbehagen voor zich uit. Het heldere morgenrood eener onbezorgde toekomst doemde voor haar op. „Zen er voor Egon dan nog de mogelijkheid bestaan voor een tweede huwelijk?" „Wel natuurlijk. Hij heeft van den beginne af geschei den van zijn vrouw geleefd, onoverwinnelijke afkeer en een gedwongen huwelijk zijn toch, dunkt me, voldoende redenen tot scheiding. De nuntius en alle hooge prela ten, dien ik in deze zaak om raad vroeg, hebben mij de verzekering gegeven, dat de Heilige Vader na onder zoek der feiten, *wel niet anders zou kunnen han delen." BEShcIB^' „En behandel je deze^quaestie, die je toch zoo van nabij aangaat, niet zelfvroeg Leo op zeer ernstige wqze aan zgn broeder. „Waartoe. Mama behandelt die zaak veel beter en grondiger, zij toch is een geboren diplomate 1" Er klonk als 't ware een zekere verbittering uit de weinige woorden. Verwonderd beschouwde Leo zijn ouderen broeder, die j ongeduldig was. „Daar komt freule Von Bietinghoff, ik ben niet in een stemming om de tegenwoordigheid van vreemden te ver- dragen. Wil je mij naar het park begeleiden, Leo Bereidwillig stond deze op. Zijn verbazing groeide aan. j Beschouwde Egon Eugenie dan ook als een vreemde en ontweek hij haar? i „Verontschuldig me een enkele minuut. Ik heb mijn sigarenkoker niet bij me, hij moet zeker op mijn kamer liggen." Graaf Egon snelde reeds door het zijportaal de trap op. Leo volgde met langzame schreden en wan delde in den corridor op en neer. Een lichte schaduw had zich over zijn oogen verspreid, hem was het niet ontgaan, dat Egon zeer ongelukkig was. Zou hij immer het volle geluk zijner liefde bezitten, nimmer vergald door de schaduwen der herinneringen? Leo wist, hoe zwaar het offer deB broeders woog en dankte er hem voor met alle gevoelens van zijn rijk hart. En gisteren avond, toen Egon van het feest teruggekeerd waB, en den jongeren broeder op zijn kamer vond, wiens aan wezigheid Dietrich hem gemeld had, toen zij elkander sprakeloos aan de borst gedrukt en omarmd gehouden hadden, had hg het eerst verzocht: „Geen woord over het verleden en over mij, geen woord Leo, ik bid het je I" Leo had zwggend met het hoofd geknikt, hij wist terstond hoe verwond de ziel moest zgn, wgl zij niet de minste aanraking dulden wilde en hij had den wensch geëerbiedigd, geen syllabe kwam er over zijne lippen, met geweld trok hg het hart terug, opdat het niet over- loopen en den geliefden broeder verraden zou, dat hij hem niet alleen de redding yan het verderf, van de oneer, maar ook het bewustzijn van zijn kwade eigen schappen te danken had. Zijn beter „ik", de sluimerende kern van het echte Hallweykarakter, was ontwaakt en had hem tot een energieken man doen rijpen. Graaf Leo streek met de hand over het ontbloote voorhoofd, evenals wilde hij de op hem instormende gedachten verjagen, en plotseling af brekende wendde hij zich naar de oude olieverfschilderijen, die, vroegere be zittingen en landschappen der heerlijkheid Hallwey voorstellende, tegen de wanden van de gang hingen. Plotseling boog hij, groetend, het donker gebruinde hoofd en een glimlach licht als zonneschijn gleed over zijne trekken. In de halve schemering van den corridor was een slanke vrouwengestalte opgedoken, die zijne aanwezig heid bemerkende, glinss terug wilde keeren. „Wees niet bang, ik ben een ding van vleesch en bloed, ondanks mijn wce3t voorkomen," schertste hij vroolijk geluimd. „Een bijzondere eter schijnt mij voor gelicht te hebben, dat ik u aanstonds op dezen mor gen ontmoet, nadat gij mij gister avond zoo onverschil lig in den eteek hebt gelaten." „Deze ster heet Margarethazij maakt het feestmaal gereed ter eere van den teruggekeerden zoon, waartoe zij alle handen in beweging brengt. Ach, wat hebben wij ons van daag al moeten afsloven." LindiB' oogen keken ietwat moedwillig naar hem op. „Ach ja, de verloren zoon. Nu wordt ook zeker het gemeste kalf geslacht en de groote gouden ring aan mijn vinger gestokenis 't niet zoo „Ik geloof het wel. Margarethe heeft ten minste den kalkoen reeds in de pan gedaan en hare beste kleeren aangetrokken, doch wat den gouden ring be treft „Nn?" „Hij wacht reeds op u, strek slechts de hand uit, bij is voor u in gereedheid gehouden." „Hm I" Een diepe blik trof vorschend Lindis' aange zicht. Was het werkelijk slechts scherts, wat het meisje zeide „Het is de band van een werkman en daaraan past slecht een ring," lachte hij zacht en natuurlijk. Zijn trekken helderden merkbaar op. „Het gebeurt echter tcch wis en zeker „We zullen zien. De kalkoen schgnt delicieus te zijn. De geur streelt mgn neus, ik dacht „Juffrouw WernerJuffrouw Werner I" riep Marga retha uit een deur op den achtergrond. {Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2