X
beschikking gedane benoeming van zien der burgerlijke rechten van den
dr. J. W. Chr. Goethart tot conser- prins-gemaal uitzonderingsbepalingen
vator bij 's Rijks herbarium aan de in het leven worden geroepen.
Rijksuniversiteit te Leiden en Let Zooals bekend is bevat het Bur-
aan hem verleend eervol ontslag als gerlijk Wetboek in den zesden titel
adsistent voor het bacteriob'giech (van do] rechten en verpliöhtingen der
ondersoek aan het Rijkslandbouw- eohtgenooten) artikelen waarbij be-
proefstation te Hoorn, worden gere- paald wordt dat de man het hoofd
kend in te gaan met 1 Januari a. s. der eohtvereeniging is, dat hij de
r goederen bestuurt, dat de vrouw hem
Naar men verneemt, heeft H. M. moet volgen, waar bij verblijf wil
de Koningin Regentes dezer dagen i houden enz.
de gevangenisstraf van 14 dagen,! Sloot de koningin een huwelijk,
waartoe een schutter te Amsterdam^au ?ou de Prins-gemaal, in staat
wegens overtreding der schuttergwet kundigen zin. een ondergeschikte
door den rechter in alle instantiënplaats innemen, in burgerleken zin
was veroordeeld, veranderd in eene
geldboete van f200.
Wedemeijer. f
Een bericht, dat de muzikale we
reld met weemoed zal vervullen, ver
spreidde zich Zondag door Amster
dam en bleek weldra maar al te waar
te zqn.
Aan de Stadhouderskade, ter hoogte
van de bierbrouwerij van Heineken,
was 's morgens een lqk opgehaald,
dat herkend werd als dat van den
talentvollen orohestdireoteur den heer
F. Wedemeijer,
Het uurwerk, dat de verongelukte
bij zich gedragen had, was blyven
stilstaan op uur, zoodat het ver
moeden voor de hand ligt, dat de
heer Wedemeijer in den naoht van
Zaterdag op Zondag op dit uur te
water is geraakt.
Een ongeluk voorkomen.
Vrijdagavond had op het station
Utrecht bij vertrek van trein 9 het
volgende plaats
Toen de trein reeds in beweging
was, kwam een reiziger aanloopeD,
zou hg van de Koningin gehoorzaam
heid kunnen eisohen, met haar wonen
waar hjj goed vond, enz.
Daarom is reods in 1890 gevraagd
of die rechten, welke het B. W. den
man toekent, in een huwelijk als dat
van de Koningin in overeenstemming
zgn met de positie welke de Regee-
rende Koningin tegenover den prins
gemaal inneemt.
Of hier geen uitzonderingsbepalin
gen in het leven zouden moeten
worden geroepen.
Het Familieblad stelt nu deze vraag
opnieuw en schrgft.
„Wijj meenen, dat er hier wel de
gelijk „periculum in mpra" is.
Zonder overdrijving mag worden
getuigd, dat dit nu eens eene kwestie
is, waarvan de oplossing dringt.
Onze Koningin heeft onlangs Haar
zeventiende levensjaar bereikt en den
3In Augustus 1898 zal Zjj meerder
jarig zgn en het bewind aanvaarden.
Men kan dus met grond verwachten
dat Hare verloving betrekkelijk spoe
dig zal worden aangekondigd.
En op het oogenblik, dat deze
verblijdende tijding zou worden ver
spreid, ware het eigenlijk te laat om
A1IQLU CDU 1UIIUUDJ. «C4UAWIJUU, - - -
die nog mee wilde. Hq sprong opdélde ;«k' ,d'? w3 hier eren aanroerden
treeplank en hield zich arm den himd-1 te behandelen. W ant gelqk wq
greep van den waggon vast, viel esh- ««den - zq moet volkomen ioeiqn
ter en bleef hangen terwijl het bo- v\n elken persoon van elke practl-
vengedeeite van zijn lichaam over overweging. Wil ze elk kwel-
het perron werd medegesleept. ;»end of vernederend karakter misse.,
De opzichter-machinist H. U. Hoes, jdan ''tent zq opgelost te wezen, al-
dit bemerkende, sprong toeschea den 1 v0r6ns e.r zelfs sprake is van een
reedein flinke vaaït zijnden trein en toekomst,gen Prins-Gemaal,
ontkoppelde de slangen der luohtrem, ?tli die eeDtnaai de oemmde en
waardoor onmiddellijk de trein tot lieerde Echtgenoot der Koningin
stilstand werd gebracht. Men kon ysn. -«ederland zal zijn, dient zyne
hierdoor den onvoorzichtigen reizigerin nieuwe Vaderland te
voor een groot ongeluk behoeden.
