GEEN HART.
nol 4087
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
stadsnieuws,
binnenland!"
-buil.!
:ton.
14e Jaargang.
Dinsdag 27 October 1896.
AABLEMb DAGBLAD
^BOlNTlNriEII^IEnNrTSIF'IR/IJ'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„3.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„3.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
„de omstreken en franco per post0.37a/a
-A.H)"VIHIK;TE12SrmE!2iT
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en AdvertentiC-n worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaus: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor iet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE ós Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbls Faubourg Hontmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek rijn; Bloemendaal Sant-poort en Scholen, P. v.d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bq de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKESSpaamdam, C. HARTENDORP;
ZnndvoortJ. ZWEMMER; Beide Veis en), J. OOSTERHOF: lJmuiden, T JADEN BeverwijkH. JUNGER1E. Kopipgstraat. Genoemden Agenten nemen Abonnementen ep Adverteotiën aan.
MW| De goedkoopste
groote drukkerij
n Haarlem is die van
HAARLEM's DAGBLAD
Vraag prijs en het zal
blijken.
Officiëele Berichten
De Burgemeester van Haarlem
brengt bq deze ter kennis van de
ingezetenen dezer Gemeente, dat het
jop den 21en Ootober jl. executoir
verklaarde voljaarsoh kohier No. 10,
op de Personeele Belasting dezer Ge
beente, dienst 1896/97. op heden aan
den ontvanger der direote belastingen
is ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens
(herinnerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zijn hunnen aanslag op den
'bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem24 Oot. 1896.
De Burgemeester voornoemd
BOREEL.
De Burgemeester van Haarlem
brengt bij dezo ter kenDis van de
ingezetenen dezer Gemeente dat het
op den 20en Ootober jl. exeoutoir
verklaarde voljaarsoh kohier co. 14,
aid. V op de Bedrqfs Belasting dezer
Gemeente, dienst 1896, 97 op heden
san den ontvanger der direote belas
tineen is ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens
herinnerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zijn hunnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet ie voldoen.
Haarlem. 24 Oot. 1896.
De Burgemeester voornoemd:
BOREEL.
zijde,maar omdat Bismarck's opvolger,
graal von Caprivi hét voortduren der
wederzijdsche waarborgen weigerde,
terwijl Rusland bereid toe was.
De Vossüche Zeitung zegt naar aan
leiding van het verschijnen van ge
noemd artikel, dat de regeering zich
daarover moet verklaren en mede-
deelen wat de waarheid is.
Nu het fransoh-russisohe verbond
besproken wordt, wordt het drievou
dig verbond uitteraard ook al weer
eens aandaohtiger bekeken. Yan
verschillende zijde is de bewering
uitgesproken, dat in den laatsten tqd
Italië er al bitter weinig reden tot
voldoening in moet vinden deel van
dit verbond uit te maken, daar deze
positie haar op groote offers te staan
komt en haar al bitter weinig voor
deel en zekerheid oplevert. Dat Italië
echter eene onzekere houding had
aangenomen betreffende het verbond,
bet desbetreffende gerucht wordt
van goed ingelichte zqde uit Rome
krachtig tegengesproken.
De verschillende gezanten te Kon-
stantinope! hebben Zaterdag een
bijeenkomst gehouden ten huiz6
van den Oostenrqksohen gezant. Bet
doel der bijeenkomst was het be
spreken van het voorstel tot het wa
penen der Muzelmansche bevolking.
De gezanten waren van oordeel, dat
deze maatregel de gevaarlijkste was,
welke sedert den aanvang der crisis
genomen is.
Naar aan de Times uit Kaapstad
werd geseid, heeft den Volksraad van
Oranje Vrijstaat alle voorstellen voor
bet aanleggen van buurtspoorwegen
verworpen.
Politiek Overzicht,
Het artikel van vorst Bismarks or
gaan Hamburger Nachrickten over
de verhouding tuseoben Duitschland
en Rusland vóór 1890 heeft groote
belangstelling gewekt, wat zeer be
grijpelijk is ru juist de strijd gestre
den wordt tueschen de duiteche en
en.elsche couranten. Dit tijdschip zal
er dan ook juist voor zijn uitgekozen
als het geschikste oogenblik.
