Tweede Editie.
No. 4057
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever
PEEREBOOM.
FEUILLETON.
De Zeewolven.
24ü Jaarg-ang
Dinsdag 22 September 1896
HAABLEM'S DAGBLAD
CTS
Voor Haarlem per 3 maandenf 1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.80
n de omstreken en franco per postO.STi 'o
A TTVTTTF?/ 1 H i"Nrr"PT"Tfnsr
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiên worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagente» voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangèrc G. L. DAUBE <£- Co. JOHN F. JONES, Sim., Parijs Slbis Faubourg Montmartre.
Agenten yoot dit Blad ln den omtrek lijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. y. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LÏÏÜVEN, bij de Tol;;'Haarlemmermeer, C. DOEKESSpaarndam, C. HARTENDORP,
Zanivoort, J. ZWEMMER; VeUen, A. VENUS); IJmwidm, TJADEN; Beverwijk, E. JUNGERIK), Kocingatraat. Genoemden Agenten nemen Abonnementen en Adyertentën aan.
Officieels Berichten.
De Burgemeester van Haarlem
brengt bij deze ter kennis van del
ingezetenen dezer Gemeente, dat de1
op den 16en September jl. exeoutoir
verklaarde voljaarsoh kohieren No.
9 en 10 Afdeeling I en II op de Be-
drijfs Belasting dezer Gemeente,
dienst 1896/97, op heden aan den
ontvanger dor directe belastingen zijn
ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens
herinnerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zqn hunnen aanslag op den
bq de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem19 Sept. 1896.
De Burgemeester voornoemd:
BOREEL.
Politiek Overzicht.
Waarschijnlijk zal de nieuwe zitting
der franeohe Kamer niet voor 27
October een aanvang nemen. Tegen
2 October is de begrotingscommissie
bijeengeroepen.
De tijdelijke rust van het en-
gelech-egyptisch legercorps, dat naar
Dongola zou optrekkeD, is voorbij
en het heelt zijn marech hervat.
Naar uit Kaïro wordt gemeld is
Kerma door den vijand ontruimd op
het naderen der egyptische troepen.
Overal waar deze verschijnen zege
vieren zij.
De bezetting van Kerma heeft zich
naar den anderen oever van den Nijl
begeven, en stelling genomen te Hafir;
deze stelling is door drie kanonneer
booten gebombardeerd. De verliezen
der Engelschen waren onbeduidend;
I een stoomboot der Derwisjen werd in
den grond geboord.
De commandant blijft no te Kerma
zaet een aanzienlijke krijgsmacht.
Nader wordt uit Kerma gemeld,
dat de egyptische kanonneerbooten
te Dongola zijn aangekomen; het ge
bouw der schatkamer en de graan-
pakhuizen werden bezet. De inboor
lingen hebben verzekerd, datBishara
gouverneur van Dongola en een be
kend bevelhebber, ernstig gewond is.
Zaterdag heeft de vijand ook Hafin
ontruimd, om op Dongola terug te
trekken.
De te Madrid verschijnende Heraldo
verzekert, dat volgens een telegram
uit Hongkong, de Philippijnsche op
standelingen meester zijn van alle
steden in de provincie Cavito. De
kloosters zijn geplunderd en zes mon
niken gedood.
Volgens een bericht uit Manilla is
een nieuwe samenzwering tegen den
gouverneur ontdekt; een honderdtal
personen is gearresteerd.
BINNENLAND.
Haagsche Brieven.
Aan evenementen heeft 't in de
gigeloopen week niet ontbroken:
de opening der Staten-Generaal
de installatie der Kamer presiden
ten
het debat adres in de Eerste Kamer;
het vluchtig bezoek der Koningin
nen
een belangrijke raadszitting, enz.
enz.
En van elk daarvan zou ik geneigd
zijn een woordje te zeggen, altijd
zorgende binnen de perken van de
mq toegemeten ruimte te blijven. Tot
de enz. enz. reken ik bqv.(athletische
en andere sportwedstrijden, die
langzamerhand zóo tot OBZ© dage-
lijksch© gewoonten gaan behooren,
dat we er niets bijzonders meer in
vinden.
Dat is eigenlijk ook het geval met
de plechtige opening van de beide
Kamers der Vereenigde vergadering.