Holland-Amerika lijn.
De d'rectie der Nederl. Amerik.
Stoomv. Maatschappij bericht het
volgende:
Het is wecschelijk gebleken voorons
dagelgkeoh verkeer met derden, een
korteren dan onzen offioieelen naam te
bezigen. In verband hiermede hebben
wg besloten daarvoor den naam
Holland-Amerika Lgn aan te nemen,
welke voor het vervolg in al onze
aankondigingen en mededeelingen zal
worden gebruikt. Voor stukken van
meer offioieelen aard blijft onze offi-
oieele naam Nederlandsoh-Ameri-
kaansohe Stoomvaart Maatsohappij
uit den aard der zaak behouden.
Onze Maatsohnppy-vlag blijft even
eene onveranderd.
Zaterdagavond heeft in een herberg
te 's-Hage zekere Theunis Lemke
twist gekregen met een polderwerker
tijdens het biljarten. Laatstgenoemde
uit Utrecht afkomstig en werkzaam
aan de Wester bouwmaatsohappy,
moet aan Lemken een steek in de buik
hebben toegebraoht, waardoor de ge
troffene vrq ernstig is gewond en
per brancard ,naar het Ziekenhuis
ia overgebracht. Zgn toestand was
Zondagochtend bevredigend. De da
der is in arrest.
Te Spekholzerheide (L.) isVrydag
ochtend dood op eene bank liggende
gevonden een onbekend mansper
soon, dien men den avond te voren
dronken over den weg had zien loo-
pen. Op zgn rechterarm was geta-
toueerd H. G. 1860 en op zgn lin
kerarm een vrouwenfiguur op een
aardbol.
voorspoedig, zelfs de G.e Loeda pas niet bewaard, wane weldra had een een gesneuvelde. Laatstgenoemde was noodig om te leeren boe men de
werd onbezet gevonden. Bood de vij- t en ieder iets van den buit. Gedurende een Afrikaansoh fuselier van de 4de voeten neerzetten moet, zonder het
and ons geen weerstand, het terrein den terugtocht werden de huizen aan compagnie, die wegens lafheid by het publiek aan den vijftienden letter
daar zou hem vervangen. De woeste, de vlammen prysgegeveuvan een intrekken van Tjot Rang in de 2dekl. I van het alphabet te doen denken.
thuis brengen door den vyand wasvan mil. discipline was geplaatst' Van Westerhoven als Jourdain, is
geen sprake. en ook bij deze gelegenheid moest j mg het beet bevallen bij gaf uil-
Tegen den middag waren de troe- hij tot de vervulling van zijn plioht nemend de verwaande burgerman
pen in hunne bivouaks teruggekeerd.aangespoord worden. Op strand terug-1 J - -
Pers Overzicht.
Over den gemaal der Koningtn.
In 1890 is in de ,'pers de vraag
besproken of in verband met een
te verwaohten huwelyk van Koningin
Wilhelmina de wetgever niet bijtijds
dient te zorgen voor een zoodanige eigen gebied te volvoeren,
aanvulling der bepalingrn van het De opmarseh had den 9en Aug.
Burgerlijk Wetboek, dat ook ten aan- plaats en geschiedde buitengewoon
kunnen overzien en te kannen aan
vaarden gelijk deze is, in staatkundi
gen zoowelals in burgerreohtelijken
zin.
Het zou niet aangaan, om wanneer
eenmaal tot de Volksvertegenwoor
diging de mededeeling i3 gerioht van
Hr. Ms. verlovingwanneer aan de
Stolen-Generaal de grondwettelijk
vereischte toestemming tot het huwe
lijk is verzooht, om dan eerst te gaan
ingrijpen in de toekomstige positie
van den vorstelyken Bruidegom.
Daardoor zou de zaak haar alge
meen en .neutraal" karakter verliezen
en inderdaad kwetsend en stuitend
worden voor dengeen, wien het be
trof.