Na de mededeeling van de 12'/u-
knmftdat er onder Bismarcks bestuur
tueschen Rusland en Duitschland
eene overeenkomst bestond, waarbij
Czaar Alexander III aan het Duitsche
rijk de welwillende neutraliteit van
Rusland waarborgde voor het geval
dat Frankrijk een aanvallenden oorlog
begon, verklaart Bismarcks orgaan,
dat tot 1890 Rusland en Duitschland
het vJmaakt eens waren hierover,
dat voor het geval een der beide rij'
ken aangevallen werd het andere
neutraal zou blijven.
Na 1890 is die overeenkomst ech
ter te niet gegaan niet tengevolge
van eene ontstemming van Rnsiands
eerste en derde Pagina
Haarlem26 Oct.
Hier ter stede is eene afdeeling op
gericht van den Nederl. Aannemers-
bond, waarbij zich reeds vele bekende
aannemers hier en in den omtrek
hebben aangesloten. Binnenkort zal
een definitief bestnur gekozen en een
reglement opgemaakt worden.
Het doel van dezen bond is het
verkregen van verbetering der artt.
van het Burgerlijk Wetboek, die han
delen over het vakhet verkrijgen
eeuer billijke redaotie van de thans
in toepassing zijnde algemeene voor
schriften en administratieve bepalin
gen vervolgens het optreden in ge
schillen tussohen directiën en aan
nemers bestrijding van oneerlijke en
onedele concurrentie en het vormen
van een fondB tot ondersteuning van
aannemers, die deze behoeven en
verdienen.
Wie de van oude bekende „Groote
Vauxhall" geregeld bezoekt en op
merkt, hoe nn en dan veranderingen
of liever gezegd, verbeteringen worden
aangebracht, moet onwillekeurig er
kennen, oat het der eigenares Mej.
de Wed. Prinsen wel ernst is, zooveel
J mogelijk hare inrichting alleszins
naar ieders genoegen te maken. Het
vorige jaar nog gaf zij daarvan een
bewijs, door de kolfbaan op aandrang
van verscheidene liefhebbers van dit
spel geheel te laten vernieuwen. Aan
de billijke verwachting werd echter
niet beantwoord, zoodat deze ruimte
blijkbaar voor een dankbaarder doel
moest bestemd worden. Genoemde
eigenares besloot dan ook van de
kolfbaan eene soort van afzonderlijke
ztal te maken, die bij elks feestelijke
gelegenheid geschikt is.
Aan ons berioht in het vorige num
mer over den nieuwen winkel van
den heer Dollekamp in de Kleiae
Houtstraat alhier, kan nog worden
toegevoegd, dat de winkel is verlioht
met Viotoria gasgloeilioht, waarvan
agent is de heer J. H. Romqn Jbz.
alhier.
Te Haarlemmermeer bq Bennebroek
sloeg Zor. dagavond te ongeveer 6
uur de bliksem in de paardenstallen
van den landbouwer Sohieviug. De
levende have werd daaruit nog ge
red van uit de stallen sloegen de
vlammen over naar de aohter en
terzqde staande hooi- en atroosohelften
waarvan de vuurgloed tot laat in den
naoht op uren afstand ziohtbaar was.
Drie brandspuiten war in aanwezig
en behielden geholpen door gunstigen
wind bet woonhuis.AUes is verzekerd.
Nader vernemen wij nog, dat de
boerderij „Arbeid en „Vlqt geheeten,
h-rt eigendom van baron Verschuur
was.
Twee loodsleerlingen
verdronken.
Zondagmiddag, toen de loodsen van
net Engelsch stoomschip Harlyn
naar IJmniden terugkeerden, ie de
loodsvlet omgeslagen en zijn de loods
leerlingen C. Gomes en J. Dienst
verdronken. Door den loodskotter en
het stoomschip werden de leerlingen
Kuyper en Kooiman gered.
Haagsche Brieven.
Het evenement van den dag is na
tuurlijk de aanneming en bevestiging
van Koningin Wilheimina.
Wie gezien heeft, als ik, hoe de
lidmaten der Herv. kerk uren achter
een in file gestaan hebben om een
toegang-kaart voor de Kloosterkerk
meester te worden, begrijpt hoe de
belangstelling in dat voor H.M. ge
wichtig feit wae. En begrijpelijker
wijze ü6eft het dan ook in sommige
kringen teleurstelling gewekt, dat de
uitnoodigingen tot bijwoning der
plechtigheid in het Paleis zich tot
een honde dtal beperkten. Het komt
mij voor dat voor deze teleurstelling
geen reden is, omdat een belijdenis
een familie-gebeurtenis en zelfs die
der Koningin, we mogen haar dan
een kind van de ganeohe natie be
schouwen, ais zoodanig op is te vatteD.
