X beschikking gedane benoeming van zien der burgerlijke rechten van den dr. J. W. Chr. Goethart tot conser- prins-gemaal uitzonderingsbepalingen vator bij 's Rijks herbarium aan de in het leven worden geroepen. Rijksuniversiteit te Leiden en Let Zooals bekend is bevat het Bur- aan hem verleend eervol ontslag als gerlijk Wetboek in den zesden titel adsistent voor het bacteriob'giech (van do] rechten en verpliöhtingen der ondersoek aan het Rijkslandbouw- eohtgenooten) artikelen waarbij be- proefstation te Hoorn, worden gere- paald wordt dat de man het hoofd kend in te gaan met 1 Januari a. s. der eohtvereeniging is, dat hij de r goederen bestuurt, dat de vrouw hem Naar men verneemt, heeft H. M. moet volgen, waar bij verblijf wil de Koningin Regentes dezer dagen i houden enz. de gevangenisstraf van 14 dagen,! Sloot de koningin een huwelijk, waartoe een schutter te Amsterdam^au ?ou de Prins-gemaal, in staat wegens overtreding der schuttergwet kundigen zin. een ondergeschikte door den rechter in alle instantiënplaats innemen, in burgerleken zin was veroordeeld, veranderd in eene geldboete van f200. Wedemeijer. f Een bericht, dat de muzikale we reld met weemoed zal vervullen, ver spreidde zich Zondag door Amster dam en bleek weldra maar al te waar te zqn. Aan de Stadhouderskade, ter hoogte van de bierbrouwerij van Heineken, was 's morgens een lqk opgehaald, dat herkend werd als dat van den talentvollen orohestdireoteur den heer F. Wedemeijer, Het uurwerk, dat de verongelukte bij zich gedragen had, was blyven stilstaan op uur, zoodat het ver moeden voor de hand ligt, dat de heer Wedemeijer in den naoht van Zaterdag op Zondag op dit uur te water is geraakt. Een ongeluk voorkomen. Vrijdagavond had op het station Utrecht bij vertrek van trein 9 het volgende plaats Toen de trein reeds in beweging was, kwam een reiziger aanloopeD, zou hg van de Koningin gehoorzaam heid kunnen eisohen, met haar wonen waar hjj goed vond, enz. Daarom is reods in 1890 gevraagd of die rechten, welke het B. W. den man toekent, in een huwelijk als dat van de Koningin in overeenstemming zgn met de positie welke de Regee- rende Koningin tegenover den prins gemaal inneemt. Of hier geen uitzonderingsbepalin gen in het leven zouden moeten worden geroepen. Het Familieblad stelt nu deze vraag opnieuw en schrgft. „Wijj meenen, dat er hier wel de gelijk „periculum in mpra" is. Zonder overdrijving mag worden getuigd, dat dit nu eens eene kwestie is, waarvan de oplossing dringt. Onze Koningin heeft onlangs Haar zeventiende levensjaar bereikt en den 3In Augustus 1898 zal Zjj meerder jarig zgn en het bewind aanvaarden. Men kan dus met grond verwachten dat Hare verloving betrekkelijk spoe dig zal worden aangekondigd. En op het oogenblik, dat deze verblijdende tijding zou worden ver spreid, ware het eigenlijk te laat om A1IQLU CDU 1UIIUUDJ. «C4UAWIJUU, - - - die nog mee wilde. Hq sprong opdélde ;«k' ,d'? w3 hier eren aanroerden treeplank en hield zich arm den himd-1 te behandelen. W ant gelqk wq greep van den waggon vast, viel esh- ««den - zq moet volkomen ioeiqn ter en bleef hangen terwijl het bo- v\n elken persoon van elke practl- vengedeeite van zijn lichaam over overweging. Wil ze elk kwel- het perron werd medegesleept. ;»end of vernederend karakter misse., De opzichter-machinist H. U. Hoes, jdan ''tent zq opgelost te wezen, al- dit bemerkende, sprong toeschea den 1 v0r6ns e.r zelfs sprake is van een reedein flinke vaaït zijnden trein en toekomst,gen Prins-Gemaal, ontkoppelde