Daarom veroorloven wg ons de
vraag en welke wg riohten tot hen,
die het oordeel in daze hebben te
vellenis 't niet noodzakelijk, dat
overwogen worde, in hoever de bur
gerlijke verhouding tusscben de Ko
ningin en den prins-gemaal in Neder
land volgens de bestaand© bepalingen
houdbaar is. dan wel geregeld be
hoort te worden bg afzonderlijke wet?
En ten tweedeis 't niet dringend
gewensoht, nu wg reeds het einde
van 1896 hebben bereikt, dat deze
overweging met spoed worde voor
bereid
Koloniën.
Atjeh.
De tocht naar Lepong.
Uit een Atjeb-brief aan de Java-
Bode.
Reeds lang waren de gemoederen
in beweging over den grooten tocht
naar LepoDg. De vele toebereidselen
door de intendance te Kroeng-Raba
deden de overtuiging vestigen, dat
weldra de troepen de order tut pak
ken zouden ontvangen, en waarlijk
werden wg niet teleurgesteld. Het
3de, het 6 ie en het 121e bataljon,
een battery van twee sectiën, de
genietroepen, het korps mareohaub-
eees, benevens de trein werden aange
wezen om de tuchtiging van Oemar's
grooteche natuur veroorzaakte een
groot oponthoud, vooral de artillerie
bad het hard te verantwoorden. Doch
met groote energie en het uitoefenen
van geduld wist men de stukken er
op te krjjgen. Moeilijk valt 't ons
hier eecige beschrijving van de na
tuur te geven. Van rots tot rots
stappende, dan weer profiteerende van
een horizontaal gedeelte om even uit te
rusten, werd zoo voortgaande het
hoogste puat van den pa3 bereikt.
Vooral de muildieren, zoo koppig en
eigenzinnig tusschenbeide, gaven een
groot oponthoud.
Tot aan de missigit Lepong werd
opgerukt, waarna tot bivouakkeeren
werd overgegaan.
De groote vrees voor den tocht
scheen wel wat overbodig te zgn ge
weest. De totaai verlaten streek gaf
ons de overtuiging dat de vijand
reeds lang zijn havenen goed in veilig
heid had gebracht war.t de huizen
waren absoluut leegniet de minste
sporen van een plotseling verdwijnen
waren te vindsn. Eene verkenning,
eenige dagen in Oostelijke richting
tot aan het gebergte gedaan, beves
tigde deze opinie door het vinden
van zeker een drie duizend kilo
rijst.
Met welbehagen zocht een ieder
naar een goed plekje om zich te ruste
te kunnen begeven, niet wetende welke
vermoeienissen hem nog te wachten
stonden. Een groot voorrecht wa3 het
voor de onzen dat een lagune ons
tot badplaats kon dienen. Weldra zag
men de soldaten hun bestoven licha
men reinigen, en groote bedrijvigheid
was er dan ook tot laat in den
avond.
Waren de klachten op onze andere
tochten over de verpleging geuit,
meermalen, laten wij liever zeggen
altijd gegrond, nu willen wg niet
nalaten om met lof daarover te spre
ken. De kwartiermeester van het ba
taljon had de vivres opgevoerd en in
de respectievelijke bivouakplaatseia
aan de compagniën verstrekt. Alge
meen wordt dan ook met lol gespro
ken over hun energietot laat in den
avond waren zij bezig met het uit
geven. Langzamerhand Bobijnt de
intendance door de ondervinding
wijzer te zijn geworden. Nu had men
iederen dag zelfs verech vleesoh, op
gevoerd van Kroeng-Raba, alwaar een
tijdelijke veekraal is. Hoogst eigenaar
dig dat men met den tocht naar Lam
Pisang niet hetzelfde te Lxmdjanioe
had kunnen doen. Dan toch waren
vele onaangenaamheden voorkomen,
en de treep zou niet met recht ge
mopperd hebben.
Een warm maal had aan onze
brave soldaten weer krachten gege
ven, en weldra lag een ieder (behalve
de bivouakwachten) in Zoöte rust.
Maandag 10 Augustus werd eeüe
verkenning gemaakt tot in de riehting
van Poelat, waarbij niet veel merk
waardigs plaats vond.