Een gebeurtenis aizoo waaraan de
deelneming tot den intiemen kring
blijft beperkt.
Z6o heeft de Regentes het opgevat
en men kan alleen weer de tact prij
zen waarmede zij, ook de lagere hof
beambten tot deelneming van de
plechtigheid uitnoodigende, heeft wil
len toonen deze tot de „huisgenooten"
te rekenen.
Dit is trouwens geheel in overeen
stemming met de vriendelijke, bijna
schreef ik patriarchale, zeden
gebruiken die de Regentes in haar
onderlijk huis steeds voor zich heeft i
gezien, een vorstelijke woning waarin j
de trouwe bediende naar waarde werd j
gesch:.t en in lief eu leed zijn deel
kreeg.
En nu gaan onze Vorstinnen voor
eenigen tijd het land verlaten, ten
einde de jonge Koningin in zoeler
Bireken een aangename verpoozing te
schenken van den arbeid waarmede
zij zich in de laatste maanden had
beziggehouden.
Welk een ommekeer in baar leven,
als zij weder tot ons keert.
Dau zal de jonge vrouw rechten
kunnen doen gelden, waar het meisje
slechts wenechen kon wensohen
die, houdt er U overtuigd van, steeds
ingewilligd werden.
Een psychologisch moment in bet
leven onzer jonge Souvereine.
De leeraren hebben hun afscheid]
gekregen, de gouvernante gaat heen
en in plaats van lessen te leeren en
te gehoorzamen aan haar gegeven
wenken, zal zq zelve bevelen geven
en een geheele Hofhouding van da
mes en heeren gereed vinden om die
uit te voeren.
Slechts éen leermeester zal der
jonge Koningin nog wachten, de
hoo^leeraar, die haar de huiehouding
van den Staat verklaren, haar rech
ten en plichten, de rechten en plich
ten des volks toelichten zal, die haar
ais het ware bijstaan moet om de
regeeringstaak naar behooren te kun
nen vervullen.
R^eds heeft een der bladen, voor-
uitloopende op hetgeen in 1898 ge
beuren zal, een bescarijving gegeven
van, een herinnering dus aan de in
huldiging van Koning Willem Hl op
12 Mei 1849.
Hoogst vermoedelijk zullen de des-
iqds gevolgde ceremoniën op weinige
uitzonderingen na ook in 1898 ge
volgd worden en wie zich dus op de
hoogte mocht willen stellen - of
schoon er nog tijd genoeg iszal
de beknopte beschrijving der gebeur
tenissen van Mei 1849 in de Neder-
landsche Staatscourant van die dagen
kunnen vinden.
Een paar eigenaardige bijzonderhe
den in verband met die feiten, zou
ik wel even in herinnering willen
brengen.
Allereerst deze, dat toen de Koning,
de K. ningin en de Prinsen na de
inhuldiging in het jubelende den
Haag terugkeerden, net daar kermis
was. En op die kermis was aanwezig
het circus Renz, vermoedelijk, of lie
ver vrij waarsohijnlijk, een voorvader
van d en „herr director", die, ben ik
wel ingelicht, ook in 1898 de Am sier
damsche „Arena" in den gloed zal
zetten van zijn eiectrische ballonnetjes.
Daags na den terugkeer van het
Hof in den Haag was er sen vreeselijke
brand te Rotterdam, die alleen de wei
nige ouden van dagen zieh nog beider
zullen herinneren, een brand zooals
in jaren niet beleefd was. De koning
verliet het feestvierende Den Haag,
kwam per extra trein naar Rotterdam,
1 slechts van een adjudant vergezeld,
bezocht de plaats des onheils (waar
hij door de hoofdlieden der toen reeds
vrij goed georganiseerde v rqwillige
brandweer werd „toegesproken") en
begaf zioh zelfs op de gevaarlijkste midden hing van de zoldering eene
punten der rookende ruines. De geest- zware vergulde lichtkroon. Het geheel
drift der Rotterdammers, die dit vor- eene zaal van deftige en voorname
stelqk bezoek niet verwaobtten, was praoht.
ongekend en de Rotterdamsohe Cou- j Er waren 110 genoodigden. ij
rant maakte zioh tot aller tolk, toen noemen: den hofmaarschalk baron
zq den dank der bevolking overbraoht Cliffordden oeremoniemeester graaf
aan den Vorst die in de uren van j van Randwqokde dames dupalaiB;
vreugde getrokken was daar waar den raad vaD voogdqdames en
een ramp een deel zqns volks getroffen
had.