de slangen der luohtrem, ?tli die eeDtnaai de oemmde en waardoor onmiddellijk de trein tot lieerde Echtgenoot der Koningin stilstand werd gebracht. Men kon ysn. -«ederland zal zijn, dient zyne hierdoor den onvoorzichtigen reizigerin nieuwe Vaderland te voor een groot ongeluk behoeden. Holland-Amerika lijn. De d'rectie der Nederl. Amerik. Stoomv. Maatschappij bericht het volgende: Het is wecschelijk gebleken voorons dagelgkeoh verkeer met derden, een korteren dan onzen offioieelen naam te bezigen. In verband hiermede hebben wg besloten daarvoor den naam Holland-Amerika Lgn aan te nemen, welke voor het vervolg in al onze aankondigingen en mededeelingen zal worden gebruikt. Voor stukken van meer offioieelen aard blijft onze offi- oieele naam Nederlandsoh-Ameri- kaansohe Stoomvaart Maatsohappij uit den aard der zaak behouden. Onze Maatsohnppy-vlag blijft even eene onveranderd. Zaterdagavond heeft in een herberg te 's-Hage zekere Theunis Lemke twist gekregen met een polderwerker tijdens het biljarten. Laatstgenoemde uit Utrecht afkomstig en werkzaam aan de Wester bouwmaatsohappy, moet aan Lemken een steek in de buik hebben toegebraoht, waardoor de ge troffene vrq ernstig is gewond en per brancard ,naar het Ziekenhuis ia overgebracht. Zgn toestand was Zondagochtend bevredigend. De da der is in arrest. Te Spekholzerheide (L.) isVrydag ochtend dood op eene bank liggende gevonden een onbekend mansper soon, dien men den avond te voren dronken over den weg had zien loo- pen. Op zgn rechterarm was geta- toueerd H. G. 1860 en op zgn lin kerarm een vrouwenfiguur op een aardbol. voorspoedig, zelfs de G.e Loeda pas niet bewaard, wane weldra had een een gesneuvelde. Laatstgenoemde was noodig om te leeren boe men de werd onbezet gevonden. Bood de vij- t en ieder iets van den buit. Gedurende een Afrikaansoh fuselier van de 4de voeten neerzetten moet, zonder het and ons geen weerstand, het terrein den terugtocht werden de huizen aan compagnie, die wegens lafheid by het publiek aan den vijftienden letter daar zou hem vervangen. De woeste, de vlammen prysgegeveuvan een intrekken van Tjot Rang in de 2dekl. I van het alphabet te doen denken. thuis brengen door den vyand wasvan mil. discipline was geplaatst' Van Westerhoven als Jourdain, is geen sprake. en ook bij deze gelegenheid moest j mg het beet bevallen bij gaf uil- Tegen den middag waren de troe- hij tot de vervulling van zijn plioht nemend de verwaande burgerman pen in hunne bivouaks teruggekeerd.aangespoord worden. Op strand terug-1 J - - Pers Overzicht. Over den gemaal der Koningtn. In 1890 is in de ,'pers de vraag besproken of in verband met een te verwaohten huwelyk van Koningin Wilhelmina de wetgever niet bijtijds dient te zorgen voor een zoodanige eigen gebied te volvoeren, aanvulling der bepalingrn van het De opmarseh had den 9en Aug. Burgerlijk Wetboek, dat ook ten aan- plaats en geschiedde buitengewoon kunnen overzien en te kannen aan vaarden gelijk deze is, in staatkundi gen zoowelals in burgerreohtelijken zin. Het zou niet aangaan, om wanneer eenmaal tot de Volksvertegenwoor diging de mededeeling i3 gerioht van Hr. Ms. verlovingwanneer aan de Stolen-Generaal de grondwettelijk vereischte toestemming tot het huwe lijk is verzooht, om dan eerst te gaan ingrijpen in de toekomstige positie van den vorstelyken Bruidegom. Daardoor zou de zaak haar alge meen en .neutraal" karakter verliezen en inderdaad kwetsend en stuitend worden voor dengeen, wien het be trof. Daarom veroorloven wg ons de vraag