Dinsdag werd de verkenning van
den vorigen dag doorgezet en zou
uitgestrekt worden tot aan Lamtih.
Ds cavalerie, zelfstandig vooruit
gaande, ondervond bij het paseeeren
van de eawah ten oosten van den
Kroeng Tjago eenigen weerstand,
waardoor twee paarden werden ge
wond De marechaussees, gevolgd
door een compagnie van het 6a ba
taljon, werden bij het paseeeren van
den Kroeng Tjago na het debouehee-
ren uit den Balei Oedjong nogal be
schoten. Voornamelijk werd vuur
ontvangen van de toppen aan de
overzijde van de rivier gelegen. De
opmarseh daarheen kostte ons dan ook
een veertiental gewonden, waaronder
enkele zeer ernstig.
Het 12de bataljon kon intussohen
doormarcheeren, gevolgd door de
artillerie en den staf. Doch tot aan
den Kroeng Sara Maneh werd slechts
doorgemarcheerd; terecht was men
van oordeel dat het resultaat tooh
Nihil zou wezen, terwgl een hier of
daar zioh verbergende Atjeher ge
makkelijk den onzen veel verliezen
had kunnen toebrengen. De terugtooht
werd dan ook aangenomen.
Het 3de bataljon was inmiddels
9telling big ven nemen in hetklapper-
bosohje ten zuiden van Balei Oedjong;
van hier werden enkele patrouilles
gemaakt naar het gebergte. Een pa
trouille van de 4de compagnie mocht
het genoegen hebben een voor- en
een aehterlaadgeweer te vinden, be
Ü8 kalmtè van den avond werd een
oogenblik gestoord door een grooten
brand in een der tussoben de bivouaks
gelegen kampongs. De kampong ius
sohen het korpa marechaussees ea van
den staf stond in liobte laaie. De dader
bleef natuurlijk onbekend, maar een
gevaarlyke daad was het. De troepen
zioh reeds te rustte begeven hebbende,
werden we»r onder de wapenen ge
roepen, niet wetende of de brand zou
overslaan. Gelukkig bleef hij zioh tot
dat vak beperken, en genoten wg dus
alieen van ean waarlijk schoon schouw
spel.
Woensdag ontving het 3de bataljon
reeds rroag de opdraoht het bivouak
te verlaten en naar Ritieng op Je
rukken en aldaar ie embarkeeren. Om
7 uur 15 m. verliet het bataljon hei
bivouakde staf bestaande uit kolonel
Stemfoor, deDjoversteVan Heutsz, den
overste Boetje en hunne respectie
velijke adjudanten,voegde zich hierbij.
Om 9 uur kon het embarkeeren een
aanvang nemen en dank zg het gun
stige weer ging alles zeer voorspoedig
in zgn werkom 10 uur 30 m. waren
de troepen ingescheept.
De 1ste en de 4de oompagnie en
de staf werden op de Albatros, de
2de compagnie en de bataljona staf
op de Havik icgesoheept, terwgl de
3de compagnie up de Tromp geëmbar-
keerdj was.
Een hoogst interessant gezicht was
het om die dansende sampans op de
baren der zee te zien en onae soldaten
hadden braaf schik; enkelen werden
echter weldra tot kalmte gestemd,
doordat seeziekle hun parte* speelde-
Met grooten lof mag men gewagen
over de gastvrije ontvangst aan boord,
te meer daar alles vrg onverwachts
had plaats gevonden, zoodat de res
pectievelijke commandanten der sche
pen en vooral degamelle-ohefa voor
een fait accompli werden gesteld.
Dadelijk werd onder stoom gegaan
en koers gehouden naar Lehong. De
Macasser was reeds vooruit om eene
gesohikte landingsplaats uit te kiezen.
Tegen 4 uur ongeveer werden de
ankers gelicht ®n tot debakkeeren
overgegaan, dooh alleen voor de 1ste
en éde oompagnie.
Zoodra de troepen aan land waren
gozet, werd de marsch naar het bin
nenland aangevangen, dooh onvsr-
riebtersake keerden zg 's avonds tegen
8 uur terug. Ingekomen berichten door
middel van het hoofd van Lehong
vestigden de overtuiging, dat Oemar
en zijne laatste volgelingen ziahhier
ophielden. Had men nu maar \met
energie den tocht doorgezet en den
naoht benut om de bewuste kampong
te bereiken, om daarna tegen het
aanbreken van den dag tot omsingelen
over te gaan, dan had men weilioht
groot BUC06B gehad, dooh helaas, de
kolonel Stemfoort! gaf last om terug
te keeren en weder te embarkeeren.