Bq het lezen van deze en andere
feiten uit de dagen toen ik nog niet
tot het rijk der levenden behourde,
viel mqn oog ook op de Iqst der rid
derorden bij gelegenheid van de in
huldiging uitgereikt. Die lqst toch
is merkwaardig kort veel korter
dan die bijv. elk jaar op den verjaar
dag der Koningin in de Staatscourant
versohijnt en tevens valt er een streven
in op te merken om geen enkele der
staatkundige of godsdienstige rioh-
tingen te vergeten, wat van de he-
dendaagsohe lqsten, althans van de
laatste, niet steeds kan worden ge
tuigd.
De Tweede Kamer heeft bq de
sohriftelqke „algemeene beschouwin
gen" dit laatBte feit, het biqkbaar
niet tot haar oompetentie oordeelende
de rechten der Kroon te dezen
aanzien volledig eerbiedigende, met
stilzwijgen voorbijgegaan.
Maar wel is aanmerking gemaakt
op het, naar het oordeel van sommige
leden „bedenkelijk verschijnsel, dat
in vijf jaren tijds ongeveer duizend
benoemingen in de beide Nederland-
sche orden hebben plaats gehad.
Ik kan er het „bedenkelijke" niet
van inzien. Een ridderorde ie een blijk
van Koninklijke welwillendheid, een
dankbetuiging vooraan Vorst, Vader
land of. Regeering bewezen dien
sten geworden. Men gaat in onzen
tijd, vaak om zuiver politieke redenen,
gemakkelijker tot een benoeming in
een der orden over.
Op die wijze gelukt het menige
Regeering in heel de wereld
steun en vrienden te vinden.
Het staat een ieder vrij dat „beden'
kelijk" te vinden.
Als ik de last van'49 in gedaohten
vergelijk met die welke ons, vermoe
delijk, in ?98 wacht, dan kom ik
aUeen tot de conclusie, dat men over
de waarde eener zoodanige onderschei
ding van gedachten is veranderd.
Tempora mietantur 1
En wij dan
H. A. GANUS Jr.
De bevestiging der Koningin.
H. M. de Koningin is Zaterdag-
oohtend als lidmaat der Nederlandsohe
Hervormde Kerk bevestigd.
Het was in de zaal, waar het lqk
van den laatsten koning tentoon ge-
heeren van de dienstdoende hofaon-
dingleden van de hofhouding te
Amsterdam en op 't Loo; den inten
dant van Soestdqkde vroegere
gouvernante van H. M„ freule De
Kook, de oudsten van het dienstper
soneel de min van H. M.
Te elf uur traden Hare Majesteiten
binnen met haren dienst. H. M. de
Koningin, voorafgegaan door jhr. S.
M. S. de Ranitz, tl. M. de Koningin-
Regenles door graat van Bylacdt.
Hare Majesteiten werden gevolgd door
de grootmeesteresse, baronesse van
Hardenbroek de surintendante der
opvoeding van H. M„ freule Van de
Poll; «de hofdames baronesse Van
Ittersum en baronesse Rengers Miss
Saxton Winterden adjudant kapt.
ter zee Zegers Veeokens en den or
donnans-officier le luit. jhr. Six.
Toen Hare Majesteiten binnentraden
stond het gezelschap in de zaal op
en speelde het orgel; organist de
heer Stortenbeker. De Koningin was
geheel in witte zqde gekleedzq droeg
geen hoed. De Koningin-Regentes
was in het zwart gekleed en droeg,
gelqk alle overige dames, een hoed.