en welke wg riohten tot hen, die het oordeel in daze hebben te vellenis 't niet noodzakelijk, dat overwogen worde, in hoever de bur gerlijke verhouding tusscben de Ko ningin en den prins-gemaal in Neder land volgens de bestaand© bepalingen houdbaar is. dan wel geregeld be hoort te worden bg afzonderlijke wet? En ten tweedeis 't niet dringend gewensoht, nu wg reeds het einde van 1896 hebben bereikt, dat deze overweging met spoed worde voor bereid Koloniën. Atjeh. De tocht naar Lepong. Uit een Atjeb-brief aan de Java- Bode. Reeds lang waren de gemoederen in beweging over den grooten tocht naar LepoDg. De vele toebereidselen door de intendance te Kroeng-Raba deden de overtuiging vestigen, dat weldra de troepen de order tut pak ken zouden ontvangen, en waarlijk werden wg niet teleurgesteld. Het 3de, het 6 ie en het 121e bataljon, een battery van twee sectiën, de genietroepen, het korps mareohaub- eees, benevens de trein werden aange wezen om de tuchtiging van Oemar's grooteche natuur veroorzaakte een groot oponthoud, vooral de artillerie bad het hard te verantwoorden. Doch met groote energie en het uitoefenen van geduld wist men de stukken er op te krjjgen. Moeilijk valt 't ons hier eecige beschrijving van de na tuur te geven. Van rots tot rots stappende, dan weer profiteerende van een horizontaal gedeelte om even uit te rusten, werd zoo voortgaande het hoogste puat van den pa3 bereikt. Vooral de muildieren, zoo koppig en eigenzinnig tusschenbeide, gaven een groot oponthoud. Tot aan de missigit Lepong werd opgerukt, waarna tot bivouakkeeren werd overgegaan. De groote vrees voor den tocht scheen wel wat overbodig te zgn ge weest. De totaai verlaten streek gaf ons de overtuiging dat de vijand reeds lang zijn havenen goed in veilig heid had gebracht war.t de huizen waren absoluut leegniet de minste sporen van een plotseling verdwijnen waren te vindsn. Eene verkenning, eenige dagen in Oostelijke richting tot aan het gebergte gedaan, beves tigde deze opinie door het vinden van zeker een drie duizend kilo rijst. Met welbehagen zocht een ieder naar een goed plekje om zich te ruste te kunnen begeven, niet wetende welke vermoeienissen hem nog te wachten stonden. Een groot voorrecht wa3 het voor de onzen dat een lagune ons tot badplaats kon dienen. Weldra zag men de soldaten hun bestoven licha men reinigen, en groote bedrijvigheid was er dan ook tot laat in den avond. Waren de klachten op onze andere tochten over de verpleging geuit, meermalen, laten wij liever zeggen altijd gegrond, nu willen wg niet nalaten om met lof daarover te spre ken. De kwartiermeester van het ba taljon had de vivres opgevoerd en in de respectievelijke bivouakplaatseia aan de compagniën verstrekt. Alge meen wordt dan ook met lol gespro ken over hun energietot laat in den avond waren zij bezig met het uit geven. Langzamerhand Bobijnt de intendance door de ondervinding wijzer te zijn geworden. Nu had men iederen dag zelfs verech vleesoh, op gevoerd van Kroeng-Raba, alwaar een tijdelijke veekraal is. Hoogst eigenaar dig dat men met den tocht naar Lam Pisang niet hetzelfde te Lxmdjanioe had kunnen doen. Dan toch waren vele onaangenaamheden voorkomen, en de treep zou niet met recht ge mopperd hebben. Een warm maal had aan onze brave soldaten weer krachten gege ven, en weldra lag een ieder (behalve de bivouakwachten) in Zoöte rust. Maandag 10 Augustus werd eeüe verkenning gemaakt tot in de riehting van Poelat, waarbij niet veel merk waardigs plaats vond. Dinsdag werd de