En toch is dit, zoowel in als buiten
de Kamer, een gebeurtenis, die nog
steeds duizenden naar 't Haagje lokt
en minstens de helit van de Haagsche
bevolking (op een kleinigheid na dus
honderdduizend merisohen) op straat
brengt. Merkwaardig genoeg, zjjn er
meer Hagenaars dan men zou ver
moeden die nooit de „glaze koes"
hebben bewonderd en die nooit de
van alle kanten met goud beplakte
hofdignitarissen hebben bekeken, ge
zeten in fraaie karossen, getrokken
door vier, soms door zes fiere rossen
„gaande naast elk portier twee ia-
keien". En dan 't gebulder van 't
kanon, in het Malieveld opgesteld
dat is ook iets ongewoors. Velen
gaan dan ook naar 't Hsagsohe
Champ de Mars om 't gezicht te ge
nieten van een artillerist, die aan 't
touwtje van een kanon trekt en om
de emotie te ondergaan van een ge-
bombom, dat de trommelvliezen van
een mensch, die geen artillerist is,
in bedenkelijke trilling brengt.
De groote massa loopt echter uit
houdt er u verzekerd van om de Re
gentes eenj groet te brongen of om Ko
ningin Wilheimina te zien, 't zij voor
het paleis venster, 't zq bq of tqdecs bet
uitiqden. Jammer maar dat de pret
van korten duur was, en de Vorst
innen na een verblijf van luttele
uren da residentie weder verlieten.
Wij wachten er haar weder terug
als de Koningin haar belqdenis komt
doen en ik kan, in verband met deze
gebeurtenis, een nieuwtje mededeelen.
Daags na haar bevestiging, die ten
paleize plaats heeft, zal de jonge
Koningin voor hot eerst als lidmaat
der gemeente het Heilig Avondmaal
bijwonen en wel in de Kloosterkerk.
Het zal wel storm loopen om daar
bij te zijn.
Zoo gaat het in den regel ook
de eerste vergaderingen die onze
Kamers honden nadat de nieuwe
zitting is geopend. Er zijn dan nog
veel vreemdelingen in de stad en die
willlen dan in 's lands Raadszaal ook
wel eens een kqkje nemen. Interes
sant zijn die vergaderingen in den
regel alleen om de hartelijke speeches
waarmede de nieuwbenoemde voor
zitters hun ambt aanvaarden en
eigenlijk nog meer, maar dat natuur
lijk in de Tweede Kamer alleen, het
opmaken der candidatenlijet voor het
voorzitterschap. Ik liet in mijn ver
slag van de zitting waarin deze keuze
I plaats had, de politiek rusten en doe
dat ook nu. Alleen wil ik er op
wijzen, dat de eer om als derde op
de lijst te worden geplaatst, ten deel
viel aan een der jongste leden van
de Kamer, baron Michiela van Ver-
duynen (katb.) Ziedaar iemand die
bij de politiek heeft geprofiteerd
aan de verdeeldheid der partijen
dankte hij 1 de eer waarvan ik sprak
en die in den regel slechts aan ands-
ren le beurt valt; aan de verdeeld
heid der partijen was het te wijten,
dat hg president der Oommissie van
Rapporteurs over de kieswet werd
aan de waarneming van welke func
tie hij thans ook zijn benoeming
dankt tot ridder in de orde van den
NederlacüSQhen leeuw. Toch, tot
welke Staatkundige partij men moge
behooren, heeft uien deze onderschei
dingen met genoegen gezien. De heer
Michiels is een van de menschen
die, door ondervinding gerijpt,
kalm en bezadigd weloverdachle
adviezen laat hooren en de knnst
verstaat om zqn beginselen getrouw,
anderer beginselen te eerbiedigen,
en het verwijt van een partijman te
zijn, ontgaat. Als men nu den wer
kelijk begaafden redenaar hoort, dan
vraagt men zioh af of dit dezelfde
man is, die eenige jaren geleden, in
den Haagsohen gemeenteraad zijn
maidenspeech hakkelde en zijn eigen
notities niet kon lezen, zoodat een
spottend verslaggeve.r vroeg of het
soms de aanteekeningen van een an
der waren.