De dienst, geleid door den hofpre
diker, dr. G. J. van der Flier, begon
dadelijk. Van de toespraak, naar aan
leiding van Openbaring II, 10c. (Zqt
getrouw tot den dood en Ik zal u
geven de kroon des levens) is het
volgende een uittreksel:
De hofprediker ontwikkelde in aan
sluiting met den tekst den eisoh, ge
trouw te zijn. Die eisoh beteekent
niet: getrouw aan eenigstelsel,maar
getrouw aan den Heer; een eisch, die
met het volste reoht aan ieder lidmaat
der gemeente gesteld wordt. Immers
niet het reoht van macht en majesteit
slechts, maar het zooveel hoogere
reoht van liefde is hier aan het woord.
Van die liefde getuigt ieder mensohen-
leven, ook dat der Koningin. En1
daarom is het ook haar roeping ge
trouw te zqn. Wat die eisoh omvat
toonde spreker daarop aan. Trouw
zqn, wil niet minder zeggen dan een
volgen van den Heer onder alle om
standigheden, in lief en leed beide:
een dienen van den Heer, want in
dienende liefde is Hq zelt ons voor-
fegasneen leven voor den Heer.
[q moet de inhoud en de kracht van
ons geestelijk leven zqn. Aan het
vervullen van die roeping zijn rijke
beloften verbonden. Dat tooh geeft
vrede zooals de menseh dien buiten
steld is geweest. De ruimte werd j Christus nergens vinden kan. Dat
grootendeels ingenomen door rqen maakt waarlqk blqde, meer dan het
stoelen voor dejgenoodigden Daarvoor hoogste genot dezer wereld. Dat sterkt
naast elkaar, twee armstoelen voor de in moeilijke dagen. Dat eindelijk geeft
beide Koninginnen. Op eene kleineook voor de toekomst de schoonste
verhevenheid eene talel met eene I belofte. „Ik zal u geven do kroon des
lezenaar, waarop een Bijbel, voor denlevens". Aardsche kronen ontvallen
predikant. Links aohter in deD hoek eens aan het dierbaarste hoofd. Die
een serafien. Verder waren in de zaal j kroon is onverderfelijk en eeuwig,
te zien portretten van vorstelijke Hoe die roeping alleen kan vervuld
personen uit het huis van Oranje aan worden Op die vraag gaf spreker
den wand, op den schoorsteenmantel een drievoudig antwoord. Vooreerst
eene reusachtige klok, en in het door te waken over ons hart, dat zoo
Novelle van
DORIS VON SPAETTGEN.
3)
Driftig echudde zij het hoofd, en sprak bijna onhoor
baar
„Hoe vereerend dit aanzoek ook voor mij zij, mqn-
heer von Pöllnitz, zie ik mij, juist om uwentwille, ver
plicht het af te wijzen."
Zonder zich ook maar in het minst te laten afschrik
ken door hare woorden, keek hij haar vlak in het gelaat
en antwoordde hij ontroerd
„Ik zie dat gq hooghartig zqt, gravin, maar ik acht
het offer, dat gij brengen zult, niet gering. Ook ik ben
zoo dwaas niet om voor het oogenblik iets meer dan
achting en vriendschap van u te verlaDgen. Ik ben ge
duldig. Dag op dag, uur op uur wil ix uwe liefde zien
te wiDnen, totdat"hij boog en bukte xichjover
hare rechterhand heen. „Adelgunde, wat kan u verhin
deren mqn vrouw te worden Het is immers geen leven
vour u, hier aan de zijde eener verbitterde, oude vrouw,
uwe jeugd en vroolijkheid kunnen niet anders dan
daarbij ten gronde gaan, terwijl u eene gelukkige, on
bezorgde toekomst wacht. Adelgunde, ik smeek u, heb
j medelijden met mij
Het jonge meisje kromp smartelijk ineen en deinsde
toen achteruit. Zonder zich een oogenblik te bedenken
omstrengelde Pöllnitz baar met de armen,
j „Adelgunde, stemt gij er in toe? O, zeg toen ja!"
I fluisterde hq haar met onbedwingbare teederheid toe.
„Welnu dan ja Gij zelf hebt het aldus gewild 1"
kwam het afgebroken,|met moeite en beschroomd over
de lippen van het jonge meisje, en als het ware gevoel-
j loos stond zij hem toe haar de hand te kussen.