Eerst den volgenden dag zou de tocht
ondernomen worden, doch ean iedec
begreep dat hij nu per se vergeefs
zou zijn. Werkelijk jammer.
Om 9 uur verlieten de troepen het
strand, de 4de oompagnie in de voor
hoede, gevolgd door de genie, de 3de,
de 2de en de 1ste compagnie. Het
hoofd van Lehong, „Kedjoeroean",
bevond zioh bij den si af, Het was
letterlijk een militaire marsoh.
In versohillende richtingen werden
nu peletons uitgezonden om eenige
nasporing te doen, doch allen keerdon
zonder hun doel bereikt te hebben
terug. Alleen werd het eetservies van
Oemar gevonden, hier en daar in het
struikgewas verborgen. Tooh wilde
men de pogingen niet opgeven; nog
maals werd de 4de compagnie met
dat doel uitgezonden, dooh nu verder
bergopwaai ts, en waarlijk het duurde
niet lang of de onzen werden met
vuur begroet. Een vermoedelijke ach
terhoede van Oemaru bende hield
zich daar op. Een vuurgevecht werd
aangegaan, dooh van een energieke
vervolging was geen sprake, het terrein
was daarvoor veel te moeilijk, Rots-
blikken, soms meters hoog, dienden
tot trap,begrijpelijk, dat van vervolgen
niets kon komen. Tooh werden de
Atjehers genoodzaakt hoogerop een
schuilplaats te zoeken en sahonken
wij hun de overtuiging, dat nergens
komende werd op plechtige wijze zgn
lglc aan de aarde toevertrouwd.
De terugtooht naar de plaats van
embarkeeren begon om 4 uur, om 6
nur ongeveer werd met het inschepen
hegocDen.
Voldaan over den sohoonen tooht,
kwamen we aan boord terug, jammer
dat het succes zoo buitengewoon klein
was.
Reeds denzelfdea avond liohtten de
gouvernemenlsstoomcrs hun anker,om
naar Uleh leh terug ie stoomen. De
Tromp bleef nu tot 3 uur 's nachts ter
piaai8e. Dit oorlogsschip zou voor
Lepong blgvcn liggen om den terug
tocht der troepen te dokken- Het 6da,
het 12de bataljon, benevens de mare
chaussees, hadden dien dag nog eenige
verkenningen gemaakt naar de bergen;
zonder in hun marsch gestoord te
worden, keerden zg terug.
Vrijdagmorgen verlieten zg de bi
vouaks, do laatste woningen aan de
vlammen prijsgevende en na de brug
bij de mïssigit Lepong door middel
vau dynamiet iu de lucht te hebben
doen vliegen.
De terugtocht vond zeer geregeld
plaatsvan een vervolgen door den
vyand was geen sprake; zoodat de
Tromp om 11 uur koers kon zetten
naar Oleh-leh, waar hjj om 5 uur voor
anker kwam. De troepen waren voor
het valien van den avond in de kraton
teruggekeerd, dankbaar na een zes-
daagsoh verbljjf weer .in hun eigen
omgeving terug te zgn.
nevens een zakdoek met een dertigtal I voor hen een veilige plaats kan zijn.
rijksdaalders, lang bleven zij daarin 1 Doch wjj bekwamen 4 gewonden en
Letteren en Kunst.
Uit Amsterdam.
Ntderlandsche Tooncelvereeniging
Al lang droeg jChrispyn het plan
met zioh om, in Amsterdam een voor
stelling te doen plaats hebben van
Molières „le Bourgeois-Gentilhomme"
met de oorspronkelijke muziek van
Lully, die, zooalB men zal weten,
speciaal voor „houtorkest" is geoom
poneerd.
Wie Chrispjjn kent weet dat wan
neer hy zuik 'n plan in het hoofd
heeft, het toch eindelijk, het moge
soms wat lang duren wegens techni
sche bezwaren, tooh eindelijk, zeg
ik, tot uitvoering komt.