Interessant was ditmaal ook het
Atjeh-debat in de Eerste Kamer, naar
aanleiding van het aires van ant
woord. Ik kom er niet op terug,
maar denk dat we in de Tweede
Kamer het nu wel zonder Atjeh-
disoussie kunnen stellen. De minister
heeft gezegd, wat hq zeggen kon.
mocht en wilde en men kan
nu wel waohtec tot bij de behande
ling der Indische begrooting. De
minister kan dan in het bezit zijn der
Buitenzorgsohe voorstellen en daar
van aan de Kamer mededeeliDg doen.
Niet onmogelijk dat we in dit geval
een herhaling krijgen van het beroem-
de Atjeh debat in comité-generaal, dat
eenige dagen heeft geduurd
idylle voor verslaggevers en steno
grafen.
Want wij hebben buiten de Ka
mer mogelijk nog genoeg 1e doen
allerlei amusementen (I) na te loopen,
die we op alle manieren „beu" zqn,
tentoonstellingen te „verslaan", con
gressen te „behandelen" zooals
het congres van Volksgezondheid,
dat hedeD bijeenkomt en eindelijk
den volke kond^te doen wat onze
vroede vaderen op de Groenmarkt tot
welzijn der burgerij beslissen. Daar
zou ik nog even iets van vertellen.
Onze raad dan heeft het contraot
met Het Nederl. Tooneel volkomen
terecht goedgekeurd, onder voorbe-
i houd evenwel, dat het voortbestaan
der Fransche Opera verzekerd zq.
|Een voorwaarde die ik vUn harte
toejuioh, omdat ik die knnst-instelling
voor een residentie onmisbaar acht
i en omdat ik nog steeds niet bekeerd
i ben tot de bewondering van de wer-
j ken van Fransobe componisten, voor
gedragen doorHollandsohe,Vlaamsohe
j of Duitsohe zangers en gezongen op
HollandBohen of Duitschen tekst, zoo
Id ais Sk Fransohen „Tanhoesèr"
genieten kan. „Qa me tame anx airs I"
(De „mop" is niet oorspronkelijk I)
Het Nederi. Tooneel krijgt f2000
rjr maand (gedurende zeven maan
den) voor zich en f2000 per maand
voor de Fransohe Opera.
Nu zegt men: hoe kan de Veree-
niging voor f14000 artiaten, ballet,
orkest, beambten engageeren. Met ver
lof van de bedillersde Vereeniging
krijgt daarvoor feitelijk f28000, want
voor sichzolve kreeg zq vroeger geen
cent en haar voorstellingen in Den
Haag maakten toch haar exploitatie
in h6t geheele land goed.
Acht en twintig mille is wel niet
zoo yeel voor de exploitatie van een
compleet opera-gezelschap, als men
rekent dat een eerste tenor f 1000 a
f1500 per maand kost, een tweede
1600 f750, een „eerste vrouw" niet
minder dan f1000 per maand en zoo
de anderen „navenant" maar wie
een contraot aangaat moet maar we
ten hoe hij het nakomt.
Wat drommel, waar dienen contrac
ten anders toe?
Een mijner vrienden, een advocaat,
heelt mij geantwoordom niet te
worden nagekomen.
Nu ja, van zijn standpunt 't zag
er anders slecht voor hem uit I
H. A. Ganus Jr.
Hofbericht.
Zaterdag te 11.28 vertrokken de
Koninginnen van het station Baarn
naar Het Loo. De vorstinnen verge
zeld van prinses Pauline van Wur-
temberg, hadden elk een prachtige
ruiker in de hand. Op het perron be
vonden zich de burgemeesters van
Baarn en Soeet, jhr. Van Weede, ba
ron Taets van Amerongen, de hofarts
dr. Greidanus en verder eenige auto
riteiten van de H. IJ. S. De vorste
lijke personen werden hartelijk toe
gejuicht.
De Koninginnen en haar gast en
gevolg kwamen om ruim halfeen op
het Loo aan. Op het perron bevon
den zich behalve een talrijke menigte
aanwezig ter ontvang3t de burge
meester, de rentmeester, de jager-
meester, de intendant, en de hofarts,
met wie de Koninginnen zich eeni-
gen tijd bezig hielden. Daarna bega
ven zij zich te voet naar het paleis
alwaar onmiddellijk de standaardvlag
geheschen werd. HM. de Regenies
was in 't zwart, HM. de Koningin in
het licht grijs gekleed.
Uit de Staatscourant.
Kon. besluiten.
Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Breda, ter Btandplaats
de gemeente Steenbergen, J. P. M.
van Kempen, oandidaat-notaris te
Rotterdam.