„Gode zij dank ten laatsteriep hij jubelend
uit. „Adelgunde, mijne lieveling, ik geef u mijn plecb-
tigste eerewoord dat mijn gansche bestaan u gewijd
zal zijn, dat ik geen andere gedachte of streven zal
kennen dan uw geluk. Thans moet gij mij echter naar
uwe grootmoeder vergezellen. Het is mij eene voldoe
ning haar te kunnen bewijzen, dat mijn voorgevoel,
mijn hart mq niet bedrogen hadden," riep Pöllnitz
vol vuur uit en poogde het jonge meisje met zich
mede te trekken.
„Neen, ik bid u, neen, begeef u alleen tot haarIk
moet nog tot bedaren komen, mijne gedachten bijeen
verzamelen, zeg aan grootmamadat ik uwe
bruid ben en dat... ik mij gelukkig gevoel," stotterde
het meisje zonderling ontroerd.
„Adelgunde.. lieveling... mqne lieveling, hoezeer dank
ik n niet voor dit woord 1 Maar ik mag immers weder
komen, en wel spoedig, van avond reeds?"
„Ja, zeker, daartoe geef ik a immers het rechtluid
de het korte antwoord.
Hij wierp haar nog een langen blik vol liefde toe,
drukte haar nog eenmaal krachtig de hand en daarop
verliet Pöllnitz de kamer.
De oude dame was nog altijd op dezelfde plaats ge
zeten, alleen had zij haar naaiwerk te voorschijn ge
haald, en zij staarde den binnentredende half nieuws
gierig, half spottend aan. Met bijna gebiedende beweging
riep zij hem tot zich en vroeg toen droogjes weg
„Zijt gij geslaagd?"
„Ja, lieve mevrouw, ik mag haar voortaan als mqn
eigen schat beschouwen, en ik zal haar in eere houden,
zoolang mij slechts een ademtocht overgelaten wordt,"
antwoordde hij met warmte. „Adelgunde heeft mq op
gedragen u te zeggen, dgt de gedachte thans mijne
bruid te zijn haar gelukkig maakte."
„Gelukkig 1 HahahaVergeef mij, mijn waarde, maar
deze uitdrukking uit den mond mijner kleindochter
klinkt dan ook ai te grappig," prevelde de barones bij
zichzelve. „Er zqn slechts twee zaken, die mq dit kun
nen verklaren. Of we!, het jonge meisje heeft plotseling
het verstand verloren, of wel zij is een schijnheilig,
onoprecht schepsel, waarover zelfs hare grootmoeder
zich schamen moet."
„Maar, lieve hemel, waarom dan toch? Ik begrijp
volstrekt niet wat gq daarmede zeggen wilt, me ?rouw!
Onder het uiten dezer driftige vraag, hadden de ge
laatstrekken van den officier eene uitdrukking van
angstige spanning aangenomen.
„Waarom Welen, mijnheer von Pöllnitz. ik ben n
eene kleine opheldering verschuldigd, want ik wil niet
dat gij de kat in den zak zult koopen, zooals men in
onze volkstaal zegt. Wel is waar hebt gij het jonge
meisje pas om hare hand gevraagd, en Adelgunde
liefde, trouw, en ik weet niet al wat ai meer gezworen,
maar bah! Verlovingen worden zoo dikwijis weder ver
broken voegde de oude dame hem vol ruwheid toe.
„Het spreekt van zelf dat het u beiden nog altijd vrij
staat, indien gij elkander niet verstaan mocht, op *w
besluit terug te komen Wees zco goed mij voor enkele
minuten naar het aangrenzend vertrek te vergezellen,
opdat wij door niets of niemand zouden worden ge
stoord."
En de kleine, verschrompelde gedaante verliet hare
plaats aan het venster en liep hem vooraf naar de
tussohendeur.
Met bleek gelaat en eene uitdrukking van sprake-
looze xielesmart in de oogen, volgde de ritmeester haar.
„Is het dan waarlijk onvermijdelijk noodzakelijk, dat
ik deze geheimzinnige mededeeling zou aauhooren, me
vrouw vroeg von Pöllnitz nog eens met eene laatste
aarzeling.
„Ja, ik moet er om harentwille op aandringen," gaf
zq op scherpen toon ten antwoord en lachte daarbij
weder in zichzelve. Daarna overschreden zq beiden den
drempel.
Toen de ritmeester, na verloop van een half
uur de woning verliet, was zijn gelaat niet alleen
zeer bleek, maar gaf het ook duidelijk eene groote
ontroering te kennen, in weerwil van zijne inspanning
om haar te overmeesteren.