Enorme moeite ia aan de voorbe
reiding van Molières „Burger-Edel-
man" besteed. Chrispjjn heeft al het
mogelijke gedaan om zoo al niet tot
een volmaakt, dan tooh tot een ver
toonbaar geheel te komen.
En alleen voor dit streven reeds
moeten wjj den ijverigen directeur
dankbaar zijn want ik Traag u, welk
gezelschap hier in Nederland zou
het aandurven om te doen wat
Chrispjjn gedaar heeft? Welk tooneel-
geaelschap, vrang ik verder, zou er
in geslaagd zjjn dit stuk op te voe
ren, zooals de Nederlandsohe Too
neel vereeniging dit Vrijdagavond heeft
gedaan f
Geen enkel immers, alle direoteu-
ren behalve hjj, iniBsen daartoe den
moed. En dit in aanwerking nemende
zou het ook wel onverantwoordelijk
zjjn, om zjjn poging om Molière goed
te vertolken niet te waardeeren en
niet den wensoh uit te sprekeD, dat
wij vaak deze en dergeljjke stukken
voor het voetlicht mogen zien bren
gen, ondanks de fouten, die de op
voering van Vrjjdag aankleefden.
Want er waren vele fouten te ont
dekken en het is bij een poging om
Molière goed te spelen gebleven.
Wat to h is in de eerste plaats bjj
een geestigen Franschman vereischte,
gratie en vooral en allereerst gratie!
En die ontbrak velen. Chrispijn Sr.
was in s^jn dansmeestersrol niet gra
cieus genoeg, Chrispijn Jr. was ge
heel zonder gratie eDfin, de ge-
heele opvoering was te Germaanscn
om de Gallische gratie, die voor Mo
lières charges absoluut noodzakelijk
is, te doen uitkomen.
Later was Chrispijn ais de „eeuwige
knecht" uit Molières stukken veel
beter en duideljjk bleek, dat-ie van
deze rul veel meer werk
weer en vooral in de laatste acte was
hij goed, als door zjjn plechtige wij
ding tot „mama moutschi" zijn ver
waandheid bjjna tot krankzinnigheid
is geworden.
Dat „bijna" had v. Weeterhoven
blijkbaar goed begrepen,
Aan de ecène waarin Jourdain tot
„Mamamoutaji" wordt verheven was
blijkbaar de meeste zorg besteed en
deze was inderdaad bijna volmaakt.
Vau Kujjk als de Mufti was daarin be
paald onverbeterlijk.
Nogmaals, op enkele punten moge
het gezelschap bjj de opvoering ge
faald hebben, wij moeten Chrispijn
dankbaar zijn voor zijn 6treven en
de hem aangeboden krans was ruim
verdiend.
De vertaling was, de zware taak
voor den anoriymen vertaler in aan
merking genomen, meestal goed en
het was een juist inzicht van den ver
taler om de liederen en de scène,
waarin verminkt Fransen aan Jour
dain als Tarkach moet„voorkomen
(donar TurbaDta-donnez le turban enz.
enz.), onvertaald te laten.
Sport en Wedstrijder.
Afstandsrit militaire wiel
rijders.
Met toestemming van den gene-
ralen staf werd Zaterdag een af-
standerit voor militaire wielrjjders
yehonden van Winterswijk naar
's-Gravenhage. De afrit bad plaats
des ochtends te 5 uur. De keuze van
den weg werd aan iederen rijder
vrijgelaten. Van de piaats van afrit
vertrokken de volgende militaire wiel»
rijders
A. L. Couvóe, over Doetinchem,
Doesburgb, Arnhem, Ede. Utrecht.
Lsiden. Hij passeerde Arnhem te 8
u. 21 m. P. L. Tbierens, overZutfen,
Amersfoort, Utrecht, Gouda. Hij arri
veerde te Zutfen 7 u. 30 m G. van
Ede, over Arnhem, Utrecht en Gouda.
Aankomst te Arnhem 9 u. 30 m. J.
P. Smit, over Arnhem, Ede, Utrecht,
Woerden, Leiden. Hij kwam t9 Arn
hem 8 u. 81 m.
Het aanzienlijke tijdverschil tus
scben de verschillende aankomsten
word toegeschreven aan den toestand
van door enkelen genomen grindwe
gen, tengevolge van.de hevige regens.