Goedgekeurd dat aan K. Zqp, bur
gemeester der gemeente Wqdenes,
op zqn verzoek, eervol ontslag is
verleend ais secretaris'dier gemeente.
Benoemd is dr. H. Blink, direotenr
eener hoogere burgersohool met 3-
jarige cursus te Amsterdam, tot rid
der in de orde van Oranje Nassau.
Een pensioen van f 600 is verleend
aan M. A. Toe Water, weduwe van
mr. L. Udo de Haes, gepensionneerd
ais raadsheer in het gerechtshof te
Arnhem.
Aan den boBohwaohter in het rent
ambt Steenbergen, J. Roelafs, is op
zqn verzoek, eervol ontslag verleend.
Aan den bq de landmaoht in West
Indië gedetaoheerden le luitenant der
infanterie P. C. A. Krügers is ver
gunning verleend tot het aannemen
en het dragen van het ordeteeken der
4de klasse van het Borstbeeld van
den Bevrqder, hem door den Presi
dent van de Vereenigde Staten van
Venezuela gesohonkeD.
EERSTE KAMER.
De waarnemende direoteur van het
kabinet der Koningin heeft, ter vol
doening aan de bevelen van H. M.
de Koningin-Weduwe-Regentes, aan
den voorzitter van de Eerste Kamer bq
missive verzocht aan de Eerste Kamer
der Staten-Generaal de betuiging van
Harer Majesteits dank te willen over
brengen voor het onder dagteekening
van den 17n September 1896, aange
boden adres van antwoord op de
Troonrede.
,Hare Majesteit verzoekt tevens
aan de Kamer de verzekering te
geven, dat het Harer Majesteit aan
genaams was te vernemen, dat de
Kamer met ijver en toewijding hare
werkzaamheden hoopt te volbrengen,
opdat zij onder Gods Zegen mogen
strekken tot bevordering van het
welzijn van Nederland en OraDje."
De pantserschepen EvertsenKor-
tenaer en Piet hein werden Zaterdag
bezichtigd door drie leden derEarste
Kamer, de heeren Bergsma, Melvill
van Lynden en Prins, en drie leden
der Tweede Kamer, de heeren
Royaards v. d. Ham, Lieftinck en
Bastert. De schepen lagen aan dan
golfbrekenden dam vóór de Handels
kade te Amsterdamde bszoekers
werden van de spoorbrug over de
doorvaart naar het Oosterdok met
sloepen en een stoombarkas afge
haald.
Zondag had het publiek van 10 tot
12 en van 2 tot 4 uur gelegenheid de
oorlogsbodems te bezichtigen.
Begrafenis van Mr. Haömane.
De stoet, waarmede Zaterdagoch
tend het lijk van mr. HafFmans te
Kessel ter aarde is besteld, bestond
uit leerlingen der eoholen, de onder
wijzers en onderwijzeressen, het fan
farekorps, het zangkoor welke de
schare geestelijken voorafgingen. De
lijkkist was bedolven onder bloemen
en kransen, uit alle oorden van het
land ontvangen.
Achter de lijkkoets volgden de
familieleden en talrijke vrienden. De
Mis van Requiem werd opgedragen
door pastoor Sax, de lijkrede gehou
den op het graf door hei Kamerlid
De Ras. Tegenwoordig waren o. a. de
leden der Tweede Kamer mgr. EvertB,
Van Basten Batenburg, Lsmbrechte,
Truijen, Dobbelman en Bahlmann,
de oud-afgevaardigde Walter, vele
leden van de Provinciale Staten, een
tiental burgemeesters, de deken en
het gemeentebestuur van Venloo,
1 Pastoor Haffmans van Maastricht
dankte namens de iamilie voor de
eer den overledene bewezen.
Beursboaw.
De plannen voor het bouwen eener
nieuwe beurs te Amsterdam, die, na
de verwerping der bekende onteige-
ningsvoordracht door de Tweede Ka
mer, weder laDg gesluimerd hadden,
zullen naar 't scbqnt thans weder
aan de orde komen. En zelfs zeer
spoedig, nog vóór de behandeling der
degrooting, dus in de volgende maand
reeds.
De opdracht aan B. en W. gegeven,
om te onderzoeken in hoeverre ver
bouwing der oude Beurs mogelijk
zou wezeu, zal uitloopen op een voor
dracht om een nieuwe Beurs te
stichten op het reeds veelmalen be
sproken terreinhet gedempte Dam
rak, dat vroeger ongeschikt was ver
klaard voor een gebouw van groote
afmetingen.