verkenning van den vorigen dag doorgezet en zou uitgestrekt worden tot aan Lamtih. Ds cavalerie, zelfstandig vooruit gaande, ondervond bij het paseeeren van de eawah ten oosten van den Kroeng Tjago eenigen weerstand, waardoor twee paarden werden ge wond De marechaussees, gevolgd door een compagnie van het 6a ba taljon, werden bij het paseeeren van den Kroeng Tjago na het debouehee- ren uit den Balei Oedjong nogal be schoten. Voornamelijk werd vuur ontvangen van de toppen aan de overzijde van de rivier gelegen. De opmarseh daarheen kostte ons dan ook een veertiental gewonden, waaronder enkele zeer ernstig. Het 12de bataljon kon intussohen doormarcheeren, gevolgd door de artillerie en den staf. Doch tot aan den Kroeng Sara Maneh werd slechts doorgemarcheerd; terecht was men van oordeel dat het resultaat tooh Nihil zou wezen, terwgl een hier of daar zioh verbergende Atjeher ge makkelijk den onzen veel verliezen had kunnen toebrengen. De terugtooht werd dan ook aangenomen. Het 3de bataljon was inmiddels 9telling big ven nemen in hetklapper- bosohje ten zuiden van Balei Oedjong; van hier werden enkele patrouilles gemaakt naar het gebergte. Een pa trouille van de 4de compagnie mocht het genoegen hebben een voor- en een aehterlaadgeweer te vinden, be Ü8 kalmtè van den avond werd een oogenblik gestoord door een grooten brand in een der tussoben de bivouaks gelegen kampongs. De kampong ius sohen het korpa marechaussees ea van den staf stond in liobte laaie. De dader bleef natuurlijk onbekend, maar een gevaarlyke daad was het. De troepen zioh reeds te rustte begeven hebbende, werden we»r onder de wapenen ge roepen, niet wetende of de brand zou overslaan. Gelukkig bleef hij zioh tot dat vak beperken, en genoten wg dus alieen van ean waarlijk schoon schouw spel. Woensdag ontving het 3de bataljon reeds rroag de opdraoht het bivouak te verlaten en naar Ritieng op Je rukken en aldaar ie embarkeeren. Om 7 uur 15 m. verliet het bataljon hei bivouakde staf bestaande uit kolonel Stemfoor, deDjoversteVan Heutsz, den overste Boetje en hunne respectie velijke adjudanten,voegde zich hierbij. Om 9 uur kon het embarkeeren een aanvang nemen en dank zg het gun stige weer ging alles zeer voorspoedig in zgn werkom 10 uur 30 m. waren de troepen ingescheept. De 1ste en de 4de oompagnie en de staf werden op de Albatros, de 2de compagnie en de bataljona staf op de Havik icgesoheept, terwgl de 3de compagnie up de Tromp geëmbar- keerdj was. Een hoogst interessant gezicht was het om die dansende sampans op de baren der zee te zien en onae soldaten hadden braaf schik; enkelen werden echter weldra tot kalmte gestemd, doordat seeziekle hun parte* speelde- Met grooten lof mag men gewagen over de gastvrije ontvangst aan boord, te meer daar alles vrg onverwachts had plaats gevonden, zoodat de res pectievelijke commandanten der sche pen en vooral degamelle-ohefa voor een fait accompli werden gesteld. Dadelijk werd onder stoom gegaan en koers gehouden naar Lehong. De Macasser was reeds vooruit om eene gesohikte landingsplaats uit te kiezen. Tegen 4 uur ongeveer werden de ankers gelicht ®n tot debakkeeren overgegaan, dooh alleen voor de 1ste en éde oompagnie. Zoodra de troepen aan land waren gozet, werd de marsch naar het bin nenland aangevangen, dooh onvsr- riebtersake keerden zg 's avonds tegen 8 uur terug. Ingekomen berichten door middel van het hoofd van Lehong vestigden de overtuiging, dat Oemar en zijne laatste volgelingen ziahhier ophielden. Had men nu maar \met energie den