Er was des voormiddags nog geen
bericht ontvangen of de militaire
wielrjjders A. Kluijver en S. van
Berkei, die hunne medewerking had
den toegezegd, aan de plaats van
afrit verschenen waren.
Als pleats van melden in den
Haag was de hoofdwacht op het Bui
tenhof aangewezen.
De president, de heer Bergema, en
i algemeene seorotaris van den Alg.
Ned. Wielr. Bond, de heer J. C. Bur-
kens, bevonden zich daar ter plaatse
voor d8 ontvangst der telegrafische
berichten uit de voornaamste stati
ons die de estafetten passeerden en
ter begroeting van de aankomenden.
De le luitenant van het reg. gren.
en jagers jhr. Teding van Berkhout,
belast met den militairen wielrijders-
dienst bij de troepen te 's-Graven
hage, teekends den reiswijzer aan de
hooldwacht af.
De militaire wielrjjder die Zater
dagmiddag het eerst uit Winterswijk
binnenkwam bij het hoofdwachtge
bouw was de heer J. P. Smit, die te
3 uur 9 do. arriveerde, en dus den
afstand in 10 u. 9 na. aflegde. Deze
rjjder was bjj aankomst in zeer goe
den toestand. Alleen aijn uniform
was door het slechte weer nogal be
morst.
Tweede aankomende uit Winters
wijk was de heer Couvée te 3 uur
51 min.
De rijwielen van alle deelnemers,
die de laatste halte bereikten, werden
daar door een militairen wapensmid
onderzocht.
De aankomenden hadden op huu
weg met veel tegenwind te kampen.
De kapitein van den generalen
staf Pop, werkzaam onder de bevelen
van den chef van het dienstvak, be-
--- ----- had ge- .«u «du uiBuotT»», *so-
maaki, dan van den dansmeester en vond zioh aan het wachtlokaal bij
haaesen was ale Cléante. nog de-aankomst van den wielrijder Smit,
zelfde „houten klaas" als altijd. Deze uit Utrecht wien hij geluk wenschte
overigens niet oubekwame acteur met zijn succes van als eerste te zija
heelt inderdaad een eerie danslessen binnengekomen.
gebracht, want ijj had nauwelijks een tweede kanonschot
gevuurd, of een gansche vloot van sloepen scheen ge
heimzinnig te voorschijn geroepen te worden uit de
hoogo klippen aan den ingang van de baai, en met
onnavolgbare snelheid voort te worden geroeid naar het
wrak. In ongeloofelijk korten tijd drong de bemanning
daarvan als een zwerm bijen om den achtersteven van
het schip heen, en men kon de groote inspanning zien,
waarmede die lieden zich poogden staande te houden;
meer dan een werd door de stortzeeën overboord ge
zweept, menigeen ook viel onder messteken oi kluppel-
slagen. Maar ten laatste bleven de aanvallers volkomen
meester van het eek, en begonnen zij allerlei soort van
buit in de sloepen naar omlaag te werpen, die met
groote bedrevenheid werden bestuurd. Deze werkzaam
heid duurde voort, totdat een kanonschot van de kust
de roovers van hun arbeid terugriep, en zij weder naar
bet strand roeiden, tot een plek, waar een aantal fak
kels hen opwachtte, en eene gansche menigte zich ver
zameld had.
Voor de beide mannen aan het kjjkgat, was dit alles
eene verbazende openbaring geweest. Zelfs Messenger
gevoelde zich plotseling door zulke sombere voorge
voelens aangegrepen, dat hij geen woord uitte, zoolang
het schouwspel voortduurde; eerst toen de lichten op
het stfand verdwenen waren, wendde hij zich tot Fisher
en «eide:
„Dat is al een heel wonderljjk voorval daarginds."
„Zoo komt bet mjj ook voor," gaf Fisher teu ant
woord.
„En het verhaal omtrent de Spaansohe vrouw te Mo
naco was waarzjj is eene strandroofster. Nu, zij
moet al een bijzondere vermetele vrouw zjjn, en de
kustwachters hier moeten zich al heel gemakkelijk
laten omkoopen, om de oogen voor zooiets te sluitsn."
„Ik kan het nauweljjk gelooven," mompelde Fisher;
„en toch heb ik het met eigen oogen gezien."