Laat ons intusschen eerst devoor-
draoht afwachtenwellicht valt de
oplossing die nu het moeilijk vraag
stuk heeft gevonden, nog mede.
„Booze tongen" beweren dat de
beslissing reeds vaststaat, en dat in
een geheime raadszitting over het
plan al is gehandeld en de hoofden
geteld zqn I Hdbl.
Zaak Den Hartog.
Het voorstel van bet hoofdbestuur
van den Bond van Ned. Onderwijzers
om aan den onderwijzer Den üartog
zqn volle salaris uit te keeren, totdat
zqn zaak in hoogste instantie zal be
slist zijn, is bq referendum aangeno
men met 1551 stemmen vóór en 164
tegen.
Den Hartog heeft zioh thans ook
met een adres gewend tot H. M. de
Koningin-Regentes om het besluit
van den gemeenteraad van Amster
dam, inhoudende zqn ontslag als on
derwqzer, te vernietigen.
Uit de dierenwereld.
Een hoogst zeldzame gebeurtenis
heeft in de Eotterdamsohe diergaarde
plaats gehad. Er werden namelqk 2
jongen geboren van denAfrikaansohon
of Reuzenstrnisvogeléen daarvan
eohter kwam dood ter wereld. Het
mannetje en het wijfje hebben te zamen
de eieren uitgebroed en losten elkaar
daarbq trouw af. Bq de geboorte had
het kuiken reeds de grootte van eene
halfwassen kip en indien het weer
niet al te spoedig koud wordt, be
staat er kans dat deze vogel, door
dat hq snel opgroeit, in het leven
blijft.
Eene niet minder zeldzame gebeur
tenis is de geboorte van een Afri-
kaanschen geelknevelaap of talapoin
in bet Chimpansébuisjo. Vermakelqk
is het om te zien, hoe al de andere
lalapoïns telkens het jong met ver
bazing komen bekijken.
Nog kan medegedeeld worden, dat
eene der leeuwinnen ruim eene drietal
jongen heeft geworpen, die evenwel
nog niet aan het publiek kunnen ver
toond worden, omdat de moeder «oh
nog zoo sohnw betoont, dat zq wellioht
uit groote zorgzaamheid voor hare
jongen deze in hare liefkoozingen
zou doodmaken.
door
MAX PEMBERTON.
HOOFDSTUK XVL
27( Goud uit de zee.
„Ik geloof dat gij gelqk hebt," zeide hq t8n slotte,
„men zou zeggen dat het da „Eclips" was, en het schijnt
bepaald koers naar hier te zetten. Wij hebben hier niet
veel ruimte, maar kunnen niet anders doen dan ons
uit te strekken, zq zouden ons anders met een verre
kijker kunnen zien, en wq mogen ons niet meer ver-
toonen. Ga plat uit liggen. Burke, terwijl ik nadenk
over hetgeen ons te doen staat."
Beiden gehoorzaamden aan zijn bevel en wierpen
zich ter aarde, terwql hunne beenen in het water af
hingen, maar zij riepen Kenner onderwijl toe de boot
zoo dicht mogelijk onder de rotsen te brengen, en Fis
her, die nienwe krachten door zqae opgewondenheid
ontving, werd op hen afgezonden, om hun in het
voortroeien behulpzaam te zijn.
„De zaak begint zich nu af te teekenen," sprak Mes
senger, „indien zij hierheen komen omdat mön in En
geland vernomen heeft, dat wq aan den grond zijn ge
raakt, zullen zij recht op de klippen aansturen en blijft
ons niets anders over dan bij hen aan boord te gaan.
Maar het kon ook even goöd wezen, dat zq enkel aan
het rondkruisen zqn. Wat denkt gij er van, Burke,
doen wq beter met van hier te roeien of er te blij
ven
„Wat mij betreft," gaf Burke tenantwoord, „begrijp ik
niet hoe zij bericht omtrent ons zouden hebben ont
vangen, ten minste nu reeds. Ik ben er voor om
te blqven. Als wij nu aan land gaan, wat is er dan het
gevolg van. Natuurlijk dot al de lieden uit den omtrek
ons zullen aangeven. Op zqn ergst genomen kunnen
wq nog den strijd wagen met de boot van het vaar
tuig, als het er een uitzet."