tocht doorgezet en den naoht benut om de bewuste kampong te bereiken, om daarna tegen het aanbreken van den dag tot omsingelen over te gaan, dan had men weilioht groot BUC06B gehad, dooh helaas, de kolonel Stemfoort! gaf last om terug te keeren en weder te embarkeeren. Eerst den volgenden dag zou de tocht ondernomen worden, doch ean iedec begreep dat hij nu per se vergeefs zou zijn. Werkelijk jammer. Om 9 uur verlieten de troepen het strand, de 4de oompagnie in de voor hoede, gevolgd door de genie, de 3de, de 2de en de 1ste compagnie. Het hoofd van Lehong, „Kedjoeroean", bevond zioh bij den si af, Het was letterlijk een militaire marsoh. In versohillende richtingen werden nu peletons uitgezonden om eenige nasporing te doen, doch allen keerdon zonder hun doel bereikt te hebben terug. Alleen werd het eetservies van Oemar gevonden, hier en daar in het struikgewas verborgen. Tooh wilde men de pogingen niet opgeven; nog maals werd de 4de compagnie met dat doel uitgezonden, dooh nu verder bergopwaai ts, en waarlijk het duurde niet lang of de onzen werden met vuur begroet. Een vermoedelijke ach terhoede van Oemaru bende hield zich daar op. Een vuurgevecht werd aangegaan, dooh van een energieke vervolging was geen sprake, het terrein was daarvoor veel te moeilijk, Rots- blikken, soms meters hoog, dienden tot trap,begrijpelijk, dat van vervolgen niets kon komen. Tooh werden de Atjehers genoodzaakt hoogerop een schuilplaats te zoeken en sahonken wij hun de overtuiging, dat nergens komende werd op plechtige wijze zgn lglc aan de aarde toevertrouwd. De terugtooht naar de plaats van embarkeeren begon om 4 uur, om 6 nur ongeveer werd met het inschepen hegocDen. Voldaan over den sohoonen tooht, kwamen we aan boord terug, jammer dat het succes zoo buitengewoon klein was. Reeds denzelfdea avond liohtten de gouvernemenlsstoomcrs hun anker,om naar Uleh leh terug ie stoomen. De Tromp bleef nu tot 3 uur 's nachts ter piaai8e. Dit oorlogsschip zou voor Lepong blgvcn liggen om den terug tocht der troepen te dokken- Het 6da, het 12de bataljon, benevens de mare chaussees, hadden dien dag nog eenige verkenningen gemaakt naar de bergen; zonder in hun marsch gestoord te worden, keerden zg terug. Vrijdagmorgen verlieten zg de bi vouaks, do laatste woningen aan de vlammen prijsgevende en na de brug bij de mïssigit Lepong door middel vau dynamiet iu de lucht te hebben doen vliegen. De terugtocht vond zeer geregeld plaatsvan een vervolgen door den vyand was geen sprake; zoodat de Tromp om 11 uur koers kon zetten naar Oleh-leh, waar hjj om 5 uur voor anker kwam. De troepen waren voor het valien van den avond in de kraton teruggekeerd, dankbaar na een zes- daagsoh verbljjf weer .in hun eigen omgeving terug te zgn. nevens een zakdoek met een dertigtal I voor hen een veilige plaats kan zijn. rijksdaalders, lang bleven zij daarin 1 Doch wjj bekwamen 4 gewonden en Letteren en Kunst. Uit Amsterdam. Ntderlandsche Tooncelvereeniging Al lang droeg jChrispyn het plan met zioh om, in Amsterdam een voor stelling te doen plaats hebben van Molières „le Bourgeois-Gentilhomme" met de oorspronkelijke muziek van Lully, die, zooalB men zal weten, speciaal voor „houtorkest" is geoom poneerd. Wie Chrispjjn kent weet dat wan neer hy zuik 'n plan in het hoofd heeft, het toch eindelijk, het moge soms wat lang duren wegens techni sche bezwaren, tooh eindelijk, zeg ik, tot uitvoering komt. Enorme moeite ia aan de voorbe reiding van Molières „Burger-Edel- man" besteed. Chrispjjn heeft al