.Dit verwondert mij niet," sprak Messenger; „ikzelf
ben door de zaak getroffen als door een onverwaoh-
ten donderslag. Denk toch eeDS aanwjj, die ons op
honderden mijlen afstands van de bewoonde wereld
dachten, zgn aangeland te midden van eene gansche
bevolking van moordenaars, wier aantal wjj met geen
i mogelijkheid berekenen kunnen. Gy ziet tooh wel in
dat, indien een dezer mannen ons op het spoor komt,
wjj geen tien minuten meer te leven hebben
„Zouden zjj dan iets van den schat kunnen vermoe
den vroeg Fisher gejaagd.
„Er iets van vermoeden Welk eene vraagNa
tuurlijk zullen zij dat. Die vrouw speelt een dubbele
rolik kan hare handelswijze zeer goed doorzien. Zy
is hier omringd van eene bende, die sohepen plundert
en zij verspeelt hare daarmede vetkregen winsten te
Monaco. Dat is nog eens een inval om van te droomen,
mijn jongeneen meesterlyk.denkbeeld. Indien ik baar
een twintigtal jaren vroeger ontmoet had, zouden wij,
om eens de taai der wereld te gebruiken, een uitste
kend paar hfebben uitgemaakt."
Hij was een oogenblik tot spotterry vervallen, maar
zij"e stemming werd bijna onmiddellyk zeer ernstig.
„Hall," giDg hij voort, terwgl zij hun rotsvenster ver
lieten en weder naar omlaag daalden, „wg zullen van
naoht maar weinig rust genieten. Wij moesten eigenlyk
naar Kenner uitzien, maar wie zal zeggen ol hij
op zee of aan wal, levend of dood is? Aangezien
wij nog verscheidene dagen t8 wachten kunnen
hebben, zou ik willen weten waarheen het pad voert,
dat door de rotsen heenloopt. Hebt gij wel opgemerkt
dat al de booten geen mijl verder dan wij ons bevonden
uit de klippen schenen te komen? Welnu, indien daar
een legerkamp is, kan de weg. dien wij nog niet
kennen, ons daarheen brengen, en in dat geval zouden
wij er nog voor den morgen heen kunnen gaan, bij
wijze van verkenning. „Ik durf niet eens stilstaan bij
de vraag wat zij wel beginnen gouden, indien zij iets
omtrent het wrak vernamen."
„Zouden wij nog den tijd hebben het goud weg te
dragen?" zeide Fisher.
„Neen, ik vree3 van niet, ik ben thans overtuigd dat,
al vermoedden wij er oos niets van, wij eiken keer dat
wij met de boot in zee staken, in het grootste gevaar
hebben verkeerd. Tot hiertoe hebben wij van geluk
mogen spreken, en wij moeten hopen dat alles ons ook
verder meeloopen zal."
Zij hadden thans opnieuw de spelonk bereikt en von
den Burke en dsn neger in diepen slaap gedompeld.
Op de rots gloeiden nog vonken van een houtvuur,
maar zg trapten ze uit, ea nadat zij den ingang zoo
dicht mogelijk versperd haddden, namen sij hunne
pistolen en een eind touw ter hand, en met een veld-
fleech vol cognac begaven zij zich andermaal op weg.
HOOFDSTUK XX.
De man bij de deur.
De nacht wa6 guur en stormachtig, terwijl de lucht
verduisterd werd door zware wolken, die de maan
slechts bij tusschenpoozen te voorschijn liet komen.
De rukwinden huilden somber door de spleten
der heuvelen. In dsn aanvang liep het ravijnpad,
dat de beide tochtgenooten gekozen hadden, paral-
lels-gewijze met de zee, maar toen zij op een der
de mijl afstands van de grot gekomen waren, be-
echreel de weg een scherpe kromming, en nu
zagen zg een veel opener pad, dat duidelijk de
sporen vertoonde door menschenhanden aangelegd
te zijn, en hen lange eene gemakkelijke helling naar
boven voerde. Zelfs daar waer hij op zijn smalst
was, bezat de nieuwe weg een breedte van minstens
zes voet en was hij zeer begaanbaar, al mocht hij ook
bezaaid met boomtakken sijn en hier en daar besproeid
worden door de ruiscbende watervallen, die van de
zachtere rotsen afstroomden.
Wordt vervolgd.v