„Zeer zeker kunnen wij dat," riep Messenger uit, „en
wii kunnen zelfs, als het schip op een mijl atstands is
gekomen, nog altijd de vlucht naar het strand nemen,
maar wij zuilen een kwade tien minuten doorleven."
„Maar toch blqven wq voorloopig," zeide Burke, „en
wij doen er meteen een bad bij op. Ik zit tot over de
heupen in het zeewater."
Hij overdreef in het geheel niet, en gedurende het
eerstvolgende uur bleven beiden, met de beenen in zee
hangen en roerloos aan hunne plaats gekluisterd, ter
wql esn kruiser, wiens naam zij met geen mogelijkheid
konden ontcijferen, langzaam door den baai heenstoomde.
Het was een groot geluk voor hen, dat de vloed bijna zijne
volle krocht had bereikt toen het eohip langs de rot
sen kwam, want het hooge water hield het wrak van
het jaoht zoo goed als geheel verborgen, en het vaar
tuig bleef minstens drie mql van de kust verwijderd,
toch bracht elke kabellengte, die het aflegde, hen in
nieuwe doodsangsten.
Nadat zij aldus een half nur lang op den uitkijk
hadden gelegen, elkander telkens in hunne bezorgd
heid raadplegende, hield de kruiser tegenover de kust op
met stoomen, en merkten zij op dat hij signalen gaf,
maar spoedfg daarop vervolgde hq zijn weg en hoewel
de van schrik vervulde mannen ternauwernood een
woord van hoop durfden uiten, eindigde hij met de baai
uit te stevenen en verdween hq aan den ooste
lijken horizon.
HOOFDSTUK XVH.
Het gevecht in de kajuit.
Omstreeks twaalf ure werd de zon zoo ontzettend
brandend, dat de bemanning der reddingboot het on
dragelijke leed. Van acht uur af was de vroeg9 morgen
koelte geheel verdwenen en stroomde er onbarmhartig
een verzengend, ooBtersch licht op de rotsen neder.
Deze plaag bracht echter mede dat geen boot van dè
kust zioh naar buiten waagde en de klippen naderde,
zoodat zij, in al hunne ellende, onverhinderd bleven
liggen, totdat zq vol blijdsohap de zon zagen onder
gaan. Zonder langer dralen, begonnen zq nu uit al
hunne macht naar land te roeien en zioh voor het
eerst rekenschap te geven van de waarde der lading,
die zq overbrachten.
Toen' zij goed en wel den baai bereikt hadden, en de
spanen lieten rasten om e8n plek uit te kiezen, waar
zij aan land zouden gaan, begonnen zij wederom de
moeielqkheden van den vorigen dag onder de oogen
te zien. Het leed geen twijfel ot de Spanjaarden met
wie zij gevochten hadden, zouden hen voortdurend langs
het strand blijven zoeken, zij konden er dus niet lan
ger over denken hier eene haven op te sporen. Een
snel overzicht van den baai had hen oostwaarts de
omtrekken van een dorp doen ontdekken, zq konden
het evenmin naderen, en zich nog minder wagen aan
de kust ten westen, waar men den vuurtoren verrq-
zen zag. Geruimen tqd bleven zij in deze onzekerheid
voortdobberen, terwql de al boot meer en meer naar het
land dreef.
„Het komt hier maar op neer," zeide Messenger, na
de vraag zeker voor de tiende maal besproken te heb
ben, „dat wij eene plaats moeten vinden, waar wij ons
verbergen kunnen, terwql een van allen naar Ferrol
gaat en daar een schip haalt. Tot dat doel hebben wjj
iets beters noodig dan struiken boven het hoofd, en wij
kunnen toch geen week, of misschien veertien dagen
achtereen, jm deze sloep blijven. Als ik mijne ingeving
volgde, dan gingen wq naar den ooBtelijken kant der
kust, om te zien wat er aan gene zqde van het dorp
ligtis het ook daar niet te doen, dan zullen wij er nog
niet veel bq verliezen of wq terugroeien.*
„En als ik mqn zin kreeg, dan stevenden wij regel
recht op de eerste herberg de beate af, om er een fLink
maal en den noodigen wgn te bestellen," antwoordde
Kenner op klagenden toon; maar ziende dat hij geen