het mogelijke gedaan om zoo al niet tot een volmaakt, dan tooh tot een ver toonbaar geheel te komen. En alleen voor dit streven reeds moeten wjj den ijverigen directeur dankbaar zijn want ik Traag u, welk gezelschap hier in Nederland zou het aandurven om te doen wat Chrispjjn gedaar heeft? Welk tooneel- geaelschap, vrang ik verder, zou er in geslaagd zjjn dit stuk op te voe ren, zooals de Nederlandsohe Too neel vereeniging dit Vrijdagavond heeft gedaan f Geen enkel immers, alle direoteu- ren behalve hjj, iniBsen daartoe den moed. En dit in aanwerking nemende zou het ook wel onverantwoordelijk zjjn, om zjjn poging om Molière goed te vertolken niet te waardeeren en niet den wensoh uit te sprekeD, dat wij vaak deze en dergeljjke stukken voor het voetlicht mogen zien bren gen, ondanks de fouten, die de op voering van Vrjjdag aankleefden. Want er waren vele fouten te ont dekken en het is bij een poging om Molière goed te spelen gebleven. Wat to h is in de eerste plaats bjj een geestigen Franschman vereischte, gratie en vooral en allereerst gratie! En die ontbrak velen. Chrispijn Sr. was in s^jn dansmeestersrol niet gra cieus genoeg, Chrispijn Jr. was ge heel zonder gratie eDfin, de ge- heele opvoering was te Germaanscn om de Gallische gratie, die voor Mo lières charges absoluut noodzakelijk is, te doen uitkomen. Later was Chrispijn ais de „eeuwige knecht" uit Molières stukken veel beter en duideljjk bleek, dat-ie van deze rul veel meer werk weer en vooral in de laatste acte was hij goed, als door zjjn plechtige wij ding tot „mama moutschi" zijn ver waandheid bjjna tot krankzinnigheid is geworden. Dat „bijna" had v. Weeterhoven blijkbaar goed begrepen, Aan de ecène waarin Jourdain tot „Mamamoutaji" wordt verheven was blijkbaar de meeste zorg besteed en deze was inderdaad bijna volmaakt. Vau Kujjk als de Mufti was daarin be paald onverbeterlijk. Nogmaals, op enkele punten moge het gezelschap bjj de opvoering ge faald hebben, wij moeten Chrispijn dankbaar zijn voor zijn 6treven en de hem aangeboden krans was ruim verdiend. De vertaling was, de zware taak voor den anoriymen vertaler in aan merking genomen, meestal goed en het was een juist inzicht van den ver taler om de liederen en de scène, waarin verminkt Fransen aan Jour dain als Tarkach moet„voorkomen (donar TurbaDta-donnez le turban enz. enz.), onvertaald te laten. Sport en Wedstrijder. Afstandsrit militaire wiel rijders. Met toestemming van den gene- ralen staf werd Zaterdag een af- standerit voor militaire wielrjjders yehonden van Winterswijk naar 's-Gravenhage. De afrit bad plaats des ochtends te 5 uur. De keuze van den weg werd aan iederen rijder vrijgelaten. Van de piaats van afrit vertrokken de volgende militaire wiel» rijders A. L. Couvóe, over Doetinchem, Doesburgb, Arnhem, Ede. Utrecht. Lsiden. Hij passeerde Arnhem te 8 u. 21 m. P. L. Tbierens, overZutfen, Amersfoort, Utrecht, Gouda. Hij arri veerde te Zutfen 7 u. 30 m G. van Ede, over Arnhem, Utrecht en Gouda. Aankomst te Arnhem 9 u. 30 m. J. P. Smit, over Arnhem, Ede, Utrecht, Woerden, Leiden. Hij kwam t9 Arn hem 8 u. 81 m. Het aanzienlijke tijdverschil tus scben de verschillende aankomsten word toegeschreven aan den toestand van door enkelen genomen grindwe gen, tengevolge van.de hevige regens. Er was des voormiddags nog geen bericht ontvangen of de militaire wielrjjders A. Kluijver en S. van Berkei, die hunne medewerking had den toegezegd, aan de plaats van afrit verschenen waren. Als pleats van melden in den Haag was de hoofdwacht op het Bui tenhof aangewezen. De president, de heer Bergema, en i algemeene seorotaris van den Alg. Ned. Wielr. Bond, de heer J. C. Bur- kens, bevonden zich daar ter plaatse voor d8 ontvangst der telegrafische berichten uit de voornaamste stati ons die de estafetten passeerden en ter begroeting van de aankomenden. De le luitenant van het reg. gren. en jagers jhr. Teding van Berkhout, belast met den militairen wielrijders- dienst bij de troepen te 's-Graven hage, teekends den reiswijzer aan de hooldwacht af. De militaire wielrjjder die Zater dagmiddag het eerst uit Winterswijk binnenkwam bij het hoofdwachtge bouw was de heer J. P. Smit, die te 3 uur 9 do. arriveerde, en dus den afstand in 10 u. 9 na. aflegde. Deze rjjder was bjj aankomst in zeer goe den toestand. Alleen aijn uniform was door het slechte weer nogal be morst. Tweede aankomende uit Winters wijk was de heer Couvée te 3 uur 51 min. De rijwielen van alle deelnemers, die de laatste halte bereikten, werden daar door een militairen wapensmid onderzocht. De aankomenden hadden op huu weg met veel tegenwind te kampen. De kapitein van den generalen staf Pop, werkzaam onder de bevelen van den chef van het dienstvak, be- --- ----- had ge- .«u «du uiBuotT»», *so- maaki, dan van den dansmeester en vond zioh aan het wachtlokaal bij haaesen was ale Cléante. nog de-aankomst van den wielrijder Smit, zelfde „houten klaas" als altijd. Deze uit Utrecht wien hij geluk wenschte overigens niet oubekwame acteur met zijn succes van als eerste te zija heelt inderdaad een eerie danslessen binnengekomen. gebracht, want ijj had nauwelijks een tweede kanonschot gevuurd, of een gansche vloot van sloepen scheen ge heimzinnig te voorschijn geroepen te worden uit de hoogo klippen aan den ingang van de baai, en met onnavolgbare snelheid voort te worden geroeid naar het wrak. In ongeloofelijk korten tijd drong de bemanning daarvan als een zwerm bijen om den achtersteven van het schip heen, en men kon de groote inspanning zien, waarmede die lieden zich poogden staande te houden; meer dan een werd door de stortzeeën overboord ge zweept, menigeen ook viel onder messteken oi kluppel- slagen. Maar ten laatste bleven de aanvallers volkomen meester van het eek, en begonnen zij allerlei soort van buit in de sloepen naar omlaag te werpen, die met groote bedrevenheid werden bestuurd. Deze werkzaam heid duurde voort, totdat een kanonschot van de kust de roovers van hun arbeid terugriep, en zij weder naar bet strand roeiden, tot een plek, waar een aantal fak kels hen opwachtte, en eene gansche menigte zich ver zameld had. Voor de beide mannen aan het kjjkgat, was dit alles eene verbazende openbaring geweest. Zelfs Messenger gevoelde zich plotseling door zulke sombere voorge voelens aangegrepen, dat hij geen woord uitte, zoolang het schouwspel voortduurde; eerst toen de lichten op het stfand verdwenen waren, wendde hij zich tot Fisher en «eide: „Dat is al een heel wonderljjk voorval daarginds." „Zoo komt bet mjj ook voor," gaf Fisher teu ant woord. „En het verhaal omtrent de Spaansohe vrouw te Mo naco was waarzjj is eene strandroofster. Nu, zij moet al een bijzondere vermetele vrouw zjjn, en de kustwachters hier moeten zich al heel gemakkelijk laten omkoopen, om de oogen voor zooiets te sluitsn." „Ik kan het nauweljjk gelooven," mompelde Fisher; „en toch heb ik het met eigen oogen gezien." .Dit verwondert mij niet," sprak Messenger; „ikzelf ben door de zaak getroffen als door een onverwaoh- ten donderslag. Denk toch eeDS aanwjj, die ons op honderden mijlen afstands van de bewoonde wereld dachten, zgn aangeland te midden van eene gansche bevolking van moordenaars, wier aantal wjj met geen i mogelijkheid berekenen kunnen. Gy ziet tooh wel in dat, indien een dezer mannen ons op het spoor komt, wjj geen tien minuten meer te leven hebben „Zouden zjj dan iets van den schat kunnen vermoe den vroeg Fisher gejaagd. „Er iets van vermoeden Welk eene vraagNa tuurlijk zullen zij dat. Die vrouw speelt een dubbele rolik kan hare handelswijze zeer goed doorzien. Zy is hier omringd van eene bende, die sohepen plundert en zij verspeelt hare daarmede vetkregen winsten te Monaco. Dat is nog eens een inval om van te droomen, mijn jongeneen meesterlyk.denkbeeld. Indien ik baar een twintigtal jaren vroeger ontmoet had, zouden wij, om eens de taai der wereld te gebruiken, een uitste kend paar hfebben uitgemaakt." Hij was een oogenblik tot spotterry vervallen, maar zij"e stemming werd bijna onmiddellyk zeer ernstig. „Hall," giDg hij voort, terwgl zij hun rotsvenster ver lieten en weder naar omlaag daalden, „wg zullen van naoht maar weinig rust genieten. Wij moesten eigenlyk naar Kenner uitzien, maar wie zal zeggen ol hij op zee of aan wal, levend of dood is? Aangezien wij nog verscheidene dagen t8 wachten kunnen hebben, zou ik willen weten waarheen het pad voert, dat door de rotsen heenloopt. Hebt gij wel opgemerkt dat al de booten geen mijl verder dan wij ons bevonden uit de klippen schenen te komen? Welnu, indien daar een legerkamp is, kan de weg. dien wij nog niet kennen, ons daarheen brengen, en in dat geval zouden wij er nog voor den morgen heen kunnen gaan, bij wijze van verkenning. „Ik durf niet eens stilstaan bij de vraag wat zij wel beginnen gouden, indien zij iets omtrent het wrak vernamen." „Zouden wij nog den tijd hebben het goud weg te dragen?" zeide Fisher. „Neen, ik vree3 van niet, ik ben thans overtuigd dat, al vermoedden wij er oos niets van, wij eiken keer dat wij met de boot in zee staken, in het grootste gevaar hebben verkeerd. Tot hiertoe hebben wij van geluk mogen spreken, en wij moeten hopen dat alles ons ook verder meeloopen zal." Zij hadden thans opnieuw de spelonk bereikt en von den Burke en dsn neger in diepen slaap gedompeld. Op de rots gloeiden nog vonken van een houtvuur, maar zg trapten ze uit, ea nadat zij den ingang zoo dicht mogelijk versperd haddden, namen sij hunne pistolen en een eind touw ter hand, en met een veld- fleech vol cognac begaven zij zich andermaal op weg. HOOFDSTUK XX. De man bij de deur. De nacht wa6 guur en stormachtig, terwijl de lucht verduisterd werd door zware wolken, die de maan slechts bij tusschenpoozen te voorschijn liet komen. De rukwinden huilden somber door de spleten der heuvelen. In dsn aanvang liep het ravijnpad, dat de beide tochtgenooten gekozen hadden, paral- lels-gewijze met de zee, maar toen zij op een der de mijl afstands van de grot gekomen waren, be- echreel de weg een scherpe kromming, en nu zagen zg een veel opener pad, dat duidelijk de sporen vertoonde door menschenhanden aangelegd te zijn, en hen lange eene gemakkelijke helling naar boven voerde. Zelfs daar waer hij op zijn smalst was, bezat de nieuwe weg een breedte van minstens zes voet en was hij zeer begaanbaar, al mocht hij ook bezaaid met boomtakken sijn en hier en daar besproeid worden door de ruiscbende watervallen, die van de zachtere rotsen afstroomden. Wordt vervolgd.v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2